terdag 18 februari 19QV Jfeaterdag 18 februari 1961. bjeetiviteit. Daarom geeft zaamheid en is op zekere Du h deze ook kunnen zyn, zeke ewenst. zou ik nog willen opmerken Deerde kwalificatie progressief! ken kan hebben met de men liter. ie" Meneer de Voorzitter, hoewel I bedoeling ligt de algemene be I voet te volgen, wil ik toch geboden gelegenheid gebruik I kei woord te zeggen. Ik hpcm I reeds meer geciteerde Bijbel I toepassing wordt, want als hei* I den aangezien. eschouwingen zijn zeer uit8e I r is vrijwel uitputtend over I proken. Sommige vragen, ciir I Us het ware door de sprekers I precht hebt U geantwoord, dat I gestelde problemen onze volle I zó, dat niet alle kwesties tege. I ling gebracht kunnen worden I malen gezegd, dat voorshands I [op het zwembad was gericht I pt het ook voor mij een grot» I lop korte termijn met de bouw I pn aanvang zal kunnen worden 1 geschiedenis van het zwembad I n af meegemaakt.. Uzelf hebt I [rnstig bestudeerd en weet er 1 heeft mij vaak verdroten, dat moeten duren. De moeilijk- i zwembad zijn vele geweest, edig begrip voor deze moeilijk, kon men enkele maanden ge- 1 van een vergadering van de een bestuurslid op een vraag [de vorige burgemeester eens mooi zwembadplan had ge- perder nooit meer' iets van dat p.a.w. het gemeentebestuur zal el meer hebben gedaan. Hier. weinig begrip er voor de te nkheden bestond. Reeds vrij kllatie werd U met het zwenv |fronteerd en ik ben blij, dat nming had en dat U met en- hebt aangepakt, ekers hebben het gehad over [tehuis. Het is U bekend, dat en hiervoor te ontwerpen. In |t moeten wij dit stadhuis'ma- er probleem is de kwestie van pschien, dat het onder de leef- gebracht kan worden, maar |niet al te veel rekenen. Het er niet één van Terneuzen bij vele gemeenten in Neder- grote gemeente in Zeeland [geruime tijd plannen gereed een nieuw stadhuis, maar de lat daar ook nog steeds op echter niet alle hoop ver- lal is de plaats al bepaald en voorbereiden, pt het cultureel centrum heb- rokers op spoed aangedrongen, pt met particulieren niet gaat, ere wijze. Die andere manier pmen een Stichting moet vor- van de bouwkosten moet door het particulier initia- pn deze particuliere deelname nistisch gestemd. Een loterij [ondervond een aantal jaren [langstelling. Terzake kan al- [reikt als alle bevolkingsgroe- pn op dit gebied schort het ebben wij weer gezien bij de [n een openbare leeszaal zijn tjkheden te overwinnen. Het een dergelijke instelling nodig 'ing van de leefbaarheid eh [rden gesubsidieerd. De moei- nenteel op het punt van de |ke subsidiëring voor zelfstan- U kunt er verzekerd van I ook hier alle aandacht voor penbare tijd zal trachten een Terneuzen te krijgen, stichting van een bejaarden- i inderdaad reeds geruime tijd Intse zjjde een verzoek tot het [n geldlening. Hiermede zijn gemoeid, niet alleen voor de poor de exploitatie. Wü heb- pld aan het Julianaziekenhuis, de gemeente uit hoofde van nke bijdragen moet verlenen. |t nodig bevreesd te zijn, dat geen oog zou hebben voor willen wij het risico tot het ten. Wij hopen zeer binnen- [e] te komen tot garanderen vaardoor de stichting van een [en de mogelijkheden komt te [evergoedingsregeling in ver erken te Sluiskil hebben vele trusting uitgesproken. Er komen in de procedure tot nteigeningsvergoedingen. De gsvergoedingen zal op 27 en •g. hearing houden. Daarop benden hun wensen ter ken- brengen. De praktijk is, dat chattingen zullen plaats vin- t ter kennis brengen van de ergoedingen. Hiermede kan d gemoeid zijn, doch in ieder egin gemaakt, ■Iers hebben gesproken over te, met name dat dit veel te at dit nauwelijks betoog be rde Staten leefde zelfs aan- e om de verdeling van het zien van Zeeland maar aan er te laten. Jammer dat dit want dan had de Minister 'aren hoe moeilijk een vet" elijk gering bouwvolume is- Vaar niet is, verliest zelfs de ro is het ook in Zeeland. Gc- ?bben nu eenmaal niet veel kunnen niet al te veel hoop toewijzing. Aan de andere t indien zich een bedrijf ves- emieregeling ontwikkelings- ald aantal woningen uit een It toegewezen. Overigens zul- ons rechtmatig aandeel van 'wezen volume te krijgen, evelde was op het punt van niet zo optimistisch gestemd, k echter geen reden. De I'S' is gunstig en nu het overal te geraken, zal de belang- d zeker toenemen. e grote investering in indu- er risico met zich, doch er is it men een zekere mate van ebben. Men mag in ieder ge zeggen, dat wjj de geboden n hebben. Terneuzen heeft twikkelingskern al voor een n werken gesubsidieerd ge- eek is er een principiële toe- 'oor weer een nieuw werk. gemerkt, dat, willen wij ëc' eën te ontvangen, daarvoor gereed moeten liggen. Er tgang gemaakt worden met or de industrialisatie nood- DE VRIJE ZEEUW Pagina 15 ln de iaatste vergadering van ons college be roken met de heer Gouwetor. Deze had geen be- paar tegen deze keuzeplannen. In verband met het huurpeil zou ik nog willen ■rijzen op (1- verlaging van de Rijksbijdragen voor L volkswoningbouw, welke hierop van grote in- Stoèd is Het is helaas zó, dat het huurpeil voor Ellon in verband met hun inkomen te hoog is. Eet vraagstuk van de gemeente-classificatie