De plechtige opening der Staten-Generaal DE TROONREDE RIJTOER DOOR DEN HAAG Trankerlng bjj abonnement: Temeuzen. Directeur-Hoofdredacteur I van de^Sande Redactie-adres: Noordstraat os57 Administratie-adres: Smidswal Telefoon 2073 en 2510 N5 uur uitsluitend 2073 Gironummer 38150 Abonnementsprijs: ƒ6,— per kwartaal; per maand 2,per week 48 ct. Losse nrs 9 ct. DE VRIJE ZEEUW tWOENSDAG 16 SEPTEMBER 1959 15e Jaargang Nr 4782 Verschijnt dagelijks Uitgeefster N. V. v/h Firma P. 3. van de Sande, Terneuren Advertentieprijs per mm 15 ct; minimum pef advertentie ƒ2,25. Rubriek Kleine Advertenties (geen handels- advertenties) 5 regels 1,—. Iedere regel meer 20 ct. Kleine" advertenties bij vooruitbetaling. Vermelding: Brieven onder nummer, of: Adres Bureau van dit Blad, 20 cent meer Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur. Voor het maandagnummer: zaterdags 10 nur. Thans voor de twaalfde maal sinds zij de troon heeft besteden heeft H. M. de Koningin gisteren dc zitting der Staten-Generaal geopend met het uitspreken der Troon rede in de verenigde vergadering van Eerste en Tweede Kamer. Daartoe heeft de Vorstin zich, vergezeld door Z K II de Prins der Nederlanden en H. K.H. Prinses Irene. in de gouden koets van haar paleis aan het Lange Voorhout, langs Voorhout, Kneuterdijk, Lange en Korte Vijverberg naar de Ridderzaal begeven. Prinses Beatrix kon ditmaal niet aanwezig zijn wegens haar verblijf in Amerika. Te één uur ving Hare Majes teit, haar tocht naar het Bin nenhof aan. Op het ogenblik, dat zij het paleis verliet weer klonk het eerste der minuut- schoten, welke werden gelost totdat het koninklijk gezel schap in het paleis was terug gekeerd. Toen de stoet vertrok was het overal langs de route bijzonder druk. Reeds vroegtijdig waren de staanplaatsen, de tribunes en de plaatsen aan de vele ven sters ingenomen. Het militaire vertoon en het innemen der op stellingen voor de afzettingen had de aandacht gevangen ge houden. maar toen het één uur was, rekten zich de halzen in een poging om zoveel mogelijk waar te nemen van de kleurige stoet, waarin uiteraard de gou den koets de bijzondere aan dacht had. Koningin, Prins en Prinses werden alerwegen har telijk toegejuicht. Op het Binnenhof Het Binnenhof is wel de mooiste plaats om de konink lijke stoet in zijn geheel te zien. Fr zijn niet al te veel plaatsen beschikbaar doch bepaalde groe pen, zoals dragers van de mi litaire Willemsorde en een aan tal burgemeesters, hebben de gelegenheid het kleurrijke schouwspel van de feestelijke stoet, die rond het plein rijdt, langs de in ceremoniële unifor men gestoken militairen van erewacht en ere-afzetting van zeer nabij te genieten. In de Ridderzaal Te kwart voor één waren aan de ingang van de Ridderzaal reeds aanwezig de chef van het militaire huis van H. M. de Ko ningin, luitenant-generaal C. F Pahud de Mortanges. De gou verneur van de residentie, lui tenant-generaal C. J. Valk, en de niet in de stoet ingedeelde adjudant, kapitein-luitenant ter zee N. J. H. Gregory en vier kamerheren, reserve luitenant kolonel der huzaren B. D. W. A. van den Wall Bake, prof. mr. W. F. de Gaay Fortman, J. H. E. Baron van Nageil en jhr. mr. J. H. de Brauw. In de Ridderzaal, die in een zee van licht baadde, was een versiering van groen en bloe men aangebracht langs de troon, de schouw en het balkon. Reeds vroegtijdig hadden zich in de feestelijk getooide zaal velen verenigd. Daar waren uiteraard allereerst de leden van de beide kamers. Verder waren er de leden van het corps diplo matique, hoge ambtenaren, vlag- en opperofficieren, leden van de Hoge Raad der Neder landen, vertegenwoordigers van andere rechterlijke colleges, le den van het internationale ge rechtshof, vertegenwoordigers van kerkgenootschappen, pro vinciale en stedelijke autoritei ten en grootkruisen van Neder landse orden. Voorts woonden de plechtig heid o.m. bijde Italiaanse mi nister van Openbare Werken, Guiseppe Togni. Tegenover de troon namen hun plaatsen in de ministers, de staatssecretarissen en de le den van de Raad van State. De voorzitter van de verenig de vergadering r e beide Ka mers der Staten-Generaal, mr. J. A. Jonkman, deed vooraf de grffier der Eerste