Appreciatie is onmisbaar I r j/ftöp «ie \Jtoaw Met kinderen per auto op reis coót ende baet Zon zij Aii*je er kwaad mee doen? Voorkom voedselvergiftiging Maar het kan niet van één kant komen! DOP MET VEER Geduld, onderbrekingen en plastic zakken HET NIEUWSTE KAPSEL De meeste kinderkamers zijn te klein Zaterdag 23 juli 1960 DE VRIJE ZEEUW Pagina 9 len uder omt PTT. de 55, nder z.g. Dat van Rita en Joop is een huwelijk, zoals er zoveel zijn: uit gerekt als een elastiek, dat zijn veerkracht verloren heeft. Ze leven langs elkaar heen. Ze hebben niet veel belangstelling meer voor elkaar en eikaars dingen. Het rolt wel. Maar als ik zo wel eens een dag bij hen ben, heb ik gelegen heid, dingen op te merken, die je onwillekeurig doen denken, dat het best heel anders kon zijn. Want ieder op zich zijn Rita en Joop allebei heel aardige mensen. Waar het bij hen aan hapert, is vol gens mijn bescheiden mening: gebrek aan wederzijdse appreciatie. Rita denkt wel, dat het daar alleen bij Joop aan mankeert. Maar zo iets komt meestal van twee kanten en je weet nooit wie er mee begonnen is. ,,Ik snap niet waarom ik me eigenlijk nog uitsloof, om be hoorlijke maaltijden op tafel te brengen" klaagt Rita bijvoor beeld. „Hij proeft immers niet eens, wat hij eet. Als het hem smaakt, merk ik dat alleen door dat hij zich 2, 3 maal opschept en de schalen schoon leeg gaan. Maar denk niet, dat er een waar derend woord op overschiet. Maar laat er een enkele maal iets aan het eten mankeren, dan hoor ik de hatelijke opmer kingen een week later nog. Dan deugt er z.g. „nooit" iets van wat ik klaarmaak en tot vervelens toe moet ik horen hoe zijn moe der dat vroeger deed. Wil je ge loven, dat ik hem dan wel met de schalen om de oren kan slaan!" Nu is het een feit, dat een man geen tactlozer opmerking kan maken dan te verkondigen hoe zijn moeder iets klaarmaak te. Daar wordt iedere vrouw wild van. DE SNERTKLEUR. Maar aan de andere kant was het van Rita ook niet leuk dat, toen Joop eens een hele zater dagmiddag besteed had aan het opverven van de keukenstoelen, haar enige commentaar was: „Bah, wat heb je weer een rom mel gemaakt. En wat een snert- kleur. Had je niets beters kun nen uitzoeken?" Dan denkt een man een volgende keer ook „doe het zelf maar!'.' Het kost warempel toch niet veel, om elkaar eens wat har telijke en aardige dingen te la ten horen. En je bereikt er veel meer mee. Zie je, een mens is tenslotte geen machine van wie als van zelfsprekend verwacht kan wor den, dat hij altijd perfect func tioneert. Ieder mens heeft ge voelens, die graag gestreeld, maar ook ellendig... gekwetst kunnen worden. „Vroeger merkte hij alleen maar de lieve, aardige dingen in mij op en werd hij nooit moe, mijn lof te zingen. Maar nu we een paar jaar getrouwd zijn, deugt er blijkbaar niets meer aan mij. Altijd heeft hij wat te vitten. Hij heeft er gewoon ple zier in, mij, mijn tekortkomingen voor de voeten te gooien", zo hoor je vele vrouwen klagen. Het schijnt een kwaal te zijn, die in heel wat huwelijken voor komt: dat gebrek aan appre ciatie. HET BAZIGE TYPE. Maar laten we fair blijven. Het zijn echt niet alleen de vrouwen, die er onder te lijden hebben. Ik ken genoeg mannen, die met verbijstering het lieve meisje dat hen tijdens de ver lovingstijd bewonderend naar de ogen zag, hebben zien ver anderen in de bazige vrouw, die altijd wat te bedillen en af te kammen heeft. Wat dom eigenlijk om op zo'n manier een huwelijk naar de kelder te helpen met al dat ge vit en die ontmoedigende aan merkingen, terwijl je er echt iets prettigs van zou kunnen maken door op zijn tijd een op recht woord van appreciatie en