Vrijdag 12 september 1958 DE VRIJE ZEEUW 7 Gemeenteraad van Terneuzen Vergadering van donderdag 28 augustus 1958, des avonds te 7 uur. Voorzitter: Mr. P. H. W. F. Tellegen. Wethouders: M. de Vos en M. van Langevelde. Raadsleden: D. M. Ollebek, J. van Riet, J. A. de F'eüter, dr. M. E. H. Camps, W. J. Weterings, C J. Compiet, R. Hol, A. Jansen, S. W. Henry, P. B"Ün van Draat en H. Ribbens. Secretaris: A. J. Dees. Afwezig met kennisgeving: F. Dieleman en N. F. Dieleman. De Voorzitter opent de vergadering. 1. Vaststelling notulen vergadering van 24 juli 1958. Deze worden onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken: a. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit d.d. 24 juli 1958 in zake verhuur van het gebouw voor de regio nale werkplaats voor vakopleiding voor vol wassenen aan het Rijk; b. schrijven van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 22 juli 1958 inzake koninklijke goedkeuring van de uit breiding van het leerplan van de Avondnijver heidsschool met een cursus voor algemeen en op het vak gericht onderwijs aan leerlingen- chemiciëns; c. contröle-rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten over het 2e kwartaal 1958; d. verslag van de woningbouwvereniging „Werk mansbelang" over het boekjaar 15 november 195614 november 1957; e. adhesiebetuigingen inzake motie vrije veren De heer Hol: Ik heb het verslag van de woning bouwvereniging „Werkmansbelang" over het boek jaar 15 november 195614 november 1957 met be langstelling gelezen. Graag wil ik hierover no; een vraag stellen, n.l. op blz. 2 staat dat betref fende het onderhoud aan woningen in de loop van het boekjaar aan rekeningen werd betaald een bedrag van 52.991,21. Voor de specificatie verwijst het bestuur naar bijlage 1 en merkt op, dat aan dotaties dit jaar ƒ51.722,51 beschikbaar kwam. In bijlage 1 staat echter onder Toevoeging wegens Dotatie totaal vermeld een bedrag van 52.342,64, dus een verschil van ruim 600, De Voorzitter: Wij zullen hiernaar informeren De heer Fijn van Draat: In hetzelfde verslag zie ik staan op pag. 6: „In de eerste plaats heeft ons plan om te komen tot het stichten van een gebouw voor bejaarden en alleenstaanden ook dit jaar onze aandacht gehad. Vorderingen werden evenwel niet geboekt." Is het U bekend, waarom dit zo is, misschien in verband met bezuiniging De Voorzitter: Het beschikbare bouwvolume is hieraan wel niet vremed. Wij zullen ernaar infor meren. De heer Fijn van Draat: Op pag. 7 staat, dat bij de bouw van de woningen de straatnamen wer den aangegeven. Door wie worden die namen vastgesteld De Voorzitter: Door burgemeester en wethou ders. De heer Fijn van Draat: Mag ik voor een vol gende keer in uw aandacht aanbevelen eens per sonen uit de historie van Terneuzen te nemen' Die kunt U putten uit het boek van Dr Wesseling. De Voorzitter: Dat zullen wij stellig doen. De overige stukken worden zonder bespreking voor kennisgeving aangenomen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming van de heer Dr M. J. G. de Jong tot leraar in vaste dienst aan de gym nasiale afdeling van het Petrus Hondius- lyceum, overeenkomstig de aanbeveling van curatoren. Overgegaan wordt tot stemming. De heren Van Riet en De Feijter vormen met de voorzitter het slemhureau. Uitgebracht worden 13 stemmen, waarvan 12 op de heer De Jong en 1 blanco. De heer De Jong is benoemd. 