Gemeenteraad van Terneuzen ZATERDAG 26 JANUARI 1963 i) E V H II K ZEEUW Pagina 9 SCHERPE STIJGING VAN WERKLOOSHEID IN ENGELAND GEEN BEKORTING VAN V. N.-BESTUUR IN NIEUW-GUINEA Het Britse ministerie van Ar beid heeft gisteren bekendge maakt dat volgens de jongste voorlopige gegevens het aantal geregistreerde werklozen in En geland op 11 januari 814.632 be droeg. Dit betekent een stijging van 248.474 ten opzichte van 10 december 1962. Het werkloos heidspercentage is van december op januari van 2,5 tot 3,6 geste gen. Van het totaal aantal werk lozen op 14 januari waren 628.486 geheel werkloos en 186.146 tijdelijk zonder werk. Volgens het ministerie van Ar beid heeft het abnormaal koude weer grote invloed uitgeoefend. De werkloosheid in Engeland is thans de grootste sedert de brandstofcrisis en de langdurige vorstperiode van 1947 (op één na de langste en strengste koude- periode van deze eeuw) toen 1.874.000 personen werkloos wa ren. Aan het einde van de vori ge maand bedroeg het aantal werklozen 566.000. Secretaris-generaal Oe Thant heeft donderdagavond officieel bekend gemaakt, dat de Verenig de Naties niet zullen ingaan op een stap van Indonesië, die ten doel had, de duur van hetV. N.- bewind over Westelijk Nieuw- Guinea te bekorten. Oe Thant zinspeelde echter wel op de mogelijkheid van een versnelde aanstelling van Indo nesiërs in het bestuur. Hij deel de mee, dat de chef van zijn ka binet, de Indiër C. V. Narasim- han, op 5 februari te Djakarta zal aankomen voor overleg met de Indonesische regering en daarna naar Hollandia zal reizen voor besprekingen met de V. N.- bestuurder, dr. Djalal Abdoh. De mededeling van Oe Thant hebben betrekking op het aan dringen in deze kwestie door de heer Sudjarwo Tjondronegoro, hoofd van de Indonesische ver bindingsmissie in Hollandia, die op 12 januari in New York aan kwam. Tjondronegoro had hem uiteengezet dat, in weerwil van de wens zijner regering om zich nauwgezet te houden aan de be palingen van de overeenkomst met Nederland, de wensen van de bevolking van Nieuw-Guinea niet konden worden veronacht zaamd. Tjondronegoro had ge zegd te spreken uit naam van j verschillende politieke, gods dienstige en handelsgroeperin gen". Indonesië had het daarom als zijn plicht gevoeld, hierover overleg te plegen met de secre taris-generaal. Oe Thant zegt voorts in zijn •verklaring, dat hij, na overleg met de vertegenwoordiger van Nederland, tot de conclusie is ge komen dat bekorting'van de be stuursperiode van devolkeren- organisatie niet mogelijk is. Hij meent echter, dat er, bin nen het raam van de overeen komst, stappen gedaan kunnen worden om de uitvoering van de maatregelen te vergemakkelijken die bestemd zijn om de ontwik keling van het gebied op diverse terreinen te versnellen. Twee fasen, aldus de verkla- Ting, waren overwogen tijdens 'het overgangsbewind van de V. N.de afvoering van de bur gerlijke en militaire vertegen woordigers van Nederland en de aanstelling van Indonesische be- stuursfunctionarissen. De eerste fase liep van 1 oktober tot 31 december van het vorig jaar. De aanstelling van het Indonesische personeel zou na 1 januari ver sneld worden. MAN VEEMOORD GEVONDEN IN SUIKERFABRIEK Twee arbeiders hebben gister ochtend om 6.00 uur de 39-jarige monteur G. P. van de Uugt leven loos aangetroffen in een suïker- werkfabriek aan de Schapenlaan in Den Haag. De monteur woont sinds begin januari in deze fabriek, omdat hij gescheiden was gaan leven van zijn vrouw en twee kinderen, die in Delft wonen. Er was voor ■hem een provisorische slaap plaats ingericht in een opslag ruimte van de fabriek, waar hij -op een door planken gevormde •schraag tussen twee stoelen met "karton afgedekt de nachten door bracht. De arbeiders waren gewend, dat Van de Lugt 's morgens om 6 uur voor hen de fabrieksdeur opendeed. Gisterochtend kregen zij geen gehoor. Zij zijn daarop door een tuimelraam de fabriek ingegaan. In een doorgang