Malta zoekt geldschieters
Alg
erië
DE MOORD OP DE MUUR
mmmmm
mmmmm
DE VRIJE ZEEUW
Gemeenteraad van Terneuzen
Vrijdag 24 augustus 1962
PagTQB. 6
Hot kleine Malta wil een onafhankelijke staat worden. Een ver
bitterde premier dr B. Olivier, heeft dit in Londen bekend gemaakt
en de redenen die hij aanvoert, zijn wel zeer uniek. Malta wenst
niet bevrijd te worden van het Britse koloniale bestuur omdat het
zich daaronder ongelukkig voelt, maar omdat Londen naar dr. Oli-
viers mening niet genoeg geld over heeft voor de in de oorlog
befaamd geworden kolonie. De leider van de Maltese regering
meent dat hij meer kans maakt financiële hulp los te branden voor
zijn land als dit volledig onafhankelijk is. De geldgevers zoekt hij
dan onder Italië, Frankrijk, Duitsland en desnoods onder „de
N- A. V. O. vijandig gezinde elementen" om hem te citeren.
tezen.
De curieuze naai- chantage rie
kende eis van dr. Olivier is ken
nelijk gesproten uit de ergernis
dat veel bijstand wordt gegeven
aan kleine nieuwe naties in Afri
ka. Onder aanroeping van zegs
wijzen als „het hemd is nader
dan de rok" betogen velen op
Malta dat het Westelijk hulpgeld
pas naar elders gestuurd mag
worden als de behoefte eraan in
Dit dreigende geluid kan tot
doel hebben de Britten zo bang
te maken dat ze van schrik meer
geld in Malta steken, maar het
is zeer twijfelachtig of Londen
daarvan onder de indruk komt.
Tenslotte had Malta weliswaar
in de Tweede Wereldoorlog grote
strategische waarde, maar dat
was vrij toevallig en nu is dat
zeker niet meer zo. Daardoor
heeft Olivier ook niet veel kans
dat de „de N. A. V. O. vijandig
gezinden" graag met geld invloed
op het eiland willen kopen.
GEEN CENT WAARD.
Zuiver economisch gezien is er
alle reden voor ieder land om
geen stuiver in Malta te steken.
Dat Londen het wèl deed, was
alleen om morele redenen. En al
klaagde dr. Olivier in de Britse
hoofdstad dat hij niet gekomen
was om wat kleingeld te collec
teren hij had het over een gift
van een miljoen gulden de
totale Engelse hulp is in de loop
der jaren tot een totaal van vele
tientallen miljoenen gestegen.
Het lijkt niet onredelijk dat de
Engelse regering dan ook wel
wat mag eisen op het gebied van
maatregelen om de economie van
het eiland te verbeteren. Die is
zienderogen achteruitgegaan toen
de vloot-- en luchtmachtbases,
vooral de marinewerf, ingekrom
pen werden en veel personeel
ontslagen werd.
Die economische achteruitgang
is al eerder toen de socialist
Dom Mintoff premier was in
1968 aanleiding geweest tot
ruzie tussen Londen en Malta.
Toen liep het zelfs zó hoog dat
het eiland als onbestuurbaar on
der direct gezag van de minister
van Koloniën werd geplaatst.
CHANTAGE
Mintoff was zich overigens wel
steeds bewust dat Londen door
zijn normale verplichtingen de
enige was die als geldschieter
voor het arme eiland kon en wil
de optreden. Hij verloor ditmaal
de verkiezingen tegen dr. Olivier
niet zozeer op politieke gronden
dan wel omdat hij zich de vijand
schap van de kerk op de hals
haalde. En het is dus helemaal
niet zeker dat Oliviers eis tot on
afhankelijkheid de steun heeft
van de meerderheid der Mal
de Westelijke wereld waartoe
Malta sinds eeuwen behoort
niet meer zo nijpend is.
Het zure voor hen is dat niet
alleen de behoefte, maar vooral
ook het politieke nut doorgaans
bepaalt waarheen hulpgeld vloeit
en waarheen niet. Voor dr. Oli
vier is het bitter maar waar, dat
hij in dat opzicht niet kan con
curreren met de landen in het
zwarte werelddeel waar hij
jaloers naar kijkt.
(Nadruk verboden.)
Donderdagmiddag zijn jonge
betogers in optocht door de
straten van Algiers getrokken.
Woensdag hadden het politie
ke bureau van het nationale be
vrijdingsfront en de leiding van
Willaja Vier tot betogingen op
geroepen. Willaja Vier is het
district waarin Algiers gelegen
is.
De betogingen kregen gelei
delijk aan een heftig karakter.
