Appreciatie is onmisbaar
I
r
j/ftöp «ie \Jtoaw
Met kinderen per auto op reis
coót ende baet
Zon zij Aii*je er kwaad mee doen?
Voorkom voedselvergiftiging
Maar het kan niet van één
kant komen!
DOP MET VEER
Geduld, onderbrekingen en plastic zakken
HET NIEUWSTE
KAPSEL
De meeste
kinderkamers zijn
te klein
Zaterdag 23 juli 1960
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 9
len
uder
omt
PTT.
de
55,
nder
z.g.
Dat van Rita en Joop is een huwelijk, zoals er zoveel zijn: uit
gerekt als een elastiek, dat zijn veerkracht verloren heeft. Ze leven
langs elkaar heen. Ze hebben niet veel belangstelling meer voor
elkaar en eikaars dingen. Het rolt wel.
Maar als ik zo wel eens een dag bij hen ben, heb ik gelegen
heid, dingen op te merken, die je onwillekeurig doen denken, dat
het best heel anders kon zijn. Want ieder op zich zijn Rita en Joop
allebei heel aardige mensen. Waar het bij hen aan hapert, is vol
gens mijn bescheiden mening: gebrek aan wederzijdse appreciatie.
Rita denkt wel, dat het daar alleen bij Joop aan mankeert. Maar
zo iets komt meestal van twee kanten en je weet nooit wie er mee
begonnen is.
,,Ik snap niet waarom ik me
eigenlijk nog uitsloof, om be
hoorlijke maaltijden op tafel te
brengen" klaagt Rita bijvoor
beeld. „Hij proeft immers niet
eens, wat hij eet. Als het hem
smaakt, merk ik dat alleen door
dat hij zich 2, 3 maal opschept
en de schalen schoon leeg gaan.
Maar denk niet, dat er een waar
derend woord op overschiet.
Maar laat er een enkele maal
iets aan het eten mankeren,
dan hoor ik de hatelijke opmer
kingen een week later nog. Dan
deugt er z.g. „nooit" iets van wat
ik klaarmaak en tot vervelens
toe moet ik horen hoe zijn moe
der dat vroeger deed. Wil je ge
loven, dat ik hem dan wel met
de schalen om de oren kan
slaan!"
Nu is het een feit, dat een
man geen tactlozer opmerking
kan maken dan te verkondigen
hoe zijn moeder iets klaarmaak
te. Daar wordt iedere vrouw
wild van.
DE SNERTKLEUR.
Maar aan de andere kant was
het van Rita ook niet leuk dat,
toen Joop eens een hele zater
dagmiddag besteed had aan het
opverven van de keukenstoelen,
haar enige commentaar was:
„Bah, wat heb je weer een rom
mel gemaakt. En wat een snert-
kleur. Had je niets beters kun
nen uitzoeken?" Dan denkt een
man een volgende keer ook „doe
het zelf maar!'.'
Het kost warempel toch niet
veel, om elkaar eens wat har
telijke en aardige dingen te la
ten horen. En je bereikt er veel
meer mee.
Zie je, een mens is tenslotte
geen machine van wie als van
zelfsprekend verwacht kan wor
den, dat hij altijd perfect func
tioneert. Ieder mens heeft ge
voelens, die graag gestreeld,
maar ook ellendig... gekwetst
kunnen worden.
„Vroeger merkte hij alleen
maar de lieve, aardige dingen
in mij op en werd hij nooit moe,
mijn lof te zingen. Maar nu we
een paar jaar getrouwd zijn,
deugt er blijkbaar niets meer
aan mij. Altijd heeft hij wat te
vitten. Hij heeft er gewoon ple
zier in, mij, mijn tekortkomingen
voor de voeten te gooien", zo
hoor je vele vrouwen klagen.
Het schijnt een kwaal te zijn, die
in heel wat huwelijken voor
komt: dat gebrek aan appre
ciatie.
HET BAZIGE TYPE.
Maar laten we fair blijven.
Het zijn echt niet alleen de
vrouwen, die er onder te lijden
hebben. Ik ken genoeg mannen,
die met verbijstering het lieve
meisje dat hen tijdens de ver
lovingstijd bewonderend naar
de ogen zag, hebben zien ver
anderen in de bazige vrouw, die
altijd wat te bedillen en af te
kammen heeft.
