De plechtige opening der
Staten-Generaal
DE TROONREDE
RIJTOER DOOR DEN HAAG
Trankerlng bjj abonnement: Temeuzen.
Directeur-Hoofdredacteur I van de^Sande
Redactie-adres: Noordstraat os57
Administratie-adres: Smidswal
Telefoon 2073 en 2510
N5 uur uitsluitend 2073
Gironummer 38150
Abonnementsprijs: ƒ6,— per kwartaal; per
maand 2,per week 48 ct. Losse nrs 9 ct.
DE VRIJE ZEEUW
tWOENSDAG 16 SEPTEMBER 1959
15e Jaargang Nr 4782
Verschijnt dagelijks Uitgeefster N. V. v/h Firma P. 3. van de Sande, Terneuren
Advertentieprijs per mm 15 ct; minimum pef
advertentie ƒ2,25.
Rubriek Kleine Advertenties (geen handels-
advertenties) 5 regels 1,—. Iedere regel meer
20 ct. Kleine" advertenties bij vooruitbetaling.
Vermelding: Brieven onder nummer, of: Adres
Bureau van dit Blad, 20 cent meer
Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur.
Voor het maandagnummer: zaterdags 10 nur.
Thans voor de twaalfde maal sinds zij de troon heeft
besteden heeft H. M. de Koningin gisteren dc zitting der
Staten-Generaal geopend met het uitspreken der Troon
rede in de verenigde vergadering van Eerste en Tweede
Kamer. Daartoe heeft de Vorstin zich, vergezeld door
Z K II de Prins der Nederlanden en H. K.H. Prinses
Irene. in de gouden koets van haar paleis aan het Lange
Voorhout, langs Voorhout, Kneuterdijk, Lange en Korte
Vijverberg naar de Ridderzaal begeven. Prinses Beatrix
kon ditmaal niet aanwezig zijn wegens haar verblijf in
Amerika.
Te één uur ving Hare Majes
teit, haar tocht naar het Bin
nenhof aan. Op het ogenblik,
dat zij het paleis verliet weer
klonk het eerste der minuut-
schoten, welke werden gelost
totdat het koninklijk gezel
schap in het paleis was terug
gekeerd.
Toen de stoet vertrok was het
overal langs de route bijzonder
druk. Reeds vroegtijdig waren
de staanplaatsen, de tribunes
en de plaatsen aan de vele ven
sters ingenomen. Het militaire
vertoon en het innemen der op
stellingen voor de afzettingen
had de aandacht gevangen ge
houden. maar toen het één uur
was, rekten zich de halzen in
een poging om zoveel mogelijk
waar te nemen van de kleurige
stoet, waarin uiteraard de gou
den koets de bijzondere aan
dacht had. Koningin, Prins en
Prinses werden alerwegen har
telijk toegejuicht.
Op het Binnenhof
Het Binnenhof is wel de
mooiste plaats om de konink
lijke stoet in zijn geheel te zien.
Fr zijn niet al te veel plaatsen
beschikbaar doch bepaalde groe
pen, zoals dragers van de mi
litaire Willemsorde en een aan
tal burgemeesters, hebben de
gelegenheid het kleurrijke
schouwspel van de feestelijke
stoet, die rond het plein rijdt,
langs de in ceremoniële unifor
men gestoken militairen van
erewacht en ere-afzetting van
zeer nabij te genieten.
In de Ridderzaal
Te kwart voor één waren aan
de ingang van de Ridderzaal
reeds aanwezig de chef van het
militaire huis van H. M. de Ko
ningin, luitenant-generaal C. F
Pahud de Mortanges. De gou
verneur van de residentie, lui
tenant-generaal C. J. Valk, en
de niet in de stoet ingedeelde
adjudant, kapitein-luitenant ter
zee N. J. H. Gregory en vier
kamerheren, reserve luitenant
kolonel der huzaren B. D. W. A.
van den Wall Bake, prof. mr.
W. F. de Gaay Fortman, J. H.
E. Baron van Nageil en jhr.
mr. J. H. de Brauw.
