r (/OÖU <U NAJAAR IN DE GROENTETUIN Met „zo een9'' knn je niet leven Zaterdag 22 oktober 1960 DE VRIJE ZEEUW Pagina 9 ONDER DE DUIZEND WEKEN Gooi er niet te vlug het bijltje bij neer! - ONZE GEEST IS OPGESLOTEN IN DE FLES VAN DEZE MAATSCHAPPIJ - De geest in de fles De tweestrijd STOFFENBEELD VAN DIT SEIZOEN Overwegend wol, maar in sobere kleuren SOMS LEVENDIGE EFFECTEN Niet later, maar nu Op het juiste moment EEN SMEERPOETS Menu van de week Wij tieners leven in een moeilijke leeftijd. Oudere mensen zeg gen, dat het de mooiste leeftijd is en de meesten van hen zouden het graag nog eens over doen. Wij geloven graag, dat ze gelijk hebben, van hun standpunt bezien, maar de tussenliggende jaren hebben hun de nare dingen doen vergeten en zij hebben dikwijls nog alleen de schone herinneringen over, vandaar dat ze graag terug zouden willen, nu ze zelf bemerken, dat hun jeugd voorbij is. Anderen zouden het nog eens over willen doen (liefst met de wetenschap die ze nu hebben) om toen gemaakte fouten te her stellen. En toch: als ze het over zouden doen, is de kans heel groot, dat ze weer diezelfde fouten zouden maken. Velen van deze ouderen hoor je nu zeggen: „Ik heb mijn kansen laten schieten toen ik jong was. Had ik maar doorgezet, had ik maar meer gestudeerd, had ik maar dit en had ik maar dat, dan zou ik het in het leven verder geschopt hebben". Gelijk hebben ze natuurlijk. Nu achteraf volwassen en geplaatst in de maat schappij kunnen ze de gehele ontwikkeling van hun leven over zien en bemerken ze, waar ze faalden. En toch, als ze weer jong /.ouden zijn, zou het weer precies zo gaan als toen. Ze vergeten namelijk, dat dit jong zijn ook een bepaalde geestelijke instelling met zich brengt; een instelling die totaal verschilt van die van de rijpe volwassene. Wat dit niet het geval, dan zouden wij nu jonge ouden-van-dagen zijn. Bij onze jonkheid behoort ook een jeugdige geest en die is nu eenmaal over het algemeen ge nomen zeer impulsief, legt ge heel andere normen aan dan de volwassenen doen, kortom is typisch de geest van de „teen ager". Het is deze geest die ons fouten doet maken. Deze geest is namelijk zuiver natuurlijk, houdt gelijke tred met onze lichamelijke ontwikkeling en is niet te stuiten in zijn uitingen en neigingen, omdat die past bij onze leeftijd. Daar staat tegen over, dat de maatschappij als een lastige fles die geest ge vangen houdt, omdat de maat schappij kunstmatig en in zekere zin tegennatuurlijk is. Wij zijn namelijk eerder geeste lijk volwassen dan maatschap pelijk en dat brengt de moei lijkheden met zich mee. De maatschappij eist van ons, willen wij op de een of andere manier slagen en ons een goede positie veroveren, dat wij eerst de lagere school doorlopen, daarna dikwijls nog een mid delbare school en tenslotte nog een of andere specialistische opleiding, want in onze mo derne tijd is er alleen een goede plaats te veroveren voor vak bekwame specialisten. Aan manusjes van alles, die van al les wat weten, maar van niets het fijne, heeft de moderne maatschappij geen behoefte, die krijgen de mindere banen. Spe cialisatie is de grote eis die ge steld wordt. Ben je academisch gespecia liseerd of op lager niveau bij voorbeeld boekhouder, ben je ingenieur of technicus, dan moet je op de een of andere manier een bijzondere kennis van een bepaald vak hebben. Nu was dit vroeger in zekere zin ook al zo, maar tegen woordig is de leertijd veel lan ger, met als gevolg, dat de tie ner, die geestelijk en lichame lijk al rijp begint te worden, of al is, nog een aantal jaren stu dietijd voor de boeg heeft. En hèb je een baan, dan moet er heel vaak nog veel bijgeleerd Nu de