Tweede Kamer besloot debat over de loonpolitiek Algerije tussen vrees en vrede niét vtogetm SUNiL HALEN! parten in Vlood Amsterdams huis van bewaring vermoedelijk dicht ...want AKKERTJES zijn instant cachets* met 4-voudig wer« kend micropoeder Vrijdag 16 maart 1962 DE VETTE 7 EEUW Pagina 7 Bij de voortzetting der behan deling van de interpellatie van drs. D. Roemers (P. v. d. A.) over de loonpolitieke situatie zou in de Tweede Kamer donderdag middag de heer Bakker (CPN) aan het woord komen. De heer Bakker sprak echter in eerste instantie niet over de loonpolitieke situatie, maar over de kwestie Nieuw-Guinea. Hu informeerde naar de mo gelijkheid van het houden der door hem aangevraagde interpel latie. Hij meende dat deze inter pellatie de volgende week wel zou kunnen worden gehouden. De voorzitter zag geen reden om de volgende week die inter pellatie te houden. Vervolgens kwam de heer Bak ker tot de interpellatie over de loonpolitieke situatie in het al gemeen en de jongste aanwijzing der regering in het bijzonder. Dat de heer Roemers woens dagmiddag geen motie heeft in gediend is volgens de heer Bak ker duidelijk: hg, de heer Roe mers, wil terug naar Oud-Was senaar, maar dat kan hij in een motie aan zijn arbeiders met ver kopen. De arbeiders zullen er goed aan doen hun eigen spelregels op te stellen. De heer Van Eibergen (A.R.) merkte op dat zijn fractie niet erg gelukkig is met het debat, dat een debat zonder kop of staart dreigt te worden. Met de „onuitvoerbaarheid van de loonregels valt het nog wei iets mee. Sprekers fractie heeft al vroeger gepleit voor in diening van een wetsontwerp waarbii een nieuw instituut voor de loonpolitiek zou worden inge steld. Ook sprekers-fractie ziet bezwaren tegen de huidige spel regels, die voor een overgangs fase zijn bedoeld. Er is geen verschil van. mening over dat de bevoegdheid op het loongebied meer naar het bedrijfsleven moet worden verschoven. Gaan we naar een andere loon politiek toe, dan is allereerst no dig grondig overleg. Wie zou niet een betere loon politiek willen?, zo vroeg spr. Alles wat tot nu toe bereikt is zou in gevaar kunnen komen als het georganiseerde bedrijfsleven niet bereid is tot samenwerking. Men zal wegen moeten vinden om uit dit conflict te komen. Spreker deed een ernstig beroep op het georganiseerde bedrijfs leven een zodanige oplossing na te streven dat datgene wat be reikt lèj'ttlet in gevaar zal wor den gebracht. Öe lieer Cörver (VVD) noem de de interpellatie van drs. Roe mers meer een loonpolitieke be schouwing. Is het mogelijk een loonsysteem te vinden onder de huidige druk van de arbeidsmarktsituatie? Spreker acht het nauwelijks denkbaar, nu van enig redelijk aanbod van arbeidskrachten geen sprake is. Zwart loon is een uit vloeisel van concurrentieverhou dingen. Zwart loon is er altijd ai geweest, ook tijdens liet be wind van minister Suurhoff. Het is een overspanningsverschijnsel. Hier en daar zijn al tekenen van een neergang in de conjunc tuur. Het is z.i. zaak het geheel stevig in de hand te houden op het gebied van ionen en prijzen. Er is door de matiging terecht ingegrepen. De heer Kikkert (CHU) meent dat ook onder de laatste jaren der geleide loonpolitiek verschil van mening in het georganiseer de bedrijfsleven aan bet licht kwam. Desondanks hebben or ganisaties die tegen dat beleid bezwaren hadden con amore medegewerkt in het belang van de totaliteit. Het akkoord van Oud-Wassc naar is een compromis; de rege ring wilde verder gaan met de matiging. Het bedrijfsleven moet nu geen poging doen dit compro mis verder uit te hollen. Wat de sociaal-economisch Po litieke facetten betreft merkte de heer Kikkert op dat de P. v. d. A. akkoord is pecaan met het ak koord van Oud-Wassenaar, maar te weinig aan de sociale kant aan dacht heeft besteed. De heer Roemers interrum peerde: „Het is een interessant