terdag 18 februari 19QV Jfeaterdag 18 februari 1961.
bjeetiviteit. Daarom geeft
zaamheid en is op zekere Du
h deze ook kunnen zyn, zeke
ewenst.
zou ik nog willen opmerken
Deerde kwalificatie progressief!
ken kan hebben met de men
liter. ie"
Meneer de Voorzitter, hoewel I
bedoeling ligt de algemene be I
voet te volgen, wil ik toch
geboden gelegenheid gebruik I
kei woord te zeggen. Ik hpcm I
reeds meer geciteerde Bijbel I
toepassing wordt, want als hei* I
den aangezien.
eschouwingen zijn zeer uit8e I
r is vrijwel uitputtend over I
proken. Sommige vragen, ciir I
Us het ware door de sprekers I
precht hebt U geantwoord, dat I
gestelde problemen onze volle I
zó, dat niet alle kwesties tege. I
ling gebracht kunnen worden I
malen gezegd, dat voorshands I
[op het zwembad was gericht I
pt het ook voor mij een grot» I
lop korte termijn met de bouw I
pn aanvang zal kunnen worden 1
geschiedenis van het zwembad I
n af meegemaakt.. Uzelf hebt I
[rnstig bestudeerd en weet er 1
heeft mij vaak verdroten, dat
moeten duren. De moeilijk-
i zwembad zijn vele geweest,
edig begrip voor deze moeilijk,
kon men enkele maanden ge-
1 van een vergadering van de
een bestuurslid op een vraag
[de vorige burgemeester eens
mooi zwembadplan had ge-
perder nooit meer' iets van dat
p.a.w. het gemeentebestuur zal
el meer hebben gedaan. Hier.
weinig begrip er voor de te
nkheden bestond. Reeds vrij
kllatie werd U met het zwenv
|fronteerd en ik ben blij, dat
nming had en dat U met en-
hebt aangepakt,
ekers hebben het gehad over
[tehuis. Het is U bekend, dat
en hiervoor te ontwerpen. In
|t moeten wij dit stadhuis'ma-
er probleem is de kwestie van
pschien, dat het onder de leef-
gebracht kan worden, maar
|niet al te veel rekenen. Het
er niet één van Terneuzen
bij vele gemeenten in Neder-
grote gemeente in Zeeland
[geruime tijd plannen gereed
een nieuw stadhuis, maar de
lat daar ook nog steeds op
echter niet alle hoop ver-
lal is de plaats al bepaald en
voorbereiden,
pt het cultureel centrum heb-
rokers op spoed aangedrongen,
pt met particulieren niet gaat,
ere wijze. Die andere manier
pmen een Stichting moet vor-
van de bouwkosten moet
door het particulier initia-
pn deze particuliere deelname
nistisch gestemd. Een loterij
[ondervond een aantal jaren
[langstelling. Terzake kan al-
[reikt als alle bevolkingsgroe-
pn op dit gebied schort het
ebben wij weer gezien bij de
[n een openbare leeszaal zijn
tjkheden te overwinnen. Het
een dergelijke instelling nodig
'ing van de leefbaarheid eh
[rden gesubsidieerd. De moei-
nenteel op het punt van de
|ke subsidiëring voor zelfstan-
U kunt er verzekerd van
I ook hier alle aandacht voor
penbare tijd zal trachten een
Terneuzen te krijgen,
stichting van een bejaarden-
i inderdaad reeds geruime tijd
Intse zjjde een verzoek tot het
[n geldlening. Hiermede zijn
gemoeid, niet alleen voor de
poor de exploitatie. Wü heb-
pld aan het Julianaziekenhuis,
de gemeente uit hoofde van
nke bijdragen moet verlenen.
|t nodig bevreesd te zijn, dat
geen oog zou hebben voor
willen wij het risico tot het
ten. Wij hopen zeer binnen-
[e] te komen tot garanderen
vaardoor de stichting van een
[en de mogelijkheden komt te
[evergoedingsregeling in ver
erken te Sluiskil hebben vele
trusting uitgesproken. Er
komen in de procedure tot
nteigeningsvergoedingen. De
gsvergoedingen zal op 27 en
•g. hearing houden. Daarop
benden hun wensen ter ken-
brengen. De praktijk is, dat
chattingen zullen plaats vin-
t ter kennis brengen van de
ergoedingen. Hiermede kan
d gemoeid zijn, doch in ieder
egin gemaakt,
■Iers hebben gesproken over
te, met name dat dit veel te
at dit nauwelijks betoog be
rde Staten leefde zelfs aan-
e om de verdeling van het
zien van Zeeland maar aan
er te laten. Jammer dat dit
want dan had de Minister
'aren hoe moeilijk een vet"
elijk gering bouwvolume is-
Vaar niet is, verliest zelfs de
ro is het ook in Zeeland. Gc-
?bben nu eenmaal niet veel
kunnen niet al te veel hoop
toewijzing. Aan de andere
t indien zich een bedrijf ves-
emieregeling ontwikkelings-
ald aantal woningen uit een
It toegewezen. Overigens zul-
ons rechtmatig aandeel van
'wezen volume te krijgen,
evelde was op het punt van
niet zo optimistisch gestemd,
k echter geen reden. De I'S'
is gunstig en nu het overal
te geraken, zal de belang-
d zeker toenemen.
e grote investering in indu-
er risico met zich, doch er is
it men een zekere mate van
ebben. Men mag in ieder ge
zeggen, dat wjj de geboden
n hebben. Terneuzen heeft
twikkelingskern al voor een
n werken gesubsidieerd ge-
eek is er een principiële toe-
'oor weer een nieuw werk.
gemerkt, dat, willen wij ëc'
eën te ontvangen, daarvoor
gereed moeten liggen. Er
tgang gemaakt worden met
or de industrialisatie nood-
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 15
ln de iaatste vergadering van ons college be
roken met de heer Gouwetor. Deze had geen be-
paar tegen deze keuzeplannen.