herfst is aangebroken, wordt het tijd ons te verdiepen in de kleding, waarmee we onze klerenkast voor het koelere sei zoen moeten aanvullen. Dat die aanvullingen van wol zullen zijn, daaraan kan eigenlijk niet veel twijfel bestaan. Maar dit als ge geven beschouwende, wat hebben wij dan nodig? En wat is er op het gebied van japonnen, blouses, rokken, mantels en pantalons zoal aan de makrt? Laten we proberen in kort be stek na te gaan wat er op elk gebied aan materialen, aan stof fen zijn te vinden en in welke kleuren. De modellen zijn sluik en eenvoudig, niet getailleerd. Wat dat betreft zijn er niet veel problemen. Maar hoe is het met de kleu ren gesteld? Wel, die zijn don ker, vaak zelfs somber, soms verlevendigd door sterke kleur accenten. Zwart is heel be langrijk, evenals anthraciet en zwart-wit stoffen, die echter ook aan de donkere kant blij ven. Daarnaast treffen wij veel bruin aan, vaak weer met zwart gemengd. Wat de dessinering aangaat, heeft de wollen ruit een heel belangrijk streepje voor. Onder ruiten moet men dan verstaan sterk sprekende Schotse ruiten maar ook de nauwelijks zicht bare vage „veegjes", die bij aan dachtige beschouwing restanten zijn van wat de dessinateur oor spronkelijk als een ruit heeft ge tekend. In alle klassen zijn de stoffen rijk en glanzend door de fraaie wolvezel en soms door nog extra meeversponnen effectharen of vezels. Voor de mantels- en costuums zijn de langharige ma terialen belangrijk; vaak zijn deze stoffen bedekt met een doorschijnende „flausch", waar een ruitmotief flauw doorheen schemert. Verder zijn er veel tweeds en shetlands, ook alweer met ruitvariaties. Soms zijn die ruiten gevormd door de knoop jes van ingeweven bouelé-garens. Japonnen, rokken en blouses zijn vaak van uni-stoffen ge maakt, zowel in zwart en grijs als in fantasie-weefsels. De dure kamgarens en ook lakenachtige stoffen, flanels, jersey's en we- venits zijn meestal, althans vaak, in uni gehouden. De wevenits treft men echter ook aan in al lerlei fantasie-uitvoeringen: met lange haren, met ruiten of stre pen, in ruiten met bloemen ge combineerd, in prachtige bloem- jacquards enz. Deze gebreide materialen verdienen de aan dacht ten volle. Ze hebben de ideale draageigenschappen van geweven kamgarens, maar zijn soepeler. Ook bedrukte wevenits zal men deze maanden veel tegenkomen. Wat ten slotte de pantalons betreft, is er een grote keus aan uni, zowel als aan geruite kam garens en strijkgarens over wegend van wol. De wollen ruit lieeft dit jaar een belangrijk streepje voor. worden. Dat is de moeilijkste tijd die er is. Enerzijds trekt de andere sexe, die tijd vraagt voor uitgangetjes en dergelijke, anderzijds is het meestal de tijd dat er het hardst geblokt moet worden. De grote moeilijkheid is nu om in dit geval een gul den middenweg te bewandelen en zowel het een als het ander te kunnen doen. De studietijd ;s een tijd van ontberingen, al be hoeft de jonge mens zich niet alles te ontzeggen, toch zal hij of zij bepaalde leuke ontspan ningsevenementen moeten laten schieten terwille van de studie ofvan het geld. Want ook dat speelt op die leeftijd een grote rol. De studerende moet het doen met wat zakgeld, dat meestal niet toereikend is om er breed van uit te gaan met een meisje. Datzelfde is trou wens het geval wanneer er al gewerkt wordt in een betrek king en 's avonds wordt gestu deerd. De neiging is dan heel groot om die drang tot volle vrijheid te volgen met op de achter grond de gedachte: „later komt alles wel terecht!" Stel je daar maar niets van voor. Later komt er niets te recht! Het leven gaat door en slechts weinig sterke geesten Bob haalde nog snel