tussen de op slagplaats en een van de fa briekshallen vonden zij v. d. Lugt in een plas bloed liggen. De man bleek di'ie verwondingen aan het hoofd te -hebben: één boven het oog, een aan de slaap en een aan het achterhoofd, die kennelijk toegebracht zijn met een zwaar voorwerp. Hij was geheel ge kleed- alleen zijn schoenen ston den voor het bed. Naar men aan neemt, verkleedde hij zich niet wanneer hij ging slapen. Wanneer hij om het leven is gekomen, is nog niet bekend: Enig vermoeden door wiens toedoen en op welke wijze de van om het leven is gekomen, heeft de politie nog niet. (Slot. De Voorzitter: Gaarne stel ik uw college in de gelegenheid in tweede instantie eventueel vragen te stellen. De heer Hol: Ik geloof dat, door de uitvoerige beantwoording door het gehele college er voor ons als fractie niet veel meer te vragen is. Eén aspect is nog wel belangrijk naar mijn overtuiging en dat is de opspuiting van de Serlippenspolder. Aan vankelijk was de gedachte dat die bezinking on geveer enkele jaren in beslag zou moeten nemen. Tijdens ons werkbezoek heb ik gehoord dat ze met proeven bezig zijn om dit te voorkomen. Ik zou willen horen van U, of het inderdaad is te ver wachten dat binnen een jaar daarop gebouwd zal kunnen worden? De heer Huijbrecht: Ik wou op drie punten in gaan. De heer De Feijter zei dat er bij de laatste verkiezingen geen grote verschuivingen plaats hadden. Het is mogelijk, dat ik me gedraag in de trant van een kinderhand is snel gevuld, doch ik wil er toch op wijzen dat onze partij in Terneuzen een behoorlijke stemmen-winst behaald heeft. Verder is er gesproken over het bouwen van woningen in de vrije sector.De heer Ramondt heeft gezegd: er zouden meer woningen in de vrije sector gebouwd moeten worden. Plaatselijk of landelijk? Landelijk is wel gebleken dat het wo ningbouwbeleid ,op een fiasco is uitgelopen door het vele bouwen in de vrije sector. Meneer de Voorzitter, dan wil ik nog graag iets horen over het saneringsplan' voor de kom. De heer Van Langevelde: Al enkele jaren is er door mij aangedrongen op het vaststellen van uit breidingsplannen in zuidelijke richting. Verleden jaar nog heb ik gevraagd een uitbrei dingsplan tot Driewegen te ontwerpen en aange drongen op ruime aankoop van grond. Maar nu blijkt dat wij vastlopen, nu de Serlippenspolder nog even zal duren. Wij moeten toch de zuidelijke richting ook in het oog houden. Een mogelijkheid om uit te breiden naar het zuiden moeten Burge meester en Wethouders zo veel mogelijk bespoedi gen en ook zo ruim mogelijk opzetten. De heer Ramondt: Ik vind het prettig dat U het als college, wat de huisvesting betreft van de Chr. ulo, eens is met mij- Het is een onhoudbare toe stand, doch ik twijfel er niet aan dat U uw mede werking zult geven. Voorts heb ik gevraagd naar het personeelsbeleid. Ik heb daar weinig concreets over gehoord. Ik ben blij te horen dat de wethouder van Open bare Werken en de heer Huijbrecht het met ons standpunt eens zijn ten aanzien van de bouw van woningen in de premie- en vrije sector, namelijk dat het hier moet worden bevorderd. Of dit ook voor het gehele land geldt is een zaak, waarover ter bevoegder plaatse een discussie mogelijk is. Over de prijsvastheid van de gronden in het uit breidingsplan Sluiskil heeft de heer De Vos zich niet geheel positief uitgesproken. Verder ben ik het met de heer De Meijer eens ten aanzien van een zekere selectie van de te ves tigen bedrijven. Wij dienen niet enkel buitenlandse industrieën aan te trekken, doch ook nationale bedrijven. