DE R. A. I. BEGON IN EEN KOFFIEHUIS
MORGEN OPENING
AUTO'S
Veel nieuws
het voetlicht
R. A. I.
voor
op
de
VOOR IEDEREEN
42ste tentoonstelling
van personenauto's
Woensdag 17 februari 1960
DE V R Ij E ZEEUW,
Pagina
FLITSEN UIT DE
GESCHIEDENIS
VAN DE R. A. I.
De 42ste R. A. I.-tentoonstelling die
morgen 18 februari, voor het publiek ge
opend wordt is ook de laatste van deze
aard, die in het oude R. A. I.-gebouw aan
de Amserdamse Ferdinand Bolstraat zal
plaatsvinden. Zoals bekend, verrijst er
op ongeveer één kilometer afstand van
het oude gebouw een geheel nieuw en
aan alle moderne eisen aangepast ten
toonstellingscomplex, dat begin 1961 ge
reed zal kunnen zijn en waar op waar
dige wijze de steeds groter wordende
auto-salons zullen kunnen worden ge
houden. Er is dus alle reden tot vreugde,
hoewel er met 't verdwijnen van wat bij
de Amsterdammers al sinds jaar en dag
als „de Raai" bekend is, toch een beetje
romantiek uit de Nederlandse auto
wereld verloren gaat.
Wie de historie van de automobiel van de beginperiode af
tot heden volgt, zal opmerken, dat zich op het gebied van
de praktische toepassing van deze voertuigen een merk
waardige evolutie heeft voltrokken. Aanvankelijk dacht
men er slechts aan automobielen voor het vervoer van per
sonen te bouwen, doch al spoedig verschenen ook de eerste
vrachtwagens op de weg. Lange tijd onderscheidde men
slechts deze beide categorieën, benevens enkele bussen voor
meer massaal personenvervoer.
Na de eerste wereldoorlog echter begon een nieuw tijd
perk in de geschiedenis van de automobiel. Niet alleen
kreeg de auto in deze jaren eigenlijk eerst werkelijke be
tekenis als praktisch vervoermiddel, maar daarnaast ook
begonnen zich verscheidene andere interessante aspecten af
te tekenen. De massa-produktie had een gunstige invloed op
de prijzen, de dieselmotor deed zijn intrede, de carrosserieën
werden doelmatiger en zo zijn er tal van voorbeelden aan
te voeren waaruit blijkt, dat de auto eigenlijk pas tussen
1920 en 1930 belangrijk begon te worden.
Volgens traditie heeft de voorzitter van de R. A. I.,
de heer A. J. ten Hoeve, op een persconferentie in
Amsterdam superlatieven kunnen gebruiken ten
aanzien van de 42ste R. A. I.-tentoonstelling van
personenautomobielcn en kampeerwagens, die vanaf
morgen 18 tot en met zondag 28 februari in Amster
dam wordt gehouden.
De omvang van de tentoonstelling is groter dan
ooit tevoren. Voor de eerste maal heeft men ook de
Apollohal, voor de kampeerwagenafdéling, moeten
inschakelen. Voor het eerst ook heeft het aantal
standhouders de tweehonderd overschreden. I Iet zijn
er namelijk 204.
In het oude R. A. I.-gebouw zullen 63 merken per
sonenauto's en combinatiewagens geëxposeerd wor
den, voorts automateriaal en gereedschappen. Maai
de daar beschikbare ruimte is bij lange niet toerei
kend geweest. Evenals vorige jaren heeft men slechts
ongeveer zeventig procent van de aangevraagde
standruimtc kunnen toewijzen.
In dit verband gewaagde de heer Ten Hoeve dan
ook met voldoening van de naar wens verlopende
nieuwbouw aan het Europaplein. Dit nieuwe R. A. I.-
gebouw zal in februari 1961 met een tentoonstelling
van personenauto's worden geopend.
De 42ste tentoonstelling staat in het teken van de
massamotorisering, aldus de heer Ten Hoeve. Als
belemmeringen voor het groeien van het Neder
landse wagenpark noemde hij de fiscale rem bij het
aanschaffen, de extra bcnzinebelasting, de situatie
van ons wegennet en het gebrek aan parkeerruimte
in de grote steden. De automobiel neemt overigens
reeds veertig procent van het totaal reizigersvervocr
in Nederland voor zijn rekening. Toch is 1959 een
zeer gunstig jaar geweest voor de automobielbranche.
