„Softenon"-proces in Luik
DE GBOTE KLEINE
iBllig
PHILIPS RADIO
M
M W
Mm 1
Financiële beschouwingen
Het verbond
Rode Pimpernel
Wij w ar en dicht bij een kernoorlog
In goede stemming
DE GAULLE DOET
BEROEP OP FRANSE
KIEZERS
J
1
l 1
1
H
met de techniek van de grote Philips
radio's. Op klein formaat gebouwd
voor kamers waar dat beter past, EJke
„grote kleine" radio in vrolijke kleuren,
PV, VRTJE ZEEUW
Pagina 8
„Vergeet niet, dat gij zelf een
kind hebt." Deze woorden had
mevr. Marie-Louise Casters tot
lmar man gesproken om hem te
traehten er van te weerhouden
<l« tabletten voor te sehrijven,
waarmee Carine Vandeput van
liet leven werd beroofd.
De echtgenote van de van me
deplichtigheid beschuldigde huis
arts was één van de eerste getui
gen, die woensdag op de derde
dag van het „Softenon-pioces"
voor het Hof van Assisen te Luik
werd gehoord. Schreiend be
schreef zij de innerlijke strijd, die
haar man uitvocht voordat hij
besloot toe te geven aan de aan
drang van de familie van Suzan
ne Vandeput. „Hij aanbidt kinde-
ten," zei zij. Lange tijd liep hij in
liet huis rond, steeds zeggende:
„Wat ga ik doen? Mijn God, het
is verschrikkelijk."
„Het medelijden kreeg uitein
delijk de overhand," zei mevr.
Casters verder.
Dokter Casters kreeg het te
kwaad bij deze woorden van zijn
vrouw. Hij verborg zijn tranen
achter zijn handen.
Daarna kwamen er getuigen
aan de beurt die dokter Casters
als huisarts persoonlijk kennen:
een patiënte, een apotheker on
een huipverpleegster. Alle ver
klaringen kwamen er op neer,
(lat riokter Casters alom werd ge-
rerd. „Hij deed meer dan louter
zijn beroep uitoefenen," zei de
patiënte. „Hij was de dokter der
armen," verklaarde de hulpver
pleegster.
Prof, Divry, psychiater van de
Luikse universiteit, oordeelde dat
voor de toerekeningsvatbaarheid
van dr. Casters en van de vader
van Carine, Jean Vandeput,
„enigszins verzachtende omstan
digheden gelden."
Dokter Casters verkeerde in
een nerveuse toestand en was
kort tevoren zelf in behandeling
geweest voor een mentale de
pressie. Prof. Divry noemde Jean
Vandeput een man met „weinig
energie", die zich niet kon ver
zetten tegen de drie vrouwen, die
de beslissing namen.
Mevr. Suzanne Vandeput werd
beschreven als „opgewekt, iet
wat emotioneel en met geldings-
'drang". Zij kan volledig verant
woordelijk worden gesteld voor
haar daden, aldus prof. Divry.
En dit geldt ook voor haar moe
der en zuster.
De pastoor van de parochie ge
tuigde. dat de goede reputatie
van dokter Casters „niet onge
i echtvaardigd" was; dit ondanks
liet feit. dat hij werd geremd
door zijn aanvallen van migraine
cn zijn voortdurende vermoeid
heid.
Kort na de hervatting van de
middagzitting moest het talrijke
publiek op last van de president
van het hof de rechtszaal verla
ten Het had langdurig geapplau
diseerd na een verklaring van de
arts André Erpin, die tijdens
zijn verhoor als getuige zei: „In
dien ik alleen op de hoogte was
geweest van de doodsoorzaak
van Carine Vandeput, zou ik
natuurlijke dood" hebben ver
meld."
Dokter Erpin had de opdracht
gekregen ten huize van het ge
zin Vandeput de doodsoorzaak
officieel vast te stellen. De va
dor deelde hem mede, dat zijn
vrouw de baby had vergiftigd.