4. Voorstel tot het verlenen van een verhoog de subsidie aan de classicale commissie voor kerkelijke gezinszorg van de Ned. Hervorm de Kerk. De heer Camps: Mijnheer de Voorzitter! Ik vind de toelichting op dit voorstel erg onvolledig en onduidelijk. Betekent dit, dat er een 3e maatschap pelijk werkster wordt benoemd, of dat die be noemd is De Voorzitter: Er komt geen 3e maatschappe lijk werkster. Wethouder Van Langevelde: De zaak zit zó: Er is een maatschappelijk werkster speciaal voor Terneuzen. Er komt geen derde bü. Dat staat ook in het voorstel. ster de financiële positie van de stichting erg zou verzwakken. Nu ligt voor ons het voorstel, om deze voorwaarde te laten vervallen, en dat is het enige. Het besluit om 1000,uit te trekken is indertijd al genomen, al is daar toen de voorwaar de aan verbonden. Ieder jaar staat de 1000, op de begroting, dat kunt U zelf constateren, maar dit bedrag wordt niet uitgekeerd. Het is nu aan de raad om te beslissen, of dit wel zal geschieden. De heer Weterings: Dus de ƒ1000,is voor één maatschappelijk werkster? Wethouder De Vos: Voor twee, waarvan één voor het grootste deel in Terneuzen werkt. De heer Weterings: Dan betwist ik de 2e maat schappelijk werkster, want dat is niet juist. Wethouder De Vos: Wij hebben niet alleen in ons hoofd 1 of 2 maatschappelijke werksters, maar wij hebben de omvang van de werkzaamheden be keken en dan is het vrij logisch, dat de Hervorm de bevolkingsgroep, die veel groter is dan de Katholieke, ook veel meer werk vereist. Dat is enigszins de basis geweest bij de bepaling van het subsidiebedrag. Men moet nu eenmaal een norm zoeken en dat is niet eenvoudig. Deze norm is in dertijd aanvaard. De heer Weterings: Dan wil ik nog opmerken, dat uit het verslag, dat bij de stukken ligt over het afgelopen jaar 1957, helemaal niet blijkt, van welke omvang het maatschappelijk werk en het werk voor de gezinszorg is. Daar slaat niet eens in, hoeveel maatschappelijk werksters er zijn, hoe veel gezinsverzorgsters, hoeveel gevallen enz. Het is een zeer vaag jaarverslag, waaruit helemaal niet blijkt, dat de behoefte zo ontzaglijk groot is om een 3e maatschappelijk werkster aan te stel len. De Voorzitter: Er worden alleen geen cijfers in genoemd. De heer Weterings: Haalt u daar nu maar eens uit, hoeveel maatschappelijke werksters er nodig zijn. De Voorzitter: Het gaat er alleen om, de voor waarde op te heffen en het beschikbare bedrag van 1000,uit te betalen. Dit bedrag is vastge steld op basis van de bevolkingsgroeperingen. Of men het werk met 1 of 2 maatschappelijke werk sters wil doen, blijft geheel buiten deze zaak. De heer De Feijter: Deze commissie werkt al leen in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen. Er zijn twee vaste maatschappelijke werksters, en één in tijde lijk verband. Eigenlijk zijn er dus drie. De heer Weterings: Er is toch een districtsleid ster? Als dat ontkend wordt, komt de rijkssubsidie in gevaar. Wethouder De Vos: Dat wordt ook niet ont kend. De heer Weterings: Dan hebben wij geen maat schappelijk werkster in Terneuzen. De Voorzitter: Dat kan toch best samengaan: een districtsleidster, die een groot deel in Terneu zen werkt. Het één sluit het ander toch niet uit. De heer Weterings: Het jaarverslag geeft wat dat betreft geen enkele toelichting, dus dan durf ik het zelf9 te ontkennen. Ik ken het werk van nabij, en weet zeker, dat het voornaamste deel van de werkzaamheden van mej. Diddens niet in Terneuzen ligt. De Voorzitter: Voor dit besluit doet dat weinig ter zake. Het gaat er om, dat de voorwaarde ver valt. De heer Weterings: Ik heb nu geen bezwaar tegen het voorstel, maar ik wens er bij de eerst volgende begroting nader op terug te komen. De heer Camps: Ik wil toch de voorwaarde er bij stellen, dat er .minstens twee maatschappelijke werksters moeten zijn. De Voorzitter: Het uitgangspunt is het aantal mensen, waarvoor gewerkt wordt. De heer Camps: Ik zou het op prijs stellen, wan neer nadere gegevens werden gegeven over het aantal personen die onder het Hervormde werk vallen, hoeveel onder het Katholieke enz. Er zijn toch ook nog andere Protestantse groeperingen. Wethouder Van Langevelde: Die maken ook ge bruik van deze dienst. De heer Weterings: Dat blijkt ook weer niet uit het verslag. De Voorzitter: Het is wel mogelijk om een wat meer gedetailleerd verslag te krijgen. De heer Weterings: Bij het verslag Is geen ex ploitatie-rekening, geen balans enz. Er blijkt niet uit hoe men er financieel