een hartelijke aanmoediging te laten horen of tenminste door te laten merken, dat je bepaalde dingen op prijs stelt en ze niet onverschillig en als vanzelfspre kend aanneemt. Ze moesten eens leren het toverstafje te ge bruiken, dat ieder mens bij zich di-aagt, zonder er helaas altijd de magische kracht van te be seffen. Ik ken gelukkig ook andere huwelijken. Waar de man na geen enkele maaltijd zal verzui men een prettige opmerking te maken. Zelfs al zou er op een dag eens iets mislukt zijn. Dat is geen huichelen. Dat hoeft zelfs niet eens moeite te kosten. Mits je uitgaat van de veron derstelling, dat de vrouw er in elk geval haar best op heeft ge daan, dan begrijpt de man, dat ze een vriendelijk woord dubbel nodig heeft als troost, omdat het verkeerd uitgevallen is. En als aansporing om het een volgende keer beter te doen! ELKE DAG NIEUW. „Ik zou voor hem door het vuur kunnen gaan. Ik zou voor hem, ik weet niet wat willen doen", hoorde ik eens een toch al jarenlang getrouwde vrouw zeggen. „Hij geeft me het gevoel of ik elke dag nieuw voor hem ben en hij nieuwe, leuke dingen in me ontdekt. Dat stimuleert me reusachtig. Het is een feest, hem een plezier te doen, zo op getogen als hij erover is. En hij weet over de kleinste kleinig heid, die ik voor hem doe, iets aardigs te zeggen." „Dan merk jij zeker ook alle aardige dingen aan hèm op?" De Franse ontwerper Jean Pa- tou heeft zijn hoedencollectie tentoongesteld. Op de foto een van de model len, een koffiekleurig dopje van mol, opengewerkt met drie hoekjes en gecompleteerd met een naar beneden gerichte fa- santenveer. vroeg ik lachend. Ze keek me met grote ogen aan. „Natuurlijk. Zo iets kan toch niet van één kant komen." Dat is het geheim. Het kan niet van één kant komen. Ap preciatie is iets, wat aan beide zijden noodzakelijk is voor een goed huwelijk en dan werkt het werkelijk als een toverdrank. Misschien zullen Rita en Joop en vele anderen het ook nog eens leren en zullen ze dan op houden, elkaar af te breken. (Nadruk verboden.) Voor wij straks weer met onze kinderen in de blin- kend gepoetste auto stap- pen om op vakantie te gaan, doen wij er goed aan te bedenken, dat juist de aanwezigheid van die kin- deren bepaalde voorzorgs- maatregelen allerminst' overbodig maakt. Om wagenziekte te voorko men, kan de huisarts in de juiste dosering een middeltje voorschrijven, dat enige tijd voor vertrek wordt ingenomen. Daarnaast is het van veel be lang voor praktische reiskledij te zorgen. Dus geen gesteven petticoats, geen besmettelijke jurkjes of keurige pakjes. Spij kerbroeken bijv., met een blous- je of truitje, zijn zowel voor meisjes als jongens uitstekend geschikt. Verder dient men er aan te denken, dat de zitplaat sen in een auto, wat afmetin gen betreft, op de volwassenen zijn gemaakt. Voor de kleuters gaat het dan ook moeilijk zon der zo'n praktisch autostoeltje, terwijl de zuigelingen zich tij dens de lange rit het behaag lijkst voelen in een reiswieg. Van kinderen kan men een aangepast gedrag op lange tochten slechts verlangen als de banken aan hun lichaams lengte aangepast worden. Wil len zij leunen, dan blijkt de bank n.l. te breed te zijn, zodat de benen er tot over de knieën op ruster,, wat een zeer ver moeiende houding is. Schuift het kind naar voren, dan zal het gemakkelijk pijn in de rug krijgen, doordat het de steun mist, terwijl het zich in de rij dende wagen in evenwicht moet houden. Dus kussens in de rug en kleine stuks bagage onder de voeten voor de ach terbank. Dat jonge kinderen altijd achterin zitten, ligt voor de hand. Een kleine schok bij krachtig remmen of een kuil in de weg kan hun al