Tweede Kamer besloot debat
over de loonpolitiek
Algerije tussen vrees en vrede
niét vtogetm
SUNiL HALEN!
parten in Vlood
Amsterdams huis van
bewaring vermoedelijk dicht
...want AKKERTJES
zijn instant cachets*
met 4-voudig wer«
kend micropoeder
Vrijdag 16 maart 1962
DE VETTE 7 EEUW
Pagina 7
Bij de voortzetting der behan
deling van de interpellatie van
drs. D. Roemers (P. v. d. A.)
over de loonpolitieke situatie zou
in de Tweede Kamer donderdag
middag de heer Bakker (CPN)
aan het woord komen.
De heer Bakker sprak echter
in eerste instantie niet over de
loonpolitieke situatie, maar over
de kwestie Nieuw-Guinea.
Hu informeerde naar de mo
gelijkheid van het houden der
door hem aangevraagde interpel
latie. Hij meende dat deze inter
pellatie de volgende week wel
zou kunnen worden gehouden.
De voorzitter zag geen reden
om de volgende week die inter
pellatie te houden.
Vervolgens kwam de heer Bak
ker tot de interpellatie over de
loonpolitieke situatie in het al
gemeen en de jongste aanwijzing
der regering in het bijzonder.
Dat de heer Roemers woens
dagmiddag geen motie heeft in
gediend is volgens de heer Bak
ker duidelijk: hg, de heer Roe
mers, wil terug naar Oud-Was
senaar, maar dat kan hij in een
motie aan zijn arbeiders met ver
kopen.
De arbeiders zullen er goed
aan doen hun eigen spelregels op
te stellen.
De heer Van Eibergen (A.R.)
merkte op dat zijn fractie niet
erg gelukkig is met het debat,
dat een debat zonder kop of
staart dreigt te worden.
Met de „onuitvoerbaarheid
van de loonregels valt het nog
wei iets mee. Sprekers fractie
heeft al vroeger gepleit voor in
diening van een wetsontwerp
waarbii een nieuw instituut voor
de loonpolitiek zou worden inge
steld. Ook sprekers-fractie ziet
bezwaren tegen de huidige spel
regels, die voor een overgangs
fase zijn bedoeld. Er is geen
verschil van. mening over dat de
bevoegdheid op het loongebied
meer naar het bedrijfsleven moet
worden verschoven.
Gaan we naar een andere loon
politiek toe, dan is allereerst no
dig grondig overleg.
Wie zou niet een betere loon
politiek willen?, zo vroeg spr.
Alles wat tot nu toe bereikt is
zou in gevaar kunnen komen als
het georganiseerde bedrijfsleven
niet bereid is tot samenwerking.
Men zal wegen moeten vinden
om uit dit conflict te komen.
Spreker deed een ernstig beroep
op het georganiseerde bedrijfs
leven een zodanige oplossing na
te streven dat datgene wat be
reikt lèj'ttlet in gevaar zal wor
den gebracht.
Öe lieer Cörver (VVD) noem
de de interpellatie van drs. Roe
mers meer een loonpolitieke be
schouwing.
Is het mogelijk een loonsysteem
te vinden onder de huidige druk
van de arbeidsmarktsituatie?
Spreker acht het nauwelijks
denkbaar, nu van enig redelijk
aanbod van arbeidskrachten geen
sprake is. Zwart loon is een uit
vloeisel van concurrentieverhou
dingen. Zwart loon is er altijd
ai geweest, ook tijdens liet be
wind van minister Suurhoff. Het
is een overspanningsverschijnsel.
Hier en daar zijn al tekenen
van een neergang in de conjunc
tuur. Het is z.i. zaak het geheel
stevig in de hand te houden op
het gebied van ionen en prijzen.
Er is door de matiging terecht
ingegrepen.
De heer Kikkert (CHU) meent
dat ook onder de laatste jaren
der geleide loonpolitiek verschil
van mening in het georganiseer
de bedrijfsleven aan bet licht
kwam. Desondanks hebben or
ganisaties die tegen dat beleid
bezwaren hadden con amore
medegewerkt in het belang van
de totaliteit.