voorstaat. De Voorzitter: Bij het verzoek is dat toch inge diend. Bij de begroting komt dat vanzelf ter sprake. De heer Camps: Ik zou toch willen bepalen, dat minstens 2 maatschappelijke werksters aanwezig moeten zijn. De Voorzitter: De bedragen zijn vastgesteld los van het aantal maatschappelijke werksters. De heer Camps: Als er van Katholieke zijde nu 2 maatschappelijke werksters zijn, is er misschien ook reden om de bijdrage te verhogen. De Voorzitter: Nu legt U juist wél verband. Het Er staat: „Aan de voorwaarde van een 3e maat-gaat om het werk. dat verzet moet worden en schappelijk werkster kon niet worden voldaan. Ondanks dat wordt nu voorgesteld toch de volledi ge subsidie te geven. De heer Camps: Er staat: „De Commissie vraagt, met het oog op de aanstelling in deze gemeentel van een maatschappelijk werkster, een verhoogde subsidie." Dat is toch niet erg duidelijk. De voor waarde was een 3e maatschappelijk werkster en daar wens ik mij aan te houden. Als men de sub sidie gaat verhogen, dan moet men dat ook bü de Katholieke Commissie doen: gelijke monniken gelijke kappen. Wethouder Van Langevelde: Burgemeester en wethouders moeten toch zelf geen subsidie gaan aanbieden? De heer Camps: Dat is niet nodig, maar als van een geval wordt afgeweken, moet dat ook in de andere gevallen gebeuren. Dat houdt deze zaak automatisch in. Wethouder Van Langevelde: De andere zaak is helemaal niet aan de orde. De heer Camps: Dit is gewoon een voorstel voor verhoging van de subsidie. Dan moet het ook zo gezegd worden. Wethouder Van Langevelde: Niettegenstaande niet aan de voorwaarde kon worden voldaan, vraagt men toch een subsidie van 1000,omdat de maatschappelijk werkster, die aangesteld is, speciaal in Terneuzen werkt. De Voorzitter: De voorwaarde voor de 3e maat schappelijk werkster is nooit gesteld voor de Ka tholieke Commissie. Wat dat betreft staan zij dus nu gelijk. De heer Weterings: Dus dit is voor één maat schappelijk werkster. Wethouder De Vos: Voor twee. De heer Weterings: Dan wil ik opmerken, dat do 2e maatschappelijk werkster geen maatschap peljjk werkster is, zoals wij dat in Terneuzen be grijpen, maar een districts-maatschappelijk werk ster voor Z.-Vlaanderen, n.l. mej. Diddens. De Voorzitter: Het gaat er om, of zij hoofd zakelijk in Terneuzen werkt. De heer Weterings: Wij hebben ook een dis tricts-maatschappelijk werkster voor Zeeland, mej. Van Waes, die hoofdzakelijk in Terneuzen werkt, maar daar hebben wij nooit subsidie voor ge vraagd. Wethouder Van Langevelde: Ook mej. Diddens werkt in deze gemeente. Dit district beperkt zich overigens tot Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. De heer Weterings: Dan is de interpretatie dis tricts-maatschappelijk werkster absoluut fout Wethouder De Vos: Toen indertijd besloten werd, om subsidie te verlenen voor het maat schappelijk werk, hebben wij een regeling ont worpen op basis van de omvang der verschillende bevolkingsgroepen in deze gemeente en toen heb ben wij gesteld, dat wij 500,— zouden uittrekken voor de Katholieke Stichting en 1000,— voor de Iervormde Stichting, maar déér is toen de voor aarde bij gesteld, dat die ƒ1000,— pas zouden u u-den uitgekeerd, wanneer een 3e maatschappe- li, k werkster zou worden aangesteld. Dat is toen n;et gebeurd in verband met de financiële om standigheden, daar een 3e maatschappelijk werk dat hangt af van de bevolkingsgroep Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot aankoop van een perceel grond aan de Jacob Catsstraat. Voorstel tot aankoop van het verenigings gebouw in de Dekkerstraat. Voorstel tot het verlenen van medewerking ingevolge art. 72 der Lager Onderwijswet: a. aan het bestuur van de r. k. St. Antonius- school te Sluiskil voor aanschaffing van aan vullend meubilair e.a. wegens uitbreiding van het aantal leerlingen van het v. g. 1. o. b. aan het bestuur van de r. k. meisjesschool voor de bouw van een leslokaal 6. 