Gemeenteraad van Terneuzen
ZATERDAG 26 JANUARI 1963
i) E V H II K ZEEUW
Pagina 9
SCHERPE STIJGING
VAN WERKLOOSHEID
IN ENGELAND
GEEN BEKORTING
VAN V. N.-BESTUUR
IN NIEUW-GUINEA
Het Britse ministerie van Ar
beid heeft gisteren bekendge
maakt dat volgens de jongste
voorlopige gegevens het aantal
geregistreerde werklozen in En
geland op 11 januari 814.632 be
droeg. Dit betekent een stijging
van 248.474 ten opzichte van 10
december 1962. Het werkloos
heidspercentage is van december
op januari van 2,5 tot 3,6 geste
gen. Van het totaal aantal werk
lozen op 14 januari waren
628.486 geheel werkloos en
186.146 tijdelijk zonder werk.
Volgens het ministerie van Ar
beid heeft het abnormaal koude
weer grote invloed uitgeoefend.
De werkloosheid in Engeland
is thans de grootste sedert de
brandstofcrisis en de langdurige
vorstperiode van 1947 (op één na
de langste en strengste koude-
periode van deze eeuw) toen
1.874.000 personen werkloos wa
ren. Aan het einde van de vori
ge maand bedroeg het aantal
werklozen 566.000.
Secretaris-generaal Oe Thant
heeft donderdagavond officieel
bekend gemaakt, dat de Verenig
de Naties niet zullen ingaan op
een stap van Indonesië, die ten
doel had, de duur van hetV. N.-
bewind over Westelijk Nieuw-
Guinea te bekorten.
Oe Thant zinspeelde echter
wel op de mogelijkheid van een
versnelde aanstelling van Indo
nesiërs in het bestuur. Hij deel
de mee, dat de chef van zijn ka
binet, de Indiër C. V. Narasim-
han, op 5 februari te Djakarta
zal aankomen voor overleg met
de Indonesische regering en
daarna naar Hollandia zal reizen
voor besprekingen met de V. N.-
bestuurder, dr. Djalal Abdoh.
De mededeling van Oe Thant
hebben betrekking op het aan
dringen in deze kwestie door de
heer Sudjarwo Tjondronegoro,
hoofd van de Indonesische ver
bindingsmissie in Hollandia, die
op 12 januari in New York aan
kwam. Tjondronegoro had hem
uiteengezet dat, in weerwil van
de wens zijner regering om zich
nauwgezet te houden aan de be
palingen van de overeenkomst
met Nederland, de wensen van
de bevolking van Nieuw-Guinea
niet konden worden veronacht
zaamd. Tjondronegoro had ge
zegd te spreken uit naam van
j verschillende politieke, gods
dienstige en handelsgroeperin
gen". Indonesië had het daarom
als zijn plicht gevoeld, hierover
overleg te plegen met de secre
taris-generaal.
Oe Thant zegt voorts in zijn
•verklaring, dat hij, na overleg
met de vertegenwoordiger van
Nederland, tot de conclusie is ge
komen dat bekorting'van de be
stuursperiode van devolkeren-
organisatie niet mogelijk is.
Hij meent echter, dat er, bin
nen het raam van de overeen
komst, stappen gedaan kunnen
worden om de uitvoering van de
maatregelen te vergemakkelijken
die bestemd zijn om de ontwik
keling van het gebied op diverse
terreinen te versnellen.
Twee fasen, aldus de verkla-
Ting, waren overwogen tijdens
'het overgangsbewind van de
V. N.de afvoering van de bur
gerlijke en militaire vertegen
woordigers van Nederland en de
aanstelling van Indonesische be-
stuursfunctionarissen. De eerste
fase liep van 1 oktober tot 31
december van het vorig jaar. De
aanstelling van het Indonesische
personeel zou na 1 januari ver
sneld worden.
MAN VEEMOORD GEVONDEN
IN SUIKERFABRIEK
Twee arbeiders hebben gister
ochtend om 6.00 uur de 39-jarige
monteur G. P. van de Uugt leven
loos aangetroffen in een suïker-
werkfabriek aan de Schapenlaan
in Den Haag.
De monteur woont sinds begin
januari in deze fabriek, omdat
hij gescheiden was gaan leven
van zijn vrouw en twee kinderen,
die in Delft wonen. Er was voor
■hem een provisorische slaap
plaats ingericht in een opslag
ruimte van de fabriek, waar hij
-op een door planken gevormde
•schraag tussen twee stoelen met
"karton afgedekt de nachten door
bracht.