betoog, maar liet heeft niets te maken met mijn uiteenzettin gen". De heer Kikkert herinnerde er aan dat in de regeringsverkla ring van 1959 reeds is aangekon digd dat ingegrepen zou moeten worden als de situatie daartoe aanleiding zou geven. Onder de gedifferentieerde loonpolitiek ziin de werknemers er beter afgek^en dan onder de geleide loonpolitiek. Spreker zou wensen dat be drijfsleven en regering opnieuw om de tafel gaan zitten om het akkoord van Oud-Wassenaar en de uitleg van de jongste aanwij zing. De heer Baart (Arb.) bracht tot uitdrukking dat er, ondanks de socialistische oppositie, toch wel iets aan de loonpolitiek moet gebeuren. Wat de uiteenzettingen van drs. Bogaers, woensdagmiddag in de Kamer, betreft zeide de heer Baart o.m.: „naar Pieter Bogaers luisteren, doet naar pa ter Hoefnagels verlangen". (Ge lach). Sprekers fractie heeft ook nu geen behoefte aan een motie. Minister Veldkamp zeide ver heugd te zijn dat de maatregelen van de regering zo'n goede weer klank hebben gevonden bij de meerderheid der Kamer. In het bijzonder dankte hii de heer Bo gaers voor de krachtige steun. De minister bepaalde zich tot een aantal hoofdpunten uit de discussie. De klacht van de in- terpellant, dat de minister om de kern van de zaak is heengegaan, wees de minister van de hand. De interpellant is om het ant woord van de minister heenge gaan. De interpellant heeft de minis ter verzocht de machtsverhoudin gen niet uit het oog te verliezen. Dat heeft de minister ook niet gedaan, maar hij meent dat op het terrein van vraag en aanbod ook machtsverhoudingen werk zaam zijn. Men moet de vinger op de pols van de conjunctuur houden, maar een klein land met een open eco nomie als het onze maakt con- junctuurpolitiek zo moeilijk. Het kabinet volgt bij voortdu ring de conjuncturele spanningen en beraadt zich daar steeds over. De minister zal cijfers over zwart loon doen toekomen aan de vaste commissie voor sociale zaken. Geheimzinnigheid behoeft daarmede niet te worden be tracht. Het beleid blijft er op gericht een afglijden naar een situatie van slechte werkgelegenheid en wat daarmede samenhangt te voorkomen. Dit moet inspireren tot zelfdiscipline, verantwoorde lijkheid en eensgezindheid. Staatssecretaris Roolvink her innerde er aan dat de loonafwij- kingen in juli 1959 bij de invoe ring van de gedifferentieerde loonvorming ongeveer drie pro cent bedroegen. Er is nu sprake van een vrij gering oplopen, te betreuren evenwel. De totale overschrijding met 5 procent heeft alleen betrekking op de in overtreding zijnde onder nemingen. In 1961 is het aantal overuren ongeveer vijftig procent van het aantal in 1960 en deze tendens zet zich voort. „Zwart gemaakt", zo interrum peerde de heer Bakker (CPN), waarop de Staatssecretaris op merkte deze uitlating een beledi ging aan het adres van de werk nemers te achten. De werk nemers letten immers zelf op de naleving van hun rechten. In Nederland is iedereen vrii om een C.A.O. aan te gaan of niet. De staatssecretaris hoopt dat de op 22 maart in de Stich ting van de Arbeid voort te zet ten besprekingen tot succes zul len leiden. De voorzitter sloot de beraad slagingen en sloot daarna te kwart voor vijf de vergadering. (Advertentie.) NEDERLANDS MEEST GEBRUIKTE WASMIDDEL Het Verbond van Nederlandse Werkgevers bepleit soepelheid in het loonbeleid Met betrekking tot de moeilijk heden, die opnieuw over de loon politiek voor het jaar 1962 zijn gerezen, schrijft het Verbond van Nederlandse Werkgevers in zijn orgaan „De Nederlandse Indus trie". dat men, tegen de achter grond van de spanningen waar mee onze economie te kampen heeft en die met name blijken uit de situatie op de arbeids markt, in alle gemoede de vraag kan stellen of men het doel de ontwikkeling van onze volkshuis houding in de hand te houden beter dient met een star beleid, dat de