In de Ridderzaal, die in een
zee van licht baadde, was een
versiering van groen en bloe
men aangebracht langs de troon,
de schouw en het balkon. Reeds
vroegtijdig hadden zich in de
feestelijk getooide zaal velen
verenigd. Daar waren uiteraard
allereerst de leden van de
beide kamers. Verder waren er
de leden van het corps diplo
matique, hoge ambtenaren,
vlag- en opperofficieren, leden
van de Hoge Raad der Neder
landen, vertegenwoordigers van
andere rechterlijke colleges, le
den van het internationale ge
rechtshof, vertegenwoordigers
van kerkgenootschappen, pro
vinciale en stedelijke autoritei
ten en grootkruisen van Neder
landse orden.
Voorts woonden de plechtig
heid o.m. bijde Italiaanse mi
nister van Openbare Werken,
Guiseppe Togni.
Tegenover de troon namen
hun plaatsen in de ministers,
de staatssecretarissen en de le
den van de Raad van State.
De voorzitter van de verenig
de vergadering r e beide Ka
mers der Staten-Generaal, mr.
J. A. Jonkman, deed vooraf de
grffier der Eerste Kamer, jhr.
mr. J. W. Röell, voorlezing ge
ven van het Koninklijk Besluit
van 7 september 1.1., waarbij hij
is benoemd tot voorzitter van
de Eerste Kamer voor de nieu
we zitting.
Daarna benoemde hij de le
den van de commissie van in-
en utgeleide van H. M. de Ko
ningin.
De leden van deze commissie
begaven zich naar de ingang
van de Ridderzaal, waar zij de
vorstelijke personen ontvingen.
Voorafgegaan door de cere
moniemeester, acht kamerheren,
de grootofficieren en de groot
meester betraden de Koningin,
de Prins en de Prinses de Rid
derzaal. De grootmeester, de da
me du Palais, de chef van het
militaire huis, de gouverneur
der residentie, de eerste stal
meester en de officieren van
het militaire huis volgden on
middellijk.
Met luider stemme kondigde
de ceremoniemeester de komst
van Hare Majesteit aan en al
le aanwezigen rezen op van hun
zetels.
Zodra de vorstelijke personen
gezeten waren, plaatsten de
grootmeesteres, de dame du
Palais en de grootofficieren
zich achter de Koninklijke ze
tels, de leden van het civiele
huis rechts en die van het mi
litaire huis en de gouverneur
der residentie links van de
troon.
Dan ving Hare Majesteit aan
met het uitspreken van de
troonrede. Na deze rede weer
klonk een „leve de Koningin"
waarmede de aanwezigen in
stemden.
Koningin en Prinses begaven
zich vervolgens, voorafgegaan
door de commissie van in- en
uitgeleide en de grootmeester,
naar de ontvangkamer, waar zij
enige tijd vertoefden. De groot
meesteres en de dame du Pa
lais volgden tot aan deze ont
vangkamer, waarna zij, evenals
de overige leden van het gevolg,
zich in de rijtuigen begaven. In
dezelfde stoet keerden de vor
stelijke personen naar het pa
leis aan het Lange Voorhout te
rug.
Zodra de leden der commis
sie in de zaal waren terugge
keerd, sloot mr. Jonkman de
verenigde vergadering.
H. M. de Koningin was ge
kleed in een geelzijden jersey-
japon en een hoed met paradijs
veren.
Zij droeg het met briljanten
bezette platina armbandhorlo
ge, dat haar als persoonlijk ge
schenk ter gelegenheid van
haar vijftigste verjaardag werd
aangeboden door het comité
.Verjaarsgeschenk H. M. de Ko
ningin".
Z. K. H. Prins Bernhard was
gekleed in het ceremonieel te
nue van generaal-vlieger der
Koninklijke luchtmacht, met de
versierselen van ridder-groot
kruis der orde van de Gouden
Leeuw van Nassau van Luxem
burg en Nederland.
Z. K. H. Prinses Irene droeg
een japon van azuurblauw sa
tijn, afgezet met lichtblauw
kant, en een tulpen toque.
