Gemeenteraad van Terneuzen
Pagina 10
DE VRIJE ZEEUW
Zaterdag 17 december i960
OP DONDERDAG 1 DECEMBER 1960,TE 19 UUR
Aanwezig
Voorzitter: Mr. H. RUpstra.
Wethouders: M. de Vos en H. A. M. A. de Meijer.
Raadsleden: M. van Langevelde, R. G. Vrieling,
S. W. Henry, A. Jansen, P. J. Huijbrecht, R.
Hoi, C. J. Compiet, W. J. Weterings, J. de
Feü'ter, D. Waverijn, D. M. Ollebek en F. Die-
leman.
Gemeente-secretaris: A. J. Dees.
Afwezig met kennisgeving: Mevr. E. Doorns—
Ortelee, P. Fijn van Draat en Dr. M. E. H. Camps.
De Voorzitter opent de vergadering.
De Voorzitter: Mijne Heren, ik kan U mededelen,
dat mevr. Doorns dezer dagen uit het ziekenhuis
ontslagen hoopt te worden. Het college heeft ge
meend ook in uw geest te handelen door haar
in het ziekenhuis namens het Gemeentebestuur
oen fruitmand te zenden.
1. Vaststelling notulen van de vergadering
van 37 oktober 1960.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming wor
den deze notulen onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
a. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde raadsbesluit d.do. 28 april 1960
inzake vaststelling uitbreidingsplan in onder
delen „Van SteenbergenlaanOesterputten";
b. idem, inzake verkoop grond Westkolkstraat;
c. idem, inzake verkoop bouwgrond in de Ser-
lippenspolder;
d. schrijven van Gedeputeerde Staten van Zee
land, inzake goedkeuring uitgaaf t.b.v. stich
ting fabrieksgebouw Meterfabriek
e. verslag over het boekjaar 19581959 van de
Woningbouwvereniging „Werkmansbelang";
f. rapport kasopneming en controle administra
tie over het 3e kwartaal 1960 van Centraal
Bouw- en Woningtoezicht en Dienst van Ge
meentewerken in Oost Zeeuwsch-Vlaande-
ren;
g. notulen van de vergadering van de Com
missie Samenwerkende Gemeenten Kanaal-
zóne, gehouden op donderdag 6 oktober 1960;
h. schrijven van de Stichting Beschuttende
Werkplaatsen „Midden Zeeuwsch-Vlaande-
ren" te Terneuzen, inzake benoeming admi
nistrateur.
De heer Henry: Meneer de Voorzitter, ik zou
het op prijs stellen te vernemen hoe de stand van
zaken is met betrekking tot de nog van de Pro
vinciale Schoonheidscommissie te ontvangen pos
ten, zulks naar aanleiding van punt f der inge
komen stukken. Uit het Rapport van het Verifi
catiebureau blijkt, dat over de jaren 1955 tot en
met 1959 nog verschuldigd is in totaal ruim 3100.
Er is reeds meermalen over deze achterstand in
de Raad gesproken. Is het nu niet mogelijk deze
zaak eens tot een oplossing te brengen?
Wanneer er bepaalde motieven zouden zijn voor
niet-betaling, dan moeten deze naar voren wor
den gebracht. Zo niet, dan dient er betaald te
worden. Wanneer dit, ondanks alles, niet gebeurt,
zou ik willen voorstellen voorlopig geen opdrach
ten meer aan deze commissie te geven.
De Voorzitter: Ik heb deze zaak onlangs nog
besproken met een gedeputeerde. Deze heeft zijn
medewerking toegezegd. Ik denk wel, dat het in
orde zal komen. Mocht dit binnen 14 dagen nog
niet het geval zijn, dan zullen wij hierop terug
komen.
De heer Henry: Het is toch niet zo, dat er be
paalde redenen zijn om niet te betalen?
De Voorzitter: Neen.
De stukken a t/m e, g en h worden zonder be
spreking of hoofdelijke stemming en het stuk f
zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving
aangenomen.
K. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het verlenen van eervol ontslag aan de
heren C. Nasveld en A. J. Platteeuw als lid
van de commissie tot wering van school
verzuim te Sluiskil.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
4. Voorstel tot benoeming van:
A. twee leden in de commissie tot wering
van schoolverzuim te Sluiskil.
Voorgedragen voor de vakature Nasveld:
1. A. van Ham, hoofd chr. lagere school;
2. C. Krijger, onderwijzer idem.
Overgegaan wordt tot stemming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 14
op de heer Van Harn.
De heer Van Harn is benoemd.
Voorgedragen voor de vakature Plat
teeuw.
1. A. M. Wesdorp, wnd.-hoofd openbare
lagere school B;
2. J. Schouten, onderwijzer idem.
Overgegaan wordt tot stemming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 14
op de heer Wesdorp.
De heer Wesdorp is benoemd.
B. een vertegenwoordiger in het bestuur
van de woningbouwvereniging „Werk
mansbelang" (vakature Van Langevel
de).
Overgegaan wordt tot stemming.