Wat dom eigenlijk om op zo'n
manier een huwelijk naar de
kelder te helpen met al dat ge
vit en die ontmoedigende aan
merkingen, terwijl je er echt
iets prettigs van zou kunnen
maken door op zijn tijd een op
recht woord van appreciatie en
een hartelijke aanmoediging te
laten horen of tenminste door
te laten merken, dat je bepaalde
dingen op prijs stelt en ze niet
onverschillig en als vanzelfspre
kend aanneemt. Ze moesten
eens leren het toverstafje te ge
bruiken, dat ieder mens bij zich
di-aagt, zonder er helaas altijd
de magische kracht van te be
seffen.
Ik ken gelukkig ook andere
huwelijken. Waar de man na
geen enkele maaltijd zal verzui
men een prettige opmerking te
maken. Zelfs al zou er op een
dag eens iets mislukt zijn. Dat
is geen huichelen. Dat hoeft
zelfs niet eens moeite te kosten.
Mits je uitgaat van de veron
derstelling, dat de vrouw er in
elk geval haar best op heeft ge
daan, dan begrijpt de man, dat
ze een vriendelijk woord dubbel
nodig heeft als troost, omdat het
verkeerd uitgevallen is. En als
aansporing om het een volgende
keer beter te doen!
ELKE DAG NIEUW.
„Ik zou voor hem door het
vuur kunnen gaan. Ik zou voor
hem, ik weet niet wat willen
doen", hoorde ik eens een toch
al jarenlang getrouwde vrouw
zeggen. „Hij geeft me het gevoel
of ik elke dag nieuw voor hem
ben en hij nieuwe, leuke dingen
in me ontdekt. Dat stimuleert
me reusachtig. Het is een feest,
hem een plezier te doen, zo op
getogen als hij erover is. En hij
weet over de kleinste kleinig
heid, die ik voor hem doe, iets
aardigs te zeggen."
„Dan merk jij zeker ook alle
aardige dingen aan hèm op?"
De Franse ontwerper Jean Pa-
tou heeft zijn hoedencollectie
tentoongesteld.
Op de foto een van de model
len, een koffiekleurig dopje
van mol, opengewerkt met drie
hoekjes en gecompleteerd met
een naar beneden gerichte fa-
santenveer.
vroeg ik lachend. Ze keek me
met grote ogen aan.
„Natuurlijk. Zo iets kan toch
niet van één kant komen."
Dat is het geheim. Het kan
niet van één kant komen. Ap
preciatie is iets, wat aan beide
zijden noodzakelijk is voor een
goed huwelijk en dan werkt het
werkelijk als een toverdrank.
Misschien zullen Rita en Joop
en vele anderen het ook nog
eens leren en zullen ze dan op
houden, elkaar af te breken.
(Nadruk verboden.)
Voor wij straks weer met
onze kinderen in de blin-
kend gepoetste auto stap-
pen om op vakantie te
gaan, doen wij er goed aan
te bedenken, dat juist de
aanwezigheid van die kin-
deren bepaalde voorzorgs-
maatregelen allerminst'
overbodig maakt.
Om wagenziekte te voorko
men, kan de huisarts in de
juiste dosering een middeltje
voorschrijven, dat enige tijd
voor vertrek wordt ingenomen.
Daarnaast is het van veel be
lang voor praktische reiskledij
te zorgen. Dus geen gesteven
petticoats, geen besmettelijke
jurkjes of keurige pakjes. Spij
kerbroeken bijv., met een blous-
je of truitje, zijn zowel voor
meisjes als jongens uitstekend
geschikt. Verder dient men er
aan te denken, dat de zitplaat
sen in een auto, wat afmetin
gen betreft, op de volwassenen
zijn gemaakt. Voor de kleuters
gaat het dan ook moeilijk zon
der zo'n praktisch autostoeltje,
terwijl de zuigelingen zich tij
dens de lange rit het behaag
lijkst voelen in een reiswieg.
Van kinderen kan men een
aangepast gedrag op lange
tochten slechts verlangen als
de banken aan hun lichaams
lengte aangepast worden. Wil
len zij leunen, dan blijkt de
bank n.l. te breed te zijn, zodat
de benen er tot over de knieën
op ruster,, wat een zeer ver
moeiende houding is. Schuift
het kind naar voren, dan zal
het gemakkelijk pijn in de rug
krijgen, doordat het de steun
mist, terwijl het zich in de rij
dende wagen in evenwicht
moet houden. Dus kussens in
de rug en kleine stuks bagage
onder de voeten voor de ach
terbank.
