HERTROUWEN De moderne dochter! enu van de week 9W Penelopekoopteen hoed! l/ooe <U De Nerium Oleander is giftig Ons evenwichtszintuig Tennis-Tunica Zaterdag 25 juni 1960 Pagitja 5 POSTPAPIER DE VRIJE ZEEUW Beste Marcelle, „Drie jaar geleden, toen ik 29 was, heb ik mijn man door een ongeluk verloren, schrijft mij een jonge weduwe. „Ik was vóór mijn huwelijk onder wijzeres en dat ben ik nu weer. Zo kan ik voor mezelf en twee kinderen van 8 en 6 jaar zorgen. Wij wonen bij mijn ouders. Mijn huwelijk was gelukkig en eigenlijk dacht ik nooit over hertrouwen, tot ik kort geleden Walter ontmoet heb. Hij is vrijgezel en iets jonger dan ik. Nu heeft hij me gevraagd. Ik mag hem ontzettend graag en ik moet beken nen, dat ik (vooral met het oog op de kinderen) wel zou willen hertrouwen. Maar ik weet niet of hij de juiste man voor mij is. Mijn ouders waarschuwen mij voor een huwelijk met Walter. Waaróm ze hem niet mogen, weet ik niet. Dan is er ook nog een weduwnaar van ongeveer 40 jaar, die mijn gezelschap zoekt. Hij komt veel bij ons thuis en mijn ouders moedigen onze omgang erg aan. Ik vind hem prettig als vriend. Als ik met hem trouwde, zou ik voor mijn verdere leven veilig en onbezorgd zijn. Maar ik houd niet van hem. Wat raadt u mij aan te doen?" Eigen geluk als inzet Het is wel een beêtje moeilijk om hierin raad te geven. Het hu welijk is geen spelletje, dat je zomaar eens probeert. Uw eigen levensgeluk is de inzet. Dus daar moet u wel voorzichtig mee zijn. Het feit, dat «op Walter erg gesteld bent en Beslist niet van de weduwnaar houdt, ofschoon u hem als vriend kunt waar deren, zou eigenlijk deze laatste man al dadelijk moeten uitslui ten. Want is liefde niet de aller eerste en allervoornaamste voorwaarde voor een huwelijk? Nu weet ik heus wel, dat over het algemeen een weduwe tegen over het huwelijk een tikkeltje anders en minder romantisch staat dan het jonge meisje, dat voor de eerste maal trouwt. Maar dat wil toch niet zeggen, dat een tweede huwelijk alléén maar van nuchter-zakelijk oog punt uit bekeken moet worden. -0— Al hebt u een huwelijksleven achter de rug, waarvan u de ge lukkige herinneringen in uw hart draagt; al hebt u twee kin deren, die voor de werkelijkheid van het leven betekenen en doorlopend uw zorgende aan dacht vragen, dan tóch bent u nog jong genoeg, om zelf ook nog iets van het leven te mogen verwachten en verlangen. Het gaat toch niet alleen om de veilige verzekerdheid, die een tweede huwelijk aan u en uw kinderen kan schenken, al geef ik toe, dat dit in dergelijke om standigheden wel degelijk een punt van overweging kan zijn. Nee, het gaat ook om het recht, dat u op uw leeftijd nog hebt op een vol, rijk levensgeluk, teza men met een partner, wie u zon der aarzelen uw liefde kunt geven. Al zoudt u het dan ma terieel wat minder hebben, dan zou de vreugde van uw hart en de sfeer van geluk, die in uw huis heerst, dit zeker vergoeden. Wat uw ouders tegen Waiter hebben, weet u niet, schrijft u. Daar kan ik dus ook geen oor deel over hebben. Maar waarom twijfelt u eraan, of hij de juiste man voor u zal zijn? Zou deze twijfel niet ontstaan zijn onder invloed van de anti-pathie van uw ouders? Toch moet u hier voorzichtig mee zijn. In een zo belangrijke kwestie is het heus zaak, geheel onbevooroordeeld te zijn. 0 Alleen door Walter goed te leren kennen, hem in het dage lijkse leven nauwkeurig gade te slaan en hem de gelegenheid te geven, ongedwongen cn vertrou welijk met u om te gaan, kunt u er