DE KLEINE DIPLOMAAT
9n
enu van de week
De kamerlinde bloeit
r
)ow de ftouw
Vergroting van de schildklier
Dat noemen ze zenuwinzinking
yQunótzijclc^
Zaterdag 7 mei 1960
DE V R IJ E ZEEUW
Pagina 9
Wel een ontsiering van het uiterlijk
Maar vaak een kwaal zonder
ziekteverschijnselen
„TWEED,
TWEED,
TWEED
KLEURPOTLODEN
VULPENNEN
VOOR DIE HEERLIJKE
ZOMER
Er zijn tal van mensen die
aeen last van hun struma on-
dervinden. Zij hebben geen
klachten, zij voelen mch uitste
kend en behalve de schildklier
vergroting zijn er bij hen geen
verschijnselen.
De „dikke hals" is wel vaak
zeer ontsierenden het is een
onplezierige omstandigheid, dat
deze a juf j king vaker bij vrou
wen wordt aangetroffen dan bij
leden van het manlijk geslacht.
Het is niet juist, om bij het
woord „struma" dadelijk aan
ziekte te denken. Lang niet al
tijd zijn kropdragers zenuwach
tige en opgejaagde mensen. Nog
minder dikwijls veroorzaakt een
struma zulke ernstige ziekte,
toestanden, dat een chirurgi-
■che behandeling noodzakelijk
moet worden geacht.
BIJ TOEVAL
Het woord „struma" betekent
voorshands niet anders dan
vergroting van de schildklier."
Ds bezitter van een struma be
hoeft niet op voorhand reeds zor
gen te maken-
Zulk een kropgeval is niet al
tijd uiterlijk zichtbaar. Het
komt nogal eens voor dat het
bestaan daarvan toevalliger
wijze wordt ontdekt bij het
róntgenologisch onderzoek der
borstorganen.
Er kan daarbij blijken, dat er
een aanmerkelijke vergroting
van de schildklier naar beneden
toe bestaat. Dit orgaan heeft
dan een uitbreiding tot in de
borstholte.
MODERNE TECHNIEK
Wanneer er geen medische
redenen zijn die het wenselijk
of noodzakelijk maken het ont
sierende kropgezwel te verwij
deren, zal het moeilijk zijn om
een chirurg te vincjen die de pa
tient van het struma wil afhel
pen, dus om uitsluitend esteti-
sche overwegingen tot deze ope
ratie wil overgaan. Kropdragers
die niet voor chirurgisch ingrij
pen in aanmerking komen,
moet er zich bij neerleggen, dat
zij met die lelijke dikke hals
verder door het leven zullen
.moeten.
Zij kunnen er dan blij om
ijn, dat zij niet op de operatie
tafel terecht behoeven te
komen, want het betreft hier,
ondanks de moderne techniek,
iltijd nog een betrekkelijk las-
ige en tamelijk langdurige in
greep.
IEDER MENSENLEVEN
Nu is het voor sommige men
sen wei erg moeilijk te aan
vaarden, dat zij met zo'n stru
ma hun uiterlijk niet erg mee
hebben, maar zij dienen te be
denken dat er in ieder mensen
leven wei iets is waar men heel
veel over zou kunnen tobben.
Heeft iemand de raad gekre
gen zijn struma niet te laten
opereren dan is dat een bijzon
der verheugend feit, een om
standigheid die tot dankbaar
heid dient te stammen
Kan zo iemand echter de
moeilijkheden, die de ontsiering
met zich meebrengt, niet over
winnen, dan kan dat op zichzelf
een ziekelijk verschijnsel wor
den, waardoor toch nog medi
sche behandeling noodzakelijk
wordt.
RAAD OPVOLGEN
Wanneer het iemand niet ge
lukt een normale reactie te vin
den op zijn gebreken en die ge
breken zijn bovendien te inge
wikkeld om uit schoonheids
overwegingen door het mes van
de chirurg te word,en gecorri
geerd, dan dient de hulp van een
zenuwarts of van een geestelijk
raadsman te worden ingeroepen.
Krijgt 'n strumapatiënt even
wel het advies zich wel te laten
opereren, dan is het zaak dat
hij of zij deze raad ook daad
werkelijk opvolgt: zulks ter be
scherming van de verdere ge
zondheid.
dr. H. W. SCALONGNE.
