Frankering bij abonnement: Terneuzen
Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande
Redactie, adres; Noordstraat 5557
Administratie-adres: SmidswaJ
Telefoon 01150 2073
Gironummer 38150
Abonnementsprijs: ƒ6,— per kwartaal: per
maand 2,per week 4S et. Losse nrs 9 ct.
DE VRIJE ZEEUW
MAANDAG 10 DECEMBER 1962
19e Jaargang Nr 5783
Verschijnt dagelijks - Uitgeefster N. V. v/h Firma P. J. van de Sande te r.-rn-uzen
Advertentieprijs per mm 16 et; minimum per
advertentie ƒ2,40.
Rubriek: Kleine Advertenties géén handels-
advertenties)5 reeels 1,10. Tedere regel meer
ct. Kleine Advertenties bij vooruitbetaling.
ermeldlng: Brieven onder nummer, of: Adres
Bureau van dit Blad, 20 cent meer.
Inzending advertenties te 's namiddags 2 uur.
Voor het maandagnummer: zaterdags 10 uur.
AFSCHEID VAN PRINSES WILHELMINA
gen. Nadat alle vorstelijke gas
ten uit de stoet en uit het stad
huis de kerk betreden hadden,
werden de grote deuren onder
de lange toren gesloten. Orgel
muziek ruiste onder de hoge ge
welven van de Nieuwe Kerk toen
de stoet het schip van de kerk
betrad. Daarna zongen de aan
wezigen het gezang .Ontwaakt
gij die slaapt en sta op uit den
doön". Voorafgegaan door de
opperceremoniemeester, de zes
grootofficieren, de grootmeester
en de chef van het militaire huis
en begeleid door de vier slippen-
dragers werd de met de nationale
vlag gedekte kist binnen gedra
gen. Daar achter liepen de Ko
ningin en de Prins en steeds
twee aan twee de Prinsessen en
de vorstelijke gasten.
Deze stoet werd gesloten door
een groep van elf kamerheren
en vier adjudanten.
Voor de kansel werd het stof
felijk overschot bij het doophek
op een witte katafalk geplaatst,
waarna de vorstelijke personen
naar hun plaatsen werden geleid.
Het kussen met het grootkruis
van de Militaire Willemsorde
werd door de chef van het mili
taire huis op de kist geplaatst.
Tot de 2700 genodigden in de
kerk behoorden vele in Neder
land geaccrediteerde diplomaten,
leden van de regering van het
koninkrijk en staatssecretarissen,
de voorzitters en vele leden van
de Kamers der Staten-Generaal,
leden van de hoge colleges van
staat, een zeer groot aantal ver
zetsstrijders en delegaties van de
steden Amsterdam, Rotterdam,
Delft en Den Haag.
Daarna begon de dienst. De
hofprediker ds. J. F. Berkel las
uit Johannes 14 de verzen 1 tot
7 voor. (Uw hart worde niet
ontroerd; gij gelooft in God, ge
loof ook in Mij. In het huis mijns
Vaders zijn vele woningen
Vervolgens ging de predikant
voor in gebed, waarna hij uit
Mattheus 28 de verzen 1 tot 7
las. handelend over de opstan
ding.
PREDIKATIE Ds BERKEL.
En zie, Ik hen met U al de da
gen tot de voleinding der we
reld.
Matt. 28 20
Deze dienst moet naar het uit
drukkeliike verlangen van Prin
ses Wilhelmina een getuigenis
zijn van Gods leiding in ons leven
en van de overwinning door
Jezus Christus de Heer.
Nu is Hij daar zelf: bij hen.
En Hij spreekt Zijn wacht
woord: Mij is gegeven alle macht
in hemel en op aarde. Zélf zou
Hij niet lichamelijk bij hen blij
ven Hii ging terug naar Gods
Heerlijkheid, maar Zijn geest zou
hen geleiden.
Nu krijgen ze ook een taak: de
wereld ingaan. Teder moet dit
horen. Ieder moet weten, dat een
mens niet alleen hoeft te zijn,
niet verloren is tussen de men
sen, niet verloren is ver van God.
