nieuwe vinding SC/ nelstiï De censuurkwestie en de Begroting van Maatschappelijk Werk Vergadering van de Z.L.M. M rJmmkr^Jk ÉM Nova - koud water - klaar.TT stijven maar! Nieuws in 't kort Nog geen overeenstemming over de salarissen der ambtenaren TWEEDE KAMER DE VRIJE ZEEUW Pagina 5 modern s „rniD WATER vr.ege"svtu9 Vergadering van maandag 21 december 1959. DE CENSUURKWESTIE. In de gisteren gehouden ver gadering van de Tweede Kamer heeft de heer Bakker (O'.P.N.) er aan herinnerd, dat minister Toxopeus heeft aangekondigd, dat hij dinsdag het rapport in zake de censuur in Nieuw-Gui- nea zou bespreken met de com missie voor Nleuw-Guinea. Spr. is van oordeel, dat deze commis sie niet representatief is voor de Kamer. Hij vraagt deze verga dering zodanig te doen plaats hebben, dat vertegenwoordigers van alle politieke partijen er aan kunnen deelnemen. De voorzitter merkt op, dat art. 55 van het reglement van orde een methode toelaat, waar bij een commissie als deze open gesteld kan worden voor alle leden, die dat wensen. Spr. heeft zich in verbinding gesteld met de minister van Bin nenlandse Zaken en de voorzit ter der commissie. Deze zijn van mening, dat het landsbelang niet gediend zou zijn, als de verga dering voor alle leden werd opengesteld. De heer Bakker iCPN) dringt er nader op aan, dat de bespre king toegankelijk zal zijn voor alle leden, die er bij willen zijn. De voorzitter zegt. dat het een allereerste bespreking tussen re gering en commissie geldt, voor dal de regering een eigen stand punt bepaalt over de adviezen in hét rapport. Daarna staat het alle leden vrij om, als de begro ting van Nieuw-Guinea aan de orde is, het woord te voeren. De Kamer gaat niet achter gesloten deuren een beslissing nemen. Na een wederwoord van de heer Bakker wordt het incident gesloten. BEGROTING VAN MAAT SCHAPPELIJK WERK. De Kamer heeft daarna de be handeling van de begroting van het departement van Maatschap pelijk Werk voortgezet. De minister, mep Klompc, ver volgt haar donderdagavond aan gevangen reden ter beantwoor ding van dc in eerste termijn door 11 sprekers gemaakte op merkingen. Zij zegt van oordeel te zijn, dat de vervanging van de armenwet bij haar departement thuishoort. In het regeringsprogram van het kabinet-De Quay is haar de partement de vervanging der ar menwet opgedragen. Bij de for matie heeft zij gesteld, dat de groepsregelingen bij haar hoor den. Dat punt is toen niet opge lost, maar als reserve harerzijds erkend. Aan de voorbereiding van de wet bijstand levensonderhoud wordt voortdurend gearbeid. Zij deelt mede, dat spoedig zal worden ingediend een wetsont werp tot beperking van het ver haalsrecht. Het overleg in de ministerraad is afgesloten. Het ontwerp kan in 3 4 weken wor den verwacht. Ten aanzien van de probleem gebieden hebben de sprekers een nogal pessimistische voorstelling gegeven. Uiteraard kan niet met alle wensen rekening worden ge houden, maar het nieuwe beleid biedt wel degelijk mogelijkheden en in sommige opzichten zelfs aanzienlijk betere mogelijkheden dan voorheen. Het regeringsbe leid is primair gericht op het sla gen der industrialisatie in dc probleemgebieden. In dit kader hecht de regering grote waarde aan de maatschappelijke begelei ding ervan. Deze zal zich dan echter in de eerste plaats op de aangewezen ontwikkelingskernen moeten richten. Bedacht moet worden, dal ook de beschikbare middelen vereisen, dat deze zoveel moge lijk geconcentreerd worden daar waar de directe ondersteu ning en maatschappelijke bege leiding van de industrialisatie vereisen. Voor de 26 z.g. secundaire kernen zijn de vooruitzichten minder ruim. Het is intussen mogelijk een soepel beleid te voeren, afhankelijk van de ont wikkeling. Spr. is bereid dp nieuwe secundaire kernen, die geen kern waren in het oude be leid, met extra