achter komen of hij de ge schikte man voor u is. U zult kritischer zijn dan toen u voor de eerste maal trouwde. Dat is gewoonlijk zo. Als je al een huwelijk achter de rug hebt, is het normaal, dat je niet meer zo gauw warm loopt. En zeker is je liefde dan niet meer „blind". Maar toch moet u niet de fout maken, Walter in elk opzicht met uw eerste man te willen vergelijken. Ieder mens heeft zijn eigen persoonlijkheid en ook het recht daarop. U hebt even goed uw gewoontes en uw eigen aardigheden. In ieder huwelijk, maar zeker in een tweede, is er tijd nodig om twee persoonlijk heden te doen samensmelten. Dc wil en bereidheid, zich bij elkaar aan te passen, baant echter dé weg. Dat Walter wat jonger is dan u, zie ik niet als een bezwaar Integendeel, dat kan heel goed zijn, omdat er meestal in de tweede liefde van een rijpere vrouw een grote moederlijke factor aanwezig is. Zie het dus nog even aan, en hak dan, als u voor u zelf zéker bent, resoluut de knoop door! MARCELLE. (Nadruk verboden.) De'bloeitijd van de „olean der" valt in de zomer, maar het zal bij velen onzer lezers wel eens voorkomen, dat zij tot hun grote spijt zien, dat de knoppen afvallen. Veelal is dit een gevolg van te weinig water en onvoldoende bemes ting. Ook kunnen water- en mest gebrek aanleiding zijn dat de bloemen niet open gaan. Het is dus zaak er goed op toe te zien, dat deze plant in de warme maanden vol doende water en mest krijgt. Sommigen noemen de ole ander een ouderwetse plant, maar ze komt juist weer „in de mode", zodat we haar tegenwoordig veel aantref fen en, wat heuglijker is, al meer en meer in bloei te zien krijgen. HET KNEEPJE IS HET NEEP.JE Deze plant moet om jnooi, d.w.z. „bossig" te zijn, reeds op jonge leeftijd worden in- genepen. Zij moet staan op De langste dag is alweer voor bij, maar er zullen gelukkig nog heel veel zomerse dagen komen, want de zomer is toch nog maar pas begonnen! De komende maanden zullen frisse slaatjes, zomerdranken en zomerse nagerechten nog in 't middelpunt van de belangstel ling staan. Allerlei koude melkdranken, welke vroeger eigenlijk uitslui tend in de horecabedrijven wer. den geserveerd, kan men nu cck thuis gemakkelijk klaarma ken. Geef b.v. eens een ice cream soda. Het ijs dat men ervoor nodig heeft kan men zo. wel bij de banketbakker als in snackbars volop krijgen. Onder in een hoog glas worden verse vruchtjes (aardbeien, kersen, frambozen of stukjes sinaasappel enz.) gelegd, een h.pel limonadesiroop erop ge goten en daarop een schepje roomijs gedaan. Het glas wordt verder met spuitwater bijgevuld en gegarneerd met wat stijfge- slagen room, waarin vruchtjes zijn gelegd. Er wordt een bros wafeltje bijgegeven. ZONDAG: Toast met nieuwe haring, biefstuk, verse dop erwtjes, aardappelen, aard beien. MAANDAGRamequin, torna, ten sla, koffievla. DINSDAG: Ovenschotel, bloem kool, ham en aardappelen, yoghurt met kersen. WOENSDAG: Komkommers gevuld met eiergelei, gepofte aardappelen, macaronischo tel met schuimkop. IN DERDAG: Stoofschotel spitskool, tomaten en kaas, cocosvla. ■ID AG: garnalen ragout ,,st, sla of goulash, rijst en sla, gebakken griesmeelpun ten. ZATERDAG: Stamppot, rauwe andijvie met spek, hangop. RECEPTEN Ramequin In een beboterde vuurvaste schotel worden laagsgewijs 150 gram dunne sneetjes brood en 200 gram jong belegen in plak ken gesneden kaas gelegd. 