Des avonds moest de politie
zich verschansen in het gebouw
van het algemeen bestuur en
werden brandslangen gericht op
een menigte van naar schatting
20.000 betogers, die de hekken
vernielden, ruiten ingooiden en
het gebouw trachtten te bestor
men.
Op een andere plaats in de
stad ging een menigte van naar
schatting 8.000 mensen tot ge
welddaden over, waarbij auto's
het moesten ontgelden.
De menigte voor 't regerings
gebouw schreeuwde: „Er is ge
noeg gepraat, wij willen nu da-
den". Een lid van het politieke
bureau verscheen daarop op het
balkon en zei: „Wij staan aan
uw kant. Lang leve het volk".
Zijn toespraak ging echter gro
tendeels verloren in het ge
schreeuw van de betogers.
Waarnemers zijn van mening,
dat de bedoeling van de oproe
pen tot betogingen is geweest,
het tot een openlijke kracht
meting te laten aankomen tus
sen de aanhangers van het po
litieke bureau en die van de lei
ding van Willaja Vier.
De leiders van het vierde mili
taire district in Algerië, die het
politiek-mililaire gebied van
Groot-Algiers beheersen, heb
ben opgeroepen tot een betoging
tegen ..werkloosheid, het tekort
aan geldmiddelen en tegen per
soonlijke macht". Het volk zal
een krachtig beroep doen om
fabrieken en kantoren onmiddel
lijk te openen, de boerderijen aan
de boeren terug te geven en te
zorgen voor huisvesting en ar
beid voor iedereen", aldus werd
in een communiqué meegedeeld.
De koelbloedige moord op de
achttienjarige vluchteling Peter
Fechter, die de Oostduitse Vopo
neerschoot en liet doodbloeden
bij de Berlijnse muur, heeft de
woede van de Westberlijners op
kookhitte gebracht.--Dit gruwelij
ke staaltje van onmenselijkheid
plus de ergernis van een jaar
muur zijn losgebarsten in op
stootjes, waarbij de bus met
Russen, die dagelijks uit Oost
en West-Berlijn trekt voor het
aflossen van de wacht bij het
Russische oorlogsmonument, me
nige malen bekogeld werd. Zo
heftig waren die relletjes dat de
politie geen kans zag herhaling
te voorkomen. De woede uitte
zich ook in gejouw tegen de
Amerikanen die in jeeps bij de
doorlaatpost in de Friedrich-
strasse rondreden.
Burgemeester Willy Brandt
werd met gejoel in de rede ge
vallen toen hij zijn burgers tot
kalmte aanmaande. Dat zelfs
zijn invloed niet voldoende' is
om de gemoederen te bedaren,
is een sterke aanwijzing dat iiet
niet overdreven is als de Ame
rikaanse commandant Watson
zijn Russische collega onder et
oog brengt dat „dergelijke voor
GEHOUDEN OP DINSDAG 14 AUGUSTUS DES N.M. 7 UUR
vallen de ernstigste gevolgen
kunnen hebben".
WELKOME AANLEIDING
Voor Chroesjtsjow komt dit
in feite zeer gelegen, al kan men
niet aannemen dat de moord op
de muur in koelen bloede be
raamd is. Maar als de stedelijke
overheid en de geallieerden in
West-Berlijn moeite gaan krij
gen de bevolking rustig te hou
den, dan verleent dit feit des te
meer kracht aan Chroesjtsjows
argument dat West-Berlijn een
haard van onrust is, die nodig
onder zodanig bestuur moet ge
bracht worden dat de buren tin
casu de D.D.R.) zich niet be
zorgd behoeven te maken. Hier
op doelde Willy Brandt toen hij
zijn Berlijners op het hart druk
te niet de Russen in de kaart te
spelen.
Het gevaar dat de West-Ber-
lijners inderdaad zullen pro
beren zelf krachtig op te treden
tegen de muur, is niet denkbeel
dig. Tenslotte zijn het aan deze
kant van Ulbrichts muur de
zelfde soort mensen als aan de
andere soort mensen als aan de
stenen en flessen benzine een
hopeloze strijd tegen de Russi
sche tanks begonnen.
GEEN GOED TEKEN
Of het zover komt, hangt
voor een groot deel af of er de
eerste dagen iets gebeurt dat de
volkswoede doet overkoken. In
dat opzicht is het niet bemoedi
gend dat de Russische comman
dant ongelezen een brief terug
stuurde van zijn Westelijke col
lega's. die met hem wilden over
leggen hoe te vcorkomen dat
iets onherstelbaars gebeurt.
Er komt dus geen overleg.