aandacht te be zien. De toekomstige plaats en po sitie van het platteland in het kader van de totale ontwikkeling staat nog geenszins vast. Het gaat hier om een nationaal pro bleem. In dit stadium is een systematische aanwziijng van plattelandskernen prematuur. Voor I960 is 2,5 miljoen be schikbaar of ƒ1,2 miljoen meer dan in 1959. Spr. herinnert eraan, flat haar ambtsvoorganger de term ver zuiling van het maatschappelijk werk heeft afgewezen. Zij doet dat ook. Overal waar dat moge lijk is moet worden samenge werkt. De kwestie van het woon wagenkamp te Amersfoort is een nare zaak, verklaart de minister. De gemeente kan rechtsmidde len gebruiken om woonwagen bewoners die boven het toelaat bare aantal aanwezig zijn, te verwijderen. Dat is van belang voor andere gemeenten, die zich zouden laten weerhouden van oprichting van een regionaal kamp. Dat die middelen bekend zijn, blijkt o.a. uit het feit, dat in het kamp te Maastricht wel eens wordt geïnformeerd of er plaats is. Met betrekking tot de repa trianten geeft de minister te ken nen, dat het enige jaren zal duren, voor overgeschakeld kan worden van het bijzonder naar het gewoon maatschappelijk werk. Een verhoging van de uitke ring van het algemeen oorlogs- ongevallenreglement zou onbil lijk zijn jegens de Nederlandse oorlogsslachtoffers, wier uitke ring lager is. Met verhoging, zo als de heer De Graaf heeft be pleit, zou 3'a miljoen zijn ge moeid. Wat de Ambonezen aangaat zijn er naar het oordeel van de minister geen nieuwe gezichts punten geopend. Wanneer Ambonezen naar hun land terug willen gaan of naar Indonesië willen, zal de regering hun dat niet beletten. Ten aanzien van de woonruimte- wet zegt zij, dat op korte termijn met enige colleges van ged. sta ten overleg zal worden gepleegd, of in bepaalde gebieden een proef kan worden genomen met opheffing van de w oonruimtewet. Waar deze gebieden zijn gelegen, kan spr. uiteraard niet mede delen. De minister betoogt tenslotte, dat het zal moeten blijken, dat de zorg voor het intermenselijk as pect een regeringsverantwoorde lijkheid is van eigen karakter, gelijkwaardig aan en niet zonder meer ondergeschikt aan het eco nomische regeringsbeleid. Het in het leven roepen en het functio neren van een afzonderlijk de partement van Maatschappelijk Werk ontleent vooral daaraan zijn betekenis, dat aldus duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht, hoe op regeringsniveau aan het intermenselijk aspect een gelijk waardige aandacht moet worden geschonken als bijv. aan econo mische en ruimtelijke vraagstuk ken. Spr. zegt dat dit afzonderlijke departement niet gemist kan worden, gelet op de huidige maatschappelijke ontwikkeling en verantwoordelijkheden, ook in Europees verband. Mevr. HeromaMeilink (Arb.) vraagt nog naar het verscho ningsrecht voor maatschappe lijke werkers of de minister met haar ambtgenoten van justitie en Sociale Zaken overleg wil ple gen over de wenselijkheid van een wettelijke aanvulling om de bestaande lacune weg te nemen. De heer Daams (Arb.) meent, dat de plaatselijke onmaatschap- pelijkheidsbestrijding binnen het landelijk kader moet werken. Een plaatselijke aanpak buiten de landelijke projecten om moet mogelijk zijn. O.m. vraagt hij toe te zien op het salarispeil der maatschap pelijke werkers, opdat even tueel door verhoging der subsi dies de salarissen kunnen komen lot de vastgestelde nor men. De heer Smallenbroek (A.R.) vraagt of het niet mogelijk zou zijn aan beginnende organen voor nazorg aan zwakzinnigen een startsubsidie te verlenen. Met het beleid ten aanzien van dc probleemgebieden zegt hij zich niet te kunnen verenigen. Aanwijzing van plattelandsker nen acht hij met de minister prematuur. Grievend vindt spr. het als maatschappelijk werk, dat ge daan wordt uit religieus uit gangspunt, gekwalificeerd