heeft aandacht gehad. Ieder jaar wordt ^Kze° zaalT'hekekën. Nog in december is er een Htvoerie gedocumenteerd verzoek van ons col- Hiiwvci. AnniAiit» ie aanppflmnpen zen op de hoge huren. pe deze de vorige vergadering •ht in verband met de sanr- z.g. efficiënte woningbouw toge uitgegaan, waarbij opnieuw j_s aangedrongen or> b te Den Haag te willen bespreken. Wat de invloed Tva, le classificatie op de industrialisatie betreft st i ik op het standpunt, dat een lage loonklasse deze eerder afstoot dan aantrekt. Is de gemeente 'dk een hoge loonklasse geplaatst dan zal een te venteen bedrijf gemakkelijker arbeiders van bui- «f cïe gemron.e" kunnen aantrekken In Zierik- is de classificatie voor een bepaalde bedrijfs tak gewijzigd omdat een bedrijf moeilijkheden had met het meebrengen van personeel. Ook het punt van de vervangende woningbouw voor woningen welke o.m. te Sluiskil tengevolge van dc kanaal werken moeten verdwynen, hebben 'wii aangesneden. Naar voren Is gebracht, dat hiervoor vervangend bouwvoluwe zal moeten wor den verleend en wel boven het normaio bouw- De^sporthai heeft onze aandacht, hoewel ik srsoonlijk de mogelijkheden op dit punt voors- ands niet gunstig inzie. In andere plaatsen is hiermede eveneens bezig en wel van particu- Zijde. Met een dergelijk plan zijn echter grote immen gemoeid. Wanneer deze allemaal uit de neentekas moeten komen zal de stichting van sporthal nog wel even op zich laten wachten, engens is dit plan voor subsidiëring uit de leef- jarheidsregeling opgegeven. De stichting van de sportaccomodalie op het iuidersportpark kan iets optimistischer worden zien. De 3 in aanbouw zijnde kleedlokalen zul- ii met het nieuwe speelseizoen in gebruik kun- ,n worden genomen. Of dit het geval zal zijn .jet de geplande combinatie kleedlokaal/tribune betwijfel ik. Dit is jammer want deze is juist ge ilt bij het hoofdveld. hetgeen in verband met j verdwijnen van de terreinen aan het Weste lijk Bolwerk, deze zomer in gebruik zal moeten \4orden genomen. Ij De heer Weterings heeft om een rapport van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg gevraagd betreffende de klimatologische aspecten van de in dustrialisatie. Een dergelijke nota heeft ook onze aandacht. Wanneer men dit wil is het echter eveneens noodzakelijk dat genoemde Dienst goed i geoutilleerd is. Momenteel is de bezetting vol doende doch niet voor dergelijke werkzaamheden, In dit licht gezien verbaast het me wel een beetje, dat de heer Weterings in een vorige vergadering [bezwaar maakte tegen aanstelling van een twee- ge maatschappelijk werkster. Dc heer Weterings heeft dc vertaling van de industrie-folder ln het Engels oen symptoom ge noemd, dat wjj ons voornamelijk gaan richten op het buitenland en dat wij het vertrouwen in de Nederlandse industrie zouden hebben verloren. Dit is echter niet juist. Een groter aantal van de folder wordt ln het Nederlands gedrukt, zodat K hoofdaandacht op de Nederlandse industrie plijft gcricht| Tenslotte zou ik nog iels willen zeggen over de pste oeververbinding. De Minister heeft hierover edegedeeld, dat de voorgenomen studie voors- ds geen doorgang zou vinden. Dit verbaast mij ten zeerste. Over een vaste oeververbinding over de Westerschelde wordt nu al jaren gesproken I en nu komt er plotseling een plan uit de lucht K vallen voor het bouwen van een brug over een I andere zeearm in Zeeland, terwijl daar doorheen I over maximaal 18 jaren ook een dam wordt ge- Ilpgd. -.-r I Het is niet mijn bedoeling iets af te doen aan a deze verbinding. Ik weet te goed, dat Schouwen en Duiveland minstens zo geïsoleerd ligt als I Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is echter toch zó, dat na het gereedkomen van de Deltawerken er ook een verbinding is geschapen aan de westzijde door de nieuwe Detliadijk. Men heeft dan 2 verbindin gen. In dit Jicht, gezien doel het vreemd aan dat I men er zelfs jniot aan denkt, de vaste oeverver- binding overzie .Westerschelde in studie te nemen Deze verbinding is niet alleen van belang voor Zeeuwsch-Viaanderen, doch nog van groter belang vont de verlpjpding van de Randstad met België en FrankrijkilfHet is onze taak om mede via onze ,7 politieke -JaMts op deze oeververbinding steeds door te blijven hameren. Zij is een harde nood zaak om Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn isolement te bevrijden.- De heer Hit Meijer: Meneer de Voorzitter, in de ■rste plaats aaa ik mijn dank willen betuigen, dat U aan de wethouders de gelegenheid biedt om op de algemene beschouwingen hun visie te geven. Ik zou dc naar voren gebrachte punten niet op de voet willen volgen. Ik zou daarom een aantal opmerkingen willen maken, in de eerste plaats over de financiën en in de tweede plaats over de industrialisatie en de haven. De heer Van Langevelde heeft gezegd dat hij een juist inzicht mist in de stand van de financiën zolang de uitkomsten van 1959 en 1960 niet be- - kend zijn. De dienst 1959 is afgesloten en van de dienst 1960 hopen wü het eindcijfer zo spoedig mogelijk te weten. Juist enkele dagen geleden is er bericht binnengekomen omtrent de voorlopige toezegging van een extra