even de borstel over zijn glanzende haar. „Zie zo, ik ben klaar. Kom je ook gauw, we zijn al zo laatvroeg hij nog op de drempel. Elly knikte. „Ja hoor, ik ben zó bene den Een snelle blik op haar horloge gaf haar de zekerheid, dat Bob niet over dreven had. Ze waren erg laat. Zij keek naar haar spiegelbeeld in de grote slaap kamerspiegel. Het was toch een prachti ge uitgaansjurk die zij had gekocht. Nu zou ze hem voor het eerst dragen op het feestje dat Bob's baas gaf. Snel griste ze haar tasje van de kaptafel, nog even zien of alles er in zat. Ja hoor, ze kon starten Ze knipte het licht uit. Beneden in de gang hoorde ze Bob al ongeduldig heen en weer drentelen. Ze nam haar wijde rok in beide handen en wilde de trap af gaan. En toen hoorde zij Jantjes stemmetje roepen. Even weifelde ze. Ze was al zo laat. Ze kon Truus de oppas naar boven sturen en laten zeggen dat ze al weg waren. „Mammie riep Jantje weer. Haar wei feling duurde niet lang. Zachtjes opende zij de deur van Jantjes kamertje. EEN KLEIN MENSJE De vierjarige kleuter zat rechtop in bed. Hij was klaar wakker en er lag een peinzende uitdrukking op zijn bolle toet. „Mammie," begon hij dadelijk, „heb jij de hemel wel eens gezien?" „Neen", zei Elly ietwat verbouwereerd. „Waarom niet?" vroeg Jantje veront waardigd. „Het is niet de bedoeling, dat wij hem nu reeds zien Elly ging op het voeteneinde van Jan- tje's bed zitten. Zij was niet een van de moeders, die op kindervragen zeggen: „nu niet, dat zal ik je een andere keer wel eens vertellen." Jantje wilde het immers nü weten. MET EEN GROOT PROBLEEM In weerwil van de haast die ze had en met de wetenschap, dat Bob beneden liep te ijsberen en zich opwond, nam ze even de tijd, om Jantje te antwoorden op nog een aantal vragen van hem. Na een poosje stil te zijn geweest, snoof Jantje diep en zeide „Wat ruik je lek ker En wat ben je mooi „Moeder zou immers uitgaan, weet je wel," hielp Ellen hem herinneren. „Maar nu moet je gauw gaan slapen lieverd." Jantje liet zich lekker instoppen en tevreden ging hij slapen. Het was maar «en klein voorval, waar van wij getuige waren, maar het heeft ons tot nadenken gestemd STEEDS PARAAT Als een kind vraagt om te worden opgevoed of ingelicht, dan is het in negen van de tien gevallen op een ogenblik, dat ons dit niet schikt. De ouders die op zo'n ogenblik inzien, dat het belang van het kind oneindig zwaarder weegt dan welk persoonlijk voornemen ook en die rustig het eigen belang terzijde kunnen stellen om eventjes de tijd te nemen om naar beste weten een antwoord te for muleren, dat zijn de ware opvoeders. Opvoeden is niet, zoals velen ten on rechte menen, het toedienen van een dagelijkse portie voorschriften en aan wijzingen op een ogenblik dat dit óns schikt. Opvoeden is een onafgebroken bereid zijn om het kind op te vangen in de noden en problemen en deze met hem uit te praten op het ogenblik, dat het daar behoefte aan heeft. Het voorziet in een onmiddellijke behoefte en daarom brengt het rust en kalmte en evenwicht. Het terstond kunnen overschakelen op zo'n kindervraag eist heel wat van ons: het eist een toestand van voortdurend paraat zijn en dat wil zegenhet eist de ganse mens. Maar het loont beslist de moeite, want de oogst is schoon. (Nadruk verboden.) zijn in staat om later reeds met een gezin, nog eens aan de stu die te beginnen. Slechts wei nigen voltooien deze zware op gave. Grijp de kans die je jong krijgt en getroost je de opoffe- Zo langzamerhand wordt het weer tijd om afscheid te nemen van de zomergroenten. Daarom ringen die gevraagd worden! 