V eigeleken bij de luisterrijke
stoet, die dinsdagmiddag om
één uur van het paleis aan het
Lange Voorhout naar de Rid
derzaal reed, was het daarna
lal er op de middag bij de rij
toer van het Koninklijk Gezin,
maar een eenvoudige tocht
door Den Haag. Het publiek
echter, dat rijen dik stond
langs de route van „Huis ten
Bosch dwars door de stad en
daarna terug naar dit buiten
paleis, was bijzonder hartelijk.
Kindertjes met oranje sjerpen
°m en met vlaggetjes en oranje
strikjes in het haar juichten,
de ouderen juichten spontaan
mee, toen de twee open rode
landauers voorbij kwamen. In
de eerste landauer zaten H. M.
Koningin Juliana en Z.K.H.
Prins Bernhard, in de tweede
de jongste drie Prinsessen.
Het was een stijlvolle tocht,
deze tot traditie geworden rij
toer door Den Haag.
In het Westeinde, bij het Ge
meentelijk Verzorgingshuis,
stopte de stoet even De 75
jarige mevr. J. M. M. de Bruin,
een van de bewoonsters van
het huis, bood Hare Majesteit
bloemen aan. De Koningin
verzocht deze oude Haagse
dame haar dank aan alle be
woners van het huis te willen
overbrengen. De verpleegsters
van het R.K. ziekenhuis, dat
er vlakbij gevestigd is, maak
ten van deze gelegenheid ge
bruik om de Prinsessen een
toef bloemen aan te bieden.
11.1.. K. H. 1 lins Bernhard, H.M. de Koningin en H. K. H. Prinses Irene tijdens het voorlezen
van de Troonrede.
Vooraan in de stoet reed de hoofd
commissaris van politie van
's-Gravenhage te paard. In het
eerste volgrijtuig zaten mevr.
M. L. J. D. van Wickevoort
Crommelin en mr. G. C. D. ba
ron van Hardenbroek. In het
tweede volgrijtuig zaten luite
nant-generaal C. F. Pahud de
Mortanges en majoor W. V. K.
Bischoff van Heemskerck. Het
rijtuig van H. M. de Koningin
cn Z. K. H. de Prins werd ge
ëscorteerd door luitenant-kolo
nel (vlieger) mr. R. J. E. M.
van Zinnicq Bergmann en lui
tenant-kolonel C. C. Geertse-
ma. Het rijtuig van de Prin
sessen werd geëscorteerd door
luitenant-kolonel J. J. L. ba
ron van Lynden en majoor J-
le Heux.
H.M. Koningin Juliana heeft gisteren ter opening
van het nieuwe parlementaire zittingsjaar de vol
gende rede uitgesproken:
Leden der Staten-Generaal,
In tegenstelling tot de internationale toestand, die nog
steeds reden tot ernstige bezorgdheid geeft, stemt de gang van
zaken binnen het koninkrijk tot voldoening en dankoaaiheid.
Tussen de delen van het koninkrijk bestaan hechte banden en
het beleid van de regering is bij voortduring op versterking
van de 'goede betrekkingen lussen de landen van het konink
rijk gericht. Zij is zich daarbij ten volle ervan bewust dat in
de nieuwe rechtsorde, die in het statuut voor het koninkrijk
gestalte heeft verkregen, de onderlinge eerbiediging vap het
eigen wezen van de landen voorop staal. Met dit uitfcangspunt
voor ogen werken de landen samen wanneer zulks slreKt ten
voordele van het koninkrijk of van een van de delen en ach
ten zij zich geroepen te helpen wanneer bijstand nodig is voor
verbetering van het welzijn van de rijksgenoten in een ander
land van het koninkrijk.
Teneinde meer relief te geven aan hel eigen karakter van
de betrekkingen tot Suriname en de Nederlandse Antillen is
het ministerie van Zaken Overzee opgeheven en is de nood
zakelijke coördinatie van de aangelegenheden, deze landen be
treffende, opgedragen aan de vice-minister-president.