In verband met het huurpeil zou ik nog willen
■rijzen op (1- verlaging van de Rijksbijdragen voor
L volkswoningbouw, welke hierop van grote in-
Stoèd is Het is helaas zó, dat het huurpeil voor
Ellon in verband met hun inkomen te hoog is.
Eet vraagstuk van de gemeente-classificatie heeft
aandacht gehad. Ieder jaar wordt
^Kze° zaalT'hekekën. Nog in december is er een
Htvoerie gedocumenteerd verzoek van ons col-
Hiiwvci. AnniAiit» ie aanppflmnpen
zen op de hoge huren. pe
deze de vorige vergadering
•ht in verband met de sanr-
z.g. efficiënte woningbouw
toge uitgegaan, waarbij opnieuw j_s aangedrongen
or> b
te Den Haag te willen bespreken. Wat de invloed
Tva, le classificatie op de industrialisatie betreft
st i ik op het standpunt, dat een lage loonklasse
deze eerder afstoot dan aantrekt. Is de gemeente
'dk een hoge loonklasse geplaatst dan zal een te
venteen bedrijf gemakkelijker arbeiders van bui-
«f cïe gemron.e" kunnen aantrekken In Zierik-
is de classificatie voor een bepaalde bedrijfs
tak gewijzigd omdat een bedrijf moeilijkheden had
met het meebrengen van personeel.
Ook het punt van de vervangende woningbouw
voor woningen welke o.m. te Sluiskil tengevolge
van dc kanaal werken moeten verdwynen, hebben
'wii aangesneden. Naar voren Is gebracht, dat
hiervoor vervangend bouwvoluwe zal moeten wor
den verleend en wel boven het normaio bouw-
De^sporthai heeft onze aandacht, hoewel ik
srsoonlijk de mogelijkheden op dit punt voors-
ands niet gunstig inzie. In andere plaatsen is
hiermede eveneens bezig en wel van particu-
Zijde. Met een dergelijk plan zijn echter grote
immen gemoeid. Wanneer deze allemaal uit de
neentekas moeten komen zal de stichting van
sporthal nog wel even op zich laten wachten,
engens is dit plan voor subsidiëring uit de leef-
jarheidsregeling opgegeven.
De stichting van de sportaccomodalie op het
iuidersportpark kan iets optimistischer worden
zien. De 3 in aanbouw zijnde kleedlokalen zul-
ii met het nieuwe speelseizoen in gebruik kun-
,n worden genomen. Of dit het geval zal zijn
.jet de geplande combinatie kleedlokaal/tribune
betwijfel ik. Dit is jammer want deze is juist ge
ilt bij het hoofdveld. hetgeen in verband met
j verdwijnen van de terreinen aan het Weste
lijk Bolwerk, deze zomer in gebruik zal moeten
\4orden genomen.
Ij De heer Weterings heeft om een rapport van
de Dienst voor Maatschappelijke Zorg gevraagd
betreffende de klimatologische aspecten van de in
dustrialisatie. Een dergelijke nota heeft ook onze
aandacht. Wanneer men dit wil is het echter
eveneens noodzakelijk dat genoemde Dienst goed
i geoutilleerd is. Momenteel is de bezetting vol
doende doch niet voor dergelijke werkzaamheden,
In dit licht gezien verbaast het me wel een beetje,
dat de heer Weterings in een vorige vergadering
[bezwaar maakte tegen aanstelling van een twee-
ge maatschappelijk werkster.
Dc heer Weterings heeft dc vertaling van de
industrie-folder ln het Engels oen symptoom ge
noemd, dat wjj ons voornamelijk gaan richten op
het buitenland en dat wij het vertrouwen in de
Nederlandse industrie zouden hebben verloren.
Dit is echter niet juist. Een groter aantal van
de folder wordt ln het Nederlands gedrukt, zodat
K hoofdaandacht op de Nederlandse industrie
plijft gcricht|
Tenslotte zou ik nog iels willen zeggen over de
pste oeververbinding. De Minister heeft hierover
edegedeeld, dat de voorgenomen studie voors-
ds geen doorgang zou vinden. Dit verbaast mij
ten zeerste. Over een vaste oeververbinding over
de Westerschelde wordt nu al jaren gesproken
I en nu komt er plotseling een plan uit de lucht
K vallen voor het bouwen van een brug over een
I andere zeearm in Zeeland, terwijl daar doorheen
I over maximaal 18 jaren ook een dam wordt ge-
Ilpgd. -.-r
I Het is niet mijn bedoeling iets af te doen aan
a deze verbinding. Ik weet te goed, dat Schouwen
en Duiveland minstens zo geïsoleerd ligt als
I Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is echter toch zó, dat
na het gereedkomen van de Deltawerken er ook
een verbinding is geschapen aan de westzijde door
de nieuwe Detliadijk. Men heeft dan 2 verbindin
gen. In dit Jicht, gezien doel het vreemd aan dat
I men er zelfs jniot aan denkt, de vaste oeverver-
binding overzie .Westerschelde in studie te nemen
Deze verbinding is niet alleen van belang voor
Zeeuwsch-Viaanderen, doch nog van groter belang
vont de verlpjpding van de Randstad met België
en FrankrijkilfHet is onze taak om mede via onze
,7 politieke -JaMts op deze oeververbinding steeds
door te blijven hameren. Zij is een harde nood
zaak om Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn isolement
te bevrijden.-
De heer Hit Meijer: Meneer de Voorzitter, in de
■rste plaats aaa ik mijn dank willen betuigen,
dat U aan de wethouders de gelegenheid biedt
om op de algemene beschouwingen hun visie te
geven. Ik zou dc naar voren gebrachte punten
niet op de voet willen volgen. Ik zou daarom een
aantal opmerkingen willen maken, in de eerste
plaats over de financiën en in de tweede plaats
over de industrialisatie en de haven.
