HERTROUWEN
De moderne dochter!
enu van de week
9W
Penelopekoopteen hoed!
l/ooe <U
De Nerium Oleander is giftig
Ons evenwichtszintuig
Tennis-Tunica
Zaterdag 25 juni 1960
Pagitja 5
POSTPAPIER
DE VRIJE ZEEUW
Beste Marcelle,
„Drie jaar geleden, toen ik 29 was, heb ik mijn
man door een ongeluk verloren, schrijft mij een
jonge weduwe. „Ik was vóór mijn huwelijk onder
wijzeres en dat ben ik nu weer. Zo kan ik voor
mezelf en twee kinderen van 8 en 6 jaar zorgen. Wij
wonen bij mijn ouders. Mijn huwelijk was gelukkig
en eigenlijk dacht ik nooit over hertrouwen, tot ik
kort geleden Walter ontmoet heb. Hij is vrijgezel en
iets jonger dan ik. Nu heeft hij me gevraagd.
Ik mag hem ontzettend graag en ik moet beken
nen, dat ik (vooral met het oog op de kinderen) wel
zou willen hertrouwen. Maar ik weet niet of hij de
juiste man voor mij is. Mijn ouders waarschuwen
mij voor een huwelijk met Walter. Waaróm ze hem
niet mogen, weet ik niet.
Dan is er ook nog een weduwnaar van ongeveer
40 jaar, die mijn gezelschap zoekt. Hij komt veel bij
ons thuis en mijn ouders moedigen onze omgang
erg aan. Ik vind hem prettig als vriend. Als ik met
hem trouwde, zou ik voor mijn verdere leven veilig
en onbezorgd zijn. Maar ik houd niet van hem. Wat
raadt u mij aan te doen?"
Eigen geluk als inzet
Het is wel een beêtje moeilijk
om hierin raad te geven. Het hu
welijk is geen spelletje, dat je
zomaar eens probeert. Uw eigen
levensgeluk is de inzet. Dus
daar moet u wel voorzichtig mee
zijn.
Het feit, dat «op Walter erg
gesteld bent en Beslist niet van
de weduwnaar houdt, ofschoon
u hem als vriend kunt waar
deren, zou eigenlijk deze laatste
man al dadelijk moeten uitslui
ten. Want is liefde niet de aller
eerste en allervoornaamste
voorwaarde voor een huwelijk?
Nu weet ik heus wel, dat over
het algemeen een weduwe tegen
over het huwelijk een tikkeltje
anders en minder romantisch
staat dan het jonge meisje, dat
voor de eerste maal trouwt.
Maar dat wil toch niet zeggen,
dat een tweede huwelijk alléén
maar van nuchter-zakelijk oog
punt uit bekeken moet worden.
-0—
Al hebt u een huwelijksleven
achter de rug, waarvan u de ge
lukkige herinneringen in uw
hart draagt; al hebt u twee kin
deren, die voor de werkelijkheid
van het leven betekenen en
doorlopend uw zorgende aan
dacht vragen, dan tóch bent u
nog jong genoeg, om zelf ook
nog iets van het leven te mogen
verwachten en verlangen.
Het gaat toch niet alleen om
de veilige verzekerdheid, die een
tweede huwelijk aan u en uw
kinderen kan schenken, al geef
ik toe, dat dit in dergelijke om
standigheden wel degelijk een
punt van overweging kan zijn.
Nee, het gaat ook om het recht,
dat u op uw leeftijd nog hebt op
een vol, rijk levensgeluk, teza
men met een partner, wie u zon
der aarzelen uw liefde kunt
geven. Al zoudt u het dan ma
terieel wat minder hebben, dan
zou de vreugde van uw hart en
de sfeer van geluk, die in uw
huis heerst, dit zeker vergoeden.
Wat uw ouders tegen Waiter
hebben, weet u niet, schrijft u.
Daar kan ik dus ook geen oor
deel over hebben. Maar waarom
twijfelt u eraan, of hij de juiste
man voor u zal zijn? Zou deze
twijfel niet ontstaan zijn onder
invloed van de anti-pathie van
uw ouders? Toch moet u hier
voorzichtig mee zijn. In een zo
belangrijke kwestie is het heus
zaak, geheel onbevooroordeeld
te zijn.