Bij de eerste vrije stemming worden uitge
bracht 14 stemmen, waarvan 7 op de heer Hol,
6 op de heer Waverijn en 1 op de heer Ollebek.
Bij de tweede vrije stemming worden uitge
bracht 14 stemmen, waarvan 7 op de heer Hol
en 7 op de heer Waverijn.
Thans volgt herstemming tussen de heren Hoi
en Waverijn. (De kandidaten mogen niet mede
stemmen.)
Uitgebracht worden 12 stemmen, waarvan 6 op
de heer Hol en 6 op de heer Waverijn.
Bij de nu volgende loting is de heer Waverijn
benoemd, die zijn benoeming aanneemt,
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot de bouw en plaatsbepaling van een
gymnastieklokaal ten behoeve van het Uit
gebreid Lager Onderwijs.
De heer Henry: Meneer de Voorzitter. Wij heb
ben op het ogenblik in de gemeente twee gymna
stieklokalen, één bij de Zuidlandschool en één bij
de school op Gereformeerde grondslag. Nu wordt
er weer één bijgebouwd en dan nog één bij de
Ned. Hervormde school, maakt in totaal vier.
In dit verband zou ik willen vragen of het col
lege heeft overwogen om twee gymnastieklokalen
te combineren tot één sporthal.
In het voorstel slaat, dat er door het college
pogingen daartoe zijn aangewend. Ik zou willen
vragen: welke pogingen zijn dat gewoest?
De heer De Vcs: Meneer de Voorzitter, de bouw
van een sporthal is al eens eerder in de Raad ter
sprake geweest. Aangezien een dergelijke bouw
niet mogelijk was zonder het verkrijgen van bouw
volume is er inderdaad wel eens aan gedacht om
de bouw van een gymnastieklokaal met een sport
hal te combineren.
Dat moet IJ echter niet zó verstaan, dal het
ooit de bedoeling geweest is, hei gymnastieklokaal
te doen opgaan in een sporthal. De gedachte zat
voor om het gymnastieklokaal van een grotere
accomodate te voorzien, welke dan tevens dienst
baar zou kunnen zijn voor een sporthal, welke
aan dit lokaal zou kunnen worden bijgebouwd.
Thans is er een urgentieverklaring verkregen voor
een gymnastieklokaal voor het ulo-onderwijs. Deze
urgentie kan niet gebruikt worden voor een sport
hal. Ook is het niet mogelijk deze urgentie en
die van het gymnastieklokaal t.b.v. de Ned. Her
vormde school tezamen te gebruiken voor deze
hal.
De pogingen, die gedaan zijn, behelzen dus in
hoofdzaak de grotere accomodate tevens ten dien
ste van een sporthal. Dit is niet mogelijk gebleken.
Uit financiële overwegingen is het voorshands
ook niet mogelijk over te gaan tot de bouw van
een sporthal. Nu we met veel moeite een urgentie
hebben losgekregen voor het gymnastieklokaal
ten behoeve van het ulo, hebben wij gemeend niet
te moeten wachten tot de bouw van een sporthal
wèl mogelijk zou zijn.
De heer Henry: Als ik het goed begrijp, acht het
college het dus niet mogelijk om de urgentie voor
twee gymnastieklokalen samen te voegen tot een
sporthal. Bovendien concludeer ik hieruit, dat,
indien dit wèl mogelijk was, het college dan nog
de voorkeur zou geven aan de bouw van twee
aparte lokalen.
De plaats, die was aangewezen voor de sport
hal, n.l. aan de Van Steenbergenlaan, wordt nu
gebruikt voor de bouw van een gymnastieklokaal.
Ik zou in dit verband willen vragen of het nu
eigenlijk zó is, dat het college de sporthal min
of meer als afgedaan gaat beschouwen.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter,
ik zou willen vragen of het de bedoeling is dat
ook het lager onderwijs van dit gymnastieklokaal
gebruik gaat en mag maken?
In dit verband wil ik er op wijzen, dat er voor
de school op Gereformeerde grondslag al lange
tijd een urgentieverklaring is voor twee lokalen.
Wanneer het mogelijk zou zijn het nieuwe gym
nastieklokaal te doen gebruiken voor het g.l.o.,
dan zou het bestaande gymnastieklokaal aan de
Schoollaan kunnen worden ingericht tot lesloka
len t.b.v. de school op Gereformeerde grondslag.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, ik
wilde nog even aanhaken bij hetgeen door de heer
Van Langevelde naar voren is gebracht. Ik geloof,
dat wij op het gebied van de gymnastieklokalen
meer achteruit dan vooruit gaan. De beide gym
nastieklokalen zitten vol en het is nu al zó, dat
men de normale voor gymnastiek op het rooster
vermelde uren niet meer in een gymnastieklokaal
kan doorbrengen. Is door het college als eens be
keken hoeveel gymnastieklokalen er in werkelijk
heid nodig zijn en hoeveel er te verwezenlijken
zijn?
Wat de exploitatie betreft zou ik nog willen
vragen of deze ten laste van de scholen komt of
een zuiver gemeentelijke wordt.