Dat jonge kinderen altijd
achterin zitten, ligt voor de
hand. Een kleine schok bij
krachtig remmen of een kuil
in de weg kan hun al noodlottig
worden,' ails zij op het dash
board of tegen de voorruit bot
sen. De moeder dient te beden
ken, dat het kinderlijk bevat
tingsvermogen al gauw over
verzadigd raakt, wanneer het
doorlopend historische of aard
rijkskundige bijzonderheden in
zich moet opnemen, aan de
hand van wat er buiten voorbij
vliegt. Beter is het een paar
raadseltjes of een verhaaltje
voor te bereiden of wanneer
de vader aan het stuur daar
tegen bestand is wat met
hen te zingen.
Wat men naast eten en drin
ken alijd bij zich moet hebben,
zijnboeken met plaatjes, een
stukje speelgoed, papieren ser
vetjes, extra kousjes, de reis
apotheek, een kleine verrassing
voor moeilijke momenten, toi
letpapier, handdoeken en en
kele waslappen in plastic zak
ken. Tenslotte niet te vergeten:
waterdichte plastic zakken voor
„wagenziekte".
Jammer genoeg begrijpt niet
ieder, dat langzaam rijden met
kinderen dubbel gewenst is en
niet alleen om veiligheidsrede
nen. Het voortdurend op en
neer veren, pappa's „knappe"
rij techniek in de bochten en
het ver ingedrukte gaspedaal
vergen heel wat van de gevoe
lige evenwichtsorganen van
onze kinderen. Het schomme
len beïnvloedt de maag, het
kind wordt bleek en geeft over.
Is in dit geval de plastic zak
niet bij de hand, zodat de wa
gen vuil wordt, dan is een groot
deel van het vakantiegenoegen
Er dreigen gevaren voor de hotels, dat blijkt uit diverse publi
caties. In Monnikendam doet zich bijvoorbeeld het merkwaardige
feit voor, dat er veel toeristen komen, maar dat de hotels nagenoeg
leeg blijven. Waar blijven die toeristen dan? Wel, die vinden een
onderdak bij particulieren of kleine hotels, die nauwelijks of in het
geheel die naam niet verdienen. Dit vindt zijn oorzaak in het feit,
dat er buitenlandse reisbureaus zijn, die goedkope reizen organi
seren en dus kijken naar een gulden verschil. Groepen particu
lieren hebben overeenkomsten met dergelijke bureaus en zo komen
de toeristen wel naar de plaats maar niet naar de hotels.
Een soortgelijk verschijnsel
doet zich in Utrecht voor, waar
een meningsverschil bestaat tus
sen de V. V. V. en de hoteldirec
ties over de vraag of de wense
lijkheid van aanvulling nodig is,
terwijl de grote hotels 't hier niet
mee eens zijn zolang zij elke
maand weer voor slechts 60 tot
70 volgeboekt zijn. Ook hier
schijnt de oorzaak gezocht te moe
ten worden in de volgepropte zeer
kleine hotels, die nauwelijks die
naam verdienen. Ook elders in
ons land horen we stemmen op
gaan die dergelijke symptomen
constateren. Er zal het een en
ander gedaan moeten worden,
willen onze hotels bij de buiten
landers geen slechte naam gaan
krijgen, terwijl d'e bonafide ho
tels niet aan hun trekken komen.
Iedere zomer komen voed
selvergiftigingen voor. Soms
met een zeer licht verloop,
soms ook ernstiger.
Ook al komt men eraf met
een avond maagpijn en over
geven of met één dag diarree
dan is dit nog te veel van het
kwade. In de meeste gevallen
kunnen voedselvergiftigingen
worden voorkomen en wel door
een goede persoonlijke hygiëne
en door een hygiënisch verant
woorde voedselbereiding. Houdt
daarbij de volgende punten in
gedachten
Q was altijd uw handen met
water en zeep, vóór u begint
met eten en eten klaarma
ken; gebruik in de keuken
een aparte doek als hand
doek;
controleer resten voedsel van
de vorige dag, overgebleven
melk e.d. Bent u er niet hele
maal zeker van, dat ze goed
zijn, gooi ze dan weg, hoe
jammer u dat ook moogt
vinden;
kook zo min mogelijk op
zettelijk eten voor 2 dagen
tegelijk, tenzij u de spijzen
voor de volgende dag koel
en in het donker kunt bewa
ren;
6 koel resten zo vlug mogelijk
af, in een open pan, onder
af en toe roeren;
verwerk geen resten door
vers gekookt voedsel, vóór u
ze apart een kwartier hebt
gekookt, of geruime tijd
hebt opgebakken en ook dan
nog alleen als u zeker weet,
dat u van dit verse voedsel
geen resten zult overhouden.