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, ik verschil wel principieel van mening met dat, wat de heer Huijbrecht gezegd heeft ten aanzien van het woningbeleid van de regering. Ik wil over het regeringsbeleid dit zeggen dat de heer Huijbrecht kan weten dat dit niet zo'n groot fiasco is. Het is bijzonder moeilijk voor het rijk een bouw beleid te voeren. Men heeft dezelfde moeilijkheden als de vorige regering. Ik acht dit beleid doeltref fend en het levert de resultaten die wij ervan verwachten. Dit is een zeer moeilijke materie. Wij moeten voorzichtig zijn met te stellen dat het een fiasco is. Voorts heb ik van het college van Burgemeester en Wethouders geen reactie gehoord op de sug gestie omtrent een rapport van een in te stellen commissie ad hoe wat betreft het beleid in de be geleidingssfeer van deze gemeente. Tot nu toe is van een dergelijk beleid nog betrekkelijk weinig te zien en toch dient dit gelijke tred te houden met de voortgaande industrialisatie. Eén der aspecten daarvan is met de particuliere sector tot besprekingen te komen, om te weten wat er zo links en rechts leeft op dit gebied. Gaarne ontvang ik verder een positief antwoord inzake de vraag over het aantrekken van een des kundige op het gebied van de woningbouw. Ook de bejaardenwoningen te Sluiskil zijn een probleem. De curveprijzen zijn heel moeilijk haal baar waardoor het moeilijk is bejaardenwoningen te realiseren, welke enigszins een betaalbare huur prijs geven. Mogelijk kan bekeken worden wan neer deze woningen worden gebouwd, dan wel of van gemeentewege die bejaarden, die een bepaalde huur niet kunnen betalen, hier door de gemeente de helpende hand kan worden geboden. Tevens heb ik nog weinig gehoord over het sane ringsplan en het rooilijnenplan. Ik heb gelezen in de krant, dat er naar de mening van Gedeputeerde Staten van Zeeland nog slapende mogelijkheden zijn ten aanzien van de bouwsector. Ik zou graag zien, dat er op aangedrongen wordt aan te wijzen, waar deze slapende bouwmo gelijkheden zijn, zodat wij daar gebruik van kun nen maken. Met het antwoord omtrent de acquisitie van de havens enz. kan ik mij verenigen. Onze gemeente staat in de belangstelling zowel nationaal als inter nationaal. Wij moeten echter zeker attent blijven. Dan wil ik nog even inhaken op de mededeling van wethouder De Meijer ten aanzien van het postkantoor. Het standpunt van de PTT om het huidige kan toor te verbouwen en te vergroten vind ik niet juist, aangezien het huidige kantoor geheel excen trisch gelegen is. Ik vind het onzin om in de nieu- j we buurt een hulppostkantoor te stichten. Het zou zeker in het belang van de gemeente zijn indien het huidige gebouw als hulpkantoor wordt aange merkt en een nieuw hoofdkantoor wordt gesticht. Door de Voorzitter is de huisvesting van o.m. de Katholieke ulo-school aangestipt. Deze huis vesting i§ inderdaad nijpend te noemen. Bij de inspectie van het onderwijs ware er op aan te dringen urgentie te verlenen voor de bouw van een nieuwe school, waarbij er op gewezen kan worden, dat ook dit een streekschool is. Wij lopen anders vast, vooral wanneer de z.g. mammoetwet in werking treedt. Ik ben er natuurlijk van over tuigd dat het college diligent zal zijn, maar het is goed wanneer dit onderstreept wordt. Tenslotte dank ik U voor de diverse toelichtin gen die gegeven zijn en voor de concrete punten die door U zijn overgenomen. De heer De Feijter: Ik wil het collega dank zeg gen voor de gegeven antwoorden en opmerkingen naar aanleiding van de algemene beschouwingen en de afdelings-vergaderingen. Over de woning bouw wil ik nog even duidelijk stellen, dat onze fractie het van groot belang acht dat in Terneu zen, naast de wonihgwetbouw ook de woningbouw in de particuliere sector wordt bevorderd. Het is een geruststelling dat ook het college deze mening is toegedaan. Daar zal het dus niet aan liggen. Geen antwoord heb ik gehad op de vraag naar het saneringsplan. Misschien is er weinig over te zeggen. Voor mensen, die hun woning willen ver- bouwen is het echter moeilijk, want zij moeten maar afwachten. Er is verder nog gesproken over een vaste- oeververbinding. Daar zijn wij allemaal vóór. Wü hopen dat Zeeuws-Vlaanderen over een aantal jaren door een tunnel of een brug met het vaste land van overig Nederland is verbonden. De