Do arts had hem gezegd om 12
uur 's middags het certificaat af
te halen.
President: „Waarom moest
zo lang nadenken?"
Erpin: „Toen ik de toestand
van het kind zag achtte ik het
niet de rol van een arts een ge
rechtelijke actie te doen begin
nen."
Eerst na een collega tc hebben
geraadpleegd kwam hij tot de
overtuiging, dat hit we) een ge
welddadige dood als de oorzaak
\an overlijden in het certificaat
moest vermelden.
Voordat raadsheer Trousse de
zaal had doen ontruimen met de
woorden „Het is geen theater
hier" was de schoonzuster van
mevr. Fernande Yerna de
moeder van mevr. Vandeput
als getuige gehoord. Snikkend
vertelde zij over de eerste ont
moeting met de ongelukkige
moeder in het ziekenhuis, die
nog onkundig was van de toe
stand van haar dochtertje. De
ohele familie was radeloos. Met
tranen in haar stem vertelde deze
getuige, hoe mevr. Vandeput
haar bij die eerste ontmoeting
na de bevalling in het ziekenhuis
een jurkje toonde, dat zij voor
de kleine Carine had gekregen.
Wat zal dat haar schattig
staan," had zij daarbij gezegd.
Na een korte onderbreking
voor de Ontruiming van de
rechtszaal door het publiek, wer
den nog enkele getuigen ge
hoord. Onder hen was een ver
pleegster, die verklaarde dat bij
het prenatale onderzoek van
mevr. Suzanne Vandeput nooit
iets abnormaals werd ontdekt.
Enkele minuten voor half vijf
mocht het publiek in de zaal te
rugkomen. Nauwelijks hadden
echter de eerste belangstellenden
weer plaatsgenomen, of de pre
sident schorste de zitting tot van.
daag half tien v.m.
Evenals de vorige dagen
dromde een menigte op de bin
nenplaats samen om de beklaag
den te zien vertrekken. Zij werd
echter door de rijkswacht ver
dreven. Voor het gebouw klonk
opnieuw applaus en „bravo"-ge-
roep, toen de gevangenisauto
van het gerechtsgebouw vertrok.
COMMENTAAR OP HET
SOFTENON-PROCES
In een klaarblijkelijke com
mentaar op het Softenon-proces
in Luik heeft radio-Vaticana ge
zegd dat -„de liefde van een moe
der die doodt, verdacht is".
„Het is onmogelijk de subjec
tieve dwaasheid te begrijpen van
moeden van egoïsme. Het is een
mogelijk haar daad te rechtvaar
digen. Het is absurd om die
daad te rangschikken in de cate
gorie van de liefde..."' Objectief,
moreel, wekt zo'n daad het ver
moeden van egoisme. Het is een
daad van opstand tegen de na
tuurwet, tegen de Wet van God
God die liefde is, aldus de
Vatikaanse radio.
Verklaring van premier Chroesjtsjov
Sowjet-Unie zal. reeks
kernproeven op
20 november staken
Tijdens een ontvangst in het
Kremlin ter gelegenheid van de
45ste verjaardag van de oktober
revolutie, heeft premier Chroesjt
sjov van de Sowjet-Unie onder
meer het volgende gezegd: „Wij
zijn zeer, zeer dicht bij een
kernoorlog geweest en wij moe
ten nu de oorzaken van de wrij
ving opheffen".
De Russische premier ver
klaarde, dat de Russische raket
ten die op Cuba waren „waar
schijnlijk" op de terugweg zijn.
Chroesjtsjov gelooft, dat pre
sident Kennedy woord zal hou
den, wat zijn belofte aangaat om
Cuba niet aan te vallen. Hij leg
de er de nadruk op, de regering
van Cuba de verzekering gegeven
te hebben, dat zo dit niet het ge
val mocht zijn dit oorlog zou be
tekenen.