De Voorzitter: Het is bepaald niet zó, dat wij
de sporthal hebben afgeschreven. Dit is meer een
kwestie van temporisering van bepaalde plannen.
Er zijn een aantal plannen lopende en vóór wij
hieraan een groot plan toevoegen, dienen wij eerst
het terrein met betrekking tot het verkrijgen
van subsidie af te tasten. Wanneer de tijd daar
voor rijp is, zullen wij zeker het sporthal-plan
weer ter hand nemen. Om de subsidie voor be
staande plannen niet in gevaar te brengen, zul
len we op dit punt nog enig geduld moeten heb
ben. Dit wat de vraag van de heer Henry betreft.
Ten aanzien van de vraag van de heer Van
Langevelde zou ik willen zeggen, dat het nieuwe
gymnastieklokaal primair beschikbaar is gesteld
voor het ulo-onderwijs. Mocht er daarnaast nog
tijd over zijn, dan kunt U ervan verzekerd zijn,
dat ook andere scholen aan bod komen. Men dient
op dit. punt echter waakzaam te zijn, omdat het
Ministerie van Onderwijs nauwlettend toeziet, dat
het lokaal wordt gebruikt voor het doel waarvoor
bouwvolume is verleend.
Het lokaal wordt gebouwd en ook geëxploi
teerd door de Gemeente. De drie ulo-scholen zul
len er gebruik van gaan maken, waarbij wij de
beschikbare uren zo objectief mogelijk over deze
scholen zullen verdelen.
Met de heer Weterings ben ik van mening, dat
in de behoefte aan gymnastieklokalen nog lang
niet voldoende is voorzien. Ten deze heb ik mor
gen een bespreking op het Ministerie van Onder
wijs, waarbij naast de bouw van gymnastiekloka
len ook de scholenbouw aan de orde zal worden
gesteld. Een m.i. ideale situatie zou zijn, dat elke
school een eigen gymnastieklokaal zou hebben.
Dit is overigens een kwestie van tijd. Deze kwestie
heeft onze volle aandacht. Wij moeten hierbij
echter bedenken, dat genoemde bouw centraal
vanuit Den Haag in landelijk verband bekeken
wordt.
De heer Weterings: Dan zou ik nog willen vra
gen om in de plannen ook een gymnastieklokaal
bij één der R.K. scholen in de kom op te nemen.
Deze scholen hebben momenteel geen enkel gym
nastieklokaal.
De Voorzitter: Onze gedachten zijn ook al in
die richting gegaan. Wij zullen dit voor de toe
komst zeker bekijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het uitvoeren van riolerings- en bestra-
tingswerken e.a. in de De Feijterstraat en
Stationsweg en het aanleggen van een toe
gangsweg naar het industrieterrein.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, in
het voorstel wordt gezegd, dat dit werk is afge
voerd van de z.g. infracstructuur. Dit is voor mij
onverklaarbaar. Aanvankelijk was het toch de be
doeling dit werk voor een subsidie krachtens de
infracstructuurregeling voor te dragen, aangezien
het dienstbaar was aan de industrieterreinen. Ik
heb er geen bezwaar tegen als dit werk op een
andere manier gerealiseerd kan worden, maar het
kost nu veel meer voor de gemeente.
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, de heer
Weterings heeft uiteraard gelijk, wanneer hij zegt,
dat dit project, al9 infractuurwerk naar voren ge
bracht, minder kost aan de gemeente. Wanneer
realisatie echter op een andere manier mogelijk is,
wordt het infrastructuurprogramma ontlast en is
het mogelijk een ander meer urgent werk in te
lassen.
Het genoemde project is al enige jaren lopende.
Er is hiervoor van de zijde van de R. A. W. al eens
een principiële subsidie-toezegging gedaan. Thans
is deze toezegging vernieuwd.
Daarnaast was het werk voorgedragen voor sub
sidie krachtens de infrastructuur-regeling. Beide
procedures liepen paprallel. Nu wordt het werk
gesubsidieerd als duur R.A.W.-werk, hetgeen een
bijdrage betekent van 74,1 wat ook niet weinig
is. Het zou daarom niet verstandig zijn om te
trachten het werk nog onder de infrastructuur
te brengen. Wij hebben gemeend dit betrekkelijk
geringe nadeel te moeten nemen, omdat w(j nog
zoveel belangrijker werken voor de infrastructuur
hebben.
De uitvoering van het project houdt tevens nog
verband met de werkgelegenheid. Het kan best
zijn, dat het werk dit seizoen nog niet voor uit
voering in aanmerking komt. De omzetting van
deze voorlopige toezegging in een definitieve kan
daarom nog op zich laten wachten.
Wij meenden het echter desondanks toch aan
do gemeenteraad te moeten voorleggen.
De heer Weterings: Na de uiteenzetting van de
heer De Vos kan ik me met de gedachtengang
van het college verenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
ivoorstel besloten.
De Voorzitter: Alvorens agendapunt 7 en 8 aan
de orde te stellen, zij het mij vergund een enkel
woord tot U te richten.