De arbeiders waren gewend,
dat Van de Lugt 's morgens om
6 uur voor hen de fabrieksdeur
opendeed. Gisterochtend kregen
zij geen gehoor. Zij zijn daarop
door een tuimelraam de fabriek
ingegaan.
In een doorgang tussen de op
slagplaats en een van de fa
briekshallen vonden zij v. d. Lugt
in een plas bloed liggen. De man
bleek di'ie verwondingen aan het
hoofd te -hebben: één boven het
oog, een aan de slaap en een aan
het achterhoofd, die kennelijk
toegebracht zijn met een zwaar
voorwerp. Hij was geheel ge
kleed- alleen zijn schoenen ston
den voor het bed. Naar men aan
neemt, verkleedde hij zich niet
wanneer hij ging slapen.
Wanneer hij om het leven is
gekomen, is nog niet bekend:
Enig vermoeden door wiens
toedoen en op welke wijze de
van om het leven is gekomen,
heeft de politie nog niet.
(Slot.
De Voorzitter: Gaarne stel ik uw college in de
gelegenheid in tweede instantie eventueel vragen
te stellen.
De heer Hol: Ik geloof dat, door de uitvoerige
beantwoording door het gehele college er voor ons
als fractie niet veel meer te vragen is. Eén aspect
is nog wel belangrijk naar mijn overtuiging en
dat is de opspuiting van de Serlippenspolder. Aan
vankelijk was de gedachte dat die bezinking on
geveer enkele jaren in beslag zou moeten nemen.
Tijdens ons werkbezoek heb ik gehoord dat ze met
proeven bezig zijn om dit te voorkomen. Ik zou
willen horen van U, of het inderdaad is te ver
wachten dat binnen een jaar daarop gebouwd zal
kunnen worden?
De heer Huijbrecht: Ik wou op drie punten in
gaan. De heer De Feijter zei dat er bij de laatste
verkiezingen geen grote verschuivingen plaats
hadden. Het is mogelijk, dat ik me gedraag in de
trant van een kinderhand is snel gevuld, doch ik
wil er toch op wijzen dat onze partij in Terneuzen
een behoorlijke stemmen-winst behaald heeft.
Verder is er gesproken over het bouwen van
woningen in de vrije sector.De heer Ramondt
heeft gezegd: er zouden meer woningen in de vrije
sector gebouwd moeten worden. Plaatselijk of
landelijk? Landelijk is wel gebleken dat het wo
ningbouwbeleid ,op een fiasco is uitgelopen door
het vele bouwen in de vrije sector.
Meneer de Voorzitter, dan wil ik nog graag iets
horen over het saneringsplan' voor de kom.
De heer Van Langevelde: Al enkele jaren is er
door mij aangedrongen op het vaststellen van uit
breidingsplannen in zuidelijke richting.
Verleden jaar nog heb ik gevraagd een uitbrei
dingsplan tot Driewegen te ontwerpen en aange
drongen op ruime aankoop van grond. Maar nu
blijkt dat wij vastlopen, nu de Serlippenspolder
nog even zal duren. Wij moeten toch de zuidelijke
richting ook in het oog houden. Een mogelijkheid
om uit te breiden naar het zuiden moeten Burge
meester en Wethouders zo veel mogelijk bespoedi
gen en ook zo ruim mogelijk opzetten.
De heer Ramondt: Ik vind het prettig dat U het
als college, wat de huisvesting betreft van de Chr.
ulo, eens is met mij- Het is een onhoudbare toe
stand, doch ik twijfel er niet aan dat U uw mede
werking zult geven. Voorts heb ik gevraagd naar
het personeelsbeleid. Ik heb daar weinig concreets
over gehoord.
Ik ben blij te horen dat de wethouder van Open
bare Werken en de heer Huijbrecht het met ons
standpunt eens zijn ten aanzien van de bouw van
woningen in de premie- en vrije sector, namelijk
dat het hier moet worden bevorderd. Of dit ook
voor het gehele land geldt is een zaak, waarover
ter bevoegder plaatse een discussie mogelijk is.
Over de prijsvastheid van de gronden in het uit
breidingsplan Sluiskil heeft de heer De Vos zich
niet geheel positief uitgesproken.
Verder ben ik het met de heer De Meijer eens
ten aanzien van een zekere selectie van de te ves
tigen bedrijven. Wij dienen niet enkel buitenlandse
industrieën aan te trekken, doch ook nationale
bedrijven.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, ik
verschil wel principieel van mening met dat, wat
de heer Huijbrecht gezegd heeft ten aanzien van
het woningbeleid van de regering. Ik wil over het
regeringsbeleid dit zeggen dat de heer Huijbrecht
kan weten dat dit niet zo'n groot fiasco is.