(Nadruk verboden)
mmm
Een Schots modehuis in Londen
legt dit jaar de nadruk op het
gebruik van tweed voor dames-
en heren, ja zelfs hondekleding.
FotoPeter Dobson toont een
autojas. Adriënne Crofts een
zwart wollen driekwart mantel
met tweed afgezet en Piccolo de
hazewind tracht met zijn hon-
dedekje de dierenwereld te ver
leiden.
Vooral nu het weer warmer
wordt, waardoor de eetlust
dikwijls minder groot is dan
verwacht werd, blijft er na het
weekend meestal zoveel brood
over dat er gezocht moet wor
den naar een goede verwer
kingsmogelijkheid. De zoete
nagerechten als broodschotel,
wentelteefjes enz. zijn bekend
genoeg maar oud brood kan ook
heel goed tot bijzonder lekkere
en voedzame hartige gerechten
worden verwerkt!
De ramequin is daar b.v. een
goed voorbeeld van.
ZONDAG: Ossestaartsoep,
bloemkoolschotel met kaas,
kalfscotelet, aardappelen
grapefruit (abrikozen in de
week zetten
MAANDAGRamequin met ge
mengde sla en aardappelpu.
rèe abrikozencompote.
DINSDAGGebakken lever,
aardappelen, appelmoes
krentenpannekoekjes.
WOENSDAG: Gevulde eieren,
spinazie, gebakken aardap,
pelen, kofjievla.
PONDERDAG: Slakropjes ge.
vuld met gehakt, rauw ge
bakken aardappelen, yoghurt
met plakjes banaan en gaar
tarwegries,
R!jdAG: Panvis met witte
bonen öf witte bonen met
runderpoulet, bruine boter,
aardappelen, vla met gebak,
ken appelschijven.
ZATERDAG:
met room.
Bami, rabarber
RECEPTEN
RAMEQUIN
In een beboterde vuurvaste
schotel worden laagsgeuiijs 150
gram dunne sneetjes brood en
200 gram jong belegen in plak
ken gesneden kaas gelegd. 3
eieren worden met zout, peper
en noot losgeklopt, liter melk
erbij gedaan en over het brood
gegoten. Zodra het vocht erin
is getrokken wordt wat paneer
meel over het brood gestrooid,
een paar klontjes boter erop
gelegd en de ramequin in onge
veer 30 minuten in de oven gaar
en lichtbruin gebakken.
PANVIS
1 kg. schelvis, l'A kg rauwe
aardappelen, 80 gram boter, 2
uien, 'A liter melk, zout, water.
De schoongemaakte vis in mo.
ten snijden, van de graten en
huid ontdoen en zouten; de
uien fijn snijden en in een ge
deelte van de boter fruiten. Een
vuurvaste schotel beboteren en
de aardappelen (in plakjes ge
sneden), de stukken vis en de
uien er laagsgewijs in leggen
(bovenste laag aardappelen).
Op de vis klontjes boter leggen.
De melk erover gieten en over
de bovenkant paneermeel strooi,
en, nog een paar klontjes boter
erop leggen en de panvis met
een deksel op de schotel in on
geveer 1 uur in de oven gaar
sterven.
SX5X£X5X5X5XS>«XgXS><SXSX
N.V. Fa P. J. v. d. SANDE
<sxsxsxsxsxsxs><s><sxsxsxs>
Van Pimmetje zou je kunnen zeggen,
dat hij, zo klein hij is, een doorgewinter
de diplomaat is.
Merkwaardig, hoe scherp kleine kinde
ren de grote mensen dóór kunnen heb
ben en precies weten, hoe ze hen in hun
zwakke plekken moeten tasten. Om
daar dan in hun eigen voordeel heel han
dig gebruik van te maken, is nog maar
een kleine stap. Je doet je eenvoudig
voor als een heel gewillig, argeloos jon
getje en je hebt de grote mensen zó,
waar je ze hebben wilt. Dat is Pim-
metje's taktiek.
En als de grote mensen het druk heb
ben met andere dingen en niet lastig ge
vallen willen worden, val ze dan ook
vooral niet lastig. Probeer nooit opzich
tig je zin door te drijven, zodat je ze
tegen je in het harnas jaagt, maar doe
het op een slimme, onopvallende manier.