Niet minder dan 76.800 kentekenbewijzen voor
nieuwe personenauto's en combinatiewagens werden
in dit jaar uitgegeven en dat is een recordcijfer. De
\cischui\ing \an dc markt naar de goedkope prijs
klasse ging ook in 1959 door. Bijna vijftig procent van
het aantal nieuw verkochte wagens viel in dc prijs
klasse beneden zesduizend gulden.
Ten aanzien van dc kampeerwagens, die in negen
tig verschillende uitvoeringen in de Apollohal geëx
poseerd worden, wierp de heer Ten Hoeve de vraag
op of het niet noodzakelijk zal zijn in de steden op
slagruimte en speciale parkeerplaatsen voor kam
peerwagens in te richten. Volgens een schatting zijn
er thans namelijk reeds meer dan tienduizend kam
peerwagens in Nederland. De verwachting is dat dit
aantal in de komende jaren sterk zal toenemen
HET BEGON IN EEN KOFFIEHUIS
Het nieuwe R. A. I.-complex aan het Europaplein zal de vijfde
behuizing voor onze Nederlandse exposities op verkeersgebied wor
den. Reeds in 1895 werd in de bovenzaal van een klein koffiehuis
in de Kalverstraat een tentoonstelling van rijwielen gehouden.
De ruimte die hier echter ter beschikking stond, was zó klein,
dat naar betere mogelijkheden moest worden uitgezien, welke ge
vonden werden door het huren van de z.g. Militie-zaal op 't Singel,
waar in maart 1897 een tentoonstelling eveneens van fietsen
gehouden werd. De huurprijs voor de hele zaal bedroeg en het
is aardig dit erbij te vermelden zegge en schrijve 200,—, voor
welk bedrag de organisatoren er van 16 tot en met 31 maart over
konden beschikken.
Het rijwiel was in die dagen
bizonder populair en ook de be
langstelling van de zijde van de
exposanten was groot. Ook de
Militiezaal bleek dus al gauw te
klein en men zag zich andermaal
genoodzaakt een grotere ten
toonstellingsruimte te zoeken.
Naar het Paleis van
Volksvlijt.
Het derde gebouw dat voor dit
doel betrokken werd, was het
even lelijke als typische Amster
damse Paleis voor Volksvlijt,
waar de eerste tentoonstelling in
februari 1899 gehouden werd.
Het evenement Sloot met een
kas-tekort van 227,—, hetgeen
de toenmalige penningmeester
van de organiserende verenigin
gen de opmerking ontlokte, dat
het nu voorlopig maar eens af
gelopen moest zijn met al die
tentoonstellingen
Maar het was niet afgelopen
en het aanprijzen van rijwielen
en inmiddels ook voor het
voetlicht gekomen automobie-
i len en motorrijwielen, begon tot
de meest geslaagde evenementen
in de hooldstad te behoren. Ver
schillende malen is het Paleis
voor Volksvlijt in de jaren tus
sen 1899 en 1913 het middelpunt
geweest van de verkeers-techni-
sche vooruitgang en met de
groeiende belangstelling voor
deze evenementen groeide ook
de behoefte aan een eigen ge
bouw.
Een tijdelijk gebouw.,
Aan de totstandkoming van het
6000 m- RAI-gebouw aan de Fer
dinand Bolstraat, is heel wat
voorafgegaan, maar de hoofd
zaak is, dat het in maart 1922 met
een gecombineerde auto-, motor
en rijwiel-tentoonstelling geopend
werd. Twee jaar later werd de
vloeroppervlakte tot 10.000 m-
uitgebreid en toen in 1928 de z.g.
kleine zaal bij het gebouw was
opgetrokken, had men de be
schikking over een oppervlakte
van 13.000 m-.