Het is bijzonder moeilijk voor het rijk een bouw
beleid te voeren. Men heeft dezelfde moeilijkheden
als de vorige regering. Ik acht dit beleid doeltref
fend en het levert de resultaten die wij ervan
verwachten. Dit is een zeer moeilijke materie. Wij
moeten voorzichtig zijn met te stellen dat het een
fiasco is.
Voorts heb ik van het college van Burgemeester
en Wethouders geen reactie gehoord op de sug
gestie omtrent een rapport van een in te stellen
commissie ad hoe wat betreft het beleid in de be
geleidingssfeer van deze gemeente. Tot nu toe is
van een dergelijk beleid nog betrekkelijk weinig
te zien en toch dient dit gelijke tred te houden
met de voortgaande industrialisatie.
Eén der aspecten daarvan is met de particuliere
sector tot besprekingen te komen, om te weten
wat er zo links en rechts leeft op dit gebied.
Gaarne ontvang ik verder een positief antwoord
inzake de vraag over het aantrekken van een des
kundige op het gebied van de woningbouw.
Ook de bejaardenwoningen te Sluiskil zijn een
probleem. De curveprijzen zijn heel moeilijk haal
baar waardoor het moeilijk is bejaardenwoningen
te realiseren, welke enigszins een betaalbare huur
prijs geven. Mogelijk kan bekeken worden wan
neer deze woningen worden gebouwd, dan wel of
van gemeentewege die bejaarden, die een bepaalde
huur niet kunnen betalen, hier door de gemeente
de helpende hand kan worden geboden.
Tevens heb ik nog weinig gehoord over het sane
ringsplan en het rooilijnenplan. Ik heb gelezen in
de krant, dat er naar de mening van Gedeputeerde
Staten van Zeeland nog slapende mogelijkheden
zijn ten aanzien van de bouwsector.
Ik zou graag zien, dat er op aangedrongen
wordt aan te wijzen, waar deze slapende bouwmo
gelijkheden zijn, zodat wij daar gebruik van kun
nen maken.
Met het antwoord omtrent de acquisitie van de
havens enz. kan ik mij verenigen. Onze gemeente
staat in de belangstelling zowel nationaal als inter
nationaal. Wij moeten echter zeker attent blijven.
Dan wil ik nog even inhaken op de mededeling
van wethouder De Meijer ten aanzien van het
postkantoor.
Het standpunt van de PTT om het huidige kan
toor te verbouwen en te vergroten vind ik niet
juist, aangezien het huidige kantoor geheel excen
trisch gelegen is. Ik vind het onzin om in de nieu-
j we buurt een hulppostkantoor te stichten. Het zou
zeker in het belang van de gemeente zijn indien
het huidige gebouw als hulpkantoor wordt aange
merkt en een nieuw hoofdkantoor wordt gesticht.
Door de Voorzitter is de huisvesting van o.m.
de Katholieke ulo-school aangestipt. Deze huis
vesting i§ inderdaad nijpend te noemen.
Bij de inspectie van het onderwijs ware er op
aan te dringen urgentie te verlenen voor de bouw
van een nieuwe school, waarbij er op gewezen kan
worden, dat ook dit een streekschool is. Wij lopen
anders vast, vooral wanneer de z.g. mammoetwet
in werking treedt. Ik ben er natuurlijk van over
tuigd dat het college diligent zal zijn, maar het
is goed wanneer dit onderstreept wordt.
Tenslotte dank ik U voor de diverse toelichtin
gen die gegeven zijn en voor de concrete punten
die door U zijn overgenomen.
De heer De Feijter: Ik wil het collega dank zeg
gen voor de gegeven antwoorden en opmerkingen
naar aanleiding van de algemene beschouwingen
en de afdelings-vergaderingen. Over de woning
bouw wil ik nog even duidelijk stellen, dat onze
fractie het van groot belang acht dat in Terneu
zen, naast de wonihgwetbouw ook de woningbouw
in de particuliere sector wordt bevorderd. Het is
een geruststelling dat ook het college deze mening
is toegedaan. Daar zal het dus niet aan liggen.
Geen antwoord heb ik gehad op de vraag naar
het saneringsplan. Misschien is er weinig over te
zeggen. Voor mensen, die hun woning willen ver-
bouwen is het echter moeilijk, want zij moeten
maar afwachten.
Er is verder nog gesproken over een vaste-
oeververbinding. Daar zijn wij allemaal vóór. Wü
hopen dat Zeeuws-Vlaanderen over een aantal
jaren door een tunnel of een brug met het vaste
land van overig Nederland is verbonden.