heer Huijbrecht heeft gezegd dat hij het niet eens was met mijn opmerking, dat er bij de ge meenteraadsverkiezingen geen grote verschuivin gen waren. Ik heb daarbij gedacht in zetels en niet in stemmen en dan hebben er toch geen grote verschuivingen plaatsgevonden. De heer Huijbrecht: Het is inderdaad zoals de heer Weterings zegt, dat wij principieel verschil len van mening omtrent het woningbouwbeleid van deze regering, do.ch wij zullen dat wel op andere plaatsen „uitvechten". Landelijk gezien, zijn de moeilijkheden bij de woningbouw ontstaan in de vrije sector. De Voorzitter: Ik kan de heer Ramondt, naar aanleiding van zijn vraag over het personeelsbe leid en met name over het aantrekken van een technisch hoofdambtenaar, mededelen dat dit samenhangt met de opheffing van, dan wel uit treding uit de Centrale Dienst. Wethouder De Vos heeft reeds gezegd, dat wij een onderhoud hebben aangevraagd met het bestuur van de Centrale Dienst. Zou blijken, dat hiermede niet die voortgang gemaakt kan worden, welke onzerzijds noodzakelijk wordt geacht, dan ben ik persoonlijk van mening dat wij terzake vroegtijdig voorzieningen moeten treffen. Op de vraag van de heer Weterings naar een rapport omtrent het beleid in de z.g. begeleidings sector, kan ik antwoorden dat dit in studie is. Ik mocht van de directeur van de Stichting Zee land een nota ontvangen, waarin diverse aspecten van dit beleid zijn aangestipt. Wanneer hierover overeenstemming is bereikt, zeg ik toe U een nota te doen toekomen, welke in een informele vergadering van Uw raad kan worden besproken. De heer Laansma heeft zich reeds bereid ver klaard bij die vergadering aanwezig te zijn. Dat de heer Weterings de noodzaak van de bouw van nieuwe bijzondere u.l.o.-scholen onderstreept, heeft mijn instemming. Maar ik kan U wel zeggen dat het bijzonder moeilijk is, als U b.v. weet, dat de inspectie Goes dit jaar slechts een totaal van 10 volumina voor nieuwe schoollokalen kreeg. Ik behoef U niet te zeggen, dat dit een druppel op een gloeiende plaat is. Wij hebben gegronde verwachtingen, dat het bouwvolume voor deze gemeente voor woningen nog zal worden vergroot in het licht van de indus trievestigingen. Er is reden aan te nemen, dat het totale plan Zuid-West kan worden aanbesteed. De toezeg ging dienaangaande hebben wij gekregen. Ik kan mij aansluiten bij hetgeen de heer De Meijer heeft gezegd omtrent de acquisitie van de havens enz. Voorzichtig te zijn met het door de gemeente uitvoeren van acquisitie is ook het advies van de heer Ir. Snijdera De heer De Vos: Er is door de heer De Feijter gesproken over het personeel van de Centrale Dienst. Hij spreekt de verwachting uit, dat de ambtenaren van deze dienst, die hoofdzakelijk voor Terneuzen werken, worden overgenomen. U begrijpt, dat daaromtrent op het ogenblik geen positieve mededeling kan worden gedaan. Er zal worden getracht dit met beleid en wijsheid op te lossen. Het spreekt vanzelf, dat is trouwens in het betreffende raadsbesluit gesteld, dat met de belangen van het personeel zoveel mogelijk reke ning zal worden gehouden. De heer Hol heeft een vraag gesteld over het tijdstip van bebouwing van de opgespoten Ser lippenspolder. Er is ons toegezegd, dat deze polder zal wor den opgespoten met specie die vlug bezinkt, zo dat er spoedig gebouwd kan worden. Dit moeten wij dus afwachten. Begin 1963 zal met de opspuiting worden begon nen. Wellicht is het mogelijk, ik zeg dit met veel voorbehoud, dat in 1965 aldaar kan worden ge bouwd. Er zullen natuurlijk eerst sonderingen moeten worden verricht om vast te stellen of het bouwen al mogelijk is. De heer Huijbrecht heeft gevraagd of systeem bouw mogelijk is en hoe ons college hierover denkt. Ik heb gezegd, dat wij positief hiertegen over staan. De toenemende behoefte aan woning bouw zal men o.m. kunnen bevredigen door sys teembouw en door toepassing van genormaliseerde bouwmethoden. Wij onderzoeken momenteel