En dan is er nog een gouden regel: houd
je van de domme en benut de onbewaak
te ogenblikken. Als kleine peuter, die
heel goed weet, dat hij in de meeste ge
vallen tegen de grote mensen het onder
spit moet delven, kun je het best zo min
mogelijk de aandacht op jezelf vestigen.
Dan vindt iedereen je zoet en lief en
kun je ongestoord je gangetje gaan.
HIJ GRIJPT ZIJN KANS
Pimmetje is er achter gekomen, dat
er in het leven van grote mensen veel
„ongelegen ogenblikken" voorkomen,
waarin ze liever niet met kleine jon-
OPVOEDING
getjes geconfronteerd worden. „Ga maar
zoet spelen, schat", zeggen ze. Maar
of het wel zo zoet is, wat je uitvoert,
daar letten ze niet op, zolang ze je niet
horen en zien.
„Hij amuseert zichzelf", zeggen ze.
Maar intussen heeft Pimmetje heel slim
zijn omgeving geobserveerd en zijn kan
sen aangegrepen.
Zichzelf amuseren, o ja, daarin is Pim
metje uiterst bedreven. Maar hoeveel
ongerechtigheden er tersluiks door hem
gepleegd worden, daarvan hebben zijn
ouders geen idee.
Het jammerlijke is, dat Pimmetje het
met al zijn slimmigheid en diplomatie
aardig achter de elleboog begint te krij
gen. Ze maken het hem ook zo gemak
kelijk. Zijn ouders laten zich door zijn
uitgestreken, schijnheilig gezichtje zo
grif om de tuin leiden. Soms heeft Pim
metje er zelf wel eens medelijden mee,
zo goedgelovig als die grote mensen zijn.
WAT ZIJN ZE DOM
Als er een flink stuk van de aange
sneden appeltaart op de kelderplank ver
dwenen blijkt te zijn en aan Pimmetje
gevraagd wordt, of hij ergens van weet,
antwoordt hij met grote, verbaasde ogen,
zonder blikken of blozen „nee". Hij had
evengoed de waarheid kunnen zeggen;
vader en moeder zouden er niet boos
om zijn geweest, dat hij gesnoept had.
Ze zouden hoogstens gezegd hebben:
„Maar je moet er toch eerst om vragen,
schat".
Pimmetje gelooft echter, dat het nut
tiger voor hem is, dit beeld van voorbeel
dig jongetje, dat zijn ouders van hem
hebben, hoog te houden. Zijn geweten is
nog niet voldoende ontwikkeld, om er
last van te hebben, dat het dienstmeisje
in stilte verdacht wordt van het snoepen
van de appeltaart. En mocht hij al een
klein prikje voelen, dan verdwijnt dit wel
gauw bij moeder's strelen over zijn krul-
lebol en haar goedkeurende woorden:
„Nee natuurlijk, zo iets doet Pimmetje
niet, hè schat!"
Hoe ouder Pimmetje wordt, hoe min
der zijn dunk over de grote mensen. Wat
zijn ze dom! Wat kun je ze veel wijs
maken! Gelukkig maar, dat ze het te
druk hebben met andere dingen, om veel
op het doen en laten van kleine jongens
te letten. Ze slikken alles van je, als je
hen maar niet openlijk hindert. Waar
om zou je ze niet in deze droom laten
voortleven? „Alles gaat best zo", over
weegt Pimmetje, de kleine diplomaat,
tevreden.
MARCELLE.
(Nadruk verboden.)
Je hebt allemaal zo je eigen stokpaardjes. Dingen, die je tegen
heug en meug wilt verdedigen, omdat ze je vurig aan het hart
liggen. Alles goed en wel. Ik mag dat élan, dat enthousiasme wel.
Het toont tenminste, dat er fut in je zit, dat je belang in de din
gen van het leven stelt en spirit genoeg hebt, om je over iets op
te winden. We praten nu niet over het pijnlijke van vrouwen, die
dermate begeesterd zijn en door eigen ideëen meegesleept worden,
dat ze absoluut niet meer voor rede vatbaar zijn en maar, blind
en doof voor anderer inzichten en zienswijzen, op hun eigen stok
paardje voorthollen.