noodlottig worden,' ails zij op het dash board of tegen de voorruit bot sen. De moeder dient te beden ken, dat het kinderlijk bevat tingsvermogen al gauw over verzadigd raakt, wanneer het doorlopend historische of aard rijkskundige bijzonderheden in zich moet opnemen, aan de hand van wat er buiten voorbij vliegt. Beter is het een paar raadseltjes of een verhaaltje voor te bereiden of wanneer de vader aan het stuur daar tegen bestand is wat met hen te zingen. Wat men naast eten en drin ken alijd bij zich moet hebben, zijnboeken met plaatjes, een stukje speelgoed, papieren ser vetjes, extra kousjes, de reis apotheek, een kleine verrassing voor moeilijke momenten, toi letpapier, handdoeken en en kele waslappen in plastic zak ken. Tenslotte niet te vergeten: waterdichte plastic zakken voor „wagenziekte". Jammer genoeg begrijpt niet ieder, dat langzaam rijden met kinderen dubbel gewenst is en niet alleen om veiligheidsrede nen. Het voortdurend op en neer veren, pappa's „knappe" rij techniek in de bochten en het ver ingedrukte gaspedaal vergen heel wat van de gevoe lige evenwichtsorganen van onze kinderen. Het schomme len beïnvloedt de maag, het kind wordt bleek en geeft over. Is in dit geval de plastic zak niet bij de hand, zodat de wa gen vuil wordt, dan is een groot deel van het vakantiegenoegen Er dreigen gevaren voor de hotels, dat blijkt uit diverse publi caties. In Monnikendam doet zich bijvoorbeeld het merkwaardige feit voor, dat er veel toeristen komen, maar dat de hotels nagenoeg leeg blijven. Waar blijven die toeristen dan? Wel, die vinden een onderdak bij particulieren of kleine hotels, die nauwelijks of in het geheel die naam niet verdienen. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat er buitenlandse reisbureaus zijn, die goedkope reizen organi seren en dus kijken naar een gulden verschil. Groepen particu lieren hebben overeenkomsten met dergelijke bureaus en zo komen de toeristen wel naar de plaats maar niet naar de hotels. Een soortgelijk verschijnsel doet zich in Utrecht voor, waar een meningsverschil bestaat tus sen de V. V. V. en de hoteldirec ties over de vraag of de wense lijkheid van aanvulling nodig is, terwijl de grote hotels 't hier niet mee eens zijn zolang zij elke maand weer voor slechts 60 tot 70 volgeboekt zijn. Ook hier schijnt de oorzaak gezocht te moe ten worden in de volgepropte zeer kleine hotels, die nauwelijks die naam verdienen. Ook elders in ons land horen we stemmen op gaan die dergelijke symptomen constateren. Er zal het een en ander gedaan moeten worden, willen onze hotels bij de buiten landers geen slechte naam gaan krijgen, terwijl d'e bonafide ho tels niet aan hun trekken komen. Iedere zomer komen voed selvergiftigingen voor. Soms met een zeer licht verloop, soms ook ernstiger. Ook al komt men eraf met een avond maagpijn en over geven of met één dag diarree dan is dit nog te veel van het kwade. In de meeste gevallen kunnen voedselvergiftigingen worden voorkomen en wel door een goede persoonlijke hygiëne en door een hygiënisch verant woorde voedselbereiding. Houdt daarbij de volgende punten in gedachten Q was altijd uw handen met water en zeep, vóór u begint met eten en eten klaarma ken; gebruik in de keuken een aparte doek als hand doek; controleer resten voedsel van de vorige dag, overgebleven melk e.d. Bent u er niet hele maal zeker van, dat ze goed zijn, gooi ze dan weg, hoe jammer u dat ook moogt vinden; kook zo min mogelijk op zettelijk eten voor 2 dagen tegelijk, tenzij u de spijzen voor de volgende dag koel en in het donker kunt bewa ren; 6 koel resten zo vlug mogelijk af, in een open pan, onder af en