De heer Huijbrecht heeft gezegd dat hij het niet
eens was met mijn opmerking, dat er bij de ge
meenteraadsverkiezingen geen grote verschuivin
gen waren. Ik heb daarbij gedacht in zetels en
niet in stemmen en dan hebben er toch geen grote
verschuivingen plaatsgevonden.
De heer Huijbrecht: Het is inderdaad zoals de
heer Weterings zegt, dat wij principieel verschil
len van mening omtrent het woningbouwbeleid
van deze regering, do.ch wij zullen dat wel op
andere plaatsen „uitvechten".
Landelijk gezien, zijn de moeilijkheden bij de
woningbouw ontstaan in de vrije sector.
De Voorzitter: Ik kan de heer Ramondt, naar
aanleiding van zijn vraag over het personeelsbe
leid en met name over het aantrekken van een
technisch hoofdambtenaar, mededelen dat dit
samenhangt met de opheffing van, dan wel uit
treding uit de Centrale Dienst. Wethouder De Vos
heeft reeds gezegd, dat wij een onderhoud hebben
aangevraagd met het bestuur van de Centrale
Dienst.
Zou blijken, dat hiermede niet die voortgang
gemaakt kan worden, welke onzerzijds noodzakelijk
wordt geacht, dan ben ik persoonlijk van mening
dat wij terzake vroegtijdig voorzieningen moeten
treffen.
Op de vraag van de heer Weterings naar een
rapport omtrent het beleid in de z.g. begeleidings
sector, kan ik antwoorden dat dit in studie is.
Ik mocht van de directeur van de Stichting Zee
land een nota ontvangen, waarin diverse aspecten
van dit beleid zijn aangestipt. Wanneer hierover
overeenstemming is bereikt, zeg ik toe U een
nota te doen toekomen, welke in een informele
vergadering van Uw raad kan worden besproken.
De heer Laansma heeft zich reeds bereid ver
klaard bij die vergadering aanwezig te zijn.
Dat de heer Weterings de noodzaak van de bouw
van nieuwe bijzondere u.l.o.-scholen onderstreept,
heeft mijn instemming. Maar ik kan U wel zeggen
dat het bijzonder moeilijk is, als U b.v. weet, dat
de inspectie Goes dit jaar slechts een totaal van
10 volumina voor nieuwe schoollokalen kreeg. Ik
behoef U niet te zeggen, dat dit een druppel op
een gloeiende plaat is.
Wij hebben gegronde verwachtingen, dat het
bouwvolume voor deze gemeente voor woningen
nog zal worden vergroot in het licht van de indus
trievestigingen.
Er is reden aan te nemen, dat het totale plan
Zuid-West kan worden aanbesteed. De toezeg
ging dienaangaande hebben wij gekregen.
Ik kan mij aansluiten bij hetgeen de heer De
Meijer heeft gezegd omtrent de acquisitie van de
havens enz. Voorzichtig te zijn met het door de
gemeente uitvoeren van acquisitie is ook het
advies van de heer Ir. Snijdera
De heer De Vos: Er is door de heer De Feijter
gesproken over het personeel van de Centrale
Dienst. Hij spreekt de verwachting uit, dat de
ambtenaren van deze dienst, die hoofdzakelijk
voor Terneuzen werken, worden overgenomen. U
begrijpt, dat daaromtrent op het ogenblik geen
positieve mededeling kan worden gedaan. Er zal
worden getracht dit met beleid en wijsheid op te
lossen. Het spreekt vanzelf, dat is trouwens in
het betreffende raadsbesluit gesteld, dat met de
belangen van het personeel zoveel mogelijk reke
ning zal worden gehouden.
De heer Hol heeft een vraag gesteld over het
tijdstip van bebouwing van de opgespoten Ser
lippenspolder.
Er is ons toegezegd, dat deze polder zal wor
den opgespoten met specie die vlug bezinkt, zo
dat er spoedig gebouwd kan worden. Dit moeten
wij dus afwachten.
Begin 1963 zal met de opspuiting worden begon
nen. Wellicht is het mogelijk, ik zeg dit met veel
voorbehoud, dat in 1965 aldaar kan worden ge
bouwd. Er zullen natuurlijk eerst sonderingen
moeten worden verricht om vast te stellen of het
bouwen al mogelijk is.
De heer Huijbrecht heeft gevraagd of systeem
bouw mogelijk is en hoe ons college hierover
denkt. Ik heb gezegd, dat wij positief hiertegen
over staan. De toenemende behoefte aan woning
bouw zal men o.m. kunnen bevredigen door sys
teembouw en door toepassing van genormaliseerde
bouwmethoden. Wij onderzoeken momenteel do
mogelijkheden daartoe.