0
Alleen door Walter goed te
leren kennen, hem in het dage
lijkse leven nauwkeurig gade te
slaan en hem de gelegenheid te
geven, ongedwongen cn vertrou
welijk met u om te gaan, kunt
u er achter komen of hij de ge
schikte man voor u is.
U zult kritischer zijn dan toen
u voor de eerste maal trouwde.
Dat is gewoonlijk zo. Als je al
een huwelijk achter de rug hebt,
is het normaal, dat je niet meer
zo gauw warm loopt. En zeker
is je liefde dan niet meer
„blind".
Maar toch moet u niet de fout
maken, Walter in elk opzicht
met uw eerste man te willen
vergelijken. Ieder mens heeft
zijn eigen persoonlijkheid en ook
het recht daarop. U hebt even
goed uw gewoontes en uw eigen
aardigheden. In ieder huwelijk,
maar zeker in een tweede, is er
tijd nodig om twee persoonlijk
heden te doen samensmelten. Dc
wil en bereidheid, zich bij elkaar
aan te passen, baant echter dé
weg.
Dat Walter wat jonger is dan
u, zie ik niet als een bezwaar
Integendeel, dat kan heel goed
zijn, omdat er meestal in de
tweede liefde van een rijpere
vrouw een grote moederlijke
factor aanwezig is. Zie het dus
nog even aan, en hak dan, als u
voor u zelf zéker bent, resoluut
de knoop door!
MARCELLE.
(Nadruk verboden.)
De'bloeitijd van de „olean
der" valt in de zomer, maar
het zal bij velen onzer lezers
wel eens voorkomen, dat zij
tot hun grote spijt zien, dat
de knoppen afvallen. Veelal is
dit een gevolg van te weinig
water en onvoldoende bemes
ting. Ook kunnen water- en
mest gebrek aanleiding zijn
dat de bloemen niet open
gaan. Het is dus zaak er goed
op toe te zien, dat deze plant
in de warme maanden vol
doende water en mest krijgt.
Sommigen noemen de ole
ander een ouderwetse plant,
maar ze komt juist weer „in
de mode", zodat we haar
tegenwoordig veel aantref
fen en, wat heuglijker is, al
meer en meer in bloei te zien
krijgen.
HET KNEEPJE
IS HET NEEP.JE
Deze plant moet om jnooi,
d.w.z. „bossig" te zijn, reeds
op jonge leeftijd worden in-
genepen. Zij moet staan op
De langste dag is alweer voor
bij, maar er zullen gelukkig nog
heel veel zomerse dagen komen,
want de zomer is toch nog maar
pas begonnen!
De komende maanden zullen
frisse slaatjes, zomerdranken
en zomerse nagerechten nog in
't middelpunt van de belangstel
ling staan.
Allerlei koude melkdranken,
welke vroeger eigenlijk uitslui
tend in de horecabedrijven wer.
den geserveerd, kan men nu
cck thuis gemakkelijk klaarma
ken. Geef b.v. eens een ice
cream soda. Het ijs dat men
ervoor nodig heeft kan men zo.
wel bij de banketbakker als in
snackbars volop krijgen.
Onder in een hoog glas worden
verse vruchtjes (aardbeien,
kersen, frambozen of stukjes
sinaasappel enz.) gelegd, een
h.pel limonadesiroop erop ge
goten en daarop een schepje
roomijs gedaan. Het glas wordt
verder met spuitwater bijgevuld
en gegarneerd met wat stijfge-
slagen room, waarin vruchtjes
zijn gelegd. Er wordt een bros
wafeltje bijgegeven.
ZONDAG: Toast met nieuwe
haring, biefstuk, verse dop
erwtjes, aardappelen, aard
beien.
MAANDAGRamequin, torna,
ten sla, koffievla.
DINSDAG: Ovenschotel, bloem
kool, ham en aardappelen,
yoghurt met kersen.
WOENSDAG: Komkommers
gevuld met eiergelei, gepofte
aardappelen, macaronischo
tel met schuimkop.
IN DERDAG: Stoofschotel
spitskool, tomaten en kaas,
cocosvla.
■ID AG: garnalen ragout
,,st, sla of goulash, rijst en
sla, gebakken griesmeelpun
ten.
ZATERDAG: Stamppot, rauwe
andijvie met spek, hangop.