Men kan slechts hopen dat het
gezonde verstand de Oostduit
sers tot het inzicht zal brengen
dat niemand ermee gediend is
de terecht geprikkelde West-
Berlijners tot het uiterste te
tergen.
(Nadruk verboden.)
AM*
VMKRUGRAAR Ut, Iv
P. J. v. d. Sande
Tarnamw 'li
Aanwezig:
Voorzitter: M. de Vos, waarnemend.
Wethouder: H. A. M. A. de Meijer.
Raadsleden: M. van Langevelde, R. G. Vrieling,
P- Fijn van Draat, R, Hol, mevr. E. Doorns
Ortelee, P. J. Huijbrecht, A. Jansen, C. J.
Compiet, W. J. Weterings, J. A. de Feijter,
D. Waverijn, D. Ollebek en J. Dieleman.
Secretaris: J. Versprille, waarnemend.
Afwezig met kennisgeving: Mr. H. Rjjpstra, bur
gemeester, J. C. Ble(jenberg en J. M. Hamelink.
De Voorzitter: Ik heet U allen hartelijk welkom
en open deze vergadering.
Bericht van verhindering is ingekomen van de
heren Bleijenberg en Hamelink.
1. Vaststelling van de notulen van de vergade
ring van 19 juli 1962.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming wor
den de notulen van 19 juli 1962 vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
a. brief van Gedeputeerde Staten van Zeeland
waarin wordt medegedeeld, dat aan de ge
meeote Terneuzen 61 woningwetwoningen
zjjn toegewezen ten behoeve van de indus-
rrreële ontwikkeling;
b. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde viertal raadsbesluiten tot ver
koop van gronden, gelegen in de gemeente
lijke industrie-terreinen;
c. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde tweetal raadsbesluiten inzake
het verlenen van een krediet in rekening
courant aan de Stichting Terneuzense Mu
ziekschool alhier;
d. brief van Burgemeester en Wethouders van
Axel inzake de gasvoorziening van Sluiskil.
De heer Huijbrecht: Het gaat over de brief van
Burgemeester en Wethouders van Axel. Ik zou
het op prijs stellen, meneer de voorzitter, indien
er inlichtingen gevraagd worden aan de Belangen
gemeenschap Sluiskil of iets dergelijks, dat dit
loopt via do gemeente Terneuzen, maar dat niet
allerlei gemeenten of belanghebbenden gaan cor
responderen met de Belangengemeenschap Sluis
kil, zonder daarbij de gemeente Terneuzen te ken
nen. Dat is geen blijk van wantrouwen, maar het
lijkt mij voor een juiste gang van zaken nodi|
De Voorzitter: Dat is ook wel de bedoeling van
ons college. Wij zouden 't gemeentebestuur van Axel
kunnen berichten, dat het de wens van de Raad is
om een eventuele enquête via ons college te hou
den en wij kunnen dan vanzelfsprekend die instan
ties in Sluiskil inschakelen die wij noodzakelijk
achten en daar is de Belangengemeenschap wel
de voornaamste van.
De heer Fijn van Draat: Het betreft de laatste
alinea van de brief van Gedeputeerde Staten over
de toewijzing van de 61 woningen, namelijk dat
de Schoonheidscommissie moet worden gehoord.
Is dit usance?
De Voorzitter: Het is wel usance, dat dit in de
brief van Gedeputeerde Staten staat. In de meeste
gevallen blijft dit, omdat de directeur van de Cen
trale Dienst zelf deel uitmaakt van deze Provin
ciale Schoonheidscommissie, wel eens een keer
achterwege, doch dan geschiedt het dus indirect.
De heer Van Langevelde: Ik ben blij, dat wij
deze toewijzing gekregen hebben, maar op het
ogenblik is het zó, dat wij in Terneuzen geen be
schikbare bouwgrond hebben voor woningwetwo
ningen. Het plan „Zuid-West" zal misschien nog
een poosje duren en wij hebben op het ogenblik
wel woningwetwoningen, die we niet kunnen bou
wen omdat er geen grond beschikbaar is. Als het
zó doorgaat komen we in ieder geval binnen een
jaar vast te zitten.
Ik zou daarom twee vragen willen stellen.
Ten eerste: wanneer komt het bouwrjjpmaken
van het plan „Zuid-West" gereed?
Ten tweede: is er al andere grond aangewezen?