Het akkoord van Oud-Wassc
naar is een compromis; de rege
ring wilde verder gaan met de
matiging. Het bedrijfsleven moet
nu geen poging doen dit compro
mis verder uit te hollen.
Wat de sociaal-economisch Po
litieke facetten betreft merkte
de heer Kikkert op dat de P. v. d.
A. akkoord is pecaan met het ak
koord van Oud-Wassenaar, maar
te weinig aan de sociale kant aan
dacht heeft besteed.
De heer Roemers interrum
peerde: „Het is een interessant
betoog, maar liet heeft niets te
maken met mijn uiteenzettin
gen".
De heer Kikkert herinnerde er
aan dat in de regeringsverkla
ring van 1959 reeds is aangekon
digd dat ingegrepen zou moeten
worden als de situatie daartoe
aanleiding zou geven.
Onder de gedifferentieerde
loonpolitiek ziin de werknemers
er beter afgek^en dan onder de
geleide loonpolitiek.
Spreker zou wensen dat be
drijfsleven en regering opnieuw
om de tafel gaan zitten om het
akkoord van Oud-Wassenaar en
de uitleg van de jongste aanwij
zing.
De heer Baart (Arb.) bracht
tot uitdrukking dat er, ondanks
de socialistische oppositie, toch
wel iets aan de loonpolitiek moet
gebeuren.
Wat de uiteenzettingen van
drs. Bogaers, woensdagmiddag
in de Kamer, betreft zeide de
heer Baart o.m.: „naar Pieter
Bogaers luisteren, doet naar pa
ter Hoefnagels verlangen". (Ge
lach).
Sprekers fractie heeft ook nu
geen behoefte aan een motie.
Minister Veldkamp zeide ver
heugd te zijn dat de maatregelen
van de regering zo'n goede weer
klank hebben gevonden bij de
meerderheid der Kamer. In het
bijzonder dankte hii de heer Bo
gaers voor de krachtige steun.
De minister bepaalde zich tot
een aantal hoofdpunten uit de
discussie. De klacht van de in-
terpellant, dat de minister om de
kern van de zaak is heengegaan,
wees de minister van de hand.
De interpellant is om het ant
woord van de minister heenge
gaan.
De interpellant heeft de minis
ter verzocht de machtsverhoudin
gen niet uit het oog te verliezen.
Dat heeft de minister ook niet
gedaan, maar hij meent dat op
het terrein van vraag en aanbod
ook machtsverhoudingen werk
zaam zijn.
Men moet de vinger op de pols
van de conjunctuur houden, maar
een klein land met een open eco
nomie als het onze maakt con-
junctuurpolitiek zo moeilijk.
Het kabinet volgt bij voortdu
ring de conjuncturele spanningen
en beraadt zich daar steeds over.
De minister zal cijfers over
zwart loon doen toekomen aan
de vaste commissie voor sociale
zaken. Geheimzinnigheid behoeft
daarmede niet te worden be
tracht.
Het beleid blijft er op gericht
een afglijden naar een situatie
van slechte werkgelegenheid en
wat daarmede samenhangt te
voorkomen. Dit moet inspireren
tot zelfdiscipline, verantwoorde
lijkheid en eensgezindheid.
Staatssecretaris Roolvink her
innerde er aan dat de loonafwij-
kingen in juli 1959 bij de invoe
ring van de gedifferentieerde
loonvorming ongeveer drie pro
cent bedroegen. Er is nu sprake
van een vrij gering oplopen, te
betreuren evenwel.
De totale overschrijding met 5
procent heeft alleen betrekking
op de in overtreding zijnde onder
nemingen.
In 1961 is het aantal overuren
ongeveer vijftig procent van het
aantal in 1960 en deze tendens
zet zich voort.
