r
(/OÖU <U
NAJAAR IN DE GROENTETUIN
Met „zo een9'' knn je niet leven
Zaterdag 22 oktober 1960
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 9
ONDER DE DUIZEND WEKEN
Gooi er niet te vlug het bijltje
bij neer!
- ONZE GEEST IS OPGESLOTEN IN DE FLES
VAN DEZE MAATSCHAPPIJ -
De geest in de fles
De tweestrijd
STOFFENBEELD VAN DIT SEIZOEN
Overwegend wol, maar in
sobere kleuren
SOMS LEVENDIGE EFFECTEN
Niet later, maar nu
Op het juiste moment
EEN SMEERPOETS
Menu van de week
Wij tieners leven in een moeilijke leeftijd. Oudere mensen zeg
gen, dat het de mooiste leeftijd is en de meesten van hen zouden
het graag nog eens over doen. Wij geloven graag, dat ze gelijk
hebben, van hun standpunt bezien, maar de tussenliggende jaren
hebben hun de nare dingen doen vergeten en zij hebben dikwijls
nog alleen de schone herinneringen over, vandaar dat ze graag
terug zouden willen, nu ze zelf bemerken, dat hun jeugd voorbij
is. Anderen zouden het nog eens over willen doen (liefst met de
wetenschap die ze nu hebben) om toen gemaakte fouten te her
stellen. En toch: als ze het over zouden doen, is de kans heel groot,
dat ze weer diezelfde fouten zouden maken.
Velen van deze ouderen hoor je nu zeggen: „Ik heb mijn kansen
laten schieten toen ik jong was. Had ik maar doorgezet, had ik
maar meer gestudeerd, had ik maar dit en had ik maar dat, dan
zou ik het in het leven verder geschopt hebben". Gelijk hebben
ze natuurlijk. Nu achteraf volwassen en geplaatst in de maat
schappij kunnen ze de gehele ontwikkeling van hun leven over
zien en bemerken ze, waar ze faalden. En toch, als ze weer jong
/.ouden zijn, zou het weer precies zo gaan als toen. Ze vergeten
namelijk, dat dit jong zijn ook een bepaalde geestelijke instelling
met zich brengt; een instelling die totaal verschilt van die van de
rijpe volwassene. Wat dit niet het geval, dan zouden wij nu jonge
ouden-van-dagen zijn.
Bij onze jonkheid behoort ook
een jeugdige geest en die is nu
eenmaal over het algemeen ge
nomen zeer impulsief, legt ge
heel andere normen aan dan de
volwassenen doen, kortom is
typisch de geest van de „teen
ager". Het is deze geest die ons
fouten doet maken. Deze geest
is namelijk zuiver natuurlijk,
houdt gelijke tred met onze
lichamelijke ontwikkeling en is
niet te stuiten in zijn uitingen
en neigingen, omdat die past bij
onze leeftijd. Daar staat tegen
over, dat de maatschappij als
een lastige fles die geest ge
vangen houdt, omdat de maat
schappij kunstmatig en in
zekere zin tegennatuurlijk is.
Wij zijn namelijk eerder geeste
lijk volwassen dan maatschap
pelijk en dat brengt de moei
lijkheden met zich mee.
De maatschappij eist van ons,
willen wij op de een of andere
manier slagen en ons een goede
positie veroveren, dat wij eerst
de lagere school doorlopen,
daarna dikwijls nog een mid
delbare school en tenslotte nog
een of andere specialistische
opleiding, want in onze mo
derne tijd is er alleen een goede
plaats te veroveren voor vak
bekwame specialisten. Aan
manusjes van alles, die van al
les wat weten, maar van niets
het fijne, heeft de moderne
maatschappij geen behoefte, die
krijgen de mindere banen. Spe
cialisatie is de grote eis die ge
steld wordt.
Ben je academisch gespecia
liseerd of op lager niveau bij
voorbeeld boekhouder, ben je
ingenieur of technicus, dan
moet je op de een of andere
manier een bijzondere kennis
van een bepaald vak hebben.
Nu was dit vroeger in zekere
zin ook al zo, maar tegen
woordig is de leertijd veel lan
ger, met als gevolg, dat de tie
ner, die geestelijk en lichame
lijk al rijp begint te worden, of
al is, nog een aantal jaren stu
dietijd voor de boeg heeft. En
hèb je een baan, dan moet er
heel vaak nog veel bijgeleerd
Nu de herfst is aangebroken, wordt het tijd ons te verdiepen
in de kleding, waarmee we onze klerenkast voor het koelere sei
zoen moeten aanvullen. Dat die aanvullingen van wol zullen zijn,
daaraan kan eigenlijk niet veel twijfel bestaan. Maar dit als ge
geven beschouwende, wat hebben wij dan nodig? En wat is er op
het gebied van japonnen, blouses, rokken, mantels en pantalons
zoal aan de makrt?