U kent ze toch ook wel, die fanatiekelingen, die principerijdsters,
die nooit afstand kunnen nemen en nog minder afstand doen (van
hun eigen dierbaar ikje en hun eigen standpunt, bedoel ik). Maar
zo zijn u en ik natuurlijk niet. Wij houden er alleen maar onschul
dige stokpaardjes op na en we zijn altijd' bereid daar desnoods vanaf
te stappen en dat van een ander te bestijgen, wanneer dat pret
tiger blijkt te zitten. Maar hoe óók, er moeten nu eenmaal dingen
zijn, waar je warm voor kunt lopen, omdat het leven anders al te
eentonig en te kleurloos zou zijn.
Over die eentonigheid en kleur
loosheid wilde ik het nu juist
eens hebben vandaag. Ik ben n.l.
in een recalcitrante stemming
geraakt, doordat ik deze week
opgescheept zat met een logee,
die me zo ongeveer doormidden
gezaagd heeft. Dat doormidden
zagen moet u echter niet letter
lijk' opvatten, want dan stel je je
daar een heftige actie bij voor.
En zij deed het juist met volsla
gen passiviteit. Dat was het erge
ervan.
Als je zegt, dat je met 'n logee
opgescheept zit, klinkt dat niet
erg vriendelijk. Maar toeh moet
het me van het hart: ik heb me
de hele week opgelaten gevoeld
en was helemaal uit mijn doen.
En dan nog wel, nadat ik er met
de beste voornemens aan begon
nen was.
Het begon met een brief. Ze
schreef die niet zelf. Haar man
deed het voor haar. Hij verklaar
de dit door te berichten, dat zij
een zenuwinzinking had, aflei
ding moest hebben, er eens hele
maal uit moest zijn. Dat hij hier
bij aan mij gedacht had, was om
dat hij mijn opgewektheid kende
en meende, dat die haar wel goed
zou doen enz.
Ik voelde me nog gevleid ook.
Dat gaat zo als ze in een speciaal
geval aan je denken als aan de
enige redding.
„Die kikker ik wel op", dacht
ik optimistisch. „Die arme man",
dacht ik „Om zo'n hele week al
leen te zitten. Maar ik zal wel
zorgen, dat hij zijn vrouwtje
weer helemaal in vorm terug
krijgt". Achteraf verdenk ik de
snoodaard ervan, dat hij maar
wat blij was, een week lang van
het gezanik af te zijn.
Ze kwam en ik liep nog
meer over van bereidwilligheid geen schijn van kans gehad.
dan bij het lezen van de brief,
want ze zag er zo lijdend uit. Van
dat lijdende met een uitgerekt
gezicht, waar alles aan hangt: de
wangen, de mondhoeken, de oog
leden en de punt van de neus. Dit
was het toonbeeld van de vrouw
met een depressie. Maar ik voel
de me er tegen opgewassen. Ik
zou haar wel leren, dat het leven
er bij toverslag veel prettiger
uitziet, als je de ruiten van de
ziel eens goed schoon poetst.
Zover ik wist, ontbrak het
haar aan niets en had ze niets
om werkelijk over te piekeren.
Die inzinking moest dus uit
waandenkbeelden ontstaan zijn.
En wat is gemakkelijker dan om
iemand daarvan af te helpen,
wanneer jijzelf ervan overtuigd
bent, dat het leven nog zo kwaad
niet is, als je het maar in zijn
juiste verhoudingen bekijkt.
Laat ik maar dadelijk beken
nen, dat ik gefaald heb. In het
midden gelaten of ik de juiste
methode gebruikt heb of mis
schien te hard van stapel ben
gelopen, in ieder geval heb ik
Kunstzijde is een vezelstof, die
steeds meer in gebruik komt.
Ze is verwerkt in vele en veler.
lei weefsels.
ALS IMITATIE voor wol, ka
toen, zelfs van linnen ver
werkt men ook kunstzijde.
Dat is dan celwol, celvezel of
kunstzijden linnen. Bij aan
koop informere men hiernaar
goed, want kunstziide heeft 'n
gevaarlijke eigenschap. In
natte toestand is ze veel zwak
ker dan in droge toestand.
KUNSTZIJDE is matig bestand
tegen logen en scherpe zeep.
Tegen chloor is deze stof niet
bestand. Door wrijven gaat de
glans verloren, ook mag dit
riiet in verband met de ver
zwakking in natte toestand.
WEEK KUNSTZIJDE slechts
kort, hoogstens V2 uur in lauw
of koud water of alkalivrij
wasmiddel, voeg nimmer azijn
toe c,m de kleur op te halen,
maar slechts, indien nodig, 'n
beetje zout.
