Gemeenteraad van Terneuzen
II moeten nemen als burgemeester dezer gemeente.
I Zowel voor U als voor ons is dat een belangrijke
gebeurtenis. Indien men de onderbreking van de
oorlogsjaren wegdenkt, hebt U bijna 24 jaar aan
het hoofd van deze gemeente gestaan en geduren
de al die jaren uw ambt op de meest lofwaardige
I wijze vervuld.
Donderdag 28 april I960-
DE VRIJE ZEEUW.
Pagina 9
Vergadering van donderdag 31 maart 1960,
des voormiddag» te 10.30 uur.
Voorzitter: Mr. P. H. W. F. Teilegen.
Wethouders: M. de Vos en H. A. M. A. de Meyer.
Raadsleden: M. van Langevelde, R. G. Vrieling,
V?- -in Draat S W. Henry, mevr. E. Doorns—
iTÏn, P. J. Huijbrecht, R. Hol, C. J.
2 „„iet W J Weterings, Dr. M. E. H. Camps,
j A deFeö'ter, D. M. Ollebek en F. Dieleman.
Secretaris: A. J. Dees.
Afwezig met kennisgeving: D. Waveryn.
i t aere vergadering werd afscheid genomen van
L Burgemeester, die op zijn verzoek met ingang
van 1 april I960 eervo1 °ntslag verkreeg.
i no Burgemeester en zijn echtgenote werden
binnengeleid door mevr. E. Dooms—Ortelee en de
Ge.V r doorns—Örtelee bood mevr. Tellegen—
de Boer bij de ingang van de raadszaal bloemen
laan.
De Voorzitter opent de vergadering.
Alvorens tot de orde van de vergadering over
te gaan werd een groepsfoto gemaakt.
II De Voorzitter: Er is bericht van verhindering
binnengekomen van de heer Waverijn, wegens ziek
te Ik spreek de hoop uit voor een spoedig herstel
en hoop dat hij binnenkort weer in uw vergade-
rin aanwezig zal zijn.
iNa het wat ongebruikelyke begm van deze
Vergadering geef ik de secretaris het woord om
bet'enige ingekomen stuk voor te lezen.
I De Secretaris:
Afschrift.
II WÜ Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.,
ienz.. enz.
11 maart I960
I Nr. 15
I On de voordracht van Onze Minister van Binnen
landse Zaken van 4 maart 1960, nr. 39198, Directie
Binnenlands Bestuur, Afdeling Bestuurszaken,
Bureau Kabinetszaken;
(Gelet op artikel 66 der Gemeentewet;
HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN
aan mr. P. H. W. F. Teilegen, op zün verzoek,
met ingang van 1 april 1960 eervol ontslag te
I verlenen als burgemeester der Gemeente Terneu-
Izen, met dankbetuiging voor de diensten, door
I hem als zodanig bewezen.
I Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast
met de uitvoering van dit besluit.
Soestdijk, 11 maart 1960
(get.) JULIANA
De Minister van Binnenlandse Zaken,
(get.) E. H. Toxopeus.
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
DE SECRETARIS-GENERAAL VAN HET
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZA
KEN,
(w. g.) Dr. A. H. Günther
De Heer De Vos:
Hooggeachte heer Burgemeester,
Het is vandaag de laatste dag, dat wij U zo
I mogen noemen. Hoewel men het U, wanneer men
U in uw dagelijks werk gadeslaat, allerminst
kan aanzien hebt U de leeftijd bereikt, waarop
men een ambtelijke loopbaan pleegt te beëindigen.
Dit betekent, dat wij vandaag van U afscheid
De door U bij uw installatie gedane belofte,
n.l. dat het uw eerste en voortdurend streven zou
zijn het hoge, door Hare Majesteit de Koningin in
U gestelde vertrouwen te beantwoorden, hebt U
volledig gestand gedaan.
Het is mij dan ook een voorrecht namens de
raad, vertegenwoordigende de bevolking van deze
gemeente, enige woorden van afscheid en dank
tot U te mogen richten.
Daarbij wil ik dan ook, zij het in het kort, een
terugblik werpen over de jaren gedurende welke
U aan het hoofd der gemeente hebt gestaan.
Ik meen dan de periode van Uw bestuur in
drie tijdvakken te kunnen indelen: het tijdvak
vóór, en die tijdens en na de tweede wereld
oorlog.
De omstandigheden waaronder U Uw werkzaam
heden op 1 juli 1936 begon, kunnen allerminst
gunstig worden genoemd. De wereld werd toen
reeds enige jaren geteisterd door een hevige
economische crisis, welke ook in ons land een
enorme werkloosheid veroorzaakte. In Terneuzen
bedroeg het aantal werkloze arbeiders op een
bevolking van 11.000 inwoners 600. De daaruit
voortvloeiende lasten, welke voor het overgrote
deel door de gemeenten moesten worden gedra
gen, drukten, hoe karig de individuele uitkerin
gen op zichzelf ook waren, zwaar op de gemeen-
tefinanciën. Het door de regering uitgegeven
parool: „aanpassen en bezuinigen", werd in Ter
neuzen konsekwent opgevolgd en terwille van het
behoud van de financiële zelfstandigheid werden
de uitgaven tot het uiterste gedrukt.