De heer Van Langevelde heeft gezegd dat hij
een juist inzicht mist in de stand van de financiën
zolang de uitkomsten van 1959 en 1960 niet be-
- kend zijn. De dienst 1959 is afgesloten en van de
dienst 1960 hopen wü het eindcijfer zo spoedig
mogelijk te weten. Juist enkele dagen geleden is
er bericht binnengekomen omtrent de voorlopige
toezegging van een extra bijdrage uit het gemeen
tefonds, waarmede verwacht wordt de diensten
1959 en 1960 grotendeels sluitend te maken Zo
lang dit niet zeker is kunnen wjj U terzake nog
niet informeren.
Wat de financiële verhouding tussen Rijk en
gemeenten betreft is de commissie-Oud a! vele
jaren bezig met het totstandbrengen van een re
geling. Wanneer dit zo eenvoudig lag, dan zou hel
waarschijnlijk niet zo lang duren. Allerwegen
hoort men nog steeds de vurige wens tot het her
krijgen van de financiële zelfstandigheid voor de
gemeenten. Ik betwijfel of deze wens wel hele
maal doordacht is. Wanneer men jeugdig is wil
men op eigen benen staan en is dit eenmaal het
geval dan slaakt men wel eens de verzuchting:
had ik mijn vader en moeder nog maar bü me. Ik
vraag me af of deze financiële zelfstandigheid
vooral voor zich snel ontwikkelende gemeenten
nu wel zo gewenst is. In vergelijking met voor de
oorlog, (oen er nog vele gemeenten z.g. zelfstan
dig waren, is de Ryksbegroting en ook vele ge
meentebegrotingen tot het tien-voudige opgelopen.
Dc Jpdastingbronnen, welke aan dc gemeenten
vóór de oorlog een zekere zelfstandigheid gaven,
zijn Ihans onvoldoende geworden.
in de nieuwe Financiële Verhoudingswet streeft
het Rijk naar een zekere zelfstandigheid van de
gemeenten. Er worden objectieve normen gehan
teerd en er is een aanpassingsperiode van 5 a 10
jesr. Ik geloof, dat wü deze zaak voor Terneuzen
nuchter moeten beküken. Wü moeten thans toch
niet ontevreden zijn. Ik geloof dat het bepaald
voordelen geeft te delen met. de grotere
't'i'"t- 'het Ryk) dan met onvoldoende financiële
middelen een zekere zelfstandigheid te hebben.
ommige kleinere of rüke gemeenten kunnen daar
wei bij varen en zouden misschien theoretisch tot
minimalisering van de gemeentelijke belastingen
kunnen komen. Ze zouden dus aantrekkelijke
w bongemeenten worden. Men krijgt dan weer de
oestand, dat men gaat wonen in de gemeente
wati: men het minste belasting moet betalen. Dit
/mi de Staat nooit op grote schaal kunnen toe
slaan.
Dc heer Ollebek heeft de wens geuit de afdo-
hn;;.vergaderingen met alle leden in één keer te
'"[hm. Ik geloof niet, dat dit erg nuttig zou zün
't een vergadering zouden na de fractievoorzit-
d" overige leden wegens tydnood maar wei
nig kunnen zeggen. Het college is even ontvan
kelijk voor opmerkingen van deze leden, welke
van Kroot nut kunnen zijn. Het nadeel van één
vergadering is dus dat men in tijdnood komt en
dat men niet te horen krijgt wat noodzakelijk is.
Daarom lijkt het mü beter één vergadering met
de fractievoorzitters, aangevuld met enkele an
dere leden en één met de overige leden.
Over de industrialisatie heeft U, meneer de
Voorzitter, al veel gezegd. De heer Van Lange
velde heeft de instelling van een industrialisatie
commissie bepleit. Ik kan de motieven daarvoor
waarderen, maar ik ben er toch een beetje huive
rig voor. Hoe meer mensen men inschakelt hoe
meer kans er is, dat er iets uitlekt in de pers,
met alle waardering voor deze pers overigens, en
dit is vooral bü besprekingen omtrent de vesti
ging van een industrie, welke byna altijd een
vertrouwelyk karakter hebben, niet gewenst. Er
zjjn voorbeelden, dat door loslippigheid de kans
op industrievestiging verloren ging. Ik geloof dan
ook niet, dat nu al moet worden overgegaan tot
het vormen van een commissie.
De heer Weterings heelt opgemerkt, dat er wei
nig animo is voor vestiging in Zeeuwsch-Vlaande
ren. Dit was tot voor kort ook niet het geval.
Daar begint echter een kentering in te komen, al
moet ik toegeven dat de Schelde-barrière nog wel
eens een handicap is.
Ook de onbekendheid met Zeeuwsch-Vlaanderen
speelt een rol. Er zijn nu nog mensen, die do reis
naar Terneuzen over Vllssingen maken. De enige
mogelijkheid om Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn
isolement op te heffen is een vaste oeververbin
ding, maar daar roken ik de eerste 10 h 15 jaar
niet op. Er wordt wel gesproken over een tweede
tunnel onder de Schelde ten noorden van Antwer
pen, maar dan moet men toch weer over België,
Voor industrievestiging is het voorts van be
lang dat men beschikt over arbeidskrachten.
Daarom is het noodzakelük, dat er huizen ge
bouwd worden. Want enkel door industrlevesti
ging gepaard gaande met een breed opgezette
woningbouw kan men werknemers aantrekken.
Dan is er nog gesproken over de haven.. Hier
over kan ik U momenteel niets nieuws vertellen.
De problemen rondom de haven hebben onze volle
aandacht. Voor wü over de vorm van de haven
een definitief standpunt innemen, willen wij eerst
de achtergronden kennen van de terughouding
door Den Haag op dit punt betoond.