Gaat het maar als b'iide bood
schap aan iedereen zeggen, be
vestig het door doop en onderwij
zing. En dan juicht het hun toe:
Zie Tk ben met U al de dagen
tot de vole'nding der wereld.
Dan als deze wereld ophoudt
hliift Gods nabijheid tot in
eeuwigheid.
Prinses Wilhdmina heeft doze
nabnheid van Christus door Zijn
geest steeds gevoeld. Zii zag geen
topvalh «heden in de lotgevallen
van haar en haar volk. maar lei
ding Gods. In een Adventsbood
schap schreef zij; Liefde is voor
Christus de grondslag van heel
Zijn bestel en onze wereld is het
brandpunt van Zijn liefde, heden
en morgen en altijd.
Onze wereld, die van God is af
gegaan, die Jezus heeft gekrui
sigd en waar Hij nog steeds
wordt geloochend, deze wereld is
het brandpunt van Gods liefde,
zodat de Prinses in haar Paas-
boodschap schreef: Dat Christus
iedere diepte van verlorenheid
door Zijn liefde herschept tot de
hoogte van het kindschap van
God.
Gods leiding is duidelijk te zien
in het leven van de Vader des
Vadfujpnds, Willem van Oranje.
Hij heeft God zijn hart gege
ven, toen hij door God zelf ge
grepen was en een taak op zich
nam, die hopeloos leek en toch in
Gods kracht kon worden vol
bracht. Het kostte hem alles,
zelfs zijn eigen leven, maar hij
gaf alles als een goed instrument
in Gods hand ten dienste van zijn
volk. als ziende de Onzienlijke.
In de bezettingstijd is dit voor
ons gaan opleven. In de nood was
geen hulp voorhanden dan van
God. De Prinses zegt van hem.
dat hij een man was met een vi
sie op heden en toekomst door
God geïnspireerd en werktuig in
Gods hand. wiens verborgen om
gang met God hem heeft toege
rust voor zijn roeping en taak.
Willem van Oranie (zegt zii
streed en gaf z,iin leven voor de
onafhankelükheid en de vrijheid
van ons volk. voor de gewetens
vrijheid in de verdraagzaamheid
en voor de rechtvaardigheid. En
zij voegt eraan toe: „Eerst was
het mijn roeping en thans die van
Juliana, om toe te passen en
voort te zetten wat hij begon,
toegepast op het leven en aan de
polsslag van onze tijd, ons gedra
gen wetend door dezelfde God
als Willem van Oranje".
Hier hebt U het levensmotief
van haar, die viiftig iaar over ons
volk als een Koningin heeft ge
regeerd en die na haar aftreden
als Prinses der Nederlanden dui
deüik en onomwonden haai- ge
loof heeft beleden en ons ook tel.
kens heeft ongeroepen, te komen
tot het Licht, tot de levende
Chrisus, die ons leidt.
God heeft in Ziin leiding met
haar twee personen gebruikt om
haar hii haar taak te steunen.
Met eerbied noemen wij haar
moeder, Koningin Emma, en
haar man, Prins Hendrik Met
haar eigen woorden zegt zii van
deze heide: „Men denke zich het
«eloofsvertrouwen van miir moe
der in. om op jeugdige leeftijd
zij was toen net twintig iaar oud
met haar zoveel oudere man
naar een onbekend land te gaan
om daar a«n zijn ziide de moeder
van zijn volk te worden. Met haar
innig geloof legde zii de grond
slag voor hetzelfde bij haar kind.
Niet alleen door wat ze het kind
in haar prille jeugd leerde, doch
ook door de sfeer, waarin zij het
liet opgroeien doch bovenal door
de warme, dienende liefde tot de
medemens, waarin zij het voor
ging. Daarbij kwam later, toen
zij regentes was, de voortref fel i-
ke voorbereiding, waarmee zij
haar dochter toerustte voor de
vervulling van de taak, die deze
eenmaal wachtte; welk een voor
recht, zulk een moeder, zolang te
hebben mogen behouden, steeds
tot haar te gaan en zoveel met
haar te kunnen praten".