3 eieren worden met zout. peper en noot losgeklopt, 'h liter melk erbij gedaan en over het brood gegoten. Zodra het vocht erin is getrokken wordt wat paneer meel over het brood gestrooid, een paar klontjes boter erop ge legd en de ramequin in 30 min. in de oven gaar en licht bruin gebakken. Macaronischotel met schuimkop 100 gram macaroni, iets zout. '5 liter melk, 2 eidooiers, 30 gram maïzena, 50 gram sui ker, vanillesuiker, 100 gram rozijnen, 100 gram bitter koekjes. Voor de schuimkop: 2 eiwitten, 100 gram suiker. De macaroni in water met wat zout gaar koken, met koud wa ter afspoelen en uit laten lek ken. Van de melk, eidooiers, maizena, suiker en vanillesui ker een vanillevla maken. De uitgelekte macaroni en de ge welde rozijnen er doorheen roe ren en het mengsel laag om laag met de bitterkoekjes in een vuurvaste schotel leggen. De eiwitten heel stijf slaan, de suiker erdoor scheppen, de ma. caroni hiermede bedekken en er tot slot wat poedersuiker over strooien. De schotel 1'uur in een lauw-warme oven zetten tol de schuimkop bros en licht gekleurd is. CR is veel, dat vader en moeder Drik- sen van hun dochter Janny niet meer begrijpen en dat hun diep in hun hart veel verdriet doet. Ze hebben toch alles voor het kind overgehad. Geen, opoffering is hun te groot geweest. Waarom toont ze zich nu dan zo ondank baar, om het woord harteloos niet te ge bruiken? Vader en moeder Driksen zijn zo jong niet meer. Ze zijn getrouwd, toen beiden al een stuk in de 30 waren en daarna duurde het nog vier jaar voor de baby zich meldde. Janny is enig kind geble ven. Ze is nu vijftien en vader en moe der zijn over de vijftig. Ze voelen het verschil in leeftijd als iets onoverbrug baars, nu Janny klein-kindje af is. Ze zijn eenvoudige, conservatieve men sen. Ze hebben zich vastgehouden aan wat hun eigen ouders hun bijgebracht hebben. Voor hen heeft de tijd zo'n beetje stil gestaan. Wat begrijpen ze van al die moderne ideeën? Alleen in één ding hebben ze concessies gedaan. Hun dochter zou een goede opvoeding krij gen; ze hoefde niet dadelijk te gaan ver dienen. En omdat Janny goed mee kon op de lagere school, werd er besloten, dat ze naar de middelbare meisjesschool zou gaan. DE VERANDERING TOEN is het begonnen, dat ze de weg kwijt raakten in hun meisje. Janny kreeg omgang met vriendinnetjes uit ander milieu. Meisjes met jonge, mo derne ouders. Janny kwam in huizen, waar ze haar ogen wel uitgewreven moet hebben, omdat het er zo heel an ders ingericht was dan bij hen thuis. Janny wilde haar haar tot een modern kipseltje laten knippen, hetgeen ten slotte ook gebeurde, omdat moeder tegen haar aandrang niet meer opgewassen was. Maar moeder kreeg het gevoel of Janny een vreemde voor haar werd. Het ergste was echter, dat het kind niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk veranderde. Altijd was ze tevreden ge weest, had thuis alles goed gevonden. Nu had ze doorlopend aanmerkingen. Ze noemde haar ouders ouderwets cn bekrompen. Ze hadden geen smaak. Alles was zo lelijk, dat ze zich schaamde om haar vriendinnetjes thuis te brengen. En hoe moeder er uit zag met dat rare haar-knoetje en die vormeloze japon nen! Kon ze ook niet eens een modern kapsel nemen en wat nieuwe kleren kopen, waarin ze er niet uitzag als een vogelverschrikker MOEST ALLES VERANDEREN? AL zou ik het willen, waar zóu ik het geld vandaan moeten halen, als zij al zoveel kost?", had moeder zich bitter laten ontvallen. Janny had toen even verlegen gezwegen, maar een ogenblik later zei ze: „Laat me dan hét huis wat opknappen. Dat kost niet veel. Ik kan het best zelf. Ik schilder de mu ren in