bijdrage uit het gemeen tefonds, waarmede verwacht wordt de diensten 1959 en 1960 grotendeels sluitend te maken Zo lang dit niet zeker is kunnen wjj U terzake nog niet informeren. Wat de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten betreft is de commissie-Oud a! vele jaren bezig met het totstandbrengen van een re geling. Wanneer dit zo eenvoudig lag, dan zou hel waarschijnlijk niet zo lang duren. Allerwegen hoort men nog steeds de vurige wens tot het her krijgen van de financiële zelfstandigheid voor de gemeenten. Ik betwijfel of deze wens wel hele maal doordacht is. Wanneer men jeugdig is wil men op eigen benen staan en is dit eenmaal het geval dan slaakt men wel eens de verzuchting: had ik mijn vader en moeder nog maar bü me. Ik vraag me af of deze financiële zelfstandigheid vooral voor zich snel ontwikkelende gemeenten nu wel zo gewenst is. In vergelijking met voor de oorlog, (oen er nog vele gemeenten z.g. zelfstan dig waren, is de Ryksbegroting en ook vele ge meentebegrotingen tot het tien-voudige opgelopen. Dc Jpdastingbronnen, welke aan dc gemeenten vóór de oorlog een zekere zelfstandigheid gaven, zijn Ihans onvoldoende geworden. in de nieuwe Financiële Verhoudingswet streeft het Rijk naar een zekere zelfstandigheid van de gemeenten. Er worden objectieve normen gehan teerd en er is een aanpassingsperiode van 5 a 10 jesr. Ik geloof, dat wü deze zaak voor Terneuzen nuchter moeten beküken. Wü moeten thans toch niet ontevreden zijn. Ik geloof dat het bepaald voordelen geeft te delen met. de grotere 't'i'"t- 'het Ryk) dan met onvoldoende financiële middelen een zekere zelfstandigheid te hebben. ommige kleinere of rüke gemeenten kunnen daar wei bij varen en zouden misschien theoretisch tot minimalisering van de gemeentelijke belastingen kunnen komen. Ze zouden dus aantrekkelijke w bongemeenten worden. Men krijgt dan weer de oestand, dat men gaat wonen in de gemeente wati: men het minste belasting moet betalen. Dit /mi de Staat nooit op grote schaal kunnen toe slaan. Dc heer Ollebek heeft de wens geuit de afdo- hn;;.vergaderingen met alle leden in één keer te '"[hm. Ik geloof niet, dat dit erg nuttig zou zün 't een vergadering zouden na de fractievoorzit- d" overige leden wegens tydnood maar wei nig kunnen zeggen. Het college is even ontvan kelijk voor opmerkingen van deze leden, welke van Kroot nut kunnen zijn. Het nadeel van één vergadering is dus dat men in tijdnood komt en dat men niet te horen krijgt wat noodzakelijk is. Daarom lijkt het mü beter één vergadering met de fractievoorzitters, aangevuld met enkele an dere leden en één met de overige leden. Over de industrialisatie heeft U, meneer de Voorzitter, al veel gezegd. De heer Van Lange velde heeft de instelling van een industrialisatie commissie bepleit. Ik kan de motieven daarvoor waarderen, maar ik ben er toch een beetje huive rig voor. Hoe meer mensen men inschakelt hoe meer kans er is, dat er iets uitlekt in de pers, met alle waardering voor deze pers overigens, en dit is vooral bü besprekingen omtrent de vesti ging van een industrie, welke byna altijd een vertrouwelyk karakter hebben, niet gewenst. Er zjjn voorbeelden, dat door loslippigheid de kans op industrievestiging verloren ging. Ik geloof dan ook niet, dat nu al moet worden overgegaan tot het vormen van een commissie. De heer Weterings heelt opgemerkt, dat er wei nig animo is voor vestiging in Zeeuwsch-Vlaande ren. Dit was tot voor kort ook niet het geval. Daar begint echter een kentering in te komen, al moet ik toegeven dat de Schelde-barrière nog wel eens een handicap is. Ook de onbekendheid met Zeeuwsch-Vlaanderen speelt een rol. Er zijn nu nog mensen, die do reis naar Terneuzen over Vllssingen maken. De enige mogelijkheid om Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn isolement op te heffen is een vaste oeververbin ding, maar daar roken ik de eerste 10 h 15 jaar niet op. Er wordt wel gesproken over een tweede tunnel onder de Schelde ten noorden van Antwer pen, maar dan moet men toch weer over België, Voor industrievestiging is het voorts van be lang dat men beschikt over arbeidskrachten. Daarom is het noodzakelük, dat er huizen ge bouwd worden. Want enkel door industrlevesti ging gepaard gaande met een breed opgezette woningbouw kan men werknemers aantrekken. Dan is er nog gesproken over de haven.. Hier over kan ik U momenteel niets nieuws vertellen. De problemen rondom de haven hebben onze volle aandacht. Voor wü over de vorm van de haven een definitief standpunt innemen, willen wij eerst de achtergronden kennen van de terughouding door Den Haag op dit punt betoond. Het cultureel centrum is eveneens een punt van bespreking geweest. Hierby kunnen zich twee mogelijkheden voordoen. In de eerste plaats kan een dergelük centrum uit particulier initiatief voortspruiten en in de tweede plaats kan er een overheidsstichting gevormd worden, waarbü voor 10 door particulieren wordt deelgenomen. Al leen in het laatste geval is er een Rijkssubsidie- mogelijkheid. Nu is het zó, dat het particulier initiatief ter plaatse weinig voortgang maakt. Wü kunnen hier niet al te lang meer op wachten. Lukt