En dan vervolgt de Prinses;
„Wat mijn man betreft zei de Ko-
ningin immers: „De goede mens,
die mijn vader was" en daarop
deed zij volgen „dat naast mij.
vaders gezegende persoonlijkheid
is komen te staan. Deze woorden
zeiden eigenlijk alles. In de loop
van ziin leven is Christus gewor-
De met acht paarden bespannen
witte lijkkoets passeert bij het
vertrek uit Den Haag de hoek
Lange VoorhoutKneuterdijk
den voor hem de universele lief
de. In Juliana's leven en mijn
leven werden de rust en de vre
de, die van hen uitgingen en ik
mag wel zeggen, zijn machtige
overtuiging, waarin hij naast ons
stond, een kracht, zo sterk en
vast als een rots, dus een rots
van geloof".
Tot zover het woord van de
Prinses zelf.
Ik ben met U, zegt de Heer.
Het is vanzelfsprekend, dat wij
mensen die leiding Gods op alle
concrete punten van het bonte
mensenleven niet kunnen zien.
Een timmerman, die een balk be.
werkt, weet niet, dat de bouw
meester deze balk gehruiken
gaat voor een gebouw ter ere
Gods, Misschien zucht hij bij zijn
werk of vloekt erbij.
Hij ziet slechts de balk.
Als volk zien wij Gods leiding
niet steeds. Evenmin zien we de
ze altijd in ons persoonlijk leven.
Als men de wereld beschouwt,
waar het gonst van arbeid, ver
maak en zonde, zien we alles erg
aards. We zitten met duizend
vragen: Waarom al dat oorlogs
leed, waarom al die bedreigingen,
waarom natuurrampen, waarom
beteugelt God het kwaad niet?
Waarom ziekte, ellende, hon
ger en dood?
En dan is er het leven met
werk, dat zo heel erg gewoon is,
ook in het leven van een Konin
gin. die ontvangt en bezoeken
brengt en duizenden zaken heeft,
die haar aandacht vragen.
Leiding van God in het leven
zien is een openbaring Gods. Dan
ontdekt men dat men de talentan,
die God geeft, gehruiken moet
.voor de medemens en dat men
ook zo God dient. Een geloof zon
der werken is dood. zegt Jacobus.
Koningin Wilhelmina is getrof
fen door de geschiedenis van de
rijke jongen, die alles op moest
geven en het niet deed. Zij voel
de: alles, wat het geloof in Chris,
tus in de weg staat, moet opzij:
ik moet Christus volgen. Daar
voor moest alles wijken, ook in-
geroeste gewoonten en traditie
zonder inhoud.
Dit is langzaam, door veel
worsteling heen, gerijpt tot een
sterk geloof. Zo kon zij in Enge
land zelf kracht hebben en kracht
geven. En in het bezet Neerland
is zij ons, door Gods genade, een
lichtend voorbeeld en een sterke
steun geweest. Het verzet was
zeker vastgelopen zonder deze
Moeder des Vaderlands. Achteraf
kan men slechts zeggen: dit was
leiding Gods, genade.
Al haar gaven en krachten,
haar vele talenten had de Konin
gin gekregen om deze ten dienste
te stePon van anderen.
Zie Ik ben met U, al de dagen
tot <te voleinding der wereld.
Na haar aftreden als Koningin
zag zii een nieuwe taak zich door
God op de schouders gelegd: het
evangelie van Christus iedereen
bekend te maken, niet in dienst
van een bepaalde Kerk of een be
paalde groep. Zij zocht het geloof
in Jezus Christus als de band die
universeel, over de ganse aarde
de mensen samenbindt. Rotsvast
was haar overtuiging, dat Chris
tus de Levensvorst is, dat dus
Christus door ieder moet gekend
worden, dat een verdoolde wereld
de rechte weg gewezen moet
worden naar het Vaderhart Gods.