'niet getreurd. Er blijft keus ge- Gooi er niet te vlug het bijltje bij neer! NORA VAN HEEMSTEDE (Nadruk verboden) noeg in de groentewinkel en gezonde en lekkere groentescho tels zijn werkelijk niet voorbe houden aan voorjaar en zomer. Het is overbekend, dat veel wintergroenten" in deze tijd extra sappig en mals zijn (al klinkt dat misschien wat vreemd voor een kool of wor tel). Zij zijn dan ook vlugger gaar dan hun latere familiele den; soms is een kooktijd van ruim een kwartier al voldoende. Ook voor rauwe slaatjes is zomerkooi uitstekend geschikt. Recepten voor 4 personen. SLAATJE VAN SAVOOIE KOOL MET TOMAAT- 200 gram savooiekool, 250 gram tomaten, peterselie, een uitje of bieslook (een augurk slasaus. De kool schoonmaken en fijn- snijden of raspen. De tomaten wassen (schillen) en in stukjes snijden. De peterselie en ui of bieslook schoonmaken en fijn- snijden (evenals de augurk). Alle groenten dooreenmengen (Adv SNAUWEN IN DE VICIEUZE CIRKEL. „Zelfkennis strekt de mens tot eer," het is een alom bekende uitdrukking en het ligt ook voor de hand in onze maatschappij, dat het nodig is jezelf te kennen. In het huwelijk ligt de zaak nog geheel anders, hier strekt zelf kennis niet tot eer, maar is het een besliste noodzakelijkheid om tot een gelukkig huwe lijk te komen. Meestentijds is het zo, dat wij de fouten van een ander dadelijk en feilloos onderkennen, maar onze eigen fouten zien we moeilijk, ofin het geheel niet. Let u maar eens op, het heet bijna altijd „de schuld van de an der", als er iets aan de harmonie en het geluk in het huwelijk hapert. Merkwaardig ook, dat er in de loop van het huwelijk zoveel klei ne, minder prettige aanwensels uitgroeien tot en ontaarden in bepaald onverdraaglijke gewoonten. Eén daarvan is wel het snauwen en grauwen tegen elkaar, het vitten en kijven. Het komt veel bij vrouwen voor, al maken ook sommige mannen er zich schuldig aan. Het kan wel eens een Vorm van of althans een poging tot zelfhandhaving zijn. En deze ge woonte wordt daarom zo gemakkelijk aange grepen, omdat men er betrekkelijk weinig energie voor behoeft op te brengen. eeuwig gevit en onverdraagzaamheid, met alle nare gevolgen van dien. Zij gaan als ze eenmaal groter zijn, ook liever de deur uit en zoeken een sfeer waar het gezelliger, vriende lijker is. Dan blijft de vrouw alleen achter, gedesillusioneerd, mokkend en wrokkend. Ze begrijpt het niet, want ze is „toch altijd goed" voor haar man en kinderen geweest. Ze leeft gesloofd en geploeterd in haar huishouden en niemand die het waardeert. Als dank trekken ze zich van haar terug. - - Als een moeder, die het druk heeft, prikkel baar wordt, doordat de kinderen lastig zijn, wat is er dan gemakkelijker dan te schreeu wen. Als zij op dat moment haar eigen rauwe stem hoorde, zou ze schrikken. Maar helaas hoort de vrouw dat niet in haar opwinding. En zo wordt er de gehele dag door gevit, en gekijfd totdat de kinderen er zo gewend aan zijn, dat ze er niet meer naar luisteren. En dan zitten we midden in de vicieuze cirkel, want hoe minder er geluisterd wordt, hoe harder er geschreeuwd moet worden. Ten slotte wordt de gewoonte zó erg, dat er altijd op een ruzie-toon wordt gesproken. Ook de andere huisgenoten gaan dit al heel snel overnemen. Manlief, die steeds op die manier wordt toegesproken, blaft precies zo terug, of hij wordt een stille, die weinig of niets zegt en zo snel mogelijk het huis weer verlaat. De kinderen, die ook niet anders ge wend zijn, gaan ook op snauwende toon spre ken. Zij groeien op in een omgeving Van Had zo'n vrouw zichzelf in haar zwakke plekken goed gekend dan was het vermoe delijk nooit zover gekomen. Dan had zij er op gelet, niet steeds aan kijftoon aan te slaan. Ze zou geprobeerd hebben haar