Tot ons is gekomen het verzoek van het be-tuur
der St. Wil|ibrordus Parochie te dezer stede om
de noodzakelijke medewerking te verkrijgen opdat
dit bestuur in het bezit kome van een perceel
grond, waarop te bestemder tijd een nieuwe kerk
dezer parochie kan worden gebouwd.
Wie enigszins op de hoogte is van de plaatse
lijke kerkelijke situatie, ziet achter deze aanvrage
oprijzen de zo statige en fiere figuur van pastoor
Van Campen, die in grote getrouwheid de hem
toevertrouwde gemeente leidde en aan het werk
der Kerk, dat zo dikwijls om bezinning en her
oriëntering vraagt, nieuwe gestalte trachtte te
geven. Midden uit deze arbeid werd hij weggeroe
pen en werd het werk van zijn hart en handen
afgebroken door de dood, die komt als een dief
in de nacht.
Ik stel er prijs op in deze raadsvergadering,
waarin 2 agendapunten zo duidelijk in het teken
zijner activiteit staan, een ogenblik pastoor Van
Campen te herdenken.
HU was een figuur, die in zijn parochie, maar
evenzeer daarbuiten, veel achting en aanzien ge
noot en zijn heengaan betekent niet alleen voor
zUn eigen kring, maar evenzeer voor vele anders
denkenden in onze gemeente een gevoelig verlies.
In onze gedachten zal hij blijven voortleven als
een persoon van grote betekenis, die met zUn diepe
geloofsovertuiging, zijn ernstige parochiale toewU-
ding voor velen tot steun is geweest en die door
zUn ruime blik over kerkelUke muren kon heen
zien en die daardoor ook bü vele niet-Rooms-
Katholieken een ledige plaats achterlaat.
Moge God de Heer, voor Wien hU een aards
bedehuis bouwen wilde, ZUn getrouwe dienst
knecht opnemen in ZUn vaderhuis.
Ik heb gezegd.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot toepassing van artikel 20 van de Weder-
opbouwwet:
a. voor de bouw van een R. K. kerk in de
omgeving van de Axelsestraat-Invalsweg;
b. idem van een garagebedrijf met woning
aan de Invalsweg;
c. idem flats in het Oostelijk Bolwerk.
De heer HuUbrecht: Meneer de Voorzitter, in
het uitbreidingsplan Oostelük Bolwerk zUn flats
ingetekend. Ik zou daarom willen vragen hoe het
komt, dat de stedebouwkundige thans op dit punt
bezwaren naar voren brengt.
De heer Henry: Meneer de Voorzitter, allereerst
zou ik willen zeggen, dat onze fractie het op prUs
stelt, dat Burgemeester en Wethouders alvorens
de bouwvergunningen met toepassing van artikel
20 van de Wederopbouwet te verlenen, dit voor
leggen aan de raad.
Ten aanzien van de flats heb ik enkele vragen,
welke voortspruiten uit belangstelling in de bouw
daarvan. Ik zou willen vragen hoeveel woonlagen
van deze flats al verkocht zUn. Kan het college
de prUs noemen; bestaat de mogelUkheid de on
derste verdieping als kantoorruimte in te richten
en is het zeker dat beide flats binnen korte tüd
zullen worden gerealiseerd?
De Voorzitter: Wat de vraag van de heer HuU
brecht betreft, kan ik zeggen, dat het plan geheel
in overeenstemming is met onze stedebouwkun
dige. AanvankelUk was er enig verschil van
mening ontstaan over de hoogte van de flats,
maar het Is mogelUk gebleken na overleg met de
stedebouwkundige en de directeur van de Centrale
Dienst van Bouw- en Woningtoezicht om in de
toekomst 3 flats met elk 6 woonlagen te bouwen.
De opzet is vanaf de zyde van de watertoren met
de bouw te beginnen. De 3e flat kan nog niet ge
bouwd worden, omdat, zoals U bekend, de grond
nog geen eigendom is van de gemeente.
WU weten niet hoever het staat met de verkoop
van de flats. WU hebben alleen nog maar gespro.
ken over de vraag of de flats daar gebouwd kun
nen worden. De officiële bouwaanvrage is nog
niet in ons bezit. Wel hebben wU de indruk, dat
de woningen voor de eerste flat zUn verkocht en
die voor de tweede flat gedeeltelUk.
BU het overleg met de heer Van der Peül, de
bouwer, hebben wU in overweging gegeven een
aanvrage in te dienen voor beide flats. Het is dus
de bedoeling dat in combinatie gebouwd wordt en
niet de één wel en de ander niet. De heer Van der
PeUl is hiermede akkoord gegaan.
De verkoopsprijs van de flats is mU niet bekend.
WU hebben tenslotte gedacht in principe uw
mening te moeten vragen over deze o.i. belang
rijke toepassing van artikel 20 van de Wederop-
bouwwet.
De heer Henry: ZUn dit zuivere woonflats of be
staat de mogelijkheid er kantoren in te vestigen?