De Sowjet-Unie had 40 raket
ten op Cuba. De Russische leider
kondigde aan, dat de Sowjet-
Unie haar huidige reeks kern
wapenproeven op 20 november
zal staken.
Hij is van mening, dat een
topconferentie op het ogenblik
„niet nodig" is. Hij voegde er
echter aan toe wel voorsiander
van een dergelijke conferentie te
zijn als de vrede op het spel
staat.
De Russische leider, die in een
goede stemming was en vier heil
dronken uitbracht, sprak later
met buitenlandse journalisten
Hij deelde een hunner mee, dat
de Berlijnse kwestie nu nog acu
ter was geworden. Maar hij wei
gerde een termijn te noemen
waarop de kwestie moet zijn
opgelost.
„Het is als bij een geboorte.
Wanneer het ogenblik gekomen
is, is het kind geboren". De Sow
jet-Unie had geen behoefte aan
Berlijn maar aan een vredes
verdrag.
In een heildronk op „de vriend
schap tussen de volken" zei
Chroesjtsjov. dat in de Cubaanse
crisis de rede had gezegevierd.
Hij legde de nadruk op de nood
zakelijkheid van het vreedzaam
naast elkaar bestaan in de toe
komst tussen de kapitalistische
en de communistische wereld.
Volgens premier Chroesjtsjov
was het nu een goed ogenblik
voor Russiseh-Amerikaanse be
sprekingen over het staken van
kernwapenproeven. De stand
punten van beide landen stonden
nu dicht bij elkaar.
TWEEDE KAMER
De Tweede Kanier begon gis
teravond met de algemene finan
ciële beschouwingen over de
rijksbegroting voor 1963. De
Kamer werd voorgezeten door
mevr. Stoffelsvan Haaflen (V.
V. D.terwijl achter de rege
ringstafel de minister-president
en minister Zijlstra en staats
secretaris Van den Berge hadden
plaats genomen.
De heer Lucas (K.V.P.) was niet
geheel gerust op het beleid van
minister Zijlstra, hoewel hij zeide
gaarne hulde te brengen voor
diens onverdroten arbeid ten bate
van het stoffelijk welzijn van ons
volk en de briljante verdediging
van zijn standpunt.
De heer Lucas betwijfelde of
het afremmen van bestedingen
en investeringen ter vermijding
van overbesteding nog wel juist
is. Hij wees op verruiming van
de arbeidsmarkt als gevolg van
de na-oorlogse geboortegolf en
zeide te vrezen, dat het dalende
winstniveau van het bedrijfs
leven een atlopende lijn in de in
vesteringen te zien zal geven,
ook in b.v. de investeringen in de
woningbouw. Spr. waarschuwde
hiertegen, omdat bij een zich
verruimend arbeidsaanbod reeds
een investeringsplan gereed moet
zijn. Hij drong er op aan om de
aanhangige voorstellen inzake
de vennootschaps- en andere be
lastingen spoedig te behandelen.
Ten aanzien van de door hem
thans gewenste belastingverla
ging zeide de heer Lucas o.m. dat
hij zelf uitgaat van de rechtvaar
digheid van verdeling van lasten,
terwijl de minister slechts het
economisch wenselijke nastreeft.
Ook bepleitte de heer Lucas
een betere regeling voor belas
tingheffing op de inkomsten van
hen, wier kinderen beurzen of
renteloze studievooorschotten
ontvangen.
Voldoende argumenten achtte
de heer Van der Mei (C. H. U.)
aanwezig om rekening te houden
met een afzwakkende hoogcon
junctuur ais de meest waar
schijnlijke ontwikkeling. Hij
merkte terzijde hierbij op waar
dering te hebben voor het kabi
net-De Quay omdat overbeste
ding werd voorkomen en omdat
de conjuncturele ontwikkeling
het kabinet niet over het hoofd
is gegroeid.
Hij informeerde naar mogelijk
heden om meer rijksuitgaven te
financieren met leningen dan
met belastinggelden, maar zei
met betrekking hiertoe niet op
timistisch te zijn. zodat het voor
hem een vraag was of in de na
bije toekomst de belastingdruk
kan worden verminderd.