moderne kleuren en ik kan de stoelen met lichte stof overtrekken". De ouders keken haar aan, of ze gele was. Moesten ze hun boeltje, waaraan ze gehecht waren, door Janny laten ver anderen? Mochten ze zich in hun eigen huis niet meer thuis voelen? In wan hoop bespraken de ouders de situatie met elkaar. Wat was er in hun kind ge varen? Waar lag de oplossing? Tenslotte was het de stille, ongecom pliceerde vader, die het compromis vond. „We moeten begrijpen, dat Janny een kind van een andere tijd is dan wij. Wij kunnen niet verlangen dat haar smaak en opvattingen gelijk zijn aan de onze. Maar ze moet zich ook gelukkig voelen, al begrijpen wij niet dat zij juist in zulke dingen haar geluk zoekt. Laten we haar in haar eigen kamer de vrije hand geven, om daaraan te veranderen wat ze wil en hem in te richten, zoals zij het prettig vindt. Dan kan ze daar haar kennisjes ontvangen, zonder zich voor ons te scha men. MARCELLE. (Nadruk verboden.) Op de schommel Op de wip In de draaimolen In de lift In de bus In de auto In de trein In het vliegtuig Niet iedereen krijgt even spoedig last van „Motion Sickness", dat is de onaangename ziekte die door bepaalde bewegingen kan ontstaan. Bij mensen die daar last van krij gen, bestaan grote individuele ver schillen: er zijn lieden die al akelig worden van wippen en schommelen in een speeltuin. Er zijn ook personen die in een kantoorgebouw liever geen ge bruik van de lift maken omdat zij de beweging van dat ding niet goed kun nen verdragen. een lichte plaats, heeft veel frisse lucht nodig en een niel te hoge temperatuur. Ook mag de pot of bloem bak waarin zij staat, niet 1e klein zijn, omdat de wortels ruimte nodig hebben. Deze plant vraagt een zwaar grondmengsel, b.v. 1 deel bladgrond, l deel mest- gronri on 2 delen kleizoden- grond. Indien ze op deze ma nier verzorgd is, kan zij na drie of vier jaren bloeien. Hebt u er gelegenheid voor, dan kan de plant zomers bui ten staan tot september, mits zij een plaatsje krijgt dat be schut ligt, maar wel zonnig is. De behandeling als boven omschreven blijft ook hier geldig. WEINIG WATER, WEINIG WARMTE In de maand septembei moet u haar binnenhalen en een plaatsje geven waar het koel is, maar wel vorstvrij. Dan moet er spaarzaam ge goten worden, liever te voor zichtig dan te rijkelijk, met vrij warm water op het scho teltje. Na een half uur moet het niet opgezogen water worden verwijderd. Volgend voorjaar kunt u een stek nemen, dat liefst met een hieltje gesneden wordt. U kunt deze stek in een flesje water laten wor telen en later oppotten in vruchtbare grond. Plaatst u de stekken echter in aarde, dan zal zij dikwijls krachtiger worden, maar het wortelen heeft voor liefheb bers een sterke bekoring en om deze reden wordt stekken in water meer toegepast en meestal met succes. Stekt u op water, dan doet u het beste in de zomer top jes van jonge scheuten te nemen, zij worden met be hulp van een propje watter. in een flesje bevestigd. De voet van de stek moet onge veer 6 cm bovdn de bodem blijven. VERBODEN VRUCHT Denkt u er om, dat u bij het geven van mest eerst de aarde wat vochtig maakt? Na de bloei moet de sten gel niet uitgesneden worden, tenzij deze natuurlijk afge storven is. Tenslotte merken we op, dat alle delen van de plant min of meer giftig zijn, zodat u er voor moet waken, dat jonge kinderen geen blad of geen bloem in de mond ste ken en er op gaan kauwen. Gevogelte mag er evenmin van peuzelen. Bij al zulke mensen is het evenwichtszintuig