De Voorzitter: Het plan „Zuid-West" is nu zo
wat besteksklaar en het bouwrijpmaken zal zeer
binnenkort aanbesteed kunnen worden, zodat wij
over enkele maanden, over enkele weken wellicht,
maar dat kan allemaal niet zo vlug, wel zullen
kunnen beginnen met de grond in dit plan bouw
rijp te maken. Voorts verwachten wij wel, dat
wij deze 61 woningen nog zullen kunnen bouwen
omdat er tenslotte nog een paar plekken vrijge
komen zijn, waar oorspronkelijk andere woningen
zouden gebouwd worden, en waar nog een
dertig woningen kunnen worden gebouwd, ter
wijl wij in plan „Zuid-West" de rest kunnen
bouwen omdat er al een straat ligt. Maar dit
neemt niet weg, dat ik U toegeef dat wij in moei
lijkheden dreigen te komen met onze bouwgrond.
Als het plan „Zuid-West" klaar is kunnen wij
weer een paar honderd woningen bouwen. Wij
zijn hard doende om het plan „Zuid-West" als
overbrugging gereed te maken vóórdat wij terecht
kunnen in de Serlippenspolder.
De heer Van Langevelde: Is er op het ogenblik
een stagnatie in de werkzaamheden van Ir. Gouwe
tor? Voor de Woningbouwvereniging is dit ook
vervelend, want hierdoor kunnen zij hun eigen
plan ook niet klaar maken. Wij dreigen achterop
te raken en gezien de ontwikkeling op het ogen
blik in Terneuzen en ook deze toewijzing, dient de
heer Gouwetor op dat punt misschien wel eens
aan zijn haren getrokken te worden.
De Voorzitter: Het is wel zó, dat de heer Gouwe
tor al een poosje geleden een plan heeft voorge
legd, maar het maken van plannen op papier is
natuurlijk niet zo moeilijk. Stedebouwkundigen
vinden dat ook wel moeilijk, maar het belangrijk
ste is natuurlijk dat zo'n plan exploitabel moet zijn.
En nu was het zó, dat dit in dit plan, naar onze
mening, bepaald niet het geval was. Dal is niets
'bijzonders, want dat is dikwijls zo.
Een stedebouwkunaige begint niet in de eerste
plaats te berekenen wat de bouwgrond gaat kos
ten. Dat is hem niet kwalijk te nemen, maar dan
gaat men door met een dergelijk plan en als dan
blijkt dat de grond te duur wordt, dan moeten er
wijzigingen aangebracht worden, hetzij een ander
soort van bebouwing of een dichtere bouw en daar
is men thans mee bezig. Wij werken met de heer
Gouwetor zowat op termijn, ik bedoel, wij hebben
periodieke besprekingen met hem en wij spreken
dan af wat er in een volgende bespreking ter tafel
komt.' Nu duurt het wat lang, maar wij hebben
toch binnen enkele weken weer een bespreking
en dan komt ongetwijfeld dit nieuwe plan aan
de orde. Wij zijn ervan overtuigd, vooral omdat
de woningbouw wat sneller gaat door de toewijzi
gingen ten behoeve van industrievestiging, dat wij
zeker geen overschot aan grond hebben en dat
wij nog wel eens een keer moeilijk zullen komen
te zitten. Wij zullen blij zjjn wanneer de Serlip
penspolder bouwrijp is. maar ik veronderstel dat
dit nog wel een jaar of drie zal duren.
De heer Weterings: Gaarne wil ik mij bij de
woorden van de heer Van Langevelde aansluiten.
Men zal dit probleem zeker onder ogen moeten
zien. Ik weet niet of het U bekend is dat intussen
het Architectenbureau gesplitst is. Ik ben toch
bang dat dit tot stagnatie aanleiding zal kunnen
geven, temeer ook omdat nu eigenlijk het stede
bouwkundige gedeelte behoort tot de taak van
de Irs. De Ranitz en Kuiper en niet van Ir. Gou
wetor.
te moeten geven aan minnelijke overeenstemming
in plaats van onteigening.
Al liep alles niet direct van een leien dakje, be
grijpelijk indien men bedenkt welke belangen hier
bij in het geding zijn, en dat het hier gaat over
niet minder dan circa 86 ha grond, toch stemt het
ook onze fractie tot voldoening dat dezer dagen
de voorlopige koopcontracten tot stand zijn kunnen,
komen. Ongetwijfeld past hiervoor, zowel aan het
adres van het college van Burgemeester en Wet
houders, alsook aan allen, die aan de tot stand-
koming daarvan een werkzaam aandeel hebben
gehad, een woord van hulde en dank.
Het gaat hier om een zaak van dermate impor
tantie, als naar gevoeglijk kan worden aan
genomen nog nimmer tevoren is voorgekomen.
Moge het doel, dat hiermede beoogd wordt,
zowel voor de exploitante als voor onze gemeente,
die in deze westelijke sector van haar territoir
wel een geheel ander aanzien zal verkrijgen, be
antwoorden aan de verwachtingen, die men er van
koestert.