Kamer, jhr. mr. J. W. Röell, voorlezing ge ven van het Koninklijk Besluit van 7 september 1.1., waarbij hij is benoemd tot voorzitter van de Eerste Kamer voor de nieu we zitting. Daarna benoemde hij de le den van de commissie van in- en utgeleide van H. M. de Ko ningin. De leden van deze commissie begaven zich naar de ingang van de Ridderzaal, waar zij de vorstelijke personen ontvingen. Voorafgegaan door de cere moniemeester, acht kamerheren, de grootofficieren en de groot meester betraden de Koningin, de Prins en de Prinses de Rid derzaal. De grootmeester, de da me du Palais, de chef van het militaire huis, de gouverneur der residentie, de eerste stal meester en de officieren van het militaire huis volgden on middellijk. Met luider stemme kondigde de ceremoniemeester de komst van Hare Majesteit aan en al le aanwezigen rezen op van hun zetels. Zodra de vorstelijke personen gezeten waren, plaatsten de grootmeesteres, de dame du Palais en de grootofficieren zich achter de Koninklijke ze tels, de leden van het civiele huis rechts en die van het mi litaire huis en de gouverneur der residentie links van de troon. Dan ving Hare Majesteit aan met het uitspreken van de troonrede. Na deze rede weer klonk een „leve de Koningin" waarmede de aanwezigen in stemden. Koningin en Prinses begaven zich vervolgens, voorafgegaan door de commissie van in- en uitgeleide en de grootmeester, naar de ontvangkamer, waar zij enige tijd vertoefden. De groot meesteres en de dame du Pa lais volgden tot aan deze ont vangkamer, waarna zij, evenals de overige leden van het gevolg, zich in de rijtuigen begaven. In dezelfde stoet keerden de vor stelijke personen naar het pa leis aan het Lange Voorhout te rug. Zodra de leden der commis sie in de zaal waren terugge keerd, sloot mr. Jonkman de verenigde vergadering. H. M. de Koningin was ge kleed in een geelzijden jersey- japon en een hoed met paradijs veren. Zij droeg het met briljanten bezette platina armbandhorlo ge, dat haar als persoonlijk ge schenk ter gelegenheid van haar vijftigste verjaardag werd aangeboden door het comité .Verjaarsgeschenk H. M. de Ko ningin". Z. K. H. Prins Bernhard was gekleed in het ceremonieel te nue van generaal-vlieger der Koninklijke luchtmacht, met de versierselen van ridder-groot kruis der orde van de Gouden Leeuw van Nassau van Luxem burg en Nederland. Z. K. H. Prinses Irene droeg een japon van azuurblauw sa tijn, afgezet met lichtblauw kant, en een tulpen toque. V eigeleken bij de luisterrijke stoet, die dinsdagmiddag om één uur van het paleis aan het Lange Voorhout naar de Rid derzaal reed, was het daarna lal er op de middag bij de rij toer van het Koninklijk Gezin, maar een eenvoudige tocht door Den Haag. Het publiek echter, dat rijen dik stond langs de route van „Huis ten Bosch dwars door de stad en daarna terug naar dit buiten paleis, was bijzonder hartelijk. Kindertjes met oranje sjerpen °m en met vlaggetjes en oranje strikjes in het haar juichten, de ouderen juichten spontaan mee, toen de twee open rode landauers voorbij kwamen. In de eerste landauer zaten H. M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard, in de tweede de jongste drie Prinsessen. Het was een stijlvolle tocht, deze tot traditie geworden rij toer door Den Haag. In het Westeinde, bij het Ge meentelijk Verzorgingshuis, stopte de stoet even De 75 jarige mevr. J. M. M. de Bruin, een van de bewoonsters van het huis, bood Hare Majesteit bloemen aan. De Koningin verzocht deze oude Haagse dame haar dank aan alle be woners van het huis te willen overbrengen. De verpleegsters van het R.K. ziekenhuis, dat er vlakbij gevestigd is, maak ten van deze gelegenheid ge bruik om de Prinsessen een toef bloemen aan te bieden. 