RECEPTEN
Ramequin
In een beboterde vuurvaste
schotel worden laagsgewijs 150
gram dunne sneetjes brood en
200 gram jong belegen in plak
ken gesneden kaas gelegd. 3
eieren worden met zout. peper
en noot losgeklopt, 'h liter melk
erbij gedaan en over het brood
gegoten. Zodra het vocht erin
is getrokken wordt wat paneer
meel over het brood gestrooid,
een paar klontjes boter erop ge
legd en de ramequin in 30
min. in de oven gaar en licht
bruin gebakken.
Macaronischotel
met schuimkop
100 gram macaroni, iets zout.
'5 liter melk, 2 eidooiers, 30
gram maïzena, 50 gram sui
ker, vanillesuiker, 100 gram
rozijnen, 100 gram bitter
koekjes. Voor de schuimkop:
2 eiwitten, 100 gram suiker.
De macaroni in water met wat
zout gaar koken, met koud wa
ter afspoelen en uit laten lek
ken. Van de melk, eidooiers,
maizena, suiker en vanillesui
ker een vanillevla maken. De
uitgelekte macaroni en de ge
welde rozijnen er doorheen roe
ren en het mengsel laag om
laag met de bitterkoekjes in een
vuurvaste schotel leggen. De
eiwitten heel stijf slaan, de
suiker erdoor scheppen, de ma.
caroni hiermede bedekken en er
tot slot wat poedersuiker over
strooien. De schotel 1'uur
in een lauw-warme oven zetten
tol de schuimkop bros en licht
gekleurd is.
CR is veel, dat vader en moeder Drik-
sen van hun dochter Janny niet
meer begrijpen en dat hun diep in hun
hart veel verdriet doet. Ze hebben toch
alles voor het kind overgehad. Geen,
opoffering is hun te groot geweest.
Waarom toont ze zich nu dan zo ondank
baar, om het woord harteloos niet te ge
bruiken?
Vader en moeder Driksen zijn zo jong
niet meer. Ze zijn getrouwd, toen beiden
al een stuk in de 30 waren en daarna
duurde het nog vier jaar voor de baby
zich meldde. Janny is enig kind geble
ven. Ze is nu vijftien en vader en moe
der zijn over de vijftig. Ze voelen het
verschil in leeftijd als iets onoverbrug
baars, nu Janny klein-kindje af is.
Ze zijn eenvoudige, conservatieve men
sen. Ze hebben zich vastgehouden aan
wat hun eigen ouders hun bijgebracht
hebben. Voor hen heeft de tijd zo'n
beetje stil gestaan. Wat begrijpen ze
van al die moderne ideeën? Alleen in één
ding hebben ze concessies gedaan. Hun
dochter zou een goede opvoeding krij
gen; ze hoefde niet dadelijk te gaan ver
dienen. En omdat Janny goed mee kon
op de lagere school, werd er besloten,
dat ze naar de middelbare meisjesschool
zou gaan.
DE VERANDERING
TOEN is het begonnen, dat ze de weg
kwijt raakten in hun meisje. Janny
kreeg omgang met vriendinnetjes uit
ander milieu. Meisjes met jonge, mo
derne ouders. Janny kwam in huizen,
waar ze haar ogen wel uitgewreven
moet hebben, omdat het er zo heel an
ders ingericht was dan bij hen thuis.
Janny wilde haar haar tot een modern
kipseltje laten knippen, hetgeen ten
slotte ook gebeurde, omdat moeder tegen
haar aandrang niet meer opgewassen
was. Maar moeder kreeg het gevoel of
Janny een vreemde voor haar werd.
Het ergste was echter, dat het kind
niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk
veranderde. Altijd was ze tevreden ge
weest, had thuis alles goed gevonden.
Nu had ze doorlopend aanmerkingen.
Ze noemde haar ouders ouderwets cn
bekrompen. Ze hadden geen smaak.
Alles was zo lelijk, dat ze zich schaamde
om haar vriendinnetjes thuis te brengen.
En hoe moeder er uit zag met dat rare
haar-knoetje en die vormeloze japon
nen! Kon ze ook niet eens een modern
kapsel nemen en wat nieuwe kleren
kopen, waarin ze er niet uitzag als een
vogelverschrikker
MOEST ALLES VERANDEREN?
AL zou ik het willen, waar zóu ik
het geld vandaan moeten halen,
als zij al zoveel kost?", had moeder zich
bitter laten ontvallen. Janny had toen
even verlegen gezwegen, maar een
ogenblik later zei ze: „Laat me dan hét
huis wat opknappen. Dat kost niet veel.