Zie Ik ben met U.
(Zie verder pagina 3.)
veel parkeerruimte op het vlieg
veld Ypenburg en de oude Rijks
weg 13, alsook de breedte van
de nieuwe rijksweg was daar
plaats voor talloos vele toe
schouwers. Ook langs de aftak
king van de rijksweg naar Delft
konden velen een plaats vinden.
Bij het verder inrijden van de
Oudste Veste werd de ruimte
steeds minder. Op een deel van
het traject door de stad, het
Noordeinde, de Oude Delft, de
Nieuwstraat en Cameretten kon
vrijwel geen publiek worden
toegelaten. Ook op de Grote
Markt was niet bijzonder veel
ruimte voor het publiek, omdat
voor de'stoet zelf driekwart van
het plein was gereserveerd.
Delft bood hetzelfde beeld als
Den Haag en Rijswijk. Veel stille
mensen, klokgebeier, vlaggen
halfstok en om de minuut de
doffe knal van het minuutschot.
Ook hier was ieder venster en
iedere verhoging gebruikt door
mensen die de stoet wilden gade
slaan.
Overal langs de weg stond de
haag van militairen die het ge
weer presenteerden bij het voor-
Daarvan spreekt deze tekst, die
ons op de grote Leidsman wijst,
die bij ons is en bij ons blijft.
De Here Jezus had tot Zijn
Marinierskapel der koninklijke
marine met tamboers en pijpers.
Al vroegtijdig waren de eersten
der 2700 gasten bij de kerk aan
gekomen. Rond elf uur arriveer
den de moeder van Prins Bern-
hard Prinses Armgard von Lippe
Biesterveld. de groothertogin en
de prins van Luxemburg en de
graaf en gravin van Oeyenhau-
senSierstorpff bij de kerk
evenals de leden van de buiten
landse en Nederlandse hofhou
dingen werden zij met hofauto's,
begeleid door de grootofficier
luit.-generaal b.d. H. F. M. baron
van Voorst tot Voorst en de op
perkamerheer jhr. D. G. de
Graeff van Huis ten Bosch naar
het Delftse stadhuis gebracht.
Korte tijd later arriveerde het
Belgische koningspaar, dat met
de koninklijke trein van Brussel
naar Delft reisde. De grootmees
ter-honorair vice admiraal b.d. N.
A. Rost van Tonningen begeleid
de dit vorstelijk echtpaar Van
het station naar het stadhuis.
Bii aankomst bij d« kerk ste
gen de Koningin, de Prins en de
Prinsessen dadelijk uit en bega
ven zich naar het voornortaal
van de Nieuwe Kerk. Daarna
werd de kist met het stoffelijk
overschot van Prinses Wilhelmi
na naar het voorportaal gedra
verder zag men prinses Kira van
Pruisen met haar gemaal prins
Louis Ferdinand. De prinses was
bijna zes en twintig jaar geleden
bruidsmeisje van Prinses Julia
na. Ook een achterkleinzoon van
prinses Marie, (nicht van Koning
Willem II), de prins Von Wied
en zijn gemalin bewezen in deze
tocht de grote Oranjevorstin de
laatste eer. evenals koning Olav
V van Noorwegen en koning
Frederik IX van Denemarken.
Achter de koetsen van konin
gen, prinsessen en prinsen volg
de opnieuw een stram te paard
zittend commando van de rijks
politie. Voorts de kapel van de
koninklijke luchtmacht met tam
boers, de commandant van het
sluitstuk van de stoet overste W.
H. de Geus van de luchtmacht en
drie telkens honderd man sterke
detachementen van luchtmacht,
marine en garde-jagers. De stoet
werd afgesloten met een afde
ling marechaussee en vier be
reden Haagse agenten.
Klokgelui en kanongebulder
begeleidden deze stille stoet door
Den Haag en Rijswijk. De mi-
nuutschoten werden afgegeven
door een batterij van zes vijf en
twintig ponders van de veldartil
lerie op het Malieveld en later
door een dergelijke batterij op
het vliegveld Ypenburg.