Het cultureel centrum is eveneens een punt van
bespreking geweest. Hierby kunnen zich twee
mogelijkheden voordoen. In de eerste plaats kan
een dergelük centrum uit particulier initiatief
voortspruiten en in de tweede plaats kan er een
overheidsstichting gevormd worden, waarbü voor
10 door particulieren wordt deelgenomen. Al
leen in het laatste geval is er een Rijkssubsidie-
mogelijkheid.
Nu is het zó, dat het particulier initiatief ter
plaatse weinig voortgang maakt. Wü kunnen hier
niet al te lang meer op wachten. Lukt het niet
op korte termün dan zullen wü de vorming van
een stichting onder ogen moeten zien. Persoonlijk
ben ik er niet zo bang voor, dat het particulier
initiatief hiervoor geen 10 bü elkaar zou kun
nen brongen. Met een beetje propaganda en een
loterij moet dit mogelük zün.
Afgezien daarvan blüf ik toch de voorkeur
geven aan een particuliere ondernemer, temeer
waar men niet alleen met de stichtingskosten
moet rekening houden, doch ook met de exploi
tatie. Persoonlük zie ik dit culturele centrum als
een project dat de gemeenschapszin in hoge mate
kan stimuleren. De oprichting ervan zie ik iets
Optimistischer in dan mün collega wethouder.
De heer De Vos: Ik help het U wensen.
De heer De Meijer: Meneer de Voorzitter, het
tekort op de exploitatie van het zwembad is voor
lopig geraamd op ƒ22.000,—. Ook het wegwer
ken van dit tekort zie ik persoonlük niet zo don
ker in. De oesterputten, van ouds reeds een
plaats van verpozing, moeten aantrekkelük wor
den gemaakt, niet alleen door de aanleg van een
zwembad, doch ook door de aanleg van wandel
gelegenheden, minigolf-links, verkeer,stuin e.d., en
de bouw van een restaurant.
De zaken, welke ik heb opgenoemd zün direct
van belang voor de exploitatie, doch er is ook nog
een indirect belang van het tourisme, n.l. het
winkelbezoek e.d., hetwelk wel niet direct gevol
gen heeft voor de gemeentekas, maar een gunstige
invloed heeft op de middenstand in het algemeen.
Tenslotte wil ik nog even inhaken op hetgeen
door de heer Dieleman is gezegd omtrent de land
bouwgronden nodig voor industrialisatie. Het ver
lies van deze landbouwgrond kan momenteel niet
gecompenseerd worden met grond in de Braak
man of Zuiderzeepolders. Mijn gedachten gaan in
dit verband uit naar inpoldering van het land
van Saeftinge. De grond daar is overrijp. Na de
afwikkeling van de tractaatsprocedure inzake het
kanaal TerneuzenGent, is het een noodzaak dat
op deze inpoldering de volle aandacht gaat vallen.
De Minister is ook gezwicht voor inpoldering Van
de Lauwerszee, waarom dan hier niet. Dit zal
door de provincie duidelük naar voren moeten
worden gebracht.
Voorlopig zou ik het hierbü willen laten, meneer
de Voorzitter.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, in de eer-
|ste plaats wil ik het college dank zeggen voor de
uitvoerige beantwoording van de algemene be
schouwingen. De beantwoording van één punt heb
ik gemist, n.l. dat van de huisvesting van de jeugd.
Ik ben het met wethouder De Meijer eens, dat
de begroting niet in één afdelingsvergadering be
hoort te worden behandeld, waarbij men de open
baarheid bepaaldelük geen geweld mag aandoen,
doch dit zal de heer Ollebek ook niet bedoelen.
Tenslotte zou ik de heer Van Langevelde nog
willen antwoorden, dat wü niet betoogd hebben,
dat de A R. geen goede democraten zouden zün,
verre van dat.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, ik
zou nog even willen inhaken op hetgeen door wet
houder Dc Vos inzake de vermeende bezwaren
mijnerzijds tegen een 2e maatschappelük werkster
is opgemerkt.
Wanneer de door de Dienst voor Maatschappe
lijke Zorg bepaalde wetenschappelüke rapporten
moeten worden opgesteld en er geen personeel
voor beschikbaar is, dan zou hierin kunnen wor
den voorzien door het aantrekken van een des
kundige in tijdelijke dienst.
De kwestie van de 2e maatschappelijke werk
ster is hierbü niet aan de orde.
De heer Van langevelde: Meneer de Voorzit
ter, ik heb nog geen antwoord gehoord inzake
mün vraag over inschakeling van de vereniging
van B. en S betreffende de vaste oeververbinding.
De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, om
trent hetgeen door U gezegd is over het ambt; van
burgemeester kunnen wij het eens zijn. Wat dat
betreft staan wü volkomen achter U.
De heer Hol heeft gesproken over het ideaal
van de Party van de Arbeid met betrekking tot
de doorbraakgedachte. Dit ideaal zal wel nooit in
verwezenlijking gaan. Wü menen, dat de C.H.
zeker nog een taak heeft en wij menen ook, dat
de C.H. democratisch is.
Met het gesprokene over het houden van twee
afdelingsvergaderingen kunnen wij het wel eens
zün, maar laat men dan ook geen uitzonderingen
maken, want dan is het hek van dc dam.
De Voorzitter: Ten aanzien van de huisvesting
van de jeugd, zou ik willen opmerken, dat dit
eveneens een onderwerp Is, dat gezien moet wor
den in het licht van de leefbaarheid. Het zwem-
bad was het meest urgente object, dat voor sub
sidiëring ingevolge de „leefbaarheids"-regeling in
aanmerking werd gebracht. Daardoor moesten
andere projecten op de achtergrond worden ge
schoven. Nu het zwembad op het punt van de
subsidiëring is afgehandeld, kunnen wü ons met
meer interesse tot andere leefbaarheidszaken be
palen, waaronder uiteraard ook de huisvesting van
de jeugd.