do mogelijkheden daartoe. De heer Huijbrecht en nog anderen hebben in lichtingen gevraagd over het saneringsplan in de kom. Hieromtrent kan ik alleen maar de positieve mededeling doen, dat er eigenlijk weinig aan ge daan is. De stedebouwkundige heeft het bijzonder druk met nieuwe plannen en bestaande plannen te wijzigen, zodat hij tot nu toe geen tijd heeft kunnen vinden voor het saneringsplan. Het is helemaal niet zeker dat er een rooilijnen plan zal moeten worden gemaakt in verband met de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening, welke wet de mogelijkheid zal bieden voor de bebouwde kom een bestemmingsplan vast te stellen. Ik kan U verzekeren, dat wij zullen doen wat mogelijk is om dit in een niet te ver verwijderde toekomst tot stand te brengen. De heer Van Langevelde heeft aangedrongen op uitbreidingsplannen voor grotere gebieden. Ik kan zeggen, dat wij het daar mee eens zijn. Wij hebben een structuurschetsje, waar daar rekening mee is gehouden. Op zichzelf dienen die gronden nog eens in een uitbreidingsplan in onder delen opgenomen te worden. U kunt er van ver zekerd zijn, dat dit onze aandacht heeft en dat wij de grootst mogelijke spoed zullen betrachten. Dit is afhankelijk van onze stedebouwkundige en die kan ook niet alles tegelijk. Er is een tijd geleden een ingenieur aan dit bureau toegevoegd, die voornamelijk voor Terneu zen werkt. Ik geloof, dat men doet, wat men kan. De laat ste tijd stellen wij een datum vast waarop het plan bij ons moet zijn, hetgeen goed werkt. De heer Ramondt heeft nog gesproken over een overheidsbijdrage t.a.v. het plan Sluiskil, en hi) vroeg of dit mogelijk Is. Wij hebben de verwachting van wèl. Er is daar toe een gemotiveerde aanvraag ingediend. Wij heb ben gegronde hoop, dat er iets uit de bus komt. Wij zullen er naar streven dat de grondprijzen voor de woningbouw in Sluiskil niet hoger liggen dan hier in de kom. Natuurlijk zijn er, zoals in elk plan, wel gedifferentieerde grondprijzen, naar gelang van wat er op gebouwd wordt. De grond prijzen voor b.v. flatbouw zijn hoger dan die voor eengezinswoningen, want de grondprijs voor flat- bouw kan over drie woonlagen verdeeld worden. Overigens moet men er op rekenen, dat ook in de kom waarschijnlijk de prijzen omhoog getrok ken moeten worden. De heer Weterings heeft het gehad over de be jaarden-woningen en ik wil hier graag nog eens op terugkomen. Hij heeft n.l. gevraagd, om, indien de huur te hoog zou worden, de helpende hand te bieden. Het is voor leder, die geen andere inkom sten dan een A. O. W.-uitkering heeft, mogelijk een aanvullende uitkering te vragen. Een aanvraag daartoe kan worden ingediend bij de Dienst voor Matschappelijke Zorg. Overigens wordt er thans gewerkt aan een plan voor 10 bejaarden-woningen in Sluiskil in 2 woon lagen. Wij hopen, dat er geen al te onredelijke huur uit zal komen. Ook in het plan Zuid-West is een vrij groot aantal bejaarden-woningen gepro jecteerd. U moet dit zó verstaan, dat men die wo ningen ook zal kunnen gebruiken voor alleenstaan de niet-bejaarden. Eigenlijk moeien wij in dit geval niet van „be jaarden-woningen spreken. Ik denk, dat wij daar mede voorlopig in de behoefte zuilen kunnen voor zien. Verder is er neg gesproken over de verkeers verbindingen over de Schelde. Het spreekt van zelf, dat ons college het er volkomen mee eens is, dat er een vasle oeververbinding moet komen over de Schelde. Het is bijzonder verheugend, dat Provinciale Staten hier aandacht aan besteden. Wij twijfelen er niet aan, dat steun ook van Gedeputeerde Sta ten terzake verzekerd is. Daar, waar de beslissing genomen moet wor den, is echter weinig tegemoetkoming van te ver wachten. Men weet, dat de Minister pas nog heeft gesteld, dat hij een vaste oeververbinding bepaald nog niet urgent acht. Wij verscnilien hierover met hem van mening, wat niet wegneemt, ciui wij het er mee eens zijn, dat een vaste oevervei Dinding niet