Met betrekking lot Nederlands Nieuw-Guinea blijft het be
leid onveranderd gericht op het doel om de bevolking van dit
gebiedsdeel, zodra dit mogelijk zal zijn, over haar eigen poli
tieke status te doen beslissen. De regering zal alle prakiische
mogelijkheden aangrijpen, welke dit doel kunnen bevorderen,
evenals die, welke tot de ontwikkeling van dit gebied kunnen
bijdragen. De goede verstandhouding met Australië zal onge-
twijleld tot die ontwikkeling bijdragen. Een hervorming van
het voor Nieuw-Guinea geldende publiek recht za.!, met dit
doel voor ogen, worden ter hand genomen.
In de wereld van vandaag, waarin gevaarlijke tegenstellin
gen van ideologische en materiële aard helaas onverminderd
voortbestaan en telkens ernstige spanningen oproepen, is ons
koninkrijk gehouden zijn eigen bijdrage te leveren in het ge
zamenlijk streven naar vreedzame verhoudingen.
De gesprekken die dezer dagen zullen plaatshebben, nu op
initiatief van de president van de Verenigde Staten, zijn op
wereldniveau een belangrijke poging tot ontspanning. Zij
zullen, voor zover afhankelijk van de Westelijke landen, slechts
oen inleiding kunnen zijn tot een werkelijke ontspanning, in
dien die landen gezamenlijk, en ieder land voor zichzelt, be
reid en in siaat zijn, innerlijke kracht en solidariteit op te
brengen. Bij het streven naar een gewaarborgde vrede zijn het
voortbestaan van een militair evenwicht en het versterken
van de sociaal-economische kracht van de Westelijke landen
onmisbare voorwaarden. Even noodzakelijk tot bescherming
van de vrijheid der mensen is het verdiepen van de poiitieke
samenwerking van het Westen.
De onafhankelijkheid en veiligheid ook van ons land en volk
zijn verankerd in het Atlantisch bondgenootschap. Het beleid
blijft er rtttn ook op gericht aan de gezamenlijke verdediging
in Atlantisch velband naar beate vermogen bi] te dragen.
Met dit uitgangspunl voor ogen wordt de toekomstige per
sonele en linanciële defensie-inspanning onder ogen gezien;
een nota dienaangaande zal in het komende parlementaire
jaar aan U worden aangeboden, zodra in NAVO-verband de
daarvoor noodzakelijke gegevens ter beschikking slaan.
In de nieuwe Europese gemeenschappen ziet de regering de
drijvende kracht voor een verdere ontwikkeling van de een
heid van Europa, dat historisch een eigen taak en verant
woordelijkheid heeft. Daarom blijft het beleid bij voort
during gericht op een voortvarende uitvoering van de verdra
gen van Rome en op een verdere versterking van deze ge
meenschappen. Daarenboven is de goede ontwikkeling en func
tionering van de Euromarkt van grote betekenis voor een
groeiende welvaart van ons land in de toekomst. Het stemt
dan ook tot voldoening dat, ongetwijfeld mede als gevolg van
het in werking treden van de Europese Economische Gemeen
schap, de onderlinge handel tussen de zes landen sinds de aan
vang van dit jaar, ook relatief, aanzienlijk is toegenomen.
In de loop van het volgende jaar zal een tweede verlaging
van douanetarieven in het kader van de Euromarkt worden
doorgevoerd. De regering spreekt de hoop uit dat deze tariefs
verlaging tot de andere landen van de organisatie voor de
Europese Economische Samenwerking zal kunnen worden uit
gebreid, opdat het ontstaan van een kloof tussen twee groe
pen landen worde vermeden. Haar streven zal dan ook ernstig
gericht zijn op de totstandkoming van een bredere Europese
economische associatie tussen de in voorbereiding zijnde vrij
handelszone van de zeven en de Europese Economische Ge
meenschap.
De groeiende Europese samenwerking heeft, naar in de
praktijk is gebleken, het politieke belang van de Benelux en
liet gezamenlijk optreden in Europees verband met België en
Luxemburg nog vergroot. Op de weg naar een sterke Benelux
moeten nog moeilijkheden worden overwonnen. Daarvoor een
oplossing te vinden is meer dan ooit geboden en de regeling
zal dan ook alles doen wat in haar vermogen ligt om dit te
bevorderen.