„Zwart gemaakt", zo interrum
peerde de heer Bakker (CPN),
waarop de Staatssecretaris op
merkte deze uitlating een beledi
ging aan het adres van de werk
nemers te achten. De werk
nemers letten immers zelf op de
naleving van hun rechten.
In Nederland is iedereen vrii
om een C.A.O. aan te gaan of
niet. De staatssecretaris hoopt
dat de op 22 maart in de Stich
ting van de Arbeid voort te zet
ten besprekingen tot succes zul
len leiden.
De voorzitter sloot de beraad
slagingen en sloot daarna te
kwart voor vijf de vergadering.
(Advertentie.)
NEDERLANDS MEEST GEBRUIKTE WASMIDDEL
Het Verbond van
Nederlandse Werkgevers
bepleit soepelheid in het
loonbeleid
Met betrekking tot de moeilijk
heden, die opnieuw over de loon
politiek voor het jaar 1962 zijn
gerezen, schrijft het Verbond van
Nederlandse Werkgevers in zijn
orgaan „De Nederlandse Indus
trie". dat men, tegen de achter
grond van de spanningen waar
mee onze economie te kampen
heeft en die met name blijken
uit de situatie op de arbeids
markt, in alle gemoede de vraag
kan stellen of men het doel de
ontwikkeling van onze volkshuis
houding in de hand te houden
beter dient met een star beleid,
dat de regels tot principes ver
heft waartegen niet gezondigd
mag worden, of door een zekere
souplesse die recht doet weder
varen aan een stuk praktijk van
alle dag. Het verbond wil het heel
concreet zeggen: Naar ziin over
tuiging kan men een ontwikke
ling uiteindelijk beter in de hand
houden door in beperkte mate
aan die praktijk tegemoet te ko
men dan door het voeren van een
beleid dat in grote delen van het
bedrijfsleven ontbloot van wer
kelijkheidszin gekenschetst zal
worden. Het verbond zegt geens
zins het loslaten van alle rem
men te bepleiten. Ook het ver
bond erkent de gevaren die daar
in gelegen zouden zijn voor onze
concurrentiepositie en dat wil
zeggen voor onze verdere econo
mische groei. Er zullen dan pok,
zolang wij van mening bijven
dat in het gehele sociaal-econo
mische beleid dat gericht is op
die economische expansie een
loonpolitiek thuishoort, bepaalde
spelregels moeten zijn. Maar, zo
zegt het verbond, die spelregels
moeten begrijpelijk en vooral in
de praktijk uitvoerbaar zijn, wil
het bedrijfsleven het vereiste be
grip kunnen opbrengen, hetgeen
weer noodzakelijk is om een
daadwerkelijke medewerking tc
kunnen geven.
SPEELKWARTIER
IN NOORWEGEN
Wetsontwerp voor
rijbewijs in België
De Belgische minister van
Verkeer, Bert rand, heeft woens
dag in de Belgische Kamer van
Volksvertegenwoordigers aange
kondigd. dat de regering bin
nenkort zal beslissen over de
invoering van een „vergunning
tot het besturen van motorvoer
tuigen".
Volgens het Wetsonwerp zul
len automobilisten die op de dag
van het inwerkingtreden van de
wet de leeftijd van 21 jaar heb
ben bereikt, het rijbewijs krij
gen na het overleggen van een
verklaring, dat zij voldoende
kennis hebben van de verkeers-
voorschriften, en van een me
disch attest. Belgen die nog
geen 21 jaar oud zijn en „nieu
we" chauffeurs zullen een exa
men in verkeerstekens moeten
afleggen. Vrijstelling daarvan
zal worden verleend op vertoon
van een getuigschrift van een
autorijschool.
Chauffeurs van bussen e.d.
zullen, indien het ontwerp
wordt aanvaard, een rijproef
moeten afleggen en medisch
moeten worden onderzocht. Ook
chauffeurs van vrachtauto's
zullen aan een rijproef worden
onderworpen voordat zij het
rijbewijs kunnen krijgen.