toe roeren; verwerk geen resten door vers gekookt voedsel, vóór u ze apart een kwartier hebt gekookt, of geruime tijd hebt opgebakken en ook dan nog alleen als u zeker weet, dat u van dit verse voedsel geen resten zult overhouden. Doe b.v. geen restje soep zonder meer bij de verse soep-van-de-dag en verwerk een kliekje aardappelen of groente ook niet zonder meer tot een slaatje, of „gauw even" tot een prak; bewaar vers vlees en verse vis zo kort mogelijk rauw, tenzij u ze gekoeld kunt be waren. Neem ze uit de pa pier- of plasticverpakking zodra u ze in huis hebt en bewaar ze koel en luchtig of bak of kook het vlees of de vis zo mogelijk meteen gaar. Kies bij voorkeur vlees, dat door en door gaar gegeten wordt. Wees voorzichtig met ge hakt. U kunt het gerust een of meermalen per week eten, wanneer u het maar geheel gaar maakt. Dit geldt ook voor ander gemalen vlees, zoals verse worst, saucijsjes enz. Meen niet dat plastic ver pakkingsmateriaal bederf tegenhoudt of vertraagt; gebruik eendeëieren uitslui tend hard gekookt of aan 2 kanten gebakken met door geprikte dooier; I kook op warme dagen zowel losse als gepasteuriseerde fL^ssemelJc in een Eiangebro- ken fles 's avonds doorzorg dat uw melkkoker brand schoon is als u hem laat vul len; I laat zo min mogelijk vuile thee-, hand- en vaatdoeken in de keuken slingeren. Spoel ze uit en droog ze vlug, als het kan in de zon. WIE ZAL DAT BETALEN? Met op twee na algemene stemmen heeft de Tweede Ka mer een motie aangenomen, waarin de regering wordt uitge nodigd zo nodig financiële mid delen ter beschikking te stellen van de gemeente, waar een ern stige achterstand heerst op het gebied van de sportaccomodatie. Tevens werd de regering ver zocht een speciaal bouwvolume te reserveren ten behoeve van lichamelijke vorming en sport. De motie was ondertekend door de leden van de fracties der vijf grootste partijen. Minister Cals vond het bezwaar van de motie, dat niet wordt aan gegeven waar het geld vandaan moet komen. Er zijn nog zoveel andere belangrijke dingen, meen de hij, waarvoor men geld en bouwvolume zou kunnen wen sen. De minister zag in de motie geen concrete oplossing van de sportproblemen Zonder regeringsdwang zullen de gemeentelijke behoeften aan sportaccomodatie worden ge peild. Een apart probleem is de behoefte aan gymnastieklokalen, die voor rekening van het rijk komen. Het tekort voor het lager onderwijs bedraagt alleen al ruim 2000. Er zouden 100 loka len per jaar moeten worden ge bouwd om die achterstand in twintig jaar in te halenDat is thans nog niet mogelijk. In 1959 is met de bouw van 68 loka len begonnen. In de eerste plaats zal er een ruimer en speciaal bouwvolume voor gymnastieklokalen beschik baar worden gesteld en boven dien zijn er nog andere mogelijk heden om tot een snellere bouw te komen. Dit laatste meende de staatssecretaris. DE SCHOMMELENDE BOTERPRIJS De prijs van het halfpondspak- je roomboter is weer vijf cent gestegen. Een maand geleden daarentegen was ze juist met een kwartje gezakt. Een en an der houdt uiteraard verband met de toeslag op de boter. Het bestuur van het produkt. schap zuivel besloot de toeslag op de in het binnenland verkoch te boter te verlagen van ƒ1 tot ƒ0,80 per kilogram. Dit besluit werd genomen na een langdurige conferentie met de minister van Landbouw en visserij over de ge hele botersituatie. Voor de prijsverlaging bedroeg de binnenlandse consumptie 800.000 kilo per week, zodat de kosten voor het zuivelfonds in eerste instantie, maar tenslotte via de garantieprijs voor de pro ducenten toch uit de schatkist 800.000 per week bedroegen. Evenwel is hierbij geen rekening