7. Deze voorstellen worden zonder bespreking of hoofdelijke stemming aangenomen. 8- V oorstel tot beplanting van d» Molendijk. c teer De Feijter: Hoeveel percelen bouwgrond zyn ei op de Molendijk nog beschikbaar? De Voorzitter: ±8. Het ooi stel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. oorstel tot onhewoonhaarverklaring v; de woning Tuinpad 4. 10. V oorstel tot het stichten van een gebouw voor de Bescherming Bevolking. De^e voorstellen worden zonder bespreking of hoofdelijke stemming aangenomen. 11. V oorstel tot het verlenen van een bijdrage aan de vereniging „Het Groene Kruis" te Terneuzen, De heer Camps: Ik heb in de stukken gezien, dat het verzoek van het Wit-Gelo Kruis gedateerd is op 23 juli en het verzoek van het Groene Kruis op 30 juli. Is het mogelijk om in het vervolg die verzoeken volgens de datum te behandelen? Deze stukken worden nu net andersom behandeld De Voorzitter: Ik begrijp uw vraag niet. Wethouder De Vos: U bedoelt, dat het verzoek van het Wit-Gele Kruis eerder op de agenda had moeten staan? De heer Camps: Ik had liever gezien, dat punt 12 eerst behandeld was. Verder zou ik in verband met beide verzoeken op willen merken, dat ik de vorm van het verzoek van het Wit-Gele Kruis economisch meer verantwoord vind dan van het Groene Kruis. Het Wit-Gele Kruis vraagt alleen of de gemeente zich garant wil stellen voor rente en aflossing. Daarom zou ik willen voorstellen om het Groene Kruis ook aan te raden bij een bank gelden te lenen en dan garantie te verlenen voor rente en aflossing. De loorzitter: Ik heb er geen bezwaar tegen om deze verzoeken tegelijk te behandelen Dat is toch uw bedoeling? De heer Camps: In het eerste geval stelt U voor ƒ12.000,— te verstrekken aan het Groene Kruis en in het tweede geval wilt U aan het Wit-Gele Kruis alleen garantie verlenen. Wethouder De Vos: Zij krijgen alle twee wat zij vragen; dus dan is iedereen tevreden. Dat kan niet altijd, maar in deze gevallen wél. De Voorzitter: Ik zie uw bezwaar niet. Hebt U jspijt, dat hel zó is ingediend? Er wordt toch g. geven wat gevraagd is? De heer Camps: Ik noem dit meten met 2 maten. De Voorzitter: Door wie? De heer Cainps: Door degenen, die het onder tekend hebben. Het zijn 2 instanties, die allebei hetzelfde doel voor ogen hebben. Beide gaan van particulier initiatief uit. Zij moeten dan ook op dezelfde voet behandeld worden. Wethouder Van Langevelde: Het Wit-Gele Kruis heeft een garantie gevraagd, en wij stellen nu voor om deze te verlenen. Het Groene Kruis kwam met een verzoek om een bijdrage en wij stellen voor om daaraan te voldoen. De heer Camps: Ik zou liever een bepaalde poli tiek willen volgen. Niet in het ene geval zus en in het andere geval zo. Wethouder Van Langevelde: Als het Wit-Gele Kruis om een garantieverklaring verzoekt is de zaak toch uit? Het verzoek van het Groene Kruis moet U los hiervan zien. Wij hebben gezien, dat de financiële toestand van het Wit-Gele Kruis ge lukkig gezond is, zodat wij geen bezwaren hadden om aan het verzoek te voldoen. De heer Camps: Als het Groene Kruis zelf een geldlening sluit ben ik het er wel mee eens om garantie te verlenen voor rente en aflossing, In dit geval betreft het toch weer een subsidie. Zij krijgen al 2,50 per lid, dat is een algemene lijn. Nu is er een andere kwestie, het zetten van een gebouw, en nu krijgt de ene instelling een bedrag van totaal 32.000,— en de andere krijgt alleen maar garantie. Wethouder Van Langevelde: Het Wit-Gele Kruis vraagt niet meer. De financiële toestand is gezond, dat blijkt uit de toelichting. Waarom moet er dan een ander voorstel gedaan worden? Nu komt het voorstel van het Groene Kruis en nu wilt U dit aan het andere voorstel koppelen. Dat moet U apart bekijken. Wethouder De Vos: Zoals de heer Camps te recht opmerkt is het verzoek van het Wit-Gele Kruis gedateerd 23 juli 1958. Dal was net vóór de vorige raadsvergadering. Na afloop hiervan heeft de