zeer gevoelig. Dit evenwichtsorgaan bevindt zich in het slaapbeen, tegen het inwendige gehoororgaan aan. Wanneer iemand met zulk een gevoelig evenwichtszintuig be hept is, is er ook kans, dat hij bij het reizen in auto, trein of vliegtuig, spoedig narigheid heeft. Mensen die in dit opzicht nog een beetje robuust zijn, hebben vrijwel nooit last van wagen ziekte: zij worden alleen zee- of luchtziek als het schip of het vliegtuig al te vreemde capriolen gaat maken. Maar in principe is het bij wa genziekte de zelfde ellendige toe stand als bij zee- en luchtreizi gers kan worden aangetroffen: hoofdpijn, duizeligheid en braak neiging. Samenvattend worden deze aandoeningen „reisziekte" ge noemd, beter is het om, zoals de Angelsaksers doen, te spreken van „Mot-on sickness", hetgeen wij dan maar weer het best als bewegingsziekte kunnen verta len. Het zijn namelijk do schokken de, g iende, bonzende, stam pende, slingerende of rollende bewegingen van schommel, wip, lift, auto, schip of .iegtuig, die voor de ziekteverschijnselen ver antwoordelijk zijn. Frisse lucht J*"t maakt veel verschil of m< opgewekt en uitgerust op rei F- gaat dan wel vermoeid of heftig geëmotioneerd. In het laatste geval treden veel eerder stoornissen op dan wanneer lichaam en geest in goede con ditie zijn. Verder is toevoer van Veel zuurstof, dus het toelaten van frisse lucht, van goede beteke nis. Zo mogelijk zal men daarom een raampje open houden in auto of trein en op een schip doet men er goed aan, op het dek te vertoeven. Wie speciaal op zee een grote kans heeft op ziek worden kan aan boord maar het beste veel gaan liggen. Direkt bij het be gin van de reis kan daar al mee worden begonnen. Alleen bij zwaar weer! Gelukkig bestaan er tegen woordig middelen waarmee de meeste zee- cn luchtzieken van hun akelige verschijnselen af te helpen zijn. Deze medikamenten kan men ook innemen uit voor zorg. dus vóórdat de reis begint. Dat is soms nog beter. Men moet dit laatste echter alleen doen, indien men tot de zeer gevoeligen behoort of wan neer er op zee of in de lucht zwaar weer op komst is. De ta bletjes tegen reisziekte bevatten namelijk een stof, die krachtig werkt en die bij onnodig en overmatig gebruik schadelijk zou kunnen zijn. Daarom is het ook van groot belang dat men de aanwijzingen, die op de ver pakking staan, zeer nauwgezet opvolgt! dr. H. W. SCALONGNE. (Nadruk verboden.) (Adv.) N.V. v/h FA. P. J. v. d. SANDE Noordstraat 55-57 - Terneuzen De Romeinse Tunicainspi- tisch is. Het belemmert dc re: de de Engelse mode ont- draagster niet bij het spel, is werper Teddy Tilning tot dit gemakkelijk te wassen en be- tennispakje dat niet alleen mo. hoeft niet gestreken te worden, dieus maar ook uiterst prac-1 De stof is structuur-katoen. De hele vrije zaterdagmiddag achter een hoed aangelopen, jammer, ik had nog zoveel andere dingen te doen, maar ik ben wel goed geslaagd. Met dat voldaan gevoel stap'ik in de trein. Poeh! het is me anders een karwei, winkel in, winkel uit. Overal diverse hoofddeksels op en af. „Past u dit modelletje eens, het is zeer exclusief mevrouw". Het exclusieve model verandert mij op staande voet in een aapjeskoetsier! „Of hoe lijkt u dit, -een Parijse creatie, maakt zééééér jeugdig Kijk, dat is een argument dat inslaat, zelfs al lijk ik op eens op Napoleon. Dan volgt er een heeeeeeeeeele rij hoeden, die ik allemaal op en af zet. Volgens de verkoopster staat de ene me al beter dan de andere. In de grote spiegels zie ik mezelf