Doe b.v. geen restje soep
zonder meer bij de verse
soep-van-de-dag en verwerk
een kliekje aardappelen of
groente ook niet zonder
meer tot een slaatje, of
„gauw even" tot een prak;
bewaar vers vlees en verse
vis zo kort mogelijk rauw,
tenzij u ze gekoeld kunt be
waren. Neem ze uit de pa
pier- of plasticverpakking
zodra u ze in huis hebt en
bewaar ze koel en luchtig of
bak of kook het vlees of de
vis zo mogelijk meteen gaar.
Kies bij voorkeur vlees, dat
door en door gaar gegeten
wordt.
Wees voorzichtig met ge
hakt. U kunt het gerust een
of meermalen per week eten,
wanneer u het maar geheel
gaar maakt. Dit geldt ook
voor ander gemalen vlees,
zoals verse worst, saucijsjes
enz.
Meen niet dat plastic ver
pakkingsmateriaal bederf
tegenhoudt of vertraagt;
gebruik eendeëieren uitslui
tend hard gekookt of aan 2
kanten gebakken met door
geprikte dooier;
I kook op warme dagen zowel
losse als gepasteuriseerde
fL^ssemelJc in een Eiangebro-
ken fles 's avonds doorzorg
dat uw melkkoker brand
schoon is als u hem laat vul
len;
I laat zo min mogelijk vuile
thee-, hand- en vaatdoeken
in de keuken slingeren.
Spoel ze uit en droog ze
vlug, als het kan in de zon.
WIE ZAL DAT BETALEN?
Met op twee na algemene
stemmen heeft de Tweede Ka
mer een motie aangenomen,
waarin de regering wordt uitge
nodigd zo nodig financiële mid
delen ter beschikking te stellen
van de gemeente, waar een ern
stige achterstand heerst op het
gebied van de sportaccomodatie.
Tevens werd de regering ver
zocht een speciaal bouwvolume
te reserveren ten behoeve van
lichamelijke vorming en sport.
De motie was ondertekend door
de leden van de fracties der vijf
grootste partijen.
Minister Cals vond het bezwaar
van de motie, dat niet wordt aan
gegeven waar het geld vandaan
moet komen. Er zijn nog zoveel
andere belangrijke dingen, meen
de hij, waarvoor men geld en
bouwvolume zou kunnen wen
sen. De minister zag in de motie
geen concrete oplossing van de
sportproblemen
Zonder regeringsdwang zullen
de gemeentelijke behoeften aan
sportaccomodatie worden ge
peild. Een apart probleem is de
behoefte aan gymnastieklokalen,
die voor rekening van het rijk
komen. Het tekort voor het lager
onderwijs bedraagt alleen al
ruim 2000. Er zouden 100 loka
len per jaar moeten worden ge
bouwd om die achterstand in
twintig jaar in te halenDat
is thans nog niet mogelijk. In
1959 is met de bouw van 68 loka
len begonnen.
In de eerste plaats zal er een
ruimer en speciaal bouwvolume
voor gymnastieklokalen beschik
baar worden gesteld en boven
dien zijn er nog andere mogelijk
heden om tot een snellere bouw
te komen. Dit laatste meende de
staatssecretaris.
DE SCHOMMELENDE
BOTERPRIJS
De prijs van het halfpondspak-
je roomboter is weer vijf cent
gestegen. Een maand geleden
daarentegen was ze juist met
een kwartje gezakt. Een en an
der houdt uiteraard verband met
de toeslag op de boter.
Het bestuur van het produkt.
schap zuivel besloot de toeslag
op de in het binnenland verkoch
te boter te verlagen van ƒ1 tot
ƒ0,80 per kilogram. Dit besluit
werd genomen na een langdurige
conferentie met de minister van
Landbouw en visserij over de ge
hele botersituatie.
Voor de prijsverlaging bedroeg
de binnenlandse consumptie
800.000 kilo per week, zodat de
kosten voor het zuivelfonds in
eerste instantie, maar tenslotte
via de garantieprijs voor de pro
ducenten toch uit de schatkist
800.000 per week bedroegen.