Wat betreft de begrotingsbehandeling, zou ik
willen stellen, dat de openbaarheid zeker niet te
kort wordt gedaan wanneer er eerst een technisch
vooronderzoek in de afdelingen plaats vindt. Er
wordt dikwijls gesproken -over de vereiste zorg
vuldigheid op het punt van de overheidsfinanciën.
Ik ben van gevoelen, dat de hoogst mogelüke
openbaarheid dezer financiën niet minder belang
rijk is, al was het alleen reeds omdat de wet dit
gebiedt. De Rüksbegroting b.v. wordt ook eerst
in vooronderzoek door de Kamer behandeld. Ons
college staat principieel op het standpunt, dat ten
aanzien van de gemeentezaken de grootst moge
lüke openheid dient te worden betracht, hetgeen
echter niet wil zeggen, dat er geen vooronder
zoek mag plaats vinden.
Inzake de 2e maatschappelijke werkster, zou ik
willen opmerken, dat wü naar de aanstelling daar
van willen streven in de verre toekomst, dus niet
op korte termijn.
Over het resultaat van een eventuele bespreking
in B. en S. inzake een vaste oeververbinding, kan
ik U geen mededoling doen. Dit was vóór mün
tijd. Ik zal hierop echter letten.
Overgegaan wordt tot de volgnummersgewijze
behandeling van de begrotingen.
Volgno. 18.
Dc heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit
ter, is hot bedrag op deze i>ost wel voldoende.
Er zün maar 12 raadsvergaderingen geraamd. Ik
hoop, dat er zoveel plannen komen, dat wij met
dit aantal niet uitkomen.
De Voorzitter: Wanneer mocht, blijken, dat er
meer vergaderingen zullen worden gehouden, zul
len wü het bedrag van de presentiegelden tüdig
ter correctie voordragen.
Volgn. 70.
Do heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, de
aanschaffing van een toga, zoals geraamd op deze
post, heeft myn waardering. Deze toga zal in het
algemeen de zo nodige waardigheid Verlenen aan
het ambt van ambtenaar van do burgerlüke stand.
Volgno. 68.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit
ter, de bezoldiging van de ambtenaren van de
burgerlüke stand is gedeeltelük uitgedrukt in pro
centen. Hierdoor wordt de raming wat onover-
zichtelük. Is hier niet een definitief bedrag te
ramen?
De Voorzitter: Dc vaststelling van het salaris
van deze ambtenaar berust bü Gedeputeerde Sta
ten. Daaraan dienen wü ons te conformeren.
Volgno. 76.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, mo
gen wü aannemen, dat 't woonwagenkamp voldoet
aan daaraan te stellen redelijke eisen. Om bü bet
water te komen zou men nog al enige afstand af
moeten leggen.
De heer De Vos: Het woonwagenkamp voldoet
zeker niet meer aan alle te stellen eisen. Nu is
het zó, dat ter hoogte van het woonwagenkamp
de nieuwe kanaalovergang van Rükswaterstaat zal
komen te liggen. In dit verband ligt het niet in
het voornemen nog veel kosten voor dit kamp te
maken.
Volgno. 88.
De heer Huijbrecht: Meneer dc Voorzitter, de
organieke sterkte van het politiekorps is vastge
steld op 24 man. Wü hebben in de afdelingsverga-
dering ook al naar voren gebracht, dat deze
sterkte veel te gering is om naar behoren dienst
te kunnen doen in een zo levendige gemeente als
Terneuzen.
Is het niet mogelijk te onderzoeken dit aantal
uit te breiden, waarbij wü denken aan het instel
len van een havenpolitie, zulks ter ontlasting van
het huidige korps en niet opgenomen in zijn
sterkte?
De Voorzitter: Wü zullen de mogelijkheid daar
toe zeker onderzoeken en U van de resultaten van
dit onderzoek t.z.t. op de hoogte stellen.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, is er
momenteel voldoende controle op hotels voor wat
betreft de gasiten, die daarin logeren?
De Voorzitter: Deze zaak heb ik met de Inspec
teur van politie besproken en hieraan zal zeker
de nodige aandacht worden besteed.
De heer Weterings: Mag ik daaruit concluderen,
dat er eigenlijk nooit controle' geweest -is?
De Voorzitter: Zeker niet, alleen is het zó, dat
bü deze geringe sterkte niet altijd die controle
kon plaats vinden als wel wenselijk was.
Volgno. 102.
De Voorzitter: Mag ik uit de aanvaarding van
deze post concluderen, dat er geen bezwaar tegen
bestaat toe te treden tot de politie-opleiding te
Wassenaar? Deze opleiding acht ik zeer nuttig
voor de politie-ambtenaren. Terneuzen was tot
nog toe de enige gemeente, welke niet was toege
treden.
Do heer Hol: Meneer de Voorzitter, waarom is
deze toetreding al niet veel eerder gebeurd?
De Voorzitter: De opleiding van politie-ambte
naren is bü het korps alhier altijd in eigen hand
gehouden. Dit is historisch zo gegroeid. Nu de
eisen op dit punt meer en-meer uit gaan breiden
willen ook wü niet nalaten ons in de rij van de
andere gemeenten te scharen.
Volgno. 134.
De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzitter, in
het algemeen zou ik iets willen opmerken over
het brandweer materieel. In een vorige afdelings
vergadering heb ik al eens aangedrongen op aan
schaf van een magyrusladder. De étagebouw in
de gemeente neemt steeds toe. Er komen steeds
meer woonlagen bü. In dit verband acht ik de
aanschaffing van een dergelijke ladder toch wel
urgent.