De Voorzitter: In de eerstvolgende besprekingen
zijn wij van plan hiernaar te vragen en ik ver
onderstel dat we dan hier meer van zullen te
weten komen.
Zonder Hoofdelijke stemming worden de boven
vermelde stukken voor kennisgeving aangenomen
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van gronden met opstallen, ge
legen in de Oude Zevenaarpolder en Coe-
gorspolder alhier.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
4. Idem inzake hel van gemeentewege doen
bouwen van een fabrieksgebouw aan de
Industrieweg en het verhuren daarvan aan
de Meterfabriek Dordreeht.
De Voorzitter: U hebt thuisgekregen het voor
stel met de ontwerp-huurovereenkomst. In die
huurovereenkomst zou nog een kleine wijzigin;
aangebracht moeten worden.
In het ontwerp-contract staat namelijk vermeld
dat de kosten voor de uitbreiding op 149.613
zijn geraamd voor de gebouwen en 35.000,voor
de centrale verwarming, totaal dus 184.613,
Dat eindbedrag verandert niet, doch de raming
voor de gebouwen wordt 5.000,hoger en de
raming voor de centrale verwarming 5.000,
lager.
Dat is oen gevolg van een bespreking, die van
middag gevoerd is met de directeur van de Meter
fabriek. Ik neem aan, dat hiertegen geen bezwa
ren bestaan.
De heer Hol: Ik geloof, dat, wat betreft de ont
wikkeling van de Meterfabriek, dit wel naar wens
verloopt. Kunt U zeggen hoeveel mensen er daar
werken
De Voorzitter: Als ik goed ben ingelicht loopt
dat aantal rond de tachtig. Ik geloof eind van de
dertig mannen en een evengroot aantal vrouwen.
Dat is dus wel zoals het gepland was.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
5. Idem tot verkoop van een perceel grond ge
legen in «1e Pierssenspolder, aan hel Kijk.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
6. Idem tot
a. Aankoop van gronden e. a. in de Nieuw -
Neuzenpolder;
b. Verkoop van gronden in de Nieuw-Neu-
zenpolder aan de Nederlandsche Dow .Mij
N. V. te Rotterdam.
6 a. De heer Hol: Sinds de principiële beslis
sing tot vestiging van een chemisch bedrijf door
de Dow Chemical Company te Midland U. S. A. er
is, hebben Burgemeester en Wethouders al het
mogelijke gedaan om de benodigde grond voor dit
bedrjjf in eigendom te verkrijgen.
WD konden hel. waarderen, dat het college ge
'meend heeft uit beleidsoverwegingen de voorkeur
De heer Fijn van Draat: Ik ben het hiermede
volkomen eens en ik had ongeveer hetzelfde wil
len zeggen.
De heer Weterings: Ik moge mij bij de woor
den van de vorige sprekers aansluiten. Laten wij
de hoop uitspreken, dat datgene wat nu eenmaal
nodig is, ook tot een £oed einde komt, waardoor
dus het aanzien van Terneuzen verstevigd wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
6 b. De Voorzitter: U hebt zoeven nog een
wijziging van de voorlopige verkoopovereenkomst,
die bij de stukken ter inzage heeft gelegen, ge
kregen. Ik weet niet of het nodig is om hierop
nog een nadere toelichting te geven, maar moge
lijk blijkt dit uit de eventuele vragen.
De heer Vrieling: Het is eigenlijk een formele
vraag, meneer de voorzitter. Er is dus bij de wijzi
ging aangekondigd dat een van deze wijzigingen
ten doel heeft om de Dow geheel vrij te laten in
de tijdslimiet van de bebouwing. Dat zie ik echter
in deze wijziging niet, want de datum wordt toch
niet veranderd. Deze blijft toch 1 januari 1967.
Er is wel een wijziging ten aanzien van de be
voegdheid van Burgemeester en Wethouders om
zich uit te spreken over de te bebouwen opper
vlakte, doch de datum blijft bestaan.
De heer De Meijer: Deze wijziging is nog. wat
men noemt, kersvers. De onderhandelingen zijn
pas te ongeveer kwart over vijf hedenmiddag be
ëindigd, dus de heren van de secretarie en de
dames hebben daarna hun handen vol gehad om
een en ander kiaar te krijgen.
Zoals wij het hedenmiddag besproken hebben,
had men bezwaar tegen de bepaling dat Burge
meester en Wethouders een eigenmachtig en ge
heel onbeperkt inzicht zullen kunnen doen gelden.
in de gelegenheid is gesteld de grond over te
nemen. Ik meen dat er hier voldoende ruimte in
zit voor de gemeente. Ik zeg nogmaals: wij ver
wachten iets dergelijks helemaal niet, doch dit is
te beschouwen als een soort van veiligheidsklep.