Evenwel is hierbij geen rekening
gehouden met de stellig toege
nomen consumptie ten gevolge
van de prijsverlaging.
ANNA BLAMAN
OVERLEDEN
Te Rotterdam overleed op de
leeftijd van 54 jaar de wel zeer
bekende schrijfster Anna Bla-
man. Anna Blaman, wier eigen
lijke naam Johanna Petronella
Vrugt was, had zich aanvankelijk
aan het onderwijs gewijd. Zij stu
deerde Franse letteren, waarna
ze Franse lessen gaf. Vervolgens
ging zij echter geheel op in haar
schrijfkunst, die steeds meer
waardering ondervond bij het pu
bliek. In 1941 verscheen haar
eerste roman. Voor het beroemde
boek „Eenzaam avontuur" werd
zij onderscheiden met de Amster
damse literatuurprijs. In 1957
ontving zij de staatsprijs voor
letterkunde, d'e P. C. Hooftprijs.
(Nadruk verboden.)
Dit is liet nieuwste kapsel dat
in Parijs is gelanceerd door de
wereldberoemde kapper An-
toine. Het haar is aan het voor
hoofd hoog opgestoken, over
het voorhoofd loopt een brede
streng. Een grote bloemenver
siering loopt schuin over het
hoofd.
verdwenen, daar de herinne
ring in te ruiken vorm blijft
hangen. Beter is het dan ook
reeds dadelijk te stoppen als
het kind lichte symptomen van
onpasselijkheid krijgt en het
even in de frisse lucht te stu
ren. Pas wanneer de kleur op
de wangen terugkeert, kan er
doorgereden worden. De helft
van het oude paar, die niet aan
het stuur zit, dient er op te let
ten, dat er verstandig in de
wagen wordt geventileerd. Kin
deren vinden het heerlijk als
de haren hen om het hoofd
fladderen, maar de trek is
daarbij wel wat al te fors en
kan gemakkelijk hoofdpijn ver
oorzaken of verkoudheid of
ontstoken ogen. Hoofddoek en
stofhelm beschermen bij open
dak tegen zonnebrand.
Dat er voor de maaltijden
steeds wordt gestopt, ligt voor
de hand. Alleen lichte spijzen,
met veel fruit, komen in aan
merking, veel drinken is niet
aan te bevelen. Het is verstan
dig een mooi plekje te zoeken
en de kinderen daar een poosje
te laten ravotten voor er verder
gereden wordt. Als het niet om
speciaal gevoelige kinderen
gaat, kan de autotocht op deze
manier een genoegen op zich
zelf worden.
Geen plaats voor het spel
Vol trots laat een echtpaar de
pas betrokken woning zien,
waarbij vooral de kinderkamer
als model van goede inrichting
wordt aangediend. En natuur
lijk staat er dan in, wat voor
kinderen wenselijk wordt ge
acht. De bedden zijn praktisch
boven elkaar gezet of het ene
bed verdwijnt overdag onzicht
baar onder het andere. Twee
kasten met speelgoed en andere
bezittingen voor ieder kind
één. Een schrijfplank, die neer
geklapt kan worden voor het
huiswerk, een hogere en een
lagere tafel met bijpassende
stoelen voor allerlei spelletjes
en karweitjes.
Voortreffelijk!
Eén ding deugt niet: er is ab
soluut geen ruimte overgeble
ven voor het spelen. Dat is aan
de nieuwe meubels dan ook al
te zien. Vooral aan de poten
vertonen zij de sporen van hard
handige aanraking.
Meer en meer wordt het ge
bruik en mogelijk is het altijd
gewoonte geweest kinderen
de „kleine zijkamer" toe te wij
zen. Zelfs in nieuwe huizen,
waar men een kinderkamer in
het bouwplan heeft opgenomen,
is deze veelal te klein.
Kinderen kunnen nu eenmaal
niet stilzitten, zij hebben leegte
om zich heen nodig, waarin zij
zich kunnen bewegen. Zijn ze
nog heel klein, dan moeten zij
ruimte hebben voor het kruipen.
Worden zij groter, dan is er
ruimte nodig voor het bouwen.
En ook oudere kinderen krijgen
onenigheid ais er gebrek aan
ruimte is voor het wegbergen
van de persoonlijke bezittingen
en men elkaar in een te kleine
kamer in de weg loopt.