De heer Lankhorst (P. S. P.)
vocht de grondslagen van het fi
nanciële beleid aan. Zijns inziens
betekent het stabiliseren van het
prijspeil, zoals dit thans ge
schiedt, niet, dat inflatie wordt
voorkomen. De verhoging van
huren en van kosten van (medi
sche) diensten wijst z i. op het
tegendeel. Zodra prijzen vrij
komen, stijgen ze.
Spr. vroeg zich ook af, in hoe
verre deze regering er in is ge
slaagd de verwachtingen van een
flinke belastingverlaging te hono
reren. Het is z.i. onjuist om eerst
de belastingomvang vast te stel
len, vóórdat men kijkt wat er mee
gedaan moet worden.
Ingrijpende verlaging van de
staatsuitgaven beval de heer Van
Dis (S.G.P.) de regering aan. Hij
wees daarbij op de verlaging van
de uitgaven voor toneel, sport,
opera, televisie en andere verma
kelijkheden. Ook oordeelde hij,
dat maar moest worden afgezien
van grote uitgaven voor hulp
aan onderontwikkelde gebieden,
omdat van die hulp weinig of
niets terecht komt. Voorts werd
naar zijn mening op roekeloze
wijze omgesprongen met de gel
den voor E. E. G. en de Euratom.
Hij betreurde het, dat de belas
tingdruk niet zal kunnen worden
verminderd. Hij was er tevreden
over dat hij uit de memorie van
toelichting kon lezen, dat op de
uitgaven zal worden gepast.
Bovendien zei de heer Van Dis
dat het hem niet zou verwonde
ren, als minister 'Zijlstra na de
verkiezingen weer in het kabinet
zou worden opgenomen, óók als
de P.v.d.A. er deel van uitmaakt.
Volgens de heer Van Dis is prof.
Zijlstra een progressief man, die
bij de socialisten steeds persona
grata is geweest.
De heer Van Lijsden (A.R.)
stelde re vraag waarom de in
komstenraming voor '63 hoger is
dan in 1962, terwijl de opbreng
sten van het lopende jaar reeds
tegenvallen. Voorts vroeg hij
naar de invloeden van de nieuwe
steunmaatregelen voor de agrari.
sche sector op 's Rijks financiën
voor 1962 en 1963, alsook naar de
invloed van het heffingsstelsel
van de E. E. G.
Voorts vroeg spr. of een bewus.
te leningpolitiek extra mogelijk
heden biedt voor belastingver
laging.
De wenselijkheid van verdere
belastingverlaging bepleitende
stelde de heer Van Eijsden daar
bij voorop, dat de overheid zo min
mogelijk de bestedingsvrijheid
van de burger mag aantasten en
dat met name daarom de pro
gressie naar draagkracht redelijk
moet zijn.
De beraadslaging werd daarna
tot hedenmiddag geschorst.
President De Gaulle heeft gis
terenavond in een rede voor ra
dio en televisie een beroep op de
Franse kiezers gedaan, bij de ko
mende parlementsverkiezingen
hun stem te geven aan hen die
zijn politiek steunen en met na
me zich bij het referendum van
28 oktober voor een directe ver
kiezing van toekomstige staats
hoofden door het hele. kiezers
corps hebben uitgesproiccrl.'
De president verkldéftje dat
het absoluut noodzakelijk is, dat
de steun die hem bij dé volks
stemming ten deel was jfévallen,
toeneemt en dat deze in het par
lement tot uitdrukking komt.
De Gaulle was van oordeel, dat
de kiezers op 28 oktober de oude
partijen die zich tegen hem heb
ben verenigd, en hun „rampzali
ge politiek" hebben veroordeeld.
Hij deed een beroep op zijn ge
hoor om op 18 en 25 november
die kandidaten naar de nationale
vergadering te zenden die stre
ven naar een „politieke vernieu
wing".