Deze plannen zijn zodanig, dat er bepaald wel iets
voor de dag komt, en ik kan mij voorstellen dat
men toch ook enige vrijheid wil hebben en niet
al te zeer gebonden wil zijn
Als men zaken doel, dan wil men van beide
kanten een zo voordelig mogelijke transactie af
sluiten en het is, zoals de heer De Meijer zegt,
wij hebben vanmiddag nog een hele middag met
deze heren gesproken en uiteindelijk zijn wij dan
over de redactie tot overeenstemming gekomen,
zij het in zoverre, dat ik toch nog wel namens
het college van Burgemeester en Wethouders zou
willen vragen om, wanneer dit noodzakelijk zou
zijn, ons college te machtigen in de redactie van
deze overeenkomst wijzigingen aan te brengen.
Het is zó, mevrouw, mijne heren, wij hebben
hier wel bijzonder snel moeten werken. In de eer
ste plaats omdat men zeer spoedig beginnen wil.
Wij hadden geen tijd en wij moesten de grond op
korte termijn dus in eigendom verkrijgen.
In de tweede plaats moest er snel gewerkt wor
den omdat ons vorige week, zoals U weet, die be
schikking van de Minister bereikte, waarin de
Premie- en Prijsreductieregeling werd gewijzigd en
waarin is bepaald, dat aanvragen, die vóór 1 sep
tember 1962 zijn ingediend en waarvoor de grond
is aangekocht, nog volgens de oude regeling be
handeld zouden worden, welke laatste voordeliger
is dan de nieuwe regeling.
Dit alles is de reden, dal wij nu zo plotseling
met dit voorstel bij U zijn gekomen.
Maar wij hebben nu nog even tijd, al is het dan
maar ongeveer twee weken, om de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten te verkrijgen en voor
het passeren van de akte.
Deze overeenkomst zit wellicht niet zo zorgvul
dig in elkaar als bij een langere tijd van voorberei
ding mogelijk zou zijn. Daarom vragen wij U, wan
neer het nog nodig mocht zjjn, ons voor redactio
nele wijzigingen machtiging te geven. Natuurlijk
wordt aan de concrete bepalingen van dit besluit
niet getornd. Wat hierin staat, blijft staan, doch
het zou mogelijk zijn dat dit in andere bewoordin
gen moet geschieden.
De heer Fijn van Draat: Ik wilde U even vra
gen of er hier een precedent wordt geschapen of
niet.
De Voorzitter: In welk opzicht?
De heer Fijn van Draat: Omdat wij bij iedere
verkoop van gemeentegrond bepalen: dan en dan
moet iets gebouwd zjjn.
De Voorzitter: Inderdaad en dan slaat er ook
bij: behoudens overheidsbeperkingen, want dan
geldt die bepaling niet. Ook dan wordt de termijn
dus verlengd. Ik ben echter van mening dat hier
Dit stond de heren begrijpelijkerwijs tegen. Wij' gfs?f precedent wordt geschapen, want de termijn
blijft ook hier bestaan.
begrijpen dat men zich niet aan een dergelijke be
paling wenst te binden. Wij hebben dit breed moe
ten bekijken en wij hebben gemeend afstand te
moeten doen van dezé bepaling.
Het woord „tijdslimiet" kan inderdaad enigs
zins verwarrend werken. De termijn is namelijk
niet vervallen, doch de bevoegdheid van Burge
meester en Wethouders is eruit gelaten.
Dc Voorzitter: Ik geloof, dat men het niet zó
moet lezen, dat men geheel vrij wil zijn in de
tijdslimiet van de bebouwing, doch dat men vrij
wil zijn in het tempo, waarin men de volledige
bebouwing wil realiseren. Tegen de datum van 1
januari 1967 heeft men ook geen bezwaar gemaakt.
In de overeenkomst blijft dus staan, dat er vóór
1 januari 1967 een bedrijfsgebouw moet zijn ge
sticht. Men is van plan om hier ais het kan nog
dit jaar mee te beginnen. Dit is ons bekend, niet
alleen omdat de heren ons dat gezegd hebben,
maar ook omdat hiervoor verschillende inschrijvers
al zijn gevraagd, teneinde naar deze bouw in te
schrijven.
Als ik het goed voor heb, trouwens dat hebben
de heren gezegd, dan verwachten zij deze inschrij
vingen volgende maand van verschillende kanten
binnen, teneinde, als het even kan, nog dit jaar
of begin volgend jaar te kunnen beginnen met
de werkzaamheden. Hel staat dus vast dat hier
een bedrijfsgebouw komt vóór de datum, die in
de overeenkomst is gesteld.