Door vele arbeiders en kleine middenstanders
werd bittere armoede geleden.
De voortekenen van een op handen zijnde twee
de wereldoorlog waren reeds duidelijk zichtbaar.
Zoals U zelf in Uw eerste toespraak tot de
raad zeide, verkeerde de wereld in een gistings
proces, van welks uitkomst slechts enkelen een
flauw vermoeden meenden te hebben.
Hel spreekt vanzelf, dat er onder die omstan
digheden zelfs voor de meest goedwillende ge
meentebestuurder, weinig kansen voor het ont
plooien van belangrijke initiatieven aanwezig
waren.
Uw eerste jaarrede, welke U op 18 februari 1937
uitsprak, was voor verschillende zaken dan ook
danig in mineur gesteld.
Toch kwamen ook in die jaren nog belang
rijke zaken tot stand. Als belangrijkste daarvan
mag ik wel noemen het inwerkingstellen van het
waterleidingbedrijf, waardoor de aantrekkelijkheid
van Terneuzen als woongemeente belangrijk werd
vergroot.
De stadsuitbreiding begon toen reeds een aan
vang te nemen. Aan weerszijden van de Axelse-
straat. ontstonden nieuwe woonwijken en de be
volking nam langzaam toe.
Te Sluiskil werd een nieuwe openbare lagere
school gebouwd.
Objecten van minder prettige aard waren het
instellen van een luchtbescherming»- en een dis-
tributiedienst, welke door de steeds sterker wor
dende oorlogsdreiging noodzakelijk waren gewor
den. Weinig kon men toen vermoeden, dat het
10 jaar zou duren eer de distributie weer geheel
zou zijn opgeheven.
Ook werd toen al veel gepraat over de bouw
van een nieuw ziekenhuis, waarvoor in 1939 een
geldlening werd gegarandeerd van 200.000,-.
Gememoreerd mag nog worden, dat de raads
vergaderingen toen heel wat langer duurden dan
tegenwoordig het geval is. De begrotingsvergade
ring begon als regel om 10 uur in de voormiddag
en duurde soms tot 10 uur 's avonds.
Op 1 september 1939, toen de Duitsers Polen
binnenvielen, werd de tweede wereldoorlog een
feit. Ook voor ons land en onze stad bleef dit niet
zonder gevolgen. De mobilisatie werd afgekon
digd en al spoedig beheerste de grys-groene kleur
van de soldatenuniformen het straatbeeld. De be
volking wachtte gelaten de verdere ontwikkeling
af.
Slechts enkele maanden later, op 10 mei 1940,
werd ook ons land in de oorlog betrokken. Reeds
op de eerste dag vielen bommen op de ammoniak-
fabriek te Sluiskil, waarbij de eerste slachtoffers
vielen. Velen zouden in de volgende 5 lange oor
logsjaren nog volgen.
Bij de nadering der Duitse troepen werd de be
volking van Terneuzen voor het grootste gedeelte
geëvacueerd naar Hoek, waar zij liefderijk werd
opgenomen.
Na de bezetting door de Duitsers keerde de be
volking terug naar een plaats waar de politiek
„der verschroeide aarde" duidelijk zichtbaar was.
Ik denk hierbij aan de vernielde bruggen, haven
inrichtingen en woningen, zoals de gehele Oost
kade te Sluiskil.
Ik kan mij, mijnheer de burgemeester enigs
zins voorstellen hoe het U te moede moet zijn ge
weest toen U dit alles moest aanschouwen.
De eerste maanden van de oorlog gaven in Ter
neuzen een grote drukte te zien, doordat de Duit
sers het kanaal gebruikten voor de doorvoer van
honderden binnenvaartuigen waarmee zij hun
voorgenomen aanval op Engeland wilden gaan uit
voeren. Terneuzen werd hierdoor een aanvalsob-
ject voor de geallieerde luchtmacht, waardoor de
bevolking aan extra gevaren bloot stond.
De eerste luchtaanval op de stad vond plaats in
september 1940. Hierbij vielen enkele slachtoffers
en werden enige gebouwen vernield.
Maar, laat ik over de verschrikkingen van de
oorlog niet verder uitweiden. Bij hen, die deze
bange tijd bewust hebben beleefd, is de herinne
ring daaraan nog geenszins verbleekt.
Laat ik het daarom hebben over de gevolgen
welke de vijandelijke bezetting op bestuurlijk ge
bied had, waarmee vooral U als burgemeester al
direct te maken kreeg.