Laten we proberen in kort be
stek na te gaan wat er op elk
gebied aan materialen, aan stof
fen zijn te vinden en in welke
kleuren. De modellen zijn sluik
en eenvoudig, niet getailleerd.
Wat dat betreft zijn er niet veel
problemen.
Maar hoe is het met de kleu
ren gesteld? Wel, die zijn don
ker, vaak zelfs somber, soms
verlevendigd door sterke kleur
accenten. Zwart is heel be
langrijk, evenals anthraciet en
zwart-wit stoffen, die echter
ook aan de donkere kant blij
ven. Daarnaast treffen wij veel
bruin aan, vaak weer met
zwart gemengd.
Wat de dessinering aangaat,
heeft de wollen ruit een heel
belangrijk streepje voor. Onder
ruiten moet men dan verstaan
sterk sprekende Schotse ruiten
maar ook de nauwelijks zicht
bare vage „veegjes", die bij aan
dachtige beschouwing restanten
zijn van wat de dessinateur oor
spronkelijk als een ruit heeft ge
tekend.
In alle klassen zijn de stoffen
rijk en glanzend door de fraaie
wolvezel en soms door nog extra
meeversponnen effectharen of
vezels. Voor de mantels- en
costuums zijn de langharige ma
terialen belangrijk; vaak zijn
deze stoffen bedekt met een
doorschijnende „flausch", waar
een ruitmotief flauw doorheen
schemert. Verder zijn er veel
tweeds en shetlands, ook alweer
met ruitvariaties. Soms zijn die
ruiten gevormd door de knoop
jes van ingeweven bouelé-garens.
Japonnen, rokken en blouses
zijn vaak van uni-stoffen ge
maakt, zowel in zwart en grijs
als in fantasie-weefsels. De dure
kamgarens en ook lakenachtige
stoffen, flanels, jersey's en we-
venits zijn meestal, althans vaak,
in uni gehouden. De wevenits
treft men echter ook aan in al
lerlei fantasie-uitvoeringen: met
lange haren, met ruiten of stre
pen, in ruiten met bloemen ge
combineerd, in prachtige bloem-
jacquards enz. Deze gebreide
materialen verdienen de aan
dacht ten volle. Ze hebben de
ideale draageigenschappen van
geweven kamgarens, maar zijn
soepeler. Ook bedrukte wevenits
zal men deze maanden veel
tegenkomen.
Wat ten slotte de pantalons
betreft, is er een grote keus aan
uni, zowel als aan geruite kam
garens en strijkgarens over
wegend van wol.
De wollen ruit lieeft dit jaar een belangrijk streepje voor.
worden. Dat is de moeilijkste
tijd die er is. Enerzijds trekt de
andere sexe, die tijd vraagt
voor uitgangetjes en dergelijke,
anderzijds is het meestal de tijd
dat er het hardst geblokt moet
worden. De grote moeilijkheid
is nu om in dit geval een gul
den middenweg te bewandelen
en zowel het een als het ander
te kunnen doen. De studietijd ;s
een tijd van ontberingen, al be
hoeft de jonge mens zich niet
alles te ontzeggen, toch zal hij
of zij bepaalde leuke ontspan
ningsevenementen moeten laten
schieten terwille van de studie
ofvan het geld. Want ook
dat speelt op die leeftijd een
grote rol. De studerende moet
het doen met wat zakgeld, dat
meestal niet toereikend is om
er breed van uit te gaan met
een meisje. Datzelfde is trou
wens het geval wanneer er al
gewerkt wordt in een betrek
king en 's avonds wordt gestu
deerd.
De neiging is dan heel groot
om die drang tot volle vrijheid
te volgen met op de achter
grond de gedachte: „later komt
alles wel terecht!"
Stel je daar maar niets van
voor. Later komt er niets te
recht! Het leven gaat door en
slechts weinig sterke geesten
Bob haalde nog snel even de borstel
over zijn glanzende haar. „Zie zo, ik ben
klaar. Kom je ook gauw, we zijn al zo
laatvroeg hij nog op de drempel.