Ik kan mij zeer goed indenken, dal. als men
een dergelijke oppervlakte grond koopt, men er
bezwaar tegen heeft, indien in de overeenkomst
de bepaling zou worden opgenomen, dat Burge
meester en Wethouders kunnen bepalen tot welke
oppervlakte de verkochte grond bebouwd moet
worden.
Het gebeurt uiteraard nooit, doch Burgemeester
en Wethouders zouden wel kunnen bepalen, da
een veel grotere oppervlakte bebouwd moet wor
den, dan men als ondernemer zelf van plan is.
Het is wel zó, dat wij een zekere vrijheid van
terugkopen hebben behouden mei het oog op even
tuele grondspeculaties. die wij hier natuurlijk hele
maai niet zien, maar waai wij, gezien de voor
beelden, die er in het verleden toch zijn geweest
beducht voor moeten zijn.
De bepaling is dan ook opgenomen, dat, wanneer
tot verkoop van deze grond door koopster wordt
overgegaan, de gemeente Terneuzen de eerste
keuze van koop heeft, dus dat men niet gaat over
dragen aan anderen zonder dat de gemeente eeral
De heer Hol: Het is wel zó, dat wij in het ver
leden wel eens een transactie hebben gesloten
waarbij wij eigenlijk achteraf spijt hadden, dat
een dergelijke bepaling niet was opgenomen, dus
eigenlijk is het meer een kwestie van goed ver
trouwen en ik geloof wel, dat wij dat in dit geval
mogen hebben.
De Voorzitter: Dat staat voor ons vast. Dit is
zeker geen prutswerk, bepaald niet, want hier
komt een behoorlijk bedrijf, zodat wij verwachten
dat de resultaten inderdaad zullen zijn zoals wij
ons hadden voorgesteld.
In de ontwerp-akte hebt U wellicht gezien dat
een bedrag ineens wordt betaald en een bedrag in
termijnen, dit? op een bepaalde datum vervallen
Nu zou het kunnen zijn, dat die data enigszins ver-
schoven kunnen worden. Zoudt U goed kunnen
vinden, dat, wanneer zich dil voordoet, dit door
Burgemeester en Wethouders wordt geregeld?
Het hangt er namelijk van af in welk tempo
de verschillende werken, die uitgevoerd moeten
worden, tot stand zullen komen. Het is zeer wel
mogelijk dal dit nog niet op 1 januari 1963 het
geval is. zodat Burgemeester en Wethouders ge
machtigd zijn om die termijnen wat te verschui
ven. Dit is door koopster ook gevraagd. Men wilde
dit bepaald niet in de koopovereenkomst, maar
wanneer de gelden nog niet nodig zijn voor finan
ciering van bepaalde uit te voeren werken, dat
dan eventueel, wanneer Burgemeester en Wethou
ders dit goedvinden, de bepaling wat wordt op
geschort. Er is van gemeentewege geen enkel be
zwaar tegen. Voor de gemeente betekent dit geen
financieel nadeel door renteverlies, omdat de uit
eindelijke kostprijs in rekening wordt gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
Idem inzake aankoop van panden Axelse-
straat 243 en 245 alhier.
De heer Van Langevelde: Ik zie dat er nog geen
ichattingsrapport van de Rijksgebouwendienst is
en daardoor kunnen wij natuurlijk nog weinig
zaken doen, want zover is het nog niet. Het be
drag, dat hier uitgetrokken is voor reparatie en
voor gedeeltelijke verbouwing, berust dat volle
bedrag op deze beide woningen of op één woning?
De Voorzitter: Deze kosten rusten op beide
woningen, maai niet op elke woning evenvepl, om
dat er b.v. een garage wordt gebouwd bij één der
ttwoningen.
De heer Van Langevelde: Als er eventueel tot
aankoop kan worden overgegaan, denkt U dat
dan de huurprijs de totale kosten, die thans ge
maakt worden, zal kunnen dekken?
De Voorzitter: Mogelijk niet helemaal.
De heer Van Langevelde: Dus dan komt dat
gedeelte ook voor rekening van de gemeente?
De Voorzitter: Dat hoeft nog niet direkt, hoe
wel ik persoonlijk hier geen kans zie om er winst
op te maken. Het ligt wel in de bedoeling dat de
huurprijs van de normale huurwoning wordt vast
gesteld door de Huuradviescommissie, nadat deze
woningen eigendom zijn van de gemeente en zo
ver zijn hersteld, dat ze geheel in orde zijn.