regels tot principes ver heft waartegen niet gezondigd mag worden, of door een zekere souplesse die recht doet weder varen aan een stuk praktijk van alle dag. Het verbond wil het heel concreet zeggen: Naar ziin over tuiging kan men een ontwikke ling uiteindelijk beter in de hand houden door in beperkte mate aan die praktijk tegemoet te ko men dan door het voeren van een beleid dat in grote delen van het bedrijfsleven ontbloot van wer kelijkheidszin gekenschetst zal worden. Het verbond zegt geens zins het loslaten van alle rem men te bepleiten. Ook het ver bond erkent de gevaren die daar in gelegen zouden zijn voor onze concurrentiepositie en dat wil zeggen voor onze verdere econo mische groei. Er zullen dan pok, zolang wij van mening bijven dat in het gehele sociaal-econo mische beleid dat gericht is op die economische expansie een loonpolitiek thuishoort, bepaalde spelregels moeten zijn. Maar, zo zegt het verbond, die spelregels moeten begrijpelijk en vooral in de praktijk uitvoerbaar zijn, wil het bedrijfsleven het vereiste be grip kunnen opbrengen, hetgeen weer noodzakelijk is om een daadwerkelijke medewerking tc kunnen geven. SPEELKWARTIER IN NOORWEGEN Wetsontwerp voor rijbewijs in België De Belgische minister van Verkeer, Bert rand, heeft woens dag in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers aange kondigd. dat de regering bin nenkort zal beslissen over de invoering van een „vergunning tot het besturen van motorvoer tuigen". Volgens het Wetsonwerp zul len automobilisten die op de dag van het inwerkingtreden van de wet de leeftijd van 21 jaar heb ben bereikt, het rijbewijs krij gen na het overleggen van een verklaring, dat zij voldoende kennis hebben van de verkeers- voorschriften, en van een me disch attest. Belgen die nog geen 21 jaar oud zijn en „nieu we" chauffeurs zullen een exa men in verkeerstekens moeten afleggen. Vrijstelling daarvan zal worden verleend op vertoon van een getuigschrift van een autorijschool. Chauffeurs van bussen e.d. zullen, indien het ontwerp wordt aanvaard, een rijproef moeten afleggen en medisch moeten worden onderzocht. Ook chauffeurs van vrachtauto's zullen aan een rijproef worden onderworpen voordat zij het rijbewijs kunnen krijgen. Deze schoolmeisjes in Rauland in Noorwegen hebben kennelijk nog een ruime portie Vikingen- bloed in de aderen, gezien het koelbloedige enthousiasme waar mee zij hier in de sneeuw stoeien. En dat bij ettelijke graden vorst1 OPSTAND DIE SUCCES HEEFT NIET MOGELIJK INDIEN FRANSE LEGER VOET BIJ STUK HOUDT Wat speelt zich gedurende de laatste dagen van dc onderhandelingen over een wapenstilstand in Algerije in de kringen van de O. A. S. af? Onder haar leiders zij zijn het nog nooit eens geweest zijn lieden, die nog altijd niet aan een werkelijke overeenstemming tussen Parijs en de Algerijnen willen geloven. Zij menen, dat eens het uur zal komen, waarop De Gaulle toch gedwon gen zal zijn tot een oplossing zonder de.leiders van de F. L. N. en dan de hulp van de blanken in Algerije nodig zal hebben. Dit verklaart de betrekkelijk voorzichtige houding, die Salan tot nu toe heeft aangenomen en die hem in conflict heeft gebracht met een aantal van zijn „kolonels", die al enige tijd geleden in het groot hadden willen toeslaan. Maar Salans theorie: „Wij mogen het De Gaulle niet gemakkelijker maken; hij zou een opstand kunnen neerslaan en dan met de Algerijnen overeenkomen wat hij wil", heeft voorlopig toch gezegevierd. De O. A. S. heeft alles gedaan om de chaos in Algerije te ver ergeren en dc koorts niet te laten dalen. Maar tot een „putsch" is het niet gekomen. Dat is Salans laatste troef en om er enige kans op succes mee te kunnen hebben, zal hij op het juiste ogenblik op tafel moeten worden gelegd. Het uur u Wanneer is dat juiste ogenblik gekomen? Onmiddellijk na de ondertekening van het bestand, wanneer de eerste groepen Al gerijnse guerillastrijders naar hun land beginnen terug te keren? Daartoe zouden de be trekkingen van de O. A. S.