de eerste paar jaar te verwezenlijken zal zijn. Het is daarom van het allergrootste belang dat de bestaande verbin dingen over de Schelde zo goed mogelijk zijn. De verbindingen op zondagen zijn slecht. Men weet wèl wanneer men weg kan, doch op welk tijdstip men terug kan komen, moet maar afgewacht wor den. Een poging van Gedeputeerde Staten om de ver bindingen op dt zondagen te verbeteren, heeft de Minister afgewezen. Wij kunnen niet zeggen, dat wij bijzonder veel medewe-xing krijgen vanuit Den Haag voor de ver binding over de Westerschelde. Wat betrext de bouw in de particuliere sector ben ik het met de neer Ramondt eens. Het ging er maar im, wat hij bedoelde. Voor wat betreft Terneuzen ben ik er een voorstander van, dat de noodzakelijke woningen gebouwd worden. Wat dit landelijk betreft, zullen wij de heren Weterings en Huijbrecht maar laten „uitvechten". Overigens is men het daarover in Den Haag ook niet zo eens, gezien de regeringscrisis, die hierover is geweest, doch ik zal daar verder niet op ingaan. Overigens staan hier ook nog geen woningen leeg. Elders vooral in de grote steden ziet men soms dure woningen leeg en te koop staan, terwijl er voor de grote massa van de bevolking geen woningen zijn. Indien er echter fabrieken gebouwd worden, zijn er ook woningen nodig voor het kaderpersoneel en deze moeten dan ook ge bouwd kunnen worden. In zoverre ben ik het dus met de heer Ramondt eens. De heer De Meijer: De vraag van de heer Ra mondt of de garantie-uitkering niet afgelost kan worden, moet ontkennend worden beantwoord, om dat het hier een overbruggingsuitkering betreft, die mogelijk door de verdere uitvoering van „ver fijningen" in 1966 verdwenen zal zijn. De heer Hol vrpeg een overzicht van de grond prijzen van de laatste 10 jaar. Wij zullen deze ver zamelen. Verder heeft de heer Hol geïnformeerd naar de instelling van eon havenadvieseommissie. Wij zullen ons hierover nader beraden. De heer Van Langevelde: Er is toch een haven commissie voor overname van de havens? Kan die niet ingeschakeld worden? De heer De Meijer: Die bestaat inderdaad nog, maar er is geen sprake meer van overname van de havens. De Voorzitter: Wij moeten blijven wachten. Als aan een dergelijke commissie behoefte is, zullen wij met voorstellen komen. Wij zullen U op do hoogte houden. De heer Ramondt: Nu de heer Hol vraagt naar een overzicht van de grondprijzen, kan ik er in komen dat dit wordt uitgebreid met de prijsontwik keling in andere sectoren. De Voorzitter: Ik krijg de indruk, dat de heer Hol alleen de grondprijzen bedoelt. De heer Weterings: Ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag naar de mogelijkheid van aantrekking van een deskundige op woningbouw gebied, mede met het oog op de systeembouw. De Voorzitter: Wij hebben reeds advies gevraagd over systeembouw. Momenteel is dit in behande ling. De heer Weterings: Wie adviseert de Minister met betrekking tot de vaste oeververbinding? Ik heb de indruk, dat het provinciaal bestuur in deze niet een advies geeft dat bevredigend is. De Voorzitter: Ik meen dat de heer De Vos zich juist uitdrukte, toen hij zei terdege verzekerd te zijn van de volledige steun van de provinciale over heid. De heer De Vos: De heer Weterings heeft ge vraagd waar in Zeeland slapende bouwcapaciteit is. Ik neem aan, dat men hiermede heeft bedoeld, dat veel bouwarbeiders buiten de provincie wer ken, omdat er binnen de provincie niet voldoende werk is. Naar de mening van Gedeputeerde Staten kan deze capaciteit in de provincie zelf benut worden. Een en ander Is echter een wisselwerking met de woningtoewijzing. Het toe te wijzen bouwvolu me is bijzonder gering, omdat men er vanuit gaat, dat er in Zeeland geen statistisch woningtekort is. De bevolking van Zeeland neemt niet toe, doch als er weinig woningen worden gebouwd, dan kan er geen groei zjjn. Wanneer dat in de toekomst zo blijft gaan, gaan wjj steeds verder achteruit. De