De vraagstukken voortspruitende uit de achtergebleven ont
wikkeling van een belangrijk deel van de wereld hebben een
dringend karakter. Ten dienste van de verbetering van de
internationale verhoudingen zal ook ons land, met name als
lid van de Verenigde Naties, bereid moeten zijn, in toenemende
mate aan de oplossing van die vraagstukken mede te werken.
De economische ontwikkeling in ons land mag in menig
opzicht gunstig worden genoemd. Produktie en werkgelegen
heid hebben, na de teruggang van het vorige jaar, een peil
bereikt dat hoger is dan dat, hetwelk bestond voordat de
moeilijkheden van 1956 en 1957 begonnen. Ondanks de sterke
aanwas van de beroepsbevolking is de werkloosheid in aan
zienlijke mate gedaald. De betalingsbalans vertoont tot op
heden een gunstig verloop; de goud- en deviezenreserve is op
een aanvaardbaar niveau gekbmen.
Het beleid dat de regering zich voorstelt in deze situatie
te voeren is in de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit
voerig ter sprake gekomen ter gelegenheid van het overleg
over de nota inzake enkele hoofdpunten van het te voeren
sociaal-economisch beleid. Het blijft het vaste voornemen zo
wel om voort te gaan met de verwijdering van kunstmatige
elementen uit ons economisch bestel, als om bij te dragen tot
een verantwoorde verdeling van de vruchten van de economi
sche vooruitgang. De vrijere loonvorming, waaraan de rege
ring op principiële en praktische gronden grote waarde hecht,
heeft een aanvang genomen. Indien de in overleg met het
bedrijfsleven terzake vastgestelde regelen nauwgezet door
werknemers- en werkgeversorganisaties worden in acht ge
nomen, zal dit nieuwe beleid aan zün doel beantwoorden en
het gevaar voor een nieuwe overspanning worden vermeden.
Ook het begrotingsbeleid moet in het teken van de huidige
economische situatie worden gesteld. Van de begroting voor
het dienstjaar 1960 mag een remmend effect worden verwacht
op de thans duidelijk waarneembare versnelde uitzetting van
de bestedingen. De uitgaven vertonen in vergelijking met het
nationale inkomen een daling ten opzichte van het jaar 1959.
Het beroep dat de Overheid zal moeten doen op de kapitaal
markt is niet van zodanige omvang dat daaruit belangrijke
--anningen op deze markt zullen voortvloeien. De conjunc-
I ;ele toestand brengt voorts met zich mede, dat stimulering
n de bestedingen door vermindering van de belastingdruk
zeer beperkt moet blijven.
Op het gebied van de belastingtarieven zal derhalve moeten
woeden volstaan met een, overigens dringend geboden, ver
laging van het tarief van de loon- en inkomstenbelasting voor
ongehuwden. Gezien ook de doorwerking in het volgende jaar
van de met ingang van dit jaar getroffen maatregelen op het
gebied van de investeringsaftrek en de vervroegde afschrijving
zal een verdere vermindering van de feitelijk bestaande belas
tingdruk niet kunnen plaats vinden en zullen mitsdien de laat
stelijk voor 1959 verlengde belastingmaatregelen ook voor het
komende jaar moeten worden gehandhaafd.
Als uitvloeisel van het terzake in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal gevoerde overleg zal spoedig een weIs\oo -
stel worden ingediend tot verhoging van de huren met inga 0
van 1 april van het volgend jaar. Te zamen met de vooi ge
nomen vermindering van de woningbouwsubsiche zal ook aio 1.
een stap vooruit worden gezet op de weg naar op dit geoiea
meer normale toestanden.
De woningnood met name in de sector van de arbeiders
woningen en de goedkope middenstandswoningen, is overi
gens nog van zodanige omvang dat hier bijzondere waakzaam
heid en zorg geboden blijven. De regering overweegt maat
regelen tot ondersteuning van het streven om de particuliere
woningbouw meer dan tot dusverre op dc bouw van deze
woningen te richten.