Elly knikte. „Ja hoor, ik ben zó bene
den
Een snelle blik op haar horloge gaf
haar de zekerheid, dat Bob niet over
dreven had. Ze waren erg laat. Zij keek
naar haar spiegelbeeld in de grote slaap
kamerspiegel. Het was toch een prachti
ge uitgaansjurk die zij had gekocht. Nu
zou ze hem voor het eerst dragen op het
feestje dat Bob's baas gaf. Snel griste
ze haar tasje van de kaptafel, nog even
zien of alles er in zat. Ja hoor, ze kon
starten Ze knipte het licht uit. Beneden
in de gang hoorde ze Bob al ongeduldig
heen en weer drentelen. Ze nam haar
wijde rok in beide handen en wilde de
trap af gaan. En toen hoorde zij Jantjes
stemmetje roepen.
Even weifelde ze. Ze was al zo laat. Ze
kon Truus de oppas naar boven sturen
en laten zeggen dat ze al weg waren.
„Mammie riep Jantje weer. Haar wei
feling duurde niet lang. Zachtjes opende
zij de deur van Jantjes kamertje.
EEN KLEIN MENSJE
De vierjarige kleuter zat rechtop in
bed. Hij was klaar wakker en er lag een
peinzende uitdrukking op zijn bolle toet.
„Mammie," begon hij dadelijk, „heb jij
de hemel wel eens gezien?"
„Neen", zei Elly ietwat verbouwereerd.
„Waarom niet?" vroeg Jantje veront
waardigd.
„Het is niet de bedoeling, dat wij hem
nu reeds zien
Elly ging op het voeteneinde van Jan-
tje's bed zitten. Zij was niet een van de
moeders, die op kindervragen zeggen:
„nu niet, dat zal ik je een andere keer
wel eens vertellen." Jantje wilde het
immers nü weten.
MET EEN GROOT PROBLEEM
In weerwil van de haast die ze had en
met de wetenschap, dat Bob beneden
liep te ijsberen en zich opwond, nam ze
even de tijd, om Jantje te antwoorden
op nog een aantal vragen van hem. Na
een poosje stil te zijn geweest, snoof
Jantje diep en zeide „Wat ruik je lek
ker En wat ben je mooi
„Moeder zou immers uitgaan, weet je
wel," hielp Ellen hem herinneren.
„Maar nu moet je gauw gaan slapen
lieverd."
Jantje liet zich lekker instoppen en
tevreden ging hij slapen.
Het was maar «en klein voorval, waar
van wij getuige waren, maar het heeft
ons tot nadenken gestemd
STEEDS PARAAT
Als een kind vraagt om te worden
opgevoed of ingelicht, dan is het in negen
van de tien gevallen op een ogenblik, dat
ons dit niet schikt. De ouders die op
zo'n ogenblik inzien, dat het belang van
het kind oneindig zwaarder weegt dan
welk persoonlijk voornemen ook en die
rustig het eigen belang terzijde kunnen
stellen om eventjes de tijd te nemen om
naar beste weten een antwoord te for
muleren, dat zijn de ware opvoeders.
Opvoeden is niet, zoals velen ten on
rechte menen, het toedienen van een
dagelijkse portie voorschriften en aan
wijzingen op een ogenblik dat dit óns
schikt. Opvoeden is een onafgebroken
bereid zijn om het kind op te vangen in
de noden en problemen en deze met hem
uit te praten op het ogenblik, dat het
daar behoefte aan heeft. Het voorziet in
een onmiddellijke behoefte en daarom
brengt het rust en kalmte en evenwicht.
Het terstond kunnen overschakelen op
zo'n kindervraag eist heel wat van ons:
het eist een toestand van voortdurend
paraat zijn en dat wil zegenhet eist de
ganse mens. Maar het loont beslist de
moeite, want de oogst is schoon.
(Nadruk verboden.)
zijn in staat om later reeds met
een gezin, nog eens aan de stu
die te beginnen. Slechts wei
nigen voltooien deze zware op
gave. Grijp de kans die je jong
krijgt en getroost je de opoffe-
Zo langzamerhand wordt het
weer tijd om afscheid te nemen
van de zomergroenten. Daarom
ringen die gevraagd worden! 'niet getreurd. Er blijft keus ge-
Gooi er niet te vlug het bijltje
bij neer!
NORA VAN HEEMSTEDE
(Nadruk verboden)
noeg in de groentewinkel en
gezonde en lekkere groentescho
tels zijn werkelijk niet voorbe
houden aan voorjaar en zomer.