heer Compiet, die blijkbaar ook in het bestuur zit van het Wit-Gele Kruis afdeling Sluiskil, aan wethouder Van Langevelde en aan mij gevraagd of wij dit vlug wilden behandelen. Hij heeft daar aan toegevoegd, dat de gemeente dit gerust kon doen en dat er geen risico aan verbonden was, want het Wit-Gele Kruis kon deze zaak financie ren, maar had alleen een garantieverklaring nodig, omdat de geldgever dat vroeg. Wij hebben toen deze zaak inderdaad vlug behandeld, maar eerst een exploitatie-begroting gevraagd. Deze is op 14 augustus binnengekomen. Burgemeester en wet houders hebben toen gezegd: deze zaak is gezond, dus we kunnen aan de gemeenteraad voorstellen om garant te zijn. De gemeente heeft dus kunnen vertrouwen, dat het Wit-Gele Kruis deze zaak kan financieren. Wij hebben niet gezegd en dat had U toch ook niet verwacht U vraagt wel garan tie, maar hebt U niet liever een jaarlijkse bijdra ge? Als het niet nodig is, doen wij dat niet. De gemeente moet óók op de dubbeltjes passen en kan niet overal subsidie geven, wanneer het niet nodig is. De exploitatie-begroting, die wij van het Groene Kruis gevraagd hebben, ziet er wel een beetje anders uit. Gezien de investering, die gedaan moet worden, is het ons volkomen duidelijk, dat het Groene Kruis deze zaak niet kan financieren. Hier is dus aanleiding voor een gemeentelijke bijdrage. Het heeft wel een ernstig punt van bespreking in ons college uitgemaakt en wij zijn zeker niet over één nacht ijs gegaan, maar wij hebben ook in aanmer king genomen de bijdrage, die indertijd is toege zegd aan de Willibrordus-Stichting, waarin ook het Wit-Gele Kruis van Terneuzen kom vertegen woordigd is. Als U zegt; hier wordt met 2 maten gemeten, dan moet U er aan toevoegen, dat het Wit-Gele Kruis in Terneuzen tegenover dat in Sluiskil ook wordt bevoordeeld. Die bijdrage is enkele jaren eerder toegezegd, ook omdat wij van mening waren, dat het nodig was. U kunt moei lijk van ons verwachten, dat wij een voorstel doen, wanneer blijkt, dat het niet nodig is. Daarom zijn deze voorstellen gedaan, zoals ze nu vóór U liggen. Voorgesteld wordt aan beide verzoeken volledig te voldoen, dus ieder kan tevreden zijn. De heer Camps: Ik dank de heer De Vos voor zijn toelichting. De heer Weterings: In het voorstel wordt de Sehoolartsendienst nog genoemd. Het is toch niet de bedoeling, dat de sehoolartsendienst helemaal ondergebracht wordt in dit gebouw, zodat de kin deren van de diverse scholen voor onderzoek door de schoolarts hier naar toe moeten komen? Dat is wel bezwaarlijk. De Voorzitter: Ik geloof wel, dat dat in de be doeling ligt, maar dat is nog niet besloten. Dat zal in overleg met de verschillende scholen moeten gebeuren. De heer Weterings: Ik vind het nogal bezwaar lijk. De Voorzitter: De schoolarts denkt daar anders over. Het hangt af van het overleg tussen de schoolarts en de scholen zelf. Het is helemaal geen bezwaar, dat het onderzoek op een centrale plaats geschiedt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 12. Voorstel tot het verlenen van een garantie aan de vereniging „Het Wit-Gele Kruis" te Sluiskil. Dit voorstel wordt verder zonder bespreking of hoofdelijke stemming aangenomen. 13. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening e.a., dienst 1956. 14. Voorstel tot wijziging van de gemeentebe groting 1958. Deze voorstellen worden zonder bespreking of hoofdelijke stemming aangenomen. 