het niet op korte termün dan zullen wü de vorming van een stichting onder ogen moeten zien. Persoonlijk ben ik er niet zo bang voor, dat het particulier initiatief hiervoor geen 10 bü elkaar zou kun nen brongen. Met een beetje propaganda en een loterij moet dit mogelük zün. Afgezien daarvan blüf ik toch de voorkeur geven aan een particuliere ondernemer, temeer waar men niet alleen met de stichtingskosten moet rekening houden, doch ook met de exploi tatie. Persoonlük zie ik dit culturele centrum als een project dat de gemeenschapszin in hoge mate kan stimuleren. De oprichting ervan zie ik iets Optimistischer in dan mün collega wethouder. De heer De Vos: Ik help het U wensen. De heer De Meijer: Meneer de Voorzitter, het tekort op de exploitatie van het zwembad is voor lopig geraamd op ƒ22.000,—. Ook het wegwer ken van dit tekort zie ik persoonlük niet zo don ker in. De oesterputten, van ouds reeds een plaats van verpozing, moeten aantrekkelük wor den gemaakt, niet alleen door de aanleg van een zwembad, doch ook door de aanleg van wandel gelegenheden, minigolf-links, verkeer,stuin e.d., en de bouw van een restaurant. De zaken, welke ik heb opgenoemd zün direct van belang voor de exploitatie, doch er is ook nog een indirect belang van het tourisme, n.l. het winkelbezoek e.d., hetwelk wel niet direct gevol gen heeft voor de gemeentekas, maar een gunstige invloed heeft op de middenstand in het algemeen. Tenslotte wil ik nog even inhaken op hetgeen door de heer Dieleman is gezegd omtrent de land bouwgronden nodig voor industrialisatie. Het ver lies van deze landbouwgrond kan momenteel niet gecompenseerd worden met grond in de Braak man of Zuiderzeepolders. Mijn gedachten gaan in dit verband uit naar inpoldering van het land van Saeftinge. De grond daar is overrijp. Na de afwikkeling van de tractaatsprocedure inzake het kanaal TerneuzenGent, is het een noodzaak dat op deze inpoldering de volle aandacht gaat vallen. De Minister is ook gezwicht voor inpoldering Van de Lauwerszee, waarom dan hier niet. Dit zal door de provincie duidelük naar voren moeten worden gebracht. Voorlopig zou ik het hierbü willen laten, meneer de Voorzitter. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, in de eer- |ste plaats wil ik het college dank zeggen voor de uitvoerige beantwoording van de algemene be schouwingen. De beantwoording van één punt heb ik gemist, n.l. dat van de huisvesting van de jeugd. Ik ben het met wethouder De Meijer eens, dat de begroting niet in één afdelingsvergadering be hoort te worden behandeld, waarbij men de open baarheid bepaaldelük geen geweld mag aandoen, doch dit zal de heer Ollebek ook niet bedoelen. Tenslotte zou ik de heer Van Langevelde nog willen antwoorden, dat wü niet betoogd hebben, dat de A R. geen goede democraten zouden zün, verre van dat. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, ik zou nog even willen inhaken op hetgeen door wet houder Dc Vos inzake de vermeende bezwaren mijnerzijds tegen een 2e maatschappelük werkster is opgemerkt. Wanneer de door de Dienst voor Maatschappe lijke Zorg bepaalde wetenschappelüke rapporten moeten worden opgesteld en er geen personeel voor beschikbaar is, dan zou hierin kunnen wor den voorzien door het aantrekken van een des kundige in tijdelijke dienst. De kwestie van de 2e maatschappelijke werk ster is hierbü niet aan de orde. De heer Van langevelde: Meneer de Voorzit ter, ik heb nog geen antwoord gehoord inzake mün vraag over inschakeling van de vereniging van B. en S betreffende de vaste oeververbinding. De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, om trent hetgeen door U gezegd is over het ambt; van burgemeester kunnen wij het eens zijn. Wat dat betreft staan wü volkomen achter U. De heer Hol heeft gesproken over het ideaal van de Party van de Arbeid met betrekking tot de doorbraakgedachte. Dit ideaal zal wel nooit in verwezenlijking gaan. Wü menen, dat de C.H. zeker nog een taak heeft en wij menen ook, dat de C.H. democratisch is. Met het gesprokene over het houden van twee afdelingsvergaderingen kunnen wij het wel eens zün, maar laat men dan ook geen uitzonderingen maken, want dan is het hek van dc dam. De Voorzitter: Ten aanzien van de huisvesting van de jeugd, zou ik willen opmerken, dat dit eveneens een onderwerp Is, dat gezien moet wor den in het licht van de leefbaarheid. Het zwem- bad was het meest urgente object, dat voor sub sidiëring ingevolge de „leefbaarheids"-regeling in aanmerking werd gebracht. Daardoor moesten andere projecten op de achtergrond worden ge schoven. Nu het zwembad op het punt van de subsidiëring is afgehandeld, kunnen wü ons met meer interesse tot andere leefbaarheidszaken be palen, waaronder uiteraard ook de huisvesting van de jeugd. Wat betreft de begrotingsbehandeling, zou ik willen stellen, dat de openbaarheid zeker niet te kort wordt gedaan wanneer er eerst een technisch vooronderzoek in de afdelingen plaats vindt. Er wordt dikwijls gesproken -over de vereiste zorg vuldigheid op het punt van de overheidsfinanciën. Ik ben van gevoelen, dat de hoogst mogelüke openbaarheid dezer financiën niet minder belang