De Voorzitter: Ik heb begrepen, dat het woon
flats zUn met er onder garages.
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, de heer
HuUbrecht vroeg ook nog hoe het komt, dat de
stedebouwkundige nog bezwaren had, nu er toch
flats in het uitbreidingsplan ingetekend waren.
Ik kan hier op antwoorden, dat de bezwaren niet
gericht waren tegen de flats als zodanig, maar
tegen de hoogte daarvan. AanvankelUk ging de
gedachte uit naar 8 woonlagen, maar dat onder
vond het bezwaar, dat dan de watertoren niet
meer voldoende zou domineren. BU 6 woonlagen is
dit bezwaar ondervangen. De hoogte is nu terug
gebracht tot 18 meter. Het betreft hier dus niet
een wUziging van het uitbreidingsplan op zich,
doch van de daarbU behorende bebouwingsvoor
schriften.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, wanneer de
bebouwingsvoorschriften toch gewijzigd moeten
worden, is het dan niet mogelUk dat voor het
aantal woonlagen een ruimere omschrijving wordt
opgenomen? Men heeft ook wel eens gedacht aan
een torenflat. Deze zou toch minstens 10 woon
lagen moeten hebben. In dat geval zouden de be-
bouwingsvoorschriften opnieuw moeten worden
gewijzigd.
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, ik be
grijp niet wat de heer Hol bedoelt. Het gaat hier
om de bouw van flats op een bepaalde plaats. In
de bebouwingsvoorschriften, behorende bU het uit
breidingsplan, is een bepaalde hoogte opgenomen.
Nu kan het voorkomen, dat er iemand met een
plan komt, waardoor deze bebouwingsvoorschrif
ten moeten worden gewUzigd. In dat geval kun
nen wU voor een bepaalde plaats wel zeggen of
wUziging mogelpk is, maar dit is zeker niet vooraf
voor de gehele uitbreiding te doen.
De heer Hol: Het was juist mUn bedoeling om
ter voorkoming van incidentele wijzigingen de be
palingen meer algemeen te stellen. Een andere
vraag is: waarom is in de aanvraag het aantal
van 12 woonlagen doorgehaald? Dit is mij althans
uit de stukken gebleken.
De heer De Vos: Er heeft ons nooit een verzoek
bereikt tot het bouwen van 12 woonlagen, wèl van
8, en dat kon de goedkeuring niet wegdragen van
de stedebouwkundige; m.i. terecht.
De heer Hol: Wanneer we nu een bepaling van
ruime strekking in de bebouwingsvoorschriften op
nemen, dan wordt regelmatige wUziging van deze
voorschriften toch voorkomen?
De heer De Vos: Dat is niet mogelUk.
De Voorzitter: Het moeiiUke is, dat men bU
het vaststellen van bebouwingsivoorschriften moet
bedenken, dat daarvan niet van afgeweken kan
worden. Wanneer echter een afwUkend plan wordt
ingediend kan artikel 20 worden toegepast en
kan wUziging daarna plaats hebben.
Zonder hoofdelUke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot verkoop van een perceel grond:
a. aan de Nassaustraat
b. aan het oostelyk bolwerk;
c. aan de AxelsestraatInvalsweg.
De heer Van Langevelde: Meneer de Voorzitter,
inzake punt 8 b zou ik gaarne een opmerking
willen maken over de grondprijs. De in rekening
gebrachte prijs ad 50,per m2 vind ik tamelijk
hoog. gelet op de voor de flats aan de Rozenstraat
berekende prUs van 14,Ten aanzien van laatst
genoemde prUs heb ik destUds eens gevraagd of
deze niet hoger kon zUn, maar men heeft toen
gezegd, dat Uit, in het gehele plan bezien, niet
mogelUk was.
Er zUn in het onderhavige plan wel meer
woonlagen ontworpen, zodat de prUs hoger moet
zUn, maar dit vind ik toch wel onevenredig hoog.
Is het de bedoeling om in de toekomst eveneens
een dergelUke prijs te vragen?
De heer De Meijer: Meneer de Voorzitter, deze
prijs is inderdaad hoog, maar deze is dan ook
berekend voor 6 wooningen. Verder moet niet
vergeten worden, dat de prUs per perceel nog
niet zo hoog is. Dan is het nog zó, dat slechts een
betrekkelUk geringe oppervlakte wordt verkocht,
niet veel meer dan voor de bouw in engere zin
nodig is.
De heer Van Langevelde: BU de verkoop van
andere grond in dit plan is daar toch geen reke
ning mede gehouden, b.v. bU de Waterleidingmaat-
sehappU.
De heer De Meijer: Hier wordt veel minder
grond verkocht.
De heer Van Langevelde: Ik ben bang, dat wü
met deze prtjs in conflict zullen komen, wanneer
er nog woningen van particuliere zUde gebouwd
worden.
De heer De Meijer: De overige grond in dit
plan is reeds uitgegeven, zodat daar geen vrees
voor behoeft te bestaan. Alleen grond voor het
nieuwe gemeentehuis is nog beschikbaar gebleven.