Aanvankelijk bleven de bestaande bestuursorga
nen, althans voor wat de gemeenten betreft, „nor
maal" functioneren. De gemeenteraad kwam
regelmatig bijeen, doch in de vergaderingen heer
ste een gedrukte stemming. Tekenend voor die
tijd is de redevoering welke U hield in de verga
dering van 8 augustus 1940, waarbij U eindigde
met de bede „dat wij eendrachtelijk mogen wer
ken voor het ideaal, dat bij U allen als bij mij
aanwezig is en dit met vaste wil die ons bezielt,
het vaderland te dienen".
In 1941 bleef voor het eerst sedert jaren Uw
nieuwjaarsrede achterwege. De tijden waren zo
onzeker geworden, dat wel niemand veel ver
wachtingen voor de naaste toekomst kon koeste
ren. De slag om Engeland was gestreden en het
„Wir fahren gegen England" was toen al wel
voor goed van de baan, doch de bevrijding was
nog lang niet in zicht.
Tijdens de jaarwisseling was Terneuzen één
soldatenkantp. Alleen al van de pantsertroepen
was hier ruim duizend man gelegerd.
De werkloosheid, de grootste zorg van de vóór
oorlogse jaren, zou op drastische wijze opgelost
worden door massale deportatie van tienduizen
den Nederlanders naar Duitsland en tewerkstel
ling bij de aanleg van verdedigingswerken.
Voor initiatieven op gemeentelijk niveau was
weinig plaats. Behalve de wederopbouw van de
Oostkade te Sluiskil en enkele panden in de kom,
was de woningbouw geheel stil komen te liggen.
Toch nam de raad in de vergadering van 28
juni 1941 nog een belangrijk besluit. Besloten werd
tot het verlenen van opdracht voor het ontwer
pen van een saneringsplan voor de kom der ge
meente. Van dit plan, dat pas na de bevrijding kon
worden vastgesteld, hebben wij overigens tot op
de huidige dag weinig plezier beleefd.
Hiermede had de raad een van zijn laatste be
stuursdaden verricht. De Duitse bezetters, die
aanvankelijk een soort vriendschapspolitiek pro
beerden te voeren, wierpen geleidelijk het mas
ker af en waren blijkbaar tot het inzicht geko
men, dat de op democratische wijze gekozen ge
meenteraden aan de verwezenlijking van hun
doeleinden in de weg stonden.
Zij besloten daarom ook voor het bestuur der
gemeenten het leidersbeginsel in te voeren. De
gemeenteraden werden op non-actief gesteld en
de bevoegdheden van de raden werden aan de
burgemeesters overgedragen.
De laatste vergadering van de raad vond plaats
op 22 augustus 1941. In deze vergadering, waarin
nog een lijvige agenda werd afgewerkt, hield de
heer Lambrechtsen van Ritthem een somber ge
stemde rede aan het slot waarvan hij voorstelde
de mooie regels uit het Wilhelmus:
„Mijn schilt ende betrouwen
zijt Ghy, o Godt mijn Heer!
Op U soo wil ick bouwen,
verlaet my nimmermeer!
te laten beitelen in een eenvoudige plank en die
in deze raadszaal op te hangen, met welk voorstel
de raad unaniem akkoord ging.
In een korte slotrede, afgestemd op de ernst der
tijden, nam U afscheid van de raad en maakte U
gewag van de zware verantwoordelijkheid welke
°P U ging rusten.
U besloot deze historische zitting van de raad
met de woorden uit het Wilhelmus:
„Stantvastich is ghebleven
Mijn hert in teghenspoet."
Echter, mijnheer de burgemeester, de zware ver
antwoordelijkheid verbonden aan het alleen be
sturen der gemeente hebt U niet behoeven te
dragen. Met ingang van de dag waarop de be
voegdheden van de raad aan U zouden worden
overgedragen, 1 september 1941, werd U uit Uw
ambt ontslagen. Blijkbaar vonden de bezettings
autoriteiten U te weinig meegaand en dus niet
geschikt voor de functie van burgemeester nieu
we styl. Dit ontslag wegens „ongeschiktheid"
strekt U echter in onze ogen alleen maar tot eer.
U vertrok uit de gemeente en verbleef later ge-
ruime tijd in een gijzelaarskamp.
Terwijl de oorlog zich voortsleepte kreeg Ter
neuzen een N.S.B.-burgemeester, die zeker beter
voTdaan r d8 bezetter Bestelde eisen zal hebben
Pi^Hoar-r°0k aan de bangp oorlogstijd kwam een
1944 UZe" Werd bcvrÜd op 20 september
TT ff Pas na de caPitu'atie der Duitsers kon
r\ n-, w 8emeente terugkeren.
■)unl 1945 trad U weer in functie als bur
gemeester en op 9 augustus daaraanvolgend ver
gaderde de ingestelde nood-gemeenteraad voor de
eerste maal onder Uw voorzitterschap. In deze
vergadering herdacht U de voor de vrijheid van
ons land gevedienen en het goede vaderlandse
werk, dat ook in Terneuzen was geschied.