De Voorzitter: Deze zaak is door mü bespro
ken in klein-eomité o.a. met de inspecteur van
het brandweerwezen. Algemeen was men van oor
deel, dat alles niet ineens kon worden aange
schaft. Het meest urgent werd de aanschaf van
een brandweerspuit voor Sluiskil geacht. De ma
gyrusladder zal op de begroting voor het volgend
jaar geplaatst worden. U moet overigens niet den
ken, dat de aanschaf daarvan zo goedkoop is. Dit
valt wel tegen.
De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzitter, tot
nog toe is er weinig aandacht besteed aan dc be
strijding van scheepsbranden. De ramp op de Rijn
ligt ons nog vers in het geheugen. Deze week is
er in de haven een aanvaring geweest: met een
tankschip van 3300 ton. Gelukkig bestond de
lading niet uit vluchtige benzine, -anders was de
ramp misschien nog erger geweest dan die van
de R\in. Is het niet mogelijk om in samenwerking
met dc Rükswaterstaat bepaalde maatregelen te
treffen op dit punt?
De Voorzitter: Wü zullen ons terzake recht
streeks met het Ministerie van Verkeer en Water
staat in verbinding stellen.
De lieer Wetering»: Meneer de Voorzitter, zijn
er springzeilen bü de brandweer en wordt hier
mede regelmatig geoefend?
De Voorzitter: Dit zullen wij onderzoeken,
Volgno. 146.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit
ter, het tekort van dc B. B. bedraagt circa 13.000.
Dit is ook besproken in de afdelingsvergaderingen.
Moet de gemeente dit bedrag zelf betalen?
De Voorzitter: Dit tekort moet door de gemeen
te worden gedragen. Zo is de situatie op het ogen
blik. Ondanks alle mogelijke versobering en na
aftrek van de Rüksbüdragen en een extra Rijks
bijdrage is het niet mogelük dit tekort weg te
werken. Overigens is het zó, dat er een her-oriën
tatie op het gebied van de B. B. in overweging is.
Volgno. 142.
Do heer Weterings: Meneer dc Voorzitter, ligt
hel in de bedoeling het klapbord op het kruispunt
Axelsestraat kerkhoflaan biyvond te gebruiken?
De Voorzitter: De ervaringen met dit klapbord
zün, zoals de Ispectour van politie mü mededeel
de, gunstig te noemen. De mogelükheid om ook
na zonsondergang het verkeer op deze wüze te
regelen door het aanbrengen van een verlichting
of iets dergelijks, is thans in studie.
De heer Weterings: Voldoen dc parkeerstrepen
op dc Markt?
De Voorzitter: Inderdaad.
De heer Weterings: Is het dan de bedoeling
om b|j herstrating ter plaatse een blijvende voor
ziening te treffen?
De heer De Vos: Dit ligt in de bedoeling. De
ervaringen zjjn gunstig.
Volgno. 186.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzit
ter, ik zou willen opmerken, dat door het verval
len van het zwembad aan de Westsluis, het tekort
op dit bad ook komt te vervallen. Dit kan ten
goede komen aan het nieuwe zwembad, zodat de
exploitatie daarvan circa ƒ10.000,— gunstiger
wordt.
Volgno. 214.
De heer Van Ijangevelde: Meneer de Voorzit
ter. de gemiddelde rente is gestegen van 3,7 tot
4,125 Wat denkt U van de rentestand in de
toekomst?
De her» De Meüer: Meneer de Voorzitter, de
rentestand is momenteel vr|j stabiel. Er js on
langs een geldlening van l miljoen gesloten voor
4'j en daarvoor in 1959 eveneens eenzelfde be
drag tegen dit percentage.
Volgno. 99 (ink.).
De heer Bleijonberg: Meneer de Voorzitter.
Verschillende energiebedrijven breken ten be
hoeve van het leggen of herleggen van kabels de
bestratingen op. Het komt daarbij dikwijls voor,
dat als b.v. het electriciteitsbedrüf pas een kabel
heeft gelegd, de P.T.T even later eveneens de
straat aan het opbreken gaat.
Is er op dit terein geen coördinatie mogelijk?
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, deze
kwestie is al meermalen aan do orde geweest.
Coördinatie is praktisch onmogelük. Ieder heeft
zijn eigen werkprogramma en opgravingen e.d.
van kabels is moeilijk op een bepaald tijdstip te
plannen voor alle bedrüven tezamen.
De heer Weterings: Wanneer er b.v. een nieuwe
riolering gelegd moet worden van gemeentewege,
kan dan het leggen van kabels, indien dit toch zal
moeten gebeuren, niet tegelük worden afge
dwongen?
De heer De Vos: In het algemeen is dit niet
mogelijk. Bü de aanleg van nieuwe straten kan
dit wel. Bü oude straten echter niet.
Vogno. 242.
De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, wat
ls de taak van de plantsoenwachter?
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter de be
doeling js dat deze een oogje in het zeil houdt op
de plantsoenen. Dit moet dus iemand zün, die
regelmatig rond fietst op daartoe geëigende uren.
Ik geloof echter dat het niet gemakkelük zal zün
daarvoor een geschikt persoon te vinden, doch wü
menen er toch een bedrag voor te moeten ramen.
De heer Waver||n: Meneer de Voorzitter, wat
bedoelt de heer De Vos met „geëigende uren"?
De heer De Vos: Dat zal hoofdzakelük in de
avonduren zün. Daarom zal het moeilijk zün hier
voor iemand aan te trekken.
De heer Weterings: ls het niet mogelük een
gepensionneord politie-agent aan te stellen voor
dit werk?
De heer De Vos: Het lag in de bedoeling iemand
in G. S. W.-verband daarvoor to nemen. Hier
onder zyn echter niet al te veel, voor dit werk, ge
schikte personen. Het is misschien wel mogelük
een gepensionneerd politie-agent aan te trekken,
maar daarvoor krijgen wij geen Rükssubsidie, zo
dat de gemeente alles zelf moet betalen en dan
wordt het wel erg duur.