11.1.. K. H. 1 lins Bernhard, H.M. de Koningin en H. K. H. Prinses Irene tijdens het voorlezen van de Troonrede. Vooraan in de stoet reed de hoofd commissaris van politie van 's-Gravenhage te paard. In het eerste volgrijtuig zaten mevr. M. L. J. D. van Wickevoort Crommelin en mr. G. C. D. ba ron van Hardenbroek. In het tweede volgrijtuig zaten luite nant-generaal C. F. Pahud de Mortanges en majoor W. V. K. Bischoff van Heemskerck. Het rijtuig van H. M. de Koningin cn Z. K. H. de Prins werd ge ëscorteerd door luitenant-kolo nel (vlieger) mr. R. J. E. M. van Zinnicq Bergmann en lui tenant-kolonel C. C. Geertse- ma. Het rijtuig van de Prin sessen werd geëscorteerd door luitenant-kolonel J. J. L. ba ron van Lynden en majoor J- le Heux. H.M. Koningin Juliana heeft gisteren ter opening van het nieuwe parlementaire zittingsjaar de vol gende rede uitgesproken: Leden der Staten-Generaal, In tegenstelling tot de internationale toestand, die nog steeds reden tot ernstige bezorgdheid geeft, stemt de gang van zaken binnen het koninkrijk tot voldoening en dankoaaiheid. Tussen de delen van het koninkrijk bestaan hechte banden en het beleid van de regering is bij voortduring op versterking van de 'goede betrekkingen lussen de landen van het konink rijk gericht. Zij is zich daarbij ten volle ervan bewust dat in de nieuwe rechtsorde, die in het statuut voor het koninkrijk gestalte heeft verkregen, de onderlinge eerbiediging vap het eigen wezen van de landen voorop staal. Met dit uitfcangspunt voor ogen werken de landen samen wanneer zulks slreKt ten voordele van het koninkrijk of van een van de delen en ach ten zij zich geroepen te helpen wanneer bijstand nodig is voor verbetering van het welzijn van de rijksgenoten in een ander land van het koninkrijk. Teneinde meer relief te geven aan hel eigen karakter van de betrekkingen tot Suriname en de Nederlandse Antillen is het ministerie van Zaken Overzee opgeheven en is de nood zakelijke coördinatie van de aangelegenheden, deze landen be treffende, opgedragen aan de vice-minister-president. Met betrekking lot Nederlands Nieuw-Guinea blijft het be leid onveranderd gericht op het doel om de bevolking van dit gebiedsdeel, zodra dit mogelijk zal zijn, over haar eigen poli tieke status te doen beslissen. De regering zal alle prakiische mogelijkheden aangrijpen, welke dit doel kunnen bevorderen, evenals die, welke tot de ontwikkeling van dit gebied kunnen bijdragen. De goede verstandhouding met Australië zal onge- twijleld tot die ontwikkeling bijdragen. Een hervorming van het voor Nieuw-Guinea geldende publiek recht za.!, met dit doel voor ogen, worden ter hand genomen. In de wereld van vandaag, waarin gevaarlijke tegenstellin gen van ideologische en materiële aard helaas onverminderd voortbestaan en telkens ernstige spanningen oproepen, is ons koninkrijk gehouden zijn eigen bijdrage te leveren in het ge zamenlijk streven naar vreedzame verhoudingen. De gesprekken die dezer dagen zullen plaatshebben, nu op initiatief van de president van de Verenigde Staten, zijn op wereldniveau een belangrijke poging tot ontspanning. Zij zullen, voor zover afhankelijk van de Westelijke landen, slechts oen inleiding kunnen zijn tot een werkelijke ontspanning, in dien die landen gezamenlijk, en ieder land voor zichzelt, be reid en in siaat zijn, innerlijke kracht en solidariteit op te brengen. Bij het streven naar een gewaarborgde vrede zijn het voortbestaan van een militair evenwicht en het versterken van de sociaal-economische kracht van de Westelijke landen onmisbare voorwaarden. Even noodzakelijk tot bescherming van de vrijheid der mensen is het verdiepen van de poiitieke samenwerking van het Westen. De onafhankelijkheid en veiligheid ook van ons land en volk zijn verankerd in het Atlantisch bondgenootschap. Het beleid blijft er rtttn ook op gericht aan de gezamenlijke verdediging in Atlantisch velband naar beate vermogen bi] te dragen. Met dit uitgangspunl voor ogen wordt de toekomstige per sonele en linanciële defensie-inspanning onder ogen gezien; een nota dienaangaande zal in het komende parlementaire jaar aan U worden aangeboden, zodra in NAVO-verband de daarvoor noodzakelijke gegevens ter beschikking slaan. In de nieuwe Europese gemeenschappen ziet de regering de drijvende kracht voor een verdere ontwikkeling van de een heid van Europa, dat historisch een eigen taak en verant woordelijkheid heeft. Daarom blijft het beleid bij voort during gericht op een voortvarende uitvoering van de verdra gen van Rome en op een verdere versterking van deze ge meenschappen. Daarenboven is de goede ontwikkeling en func tionering van de Euromarkt van grote