De eigen kamer is voor oude
re en jongere kinderen van zo
veel belang voor ontwikkeling
van persoonlijkheid en karakter,
dat men tot elke prijs voor vol
doende ruimte moet zorgen. Het
is beter de grote eetkamer aan
de kinderen af te staan en de eet
tafel in de kleine zijkamer te
zetten. En is er geen andere op
lossing mogelijk; weer dan de
niet strikt noodzakelijke meubels
uit een toch al kleine kinder
kamer!
ANSJE kan een gelukkig kind wor
den genoemd, want ze heeft een
moeder, die een onuitputtelijke fantasie
bezit. Een moeder, die bovendien zo
jong is, dat ze zich nog geheel kan ver
plaatsen in de wereld der verbeelding
van haar kind. Als ze samen hun dage
lijkse wandeling door het bos maken,
vertelt Ansje's moeder over elfjes en
kaboutertjes en samen zién ze werke
lijk 'die spi'ookjeswezentjes achter*
struiken en bomen en in de bloemen.
Ansje gaat er zó in op, dat ze nauwe
lijks haar voetjes op de dikke laag
dorre bladeren durft zetten. Er zou im
mers best een kaboutertje onder kun
nen zitten!
Iedere avond voor het slapen gaan,
wordt er ook een verhaaltje verteld.
Moeder heeft daarbij geen boekjes
nodig; de mooiste sprookjes schudt ze
zomaar uit haar mouw. Moeder's
sprookjes eindigen nooit droevig of be
angstigend. Dat is juist het heerlijke
van die zelf verzonnen verhalen: je
kunt er net zo'n mooi slot aan bor
duren, als je zelf wilt. Moeder vindt,
dat haar kind met blijde gedachten
moet gaan slapen en daar help je haar
mee, door haar mooie, blijde en goede
dingen voor te toveren.
Maar niettemin zit er toch wel span
ning in die sprookjes. Soms dreigt het
mis te gaan; soms lijkt het of er iets
heel naars met het prinsesje of het
elfje zal gaan gebeuren en haar een
groot gevaar te wachten staat. Maar
gelukkig komt er onveranderlijk op het
laatste ogenblik een sterke, moedige
prins, of een heel slim klein kabouter
tje, om alles weer in het reine te bren
gen.
Ansje's hele gezichtje leeft méé. De
grote, blauwe kinderogen hangen aan
moeders lippen. Iedere trek weerspie
gelt, wat moeder vertelt. En als ten
slotte toch alles maar weer goed afge
lopen is, slaakt Ansje een diepe zucht
van verlichting. Met een van geluk
stralend snoetje fluistert ze: „Mooi hè,
mam
0
WIE het niet mooi vindt, is moeders
tante Lida, die wel eens bij hen
logeert en dan getuige is van het vaste
programma voor het slapen-gaan.
Tante Lida is een ongetrouwde, wer
kende vrouw, die met beide benen
muurvast op de grond staat en de
poëzie en romantiek van het leven
nooit heeft kunnen ontdekken. Ze be
kijkt alles met een nuchterheid, die ze
„gezond verstand" noemt. En hiermee
probeert ze de lichte bitterheid, die en
kele in haar jeugd geleden teleurstel
lingen in haar hebben achter gelaten,
te bestrijden.
Ietwat verachterlijk kan ze haar neus
ophalen, als ze moeders sprookjes, die
kleine Ansje zoveel voldoening schen
ken, mee aanhoort. Later, met moeder
alleen, kan ze dan afkeurend zeggen:
„Wat mal, om dat kind al die verdicht
sels op te dissen. Wat denk je ermee te
bereiken? Het leven is niet mooi en lief
en zacht en in het leven komt ook niet
alles vanzelf op zijn pootjes terecht. Je
kunt beter vroeg beginnen, je dochter
wat nuchtere werkelijkheidszin bij te
brengen".
Dan lacht moeder fijntjes. Ze is nog
niet zo ver als tante Lida. Het leven
heeft haar tot dusver nog zoveel moois
gebracht, dat ze zelf nog in tere sprook
jes gelooft. Zelf kan ze op stille zomer
avonden nog de elfenvleugeltjes horen
ruisen. Daarom moet ze Ansje ervan
vertellen. Zou ze er Ansje kwaad mee
doen? Moeder gelooft van niet. Ze wil
haar kind zo lang het kan haar lieflijke
sprookjeswereld laten behouden. Het
werkelijke leven komt zelf later wel
aan het woord.
MARCELLE.
(Nadruk verboden.)