Zij die de kamerlinde in d'e
wintermaanden niet te veel
hebben verwend, kunnen in 't
voorjaar weer genieten van
een prachtige plant. Het is
een sierlijke verschijning met
prachtig gevormde en grote,
groene bladeren die door een
lichte beharing aanvoelen als
zijde. De bezitters die deze
plant welbewust of toevallig
een goede verzorging hebben
gegeven, kunnen plotseling
geconfronteerd worden met
het feit, dat de linde gaat
bloeien. Over het algemeen
komt dit verschijnsel zelden
voor en het is de meeste huis
vrouwen dan ook niet bekend,
dat bloeien mogelijk is.
Als het u nog nooit gelukt
is de plant zo ver te krijgen,
dan willen we u helpen, zodat
u het volgend jaar waar
schijnlijk meer succes zult
hebben. De kamerlinde mag
's winters beslist niet te veel
in de warmte staan; als u dit
goed in het oog houdt, hebt u
een redelijke kans op succes.
KRUID JEROERMENIET
Bloeit de plant eenmaal, dan
moet u er voor zorgen dat de
felle zon geen kans krijgt uw
werk te bederven. Lang
zamerhand komen er witte
bloemtrossen te voorschijn die
veel lijken op de perebloesem,
maar een nog veel wittere in
druk geven. De kelk is name
lijk ook wit.
De binnenste meeldraden
zijn rood, de buitenste geel
gekleurd. Deze buitenste
krans vertoont 'n merkwaar
dige prikkelbaarheid, die u bij
aanraking duidelijk kunt con
stateren. De afzonderlijke
draden wijken dan als een
stralenkrans uiteen. Deze ge
voeligheid verdwijnt echter bij
het ouder worden.
Na de bloei gaat de plant
naar buiten. Als u geen tuin
bezit, kunt u de kamerlinde
's zomers voor een venster
plaatsen waar ze van de mid
dagzon kan genieten. In de
tuin krijgt ze een beschaduwd
plekje. Van mei tot septem
ber zorgt u voor een regel
matige besproeiing en be
mesting met kunstmest. In
huis is dezelfde behandeling
vereist. In september gaat de
plant naar binnen en dan is
het enige waarvoor u moet
zorgen; weinig warmte, veel
licht en spaarzaam gieten.
VERANDERING VAN
SPIJS
Om de twee of drie jaar
wordt het tijd de plant een
nieuwe voedingsbodem te ge
ven, bestaande uit een meng
sel van 1 deel bladaarde en 1
deel kleizodengrond. Deze be
handeling voert u bij voorkeur
na de rusttijd uit. De plant
gaat dan vrij snel groeien, zo
snel zelfs, dat zij voor een
huiskamer te groot wordt.
In dit geval kunt u na
een rusttijd van 4 tot 6
weken bij het verpotten over
gaan tot insnijden. De krach
tige jonge scheuten kunnen
elk jaar teruggesneden wor
den.
Men dient te letten op blad
en wolluis, die vooral optre
den als de plant te warm
komt te staan. Bestrijding kan
geschieden met zeepsop en
spiritus of met een in de
handel gebracht nicotinepre-
paraat. Wolluis moet aange
stipt worden met zuivere spi
ritus.
(Nadruk verboden.)
WAS BIJ VOORKEUR in syn
thetisch wasmiddel, waarin
ook geweekt is. Indien sterk
verontreinigd, neem dan
vlokkenzeep of goede huis
houdzeep. Reinig alleen door
knijpen, wrijf of borstel nooit.
Ondersteun de stof bij het uit
het sop nemen. Geef zonodig
een tweede sop, doch spoel na,
knijp uit in doeken.
ACETAATZIJDE is niet bestand
tegen hoge temperatuur en lo
gen en moet dus lauw gewas
sen worden en zeer lauw ge
streken. Door te hoge tempe
ratuur verandert acetaatzijde
in een harde glimmende stof.
Bij gebruik van een te warm
strijkijzer plakt ze vast of
smelt ze weg. In aceton lost
acetaatzijde op, dus verwijder
hiermede geen vlekken.
HOE WEET MEN of men met
acetaatzijde te maken heeft?