Deze schoolmeisjes in Rauland
in Noorwegen hebben kennelijk
nog een ruime portie Vikingen-
bloed in de aderen, gezien het
koelbloedige enthousiasme waar
mee zij hier in de sneeuw stoeien.
En dat bij ettelijke graden
vorst1
OPSTAND DIE SUCCES HEEFT NIET MOGELIJK
INDIEN FRANSE LEGER VOET BIJ STUK HOUDT
Wat speelt zich gedurende de laatste dagen van dc
onderhandelingen over een wapenstilstand in Algerije in
de kringen van de O. A. S. af? Onder haar leiders zij
zijn het nog nooit eens geweest zijn lieden, die nog
altijd niet aan een werkelijke overeenstemming tussen
Parijs en de Algerijnen willen geloven. Zij menen, dat
eens het uur zal komen, waarop De Gaulle toch gedwon
gen zal zijn tot een oplossing zonder de.leiders van de
F. L. N. en dan de hulp van de blanken in Algerije nodig
zal hebben.
Dit verklaart de betrekkelijk voorzichtige houding, die Salan tot
nu toe heeft aangenomen en die hem in conflict heeft gebracht met
een aantal van zijn „kolonels", die al enige tijd geleden in het groot
hadden willen toeslaan. Maar Salans theorie: „Wij mogen het De
Gaulle niet gemakkelijker maken; hij zou een opstand kunnen
neerslaan en dan met de Algerijnen overeenkomen wat hij wil",
heeft voorlopig toch gezegevierd.
De O. A. S. heeft alles gedaan om de chaos in Algerije te ver
ergeren en dc koorts niet te laten dalen. Maar tot een „putsch" is
het niet gekomen. Dat is Salans laatste troef en om er enige kans
op succes mee te kunnen hebben, zal hij op het juiste ogenblik op
tafel moeten worden gelegd.
Het uur u
Wanneer is dat juiste ogenblik
gekomen? Onmiddellijk na de
ondertekening van het bestand,
wanneer de eerste groepen Al
gerijnse guerillastrijders naar
hun land beginnen terug te
keren? Daartoe zouden de be
trekkingen van de O. A. S.-lei-
ders met Parijs zo goed moeten
zijn, dat zij precies zouden
weten: morgen of overmorgen
verschijnen de eerste Algerijnse
vrijheidsstrijders. En zelfs dan
zou het te laat kunnen zijn: het
Franse leger is zonder twijfel in
staat, de grote Algerijnse steden
zo te bezetten, dat op de „kri
tieke dagen" geen opstand mo
gelijk zal zijn. En later? Geest
drift is geen waar, die men kan
inblikken.
Is dus de wil tot opstand aan
wezig, dan komt het er vooral
op aan, met welk doel. Want
anders dan in april 1961, toen
de hoge militairen dc steun van
burgers afwezen, zou een op-
KIND VERONGELUKT
Donderdagmiddag is de vierja
rige J. K- Koers uit Hengelo ge
dood, toen hij plotseling de Schu-
mannstraat overstak en gegrepen
werd door een personenauto, be
stuurd dorr de 32-jarige M. J. G.
uit Enschedé. Het kind was op
slag dood.
Door
ANGELA VON KIESLING
6)
Nadruk verboden.
Fritz lag op zijn buik in bed
en las in een klein boekje. Toen
hij de deur hoorde open gaan
probeerde hij het boekje snel on
der zijn hoofdkussen te verber
gen, maar zijn vader had de
snelle beweging gezien. Zonder
een woord te spreken haalde hij
het onder het kussen vandaan.
„Zo, dus dat is je tegenwoordige
lectuur. Eén van de slechtste
detectieve-romans!"
Verlegen keek Fritz zijn vader
aan.
,Hoc kom jij aan dergelijke
lectuur? Vooruit, vertel het maar,
m'n jongen."
„Hij.... hij... Justus heeft het
me gegeven."