Het oude RAI-gebouw, dat des
tijds als tijdelijke expositieruimte
werd neergezet, heeft tal van
malen de vele geïnteresseerden in
de auto-technische vooruitgang
bijeengebracht. Daarnaast ech
ter had het sinds de dertiger
jaren ook grote betekenis als on
derdak voor tientallen tentoon
stellingen op geheel ander gebied
en werd het ook als sporthal al
spoedig een begrip. Ouderen on
der de lezers herinneren zich
stellig nog wel de zesdaagse
wielerwedstrijden, dc massa
diners, de grote vergaderingen
e.d., die er geregeld plaats von
den.
Meer ruimte
Na de oorlog werd in 1948
weer de eerste automobielshow
gehouden. Kort daarop werd be
sloten de personen- en de be
drijfsauto's te splitsen en kwa
men de zijhallen tegenover de
kleine zaal gereed, waardoor de
oppervlakte tot 20.000 m- werd
Unilevers daalden van 694 tot
In 1922 werd het nu nog
steeds in gebruik zijnde
R.A.l.-gebouw geopend. De
modellen van toen weken
wel enigszins af van de
thans geëxposeerde carosse-
rieen. Onze illustratie toont
de expositie van 1930.
vergroot.
En thans zal dan binnenkort
weer een nieuw gebouw betrok
ken worden. Een gebouw, dat
wellicht het mooiste is op dit ge
bied in geheel Europa en dat zich
mede door de gunstige ligging
bij uitstek leent voor het hou
den van auto-salons.
Wilt u echter nog eenmaal iets
proeven van de RAI-romantiek,
van de typische e" "iet nader in
woorden uit te drukken sfeer van
„de Raai", gaat u dan zelf een
dag naar Amsterdam. Het is de
laatste gelegenheid.
(Nadruk verboden.)
Van 18 TOT EN MET 28 FEBRUARI in AMSTERDAM
VOOR DE LAATSTE MAAL IN OUDE GEBOUW
Het is alweer twee jaar geleden, dat er in ons land een grote
tentoonstelling van personenauto's plaats vond en in die twee jaar
is er veel gebeurd. Tal van nieuwe modellen zijn uitgebraeht, waar
van vele intussen reeds gewone verschijningen in het verkeersbeeld
geworden zijn, maar er zijn er toch ook verscheidene die op de
wegen nog onbekend zijn en die de meeste ingewijden nog slechts
uit de pers of van de buitenlandse tentoonstellingen kennen.
Gaan we zo eens na, wat de verschillende merken van 18 tot 28
februari in het Amsterdamse K. A. I.-gebouw voor het voetlicht
zullen brengen, dan blijkt dat er in alle klassen en in alle catego
rieën veel nieuws te .bewonderen zal zijn. Belangrijke wereldpre
mières behoeven we op deze tentoonstelling niet te verwachten,
hoewel het ook in dat opzicht altijd gevaarlijk is zich aan voorspel
lingen te wagen, maar wel staat reeds thans vast, dat er heel wat
zal worden geboden, dat de meeste Nederlandse bezoekers vol
komen nieuw zal zijn.
DE AFWIJKENDE JEEP
Uit deze jaren stammen
ook de eerste stationcars,
waarbij men dus getracht
heeft mogelijkheden voor
personen- en goederenver
voer in één auto te combi
neren. Vooral na dc tweede
wereldoorlog bleek er overal
ter wereld een enorme be
langstelling voor dit soort
vervoermiddelen te bestaan.
Ligt bij de meeste station
cars het zwaartepunt op het
personenvervoer; bij de
jeeps om dit type wagen
maar even met deze verza
melnaam aan te duiden
is dit juist andersom. Dit
soort wagens is in de eerste
plaats gebouwd als mecha
nisch werkpaard, dat in
staat moet zijn voor 1001
werkzaamheden waaron
der ook het vervoer van
personen te kunnen wer
den ingeschakeld.