Ik kan het best zelf. Ik schilder de mu
ren in moderne kleuren en ik kan de
stoelen met lichte stof overtrekken".
De ouders keken haar aan, of ze gele
was. Moesten ze hun boeltje, waaraan
ze gehecht waren, door Janny laten ver
anderen? Mochten ze zich in hun eigen
huis niet meer thuis voelen? In wan
hoop bespraken de ouders de situatie
met elkaar. Wat was er in hun kind ge
varen? Waar lag de oplossing?
Tenslotte was het de stille, ongecom
pliceerde vader, die het compromis vond.
„We moeten begrijpen, dat Janny een
kind van een andere tijd is dan wij. Wij
kunnen niet verlangen dat haar smaak
en opvattingen gelijk zijn aan de onze.
Maar ze moet zich ook gelukkig voelen,
al begrijpen wij niet dat zij juist in zulke
dingen haar geluk zoekt. Laten we haar
in haar eigen kamer de vrije hand geven,
om daaraan te veranderen wat ze wil en
hem in te richten, zoals zij het prettig
vindt. Dan kan ze daar haar kennisjes
ontvangen, zonder zich voor ons te scha
men.
MARCELLE.
(Nadruk verboden.)
Op de schommel
Op de wip
In de draaimolen
In de lift
In de bus
In de auto
In de trein
In het vliegtuig
Niet iedereen krijgt even spoedig
last van „Motion Sickness", dat is de
onaangename ziekte die door bepaalde
bewegingen kan ontstaan.
Bij mensen die daar last van krij
gen, bestaan grote individuele ver
schillen: er zijn lieden die al akelig
worden van wippen en schommelen in
een speeltuin. Er zijn ook personen die
in een kantoorgebouw liever geen ge
bruik van de lift maken omdat zij de
beweging van dat ding niet goed kun
nen verdragen.
een lichte plaats, heeft veel
frisse lucht nodig en een niel
te hoge temperatuur.
Ook mag de pot of bloem
bak waarin zij staat, niet 1e
klein zijn, omdat de wortels
ruimte nodig hebben.
Deze plant vraagt een
zwaar grondmengsel, b.v. 1
deel bladgrond, l deel mest-
gronri on 2 delen kleizoden-
grond. Indien ze op deze ma
nier verzorgd is, kan zij na
drie of vier jaren bloeien.
Hebt u er gelegenheid voor,
dan kan de plant zomers bui
ten staan tot september, mits
zij een plaatsje krijgt dat be
schut ligt, maar wel zonnig
is. De behandeling als boven
omschreven blijft ook hier
geldig.
WEINIG WATER,
WEINIG WARMTE
In de maand septembei
moet u haar binnenhalen en
een plaatsje geven waar het
koel is, maar wel vorstvrij.
Dan moet er spaarzaam ge
goten worden, liever te voor
zichtig dan te rijkelijk, met
vrij warm water op het scho
teltje. Na een half uur moet
het niet opgezogen water
worden verwijderd.
Volgend voorjaar kunt u
een stek nemen, dat liefst
met een hieltje gesneden
wordt. U kunt deze stek in
een flesje water laten wor
telen en later oppotten in
vruchtbare grond.
Plaatst u de stekken echter
in aarde, dan zal zij dikwijls
krachtiger worden, maar het
wortelen heeft voor liefheb
bers een sterke bekoring en
om deze reden wordt stekken
in water meer toegepast en
meestal met succes.
Stekt u op water, dan doet
u het beste in de zomer top
jes van jonge scheuten te
nemen, zij worden met be
hulp van een propje watter.
in een flesje bevestigd. De
voet van de stek moet onge
veer 6 cm bovdn de bodem
blijven.
VERBODEN VRUCHT
Denkt u er om, dat u bij
het geven van mest eerst de
aarde wat vochtig maakt?
Na de bloei moet de sten
gel niet uitgesneden worden,
tenzij deze natuurlijk afge
storven is.
Tenslotte merken we op,
dat alle delen van de plant
min of meer giftig zijn, zodat
u er voor moet waken, dat
jonge kinderen geen blad of
geen bloem in de mond ste
ken en er op gaan kauwen.
Gevogelte mag er evenmin
van peuzelen.