betekenis voor een groeiende welvaart van ons land in de toekomst. Het stemt dan ook tot voldoening dat, ongetwijfeld mede als gevolg van het in werking treden van de Europese Economische Gemeen schap, de onderlinge handel tussen de zes landen sinds de aan vang van dit jaar, ook relatief, aanzienlijk is toegenomen. In de loop van het volgende jaar zal een tweede verlaging van douanetarieven in het kader van de Euromarkt worden doorgevoerd. De regering spreekt de hoop uit dat deze tariefs verlaging tot de andere landen van de organisatie voor de Europese Economische Samenwerking zal kunnen worden uit gebreid, opdat het ontstaan van een kloof tussen twee groe pen landen worde vermeden. Haar streven zal dan ook ernstig gericht zijn op de totstandkoming van een bredere Europese economische associatie tussen de in voorbereiding zijnde vrij handelszone van de zeven en de Europese Economische Ge meenschap. De groeiende Europese samenwerking heeft, naar in de praktijk is gebleken, het politieke belang van de Benelux en liet gezamenlijk optreden in Europees verband met België en Luxemburg nog vergroot. Op de weg naar een sterke Benelux moeten nog moeilijkheden worden overwonnen. Daarvoor een oplossing te vinden is meer dan ooit geboden en de regeling zal dan ook alles doen wat in haar vermogen ligt om dit te bevorderen. De vraagstukken voortspruitende uit de achtergebleven ont wikkeling van een belangrijk deel van de wereld hebben een dringend karakter. Ten dienste van de verbetering van de internationale verhoudingen zal ook ons land, met name als lid van de Verenigde Naties, bereid moeten zijn, in toenemende mate aan de oplossing van die vraagstukken mede te werken. De economische ontwikkeling in ons land mag in menig opzicht gunstig worden genoemd. Produktie en werkgelegen heid hebben, na de teruggang van het vorige jaar, een peil bereikt dat hoger is dan dat, hetwelk bestond voordat de moeilijkheden van 1956 en 1957 begonnen. Ondanks de sterke aanwas van de beroepsbevolking is de werkloosheid in aan zienlijke mate gedaald. De betalingsbalans vertoont tot op heden een gunstig verloop; de goud- en deviezenreserve is op een aanvaardbaar niveau gekbmen. Het beleid dat de regering zich voorstelt in deze situatie te voeren is in de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit voerig ter sprake gekomen ter gelegenheid van het overleg over de nota inzake enkele hoofdpunten van het te voeren sociaal-economisch beleid. Het blijft het vaste voornemen zo wel om voort te gaan met de verwijdering van kunstmatige elementen uit ons economisch bestel, als om bij te dragen tot een verantwoorde verdeling van de vruchten van de economi sche vooruitgang. De vrijere loonvorming, waaraan de rege ring op principiële en praktische gronden grote waarde hecht, heeft een aanvang genomen. Indien de in overleg met het bedrijfsleven terzake vastgestelde regelen nauwgezet door werknemers- en werkgeversorganisaties worden in acht ge nomen, zal dit nieuwe beleid aan zün doel beantwoorden en het gevaar voor een nieuwe overspanning worden vermeden. Ook het begrotingsbeleid moet in het teken van de huidige economische situatie worden gesteld. Van de begroting voor het dienstjaar 1960 mag een remmend effect worden verwacht op de thans duidelijk waarneembare versnelde uitzetting van de bestedingen. De uitgaven vertonen in vergelijking met het nationale inkomen een daling ten opzichte van het jaar 1959. Het beroep dat de Overheid zal moeten doen op de kapitaal markt is niet van zodanige omvang dat daaruit belangrijke --anningen op deze markt zullen voortvloeien. De conjunc- I ;ele toestand brengt voorts met zich mede, dat stimulering n de bestedingen door vermindering van de belastingdruk zeer beperkt moet blijven. Op het gebied van de belastingtarieven zal derhalve moeten woeden volstaan met een, overigens dringend geboden, ver laging van het tarief van de loon- en inkomstenbelasting voor ongehuwden. Gezien ook de doorwerking in het volgende jaar van de met ingang van dit jaar getroffen maatregelen op het gebied van de investeringsaftrek en de vervroegde afschrijving zal een verdere vermindering van de feitelijk bestaande belas