Overigens is deze zaak toch reeds bU de vast
stelling van het expploitatieplan aan de orde ge
weest.
De heer De Vos: Deze prijs zou uit dien hoofde
toch bU de heer Van Langevelde bekend moeten
zUn. De prUs is toch geen zaak voor het ogenblik;
deze is reeds opgenomen in het door de Raad
vastgestelde exploitatieplan, zoals dit laatstelUk
dit voorjaar herzien is.
Er is verschil gemaakt tussen de grondprUs
voor flatbouw en die voor eensgezinswoningen.
Ook wat de flatbouw van de woningbouwvereni
ging betreft is hiermede rekening gehouden. De
prUs komt bU de onderhavige flatbouw op pl.m.
1300,per woningeenheid, wat minder is dan
voor een arbeiderswoning van de woningbouw
vereniging. Er is dus geen enkel bezwaar om de
prUs op 50,— per m2 te stellen.
De heer Huijbrecht: Meneer de Voorzitter, bij
deze bouw komt voor mU nog een ander aspect
naar voren. De bouwer koopt maar net de opper
vlakte die hU nodig heeft voor de flats. Is dit nu
wel rechtvaardig?
De woningbouwvereniging heeft er een heleboel
grond bU moeten kopen en dat drukt daar op de
huurprijs.
De heer De MeUer: De woningbouwvereniging
heeft veel minder moeten betalen voor de grond.
Deze kwam op circa 15,
De heer HuUbrecht: Er is ook een groot ver
schil in type woning.
De heer De Meüer: Het is niet meer mogelUk
het exploitatieplan oostelUk bolwerk opnieuw op
de helling te zetten. Zoals ik reeds zei, is er be
halve de grond voor het gemeentehuis, geen per
ceel meer beschikbaar.
De heer Huijbrecht: Het gaat er mU maar
om, dat de bouwer hier betrekkelUk weinig grond
moet kopen en een ander veel meer.
De heer De Meijer: De grondprUs mag niet op
gevoerd worden hoven die van het exploitatieplan.
De heer HuUbrecht: Het gaat niet om de prUs,
maar om de oppervlakte. Waarom moet de wo
ningbouwvereniging meer grond kopen, wanneer
zü flats gaat bouwen?
De heer De Vos: Het is ook hier natuurlijk
niet zo, dat alleen maar de grond verkocht wordt
waarop de flats komen te staan. Het is inderdaad
zo, dat minder grond verkocht wordt dan in een
dergelu'k geval bü de woningbouwvereniging. Er
moet niet vergeten worden, dat het bU de woning
bouwvereniging gaat om grote percelen en hele
wUken. De grondprUzen worden zó berekend, dat
zU per perceel niet zwaarder komen te drukken
dan nodig is om een economische exploitatie moge.
lUk te maken. Daardoor wordt het mogelUk, dat
de huur van flatwoningen iets lager is dan die
van eensgezinswoningen. BU deze laatste hebben
de bewoners dan ook de beschikking over een
eigen tuintje.
In de grondverkoop zitten eveneens de plant
soenen. Wanneer wU bU verkoop van grond voor
flats ten behoeve van de woningbouwvereniging
deze verkoop zouden beperken tot de enge opper
vlakte voor flatbouw en de grond, bestemd voor
plantsoen, er buiten zouden houden, zou ook hier
de grondprUs sterk moeten worden opgevoerd. WU
moeten dit bekUken in het raam van een be
paald plan, waarbU komt, dat elk exploitatieplan
rendabel moet zUn. In de gemeente doen zich nu
eenmaal verschillende situaties voor. Ieder onder
deel dient apart bekeken te worden. Het is dan
logisch, dat de te verkopen oppervlakten zeer
verschillend kunnen zUn, alsook de grondprUzen.
De heer Van Langevelde verlaat de vergade
ring.
De heer HuUbrecht: Ik had liever gezien, dat
verhoudingsgewUs dezelfde stukken grond werden
uitgegeven.
De heer De Vos: Daar gaat het juist om. Dit
hangt af van de grootte van de openbare weg en
het openbaar groen, dat er bU hoort. Hier ligt
de situatie anders dan in de wUken waar de
woningbouwvereniging bouwt.
Op het gebied van het onderhoud geeft het
geen verschil. Dit is tot dusver van gemeentewege
verzorgd.
De heer Weterings: Wanneer ik mag afgaan op
het laatste gezegde van de heer De Vos, dan kan
ik mU met een en ander verenigen. Dit zou dus
inhouden, dat de woningbouwvereniging geen ver
zoek krijgt om haar plantsoenen te onderhouden.
De heer De Vos: Ik kan niet zeggen of dit laat
ste nooit het geval zal zün. Het is alfljd zó ge
weest dat de gemeente de plantsoenen heeft
onderhouden en momenteel zUn er geen plannen
om daarin wijziging te brengen. Ik geloof echter
niet, dat het verstandig zou zijn ons nu reeds vast
te leggen voor de toekomst.