De heer Huijbrecht en nog anderen hebben in
lichtingen gevraagd over het saneringsplan in de
kom.
Hieromtrent kan ik alleen maar de positieve
mededeling doen, dat er eigenlijk weinig aan ge
daan is. De stedebouwkundige heeft het bijzonder
druk met nieuwe plannen en bestaande plannen
te wijzigen, zodat hij tot nu toe geen tijd heeft
kunnen vinden voor het saneringsplan.
Het is helemaal niet zeker dat er een rooilijnen
plan zal moeten worden gemaakt in verband met
de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening, welke
wet de mogelijkheid zal bieden voor de bebouwde
kom een bestemmingsplan vast te stellen.
Ik kan U verzekeren, dat wij zullen doen wat
mogelijk is om dit in een niet te ver verwijderde
toekomst tot stand te brengen.
De heer Van Langevelde heeft aangedrongen op
uitbreidingsplannen voor grotere gebieden. Ik kan
zeggen, dat wij het daar mee eens zijn.
Wij hebben een structuurschetsje, waar daar
rekening mee is gehouden. Op zichzelf dienen die
gronden nog eens in een uitbreidingsplan in onder
delen opgenomen te worden. U kunt er van ver
zekerd zijn, dat dit onze aandacht heeft en dat
wij de grootst mogelijke spoed zullen betrachten.
Dit is afhankelijk van onze stedebouwkundige en
die kan ook niet alles tegelijk.
Er is een tijd geleden een ingenieur aan dit
bureau toegevoegd, die voornamelijk voor Terneu
zen werkt.
Ik geloof, dat men doet, wat men kan. De laat
ste tijd stellen wij een datum vast waarop het plan
bij ons moet zijn, hetgeen goed werkt.
De heer Ramondt heeft nog gesproken over een
overheidsbijdrage t.a.v. het plan Sluiskil, en hi)
vroeg of dit mogelijk Is.
Wij hebben de verwachting van wèl. Er is daar
toe een gemotiveerde aanvraag ingediend. Wij heb
ben gegronde hoop, dat er iets uit de bus komt.
Wij zullen er naar streven dat de grondprijzen
voor de woningbouw in Sluiskil niet hoger liggen
dan hier in de kom. Natuurlijk zijn er, zoals in
elk plan, wel gedifferentieerde grondprijzen, naar
gelang van wat er op gebouwd wordt. De grond
prijzen voor b.v. flatbouw zijn hoger dan die voor
eengezinswoningen, want de grondprijs voor flat-
bouw kan over drie woonlagen verdeeld worden.
Overigens moet men er op rekenen, dat ook in
de kom waarschijnlijk de prijzen omhoog getrok
ken moeten worden.
De heer Weterings heeft het gehad over de be
jaarden-woningen en ik wil hier graag nog eens
op terugkomen. Hij heeft n.l. gevraagd, om, indien
de huur te hoog zou worden, de helpende hand te
bieden. Het is voor leder, die geen andere inkom
sten dan een A. O. W.-uitkering heeft, mogelijk een
aanvullende uitkering te vragen. Een aanvraag
daartoe kan worden ingediend bij de Dienst voor
Matschappelijke Zorg.
Overigens wordt er thans gewerkt aan een plan
voor 10 bejaarden-woningen in Sluiskil in 2 woon
lagen. Wij hopen, dat er geen al te onredelijke
huur uit zal komen. Ook in het plan Zuid-West is
een vrij groot aantal bejaarden-woningen gepro
jecteerd. U moet dit zó verstaan, dat men die wo
ningen ook zal kunnen gebruiken voor alleenstaan
de niet-bejaarden.
Eigenlijk moeien wij in dit geval niet van „be
jaarden-woningen spreken. Ik denk, dat wij daar
mede voorlopig in de behoefte zuilen kunnen voor
zien.
Verder is er neg gesproken over de verkeers
verbindingen over de Schelde. Het spreekt van
zelf, dat ons college het er volkomen mee eens is,
dat er een vasle oeververbinding moet komen
over de Schelde.
Het is bijzonder verheugend, dat Provinciale
Staten hier aandacht aan besteden. Wij twijfelen
er niet aan, dat steun ook van Gedeputeerde Sta
ten terzake verzekerd is.
Daar, waar de beslissing genomen moet wor
den, is echter weinig tegemoetkoming van te ver
wachten. Men weet, dat de Minister pas nog heeft
gesteld, dat hij een vaste oeververbinding bepaald
nog niet urgent acht.
Wij verscnilien hierover met hem van mening,
wat niet wegneemt, ciui wij het er mee eens zijn,
dat een vaste oevervei Dinding niet de eerste paar
jaar te verwezenlijken zal zijn. Het is daarom van
het allergrootste belang dat de bestaande verbin
dingen over de Schelde zo goed mogelijk zijn.