Binnen het geheel van de nationale volkshuishouding zal de
Regering haar beleid richten op een ontplooiing van land- en
tuinbouw. Zij zal bflzondere aandacht wijden aan het land
bouwonderwijs en het landbouwkundig onderzoek, zomede aan
een verbetering van de bedrijfsstructuur en de externe pro-
duktie-omstandigheden.
Ook het garantiebeleid zal in toenemende mate worden ge
richt op het stimuleren van een economisch verantwoorde
produktie. Daarnaast zal het garantiebeleid blijven afgestemd
op redelijke producentenprijzen voor die landbouwprodukten,
die in het bijzonder de gevolgen ondervinden van het gebrek
aan standvastigheid der internationale marktverhoudingen en
die tevens voor de inkomensvorming in de landbouw van
wezenlijk belang zijn.
Met betrekking tot het reactorcentrum Nederland te Petten
bestaat de verwachting dat de onderhandelingen inzake een
samenwerking met Euratom tot een bevredigend resultaat
zullen leiden. Daarnevens blijft de Regering de verdere ont
wikkeling van het kernfysisch onderzoek, met name bij het
hoger onderwijs, alsmede de industriële toepassing daarvan
krachtig bevorderen.
De over het algemeen evenwichtige groei van onze volks
huishouding doet de Regering niet het zicht verliezen op de,
zo belangrijke, structuurpolitieke vraagstukken. Reeds in het
algemeen vereist de snelle aanwas van de bevolking en haar
spreiding over het grondgebied van ons land het treffen van
planologische en bestuurlijke maatregelen, welke van hel
hoogste belang zijn.
Bepaalde delen van het land ondervinden daarenboven, uit
een oogpunt van een evenwichtige welvaartsontwikkeling, bij
zondere moeilijkheden, waarmede in het beleid rekening zal
worden gehouden. Zo heeft de industriespreiding de ernstige
aandacht van de Regering, omdat vooral langs deze weg de
oplossing moet worden gezocht voor het in die streken be
slaande vraagstuk van de structurele werkgelegenheid, als
mede voor de moeilijkheden, welke in het westen des lands
in toenemende mate voortvloeien uit de bevolkingsdichtheid
en de concentratie van de bedrijvigheid aldaar. De Regering
zal daarom de vestiging en de uitbreiding van industrie in de
noordelijke provincies alsook in de andere probleemgebieden
met kracht bevorderen. Daartoe is zij bereid de nodige finan
ciële steun te verlenen voor het in versneld tempo tot uitvoe
ring brengen van een programma van werken, dat blijvend
veroetering kan brengen in het industriële vestigingsklimaat
aldaar. Een en ander kan uiteraard niet beperkt blijven tot
de industrie.-Ook andere welvaartsbronnen zullen, waar nodig,
lot veidere ontwikkeling moeten worden gebrachl. Daaroij
zal niet uit het oog worden verloren dat de algemeen maat-
scnappelijke en culturele begeleiding van bovenoedoelde acti
viteiten onmisbaar is voor de harmonische ontwikkeling van
deze gebieden.
De aandacht blyft gevestigd op de noodzakelijkheid om de
vooraanstaande positie die de Nederlandse zeehavens in West-
Europa innemen, te handhaven en, zo mogelijk, te versterken,
waartoe niet alleen vergroting van het havenareaal, doch ook
verbetering van de toegangen uit zee en de verbindingen met
het achterland geboden is.
Op sociaal gebied blijft de Regering streven naar een ver
dere voltooiing van het stelsel van sociale zekerheid. Daarbij
zullen de verzorging en de revalidatie van langdurige zieken
in stijgende mate aandacht vragen. Aan een wijde versprei
ding van duurzaam persoonlijk bezit, en met name van pro-
duktief bezit, hecht de Regering bijzondere waarde. Zij is van
oordeel, dat niet kan worden volstaan met een spoedige af
werking van de onderhanden regelingen, maar dat de tijd
thans rjjp is om tot een verdere uitbouw van het bezitsvor-
mingsbeleid over te gaan. Zij stelt zich voor het terzake in
de eerstkomende jaren te voeren beleid, daaronder begrepen
een aanduiding van de daartoe te treffen financiële en fiscale
maatregelen, op korte termijn in een afzonderlijke nota aan
U voor te leggen.