Reeds vóór de tweede we
reldoorlog bestond bij de
verschillende legers de be
hoefte aan een voertuig,
waarmede het contact tus
sen de diverse afdelingen
kon worden onderhouden
zonder daarbij direct op de
wegverbindingen te zijn aan
gewezen. Bij de constructie
van een dergelijke wagen
moest met zeer uiteenlopen-
de eisen rekening worden
gehouden. De wagen moest
met een voldoende sterke
motor zijn uitgerust om on
der de moeilijkste omstan
digheden nog over enige re
servekracht te beschikken;
er moesten speciale terrein
banden op worden aange
bracht om te voorkomen
dat het voertuig in modder
of mul zand bleef steken;
de bodemvrijheid moest zo
groot zijn dat het meest on
gelijke terrein kon worden
beredende carrosserie
moest zeer solide van uit
voering zijn, evenals de mo
tor en de aandrijving, kort
om men had behoefte aan
een voertuig dat op tal van
punten sterk afweek van
hetgeen de automobiel-in
dustrie tot dusver had
voortgebracht.
DE UNIVERSELE AUTO
Vóór de oorlog had een
dergelijk voertuig in Ameri
ka al verscheidene jaren
het onderwerp van studies
en proefnemingen gevormd.
In 1938 bracht majoor Ho-
wie een soort „universele
auto" voor het voetlicht,
doch deze wagen voldeed
niet aan de eisen, die er in
een moderne oorlog aan
zouden worden gesteld.
Op 14 juni 1940 een ge
denkwaardige dag in de ge
schiedenis van de jeep
gaf kolonel Beasley in en
kele schetsen zijn opvatting
van dc uitvoering van het
verlangde voertuig weer
aan zijn medewerkers, die
daarna deze plannen nader
uitwerkten. De wagen die
enkele maanden later zijn
eerste proefrit maakte, ver
toonde weliswaar tal van
afwijkingen met de later in
de geallieerde legers bij
honderdduizenden in ge
bruik genomen jeeps, doch
vormde de basis om verder
te werken en de nodige ver
beteringen aan te brengen.
Voor het einde van de oor
log werden meer dan een
half miljoen jeeps gebouwd
en toen na het staken van
de vijandelijkheden de ba
lans werd opgemaakt bleek,
dat het mogelijk was grote
hoeveelheden van deze wa
gens voor particulier ge
bruik in te zetten. De we
reld had in die tijd meer be
hoefte dan ooit aan auto's
en de rol die de jeep bij de
wederopbouw heeft gespeeld,
is van onschatbare waarde
geweest.
DE WERELD VEROVERD
Al gauw begon men ook
in Europa met de bouw van
soortgelijke wagens.
Engeland, Duitsland,
Frankrijk en Italië hadden
al spoedig hun eigen ont
werpen uitgebracht, die dan
weliswaar met andere bena
mingen werden aangeduid,
doch die met hetzelfde doel
als de jeep werden ingescha
keld om zowel het militaire
als het burgervervoer te
helpen vergemakkelijken.
(Nadruk verboden.)
llililiiiillUJlPiiiIlliilllilllillliillliiillllillflilllillililiililillijijlliliiiflllllllllllllllllillllllliliiiiijililiiljiiiiililliiiiiiiiiiilililillliijlllllltilllllliiillljllifilliiiilllllltiiitiiijiiijijiiiijijiiijiiiiiiiiiiiiiiiii
Een der eerste Am
sterdamse automobie
lententoonstellingen,
toen nog gehouden in
het bekende Paleis
voor Volksvlijt
Zoals bekend hebben de meeste
Duitse auto's de afgelopen maan
den een grondige verjongings
kuur ondergaan en zijn er in dit
land tal van interessante nieuwe
typen uitgebracht. Mercedes,
Öpel, Ford e.a. ondergingen alle
een aantal belangrijke wijzigin
gen die het geheel en dat geldt
voor alle merken aan aantrek
kelijkheid deden winnen en die,
als we de verkoopcijfers bezien,
stuk voor stuk grote verbeterin
gen moeten worden genoemd.
De Europese merken
Geheel nieuw zijn uit de We§t-
duitse industrie o.m. de Isar
Sportcoupé, een product van de
Goggomobilfabriek te Dingol-
fing, de BMW 700. de DKW
Junior, de Arabella van Lloyd en
niet te vergeten ook de wagen
die in Frankfort de grote verras
sing van de tentoonstelling was,
de grote Borgward. Ontworpen
om het te kunnen opnemen tegen
de representatieve Mercedes-
1 producten, gaat dit type onge
twijfeld een goede toekomst te-
•1 gemoet.