De heer Weterings: Misschien wegen de kosten
wel op tegen de kosten van vernielingen in de
plantsoenen.
De heer De Vos: Misschien wel en misschien
ook niet, want een plantsoenwachter kan ook niet
overal tegelük zün.
Volgno. 246.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, in de dag
bladen heb ik gelezen, dat er op 17 november
1960 een openbare vergadering geweest is van het
Rechtspersoonlükheid Bezittend Lichaam Afval
waterleiding Kanaalzóne Zeeuwsch-Vlaanderen.
Tot op heden mochten wü nog geen inzage krügen
van de notulen van deze vergadering. Naar ik
vernam zouden de notulen reeds kort na genoem
de vergadering nog door de secretaris van de
Commissie Samenwerkende Gemeenten Kanaal
zone zün opgemaakt. Deze notulen zie ik met be
langstelling tegemoet. In deze vergadering zou
nog gesproken zün over een aan de nieuw
benoemde secretaris toe te kennen vergoeding.
Het kan toch niet de bedoeling zün, dat een der
gelijke vergoeding wordt toegekend nu een der
bestuursleden als zodanig is benoemd?
De Voorzitter: De zaken met betrekking tot
de afvalwaterleiding zün nog niet afgerond. Een
vergoeding voor dè secretaris is nog niet vastge
steld. Wanneer voor het voeren van de administra
tie en het opmaken van de notulen een beroep
moet warden gedaan op iemand buiten de secre
taris, dan zal de vergoeding voor de werkzaam
heden overwogen moeten worden. Dit hangt dus
helemaal af van de behoefte.
Volgno. 254.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter,
is er al een definitieve datum bekend, wanneer
op de nieuwe begraafplaats begraven zal kunnen
worden?
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, deze
datum is reeds bepaald door de Raad op 1 april a.s
De heer Van langevelde: Is de aula dan ook al
gereed?
De heer De Vos: De aanbesteding heeft plaats
gehad, doch het werk is nog niet gegund. Terzake
is nog overleg gaande. De aula zal dan ook nog
niet op 1 april a.s. klaar zijn.
Volgno. 284.
De heer Van Langevelde: Meneer dc Voorzitter,
Inzake de financiën van het onderwijs is door mü
in het algemeen een vraag gesteld, inzake de vel
deling van kosten tussen Rijk cn Gemeente. Kan
da&r al een antwoord op worden gegeven?
De heer De Meijer: Meneer de Voorzitter, het
kleuteronderwijs wordt reeds ten volle door het
Rijk gedragen, eveneens de afdeling R. H. B. S.
van het Petrus Hondius Lyceum. De afdeling
gymnasium komt voor het grootste deel ten laste
van de Gemeente. Het is in het algemeen zó, dat
het Rük zü het in étappes de kosten van
het onderwys geheel voor z|jn rekening zal gaan
nemen.
De Voorzitter: In de nieuwe financiële verhou
dingswet zün doeluitkeringen opgenomen. De be
staande regelingen zullen dan komen te verval
len. De tekorten hierop zullen dan ook wel tot
het verleden gaan behoren.
Volgno. 378.
De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, hoe
is de stand van zaken met betrekking tot de
schippersschool
De Voorzitter: De toename van het aantal leer
lingen is van dien aard, dat wü binnen niet
al te lange tüd hopen, dat de schippersschool als
zelfstandige eenheid kan voortbestaan. Thans is
genoemd aantal zodanig, dat er toestemming ver
leend is voor een tweede leerkracht, zü het nu
nog aan de afdeling continu-onderwüs aan schip
perskinderen van de Zuidlandschool.
Volgno. 534,
De heer Waverijn: Meneer de Vooratter, in 1959
is er aan de tulnbouwcursua geen subsidie ver
leend. Is er in dat jaar geen cursus gehouden?
De heer De Fe|jter: Meneer de Voorzitter, deze
cursus wordt op het ogenblik in Zaamslag ge
houden.
Volgno. 544.
Mevrouw DoornsOrtelee: Meneer de Voorzit
ter, in het antwoord van het College op de vra
gen gesteld in het afdelingsverslag staat, dat U
over het verlenen van tegemoetkomingen in uit*
gaven voor instrumenten aan leerlingen van on-
en minvermogende ouders nog geen standpunt
hebt Ingenomen. Wil dit zeggen, dat een regeling
terzake minder nodig of nuttig wordt geoordeeld?
De Voorzitter: Pit wil zeggen, dat de zaak nog
in studie 18. Terzake zal overleg worden gepleegd
met het bestuur van de Muziekschool.
Volgno. 554.
De heerWaverijnMynheer de Voorzitter, de
buurtvereniging „Oranjekwarlier" kan dankbaar
zijn voor de toegekende subsidie en renteloos
voorschot ten behoeve van het speeltuinwerk. Ik
weet niet hoe het bestuur van die vereniging er
zelf over denkt, maar aangezien ik zelf ook lid
van die vereniging ben, wil ik gaarne mün per-
sonlüke dank over brengen voor deze financiële
büdrage.
Dc Voorzitter: Dank U zeer.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, kan er al
iets gezegd worden over het afbreken van de
muziektent op de Markt?
De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, in ver
band met de herstrating van de Markt is dat
punt ook bekeken. Het College is echter toch wel
van mening, dat tegenover het afbreken van de
muziektent iets anders gesteld moet worden. De
vraag daarbij is of de verplaatsbare muziektent
wel als zodanig kan dienen. Een beslissing is nog
niet genomen.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, het
feit blüft, dat deze muziektent een obstakel is.
Kan er niet gedacht worden aan de bouw van
een koepelvormige tribune of iets dergelüks? Ik
weet wel, dat dit nief zo gemakkelük is, aange
zien zo-iets tegen een bestaand gebouw moet ge
plaatst worden.
De Voorzitter: Wy zullen Uw suggestie bekij
ken en de Raad tijdig op de hoogte stellen.