Voorzitter: Gaarne zou ik nog eens uitdruk kelijk willen gewagen van onze erkentelijkheid ten opzichte van het provinciaal bestuur voor alle medewerking, die wij in ruime mate hebben mogen ervaren. Ten aanzien van de afronding van de werkzaam heden aan het zwembad moet nog een en ander worden verricht, zoals aan de beplanting enz. Wij menen te mogen aannemen, dat Uw raad akkoord gaat met deze kleine, doch noodzakelijke, voorzie ningen, zodat deze vroegtijdig gereed zjjn. Wil iemand, na de uitvoerige algemene beschou wingen en beantwoording, nog het woord over de begeleidende brief van ons college bij de begroting? De heer Hoi: Gaarne wilde ik nog iets opmer ken in verband met de instelling van een afdeling „Onderwijs, Culturele en Sportzaken" ter secreta rie. Vindt U het niet wenselijk in deze benaming tevens op te nemen „Jeugdzaken" Verder heb ik met belangstelling kennis ge nomen van de bijlagen, waarin nauwkeurig de uit gaven per hoofd der bevolking zijn opgenomen. Ik zie, dat onze gemeente nog zo'n slecht figuur niet slaat ten opzichte van het gemiddelde van alle gemeenten. Re zou voorts willen voorstellen voor het volgend jaar een bijlage te doen opnemen, waarin de stand van zaken bij de uitbreidingsplannen per 1 januari wordt weergegeven. De Voorzitter: Wij zullen dit bekijken. De heer Van Langevelde: Misschien is het moge lijk dit aan te vullen met de wekelijkse uitgaven voor het onderwijs. Een redelijke basis zijn de wer kelijke uitgaven, niet de netto-uitgaven. De heer De Meijer: Alle onderwijs is zeker be langrijk, maar lang niet alle onderwijs drukt op onze begroting. B.v. nijverheidsonderwijs wordt vrijwel geheel vergoed door het Rijk. Het heeft weinig zin deze begroting nog groter te maken met staten van b.v. posten, die eigenlijk alleen maar boekingsposten zijn, welke dus geheel of grotendeels door het Rijk worden betaald. Volgno. 21. De heer Weterings: Ik zou het op prijs stellen, dat van het Grondbedrijf een bijdrage wordt ge raamd aan het algemeen beheer. De heer De Meijer: Wij zullen dit doen. Volgno. 36. De heer Van Langevelde: Is het mogelijk op de secretarie meer mechanisatie toe te passen? De heer De Meijer: De mogelijkheid is er wel en wordt ook toegepast, indien dit arbeidsbesparend werkt. Volgno. 48. De heer Van Langevelde: Is het archief nu in orde of wordt er nog aan gewerkt? De Voorzitter: Wat het lopende archief betreft kan ik U mededelen, dat deze zaak geleidelijk in orde wordt gebracht. Wat het statische archief aangaat kan ik zeggen, dat het gedeelte uit Axel tijdelijk .is-, opgeslagen in het kantoor waar vroeger de B. B. was gevestigd. Momenteel wordt nage gaan welke waarde het statische archief heeft. Met een stadsarchivaris is overleg gaande om voor zieningen te treffen, zodat dit archief ruimere be langstelling gaat krijgen, zowel van de zijde van het gemeentebestuur als van de zijde van de bevol king. Volgno. 98. De heer Hol: Het reserve-politiekorps telt 23 man en er zijn 2 vakatures. Wordt getracht daarin te voorzien? De Voorzitter: Inderdaad, daar wordt naar ge streefd. De ervaringen met de reserve-politie zijn zeer gunstig. Volgno. 144. De heer Weterings: Wordt er nog aandacht be steed aan het nodige brandweermateriaal voor de havens? De Voorzitter: Ja, er heeft een proef plaats ge vonden, welk© bevredigend is verlopen. Met Rijks waterstaat wordt overleg gepleegd omtrent de financiële basis. De heer Weterings: Ook buiten de sluizen moe ten deze boten permanent beschikbaar zijn. Het bezwaar is anders, dat de boten door de sluizen moeten varen. De Voorzitter: Dat wordt bekeken. Volgno. 