Ook uit Frankrijk en Italië
komt belangrijk nieuws, en wel
in de vorm van een tweetal nier
ken, die tot dusver op de Neder
landse markt geheel onbekend
waren. A an Franse zijde nl. vindt
de presentatie plaats van de
Facel vega, een buitengewone
eonstructic, waarin een krach
tige Amerikaanse C'hrysler-
niotor is gehuisvest.
Uit Italiëkomt naast «ie
reeds bekende merken Abarth
als nieuwe ster te voorschijn.
Abarth is het resultaat van het
met ware meesterhand „opfok
ken" van Fiat-motoren waardoor
voorzien van eeht Italiaanse
koetswerken een serie super
snelle en zeer fraaie sportwagens
is ontstaan. Beide laatstgenoem
de merken zijn de volle aandacht
v an de R. A. I.-bezoeker waard.
Lilliput met reuzenkracht.
En datzelfde kan ook van de
Engelse wagens worden gezegd.
De grote troef is hier zonder
twijfel 't kleine B. M. C.-wagen-
tje (waarvan de presentatie
overigens verre van klein zijn),
dat zowel door Austin als Mor
ris aan de markt wordt gebracht
en dat ook in ons land wordt ge
assembleerd. Het is een lilliput
om te zien, maar een reus bij het
rijden.
Maar de Britse industrie biedt
meer nieuws. Praktisch over de
gehele lijn, van de kleine B. M. C.
tot en met Rolls-Royce, heeft
men tal van verbeteringen aan
gebracht, verbeteringen die over
het algemeen neerkomen op een
Trotere aanpassing van de pro-
;ukten aan de eisen van het
vurope.se publiek, zonder dat dit
achter ten koste is gegaan van
je speciale stijl, die de Engelse
auto sinds vele jaren kenmerkt.
Sport en compact
Het grote nieuws uit Zweden is
zonder twijfel de komst van de
Volvo-Sport, die de vorige maand
op d» tentoonstelling te Brussel
zijn wereld-première beleefde.
Deze snelle en fraai gepropor-
tionieerde Zweed zal in Engeland
worden gebouwd om de reeds
overbezette fabrieken in 't land
van herkomst niet nog eens exlra
te belasten.
Ook de Amerikaanse industrie
komt met talrijke nieuwtjes en
hier zijn het natuurlijk in de eer
ste plaats de „compact-cars", die
de aandacht zullen trekken. Een
bestudering van de Chevrolet
Convair, de Falcon van Ford en
de Chrysler Valiant leert, dat
men mede door de toenemende
concurrentiedruk van de Euro
pese merken meer aandacht
aan de wagen met bescheiden af
metingen is gaan schenken. Be
scheiden dan altijd nog gemeten
naar Amerikaanse maatstaven.
Minder kolossaal
Ook de modellen 1960 van de
„gewone" Amerikanen zullen ver
tegenwoordigd zijn, waarbij kan
worden opgemerkt dat men over
de gehele lijn al het mogelijke
heeft gedaan om met zo aantrek
kelijk mogelijke programma's
voor de dag te komen. Ook van
de kleinere grootheden uit de
Verenigde Staten, met name
Studebaker en Rambler, kan dit
worden opgemerkt. Dat 'n mooie
en doelmatige Amerikaanse auto
beslist niet kolossaal behoeft te
zijn, wordt door beide merken op
duidelijke wijze gedemonstreerd.
Wy hebben hierboven slechts
een greep gedaan uit het vele,
dat gedurende de dagen dat de
R. A. I. voor het publiek geopend
is, te zien zal zijn. Wie er meer
van wil weten kunnen we slechts
de raad geven een dag voor een
bezoek aan deze imposante ten
toonstelling uit te trekken.
Het is tevens de laatste ge
legenheid nog eens de typische
sfeer van deze manifestatie In
het oude R. A. I.-gebouw mee te
maken, want do volgende zal
naar alle waarschijnlijkheid in 't
nieuwe gebouw worden gehou
den. En alleen al om deze reden
mag u zich deze kans niet laten
ontgaan.
(Nadruk verboden).