Het is overbekend, dat veel
wintergroenten" in deze tijd
extra sappig en mals zijn (al
klinkt dat misschien wat
vreemd voor een kool of wor
tel). Zij zijn dan ook vlugger
gaar dan hun latere familiele
den; soms is een kooktijd van
ruim een kwartier al voldoende.
Ook voor rauwe slaatjes is
zomerkooi uitstekend geschikt.
Recepten voor 4 personen.
SLAATJE VAN SAVOOIE
KOOL MET TOMAAT-
200 gram savooiekool, 250
gram tomaten, peterselie, een
uitje of bieslook (een augurk
slasaus.
De kool schoonmaken en fijn-
snijden of raspen. De tomaten
wassen (schillen) en in stukjes
snijden. De peterselie en ui of
bieslook schoonmaken en fijn-
snijden (evenals de augurk).
Alle groenten dooreenmengen
(Adv
SNAUWEN IN DE VICIEUZE CIRKEL.
„Zelfkennis strekt de mens tot eer," het is
een alom bekende uitdrukking en het ligt ook
voor de hand in onze maatschappij, dat het
nodig is jezelf te kennen. In het huwelijk ligt
de zaak nog geheel anders, hier strekt zelf
kennis niet tot eer, maar is het een besliste
noodzakelijkheid om tot een gelukkig huwe
lijk te komen.
Meestentijds is het zo, dat wij de fouten van
een ander dadelijk en feilloos onderkennen,
maar onze eigen fouten zien we moeilijk,
ofin het geheel niet. Let u maar eens op,
het heet bijna altijd „de schuld van de an
der", als er iets aan de harmonie en het geluk
in het huwelijk hapert. Merkwaardig ook,
dat er in de loop van het huwelijk zoveel klei
ne, minder prettige aanwensels uitgroeien
tot en ontaarden in bepaald onverdraaglijke
gewoonten. Eén daarvan is wel het snauwen
en grauwen tegen elkaar, het vitten en kijven.
Het komt veel bij vrouwen voor, al maken
ook sommige mannen er zich schuldig aan.
Het kan wel eens een Vorm van of althans een
poging tot zelfhandhaving zijn. En deze ge
woonte wordt daarom zo gemakkelijk aange
grepen, omdat men er betrekkelijk weinig
energie voor behoeft op te brengen.
eeuwig gevit en onverdraagzaamheid, met
alle nare gevolgen van dien. Zij gaan als ze
eenmaal groter zijn, ook liever de deur uit en
zoeken een sfeer waar het gezelliger, vriende
lijker is. Dan blijft de vrouw alleen achter,
gedesillusioneerd, mokkend en wrokkend. Ze
begrijpt het niet, want ze is „toch altijd goed"
voor haar man en kinderen geweest. Ze leeft
gesloofd en geploeterd in haar huishouden en
niemand die het waardeert. Als dank trekken
ze zich van haar terug.
- -
Als een moeder, die het druk heeft, prikkel
baar wordt, doordat de kinderen lastig zijn,
wat is er dan gemakkelijker dan te schreeu
wen. Als zij op dat moment haar eigen rauwe
stem hoorde, zou ze schrikken. Maar helaas
hoort de vrouw dat niet in haar opwinding.
En zo wordt er de gehele dag door gevit, en
gekijfd totdat de kinderen er zo gewend aan
zijn, dat ze er niet meer naar luisteren. En
dan zitten we midden in de vicieuze cirkel,
want hoe minder er geluisterd wordt, hoe
harder er geschreeuwd moet worden. Ten
slotte wordt de gewoonte zó erg, dat er altijd
op een ruzie-toon wordt gesproken.
Ook de andere huisgenoten gaan dit al heel
snel overnemen. Manlief, die steeds op die
manier wordt toegesproken, blaft precies zo
terug, of hij wordt een stille, die weinig of
niets zegt en zo snel mogelijk het huis weer
verlaat. De kinderen, die ook niet anders ge
wend zijn, gaan ook op snauwende toon spre
ken. Zij groeien op in een omgeving Van
Had zo'n vrouw zichzelf in haar zwakke
plekken goed gekend dan was het vermoe
delijk nooit zover gekomen. Dan had zij er
op gelet, niet steeds aan kijftoon aan te slaan.
Ze zou geprobeerd hebben haar doel te be
reiken met vriendelijke woorden, of desnoods
op vermanende toon, zonder die schelle stem.