,Aha, je nieuwe vriend. Maar
hij heeft een slechte inborst en
ik zou hem maar gauw laten
schieten als ik jou was. Ik heb
hem vandaag gezien en ik wil
je wel vertellen dat ik niet toe
sta dat jij met dergelijke men
sen omgang hebt. En dit boek
krijg je ook niet terug."
„Waarom niet? Het is zo span
nend!"
„Bijzonder spannend. Dat zie
ik! Maar niet voor jongens van
jouw leeftijd, Fritz! Dit moet je
yan me geloven,"-
Lindinger ging op de rand van
zijn bed zitten.
„Kijk me eens aan, jongen."
Fritz draaide zich naar zijn
vader en met zijn heldere eerlijke
ogen keek hij hem recht aan.
Diep keek Lindinger in de blau
we jongensogen, als wilde hij er
in doorgronden in hoeverre de
jongen al verknoeid was sinds
hij met de Haller's omgang had.
Maar de blik van de jongen
was eerlijk. Fritz scheen er geen
idee van te hebben in hoeverre
zijn nieuwe vriendschap gevaar
lijk was voor zijn toekomst.
„Luister eens goed, mijn jon
gen. Morgen ga je met mij naar
een bibliotheek. Daar zullen we
samen enkele spannende boeken
voor je uitzoeken en dan zal ik
verder geen woorden vuil maken
over deze lectuur. Ik begrijp best
dat je graag iets avontuurlijks
wilt lezen. Je bent een jongen
en nu ook in de leeftijd dat je
graag iets spannends leest. Maar
dan moet je me iets beloven. Ga
niet meer met Justus mee. Je
hebt toch je vriend Horst en hij
was werkelijk verdrietig dat je
de laatste weken geen tijd meer
voor hem had."
„Maar Horst heeft ook niet
zoveel tijd voor mij als Justus.
.Wat moet ik er altijd doen als er
bii hem thuis niets te beleven is?
En hier thuis? Angelika is bang
en schuw en bovendien is zij een
meisje, daar kan ik niet mee
spelen. En moeder? Nu, dat weet
je zelf ook wel, die kijkt hele
maal niet naar ons om."
Dat waien harde woorden uit
de mond van een kind. Lindin
ger versteende terwijl hij luis
terde, had Anna nu reeds het
hart van de jongen verloren?
Fritz had een geheel andere aard
als Angelika. Hij had een sterke
hand nodig die hem leidde en
voor hem zorgde. Zijn levendige
fantasie verlangde steeds iets
anders, steeds iets nieuws. Het
onrustige bloed van zijn moeder
scheen sterker door zijn aderen
te stromen dan het rustige en
bedachtzame van zijn vader. Als
hij Fritz nu aan banden zou leg
gen zou de jongen hem voor al
tijd ontglippen. Dat zou nooit ge
beuren, want Lindinger was zich
te sterk zijn verantwoording be
wust. Bovendien hield hij erg
veel van zijn kinderen, maar zijn
werkuren lieten niet toe om zich
veel met de kinderen te be
moeien. Maar toch bleef er niets
anders over dan om zich naast
zijn dagelijkse arbeid meer en
meer met de kinderen te be
moeien. Het voorjaar was in
zicht, dan werden de dagen lan
ger en de somberheid van de
winter zou wel van hen afglij
den. Maar wat zou er gebeuren
in de uren dat ze overdag toch
alleen zouden zijn? Hij moest er
voor zorgen dat hij voor die
uren een goed onderdak voor zijn
kinderen kreeg.
„Goeie nacht, Fritz", beëindig
de hij zijn gedachten. „Zul je
bidden vóór je gaat slapen?"
Hij stond op cn liep langzaam
de kamer uit Hopelijk sliep An
na al, want hij was niet in staat
om nu nog urenlang over de kin
deren te praten. Ofschoon, eigen
lijk behoefde hij er niet bang
voor te zijn, want er bestond
maar weinig gevaar dat ze uit
zichzelf naar de kinderen zou
vragen.