-lei- ders met Parijs zo goed moeten zijn, dat zij precies zouden weten: morgen of overmorgen verschijnen de eerste Algerijnse vrijheidsstrijders. En zelfs dan zou het te laat kunnen zijn: het Franse leger is zonder twijfel in staat, de grote Algerijnse steden zo te bezetten, dat op de „kri tieke dagen" geen opstand mo gelijk zal zijn. En later? Geest drift is geen waar, die men kan inblikken. Is dus de wil tot opstand aan wezig, dan komt het er vooral op aan, met welk doel. Want anders dan in april 1961, toen de hoge militairen dc steun van burgers afwezen, zou een op- KIND VERONGELUKT Donderdagmiddag is de vierja rige J. K- Koers uit Hengelo ge dood, toen hij plotseling de Schu- mannstraat overstak en gegrepen werd door een personenauto, be stuurd dorr de 32-jarige M. J. G. uit Enschedé. Het kind was op slag dood. Door ANGELA VON KIESLING 6) Nadruk verboden. Fritz lag op zijn buik in bed en las in een klein boekje. Toen hij de deur hoorde open gaan probeerde hij het boekje snel on der zijn hoofdkussen te verber gen, maar zijn vader had de snelle beweging gezien. Zonder een woord te spreken haalde hij het onder het kussen vandaan. „Zo, dus dat is je tegenwoordige lectuur. Eén van de slechtste detectieve-romans!" Verlegen keek Fritz zijn vader aan. ,Hoc kom jij aan dergelijke lectuur? Vooruit, vertel het maar, m'n jongen." „Hij.... hij... Justus heeft het me gegeven." ,Aha, je nieuwe vriend. Maar hij heeft een slechte inborst en ik zou hem maar gauw laten schieten als ik jou was. Ik heb hem vandaag gezien en ik wil je wel vertellen dat ik niet toe sta dat jij met dergelijke men sen omgang hebt. En dit boek krijg je ook niet terug." „Waarom niet? Het is zo span nend!" „Bijzonder spannend. Dat zie ik! Maar niet voor jongens van jouw leeftijd, Fritz! Dit moet je yan me geloven,"- Lindinger ging op de rand van zijn bed zitten. „Kijk me eens aan, jongen." Fritz draaide zich naar zijn vader en met zijn heldere eerlijke ogen keek hij hem recht aan. Diep keek Lindinger in de blau we jongensogen, als wilde hij er in doorgronden in hoeverre de jongen al verknoeid was sinds hij met de Haller's omgang had. Maar de blik van de jongen was eerlijk. Fritz scheen er geen idee van te hebben in hoeverre zijn nieuwe vriendschap gevaar lijk was voor zijn toekomst. „Luister eens goed, mijn jon gen. Morgen ga je met mij naar een bibliotheek. Daar zullen we samen enkele spannende boeken voor je uitzoeken en dan zal ik verder geen woorden vuil maken over deze lectuur. Ik begrijp best dat je graag iets avontuurlijks wilt lezen. Je bent een jongen en nu ook in de leeftijd dat je graag iets spannends leest. Maar dan moet je me iets beloven. Ga niet meer met Justus mee. Je hebt toch je vriend Horst en hij was werkelijk verdrietig dat je de laatste weken geen tijd meer voor hem had." „Maar Horst heeft ook niet zoveel tijd voor mij als Justus. .Wat moet ik er altijd doen als er bii hem thuis niets te beleven is? En hier thuis? Angelika is bang en schuw en bovendien is zij een meisje, daar kan ik niet mee spelen. En moeder? Nu, dat weet je zelf ook wel, die kijkt hele maal niet naar ons om." Dat waien harde woorden uit de mond van een kind. Lindin ger versteende terwijl hij luis terde, had Anna nu reeds het hart van de jongen verloren? Fritz had een geheel andere aard als Angelika. Hij had een sterke hand nodig die hem leidde en voor hem zorgde. Zijn levendige fantasie verlangde steeds iets anders, steeds iets nieuws. Het onrustige bloed van zijn moeder scheen sterker door zijn aderen te stromen dan het rustige en bedachtzame van zijn vader. Als hij Fritz nu aan banden zou leg gen zou de jongen hem voor al tijd ontglippen. Dat zou nooit ge beuren, want Lindinger