Maar zij was blind voor. haar fout. Ze zag
hem niet en, werd ze er al eens door haar
man op geattendeerd, dan ontkende zij
prompt op een dergelijke toon gesproken te
hebben. Natuurlijk overdreef hij dan weer
eens!
Laten we toch in ons eigen en ons huwe-
lijksbelang zo verstandig zijn en tot zelfken
nis komen. Ieder mens heeft zijn fouten.
Niemand is volmaakt, dus is het beslist geen
schande jezelf te bekennen dat dit of dat
fout is.
De toon van de kinderen kan ons dikwijls
op het spoor brengen. Hebben die in al hun
onschuld ook al de neiging op een kijftoon te
spreken. Laat dit dan een teken aan de wand
zijn en laten we bij onszelf eens te rade gaan
of ze dat soms van ons hebben. Komen we tot
die ontdekking, dan is het gelukkig beter ten
halve gekeerd, dan ten hele gedwaald en heb
ben we nog een kans, zij het misschien
met grote moeite en zelfbeheersing ons van
deze kwaal af te helpen. Merkwaardig ge
noeg is slechts het begin moeilijk, want wan
neer onze gezinsleden de verandering bemer
ken, zullen ook zij prettiger op ons reageren.
en het slaatje op smaak afma
ken met een slasaus.
BAMI GORENG
350 gram mie, 200 gram door
regen varkenslappen, zo moge
lijk 50 gram garnalen, 2 middel
matig grote preien, 'h bosje sel
derij, savooiekool, desge
wenst 100 gram taugé, 1 teentje
knoflook, 4 sjalotjes of 1 mid
delmatig grote uit, reuzel of
olie, zout, peper, ketjap (soja
saus), citroen.
Voor de garnering: 1 a 2
eieren, 4 sjalotjes of 1 middel
matig grote ui.
Het varkensvlees met 2 dl
water met zout opzetten en een
half uur zachtjes koken. Het
gare vlees uit de bouillon nemen
en in dobbeltsteentjes snijden.
Prei, selderij en kool schoon
maken en snipperen. De taugé
van doppen en worteltjes ont
doen. Sjalotten en knoflook
fijnsnipperen, niet mengen. De
mie, afhankelijk van het voor
schrift op de verpakking, in ko
kend water met zout weken (2
a 2Vi uur) of met kokend water
opzetten en 10 minuten
zachtjes laten doorkoken. Met
twee vorken de koekjes uit el
kaar halen. Wanneer de mie
gaar is, de massa op een vergiet
laten uitlekken.
De blokjes varkensvlees met
iets reuzel of olie bakken tot ze
licht bruin worden. Peper en
zout onder het bakken toevoe
gen. De gesnipperde knoflook
even meebakken en als hij
lichtbruin begint te worden, de
groenten toevoegen. Deze onder
voortdurend omscheppen frui
ten, doch vooral niét gaar laten
worden. Daarna de mie en da
garnalen erbij voegen en voor
zichtig mengen. De mie niet
stuk roerenZonodig de bouil
lon erbij gieten en het mengsel
op smaak afmaken met ketjap
en citroensap (oorspronkelijk
wordt hierbij ook nog een thee
lepel vi-tsin gebruikt, een wit
poeder dat het aroma verhoogt).
Voor de garnering: van de
eieren dunne omeletjes bakken
en deze in zeer fijne reepjes
snijden, de sjalotjes of uien
krokant bakken in ruim olie.
De bami goreng opdoen in een
open schaal. De bovenkant be
strooien met de reepjes omelet
en gebakken uien. Ketjap en
partjes citroen erbij presen
teren.
BLEEKSELDERIJ
Bleekselderij is slechts korte
tijd verkrijgbaar. De liefheb
bers van deze groente kunnen
weer hun hart ophalen aan
bleekselderij met ham, met een
melk- of kaassaus of in de klas
sieke combinatie met plakjes
merg. De binnenste kleine sten
gels van deze groente kunnen
rauw gegeten worden met wat
zout, met slasaus of tomaten
ketchup of gevuld met kwark
of zachte kaas.
BLEEKSELDERIJ
MET HAMSAUS
2 struiken bleekselderij, een
dikke plak ham van ongeveer
100 gram, 2'/i dl (l'/t kopje)
melk, 20 gram (3 eetlepels)
bloem, 20 gram (2 eetlepels bo
ter of margarine, zout.