Het referendum had z.i. duide
lijk aangetoond, dat „de partijen
van gisteren niet meer de natie
vertegenwoordigen, ook al brengt
een beroepshartstocht hen voor
een ogenblik bijeen". Deze par
tijen stelde De Gaulle verant
woordelijk voor de nederlaag in
1940 en voor de crisis in 1958,
toen het land op de rand van een
burgeroorlog was.
„Nu de natie in volle gang is,
de kas weer is gevuld, de frank
krachtiger dan ooit, dat de dé-
kolonisatie voltooid, het Alge
rijnse drama geëindigd, het leger
weer geheel onder discipline en
het Franse prestige hoger dan
ooit in de wereldzien we
dat alle partijen van gisteren
zich tegen De Gaulle keren. Wij
zagen hen zich gezamenlijk ver
zetten tegen het referendum, om
dat het beoogde te voorkomen,
dat het bewind van voren af aan
zou beginnen".
De president verklaarde dat de
oude partijen ongetwijfeld een
aantal vertegenwoordigers geko
zen kunnen krijgen. „Zekere af-
gevaardigen van deze groepen
zouden nog nuttig voor de rege
ring zijn, mits deze willen mee
werken in een stelsel, dat alleen
gericht is op het nationaal be
lang.
van
He
door
BARONESSE ORCZY
95)
Nadruk verboden.
Hij 7.ci niets meer, want op dit
ogenblik werd de deur van de
herberg geopend van binnen af
en kwam Ratcau de straat in,
vergezeld door het luide gelach
en handgeklap van de gasten
uit „Le bon Copain".
Ditmaal scheen hij geen haast
te hebben en ook niet bang te
zijn. Hij bleef niet stilstaan om
naar rechts of links te zien. maar
liep dadelijk op zijn gemak de
straat uit. De beide speurhonden
volgden hem zachtjes. Door de
duisternis heen konden zij slechts
vaag zijn silhouet onderscheiden,
met het grote pak onder de arm.
Hoe bang ook even te voren
Rateau geweest mocht zijn. dat
hij vervolgd werd, hij scheen er
nu zeker van bevrijd. Hij slen
terde voort, onder 't fluiten van
een wijsje, naar de Montagne Ste.
Geneviève en naar de Place
Maubert. en toen regelrecht naar
de rivier. Toen hij de bank be
reikt had, sloeg hij links af, slen
terde langs de Ecole de Méde-
cine en ging over de Petit Pont,
en over de Nieuwe Markt, langs
de Quai des Orfèvres. Hier bleef
hij staan en keek eens over de
kant in de rivier en toen om zich
heen, alsof hij iets zocht. Maar
eensklaps scheen hij een besluit
te nemen en vervolgde hij zijn
kalme wandeling naar de Pont
Neut, waar hij rechts af sloeg,
steeds fluitend en met Tournefort
en Chauvelin vlak op de hielen.
„Dat fluiten werkt op mijn
zenuwen", mompelde Tournefort
geprikkeld, „en ik heb al die tijd
snids hij uit de „Bon Copain"
kwam. 's kerels kerkhofhoest niet
gehoord."
Vreemd genoeg was het deze
opmerking van Tournefort die
Chauvelin voor het eerst het ge
voel gaf dat er iets vreemds was,
iets wat hem beslist onaange
naam aandeed. Tournefort, die
vlak naast hem ging, hoorde hem
plotseling een krachtige uitroep
onderdrukken.
„Wel verduiveld!"
,Wat is er, burger?" vroeg
Tournefort, pijnlijk getroffen
door deze uitbarsting van de zijde
van iemand wiens ijzige kalmte
spreekwoordelijk was geworden
bij het comité.
„Fluit alarm, burger!" riep
Chauvelin als antwoord. „Of voor
de duivel, hij zal ons weer ont
snappen!"