wordt als verzuiling. De heer Kikkert iC.H.) meent, dat de maatschappelijke werker zijn taak niet behoorlijk kan ver vallen, als hem het verschonings recht niet wordt verleend. De heer Van de Wetering (C.H.) merkt op, dat de minister niet is ingegaan op zijn betoog inzake het bouwen van woonwij ken voor Ambonezen in verschil lende gemeenten. Hij vraagt of de structuur van het Nederland se dorp daardoor niet zal worden verstoord. De heer Dc Graaf (K.V.P) vraagt o.a. nog de aandacht voor de betekenis van de inschake ling van gerepatrieerden in het produktieproces. De heer Zwanikken K.V.P.) merkt op, dat in de gijzeling van maatschappelijke werksters iets onbehaaglijks steekt. Nu is er weer een geval in 's Hertogen bosch. Op de vraagstukken van de probleemgebieden dient de mi nister zich z.i. nader te bezien. Tegen zes uur wordt de ver gadering geschorst tot acht uur. Al wat de laatste maanden van landbouwzijde is gezegd en geschreven over het beleid van de nieuwe minister van Land bouw doet weliswaar niet aan iets ondegelijks of onfraais den ken, maar dit beleid blijkt onze landbouw toch wel te knellen. Duidelijk is de angst aanwezig dat het beleid, dat zich zal ken merken door een losser verband tussen kostprijzen en garantie prijzen, in die grotere vrijheid een knellen en hinderen voor de landbouw in de beurs zal opleve ren. Ir. M. A. Geuze, algemeen voorzitter van de Zeeuwse Land bouwmaatschappij, merkte dit maandag op in zijn rede, waar mee hij te Middelburg de alge mene vergadering van de Z.L.M. opende. In onze landbouwmaat- schappij, zo zei hij. over het ga- rantiebeleid verder sprekende, heerst wel de opvatting dat de spreiding in de prijsniveaus ge rust groter mag zijn in verhou ding tot, de markten, mits het niet alleen een spreiding naar beneden betreft. Een dergelijk gespreid beleid per gegaran deerd produkt zal zich om een kostprijsniveau als gemiddelde af moeten spelen en de minis ter zal in de toekomst, als de E.E.G.-overgangsfase een rol zou gaan spelen, een dergelijke vrij heid ook behoeven. Een grote moeilijkheid blijft de melkprijs en de arootte van de Nederlandse melkproduktie. De indruk is dat de minister meent met enige prijsdrukking de hoeveelheid melk betekenend te kunnen terugbrengen of uit breiding te kunnen afdammen. Spreker gelooft daar echter niets van. De weidebedrijven of de bedrijven met veel onscheur- baar weiland hebben immers geen alternatief. Dit kardinale vraagstuk voor de Nederlandse veehouderij vraagt een minder orthodoxe aanpak, waarbij in de suggestie van een continu en ge stimuleerde marktprijspeil voor slachtvee een positief punt zou kunnen worden gezien. Had spreker kritiek op de hoogte van de verrekenprijs voor de melk, verheugd was hij dat de minister het gedeelde marktrisico voor dit produkt heeft afgeschaft en hij deelde 's ministers opvatting inzake een eventueel toeslagenbeleid. Een uitvoerige beschouwing wijdde ir. Geuze aan de verhou ding tussen landbouw en indu strie. Bij de boer is een gevoel van onmacht, doordat hij op het gebied van arbeidsproduktiviteit in sommige opzichten niet of zeer moeilijk kan concurreren met de industrie. Toch vertoont de landbouw daar, waar de structurele omstandigheden geen knelpunt zijn, een enorme verhoging van arbeidsproduk tiviteit, soms zelfs hoger dan de gemiddelde industriedeze stij ging heeft echter niet geleid tot een evenredige inkomensstijging van de landbouw. Bij de boer bestaat verder de vrees dat de industrie de voor de landbouw noodzakelijke krach ten zal wegtrekken, maar spr. meende dat de directe verhou ding van mens tot mens, die in het landbouwbedrijf veel meer mogelijkheden behoudt dan in de onpersoonlijke sfeer van de grote industrie, op de duur een sterk punt voor die landbouw zal zijn. Over de pendel van arbeiders