Een vraagstuk van4 andere aard, dat in een sterk ontwik
kelde volkshuishouding als de onze wordt opgeroepen, is dat
der voortschrijdende centralisatie.
De Regering acht het bewust verminderen van beslaande
en het tegengaan van verdere centralisatie in het bestuurs
apparaat van het hoogste belang, met name op grond van de
aan dit verschijnsel verbonden bezwaren uit een oogpunt van
verantwoordelijkheid van de burgers. Zij is ervan overtuigd,
dat decentralisatie tot een versterking van ons democratisch
bestel zal kunnen bijdragen.
Voortbouwende op de reeds verrichte, waardevolle, arbeid
slelt de Regering zich voor de grote onderneming van het tot
stand brengen van een nieuw burgerlijk wetboek met kracht
voort te zetten. Als partiële wijziging van bestaande wetgeving
zal zij op korte termijn een wijziging van de loterijwet aan
de 01de stellen.
Over de vraag in hoeverre een herziening van het vennoot
schapsrecht gewenst is, zal de Regering zich doen voorlichten
door een Staatscommissie,
Voor de vorming en de ontwikkeling van de persoonlijkheid
van de mens zijn het onderwijs en de cultuur van uitnemend
belang, De Regering besteedt daarom grote aandacht aan de
uitbreiding en verbetering vin het onderwijs, waarbij vooral
de voorziening in de behoefte aan docenten en de bouw van
scholen haar zorg hebben. Ook van U zal in hel komende
jaar veel aandaent worden gevraagd voor hel onderwijs en
met name voor de onderwijswetgeving; dat geldt niet alleen
voor de grote wetsontwerpen tot regeling van het voortgezet
onderwijs en van het wetenschappelijk onderwijs, maar ook
voor een aantal andere ontwerpen, die nog op behandeling
wachten.
In het bewustzijn van de grote waarde die radio en televisie
in stijgende mate kunnen hebben, is besloten tot uitbreiding
van de televisiezendtijd. Waakzaamheid is geboden, opdat de
toeneming van de materiële welvaart de in de hedendaagse
maatschappij dreigende verzakelijking niet versterke. Veeleer
behoort zij dienstbaar te zijn aan de geestelijke verheffing
van ons volk. In dit verband ware o.a. te denken aan maat
schappelijk werk, aan kennisneming van ons oude cultuur
bezit en van uitingen van hedendaagse kunst en aan een
zinvolle vrijetijdsbesteding, waaronder de sport. Van bijzonder
belang voor de toekomst van ons volk is daarbij een verant
woorde vorming van de jeugd. De Regering is van de ingrij
pende betekenis van deze kant van ons volksleven doordron
gen. Voor zover het op haar weg ligt zal zij hier stimulerend
optreden.
Niet alleen de vraagstukken, welke ik zoeven heb aange
duid, maar ook vele andere zullen in het komende zittingsjaar
uw aandacht en werkkracht vragen. De ingewikkeldheid en
onderlinge verwevenheid ervan zullen uw besluitvorming veelal
tot een moeilijke maken.
Moge uw arbeid, waarbij vele en gevarieerde belangen moe
ten worden overwogen en behartigd, worden verlicht .door
het diepe bewustzijn van het voorrecht, dal Regering en Sta-
ten-Generaal ten dienste van het welzijn van ons volk in
vrijheid werkzaam zijn. En mogen zo, ook aan ons volk. de
offers, die het, gezamenlijk met de andere Westerse volken, bij
voortduring voor de nationale vrijheid moet brengen, minder
zwaar vallen door een levend besef van dat hoge goed.
Mei de bede, dat God U in het komende zittingsjaar moge
sterken b(j de vervulling van uw moeilijke en verantwoorde
lijke taak, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal
geopend.
aa» -1- -r-ri-'i i—