was zich te sterk zijn verantwoording be wust. Bovendien hield hij erg veel van zijn kinderen, maar zijn werkuren lieten niet toe om zich veel met de kinderen te be moeien. Maar toch bleef er niets anders over dan om zich naast zijn dagelijkse arbeid meer en meer met de kinderen te be moeien. Het voorjaar was in zicht, dan werden de dagen lan ger en de somberheid van de winter zou wel van hen afglij den. Maar wat zou er gebeuren in de uren dat ze overdag toch alleen zouden zijn? Hij moest er voor zorgen dat hij voor die uren een goed onderdak voor zijn kinderen kreeg. „Goeie nacht, Fritz", beëindig de hij zijn gedachten. „Zul je bidden vóór je gaat slapen?" Hij stond op cn liep langzaam de kamer uit Hopelijk sliep An na al, want hij was niet in staat om nu nog urenlang over de kin deren te praten. Ofschoon, eigen lijk behoefde hij er niet bang voor te zijn, want er bestond maar weinig gevaar dat ze uit zichzelf naar de kinderen zou vragen. Sinds zijn huwelijksleven was geen enkele nacht hem nog zo zwaar gevallen als deze, terwijl zijn hoofd rusteloos van de ene zijde van zijn kussen naar de andere rolde. Steeds weer zag hij die dompige kelderwoning met die slonzige vrouw voor zich, met die brutale Justus Halier, die hij een draai om zijn oren had gegeven. Maar op dat ogenblik had hij onmogelijk anders kunnen handelen. Misschien had hij de jongen nog grondiger onder han den moeten nemen, maar wat had hij er eigenlijk mee te ma ken? Uiteindelijk had hij alleen voor Fritz te zorgen. Toen de ochtend aanbrak was het hem alsof hij een grondig pak slaag had gehad. Moe stond hij op. Zijn dagtaak begon al vroeg en hij was er aan gewend dat Anna niet opstond om voor zijn ontbijt te zorgen. Meestal zorgde hij zelf voor zijn eten, vóór hij naar de fabriek ging en meestentijds was het hem een genoegen om rustig en zonder herrie het huis uit te komen. Hij hield er van om in deze tijd van het jaar een ochtendwandeling te maken in de frisse lucht. (Wordt vervolgd.) stanüige beweging thans zijn aangewezen op de massa's der bevreesde blanken, die in een Arabisch Algerije geen bestaans mogelijkheden zien, die huis en haard niet willen verliezen en die, ook wanneer zij het niet openlijk zeggen, in een deling van Algerije geloven. Juist daarom is het probleem het be langrijkst, of de Fransen in een onafhankelijk Algerije de garan tie zullen bezitten, die hun leven en bezit verzekert, Wergelijk opluchting? Het is niet voldoende, dat ge neraal De Gaulle proclameert, dat de Europeanen niet aan de willekeur van een Algerijns re giem zullen zijn overgeleverd hij moet de blanken daarvan ook werkelijk overtuigen. Slaagt hij daarin, dan bestaat in ieder geval de mogelijkheid, dat ten minste een deel van de blanke bevolking zich bij de nieuwe orde zal neerleggen. Voor de leiders van de O. A. S. gaat het er daarom om, de ge meenschappelijke propaganda van Parijs en Tunis voor de realiteit der garanties met alle middelen te bestrijden anders zijn zij verloren. Zij weten ook, dat generaal De Gaulle zijn hoop heeft gevestigd op de „gro te opluchting", die het ingaan van het bestand na een meer dan zevenjarige oorlog teweeg moet brengen. Maar zal bij de blanken in Algerije de vreugde over het einde van de strijd gro ter zijn dan de vrees voor het geen hun in een onafhankelijke Algerijnse staat te wachten staat? De O. A. S. heeft zich onge twijfeld terdege op de op stand voorbereid. Zij traint haar commando's, steelt nog dagelijks wapens en vult haar kassen door roofover vallen, nu de „vrijwillige bij dragen" door de verlamming van de economie in Algerije niet meer zo rijkelijk vloeiqp. Maar een opstand die succes heeft, ware toch slechts denkbaar, indien het Franse leger het geweer bij de voet houdt. Wel of geen burgeroorlog? Of het bevel op Fransen te schieten bij barricade opstand gaf men het