De verbindingen op zondagen zijn slecht. Men weet
wèl wanneer men weg kan, doch op welk tijdstip
men terug kan komen, moet maar afgewacht wor
den.
Een poging van Gedeputeerde Staten om de ver
bindingen op dt zondagen te verbeteren, heeft de
Minister afgewezen.
Wij kunnen niet zeggen, dat wij bijzonder veel
medewe-xing krijgen vanuit Den Haag voor de ver
binding over de Westerschelde.
Wat betrext de bouw in de particuliere sector
ben ik het met de neer Ramondt eens. Het ging
er maar im, wat hij bedoelde. Voor wat betreft
Terneuzen ben ik er een voorstander van, dat de
noodzakelijke woningen gebouwd worden.
Wat dit landelijk betreft, zullen wij de heren
Weterings en Huijbrecht maar laten „uitvechten".
Overigens is men het daarover in Den Haag ook
niet zo eens, gezien de regeringscrisis, die hierover
is geweest, doch ik zal daar verder niet op ingaan.
Overigens staan hier ook nog geen woningen
leeg. Elders vooral in de grote steden ziet
men soms dure woningen leeg en te koop staan,
terwijl er voor de grote massa van de bevolking
geen woningen zijn. Indien er echter fabrieken
gebouwd worden, zijn er ook woningen nodig voor
het kaderpersoneel en deze moeten dan ook ge
bouwd kunnen worden. In zoverre ben ik het dus
met de heer Ramondt eens.
De heer De Meijer: De vraag van de heer Ra
mondt of de garantie-uitkering niet afgelost kan
worden, moet ontkennend worden beantwoord, om
dat het hier een overbruggingsuitkering betreft,
die mogelijk door de verdere uitvoering van „ver
fijningen" in 1966 verdwenen zal zijn.
De heer Hol vrpeg een overzicht van de grond
prijzen van de laatste 10 jaar. Wij zullen deze ver
zamelen. Verder heeft de heer Hol geïnformeerd
naar de instelling van eon havenadvieseommissie.
Wij zullen ons hierover nader beraden.
De heer Van Langevelde: Er is toch een haven
commissie voor overname van de havens? Kan die
niet ingeschakeld worden?
De heer De Meijer: Die bestaat inderdaad nog,
maar er is geen sprake meer van overname van
de havens.
De Voorzitter: Wij moeten blijven wachten. Als
aan een dergelijke commissie behoefte is, zullen
wij met voorstellen komen. Wij zullen U op do
hoogte houden.
De heer Ramondt: Nu de heer Hol vraagt naar
een overzicht van de grondprijzen, kan ik er in
komen dat dit wordt uitgebreid met de prijsontwik
keling in andere sectoren.
De Voorzitter: Ik krijg de indruk, dat de heer
Hol alleen de grondprijzen bedoelt.
De heer Weterings: Ik heb nog geen antwoord
gekregen op de vraag naar de mogelijkheid van
aantrekking van een deskundige op woningbouw
gebied, mede met het oog op de systeembouw.
De Voorzitter: Wij hebben reeds advies gevraagd
over systeembouw. Momenteel is dit in behande
ling.
De heer Weterings: Wie adviseert de Minister
met betrekking tot de vaste oeververbinding? Ik
heb de indruk, dat het provinciaal bestuur in deze
niet een advies geeft dat bevredigend is.
De Voorzitter: Ik meen dat de heer De Vos zich
juist uitdrukte, toen hij zei terdege verzekerd te
zijn van de volledige steun van de provinciale over
heid.
De heer De Vos: De heer Weterings heeft ge
vraagd waar in Zeeland slapende bouwcapaciteit
is. Ik neem aan, dat men hiermede heeft bedoeld,
dat veel bouwarbeiders buiten de provincie wer
ken, omdat er binnen de provincie niet voldoende
werk is.
Naar de mening van Gedeputeerde Staten kan
deze capaciteit in de provincie zelf benut worden.
Een en ander Is echter een wisselwerking met
de woningtoewijzing. Het toe te wijzen bouwvolu
me is bijzonder gering, omdat men er vanuit gaat,
dat er in Zeeland geen statistisch woningtekort is.
De bevolking van Zeeland neemt niet toe, doch
als er weinig woningen worden gebouwd, dan kan
er geen groei zjjn. Wanneer dat in de toekomst
zo blijft gaan, gaan wjj steeds verder achteruit.
De Voorzitter: Gaarne zou ik nog eens uitdruk
kelijk willen gewagen van onze erkentelijkheid
ten opzichte van het provinciaal bestuur voor alle
medewerking, die wij in ruime mate hebben mogen
ervaren.