Sinds zijn huwelijksleven was
geen enkele nacht hem nog zo
zwaar gevallen als deze, terwijl
zijn hoofd rusteloos van de ene
zijde van zijn kussen naar de
andere rolde. Steeds weer zag
hij die dompige kelderwoning
met die slonzige vrouw voor zich,
met die brutale Justus Halier, die
hij een draai om zijn oren had
gegeven. Maar op dat ogenblik
had hij onmogelijk anders kunnen
handelen. Misschien had hij de
jongen nog grondiger onder han
den moeten nemen, maar wat
had hij er eigenlijk mee te ma
ken? Uiteindelijk had hij alleen
voor Fritz te zorgen.
Toen de ochtend aanbrak was
het hem alsof hij een grondig
pak slaag had gehad. Moe stond
hij op. Zijn dagtaak begon al
vroeg en hij was er aan gewend
dat Anna niet opstond om voor
zijn ontbijt te zorgen. Meestal
zorgde hij zelf voor zijn eten,
vóór hij naar de fabriek ging en
meestentijds was het hem een
genoegen om rustig en zonder
herrie het huis uit te komen. Hij
hield er van om in deze tijd van
het jaar een ochtendwandeling
te maken in de frisse lucht.
(Wordt vervolgd.)
stanüige beweging thans zijn
aangewezen op de massa's der
bevreesde blanken, die in een
Arabisch Algerije geen bestaans
mogelijkheden zien, die huis en
haard niet willen verliezen en
die, ook wanneer zij het niet
openlijk zeggen, in een deling
van Algerije geloven. Juist
daarom is het probleem het be
langrijkst, of de Fransen in een
onafhankelijk Algerije de garan
tie zullen bezitten, die hun leven
en bezit verzekert,
Wergelijk opluchting?
Het is niet voldoende, dat ge
neraal De Gaulle proclameert,
dat de Europeanen niet aan de
willekeur van een Algerijns re
giem zullen zijn overgeleverd
hij moet de blanken daarvan
ook werkelijk overtuigen. Slaagt
hij daarin, dan bestaat in ieder
geval de mogelijkheid, dat ten
minste een deel van de blanke
bevolking zich bij de nieuwe
orde zal neerleggen.
Voor de leiders van de O. A. S.
gaat het er daarom om, de ge
meenschappelijke propaganda
van Parijs en Tunis voor de
realiteit der garanties met alle
middelen te bestrijden anders
zijn zij verloren. Zij weten ook,
dat generaal De Gaulle zijn
hoop heeft gevestigd op de „gro
te opluchting", die het ingaan
van het bestand na een meer
dan zevenjarige oorlog teweeg
moet brengen. Maar zal bij de
blanken in Algerije de vreugde
over het einde van de strijd gro
ter zijn dan de vrees voor het
geen hun in een onafhankelijke
Algerijnse staat te wachten
staat?
De O. A. S. heeft zich onge
twijfeld terdege op de op
stand voorbereid. Zij traint
haar commando's, steelt nog
dagelijks wapens en vult
haar kassen door roofover
vallen, nu de „vrijwillige bij
dragen" door de verlamming
van de economie in Algerije
niet meer zo rijkelijk vloeiqp.
Maar een opstand die succes
heeft, ware toch slechts
denkbaar, indien het Franse
leger het geweer bij de voet
houdt.
Wel of geen burgeroorlog?
Of het bevel op Fransen te
schieten bij barricade
opstand gaf men het tenslotte
liever niet opgevolgd zou wor
den, is nog steeds twijfelachtig.
De recruten uit het moederland
zijn weliswaar tegenstanders
van de O. A. S., maar wanneer
men hun zou vertellen, dat gene
raal De Gaulle Algerije In feite
zou hebben opgegeven, zouden
stormaanvallen op de bolwer
ken van de O. A. S. misschien
niet te verwachten zijn. En tot
vestingen zijn de blanke wijken
van Algiers, Oran en Bone ge
maakt.