tenslotte liever niet opgevolgd zou wor den, is nog steeds twijfelachtig. De recruten uit het moederland zijn weliswaar tegenstanders van de O. A. S., maar wanneer men hun zou vertellen, dat gene raal De Gaulle Algerije In feite zou hebben opgegeven, zouden stormaanvallen op de bolwer ken van de O. A. S. misschien niet te verwachten zijn. En tot vestingen zijn de blanke wijken van Algiers, Oran en Bone ge maakt. Maar juist het voorbeeld van de barricade-opstand bewijst, dat men het achter verschansin gen slechts een tijdlang kan uit houden wanneer van buiten af geen hulp is te verwachten. De O. A. S. is er weliswaar in geslaagd, de staatsmacht meer of minder schaakmat te zetten, of te isoleren, maar zelf oefent zij toch geen heerschappij uit en bovendien blijft Algerije op aanvoeren uit hot moederland aangewezen. Hoe lang zou een O. A. S.-regering zonder deze aanvoeren stand kunnen hou den? Zij kan slechts hopen, dat ook in Parijs een omwenteling volgt, maar daarop is de kans vrijwel nihil. Dit alles verklaart, waarom de O. A. S. door twijfel wordt geplaagd. Maar de O. A. S. is een beweging, die, wanneer men afziet van de fascisti sche ambities van sommigen harer leiders, aan de vertwij feling ontsproot. En het zal tenslotte de vertwijfeling zijn, diz haar, voor wat de blanke bevolking van Alge- rijs betreft, commandeert tenzij deze niet door een nieuwe hoop ongedaan wordt gemaakt. (Nadruk verboden.) (Advertentie.) Akkertjes bevatten da ideale combinatie van 2 pijnstillers zenuwkal- merend bromisovalum opwekkend coffeï- num. Microscopisch fijn poeder, dus directe op name in het organisme, dus directe werking zon der kans op maagklach ten. Ontdek óók de wel daad van Akkertjes! ic instant direct werkend 6 stuks f 0.50 12 stuks f 1 De berechting van nazi-misdadigers De minister van Justitie van de Westduitse deelstaat Baden- Württemberg, dr. Wolfgang Haussman, heeft donderdag in het parlement verklaard, dat ongeveer tweehonderd natio- naal-socialisten, die van moord worden verdacht, aan de justitie hebben weten te ontkomen. Iets meer dan duizend Nazi's, die hadden deelgenomen aan massamoord, zijn schuldig aan misdaden waarvoor vervolging nog steeds mogelijk is. Meer dan tachtig procent van hen is bij name bekend en wordt sys tematisch berecht, aldus de mi nister. Dr. Hausmann verklaarde het bovenstaande naar aanleiding van beweringen van een vrou welijke officier van Justitie in Mannheim, dr. B. Just—Dahl- mann, dat tot de Westduitse politie tal van moordenaars zouden behoren. In de vakantiemaanden Het huis van bewaring 3 aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam zal gedurende de twee vakantiemaanden vermoe delijk worden gesloten. De direc teuren van de drie huizen van bewaring in Amsterdam hebben dit aan de directeur-generaal van ret gevangeniswezen voorgesteld teneinde het gevangenispersoneel in de gelegvnheid te kunnen stel len met vakantie te gaan. In ver band met het reeds bestaande personeelstekort dreigde door het samenvallen van de vakanties in alle drie huizen van bewaring een onderbezetting te ontstaan. Het personeel van de drie hui zen van bewaring zal gedurende de twee vakantiemaanden over het huis van bewaring 1 (Kleine Gartmanplantsoen) en het huis van bewaring 2 (Havenstraat) worden verdeeld. De directeur-generaal van het gevangeniswezen, mr. E. A. M. Laruers, deelde desgevraagd mede dat een beslissing over het voor stel nog moet worden genomen, maar dat het wel in de lijn der verwachting ligt dat het plan wordt gerealiseerd. Het hoofd van het arrondissementsparket in Amsterdam heeft met deze tij delijke voorziening ingestemd. Eet zal geen gevolg hebben in het executeren van de vonnissen Zo nodig zullen de delinquenten in andere huizen van bewaring worden ondergebracht.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1962 | | pagina 5