In het geslagen en berooide Nederland van die
tijd kwamen de werkzaamheden aanvankelijk
moeizaam op gang. Van wederopbouw kon nog
nauwelijks sprake zijn en slechts de allernoodzake
lijkste herstellingen konden worden verricht. In
vergelijking met andere delen van Zeeuwsch-
Vlaanderen was Terneuzen gelukkig niet al te
ernstig door de oorlog geschonden.
Gememoreerd mag nog worden, dat in 1945 op
Uw initiatief de vereniging Havenbelangen werd
opgericht.
In 1946 kwam er al wat meer schot in. In dat
jaar kon worden begonnen met de bouw van 15
woningwetwoningen. In verhouding tot de heer
sende woningnood weliswaar een gering aantal
maar in ieder geval een begin. Ook kwam in dat
jaar het gemeentelijk badhuis tot stand en trad
de Centrale Dienst van Bouw- en Woningtoezicht
in werking. De Rijks H. B. S. werd omgevormd
tot een openbaar lyceum.
Voor de eerste maal na de bevrijding vonden
in 1946 verkiezingen plaats en de nieuw gekozen
gemeenteraad trad op 2 september in functie
waarmee de normale bestuursverhoudingen waren
teruggekeerd.
In 1947 kon een grootscheepse aanval worden
gedaan op de woningnood. Omdat de woningbouw
in verschillende gemeenten onvoldoende op gang
kwam liet de regering het bouwvolume korte tijd
vrij. Vóór 1 juli van dat jaar ingediende plannen
zouden gerealiseerd mogen worden.
Vooral dank zij Uw stimulerende activiteit werd
in ijltempo een plan klaar gemaakt voor 160
premie- en 112 woningwetwoningen, welk plan
op 30 juni kon worden ingediend, dus nog juist op
tijd. Met de bouw van deze woningen kon korte
tijd later worden begonnen en hiermede werd een
belangrijk begin gemaakt met de stadsuitbreiding,
welke zich in de latere jaren in steeds sneller
tempo zou voltrekken.
Begonnen werd ook met de modernisering en
uitbouw der gemeentelijke diensten. Zo werd het
Burgerlijk Armbestuur opgeheven en de gemeen
telijke Dienst voor Maatschappelijke Zorg opge
richt.
Aan Dr. Kuiler werd opdracht gegeven voor
het opstellen van een industrialisatierapport.
Begonnen werd met de wederopbouw van de
havenoutillage. Oude kranen waren teruggeko
men en enige loodsen waren in aanbouw.
De spoorweg MechelenTerneuzen werd over
genomen door de Nederlandse Spoorwegen, iets
waarover wij niet bijzonder hebben gejuicht.
In 1947, mijnheer de burgemeester, werden Uw
verdiensten door Hare Majesteit de Koningin
erkend door Uw benoeming tot officier in de
Orde van Oranje-Nassau.
De snelle ontwikkeling en groei van onze ge
meente in de daarop volgende jaren is aan ieder
bekend.
De woningbouw werd met kracht bevorderd
en door flatbouw, verbetering van straten en ver
lichting, aanleg van plantsoenen en groenstroken
in ruime woonwijken, werd aan Terneuzen een
meer stedelijk aanzien gegeven.
In het westelijk bolwerk kwam een sportveld
complex tot stand en toen later bekend werd, dat
dit aan de kanaalplannen ten offer zou moeten
vallen, werd tijdig begonnen met de aanleg van
een veel groter sportpark in de Zuidlandpolder,
Het valt te betreuren, dat zich bij de bouw van
kleedlokalen en verdere accomodatie nog moei
lijkheden voordoen. Ik twijfel er echter niet aan
of ook deze zullen worden overwonnen en wan
neer dan alles klaar is zal Terneuzen over een
sportpark beschikken, zoals in Zeeland geen twee
de te vinden is.
Ook de lichamelijke opvoeding en de indoor-
sport werden niet vergeten. Enige gymnastiek
lokalen werden gebouwd en ingericht en plannen
voor de bouw van een sporthal werden reeds aan
hangig gemaakt, al zal het wellicht nog wel
even duren eer deze plannen verwezenlijkt kun
nen worden.
Het onderwijs, aan Uw bijzondere zorgen toe
vertrouwd, had de voortdurende aandacht. Enkele
nieuwe scholen konden worden gebouwd en ande
re verbeterd. Dezer dagen werd de bouw voor
een nieuwe Hervormde School gegund, waardoor
t.z.t. ook de moeilijkheden van de Gereformeerde
School in de Jozinastraat worden opgelost, wat
op zijn beurt weer gunstige gevolgen zal hebben
voor het Protestants Christelijk U. L. O.-onder-
wijs.
Voor de bouw van een nieuwe openbare lagere
school werd reeds een urgentieverklaring verkre
gen, waardoor ook de moeilijkheden van de open
bare U. L. O.-school kunnen worden opgelost.