tingdruk niet kunnen plaats vinden en zullen mitsdien de laat stelijk voor 1959 verlengde belastingmaatregelen ook voor het komende jaar moeten worden gehandhaafd. Als uitvloeisel van het terzake in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gevoerde overleg zal spoedig een weIs\oo - stel worden ingediend tot verhoging van de huren met inga 0 van 1 april van het volgend jaar. Te zamen met de vooi ge nomen vermindering van de woningbouwsubsiche zal ook aio 1. een stap vooruit worden gezet op de weg naar op dit geoiea meer normale toestanden. De woningnood met name in de sector van de arbeiders woningen en de goedkope middenstandswoningen, is overi gens nog van zodanige omvang dat hier bijzondere waakzaam heid en zorg geboden blijven. De regering overweegt maat regelen tot ondersteuning van het streven om de particuliere woningbouw meer dan tot dusverre op dc bouw van deze woningen te richten. Binnen het geheel van de nationale volkshuishouding zal de Regering haar beleid richten op een ontplooiing van land- en tuinbouw. Zij zal bflzondere aandacht wijden aan het land bouwonderwijs en het landbouwkundig onderzoek, zomede aan een verbetering van de bedrijfsstructuur en de externe pro- duktie-omstandigheden. Ook het garantiebeleid zal in toenemende mate worden ge richt op het stimuleren van een economisch verantwoorde produktie. Daarnaast zal het garantiebeleid blijven afgestemd op redelijke producentenprijzen voor die landbouwprodukten, die in het bijzonder de gevolgen ondervinden van het gebrek aan standvastigheid der internationale marktverhoudingen en die tevens voor de inkomensvorming in de landbouw van wezenlijk belang zijn. Met betrekking tot het reactorcentrum Nederland te Petten bestaat de verwachting dat de onderhandelingen inzake een samenwerking met Euratom tot een bevredigend resultaat zullen leiden. Daarnevens blijft de Regering de verdere ont wikkeling van het kernfysisch onderzoek, met name bij het hoger onderwijs, alsmede de industriële toepassing daarvan krachtig bevorderen. De over het algemeen evenwichtige groei van onze volks huishouding doet de Regering niet het zicht verliezen op de, zo belangrijke, structuurpolitieke vraagstukken. Reeds in het algemeen vereist de snelle aanwas van de bevolking en haar spreiding over het grondgebied van ons land het treffen van planologische en bestuurlijke maatregelen, welke van hel hoogste belang zijn. Bepaalde delen van het land ondervinden daarenboven, uit een oogpunt van een evenwichtige welvaartsontwikkeling, bij zondere moeilijkheden, waarmede in het beleid rekening zal worden gehouden. Zo heeft de industriespreiding de ernstige aandacht van de Regering, omdat vooral langs deze weg de oplossing moet worden gezocht voor het in die streken be slaande vraagstuk van de structurele werkgelegenheid, als mede voor de moeilijkheden, welke in het westen des lands in toenemende mate voortvloeien uit de bevolkingsdichtheid en de concentratie van de bedrijvigheid aldaar. De Regering zal daarom de vestiging en de uitbreiding van industrie in de noordelijke provincies alsook in de andere probleemgebieden met kracht bevorderen. Daartoe is zij bereid de nodige finan ciële steun te verlenen voor het in versneld tempo tot uitvoe ring brengen van een programma van werken, dat blijvend veroetering kan brengen in het industriële vestigingsklimaat aldaar. Een en ander kan uiteraard niet beperkt blijven tot de industrie.-Ook andere welvaartsbronnen zullen, waar nodig, lot veidere ontwikkeling moeten worden gebrachl. Daaroij zal niet uit het oog worden verloren dat de algemeen maat- scnappelijke en culturele begeleiding van bovenoedoelde acti viteiten onmisbaar is voor de harmonische ontwikkeling van deze gebieden. De aandacht blyft gevestigd op de noodzakelijkheid om de vooraanstaande positie die de Nederlandse zeehavens in West- Europa innemen, te handhaven en, zo mogelijk, te versterken, waartoe niet alleen vergroting van het havenareaal, doch ook verbetering van de toegangen uit zee en de verbindingen met het achterland geboden is. Op sociaal gebied blijft de Regering streven naar een ver dere voltooiing van het stelsel van sociale zekerheid. Daarbij