rijk is, al was het alleen reeds omdat de wet dit gebiedt. De Rüksbegroting b.v. wordt ook eerst in vooronderzoek door de Kamer behandeld. Ons college staat principieel op het standpunt, dat ten aanzien van de gemeentezaken de grootst moge lüke openheid dient te worden betracht, hetgeen echter niet wil zeggen, dat er geen vooronder zoek mag plaats vinden. Inzake de 2e maatschappelijke werkster, zou ik willen opmerken, dat wü naar de aanstelling daar van willen streven in de verre toekomst, dus niet op korte termijn. Over het resultaat van een eventuele bespreking in B. en S. inzake een vaste oeververbinding, kan ik U geen mededoling doen. Dit was vóór mün tijd. Ik zal hierop echter letten. Overgegaan wordt tot de volgnummersgewijze behandeling van de begrotingen. Volgno. 18. Dc heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit ter, is hot bedrag op deze i>ost wel voldoende. Er zün maar 12 raadsvergaderingen geraamd. Ik hoop, dat er zoveel plannen komen, dat wij met dit aantal niet uitkomen. De Voorzitter: Wanneer mocht, blijken, dat er meer vergaderingen zullen worden gehouden, zul len wü het bedrag van de presentiegelden tüdig ter correctie voordragen. Volgn. 70. Do heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, de aanschaffing van een toga, zoals geraamd op deze post, heeft myn waardering. Deze toga zal in het algemeen de zo nodige waardigheid Verlenen aan het ambt van ambtenaar van do burgerlüke stand. Volgno. 68. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit ter, de bezoldiging van de ambtenaren van de burgerlüke stand is gedeeltelük uitgedrukt in pro centen. Hierdoor wordt de raming wat onover- zichtelük. Is hier niet een definitief bedrag te ramen? De Voorzitter: Dc vaststelling van het salaris van deze ambtenaar berust bü Gedeputeerde Sta ten. Daaraan dienen wü ons te conformeren. Volgno. 76. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, mo gen wü aannemen, dat 't woonwagenkamp voldoet aan daaraan te stellen redelijke eisen. Om bü bet water te komen zou men nog al enige afstand af moeten leggen. De heer De Vos: Het woonwagenkamp voldoet zeker niet meer aan alle te stellen eisen. Nu is het zó, dat ter hoogte van het woonwagenkamp de nieuwe kanaalovergang van Rükswaterstaat zal komen te liggen. In dit verband ligt het niet in het voornemen nog veel kosten voor dit kamp te maken. Volgno. 88. De heer Huijbrecht: Meneer dc Voorzitter, de organieke sterkte van het politiekorps is vastge steld op 24 man. Wü hebben in de afdelingsverga- dering ook al naar voren gebracht, dat deze sterkte veel te gering is om naar behoren dienst te kunnen doen in een zo levendige gemeente als Terneuzen. Is het niet mogelijk te onderzoeken dit aantal uit te breiden, waarbij wü denken aan het instel len van een havenpolitie, zulks ter ontlasting van het huidige korps en niet opgenomen in zijn sterkte? De Voorzitter: Wü zullen de mogelijkheid daar toe zeker onderzoeken en U van de resultaten van dit onderzoek t.z.t. op de hoogte stellen. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, is er momenteel voldoende controle op hotels voor wat betreft de gasiten, die daarin logeren? De Voorzitter: Deze zaak heb ik met de Inspec teur van politie besproken en hieraan zal zeker de nodige aandacht worden besteed. De heer Weterings: Mag ik daaruit concluderen, dat er eigenlijk nooit controle' geweest -is? De Voorzitter: Zeker niet, alleen is het zó, dat bü deze geringe sterkte niet altijd die controle kon plaats vinden als wel wenselijk was. Volgno. 102. De Voorzitter: Mag ik uit de aanvaarding van deze post concluderen, dat er geen bezwaar tegen bestaat toe te treden tot de politie-opleiding te Wassenaar? Deze opleiding acht ik zeer nuttig voor de politie-ambtenaren. Terneuzen was tot nog toe de enige gemeente, welke niet was toege treden. Do heer Hol: Meneer de Voorzitter, waarom is deze toetreding al niet veel eerder gebeurd? De Voorzitter: De opleiding van politie-ambte naren is bü het korps alhier altijd in eigen hand gehouden. Dit is historisch zo gegroeid. Nu de eisen op dit punt meer en-meer uit gaan breiden willen ook wü niet nalaten ons in de rij van de andere gemeenten te scharen. Volgno. 134. De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzitter, in het algemeen zou ik iets willen opmerken over het brandweer materieel. In een vorige afdelings vergadering heb ik al eens aangedrongen op aan schaf van een magyrusladder. De étagebouw in de gemeente neemt steeds toe. Er komen steeds meer woonlagen bü. In dit verband acht ik de aanschaffing van een dergelijke ladder toch wel urgent. De Voorzitter: Deze zaak is door mü bespro ken in klein-eomité o.a. met de inspecteur van het brandweerwezen. Algemeen was men van oor deel, dat alles niet ineens kon worden aange schaft. Het meest urgent werd de aanschaf van een brandweerspuit voor Sluiskil geacht. De ma gyrusladder zal op de begroting voor het volgend jaar geplaatst worden. U moet overigens niet den ken, dat de aanschaf daarvan zo goedkoop is. Dit valt wel tegen. De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzitter, tot nog toe is er weinig aandacht besteed aan dc be strijding van scheepsbranden. De ramp op de Rijn ligt ons nog vers in het geheugen. Deze week is er in de haven een aanvaring geweest: met een tankschip van 3300 ton. Gelukkig bestond de lading niet uit vluchtige benzine, -anders was de ramp misschien nog erger geweest dan die van de R\in. Is het niet mogelijk om in samenwerking met dc Rükswaterstaat bepaalde maatregelen te treffen op dit punt? De Voorzitter: Wü zullen ons terzake recht streeks met het Ministerie van Verkeer en Water staat in verbinding stellen. De lieer Wetering»: Meneer de Voorzitter, zijn er springzeilen bü de brandweer en wordt hier mede regelmatig geoefend? De Voorzitter: Dit zullen wij onderzoeken, Volgno. 146. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit ter, het tekort van dc B. B. bedraagt circa 13.000. Dit is ook besproken in de afdelingsvergaderingen. Moet de gemeente dit bedrag zelf betalen? De Voorzitter: Dit tekort moet door de gemeen te worden gedragen. Zo is de situatie op het ogen blik. Ondanks alle mogelijke versobering en na aftrek van de Rüksbüdragen en een extra Rijks bijdrage is het niet mogelük dit tekort weg te werken. Overigens is het zó, dat er een her-oriën tatie op het gebied van de B. B. in overweging is. Volgno. 142. Do heer Weterings: Meneer dc Voorzitter, ligt hel in de bedoeling het klapbord op het kruispunt Axelsestraat kerkhoflaan biyvond te gebruiken? De Voorzitter: De ervaringen met dit klapbord zün, zoals de Ispectour van politie mü mededeel de, gunstig te noemen. De mogelükheid om ook na zonsondergang het verkeer op deze wüze te regelen door het aanbrengen van een verlichting of iets dergelijks, is thans in studie. De heer Weterings: Voldoen dc parkeerstrepen op dc Markt? De Voorzitter: Inderdaad. De heer Weterings: Is het dan de bedoeling om b|j herstrating ter plaatse een blijvende voor ziening te treffen? De heer De Vos: Dit ligt in de bedoeling. De ervaringen zjjn gunstig. Volgno. 186. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit ter, ik zou willen opmerken, dat door het verval len van het zwembad aan de Westsluis, het tekort op dit bad ook komt te vervallen. Dit kan ten goede komen aan het nieuwe zwembad, zodat de exploitatie daarvan circa ƒ10.000,— gunstiger wordt. Volgno. 214. De heer Van Ijangevelde: Meneer de Voorzit ter. de gemiddelde rente is gestegen van 3,7 tot 4,125 Wat denkt U van de rentestand in de toekomst? De her» De Meüer: Meneer de Voorzitter, de rentestand is momenteel vr|j stabiel. Er js on langs een geldlening van l miljoen gesloten voor 4'j en daarvoor in 1959 eveneens eenzelfde be drag tegen dit percentage. Volgno. 99 (ink.). De heer Bleijonberg: Meneer de Voorzitter. Verschillende energiebedrijven breken ten be hoeve van het leggen of herleggen van kabels de bestratingen op. Het komt daarbij dikwijls voor, dat als b.v. het electriciteitsbedrüf pas een kabel heeft gelegd, de P.T.T even later eveneens de straat aan het opbreken gaat. Is er op dit terein geen coördinatie mogelijk? De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, deze kwestie is al meermalen aan do orde geweest. Coördinatie is praktisch onmogelük. Ieder heeft zijn eigen werkprogramma en opgravingen e.d. van kabels is moeilijk op een bepaald tijdstip te plannen voor alle bedrüven tezamen. De heer Weterings: Wanneer er b.v. een nieuwe riolering gelegd moet worden van gemeentewege, kan dan het leggen van kabels, indien dit toch zal moeten gebeuren, niet tegelük worden afge dwongen? De heer De Vos: In het algemeen is dit niet mogelijk. Bü de aanleg van nieuwe straten kan dit wel. Bü oude straten echter niet. Vogno. 242. De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, wat ls de taak van de plantsoenwachter? De heer De Vos: Meneer de Voorzitter de be doeling js dat deze een oogje in het zeil houdt op de plantsoenen. Dit moet dus iemand zün, die regelmatig rond fietst op daartoe geëigende uren. Ik geloof echter dat het niet gemakkelük zal zün daarvoor een geschikt persoon te vinden, doch wü menen er toch een bedrag voor te moeten ramen. De heer Waver||n: Meneer de Voorzitter, wat bedoelt de heer De Vos met „geëigende uren"? De heer De Vos: Dat zal hoofdzakelük in de avonduren zün. Daarom zal het moeilijk zün hier voor iemand aan te trekken. De heer Weterings: ls het niet mogelük een gepensionneord politie-agent aan te stellen voor dit werk? De heer De Vos: Het lag in de bedoeling iemand in G. S. W.-verband daarvoor to nemen. Hier onder zyn echter niet al te veel, voor dit werk, ge schikte personen. Het is misschien wel mogelük een gepensionneerd politie-agent aan te trekken, maar daarvoor krijgen wij geen Rükssubsidie, zo dat de gemeente alles zelf moet betalen en dan wordt het wel erg duur. De heer Weterings: Misschien wegen de kosten wel op tegen de kosten van vernielingen in de plantsoenen. De heer De Vos: Misschien wel en misschien ook niet, want een plantsoenwachter kan ook niet overal tegelük zün. Volgno. 246. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, in de dag bladen heb ik gelezen, dat er op 17 november 1960 een openbare vergadering geweest is van het Rechtspersoonlükheid Bezittend Lichaam Afval waterleiding Kanaalzóne Zeeuwsch-Vlaanderen. Tot op heden mochten wü nog geen inzage krügen van de notulen van deze vergadering. Naar ik vernam zouden de notulen reeds kort na genoem de vergadering nog door de secretaris van de Commissie Samenwerkende Gemeenten Kanaal zone zün opgemaakt. Deze notulen zie ik met be langstelling tegemoet. In deze vergadering zou nog gesproken zün over een aan de nieuw benoemde secretaris toe te kennen vergoeding. Het kan toch niet de bedoeling zün, dat een der gelijke vergoeding wordt toegekend nu een der bestuursleden als zodanig is benoemd? De Voorzitter: De zaken met betrekking tot de afvalwaterleiding zün nog niet afgerond. Een vergoeding voor dè secretaris is nog niet vastge steld. Wanneer voor het voeren van de administra tie en het opmaken van de notulen een beroep moet warden gedaan op iemand buiten de secre taris, dan zal de vergoeding voor de werkzaam heden overwogen moeten worden. Dit hangt dus helemaal af van de behoefte. Volgno. 254. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter, is er al een definitieve datum bekend, wanneer op de nieuwe begraafplaats begraven zal kunnen worden? De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, deze datum is reeds bepaald door de Raad op 1 april a.s De heer Van langevelde: Is de aula dan ook al gereed? De heer De Vos: De aanbesteding heeft plaats gehad, doch het werk is nog niet gegund. Terzake is nog overleg gaande. De aula zal dan ook nog niet op 1 april a.s. klaar zijn. Volgno. 284. De heer Van Langevelde: Meneer dc Voorzitter, Inzake de financiën van het onderwijs is door mü in het algemeen een vraag gesteld, inzake de vel deling van kosten tussen Rijk cn Gemeente. Kan da&r al een antwoord op worden gegeven? De heer De Meijer: Meneer de Voorzitter, het kleuteronderwijs wordt reeds ten volle door het Rijk gedragen, eveneens de afdeling R. H. B. S. van het Petrus Hondius Lyceum. De afdeling gymnasium komt voor het grootste deel ten laste van de Gemeente. Het is in het algemeen zó, dat het Rük zü het in étappes de kosten van het onderwys geheel voor z|jn rekening zal gaan nemen. De Voorzitter: In de nieuwe financiële verhou dingswet zün doeluitkeringen opgenomen. De be staande regelingen zullen dan komen te verval len. De tekorten hierop zullen dan ook wel tot het verleden gaan behoren. Volgno. 378. De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, hoe is de stand van zaken met betrekking tot de schippersschool De Voorzitter: De toename van het aantal leer lingen is van dien aard, dat wü binnen niet al te lange tüd hopen, dat de schippersschool als zelfstandige eenheid kan voortbestaan. Thans is genoemd aantal zodanig, dat er toestemming ver leend is voor een tweede leerkracht, zü het nu nog aan de afdeling continu-onderwüs aan schip perskinderen van de Zuidlandschool. Volgno. 534, De heer Waverijn: Meneer de Vooratter, in 1959 is er aan de tulnbouwcursua geen subsidie ver leend. Is er in dat jaar geen cursus gehouden? De heer De Fe|jter: Meneer de Voorzitter, deze cursus wordt op het ogenblik in Zaamslag ge houden. Volgno. 544. Mevrouw DoornsOrtelee: Meneer de Voorzit ter, in het antwoord van het College op de vra gen gesteld in het afdelingsverslag staat, dat U over het verlenen van tegemoetkomingen in uit* gaven voor instrumenten aan leerlingen van on- en minvermogende ouders nog geen standpunt hebt Ingenomen. Wil dit zeggen, dat een regeling terzake minder nodig of nuttig wordt geoordeeld? De Voorzitter: Pit wil zeggen, dat de zaak nog in studie 18. Terzake zal overleg worden gepleegd met het bestuur van de Muziekschool. Volgno. 554. De heerWaverijnMynheer de Voorzitter, de buurtvereniging „Oranjekwarlier" kan dankbaar zijn voor de toegekende subsidie en renteloos voorschot ten behoeve van het speeltuinwerk. Ik weet niet hoe het bestuur van die vereniging er zelf over denkt, maar aangezien ik zelf ook lid van die vereniging ben, wil ik gaarne mün per- sonlüke dank over brengen voor deze financiële büdrage. Dc Voorzitter: Dank U zeer. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, kan er al iets gezegd worden over het afbreken van de muziektent op de Markt? De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, in ver band met de herstrating van de Markt is dat punt ook bekeken. Het College is echter toch wel van mening, dat tegenover het afbreken van de muziektent iets anders gesteld moet worden. De vraag daarbij is of de verplaatsbare muziektent wel als zodanig kan dienen. Een beslissing is nog niet genomen. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, het feit blüft, dat deze muziektent een obstakel is. Kan er niet gedacht worden aan de bouw van een koepelvormige tribune of iets dergelüks? Ik weet wel, dat dit nief zo gemakkelük is, aange zien zo-iets tegen een bestaand gebouw moet ge plaatst worden. De Voorzitter: Wy zullen Uw suggestie bekij ken en de Raad tijdig op de hoogte stellen. Volgno. 