Gememoreerd mag ook nog worden de tot stand-
koming van een openbare school voor continu-
onderwjjs aan schipperskinderen.
Met steun van de gemeente kwamen de muziek
school en de openbare uitleenbibliotheek tot
stand, van welke laatste gehoopt wordt, dat deze
spoedig tot een openbare leeszaal zal uitgroeien.
De eerste stappen daarvoor zijn reeds gedaan.
Ook de jeugdzorg ontsnapte niet aan de aan
dacht, al moet erkend worden, dat op dit gebied,
in het bijzonder door gebrek aan lokaliteiten, nog
veel te wensen overblijft. Voor zover mij bekend,
was Terneuzen de eerste gemeente in Zeeland,
welke het georganiseerd jeugdwerk ging subsidi
ëren. Extra subsidies werden verstrekt voor kader
vorming en instulfwerk.
Met garantie van de gemeente, wat in de prak
tijk gebleken ls belangrijke financiële steun te zijn,
kwam het Juliana Ziekenhuis tot stand, terwijl
het St. Elisabeth Ziekenhuis te Sluiskil kans zag
zelf een belangrijke uitbreiding te financieren.
Terneuzen beschikt thans over 2 moderne zieken
huizen, waarmee het een wijde omtrek kan be
dienen.
Garanties werden ook verleend voor de bouw
van Kruisgebouwen, waarvan alleen het Groene
Kruisgebouw nog gebouwd moet worden. Zeer
binnenkort hoopt men hiermee te kunnen begin
nen.
De brandweer werd gemoderniseerd en 'n nieu
we brandweerkazerne werd gebouwd. Het plan
voor de bouw van een brandweerkazerne annex
badhuis en politieposthuis te Sluiskil is aanbeste-
dingsklaar.
Met het oog op de bevordering van industriali
satie werden industrieterreinen aangelegd, waar
van vooral het terrein voor de klein-industrie in
een grote behoefte voorziet. Een veel groter plan
is nog pas door de raad vastgesteld.
Dat de industrievestiging in deze gemeente nog
geen grotere omvang heeft aangenomen, is, ge
zien de grote activiteit welke U ook op dit gebied
hebt ontplooid, zeker niet aan U te wijten.
Nu de gemeente als industriekern is aangewe
zen, zijn de vestigingsfactoren wellicht wat gun
stiger geworden.
Aan dit alles zou nog zeer veel kunnen worden
toegevoegd. In de na-oorlogse jaren zün de ge-
meentelüke bemoeiingen op allerlei gebied belang-
rük groter geworden, wat in het büzonder ook
van U extra werkkracht heeft geëist. Ik kan mü
nauwelüks een periode herinneren, waarin geen
uitbreidingsplan in bewerking was. Grondaankoop
of onteigeningen waren aan de orde van de dag.
En by dit alles waren de behoeften altüd belang
rijk groter dan de financiële middelen, waarover
de gemeente kon beschikken. Herhaaldelük moest
een beroep worden gedaan op extra bijdragen
uit het gemeentefonds, wat ook extra toezicht en
bevoogding vanwege het Rük met zich bracht.
Terneuzen verkeerde nog in een bijzonder na
delige positie doordat de ondernemingsbelasting
werd afgeschaft en als basis voor de vervangen
de uitkering een drietal jaren werden genomen,
waarin de bedrüven, welke het meest aan deze
belasting büdroegen, nog, als gevolg van de oor
logshandelingen, stil lagen. Al Uw bezoeken aan
Den Haag en alle brieven, daarover geschreven,
hebben niet tot resultaat gehad dat deze onbillük-
heid werd weggenomen.
Tegen de achtergrond van deze voortdurende
financiële moeilijkheden mag het eigenlyk won-
derbaarlük worden genoemd, dat zo enorm veel
kon worden bereikt. Zoals U zelf vaak hebt ge
zegd, groeide Terneuzen tegen de verdrukking
in. Voor een zeer groot deel is dat echter aan
Uw taaie volharding te danken. Iedere vesting
moest als het ware stormenderhand worden ge
nomen. Ontelbare malen hebt U de diverse in
stanties in Den Haag en elders bezocht en, zü
het soms pas na langere tüd, in vele gevallen bleef
succes niet uit.
Toch zün de financiële moeilükheden voor het
tot stand brengen van sommige zaken zó groot
gebleken, dat zelfs U ze niet hebt kunnen over
winnen. Ik denk hierbü in de eerste plaats aan
de plannen voor de bouw van een zwembad, waar
aan nu reeds verschillende jaren wordt gewerkt.
Wanneer het zwembad, hopelük binnen afzienbare
tijd, zal kunen worden verwezenlükt, dan mag
het U tot voldoening strekken, dat U daaraan in
zeer belangrüke mate hebt bügedragen.
Plannen waaraan U eveneens reeds intensief
hebt gewerkt, doch welke nog niet tot stand kon
den komen, zün o.m. een cultureel centrum, een
sporthal, overname en beheer van de haven, de
stichting van een nieuw openbaar lyceum en nog
veel meer.