gehouden met de stellig toege nomen consumptie ten gevolge van de prijsverlaging. ANNA BLAMAN OVERLEDEN Te Rotterdam overleed op de leeftijd van 54 jaar de wel zeer bekende schrijfster Anna Bla- man. Anna Blaman, wier eigen lijke naam Johanna Petronella Vrugt was, had zich aanvankelijk aan het onderwijs gewijd. Zij stu deerde Franse letteren, waarna ze Franse lessen gaf. Vervolgens ging zij echter geheel op in haar schrijfkunst, die steeds meer waardering ondervond bij het pu bliek. In 1941 verscheen haar eerste roman. Voor het beroemde boek „Eenzaam avontuur" werd zij onderscheiden met de Amster damse literatuurprijs. In 1957 ontving zij de staatsprijs voor letterkunde, d'e P. C. Hooftprijs. (Nadruk verboden.) Dit is liet nieuwste kapsel dat in Parijs is gelanceerd door de wereldberoemde kapper An- toine. Het haar is aan het voor hoofd hoog opgestoken, over het voorhoofd loopt een brede streng. Een grote bloemenver siering loopt schuin over het hoofd. verdwenen, daar de herinne ring in te ruiken vorm blijft hangen. Beter is het dan ook reeds dadelijk te stoppen als het kind lichte symptomen van onpasselijkheid krijgt en het even in de frisse lucht te stu ren. Pas wanneer de kleur op de wangen terugkeert, kan er doorgereden worden. De helft van het oude paar, die niet aan het stuur zit, dient er op te let ten, dat er verstandig in de wagen wordt geventileerd. Kin deren vinden het heerlijk als de haren hen om het hoofd fladderen, maar de trek is daarbij wel wat al te fors en kan gemakkelijk hoofdpijn ver oorzaken of verkoudheid of ontstoken ogen. Hoofddoek en stofhelm beschermen bij open dak tegen zonnebrand. Dat er voor de maaltijden steeds wordt gestopt, ligt voor de hand. Alleen lichte spijzen, met veel fruit, komen in aan merking, veel drinken is niet aan te bevelen. Het is verstan dig een mooi plekje te zoeken en de kinderen daar een poosje te laten ravotten voor er verder gereden wordt. Als het niet om speciaal gevoelige kinderen gaat, kan de autotocht op deze manier een genoegen op zich zelf worden. Geen plaats voor het spel Vol trots laat een echtpaar de pas betrokken woning zien, waarbij vooral de kinderkamer als model van goede inrichting wordt aangediend. En natuur lijk staat er dan in, wat voor kinderen wenselijk wordt ge acht. De bedden zijn praktisch boven elkaar gezet of het ene bed verdwijnt overdag onzicht baar onder het andere. Twee kasten met speelgoed en andere bezittingen voor ieder kind één. Een schrijfplank, die neer geklapt kan worden voor het huiswerk, een hogere en een lagere tafel met bijpassende stoelen voor allerlei spelletjes en karweitjes. Voortreffelijk! Eén ding deugt niet: er is ab soluut geen ruimte overgeble ven voor het spelen. Dat is aan de nieuwe meubels dan ook al te zien. Vooral aan de poten vertonen zij de sporen van hard handige aanraking. Meer en meer wordt het ge bruik en mogelijk is het altijd gewoonte geweest kinderen de „kleine zijkamer" toe te wij zen. Zelfs in nieuwe huizen, waar men een kinderkamer in het bouwplan heeft opgenomen, is deze veelal te klein. Kinderen kunnen nu eenmaal niet stilzitten, zij hebben leegte om zich heen nodig, waarin zij zich kunnen bewegen. Zijn ze nog heel klein, dan moeten zij ruimte hebben voor het kruipen. Worden zij groter, dan is er ruimte nodig voor het bouwen. En ook oudere kinderen krijgen onenigheid ais er gebrek aan ruimte is voor het wegbergen van de persoonlijke bezittingen en men elkaar in een te kleine kamer in de weg loopt. De eigen kamer is voor oude re en jongere kinderen van zo veel belang voor ontwikkeling van persoonlijkheid en karakter, dat men tot elke