uit agrarische streken naar in dustriecentra zei ir. Geuze, dat de pendel op korte afstand een normaal verschijnsel betekent in onze moderne samenleving en vaak zelfs als een positief goed voor het platteland dient te worden gewaardeerd. De pendel op lange afstand echter is een maatschappelijk kwaad, omdat gezin en gemeenschapsleven er onder te lijden hebben. Voor het evenwicht tussen de agrarische en de industriële bedrijfsvorm, dat bij pendel nodig is. blijft de loonhoogte van groot belang. Spreker is daarom allerminst tevreden met de uitspraak van de Regering, dat de ruimte in de landbouwlonen boven de gemid delde nationale produktiviteits- stijging slechts gebruikt mag worden voor een verlaging der garantieprijzen. Over het beslag dat de indu strie legt op goede cultuurgron den zei ir. Geuze, het te eenzij dig zou zijn om te zeggen dat de industrie de landbouw alleen maar verdringt. Wel loopt in streken met sterke industrie concentratie hef aandeel van de landbouw in de benutte opper vlakte terug, maar daar staan, zoals in het Ruhrgebied duide lijk is bewezen, voordelen op het gebied van de afzet tegenover. In de Kanaalzone Terneu- zenBelgische grens heeft men thans met een geval van inbeslagneming van landbouw gronden op een schaal van plm. 300 ha te maken. Daarbij zijn niet gerekend de ha's, die als depót voor uitkomende grond nodig zijn. Voor dit laatste heeft de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap thans zelf een voor de land bouw aanvaardbaar en beslist positief en constructief plan uitgewerkt. Spreker hoopte dat Rijkswaterstaat dit plan alle aandacht zal schenken, die het verdignt. Als een volgend aspect bij de beschouwing van de verhouding tussen landbouw en industrie noemde hij de kwestie van de ontvolking van het platteland. De boer ziet met lede ogen aan dat de gehele levenskracht van het platteland achteruitgaat en dat de gemeenschap op zijn dorp verschraalt en het ontgaat hem wat de Regering heefl be- WATER SNELSTIJFSEL 'V v ,r ■V' Nova dat is de naam van een nieuwe vinding. Voortaan beschikt U vliegensvlug over een vol maakt stijfselbad. En dat... zonder een papje te maken en zonder te koken. Een kleine hoeveelheid van het fijne Nova-poeder in koud water is genoeg.^ Kan het gemakkelijker? Kan het prettiger? Nova beschermt het weefsel. Nova Houdt het vuil tegen; Daardoor heeft het weefsel minder te lijden. Uw goed blijft langer nieuw! Uw goed blijft langer schoon! Stevig en toch soepel. U ziet het meteen... dat is een was waar NOVA in zit. Helder schoon. Niet hard en plankerig, maar goed gesteven op de mo derne manier: veerkrachtig en soepel. Dat is het voordeel van NOVA. Haal een pak voor Uw eerst-, volgende wasdag. Let op dit zegel van de Ned. Ver. van Huisvrouwen^ aan de zijkant van ieder pak i •v..*." —is; -• A Q President William Tubman van Liberia heeft zondag een nieuwe haven in gebruik ge steld. De haven is door Ameri kanen gebouwd en heeft circa 2 miljoen dolar gekost. 0 Bij drie grote verkeersonge lukken in de V.S. zijn zondag minstens 17 mensen om het le ven gekomen en 37 gewond. zield om het zover te laten ko men. Spreker is daarom ver heugd dat de huidige minister blijk van belangstelling voor dit vraagstuk heeft gegeven. Ir. Geuze kwam tot de conclu sie dat de boerenstand de nood zaak van gespreide industriali satie met het verstand begriipt. maar met het gevoel huivert. De gevaren onderkennende zien toch allen, die van goeden wille zijn, dat Regering, provin cie en gemeente of streek, de organisaties op maatschappelijk en cultureel gebied, de industrie en de landbouw, de socioloog en de werkers op kerkelijk gebied de handen inéén zullen moeten slaan en zullen moeten samen werken om de problemen, die niet alleen technisch en econo misch zijn, doch van veel wijder en fundamenteler