Daar waar het mogelük was om met andere
gemeenten samen te werken, was U daarvan een
enthousiast voorstander. Gemeenschappelijke rege
lingen met andere gemeenten kwamen tot stand
voor het B. L. O.-onderwys, de schoolartsendienst,
de schooltandverzorging, het reeds genoemde
bouw- en woningtoezicht en de tewerkstelling van
minder-valide arbeidskrachten. U hebt enige
dagen geleden nog de voldoening mogen smaken,
dat de voor dit laatste doel nieuw gebouwde werk
plaats officieel kon worden geopend.
Zoals bekend is een gemeenschappelüke rege
ling met de kanaalgemeenten, voor de afvoer van
het riool- en industrie-afvalwater, in wording.
Naast Uw eigenlijke taak als burgemeester hebt
U de gemeente op verschillende belangrüke pos
ten vertegenwoordigd. Het zou te ver voeren
deze alle op te noemen, doch enkele mogen toch
wel vermeld worden.
Zo was U jarenlang commissaris van de Water
leiding Maatschappü „Zeeuwseh-Vlaanderen". Nu
is er in de loop der jaren op de gang van zaken
nogal wat kritiek geweest, en m.i. ook gerecht
vaardigde kritiek. Maar toch ben ik er van over
tuigd, dat U ook op deze post de gemeente naar
beste weten en kunnen hebt gediend. Verder was
U voorzitter van de Commissie van Bestuur van
de Centrale Dienst voor Bouw- en Woningtoe
zicht, voorzitter van de Stichting Beschuttende
Werkplaatsen, lid van de Commissie van Beheer
van de Schoolartsendienst, lid van de Commissie
samenwerkende gemeenten in de Kanaalzöne en
nog vele andere instellingen. Zelfs is U bestuurs
lid van de landelijke organisaties als het Koningin
Wilhelmina Fonds voor de Kankerbestrüding en
kringbestuurslid van het gewest Zeeland van het
Nederlandse Roode Kruis.
Als ambtenaar van de Burgelüke Stand hebt U
vele Terneuzenaren in de echt verbonden.
En thans, münheer de burgemeester, staat U,
na een periode van bijna 24 jaren aan het einde
van Uw burgemeestersloopbaan. Zonder te over-
drüven geloof ik te mogen zeggen, dat het een
bewogen tüdvak is geweest. Vóór de oorlog crisis
en werkloosheidsellende, daarna de oorlog en
vijandelijke bezetting, na de oorlog aanvankelijk
puinruimen en toen wü weer een beetje op adem
waren gekomen de watersnood, waarvoor Terneu
zen helaas al evenmin gespaard bleef. En geduren
de Uw gehele ambtsperiode een voortdurende
strüd tegen het gebrek aan financiële middelen.
Eigenlük hebt U pas enige jaren na de bevrü-
ding de kans gekregen Uw bestuurskwaliteiten
te tonen en Uw activiteiten ten volle te ont
plooien. Toen hebt U deze kans ook echter vol
ledig benut en zeer veel voor de gemeente weten
te bereiken. Terneuzen is U daarvoor dank ver
schuldigd en, zoals ik reeds in de aanvang heb
gezegd, reken ik het mü tot een eer U deze dank
van de R,aad en van de bevolking, welke overigens
nog op haar eigen wijze afscheid van U hoopt te
nemen, te mogen overbrengen.
Dank wil ik U ook brengen voor de onpartüdig-
heid waarmee U de verschillende bevolkingsgroe
pen tegemoet bent getreden. Daar waar het moge
lük was, hebt U de inwoners de vrüheid gelaten
op gepaste wüze hun leven te leiden, zoals zü
dat zelf wensten, U op het standpunt stellende,
dat alle mensen nu eenmaal niet gelük denken
en U burgemeester was voor allemaal; U schroom
de daarbü soms niet, in te gaan tegen opvattingen
welke in de godsdienstige kringen, waartoe U be
hoort, leven. Dit rekening houden met de opvat
tingen en wensen van andersdenkenden, hebben
velen in U gewaardeerd.
Voorts wil ik U danken voor de leiding van
onze vergaderingen, welke bü U in goede handen
was. Enkele uitzonderingen daargelaten, bent U
er steeds in geslaagd in deze zaal de goede toon
te bewaren en de debatten in het zakelüke vlak
te houden. Vaak ontbrak daarbü de humor niet,
in het büzonder door de snedige en ad rem zünde
opmerkingen, welke U wist te plaatsen. Aan het
feit, dat U ook wel eens opmerkingen maakte,
welke minder algemeen werden gewaardeerd, wil
ik vandaag voorbü gaan.