Aan het Rijswijkseplein geko
men verlieten de slippendragers,
de kamerheren en de dragers de
stoet om per auto tot aan de
grens van Delft vervoerd te
worden. Daar moesten zij hun
plaatsen weer innemen.
Even over half elf bereikte de
stoet de grens van de gemeente
Den Haag, aan de Broekslootka-
de. Hier wachtte het gemeentebei
stuur van Den Haag om een laat.
ste groet aan Prinses Wilhelmi
na te brengen.
Van Den Haag naar Rijswijk
gnig het langs de lange, vrijwel
rechte Rijswijkseweg en Haag-
weg. Er was geen enkel ver-
keersgeraas rond de route. Zelfs
de spoorwegen hielden de ijzeren
paarden in toom zolang de stoet
onder het spoorwegviaduct door
reed.
Tegen elf uur bereikte de stoet
de Hoornbrug, waar de bebouwde
kom verio+«n werd.
Dank zij het scheppen van
vrienden gezegd, dat Hij de Hei
lige Geest in hen zou zenden, zo
dat ze niet alleen door het leven
hoefden te gaan. Ze hadden dat
eerst niet kunnen begrijpen: hun
Meester ging de dood in, werd
gehangen aan een kruis. Toen ze
de opstandingsboodschap hoon
den, dat Hij tot het leven was
weergekeerd, hebben ze er echt
eerst aan getwijfeld. Maar het
bleek een feit, mogelijk door God.
Daarmee veranderde heel de visie
van Jezus' vrienden. Hij was niet
langer de Meester met wie ze als
mens hadden omgegaan. Hij had
aan het kruis Gods offer voor een
verloren wereld gebracht. Hij
was Gods boodschap, God ko.
mend tot de mensen, waardoor
nu mogelijk was, dat mensen
Gods kinderen zouden zijn.
bij trekken van de stoet. Bij de
Nieuwe Kerk op de Markt stond
c«mr-«nie mariniers als
erewacht opgesteld, alsook de
De doffe dreun van minuutschoten vermengde zich
zaterdagochtend in de winterse lucht boven Den Haag,
Rijswijk en Delft met het gebeier der kerkklokken.
Langzaam bewoog zich de kilometers lange, stille stoet,
die de Moeder des Vaderlands Prinses Wilhelmina naar
haar laatste rustplaats begeleidde. Koralen, gezangen
en liederen, in rustig marstempo gespeeld, omzweefden
de stoet. In het midden ervan een kleine witte wagen
met acht met wit gedekte paarden bespannen. In deze
wagen rustte het stoffelijk omhulsel van de Prinses.
Op de koperen naamplaat, die het deksel van de eenvoudige dood
kist van Japans eiken, staat gegrifd:
„Wilhelmina, Helena, Pauline, Maria, Prinses der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin van Mecklenburg,
Koningin der Nederlanden van 23 november 18904 september 1948.
Geboren 31 augustus 1880. Overleden 28 november 1962."
Velen stonden langs de route
geschaard. De belangstelling
langs de straten bleef evenwel
ver beneden de verwachting der
verkeerspolitie.
In de stoet zag men haar in
het wit geklede dochter Koningin
Juliana samen in een rijtuig met
d« Prins der Nederlanden, ge
kleed in gala-uniform van gene
raal der mariniers. In het vol
gende rijtuig haar kleindochters,
de vier Prinsessen van Oranje,
eveneens in het wit gekleed.
De zware stappen van de vele
honderden militairen, het ge
trappel der paardehoeven en de
ratel der rijtuigwielen werden
gedempt in het zand, dat over de
straten was gestrooid.
Minuutschoten, klokgebeier en
knraalmuziek klonken over de
stille stoet, en over de dichte ha
gen stille landgenoten die de
laatste aardse weg van een Ko
ningin omzoomden. Haar kinde
ren en kindskinderen, haar fa
milie en haar volk brachten haar
stoffelijk omhulsel naar het fa
miliegraf der Oranjes in de
Nieuwe Kerk in Delft, waar het
zal rusten naast dat van haar
vele illustere vaderen, die in de
voetsporen traden van de Vader
des Vaderlands Prins Willem
van Oranje, de grote Zwijger.