„Maar....", stamelde Tourne
fort in uiterste verbazing, onder
wijl zijn enigszins bevende vin
gers naar zijn fluitje tasten.
„We zullen alle hulp nodig
hebben, die er maar mogelijk is",
antwoordde Chauvelin ruw.
„Want, als ik mij niet heel erg
vergis, dan hebben we hier heel
wat edeler wild dan ik zelfs had
durven hopen!"
Rateau was onderwijl de ver
hoogde kant ter rechterzijde van
de brug opgelummeld, en Tour
nefort, die hem met intense op
lettendheid gadesloeg, was nog
steeds verwonderd, waarom bur
ger Chauvelin plotseling zo won
derbaarlijk opgewonden was. Ra
teau zat kalm tegen de kant, als
iemand die niets ter wereld te
vrezen heeft. Hij had zijn pak
op een steen naast zich gelegd.
Hier wachtte hij even, totdat een
klein vaartuig van uit het duis
ter onder de brug vandaan de
rivier opkwam. Toen najn hij het
pak op en gooide het regelrecht
in de boot. Op hetzelfde ogenblik
had Tournefort het fluitje aan
zijn lippen. Een schril, scherp ge
luid klonk door het duister.
„De boot, burger Tournefort, de
boot!" riep Chauvelin.
„Er zijn er hier genoeg om met
de man klaar te komen." On
middellijk rezen van uit de duis-
ternis, van de kade, uit de stra
ten. van de bruggen, donkere
figuren omhoog en renden naar
de plaats. Enigen bereikten het
bruggenhoofd, juist toen Rateau
een sprong deed naar voren, en
twee mannen hadden hem tc
pakken eer hij een stap kon doen
Anderen waren van de aanleg
plaats naar beneden geklommen
en schreeuwden tegen een of an
dere onzichtbare bootsman:
„halt", in naam van het volk!"
Maar Rateau gaf zich zonder
verzet over. Hij scheen meer ver
wonderd dan verschrikt, en stond
de agentea van het comité kalm
toe hem naar de brug te bren
gen, waar Chauvelin op hem
stond te wachten.
VI.
Enige minuten daarna was
Tournefort weer bij zijn chef.
Hij droeg het kostbare pak, dat,
zoals hij zei, de bootsman hem
onmiddellijk gegeven had.
„De man wist nergens van al",
zei de agent. „Niemand, zei hij,
kon meer verwonderd geweest
zijn dan hij was, toen het pak
plotseling over de leuning van de
brug naar hem toevloog."
Juist op dat ogenblik kwam de
kleine groep, bestaande uit enige
agenten van het comité die hun
gevangene bij de armen hielden,
in het gezicht. Een man liep
voorop en was de eerste die
Chauvelin naderde. Hij had een
klein strookje papier in de hand,
dat hij aan zijn chef overhan
digde.
(Wordt vervolgd.)
M
M
•-
h'\
M m
--
-a y
^M 1
m I?
^B
VAN PHILIPS
B 0 X 19 U - f 88.-. Gevoelige, selectieve
ontvangst van de middengolfzenders.
Krachtige weergave. Ingebouwde plaat
antenne. Breedte 26 cm. Kleuren: groen,
oranje en zwart.
1 f V
B 3 X 00 U f 138.-. Drie golfgebieden.
Grammofoonaansluiting. Handgreep aan
de achterzijde. Muziek/spraakschakelaar.
Breedte 35 cm. Kleuren: zwart, beige
en rood.
B1X 02 A - f 138.-. Zeer gevoelige ont
vangst van FM- en tniddengolfzendets.
Ingebouwde antennes. Muziek/spraak
schakelaar. Breedte 30 cm. Kleuren:
geel, groen en zwart.
B 2 X12 A f 158.-. FM-band, lange- en
middengolf. Speciale zeer gevoelige luid
spreker. Grammofoonaansluiting. Inge
bouwde antennes. Hogetonenschakelaar.
Breedte 30 cm. Kleuren: beige en groen.
iwa