prijs voor vol doende ruimte moet zorgen. Het is beter de grote eetkamer aan de kinderen af te staan en de eet tafel in de kleine zijkamer te zetten. En is er geen andere op lossing mogelijk; weer dan de niet strikt noodzakelijke meubels uit een toch al kleine kinder kamer! ANSJE kan een gelukkig kind wor den genoemd, want ze heeft een moeder, die een onuitputtelijke fantasie bezit. Een moeder, die bovendien zo jong is, dat ze zich nog geheel kan ver plaatsen in de wereld der verbeelding van haar kind. Als ze samen hun dage lijkse wandeling door het bos maken, vertelt Ansje's moeder over elfjes en kaboutertjes en samen zién ze werke lijk 'die spi'ookjeswezentjes achter* struiken en bomen en in de bloemen. Ansje gaat er zó in op, dat ze nauwe lijks haar voetjes op de dikke laag dorre bladeren durft zetten. Er zou im mers best een kaboutertje onder kun nen zitten! Iedere avond voor het slapen gaan, wordt er ook een verhaaltje verteld. Moeder heeft daarbij geen boekjes nodig; de mooiste sprookjes schudt ze zomaar uit haar mouw. Moeder's sprookjes eindigen nooit droevig of be angstigend. Dat is juist het heerlijke van die zelf verzonnen verhalen: je kunt er net zo'n mooi slot aan bor duren, als je zelf wilt. Moeder vindt, dat haar kind met blijde gedachten moet gaan slapen en daar help je haar mee, door haar mooie, blijde en goede dingen voor te toveren. Maar niettemin zit er toch wel span ning in die sprookjes. Soms dreigt het mis te gaan; soms lijkt het of er iets heel naars met het prinsesje of het elfje zal gaan gebeuren en haar een groot gevaar te wachten staat. Maar gelukkig komt er onveranderlijk op het laatste ogenblik een sterke, moedige prins, of een heel slim klein kabouter tje, om alles weer in het reine te bren gen. Ansje's hele gezichtje leeft méé. De grote, blauwe kinderogen hangen aan moeders lippen. Iedere trek weerspie gelt, wat moeder vertelt. En als ten slotte toch alles maar weer goed afge lopen is, slaakt Ansje een diepe zucht van verlichting. Met een van geluk stralend snoetje fluistert ze: „Mooi hè, mam 0 WIE het niet mooi vindt, is moeders tante Lida, die wel eens bij hen logeert en dan getuige is van het vaste programma voor het slapen-gaan. Tante Lida is een ongetrouwde, wer kende vrouw, die met beide benen muurvast op de grond staat en de poëzie en romantiek van het leven nooit heeft kunnen ontdekken. Ze be kijkt alles met een nuchterheid, die ze „gezond verstand" noemt. En hiermee probeert ze de lichte bitterheid, die en kele in haar jeugd geleden teleurstel lingen in haar hebben achter gelaten, te bestrijden. Ietwat verachterlijk kan ze haar neus ophalen, als ze moeders sprookjes, die kleine Ansje zoveel voldoening schen ken, mee aanhoort. Later, met moeder alleen, kan ze dan afkeurend zeggen: „Wat mal, om dat kind al die verdicht sels op te dissen. Wat denk je ermee te bereiken? Het leven is niet mooi en lief en zacht en in het leven komt ook niet alles vanzelf op zijn pootjes terecht. Je kunt beter vroeg beginnen, je dochter wat nuchtere werkelijkheidszin bij te brengen". Dan lacht moeder fijntjes. Ze is nog niet zo ver als tante Lida. Het leven heeft haar tot dusver nog zoveel moois gebracht, dat ze zelf nog in tere sprook jes gelooft. Zelf kan ze op stille zomer avonden nog de elfenvleugeltjes horen ruisen. Daarom moet ze Ansje ervan vertellen. Zou ze er Ansje kwaad mee doen? Moeder gelooft van niet. Ze wil haar kind zo lang het kan haar lieflijke sprookjeswereld laten behouden. Het werkelijke leven komt zelf later wel aan het woord. MARCELLE. (Nadruk verboden.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1960 | | pagina 9