De lange stoet vertrok zater-
mend door koetsier G. J. Loman
en jockey D. H. J. van Florestein
en begeleid door acht koetsiers,
trokken langzaam op. Luitenant-
generaal H. Schaper, chef van
het militaire huis van de Ko
ningin en de kolonel-vlieger mr.
R. J. E. M. van Zinnieq Bemann
reden te paard rechts en links
van de koets. Achter de koets
reden de adjudanten van de Ko
ningin en de Prins.
Van de zeer vele bloemen, die
bij het paleis Lange Voorhout
waren afgegeven was al een
groot deel vrijdag naar de Nieu
we Kerk in Delft gebracht. Toch
reed nog een zwaar beladen
witte bloemenwagen in de stoet
mee.
Nadat deze koetsen met escor
te een eindweegs de Voorhout
waren opgereden verlieten de
Koningin, de Prins en de vier
Prinsessen het paleis en namen
in hun door tweespannen ge
trokken volgkoetsen plaats. Ook
de vorstelijke gasten, die in de
stoet meereden, stegen in.
Toen zette de stoet, waarvan
het ere-escorte tot op de Kneu
terdijk reikte, zich in beweging.
Voorop vijf man bereden Haagse
politie en de hoofdcommissaris,
daarachter twee dozijn mare
chaussees, de algemene troepen
commandant brigadegeneraal L.
E. Hinrichs en de Koninklijke
Militaire Kapel met tamboers.
Langs het Koninklijk Paar, dat
zich in het portaal van de Nieu
we Kerk te Delft had opgesteld,
wordt de baar binnengedragen
dagmorgen om vijl minuten
voor tien van het Voorhout. On
der de hoge, kale bomen stond
daar een erewacht van het gar
deregiment fuseliers in veld-
tenue. Terwijl de kist door acht
man gekleed in uniform van de
houtvesterij van Het Loo, werd
uitgedragen speelde de Johan
Willem Frisokapel op zachte toon
het volkslied. Toen de droeve
last in de wagen was geplaatst
legde schout bij nacht H. W. A.
Goossens als slippendrager het
grootkruis van de Militaire Wil-
iemsordé Op de kist. Aan de wa
gen werd slechts één krans ge
hecht. dié van het Nederlandse
Verzet.
Daarna stelden de vier slip
pendragers. oud-adjudanten var.
de Prinses, alsmede de tien
dienstdoende kamerheren zich
aan weerszijden van de witte
koets op. De acht in witte dek
kleden gehulde - paarden. ge
De overste der mariniers T.
Jonkman, commandant van het
voorste deel van de stoet, voerde
vervolgens het koninklijk batal
jon van honderd grenadiers, een
honderd man sterk detachement
van de koninklijke mariniers en
een detachement van de konink
lijke luchtmacht van dezelfde
sterkte aan. Een commando
rijkspolitie te paard en drie rij
knechts reden voor de witte lijk
koets uit.
In het morgenlicht trok de
stoet over de Vijverdam, langs
het imposante gebouwencomplex
van het Binnenhof en het Spui
naar het Rijswijkseplein. Overal
stonden rijen zwijgende toe
schouwers en zag men men
sen uit geopende vensters han
gen. Men ontblootte de hoofden
voor de witte koets en de volg
koetsen. Strakke, ontroerde man-
nengezichten, velen wellicht te
rugdenkend aan de tijd. dat zij
voor Koningin en vaderland de
wapenen voerden voor vrijheid
en recht. Er waren ook zeer vele
oude mensen onder, die de Vor
stin van hun jonge tijd in eer
bied en dankbaarheid na-oogden.
In de lange stoet reed een af
stammelinge van een zuster van
Koningin Emma mee: Prinses
Alice, gravin van Athlone. En