Bij al zulke mensen is het
evenwichtszintuig zeer gevoelig.
Dit evenwichtsorgaan bevindt
zich in het slaapbeen, tegen het
inwendige gehoororgaan aan.
Wanneer iemand met zulk een
gevoelig evenwichtszintuig be
hept is, is er ook kans, dat hij
bij het reizen in auto, trein of
vliegtuig, spoedig narigheid
heeft.
Mensen die in dit opzicht nog
een beetje robuust zijn, hebben
vrijwel nooit last van wagen
ziekte: zij worden alleen zee- of
luchtziek als het schip of het
vliegtuig al te vreemde capriolen
gaat maken.
Maar in principe is het bij wa
genziekte de zelfde ellendige toe
stand als bij zee- en luchtreizi
gers kan worden aangetroffen:
hoofdpijn, duizeligheid en braak
neiging.
Samenvattend worden deze
aandoeningen „reisziekte" ge
noemd, beter is het om, zoals de
Angelsaksers doen, te spreken
van „Mot-on sickness", hetgeen
wij dan maar weer het best als
bewegingsziekte kunnen verta
len.
Het zijn namelijk do schokken
de, g iende, bonzende, stam
pende, slingerende of rollende
bewegingen van schommel, wip,
lift, auto, schip of .iegtuig, die
voor de ziekteverschijnselen ver
antwoordelijk zijn.
Frisse lucht
J*"t maakt veel verschil of
m< opgewekt en uitgerust op
rei F- gaat dan wel vermoeid of
heftig geëmotioneerd. In het
laatste geval treden veel eerder
stoornissen op dan wanneer
lichaam en geest in goede con
ditie zijn.
Verder is toevoer van Veel
zuurstof, dus het toelaten van
frisse lucht, van goede beteke
nis. Zo mogelijk zal men daarom
een raampje open houden in
auto of trein en op een schip
doet men er goed aan, op het
dek te vertoeven.
Wie speciaal op zee een grote
kans heeft op ziek worden kan
aan boord maar het beste veel
gaan liggen. Direkt bij het be
gin van de reis kan daar al mee
worden begonnen.
Alleen bij zwaar weer!
Gelukkig bestaan er tegen
woordig middelen waarmee de
meeste zee- cn luchtzieken van
hun akelige verschijnselen af te
helpen zijn. Deze medikamenten
kan men ook innemen uit voor
zorg. dus vóórdat de reis begint.
Dat is soms nog beter.
Men moet dit laatste echter
alleen doen, indien men tot de
zeer gevoeligen behoort of wan
neer er op zee of in de lucht
zwaar weer op komst is. De ta
bletjes tegen reisziekte bevatten
namelijk een stof, die krachtig
werkt en die bij onnodig en
overmatig gebruik schadelijk
zou kunnen zijn. Daarom is het
ook van groot belang dat men
de aanwijzingen, die op de ver
pakking staan, zeer nauwgezet
opvolgt!
dr. H. W. SCALONGNE.
(Nadruk verboden.)
(Adv.)
N.V. v/h FA. P. J. v. d. SANDE
Noordstraat 55-57 - Terneuzen
De Romeinse Tunicainspi- tisch is. Het belemmert dc
re: de de Engelse mode ont- draagster niet bij het spel, is
werper Teddy Tilning tot dit gemakkelijk te wassen en be-
tennispakje dat niet alleen mo. hoeft niet gestreken te worden,
dieus maar ook uiterst prac-1 De stof is structuur-katoen.
De hele vrije zaterdagmiddag achter een hoed aangelopen,
jammer, ik had nog zoveel andere dingen te doen, maar
ik ben wel goed geslaagd. Met dat voldaan gevoel stap'ik in
de trein.
Poeh! het is me anders een karwei, winkel in, winkel uit.
Overal diverse hoofddeksels op en af. „Past u dit modelletje
eens, het is zeer exclusief mevrouw". Het exclusieve model
verandert mij op staande voet in een aapjeskoetsier! „Of hoe
lijkt u dit, -een Parijse creatie, maakt zééééér jeugdig
Kijk, dat is een argument dat inslaat, zelfs al lijk ik op
eens op Napoleon. Dan volgt er een heeeeeeeeeele rij hoeden,
die ik allemaal op en af zet.