zullen de verzorging en de revalidatie van langdurige zieken in stijgende mate aandacht vragen. Aan een wijde versprei ding van duurzaam persoonlijk bezit, en met name van pro- duktief bezit, hecht de Regering bijzondere waarde. Zij is van oordeel, dat niet kan worden volstaan met een spoedige af werking van de onderhanden regelingen, maar dat de tijd thans rjjp is om tot een verdere uitbouw van het bezitsvor- mingsbeleid over te gaan. Zij stelt zich voor het terzake in de eerstkomende jaren te voeren beleid, daaronder begrepen een aanduiding van de daartoe te treffen financiële en fiscale maatregelen, op korte termijn in een afzonderlijke nota aan U voor te leggen. Een vraagstuk van4 andere aard, dat in een sterk ontwik kelde volkshuishouding als de onze wordt opgeroepen, is dat der voortschrijdende centralisatie. De Regering acht het bewust verminderen van beslaande en het tegengaan van verdere centralisatie in het bestuurs apparaat van het hoogste belang, met name op grond van de aan dit verschijnsel verbonden bezwaren uit een oogpunt van verantwoordelijkheid van de burgers. Zij is ervan overtuigd, dat decentralisatie tot een versterking van ons democratisch bestel zal kunnen bijdragen. Voortbouwende op de reeds verrichte, waardevolle, arbeid slelt de Regering zich voor de grote onderneming van het tot stand brengen van een nieuw burgerlijk wetboek met kracht voort te zetten. Als partiële wijziging van bestaande wetgeving zal zij op korte termijn een wijziging van de loterijwet aan de 01de stellen. Over de vraag in hoeverre een herziening van het vennoot schapsrecht gewenst is, zal de Regering zich doen voorlichten door een Staatscommissie, Voor de vorming en de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de mens zijn het onderwijs en de cultuur van uitnemend belang, De Regering besteedt daarom grote aandacht aan de uitbreiding en verbetering vin het onderwijs, waarbij vooral de voorziening in de behoefte aan docenten en de bouw van scholen haar zorg hebben. Ook van U zal in hel komende jaar veel aandaent worden gevraagd voor hel onderwijs en met name voor de onderwijswetgeving; dat geldt niet alleen voor de grote wetsontwerpen tot regeling van het voortgezet onderwijs en van het wetenschappelijk onderwijs, maar ook voor een aantal andere ontwerpen, die nog op behandeling wachten. In het bewustzijn van de grote waarde die radio en televisie in stijgende mate kunnen hebben, is besloten tot uitbreiding van de televisiezendtijd. Waakzaamheid is geboden, opdat de toeneming van de materiële welvaart de in de hedendaagse maatschappij dreigende verzakelijking niet versterke. Veeleer behoort zij dienstbaar te zijn aan de geestelijke verheffing van ons volk. In dit verband ware o.a. te denken aan maat schappelijk werk, aan kennisneming van ons oude cultuur bezit en van uitingen van hedendaagse kunst en aan een zinvolle vrijetijdsbesteding, waaronder de sport. Van bijzonder belang voor de toekomst van ons volk is daarbij een verant woorde vorming van de jeugd. De Regering is van de ingrij pende betekenis van deze kant van ons volksleven doordron gen. Voor zover het op haar weg ligt zal zij hier stimulerend optreden. Niet alleen de vraagstukken, welke ik zoeven heb aange duid, maar ook vele andere zullen in het komende zittingsjaar uw aandacht en werkkracht vragen. De ingewikkeldheid en onderlinge verwevenheid ervan zullen uw besluitvorming veelal tot een moeilijke maken. Moge uw arbeid, waarbij vele en gevarieerde belangen moe ten worden overwogen en behartigd, worden verlicht .door het diepe bewustzijn van het voorrecht, dal Regering en Sta- ten-Generaal ten dienste van het welzijn van ons volk in vrijheid werkzaam zijn. En mogen zo, ook aan ons volk. de offers, die het, gezamenlijk met de andere Westerse volken, bij voortduring voor de nationale vrijheid moet brengen, minder zwaar vallen door een levend besef van dat hoge goed. Mei de bede, dat God U in het komende zittingsjaar moge sterken b(j de vervulling van uw moeilijke en verantwoorde lijke taak, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. aa» -1- -r-ri-'i i—

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1959 | | pagina 1