De heer Van Langevelde: Wij kunnen er dus
wel vanuit gaan dat de huurprijzen de kosten van
deze woningen niet zullen dekken?
De Voorzitter: Dat is wel mogelijk.
De heer Van Langevelde: Er wordt gevraagd
om de bevoegdheid tot aankoop te delegeren, op
dat Burgemeester en Wethouders deze zaak zo
spoedig mogelijk af kunnen werken. Persoonlijk
ben ik daar in principe tegen. Principieel ben ik
er zeker tegen, maar ik geloof dat het ook niet
wenselijk is. Als er vlug moet worden gehandeld,
dan kan er toch altijd nog een spoedvergadering
van de raad bij eikaar geroepen worden en Bur
gemeester en Wethouders kunnen dan zover moge
lijk gaan met hun werk en daarna deze koop toch
aan de gemeenteraad voorleggen. Dan blijft de
beslissing uiteindelijk bij de gemeenteraad.
De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter, ik
heb er helemaal geen bezwaar tegen dat dit aan
Burgemeester en Wethouders wordt gedelegeerd.
Wij vertrouwen dat U binnen de perken van de
redelijkheid zult blijven.
De heer Vriëling: Ik heb geen bezwaar tegen
deze delegatie. Is er in de boezem van Uw college
al gesproken over de vermoedelijke bestemming
van de andere woning? Zou het Rijk geen belang
stelling hebben? Is het daar nu al niet de tijd
voor?
De Voorzitter: Ook deze zaak is op korte ter
mijn geregeld moeten worden. Wij hebben zelf het
plan gehad om aan Uw raad voor te stellen een
principiële beslissing te nemen, maar er is ons
geadviseerd door de Provinciale Griffie om het zó
te doen, zoals het voorstel hier voor ons ligt, dat
practisch ook gemakkelijker is dan een principiële
beslissing. U kunt er van uitgaan dat Burgemees
ter en Wethouders niet van plan zjjn om dit aan
te kopen tegen een belangrijk hoger bedrag dan
de taxatieprijs. Bovendien, dat kunt U ook in het
voorstel lezen, komt er straks een begrotingswijzi
ging waarbij de raad dus het geld ter beschikking
moet stellen. Ik verzeker U, dat Burgemeester en
Wethouders hiermede geen gekke dingen gaan
doen.
De heer De Meijer: De tegenschatting geschiedt
eerst begin volgende maand en daar kunnen wij
niet op blijven wachten in verband met de voor
gestelde aan te brengen voorzieningen.
De heer Hol: De heer Vrieling stelde zoeven of
het Rijk voor de andere woning geen interesse
zou hebben, maar in feite is het toch wel zó, dat
deze verkoop geschiedt op instignatie van het Rijk.
De heer Vrieling: Ik bedoelde eigenlijk het Mi
nisterie van Financiën.
De Voorzitter: Het Rijk is bepaald niet erg hap
pig om woningen te kopen wanneer men kan vol
staan met huurwoningen. Zolang men de mensen
gehuisvest ziet in huurwoningen koopt men be
paald geen ambtswoning, maar mischien zal het
zó wel zijn, dat deze woning beter kan worden
verkocht. Wij hebben ons daarover nog niet be
raden. Deze zaak is vrij kort geleden pas opge
komen, maar wellicht is het beter straks deze
tweede woning van de hand te doen.
De heer Vrieling: Het geven van een gemeente
lijke bestemming voor deze tweede woning wordt
niet bevorderd door het feit, dat deze naast de
ambtswoning van de burgemeester staat. In hel
algemeen vind ik, dat de gemeente eigenlijk geen
woningexploitant moet zijn, doch dit kan thans
niet anders. De ambtswoning lijkt mij een aan-
rekkelijke woning, dus moeten wij deze kans
waarnemen.
De heer Van Langevelde: Ik heb geen bezwaar
egen aankoop van deze woning, ik heb alleen
naar bedoeld, dat wij deze zaak niet moeten dele
geren naar Burgemeester en Wethouders, dat de
aad hierover moet beslissen en dat dit, zo moge-
'Ök, met spoed moet gebeuren.
De Voorzitter: Ik begrijp zeer goed wat uw be
zwaar is. Indien dit nu aan Burgemeester en Wet
houders wordt gedelegeerd, dan neemt de raad
eigenlijk ook de beslissing. Ik begrijp het stand-
ount. van de heer Van Langevelde, maar in dit
bijzondere geval vraag ik U over dat bezwaar heen
te stappen.
De heer Van Langevelde: Ik zal mij bij de meer
derheid neerleggen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform hel
voorstel besloten.
8. Rondvraag.
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
De Voorzitter sluit de vergadering.