doel te be reiken met vriendelijke woorden, of desnoods op vermanende toon, zonder die schelle stem. Maar zij was blind voor. haar fout. Ze zag hem niet en, werd ze er al eens door haar man op geattendeerd, dan ontkende zij prompt op een dergelijke toon gesproken te hebben. Natuurlijk overdreef hij dan weer eens! Laten we toch in ons eigen en ons huwe- lijksbelang zo verstandig zijn en tot zelfken nis komen. Ieder mens heeft zijn fouten. Niemand is volmaakt, dus is het beslist geen schande jezelf te bekennen dat dit of dat fout is. De toon van de kinderen kan ons dikwijls op het spoor brengen. Hebben die in al hun onschuld ook al de neiging op een kijftoon te spreken. Laat dit dan een teken aan de wand zijn en laten we bij onszelf eens te rade gaan of ze dat soms van ons hebben. Komen we tot die ontdekking, dan is het gelukkig beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald en heb ben we nog een kans, zij het misschien met grote moeite en zelfbeheersing ons van deze kwaal af te helpen. Merkwaardig ge noeg is slechts het begin moeilijk, want wan neer onze gezinsleden de verandering bemer ken, zullen ook zij prettiger op ons reageren. en het slaatje op smaak afma ken met een slasaus. BAMI GORENG 350 gram mie, 200 gram door regen varkenslappen, zo moge lijk 50 gram garnalen, 2 middel matig grote preien, 'h bosje sel derij, savooiekool, desge wenst 100 gram taugé, 1 teentje knoflook, 4 sjalotjes of 1 mid delmatig grote uit, reuzel of olie, zout, peper, ketjap (soja saus), citroen. Voor de garnering: 1 a 2 eieren, 4 sjalotjes of 1 middel matig grote ui. Het varkensvlees met 2 dl water met zout opzetten en een half uur zachtjes koken. Het gare vlees uit de bouillon nemen en in dobbeltsteentjes snijden. Prei, selderij en kool schoon maken en snipperen. De taugé van doppen en worteltjes ont doen. Sjalotten en knoflook fijnsnipperen, niet mengen. De mie, afhankelijk van het voor schrift op de verpakking, in ko kend water met zout weken (2 a 2Vi uur) of met kokend water opzetten en 10 minuten zachtjes laten doorkoken. Met twee vorken de koekjes uit el kaar halen. Wanneer de mie gaar is, de massa op een vergiet laten uitlekken. De blokjes varkensvlees met iets reuzel of olie bakken tot ze licht bruin worden. Peper en zout onder het bakken toevoe gen. De gesnipperde knoflook even meebakken en als hij lichtbruin begint te worden, de groenten toevoegen. Deze onder voortdurend omscheppen frui ten, doch vooral niét gaar laten worden. Daarna de mie en da garnalen erbij voegen en voor zichtig mengen. De mie niet stuk roerenZonodig de bouil lon erbij gieten en het mengsel op smaak afmaken met ketjap en citroensap (oorspronkelijk wordt hierbij ook nog een thee lepel vi-tsin gebruikt, een wit poeder dat het aroma verhoogt). Voor de garnering: van de eieren dunne omeletjes bakken en deze in zeer fijne reepjes snijden, de sjalotjes of uien krokant bakken in ruim olie. De bami goreng opdoen in een open schaal. De bovenkant be strooien met de reepjes omelet en gebakken uien. Ketjap en partjes citroen erbij presen teren. BLEEKSELDERIJ Bleekselderij is slechts korte tijd verkrijgbaar. De liefheb bers van deze groente kunnen weer hun hart ophalen aan bleekselderij met ham, met een melk- of kaassaus of in de klas sieke combinatie met plakjes merg. De binnenste kleine sten gels van deze groente kunnen rauw gegeten worden met wat zout, met slasaus of tomaten ketchup of gevuld met kwark of zachte kaas. BLEEKSELDERIJ MET HAMSAUS 2 struiken bleekselderij, een dikke plak ham van ongeveer 100 gram, 2'/i dl (l'/t kopje) melk, 20 gram (3 eetlepels) bloem, 20 gram (2 eetlepels bo ter of margarine, zout. De