strekking, het hoofd te bieden. Voor de in dustrie schuilt er zelfs een zeer bepaald eigenbelang in dit alles, n.l. de wenselijkheid alles te doen, om niet zelf de bron te verschralen, waaruit zij voor een belangrijk deel direct of in direct haar behoefte aan ar beidskrachten bevredigt. De centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambte narenzaken heeft gisteren in aanwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken de sala rispositie van het overheidsper. soneel besproken. De minister deelde mede, dat de regering het voorstel van een deel der personeelsdelegatie, om een voorschotverlening aan het overheidspersoneel achter wege te laten en een beslissing omtrent de definitieve salaris verhoging op 1 februari a.s. te nemen, beeft afgewezen. De re gering is er namelijk niet zeker van. dat tegen die datum vol doende gegevens bekend zullen zijn voor het nemen van een ver antwoorde definitieve beslissing. Teneinde in de positie van het overheidspersoneel in af wachting van een dergelijke beslissing niettemin zo spoedig doenlijk verbetering te bren gen, handhaaft de regering haar voornemen van voor schotverlening. Hiertoe zal in de maand januari een uit kering ineens worden ver. leend ten bedrage van negen proeent van de maandwedde. Aan de uitkering zal voor hen, die 23 jaar of ouder zijn. een minimum worden verbonden van 37,50 voor alle gemeente klassen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in maart 1960, zal het overleg over de definitieve sala risverhoging en de daaraan te verbinden datum van ingang worden voortgezet. Toorts heeft de regering er mede ingestemd, dat de middel bare ambtenaren, die geen voor deel hebben ondervonden van de salarismaatregel van I april 1958, alsnog ingaande 1 januari 1960 een periodieke verhoging ontvangen. Aangezien twee eentrales van overheidspersoneel met een voor schot bij wijze van uitkering in eens hebben ingestemd en drie centrales zich hier tegen ver klaarden, is met de personeels delegatie in de centrale commis sie geen overeenstemming be reikt. DE OPSTAND IN PARAGUAY De opstandelingen in Para guay hebben bekendgemaakt, dat zij in de stad Puerto Stroes- sner een regering hebben - vormd. De rebellen noemen de stad ..Puerto 14e mayo", naar de 14e mei. Zaterdag is gemeld, dat groe pen guerillastrijders van ver schillende kanten op de stad Encarnacion aantrokken. Dit is op één na de grootste stad van het land. De regering van Paraguay zegt dat zij de ..vestzak-opstand" de kop heeft ingedrukt. .Wraak van Philippijnse koppensnellers De Philippijnse regering heeft troepen uitgezonden tegen kop pensnellers die op het oorlogs pad zijn „om de. hoofden van honderden Christenen" te verza melen, zo wordt in persberich- ten in Manilla verklaard. De koppensnelers zijn er op uitge trokken nadat een stamhoofd en diens z.oon door een militair wa ren gedood. Zij zouden in de afgelopen 45 dagen reeds 12 slachtoffers heb ben gemaakt. Gevangenisstraffen voor spionage Een rechtbank te Kopenhagen heeft uitspraak gedaan in een grote spionagezaak tegen zes Deense staatsburgers. De hoofd verdachte, een 29-jarige mecani cien, kreeg 5 jaar gevangenis straf, één van zijn „verbindings- lieden" drie jaar, de andere vier werden tot kortere gevangenis straffen veroordeeld. Voor welk land hei zestal ge spioneerd heeft is tijdens de be handeling van hun zaak niet dui delijk geworden; een hunner, een scheepskapitein, heeft op ver schillende Oostzeehavens geva ren. Aan hun opdrachtgevers verschaften zij in hoofdzaak plattegornden en foto's van mili taire inrichtingen in Oostelijk Denemarken. Een aantal van de verdachten in deze spionagezaak stond tevens terecht wegens het smok kelen van grote hoeveelheden drank en tabak.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1959 | | pagina 5