Münheer de burgemeester, ik weet, dat het U
zwaar valt Uw ambt te moeten neerleggen. U
bent genoodzaakt Uw post te verlaten op een
moment dat Terneuzen zich in volle ontwikkeling
bevindt. Waar het zich laat aanzien zal aan de
kanaalplannen, waarover reeds zoveel jaren wordt
gesproken, binnen afzienbare tüd een begin van
uitvoering worden gegeven. Aan de westzijde van
het kanaal, in het büzonder te Sluiskil, zullen tal
van woningen aan de kanaalverbreding ten offer
vallen. Het ontwerp-uitbreidingsplan voor Sluis
kil, dat o.m. in de herbouw van deze woningen
voorziet, hebt U gisteravond nog aan de bevol
king kunnen tonen. Hieruit blükt, dat Sluiskil een
complete gedaanteverwisseling zal ondergaan.
Maar ook voor de kom der gemeente zullen de
kanaalplannen vérstrekkende konsekwenties heb
ben en zullen meerdere werken moeten worden
uitgevoerd om de situatie aan de nieuwe toestand
aan te passen.
Moge het U al spüten, dat U aan de uitvoering
van de vele bestaande plannen niet meer zult
kunnen meewerken; het zal U zeker voldoening
geven deze plannen te hebben mogen voorbereiden.
Uw opvolger, voor wie stellig nog wel wat te
doen zal overblüven, vindt in vele opzichten de
weg gebaand.
Ik ben van mening, dat U op een vruchtbare en
succesvolle bestuursperiode kunt terugzien.
Toen U büna 24 jaar geleden hier kwam was
Terneuzen een plaats van ruim 11.000 inwoners.
Thans zün de 16.000 ruim overschreden. Hoeveel
er ook nog te wensen mag overblüven, de vooruit
gang is in velerlei opzicht duidelijk waarneem
baar.
Helaas is U in Uw persoonlüke leven ook het
leed niet bespaard gebleven. Een zware slag trof
U door het overlijden van Uw echtgenote, van
wie U bü Uw werk steeds zoveel steun hebt onder
vonden. Haar nagedachtenis leeft in dankbare
herinnering bü ons voort.
Niet iemand zünde, die gemakkelük bü anderen
aansluiting zoekt, bent U toen enige jaren een
eenzaam mens geweest en ik kan U de verzeke
ring geven, dat wü oprecht met U hebben mee
geleefd. Toen U een nieuwe levensgezellin vond,
hebben wü ons daarover verheugd en wü wensen
U toe, dat U beiden nog vele jaren in goede ge
zondheid van de verdere groei en bloei der ge
meente Terneuzen getuige zult mogen zün.
Tot slot moge ik nog opmerken, dat het ons
aangenaam heeft getroffen, dat U zich zo snel
aan de bevolking van dit gewest hebt kunnen
aanpassen. Geboren in het hoge Noorden van ons
land werd U al spoedig na Uw komst een echte
Terneuzenaar en een echte Zeeuws-Vlaming. Tel
kens wanneer de bevolking van deze streek zich
tekort gedaan of onrechtvaardig behandeld voel
de, stond U in het voorste gelid om daar tegen
te protesteren. De vrüe veren-actie is daarvan
een zeer duldelük bewüs.
Gaarne, münheer de burgemeester, wil ik ook
nog een persoonlük woord van dank tot U rich
ten. Van de thans zitting hebbende raadsleden
ben ik de enige, die ook reeds bü Uw installatie
aanwezig was. Samen met wijlen de heer Van
Cadsand heb ik U toen voor de eerste maal deze
raadszaal mogen binnen leiden. Aanvankelijk als
raadslid en later als wethouder heb ik gedurende
Uw gehele ambtsperiode met U mogen samen
werken.
Natuurlük zyn wü het niet altüd met elkaar
eens geweest. Een enkele maal stonden onze
meningen zelfs diametraal tegenover elkaar. Maar
ik geloof toch in het algemeen te mogen zeggen,
dat in de opeenvolgende na-oorlogse colleges van
B. en W. steeds een goede verstandhouding heeft
geheerst.
Gaarne zeg ik U hiervoor dank.
En hiermede, mijnheer de burgemeester, moge
ik dan eindigen.
Ik wens U toe, dat het U en Uw echtgenote in
alle opzichten wél moge gaan.
De heer De Meijer: Mevrouw, Mijne Heren,
Aan de woorden van mün collega, de wethou
der van Openbare Werken, heb ik slechts weinig
toe te voegen, daarvoor ben ik nog slechts te kort
werkzaam als raadslid en wethouder.
In deze korte periode heb ik op een heel pret
tige wüze met de Burgemeester, als Voorzitter van
Uw Raad en het College van Burgemeester en
Wethouders, en vooral ook als mens, samenge
werkt. Ik heb van hem alle mogelüke medewer
king en waar nodig steun en leiding ontvangen
om mü in de zo ingewikkelde materie van het
besturen van een Gemeente als Terneuzen in te
kunnen werken.