560. De heer Van I.an gevelde: Meneer de Voorzitter, wórdt het College op het punt, van het oudheid kundig onderzoek wel eens geïnformeerd door het uitbrengen van een rapport of verslag van dege nen aan wie subsidie wordt uitgekeerd? De Voorzitter: Men houdt ons regelmatig op dB hoogte. De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, is de subsidie aan de Z. V. U. beperkt tot de uitvoerin gen ten behoeve van de schoolgaande jeugd? De Voorzitter: Inderdaad. Volgno. 602. De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzittel, ht de algemene beschouwingen hebben verschillen de sprekers het ook al gehad over de problema tiek rondom de haven. Ik wil volstaan met er speciaal op te wüzen, dat de industrialisatie en de haven niet los van elkaar gezien kunnen wor-J den. Beide problemen dienen in samenhang te worden bestudeerd, waarbij niet alleen de Zeve-1 naarhaven, doch ook het overige kanaalgebied betrokken dient te worden. De Voorzitter: In die geest zün wü Inderdaad bezig. Volgno. 606. De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, wordt het niet hoog tüd, dat da Gemeente Terneuzen, als de grootste afnemer van ga», ook iets in de melk te brokkelen gaat kriigen? De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, momen teel hebben wü terzake weinig te zeggen. Axel is concessiehouder ont gas in Terneuzen te leveren. Mogelyk kan in de toekomst een vorm van samen werking worden gevonden. De heer Weterings: Mag ik aannemen, dat in het ontwerp uitbreidingsplan van Sluiskil reke ning wordt gehouden met gasaansluiting? De aan sluiting (buis door het kanaal) zou gecombineerd kunnen worden met de RUkswaterstaatswerken in verband met de verbreding van het kanaal. Het is overigens toch te gek, dat in Sluiskil het gas wordt geproduceerd en het grootste gedeelte van deze plaats daarvan verstoken blüft. De heer De Vos: De mogelükheid daartoe zal m.i. zeker in studie moeten worden genomen. Of er uiteindelyk iets uit de bus komt, zal afhangen van de al of niet bereidheid van de bevolking om aan te sluiten. De heer Compiet: De nieuwe woningen kunnen allicht van een aansluiting worden voorzien. Volgno. 604. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter, is er al lets over de tentoonstelling te Antwerpen vernomen? Ik verwonder me er over, dat de groot ste gemeente van Zeeuwsch-Vlaanderen geen enkele mededling heeft ontvangen over deze Zeeuws-Belgische samenwerking. Do Voorzitter: Daarover is my niets bekend. De heer De Meüer: Meneer de Voorzitter, men tast eerst het bedrüfsleven af. Het is misschiet» wel een prettige omstandigheid, dat men ons niet benaderd heeft, want dan zit er büna altijd een verzoek om subsidie aan vast. Staat L H. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, de aula is geraamd op 60.000. Wat was de uitslag van de aanbesteding? De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, de aan besteding van de aula bedroeg circa 56.000. De door de heer Hol genoemde kosten hebben be trekking op de aula met inrichting. le wijziging begroting 1961. De heer Compiet: Meneer de Voorzitter, in de le wüziging van de begroting voor 1961 is een brandspuit geraamd voor Sluiskil. Wat voor spuit, is dit? Zou het niet dienstig zijn in verband met de industrie ter plaatse, dat er een schuimblus- spuit zou worden aangeschaft? Vooral bij benzine en benzolbranden zou deze nuttig kunnen zijn. De Voorzitter: Het betreft hier de aanschaf van een normale lagedruk spuit. Dit is zo voorgesteld door de inspecteur van het Brandweerwezen. De aanschaf van een poederblus-spuil heeft eveneens onze aandacht. Ook de aanschaffing daarvan dient getemporiseerd te worden. Voor deze spuit geldt hetzelfde als is opgemerkt ten aanzien van de magyrusladder. 2c wijziging begroting 1961. Dc heer Hol: Meneer dc Voorzitter,' reeds op 28 januari 1960 werd besloten tot het verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 van de I,. O.- wet voor een overdekte rüwlelbergplaats t.b.v. de R. K, meisjesschool. Waarom wordt dit nu eerst geraamd? De Voorzitter: Ik hob dc indruk, dat deze zaak nu pas afgerond is, m.o.w. tussen aanvraag en uit voering kan een hele t|jd liggen. Overzicht culturele uitgaven. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, sinds 1954 zün de culturele uitgaven in hoge mate gestegen. Nu zal ik de daarop aangegeven posten niet be spreken. Wel zou Ik het op prils stellen, indien hier overigens niet al te veel werk aan verbon den is, een overzicht te krügen van andere ge meenten. Het is voor m|j niet mogelük een juiste ver gelijking te trekken, wanneer ik niet weet, wat andere gemeenten onder culturele uitgaven ver staan. De Voorzitter: Wü kunnen dit altijd aan een aantal gemeenten vragen. De vraagstelling levert dus geen moeilükheden op. Alleen is het de vraag of die gemeenten ons kunnen informeren. Zonder hoofdelüke stemming wordt conform d«| voorstellen besloten. Rondvraag. De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter, van deze gelegenheid zou ik gebruik willen maken mün dank te betuigen voor het jaarverslag van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg. Wü hebben] hieruit een uitstekend overzicht van wat b|J die' Dienst is gebeurd. De Voorzitter sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1961 | | pagina 11