De bleekselderij schoonmaken
door een schijf aan de onder
kant weg te snijden en de bui
tenste grove bladscheden te
verwijderen. Ook de bladeren en
de dunne ronde stengeltjes weg
snijden. De overgebleven blad
scheden afschrappen en in
stukken snijden van ongeveer
2 cm lengte. De selderij opzetten
met zoveel water met zout, dat
hij net onderstaat en zachtjes
gaarkoken in ongeveer uur.
De groente laten uitlekken en
warm houden.
De ham in kleine blokjes snij
den. De boter of margarine
smelten en de ham even zacht
jes erin verwarmen. De bloem
toevoegen en door de boter of
margarine roeren. Bij scheutjes
tegelijk de melk erbij schenken.
Steeds de saus aan de kook
brengen alvorens opnieuw melk
toe te voegen. De saus nog en
kele minuten laten doorkoken
en de uitgelekte bleekselderij
ermee vermengen.
Van het selderij-kooknat kan
een gebonden soep of een
groente- of tomatensoep worden
gekookt.
ELLY MARTINS.
(Nadruk verboden.)
Het nare koude en natte weer
doet weer echt verlangen naar
warme winterkostjes, naar
warme winteravond-dranken en
naar gezellige hapjes om de
middagen en avonden thuis dan
ook extra knus te maken! Het
is dan ook echt een verschijnsel
dat bij dit jaargetijde behoort
dat de huisvrouw zin krijgt om
te gaan kokkerellen, dat ze
haar kookboek dus voor de dag
haalt en op zoek gaat naar ge
rechten, die het leven binnen
kunnen veraangenamen en
waarvan de bereiding voor haar
een gezellige tijdspassering be
tekent! Iets voor bij de koffie
en thee als b.v. een lekkere
cake of boterkoek is altijd wel
kom! Gelukkig is de boter
(koelhuisboter kan ook uitste
kend dienst doen!) op het ogen
blik niet duur want juist voor
gebak waarbij smaak van het
vet wat gebruikt is zo op de
voorgrond treedt, is roomboter
toch wel hét hulpmiddel om
iets extra heerlijks tot stand te
brengen! (Enkele recepten hier
voor onder het weekmenu.)
ZONDAG: Kop bouillon, brus-
sels lof met ham en kaas,
aardappelen en botersaus,
sneeuwpudding met vruch-
tencompöte.
MAANDAGGehakt, bietjes,
aardappelpuree, vanillevla
met appelmoes.
DINSDAG: Irish stew, wentel
teefjes.
WOENSDAG: Gebakken eieren
met uien en kaas, pommes
frites, spitskool, fruit.
DONDERDAGNierragoüt met
champignons, spruitjes, aard
appelen, gebakken grutjes.
VRIJDAGBraadworst met
witte bonen, tomatensaus en
aardappelkoekjes, öf oeufs
a la suisse met princessebo-
nen en aardappelkoekjes, ca-
rameivla.
ZATERDAGStamppot, spina
zie met spek, yoghurt.
RECEPTEN:
Boterkoek.
250 gram bloem, 225 gram
boter, 200 gram basterdsui
ker, 1 ei, iets zout, citroen
rasp.
De bloem en de suiker in een
kom doen. De boter hierin klein
snijden, 'h losgeklopt ei, iets
zout en wat geraspte citroen
schil toevoegen. Alles vlug door-
eenkneden. Het deeg in een plat
te met boter bestreken vorm
leggen en glad uitdrukken. Met
de rest van het ei bestrijken en
een half uur in een matig war
me oven met hoofdzakelijk on-
derwarmte bakken.
Gemberkoek.
200 gram bloem, 150 gram
boter, 130 gram basterdsui
ker, 5 bolletjes geconfijte
gember (gesnipperd), 4 lepels
gembersiroop, 1 ei, iets zout.
(Zie voor bereiding boterkoek.)
Botercake.
200 gram roomboter, 200
gram bloem of cakemeel, 4
eieren, zout, citroenrasp of
vanille suiker.
De boter met de suiker romig
roeren. Iets zout en citroensap
toevoegen en één voor één de
eieren er door kloppen. Het ge
heel nog 15 minuten kloppen en
daarna de gezeefde bloem er
heel voorzichtig door scheppen.
De cakevorm inboteren en met
bloem bestrooien. Het cake
mengsel hierin doen en de cake
in het midden van een matig
warme oven in ongeveer vijf
kwartier gaar en goudgeel bak
ken.