148. De heer Hamelink: Meneer de Voorzitter, ik heb gezien dat de verlichting van de Axelsebrug belangrijk verbeterd is, hetgeen verheugend is. Is er ook bij de Middensluisbrug niet iets aan te doen?. Het is daar vrij donker. De heer De V<?s: Dit is een zaak van Rijkswater staat, die uit eigen beweging de verlichting aan de Axelsebrug heeft veranderd en wellicht doet men dit ook wel aan de Middensluisbrug. Wij zul len dit aan Rijkswaterstaat vragen. De heer Van Langevelde: Ik heb een vraag over de stroomlevering. Zou het mogelijk zijn, nu de verlichting in deze gemeente zoveel uitgebreid is met lichtpunten, een lager tarief te krijgen? Kun nen pogingen in die richting worden aangewend? De heer De Vos: Enkele jaren geleden, toen het contract is aangegaan, is ook geprobeerd om bij meerdere afname van stroom een lager tarief be rekend te krijgen, doch dit bleek niet mogelijk. Het is zó, dat voor straatverlichting per soort lamp, nacht- of avondlamp, prijzen zijn vastgesteld. Het zal moeilijk zijn daaraan te tornen. Volgno. 158. De heer Van Langevelde: Is er al voorzien in de functie van Hoofd Zelfbeschermingsdienst? De Voorzitter: In deze functie is nog niet voor zien. De bedoeling is, dat ik in het begin van 1963 dienaangaande nader overleg pleeg met het Hoofd Bescherming Bevolking voor geheel Zeeuwsch- Vlaanderen. De heer Van Langevelde: Kan er voldoende per soneel voor de Bescherming Bevolking worden aangetrokken? De Voorzitter: De voorziening in de personeels behoefte in het algemeen is aanzienlijk gemakke lijker geworden door de invoering van de nood- wachtplicht. Voor de functie van Hoofd Zelfbescherming zal echter een vrijwilliger moeten worden benoemd. Volgno. 156. De heer Huijbrecht: In de afdelings-vergadering is gevraagd om meer instructieve affiches betref fende het verkeer te plaatsen in de gemeente. Dat b.v. op bepaalde punten waar regelmatig bepaalde verkeersfouten gemaakt worden borden geplaatst worden hoe je het wèl moet doen. Kan dat in de verkeerscommissie aan de orde gesteld worden? De heer De Vos: Dit kan wel, maar er zijn al zoveel verplichte verkeersborden. De Axelsestraat leent zich daar bijv., erg moeilijk voor, omdat aldaar dergelijke borden aan de rechterkant van het rijwielpad komen te staan, terwijl een bord toch op een goed zichtbare plaats dient te staan. De heer Huijbrecht: Ik bedoel In dit geval de affiches van het Verbond voor Veilig Verkeer. De heer De Vos: Wij zullen dit onderzoeken. Volgno. 170. De heer Hamelink: Ik vind het jammer, dat geen post is uitgetrokken voor doorlichting van de be volking in 1963. Bij grote bedrijven wordt het per soneel eenmaal per jaar doorgelicht. Maar het effect daarvan gaat verloren, als de gezinsleden niet via de gemeente worden door gelicht. Ik zou graag zien, dat het dit jaar wel gebeurt. De heer Weterings: Ik ondersteun dit voorstel. Dit is ook in het belang van de kankerbestrijding. De Voorzitter: Wij zullen dienaangaande con tact opnemen met de betreffende medicus. De heer Weterings: Van de kruisverenigingen ontvangt het Groene Kruis als subsidie ongeveer de helft van de contributie ad 7,50 per lid, ter wijl het Wit-Gele Kruis 28,4 van de contributie ad ƒ10,per lid als subsidie ontvangt. De heer De Vos: Inderdaad bedraagt het subsi die 3,75 per lid, dat is in de regel de helft van de contributie per lid, onder voorwaarde, dat de contributie minstens ƒ7,50 per jaar bedraagt. Ik geloof, dat een subsidie van 3,75 per lid toch wel redelijk is. De heer Weterings: Wellicht kunt U dit nog eens bekijken. Volgno. 61. De heer Van LangeveldeDe raming van 22.000 entreegelden van het nieuwe zwembad, waar is dat op gebaseerd? De heer De Vos: Dit is een zeer globale raming. Men moet eerst over ervaringscijfers beschikken om een gemotiveerde en verantwoorde raming van die inkomsten te kunnen maken. In verband met de realisatie van het zwembad is destijds een exploitatie begroting opgesteld en daarvan is dit bedrag van ƒ22.000,afkomstig. Eerst eind vol gend jaar zullen wij de werkelijke inkomsten beter kunnen bepalen. Op het ogenblik is dit be drag erg fictief. De heer Van Langevelde: Is er niet geïnfor meerd bij andere gemeenten?

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1963 | | pagina 9