Volgens de verkoopster staat de ene me al beter dan de
andere. In de grote spiegels zie ik mezelf achtereenvolgens
als: Dorus (snor ontbreekt), Juffrouw Snip (nou dat is ten-
1 minste vrouwelijke charme), Donald Duck en het Ranja
mannetje.
Dan verdwijn ik plotseling tot over m'n oren in een „pot"
model, heel in de verte hoor ik de modiste zeggen: „Dit is
het allernieuwste". Dat neem ik aan. Meteen schiet me die
vraag te binnen van die onderwijzer op die lagere school,
„Waarom hebben we oren Pietje?" „Om te zien meester".
„Wat, om te zien?" „Ja, anders zakt ons de pet in de ogen".
Daar sta ik dan. „Zou déze hoed me staan???" „Deze zakt
u ietsjes te diep, maar dat kan altijd verholpen worden". Dat
begrijp ikoren hoger laten zetten?
Intussen word ik vakkundig bevrijd, alleen mijn kapsel
heeft van deze behandeling enigszins geleden. Iedere August
uit oen circus zou me mijn stekelige pruik benijden. Even is
er een pauzezou ik de voorraad afgewerkt hebben?
Maar hieruit kan en wil ik geen keus doenhoe blaas ik
de aftocht?
Ik zet de Napoleonsteek nog eens op in de hoop iets van
de moed van deze veldheer te erven om dit slagveld te ver
laten. Dat is me in de vorige zaak gelukt, maar hier kom
ik beslist niet „onbehoed" uit, dat voel ik.
De gelederen worden versterkt, er zijn opeens twee dames
bezig hoeden op mijn hoofd te passen. Ik krijg het gevoel of
dat hoofd niet meer het mijne is. Het maakt me meurw, zal ik
capituleren?de aapjeskoetsierof Dorus? Of
Opeens verschijnt er een nieuwe ster aan de hoedenhemel
„De Flechet" endat is 'm.
De juffrouw, nog steeds vriendelijk (hoe bestaat het) zegt:
„U moest eens heel even uw haar opkammen". Gelijk heeft
ze, ik ben net een cocosnoot.
Daarna wordt „De Flechet" iets schuin, iets naar achteren
op mijn afgetobde bol geplaatst. Ik kijk. Hoera, opeens heb
ik weer moed, grijp naar poederdoos en lippenstick, voel
geen vermoeidheid meer. Deze staót!
„Dit model maakt u zeer jong", zegt de juffrouw, als
pleister op de wond als ik 52,50 neertel. Intussen bedenk ik:
„Nou kan er geen tas op overschieten, maaris jóng er uit
zien niet véél voornamer?
„Van deze hoed zult u jaren plezier hebben, u kunt hem
desnoods opgerold in in uw koffer doen. (Maar daarvoor koop
je toch geen hoed?) Ik besluit hem meteen maar op te hou
den, en ren naar het station.
De coupé is tjokvol en warm. „De Hoed" kruipt langzaam
omhoog op mijn weerbarstige haren. In het coupé-raampje
zie ik mijn rode hoofd",
i „Jeugdig, jarenlang, jeugdig, jarenlang, jeugdig, jarenlang",
zingen de raderen op de rails.
Op het volgend station stappen veel militairen in, druk
stoeiend, 'n beetje brooddronken. Zc overtreffen elkaar in
„sterke verhalen" en proberen 'n beetje indruk te maken op
de aanwezige bakvissen.
„Kom ik zal de meskes hier 'ns trakteren", zegt een van
hen en duikt een rol flikken op uit zijn weekendtas.
De jonge dames slaan dit aanbod niet af, ik kijk kwasie
naar buitenMaar daar is opeens de rol chocolaadjes ook
onder mijn neus! Zou ie mij nog voor een meisje aanzien"
flitst het door mijn hoofd, ik ben de 40 al gepasseerd. Die
hoed, zou die me zo jeugdig maken? Maar de rol is bijna leeg,
straks heeft ie zelf niets gehad...
„Je houdt niets over" zeg ik en wil bedanken, stiekum toch
gevleid; ongelooflijk dat 'n hoed je zó verjongen kan.
Maar het volgende ogenblik wordt me iedere illusie wreed
ontnomen.
„Toe moeder, neemde gij der toch óók een", dringt ie in ge
moedelijk Brabants aan!
Opeens voel ik, hoe moe ik eigenlijk ben.
(Nadruk verboden).
I