Volgno. 560.
De heer Van I.an gevelde: Meneer de Voorzitter,
wórdt het College op het punt, van het oudheid
kundig onderzoek wel eens geïnformeerd door het
uitbrengen van een rapport of verslag van dege
nen aan wie subsidie wordt uitgekeerd?
De Voorzitter: Men houdt ons regelmatig op dB
hoogte.
De heer Waverijn: Meneer de Voorzitter, is de
subsidie aan de Z. V. U. beperkt tot de uitvoerin
gen ten behoeve van de schoolgaande jeugd?
De Voorzitter: Inderdaad.
Volgno. 602.
De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzittel, ht
de algemene beschouwingen hebben verschillen
de sprekers het ook al gehad over de problema
tiek rondom de haven. Ik wil volstaan met er
speciaal op te wüzen, dat de industrialisatie en
de haven niet los van elkaar gezien kunnen wor-J
den. Beide problemen dienen in samenhang te
worden bestudeerd, waarbij niet alleen de Zeve-1
naarhaven, doch ook het overige kanaalgebied
betrokken dient te worden.
De Voorzitter: In die geest zün wü Inderdaad
bezig.
Volgno. 606.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, wordt
het niet hoog tüd, dat da Gemeente Terneuzen,
als de grootste afnemer van ga», ook iets in de
melk te brokkelen gaat kriigen?
De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, momen
teel hebben wü terzake weinig te zeggen. Axel is
concessiehouder ont gas in Terneuzen te leveren.
Mogelyk kan in de toekomst een vorm van samen
werking worden gevonden.
De heer Weterings: Mag ik aannemen, dat in
het ontwerp uitbreidingsplan van Sluiskil reke
ning wordt gehouden met gasaansluiting? De aan
sluiting (buis door het kanaal) zou gecombineerd
kunnen worden met de RUkswaterstaatswerken
in verband met de verbreding van het kanaal.
Het is overigens toch te gek, dat in Sluiskil het
gas wordt geproduceerd en het grootste gedeelte
van deze plaats daarvan verstoken blüft.
De heer De Vos: De mogelükheid daartoe zal
m.i. zeker in studie moeten worden genomen. Of
er uiteindelyk iets uit de bus komt, zal afhangen
van de al of niet bereidheid van de bevolking om
aan te sluiten.
De heer Compiet: De nieuwe woningen kunnen
allicht van een aansluiting worden voorzien.
Volgno. 604.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter,
is er al lets over de tentoonstelling te Antwerpen
vernomen? Ik verwonder me er over, dat de groot
ste gemeente van Zeeuwsch-Vlaanderen geen
enkele mededling heeft ontvangen over deze
Zeeuws-Belgische samenwerking.
Do Voorzitter: Daarover is my niets bekend.
De heer De Meüer: Meneer de Voorzitter, men
tast eerst het bedrüfsleven af. Het is misschiet»
wel een prettige omstandigheid, dat men ons niet
benaderd heeft, want dan zit er büna altijd een
verzoek om subsidie aan vast.
Staat L H.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, de aula is
geraamd op 60.000. Wat was de uitslag van de
aanbesteding?
De heer Do Vos: Meneer de Voorzitter, de aan
besteding van de aula bedroeg circa 56.000. De
door de heer Hol genoemde kosten hebben be
trekking op de aula met inrichting.
le wijziging begroting 1961.
De heer Compiet: Meneer de Voorzitter, in de
le wüziging van de begroting voor 1961 is een
brandspuit geraamd voor Sluiskil. Wat voor spuit,
is dit? Zou het niet dienstig zijn in verband met
de industrie ter plaatse, dat er een schuimblus-
spuit zou worden aangeschaft? Vooral bij benzine
en benzolbranden zou deze nuttig kunnen zijn.
De Voorzitter: Het betreft hier de aanschaf van
een normale lagedruk spuit. Dit is zo voorgesteld
door de inspecteur van het Brandweerwezen. De
aanschaf van een poederblus-spuil heeft eveneens
onze aandacht. Ook de aanschaffing daarvan dient
getemporiseerd te worden. Voor deze spuit geldt
hetzelfde als is opgemerkt ten aanzien van de
magyrusladder.
2c wijziging begroting 1961.
Dc heer Hol: Meneer dc Voorzitter,' reeds op
28 januari 1960 werd besloten tot het verlenen
van medewerking ingevolge artikel 72 van de I,. O.-
wet voor een overdekte rüwlelbergplaats t.b.v. de
R. K, meisjesschool. Waarom wordt dit nu eerst
geraamd?
De Voorzitter: Ik hob dc indruk, dat deze zaak
nu pas afgerond is, m.o.w. tussen aanvraag en uit
voering kan een hele t|jd liggen.
Overzicht culturele uitgaven.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, sinds 1954
zün de culturele uitgaven in hoge mate gestegen.
Nu zal ik de daarop aangegeven posten niet be
spreken. Wel zou Ik het op prils stellen, indien
hier overigens niet al te veel werk aan verbon
den is, een overzicht te krügen van andere ge
meenten.
Het is voor m|j niet mogelük een juiste ver
gelijking te trekken, wanneer ik niet weet, wat
andere gemeenten onder culturele uitgaven ver
staan.
De Voorzitter: Wü kunnen dit altijd aan een
aantal gemeenten vragen. De vraagstelling levert
dus geen moeilükheden op. Alleen is het de vraag
of die gemeenten ons kunnen informeren.
Zonder hoofdelüke stemming wordt conform d«|
voorstellen besloten.
Rondvraag.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter,
van deze gelegenheid zou ik gebruik willen maken
mün dank te betuigen voor het jaarverslag van de
Dienst voor Maatschappelijke Zorg. Wü hebben]
hieruit een uitstekend overzicht van wat b|J die'
Dienst is gebeurd.
De Voorzitter sluit de vergadering.