De heer Weterings: Dan ben ik het in principe
eens met de opmerking van de heer HuUbrecht,
dat de woningbouwvereniging verhoudingsgewUs
meer grond moet kopen, dan hier het geval is.
Het gaat om dit principe. Zo moet de woning
bouwvereniging ook meer grond nemen om toe
gangswegen aan te leggen om bU de garages te
komen.
De Voorzitter: Kunt U goedvinden, dat wU ons
hierover nog eens beraden, speciaal met het oog
op toekomstige grondverkopen?
De heer Huijbrecht: Binnenkort komt er weer
grondverkoop voor flatbouw door de woning
bouwvereniging aan de orde. Dan zitten we voor
hetzelfde probleem.
De heer De Vos: In de prijs maakt het geen
verschil.
De heer Weterings: Maakt dit ook geen verschil
voor particuliere bouwers?
De heer De Vos: Neen. Elk exploitatieplan moet
zichzelf bedruipen. Men kan dit bereiken door
meer grond te verkopen voor een lagere prijs of
minder voor een hogere. Op welke manier, maakt
geen verschil. Betaald moet het worden. Als de
woningbouwvereniging een heel blok koopt, moet
dat tegen kostprijs betaald worden.
In de verhouding woningbouwvereniging/parti
culieren maakt dit geen verschil en de totale prijs
blijft hetzelfde.
De Voorzitter: WU zullen een en ander nog
eens in het college bespreken.
Zonder hoofdelUke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot ingebruikname van de algemene be
graafplaats aan het Zwaantje.
De heer HuUbrecht: Meneer de Voorzitter, gaar
ne zou ik een vraag willen stellen, niet over het
ingebruiksteilen van de begraafplaats; daarmede
kan ik akkoord gaan, doch over de realisatie van
het 2e gedeelte van de invalsweg.
ik zou graag zien, dat de invalsweg tot de
Leeuwenlaan gerealiseerd zou kunnen worden.
Zoals de toestand thans wordt, moet het verkeer
.eerst een kort stukje over de invalsweg om dan
bU de Moffenschans weer op de Axelsestraat te
komen. Het zou voor het verkeer vee] gunstiger
zUn wat langer van de invalsweg gebruik te kun
nen maken.
De heer Wetering*: Meneer de Voorzitter, een
zelfde opmerking wilde ook ik maken. Er is op
de Axelsestraat geen ongelukkige: plaats te be.
denken dan juist het kruispunt bU de Moffen
schans. Naar rechts heeft men daar geen over
zicht.
De heer Henry: Over dit punt is in onze fractie
uitvoerig gesproken. WU kunnen ons akkoord ver
klaren met de ingebruikname van de begraaf
plaats; over verschillende punten van de toe
lichting zouden wjj het later nog eens willen heb
ben.
De heer De Feijter: Meneer de Voorzitter, ik
zou mc graag willen aansluiten bjj de eerste twee
sprekers. Het moet mogelijk zUn de invalsweg
tot de Leeuwenlaan door te trekken. De grond is
ter beschikking van de gemeente, dus dit kan
geen moeilijkheden opleveren. Thans krijgen we
bij de Moffenschans een gevaarlijke situatie.
De heer De Vos: Meneer de Voorzit ter. ik had
de indruk, dat de kwestie van het Ie gedeelte
van de invalsweg, met daaraan vastgekoppeld het
2e gedeelte, voldoende besproken was in de vorige
vergadering. De aanleg van het le gedeelte be
hoeft niet te betekenen, dat het verkeer van dit
gedeelte bU de Moffenschans op de Axelsestraat
moet komen. Men kan ook reeds afbuigen bU de
vUver. Door verkeersborden kan men reeds veel
bereiken.
Men kan zich afvragen, wat hebben wü dan
aan dit stuk? Het is echter zó, dat, wanneer de
invalsweg in zUn geheel gereed is, wU een soort
rondweg hebben met betrekking tot de kom. Uit
dien hoofde zou het dus aanbeveling verdienen de
gehele weg aan te leggen. Dit is thans nog niet
mogelUk, omdat de RUkswaterstaatswerken in de
omgeving van de oostkolk en haven, nog wel
enige jaren op zich zal laten wachten.
Thans gaat het nog om het stuk Jacob Cats-
straat Leeuwenlaan. De vraag dient zich aan of
het wel verstandig is om dit onderdeel weer aan.
hangig te maken. Ons college is n.l. van mening,
dat mogelUk andere werken prioriteit zullen
moeten hebben boven dit 2e gedeelte. WU moeten
er rekening mee houden, dat slechts een gedeelte
van het door ons ingediende programma aan
infrastructuurwerken zal kunnen worden uitge
voerd. Daarbij dient te worden afgewogen welk
werk op een bepaald moment het belangrükst is.
In de eerste plaats denken wU hierbU aan do
weg langs het industrieterrein en de invalsweg
Sluiskil. Dit wil echter niet zeggen, dat wü niet
alle moeite zullen doeii om ook dit 2e gedeelte
van de invalsweg naar de kom uitgevoerd te
krUgen.