Wü nemen thans afscheid van een uitstekend
Burgemeester, die wü slechts node uit ons mid
den zien vertrekken. Het zal daarom ongetwij
feld Uw aller instemming hebben, dat ik mede
namens mün collega De Vos met een voorstel
kom om hem te benoemen tot ere-burger van
Terneuzen en daarvoor het volgende besluit te
nemen
De Raad der Gemeente Terneuzen;
besluit
de heer Meester Pieter Helenus Wigbold Floris
Tellegen, geboren te Groningen, de 22e maart
1895, sedert 1 juli 1936 Burgemeester der Gemeen
te Terneuzen, in verband met zün uitzonderlüke
verdiensten voor de plaatselüke gemeenschap, met
ingang van deze dag, waarop hü, na büna 24 jaar
zün ambt te hebben uitgeoefend, zijn post gaat
verlaten, te benoemen tot:
Ere-Burger der Gemeente Terneuzen
en hem de daarbü behorende Oorkonde ter hand
te stellen.
Gedaan ter buitengewone openbare vergadering
van 31 maart 1960.
De Gemeenteraad voornoemd,
M. DE VOS, wnd. Voorzitter
A. J. DEES, Secretaris
De heer Fijn van Draat: Meneer de Voorzitter,
ik zou willen voorstellen het voorstel van de beide
wethouders te aanvaarden en dit te doen bij accla
matie.
De Raadsleden verheffen zich van hun zetel en
met handgeklap wordt het voorstel zonder hoofde-
lüke stemming aanvaard.
De heer De Meijer overhandigt de Voorzitter
de bij het besluit behorende oorkonde.
De heer Fyn van Draat: Meneer de Voorzitter,
Mocht ik U enige maanden geleden, namens de
raadsleden toespreken en antwoorden op Uw
Nieuwjaarsrede, waarin U Uw visie, gaf op de
toekomstmogelükheden van onze gemeente, dit
maal is de reden, waarom ik het woord tot U
richt wel een geheel andere.
Meneer de Burgemeester, nu U op het punt
staat Uw ambtelüke loopbaan ten dienste van onze
stad te beëindigen en deze raadsvergadering dus
de laatste zal zün, welke onder Uw leiding plaats
vindt, is het mü een behoefte, U namens de Raad
zeer hartelük te danken voor Uw werk ten bate
van de gemeente Terneuzen verricht.
U heeft vanaf het begin van deze bijna 25 jaren,
Uw beste krachten aan onze gemeente gegeven
en het moet aan het eind van Uw loopbaan U
een voldoening zyn met ons te kunnen consta
teren dat Uw werk succesvol is geweest.
Toen U op 1 juli 1936 tot Uw functie werd ge
roepen, kon van een bloeiende gemeente nauwe
lüks sprake zün. Uw eerste jaarrede van 18 febru
ari 1937 was dan ook een in mineur gesteld stuk
werk. Enorme bedragen aan steunuitkeringen,
loon voor werkverschaffing enz. gaven een beeld
van de toestand hier ter plaatse.
Een bevolkingstoename van 15 personen geeft
een beeld van de „groei" van Terneuzen in dat
jaar. Met een niet nalatende üver heeft U zich
ingezet om deze gemeente omhoog te brengen.
Dat dit met horten en stoten is gegaan, wie zal
U dit euvel duiden? Hoe vaak immers waren in
vloeden van buiten evenveel belemmerende fac
toren voor het welslagen van de plannen, welke
onder Uw leiding werden gemaakt. Uitgaande van
de stelling, dat het leven bü veertig begint, hebt
U de beste jaren van Uw leven hier doorgebracht
en daarvan heeft Terneuzen in zün geheel gepro
fiteerd. In een onderling gesprek heeft U van
onze Raad wel eens gekscherend gezegd, dat deze
uit de hand at. Het zou niet goeó zün te verzwij
gen, dat ze ook wel eens in Uw vinger gebeten
heeft, maar dat de verhouding toch altüd zó
was, dat er uiteindelük toch een goed eind kwam,
zonder littekens.
Dat U, ten bate van de Terneuzense gemeen
schap, uit Uw onmiddellüke omgeving steeds enor
me steun heeft ontvangen, is misschien aan wei
nigen bekend, ik wil dit toch hier memoreren
Ook in Uw leven paarden zich vreugdevolle dagen
aan droeve. U hebt het voorrecht in Uw kinde
ren en kleinkinderen een groot stuk levensgeluk
te behouden en U zult zich gelukkig kunnen prü-
zen, om na Uw pensionering, met Uw vrouw, in
goede gezondheid, van nabü de groei van onze
stad te kunnen volgen. Dat U het in de jaren van
duisternis van ons volk het niet eens walde zün
en ook niet kon zün met de bezetter, hoef ik
hier, U kennende, nauwelüks te memoreren. Het
ontslag uit Uw functie op 1 september 1941, ge
volgd door Uw güzeling in St. Michielsgestel, heeft
U geestelijk noch llchamelük gebroken.