Neem de volgende proeven
Verbrand een klein stukje
van de stof, acetaatzijde geeft
een krinkelende bruine rand,
brandt niet gretig en ver
spreidt een zure lucht. Pro
beer of een vezeltje van de
stof in aceton oplost (het
middel waarmede nagellak
verwijderd wordt).
CELWOL, CELVEZEL EN
KUNSTZIJDEN LINNEN heb-
Uen de neiging te krimpen,
vooral in de lengterichting, in
de breedterichting willen ze
wel eens rekken. U zult er
dus goed aan doen, bij het
maken van kledingstukken
van deze stoffen, deze van te
voren te wassen, of om flinike
zcimen en naden aan te knip
pen.
KUNSTZIJDE WASSEN, hier
mede moet men voorzichtig
zijn, wat bleken betreft. Wilt
u per se wat bleken, gebruik
dan natriumperboraat in het
tweede sop. In bleekwater is
gevaarlijk; wil men het toch
preberen, dan in heel slap.
Weefsels, uit kunstzijde met
linnen wast men als kunst
zijde; uit kunstzijde met wol
wast men als wol. (Wol moet
bij voorkeur gewassen worden
in synthetisch wasmiddel.)
Ziet witte wol wat gelig, dan
kan dit gebleekt worden in
wolblank. Geregeld bleken is
beter dan eerst gelig te laten
worden. Sterk verontreinigde
wol wordt gewassen in sop
van vlekkenzeep.
(Nadruk verboden.)
Ze was van een passiviteit,
waarop Mies doodliep, zelfs de
beste bedoelingen. Ik moest tot
de conclusie komen, dat ze niet
eens een vrouw met een depres
sie was. Ze was helemaal niets.
AJleen een dood, kleurloos ding.
Je kon liefdevol geduld met haar
hebben of razend op haar luste
loosheid worden, het resultaat
was evengoed nihil.
Ik heb geprobeerd met haar te
praten. Maar tenslotte raak je
uitgeput, als er iemand tegen
over je zit, die nergens antwoord
op geeft; zich blijkbaar nergens
voor interesseert en maar met
een dodelijk vermoeide blik „ins
Blaue hinein" zit te staren.
•Ik heb met haar willen wan
delen, om de grote, reine troost
van de natuur genezend op haar
te laten inwerken. Maar ze had
pijn aan haar voeten en hield niet
van lopen. Tenslotte pobeerde ik
dat gezicht van haar, waar het
leed van de hele wereld op
scheen te rusten, maar niet meer
te zien. Maar het beklemmende,
gejaagde gevoel, dat ik tóch iets
moest doen om haar bezig te
houden, liet zich niet zo gemak
kelijk wegschuiven.
Ik verzon de gekste dingen om
haar aan het lachen te maken.
Maar lachen was bij haar niet
anders dan een eindeloos ver
moeid vertrekken van de lippen.
En dan deed ze het waarschijn
lijk alleen nog terwille van mij,
zoals men een kind, dat maar
niet ophoudt, tenslotte zijn zin
geeft, om van het gezanik af te
zijn.
Ten einde raad ben ik haar
gaan voorlezen, omdat je dan
niet behoeft te praten en het ge
voel had, dat je tenminste iets
voor haar deed. Ik denk niet, dat
er iets van is blijven hangen.
Misschien hoorde ze 't niet eens.
Maar de tijd is er tenminste mee
omgegaan, zonder dat je elkaar
al te idioot behoefde te vinden.
Ze is nu weg en ik kom weer
zo'n beetje tot mezelf. Haar man
zal wel zeggen: „dat heeft ook
weer niets uitgehaald". Maar ik
kan het niet helpen. Er zijn din
gen waar een mens nu eenmaal
niet tegenop kan en waar hij niet
aan moet beginnen, als hij niet
zelf het slachtoffer van een de
pressie wil worden.
Een van die dingen is te trach
ten, nieuwe gloed te blazen in de
ziel van iemand, die zichzelf
moedwillig uitgeblust heeft en
vastbesloten is, onder de koude
as begraven te blijven liggen.
Dat schijnen ze dan een zenuw,
inzinking te noemen.
(Nadruk verboden.)
Tijdens een modeshow in
Londen werd dit elegante
strandensemble aanbevolen. Het
is gemaakt van Soedanese ka
toen, waarby de gele figuratio
de blauwe ondergrond iets fleu
rigs geeft. Do schouderbandjes
zijn van rekbare nylon. Aanlig
is ook het losse rokje.