Zonder hoofdelUke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouder*
tot het verlenen van een garantie ten be
hoeve van de aankoop van een vissersvaar
tuig.
Zonder bespreking of hoofdelUke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
11. Aanbieding van de gemeentebegroting 1961.
12. Aanwijzing commissie van onderzoek ge
meenterekening 1959.
De Voorzitter: Het college zou hiervoor willen
aangewezen zien de heren Huijbrecht, Ftjn van
Draat en Van Langevelde.
De heer Huijbrecht is bereid een eventuele be
noeming te aanvaarden.
Krachtens het reglement van orde wüst da
Voorzitter genoemde heren aan.
De twee overige benoemden, thans niet aan
wezig, zullen gevraagd worden of zij hun benoe
ming aanvaarden.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wUziging van de begroting der gemeen
te dienst 1960.
Zonder bespreking of hoofdelUke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
14. Rondvraag.
De heer De Feijter: Meneer de Voorzitter, ik
had gedacht bü de ingekomen stukken te zullen-.,
aantreffen de notulen van de vergadering van
aandeelhouders van de Waterleidingmaatschappij.
Zjjn deze nog niet ontvangen?
De Voorzitter: De notulen zUn inderdaad ont
vangen. De terinzagelegging heeft alleen nog niet
plaats gevonden, omdat wij ons ten aanzien hier
van nog aan het beraden zUn.
Een ander punt hierbU is, dat het ons college
nog niet helemaal duidehjk is in hoeverre deze
notulen geheim zUn. Deze zaak is thans in onder
zoek bij de administratie en zal U zo spoedig
mogelUk worden voorgelegd.
De heer De Feijter: Voorheen was het toch zó,
dat de notulen wèl ter inzage werden gelegd.
De Voorzitter: Wanneer het formeel niet on
juist blUkt te zUn, zullen wü de notulen zeker
weer ter inzage leggen.
De heer Henry: Meneer de Voorzitter, het ont
moet toch geen bezwaar de notulen van de Com
missie Samenwerkende Gemeenten Kanaalzone en
die van de Afvalwaterleiding ter inzage te leggen?
De Voorzitter: Daar is geen enkel bezwaar
tegen. De notulen van de Commissie Samenwer
kende Gemeenten Kanaalzone hebben reeds ter
inzage gelegen. De rest volgt. De vergaderingen
van de Afvalwaterleiding zUn bovendien openbaar.
De heer Hol: Meneer de Voorzitter, de bewo
ners van het nieuwe gedeelte, met name die
van de Accaciastraat, Prunusstraat en Populieren
straat, hebben zich bU my beklaagd over de brand
gangen. BU slecht weer is het daar een modder
poel. Het is misschien toch wel wenselUk dat de
situatie daar eens van gemeentewege bekeken
wordt. Juridisch ligt de zaak niet zo gemakkelü'k,
doch wellicht zou er een samenwerking tussen de
bewoners/eigenaars en de woningbouwvereniging
tot stand kunnen komen. Een tegelpad zou hier
een opplossing kunnen betekenen.
De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, dit is
een moeilüke zaak. WU zullen moeten bekijken
of hier iets gedaan kan worden zonder ten opzich
te van andere brandgangen een precedent te
scheppen. De bewoners van genoemde straten zün
eigenaar van een gedeelte van de brandgang en
deze is ook bU hen in onderhoud. Het is altüd
moeilUk om een aantal particulieren, zoals hier,
op dit punt tot samenwerking te brengen. Van
het onderhoud komt ongelukkigerwijs altüd wei
nig terecht. Hier zou een mooie taak liggen voor
een buurtvereniging.
Een andere mogelUkheid zou zyn om de grond
van de brandgangen niet te verkopen en bii de
gemeente in onderhoud te nemen. Dit zou echter
weer in de grondprijzen verdisconteerd moeten
worden.
De heer Hol: Ik kan het wel met de heer De
Vos eens zün over het algemeen gezien. Zou het'
niet mogelUk zUn in de bestekken een bepaling op
te doen nemen, dat de brandgangen betegeld moe-
ten worden, darr zou men veel narigheid kunnen
voorkomen. Nu is de situatie in de door mü ge
noemde straten wel een bUzondere, omdat deze
straten aan het einde door een brandgang ver
bonden zUn. De straten zelf lopen dood.
De heer Weterings: Meneer de Voorzitter, de
brandgangengeschiedenis is al in den brede door,
de woningbouwvereniging besproken. Er wordt nu
een proef genomen met een betonpad ter breedte
van enkele tegels, in het midden van de brand
gang. Wanneer deze proef slaagt, zal men dit
ook bU de andere brandgangen van deze vereni
ging gaan toepassen. Dit zou ook door particulie-;
ren in die zin gedaan kunnen worden. Aan de
zUkant wordt de brandgang dan iets verlaagd,
waardoor het midden hoger komt te liggen, doch
dit is zeker een noodoplossing.
De Voorzitter: Wij zullen dit in het collega
nader bekijken.