Ten aanzien van de afronding van de werkzaam
heden aan het zwembad moet nog een en ander
worden verricht, zoals aan de beplanting enz. Wij
menen te mogen aannemen, dat Uw raad akkoord
gaat met deze kleine, doch noodzakelijke, voorzie
ningen, zodat deze vroegtijdig gereed zjjn.
Wil iemand, na de uitvoerige algemene beschou
wingen en beantwoording, nog het woord over de
begeleidende brief van ons college bij de begroting?
De heer Hoi: Gaarne wilde ik nog iets opmer
ken in verband met de instelling van een afdeling
„Onderwijs, Culturele en Sportzaken" ter secreta
rie. Vindt U het niet wenselijk in deze benaming
tevens op te nemen „Jeugdzaken"
Verder heb ik met belangstelling kennis ge
nomen van de bijlagen, waarin nauwkeurig de uit
gaven per hoofd der bevolking zijn opgenomen.
Ik zie, dat onze gemeente nog zo'n slecht figuur
niet slaat ten opzichte van het gemiddelde van
alle gemeenten.
Re zou voorts willen voorstellen voor het volgend
jaar een bijlage te doen opnemen, waarin de stand
van zaken bij de uitbreidingsplannen per 1 januari
wordt weergegeven.
De Voorzitter: Wij zullen dit bekijken.
De heer Van Langevelde: Misschien is het moge
lijk dit aan te vullen met de wekelijkse uitgaven
voor het onderwijs. Een redelijke basis zijn de wer
kelijke uitgaven, niet de netto-uitgaven.
De heer De Meijer: Alle onderwijs is zeker be
langrijk, maar lang niet alle onderwijs drukt op
onze begroting. B.v. nijverheidsonderwijs wordt
vrijwel geheel vergoed door het Rijk. Het heeft
weinig zin deze begroting nog groter te maken
met staten van b.v. posten, die eigenlijk alleen
maar boekingsposten zijn, welke dus geheel of
grotendeels door het Rijk worden betaald.
Volgno. 21.
De heer Weterings: Ik zou het op prijs stellen,
dat van het Grondbedrijf een bijdrage wordt ge
raamd aan het algemeen beheer.
De heer De Meijer: Wij zullen dit doen.
Volgno. 36.
De heer Van Langevelde: Is het mogelijk op de
secretarie meer mechanisatie toe te passen?
De heer De Meijer: De mogelijkheid is er wel en
wordt ook toegepast, indien dit arbeidsbesparend
werkt.
Volgno. 48.
De heer Van Langevelde: Is het archief nu in
orde of wordt er nog aan gewerkt?
De Voorzitter: Wat het lopende archief betreft
kan ik U mededelen, dat deze zaak geleidelijk in
orde wordt gebracht. Wat het statische archief
aangaat kan ik zeggen, dat het gedeelte uit Axel
tijdelijk .is-, opgeslagen in het kantoor waar vroeger
de B. B. was gevestigd. Momenteel wordt nage
gaan welke waarde het statische archief heeft.
Met een stadsarchivaris is overleg gaande om voor
zieningen te treffen, zodat dit archief ruimere be
langstelling gaat krijgen, zowel van de zijde van
het gemeentebestuur als van de zijde van de bevol
king.
Volgno. 98.
De heer Hol: Het reserve-politiekorps telt 23
man en er zijn 2 vakatures. Wordt getracht daarin
te voorzien?
De Voorzitter: Inderdaad, daar wordt naar ge
streefd. De ervaringen met de reserve-politie zijn
zeer gunstig.
Volgno. 144.
De heer Weterings: Wordt er nog aandacht be
steed aan het nodige brandweermateriaal voor de
havens?
De Voorzitter: Ja, er heeft een proef plaats ge
vonden, welk© bevredigend is verlopen. Met Rijks
waterstaat wordt overleg gepleegd omtrent de
financiële basis.
De heer Weterings: Ook buiten de sluizen moe
ten deze boten permanent beschikbaar zijn. Het
bezwaar is anders, dat de boten door de sluizen
moeten varen.
De Voorzitter: Dat wordt bekeken.
Volgno. 148.
De heer Hamelink: Meneer de Voorzitter, ik
heb gezien dat de verlichting van de Axelsebrug
belangrijk verbeterd is, hetgeen verheugend is. Is
er ook bij de Middensluisbrug niet iets aan te
doen?. Het is daar vrij donker.