achtereenvolgens als: Dorus (snor ontbreekt), Juffrouw Snip (nou dat is ten- 1 minste vrouwelijke charme), Donald Duck en het Ranja mannetje. Dan verdwijn ik plotseling tot over m'n oren in een „pot" model, heel in de verte hoor ik de modiste zeggen: „Dit is het allernieuwste". Dat neem ik aan. Meteen schiet me die vraag te binnen van die onderwijzer op die lagere school, „Waarom hebben we oren Pietje?" „Om te zien meester". „Wat, om te zien?" „Ja, anders zakt ons de pet in de ogen". Daar sta ik dan. „Zou déze hoed me staan???" „Deze zakt u ietsjes te diep, maar dat kan altijd verholpen worden". Dat begrijp ikoren hoger laten zetten? Intussen word ik vakkundig bevrijd, alleen mijn kapsel heeft van deze behandeling enigszins geleden. Iedere August uit oen circus zou me mijn stekelige pruik benijden. Even is er een pauzezou ik de voorraad afgewerkt hebben? Maar hieruit kan en wil ik geen keus doenhoe blaas ik de aftocht? Ik zet de Napoleonsteek nog eens op in de hoop iets van de moed van deze veldheer te erven om dit slagveld te ver laten. Dat is me in de vorige zaak gelukt, maar hier kom ik beslist niet „onbehoed" uit, dat voel ik. De gelederen worden versterkt, er zijn opeens twee dames bezig hoeden op mijn hoofd te passen. Ik krijg het gevoel of dat hoofd niet meer het mijne is. Het maakt me meurw, zal ik capituleren?de aapjeskoetsierof Dorus? Of Opeens verschijnt er een nieuwe ster aan de hoedenhemel „De Flechet" endat is 'm. De juffrouw, nog steeds vriendelijk (hoe bestaat het) zegt: „U moest eens heel even uw haar opkammen". Gelijk heeft ze, ik ben net een cocosnoot. Daarna wordt „De Flechet" iets schuin, iets naar achteren op mijn afgetobde bol geplaatst. Ik kijk. Hoera, opeens heb ik weer moed, grijp naar poederdoos en lippenstick, voel geen vermoeidheid meer. Deze staót! „Dit model maakt u zeer jong", zegt de juffrouw, als pleister op de wond als ik 52,50 neertel. Intussen bedenk ik: „Nou kan er geen tas op overschieten, maaris jóng er uit zien niet véél voornamer? „Van deze hoed zult u jaren plezier hebben, u kunt hem desnoods opgerold in in uw koffer doen. (Maar daarvoor koop je toch geen hoed?) Ik besluit hem meteen maar op te hou den, en ren naar het station. De coupé is tjokvol en warm. „De Hoed" kruipt langzaam omhoog op mijn weerbarstige haren. In het coupé-raampje zie ik mijn rode hoofd", i „Jeugdig, jarenlang, jeugdig, jarenlang, jeugdig, jarenlang", zingen de raderen op de rails. Op het volgend station stappen veel militairen in, druk stoeiend, 'n beetje brooddronken. Zc overtreffen elkaar in „sterke verhalen" en proberen 'n beetje indruk te maken op de aanwezige bakvissen. „Kom ik zal de meskes hier 'ns trakteren", zegt een van hen en duikt een rol flikken op uit zijn weekendtas. De jonge dames slaan dit aanbod niet af, ik kijk kwasie naar buitenMaar daar is opeens de rol chocolaadjes ook onder mijn neus! Zou ie mij nog voor een meisje aanzien" flitst het door mijn hoofd, ik ben de 40 al gepasseerd. Die hoed, zou die me zo jeugdig maken? Maar de rol is bijna leeg, straks heeft ie zelf niets gehad... „Je houdt niets over" zeg ik en wil bedanken, stiekum toch gevleid; ongelooflijk dat 'n hoed je zó verjongen kan. Maar het volgende ogenblik wordt me iedere illusie wreed ontnomen. „Toe moeder, neemde gij der toch óók een", dringt ie in ge moedelijk Brabants aan! Opeens voel ik, hoe moe ik eigenlijk ben. (Nadruk verboden). I

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1960 | | pagina 5