bleekselderij schoonmaken door een schijf aan de onder kant weg te snijden en de bui tenste grove bladscheden te verwijderen. Ook de bladeren en de dunne ronde stengeltjes weg snijden. De overgebleven blad scheden afschrappen en in stukken snijden van ongeveer 2 cm lengte. De selderij opzetten met zoveel water met zout, dat hij net onderstaat en zachtjes gaarkoken in ongeveer uur. De groente laten uitlekken en warm houden. De ham in kleine blokjes snij den. De boter of margarine smelten en de ham even zacht jes erin verwarmen. De bloem toevoegen en door de boter of margarine roeren. Bij scheutjes tegelijk de melk erbij schenken. Steeds de saus aan de kook brengen alvorens opnieuw melk toe te voegen. De saus nog en kele minuten laten doorkoken en de uitgelekte bleekselderij ermee vermengen. Van het selderij-kooknat kan een gebonden soep of een groente- of tomatensoep worden gekookt. ELLY MARTINS. (Nadruk verboden.) Het nare koude en natte weer doet weer echt verlangen naar warme winterkostjes, naar warme winteravond-dranken en naar gezellige hapjes om de middagen en avonden thuis dan ook extra knus te maken! Het is dan ook echt een verschijnsel dat bij dit jaargetijde behoort dat de huisvrouw zin krijgt om te gaan kokkerellen, dat ze haar kookboek dus voor de dag haalt en op zoek gaat naar ge rechten, die het leven binnen kunnen veraangenamen en waarvan de bereiding voor haar een gezellige tijdspassering be tekent! Iets voor bij de koffie en thee als b.v. een lekkere cake of boterkoek is altijd wel kom! Gelukkig is de boter (koelhuisboter kan ook uitste kend dienst doen!) op het ogen blik niet duur want juist voor gebak waarbij smaak van het vet wat gebruikt is zo op de voorgrond treedt, is roomboter toch wel hét hulpmiddel om iets extra heerlijks tot stand te brengen! (Enkele recepten hier voor onder het weekmenu.) ZONDAG: Kop bouillon, brus- sels lof met ham en kaas, aardappelen en botersaus, sneeuwpudding met vruch- tencompöte. MAANDAGGehakt, bietjes, aardappelpuree, vanillevla met appelmoes. DINSDAG: Irish stew, wentel teefjes. WOENSDAG: Gebakken eieren met uien en kaas, pommes frites, spitskool, fruit. DONDERDAGNierragoüt met champignons, spruitjes, aard appelen, gebakken grutjes. VRIJDAGBraadworst met witte bonen, tomatensaus en aardappelkoekjes, öf oeufs a la suisse met princessebo- nen en aardappelkoekjes, ca- rameivla. ZATERDAGStamppot, spina zie met spek, yoghurt. RECEPTEN: Boterkoek. 250 gram bloem, 225 gram boter, 200 gram basterdsui ker, 1 ei, iets zout, citroen rasp. De bloem en de suiker in een kom doen. De boter hierin klein snijden, 'h losgeklopt ei, iets zout en wat geraspte citroen schil toevoegen. Alles vlug door- eenkneden. Het deeg in een plat te met boter bestreken vorm leggen en glad uitdrukken. Met de rest van het ei bestrijken en een half uur in een matig war me oven met hoofdzakelijk on- derwarmte bakken. Gemberkoek. 200 gram bloem, 150 gram boter, 130 gram basterdsui ker, 5 bolletjes geconfijte gember (gesnipperd), 4 lepels gembersiroop, 1 ei, iets zout. (Zie voor bereiding boterkoek.) Botercake. 200 gram roomboter, 200 gram bloem of cakemeel, 4 eieren, zout, citroenrasp of vanille suiker. De boter met de suiker romig roeren. Iets zout en citroensap toevoegen en één voor één de eieren er door kloppen. Het ge heel nog 15 minuten kloppen en daarna de gezeefde bloem er heel voorzichtig door scheppen. De cakevorm inboteren en met bloem bestrooien. Het cake mengsel hierin doen en de cake in het midden van een matig warme oven in ongeveer vijf kwartier gaar en goudgeel bak ken.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1960 | | pagina 9