Maar juist het voorbeeld van
de barricade-opstand bewijst,
dat men het achter verschansin
gen slechts een tijdlang kan uit
houden wanneer van buiten
af geen hulp is te verwachten.
De O. A. S. is er weliswaar in
geslaagd, de staatsmacht meer
of minder schaakmat te zetten,
of te isoleren, maar zelf oefent
zij toch geen heerschappij uit
en bovendien blijft Algerije op
aanvoeren uit hot moederland
aangewezen. Hoe lang zou een
O. A. S.-regering zonder deze
aanvoeren stand kunnen hou
den? Zij kan slechts hopen, dat
ook in Parijs een omwenteling
volgt, maar daarop is de kans
vrijwel nihil.
Dit alles verklaart, waarom
de O. A. S. door twijfel wordt
geplaagd. Maar de O. A. S. is
een beweging, die, wanneer
men afziet van de fascisti
sche ambities van sommigen
harer leiders, aan de vertwij
feling ontsproot. En het zal
tenslotte de vertwijfeling
zijn, diz haar, voor wat de
blanke bevolking van Alge-
rijs betreft, commandeert
tenzij deze niet door een
nieuwe hoop ongedaan wordt
gemaakt.
(Nadruk verboden.)
(Advertentie.)
Akkertjes bevatten da
ideale combinatie van 2
pijnstillers zenuwkal-
merend bromisovalum
opwekkend coffeï-
num. Microscopisch fijn
poeder, dus directe op
name in het organisme,
dus directe werking zon
der kans op maagklach
ten. Ontdek óók de wel
daad van Akkertjes!
ic instant direct werkend
6 stuks f 0.50 12 stuks f 1
De berechting van
nazi-misdadigers
De minister van Justitie van
de Westduitse deelstaat Baden-
Württemberg, dr. Wolfgang
Haussman, heeft donderdag in
het parlement verklaard, dat
ongeveer tweehonderd natio-
naal-socialisten, die van moord
worden verdacht, aan de justitie
hebben weten te ontkomen.
Iets meer dan duizend Nazi's,
die hadden deelgenomen aan
massamoord, zijn schuldig aan
misdaden waarvoor vervolging
nog steeds mogelijk is. Meer
dan tachtig procent van hen is
bij name bekend en wordt sys
tematisch berecht, aldus de mi
nister.
Dr. Hausmann verklaarde het
bovenstaande naar aanleiding
van beweringen van een vrou
welijke officier van Justitie in
Mannheim, dr. B. Just—Dahl-
mann, dat tot de Westduitse
politie tal van moordenaars
zouden behoren.
In de vakantiemaanden
Het huis van bewaring 3 aan
de Oostelijke Handelskade in
Amsterdam zal gedurende de
twee vakantiemaanden vermoe
delijk worden gesloten. De direc
teuren van de drie huizen van
bewaring in Amsterdam hebben
dit aan de directeur-generaal van
ret gevangeniswezen voorgesteld
teneinde het gevangenispersoneel
in de gelegvnheid te kunnen stel
len met vakantie te gaan. In ver
band met het reeds bestaande
personeelstekort dreigde door het
samenvallen van de vakanties in
alle drie huizen van bewaring
een onderbezetting te ontstaan.
Het personeel van de drie hui
zen van bewaring zal gedurende
de twee vakantiemaanden over
het huis van bewaring 1 (Kleine
Gartmanplantsoen) en het huis
van bewaring 2 (Havenstraat)
worden verdeeld.
De directeur-generaal van het
gevangeniswezen, mr. E. A. M.
Laruers, deelde desgevraagd mede
dat een beslissing over het voor
stel nog moet worden genomen,
maar dat het wel in de lijn der
verwachting ligt dat het plan
wordt gerealiseerd. Het hoofd
van het arrondissementsparket
in Amsterdam heeft met deze tij
delijke voorziening ingestemd.
Eet zal geen gevolg hebben in
het executeren van de vonnissen
Zo nodig zullen de delinquenten
in andere huizen van bewaring
worden ondergebracht.