De heer De V<?s: Dit is een zaak van Rijkswater
staat, die uit eigen beweging de verlichting aan
de Axelsebrug heeft veranderd en wellicht doet
men dit ook wel aan de Middensluisbrug. Wij zul
len dit aan Rijkswaterstaat vragen.
De heer Van Langevelde: Ik heb een vraag over
de stroomlevering. Zou het mogelijk zijn, nu de
verlichting in deze gemeente zoveel uitgebreid is
met lichtpunten, een lager tarief te krijgen? Kun
nen pogingen in die richting worden aangewend?
De heer De Vos: Enkele jaren geleden, toen het
contract is aangegaan, is ook geprobeerd om bij
meerdere afname van stroom een lager tarief be
rekend te krijgen, doch dit bleek niet mogelijk.
Het is zó, dat voor straatverlichting per soort lamp,
nacht- of avondlamp, prijzen zijn vastgesteld. Het
zal moeilijk zijn daaraan te tornen.
Volgno. 158.
De heer Van Langevelde: Is er al voorzien in de
functie van Hoofd Zelfbeschermingsdienst?
De Voorzitter: In deze functie is nog niet voor
zien. De bedoeling is, dat ik in het begin van 1963
dienaangaande nader overleg pleeg met het Hoofd
Bescherming Bevolking voor geheel Zeeuwsch-
Vlaanderen.
De heer Van Langevelde: Kan er voldoende per
soneel voor de Bescherming Bevolking worden
aangetrokken?
De Voorzitter: De voorziening in de personeels
behoefte in het algemeen is aanzienlijk gemakke
lijker geworden door de invoering van de nood-
wachtplicht.
Voor de functie van Hoofd Zelfbescherming zal
echter een vrijwilliger moeten worden benoemd.
Volgno. 156.
De heer Huijbrecht: In de afdelings-vergadering
is gevraagd om meer instructieve affiches betref
fende het verkeer te plaatsen in de gemeente.
Dat b.v. op bepaalde punten waar regelmatig
bepaalde verkeersfouten gemaakt worden borden
geplaatst worden hoe je het wèl moet doen.
Kan dat in de verkeerscommissie aan de orde
gesteld worden?
De heer De Vos: Dit kan wel, maar er zijn al
zoveel verplichte verkeersborden. De Axelsestraat
leent zich daar bijv., erg moeilijk voor, omdat
aldaar dergelijke borden aan de rechterkant van
het rijwielpad komen te staan, terwijl een bord
toch op een goed zichtbare plaats dient te staan.
De heer Huijbrecht: Ik bedoel In dit geval de
affiches van het Verbond voor Veilig Verkeer.
De heer De Vos: Wij zullen dit onderzoeken.
Volgno. 170.
De heer Hamelink: Ik vind het jammer, dat geen
post is uitgetrokken voor doorlichting van de be
volking in 1963. Bij grote bedrijven wordt het per
soneel eenmaal per jaar doorgelicht.
Maar het effect daarvan gaat verloren, als de
gezinsleden niet via de gemeente worden door
gelicht. Ik zou graag zien, dat het dit jaar wel
gebeurt.
De heer Weterings: Ik ondersteun dit voorstel.
Dit is ook in het belang van de kankerbestrijding.
De Voorzitter: Wij zullen dienaangaande con
tact opnemen met de betreffende medicus.
De heer Weterings: Van de kruisverenigingen
ontvangt het Groene Kruis als subsidie ongeveer
de helft van de contributie ad 7,50 per lid, ter
wijl het Wit-Gele Kruis 28,4 van de contributie
ad ƒ10,per lid als subsidie ontvangt.
De heer De Vos: Inderdaad bedraagt het subsi
die 3,75 per lid, dat is in de regel de helft van
de contributie per lid, onder voorwaarde, dat de
contributie minstens ƒ7,50 per jaar bedraagt.
Ik geloof, dat een subsidie van 3,75 per lid
toch wel redelijk is.
De heer Weterings: Wellicht kunt U dit nog
eens bekijken.
Volgno. 61.
De heer Van LangeveldeDe raming van 22.000
entreegelden van het nieuwe zwembad, waar is
dat op gebaseerd?
De heer De Vos: Dit is een zeer globale raming.
Men moet eerst over ervaringscijfers beschikken
om een gemotiveerde en verantwoorde raming
van die inkomsten te kunnen maken. In verband
met de realisatie van het zwembad is destijds een
exploitatie begroting opgesteld en daarvan is dit
bedrag van ƒ22.000,afkomstig. Eerst eind vol
gend jaar zullen wij de werkelijke inkomsten
beter kunnen bepalen. Op het ogenblik is dit be
drag erg fictief.
De heer Van Langevelde: Is er niet geïnfor
meerd bij andere gemeenten?