15. Rondvraag. De heer Hol: Mijnheer de Voorzitter Kunt U ons inlichtingen verstrekken, wanneer de Handels avondschool in Terneuzen zal starten, met mis schien enige bijzonderheden wat betreft vestigings plaats en de eisen, die men stelt voor toelating? De Voorzitter: Ik kan U mededelen, dat wij er in geslaagd zijn toestemming te krijgen voor het oprichten van deze school en dat deze zal starten in het gebouw van het Lyceum met ingang van de nieuwe cursus. Zoals U wellicht gezien hebt, is een oproep voor leerlingen geplaatst. Zeer binnenkort zal het bestuur zich beraden hoe het programma zal worden samengesteld. Dat is het enige wat mij op het ogenblik bekend is. De heer Hol: Uiteraard dienen openbare nuts bedrijven (gas, electra, water en ook de P. T. T.) in verband met het aanbrengen of repareren van buizen of leidingen in de bebouwde kom nogal eens straten op te breken en sleuven te graven. Daarna wordt de zaak weer gedicht en bestraat, al gebeurt dit laatste helaas niet altijd op dezelf de degelijke wijze als door de ervaren vaklui van de gemeente. (In verband met deze laatste opmer king moge ik slechts wijzen op de toestand aan de Rosegracht na het wegbreken van de spoor rails aldaar.) Hoewel deze werkzaamheden van zelfsprekend noodzakelijk zijn, komt het niet zei den voor, dat vorenbedoelde bedrijven, soms op korte termijn, deze werkzaamheden ieder voor zich afzonderlijk verrichten. Ik kan me voorstel len dat, indien het b.v. uit te voeren reparaties betreft, dit niet altijd valt te voorkomen. Anders wordt het m.i.. indien het geen reparaties betreft, b.v. in de omgeving van de nieuwbouw. Naar mijn mening zou hier door samenwerking van de diver se bedrijven niet alleen veel onnodige overlast voorkomen kunnen worden, doch tevens een kos tenbesparing verkregen kunnen worden. Kan hier op van de zijde van het gemeentebestuur niet eens worden geattendeerd en coördinatie bevorderd worden? De Voorzitter: De herbestratingen gebeuren door de dienst van gemeentewerken. De kosten worden belanghebbenden in rekening gebracht. De Rose gracht is terrein van de Rijkswaterstaat, dus daar gebeurt het door deze instantie. De heer Hol: Het gebeurt wel, dat dan de P. T. T„ dan de P. Z. E. M. korte tijd achter elkaar de straat opbreken. Wanneer het reparaties betreft, valt dat niet altijd te voorzien, maar wanneer het gaat om nieuwe buurten, moet het toch mogelijk zijn om meer samen te werken. Het maakt op het publiek een zonderlinge indruk. De Voorzitter: Het schijnt uitermate moeilijk te zijn om van de verschillende diensten samenwer king te krijgen. Vroeger zijn er al eens pogingen gedaan. Het is ook ver buiten onze opmerkings gave, om dat te kunnen beoordelen. Wij kunnen ons alleen verbazen, en dat is ook wel eens pret tig in deze wereld De heer Hol: Ik zou het op prijs stellen, wan neer het gevraagd werd. Als het inderdaad kan. geeft dat een grote kostenbesparing. Ais U dat alleen voor de lonen eens uitrekent, zult U enorm veel kunnen besparen. De Voorzitter: Wij zullen het nog eens vragen, maar ik vrees, dat het geen resultaat zal hebben. De heer Hol: In diverse straten in de gemeente ik noem b.v. de Aagje Dekenstraat groeit het gras welig tussen de klinkers. Kan niet be vorderd worden, b.v. met een bepaald verdelgings middel, dat dit weg gaal? Over het algemeen heb ben wij in Terneuzen niet over de wegen te kla gen, daarom trekt dit bijzonder de aandacht. De Voorzitter: Het onderhoud is in een natte zomer als deze erg moeilijk. Het gif, dat gebruikt wordt, heeft ook zijn bezwaren, want er spelen dikwijls kinderen op straat met ballen, enz. Ik ben een beetje huiverig om het gif te gebruiken en er zijn niet voldoende arbeidskrachten om dit alle maal uit te trekken. Ik weet niet, of er andere middelen zijn. Het is al enige malen in het college besproken, want het is niet alleen de Aagje Deken straat. De heer Henry: Mijnheer de Voorzitter Gaarne zou ik van de rondvraag gebruik willen maken om een kwestie ter sprake te brengen die, naar ik meen voor Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen in hel alge meen en voor Terneuzen in het bijzonder van be lang moet worden geacht, t.w. het ongetwijfeld op zienbarend besluit van de Directie van de Neder- landsche Spoorwegen om de Inspecteur voor de Zeeuwschvlaamse Spoorlijnen, de heer L. F. du Bois, met ingang van 1 augustus j.l. op non-actief te stellen. Sedert 3 juli 1916 is de heer L. F. du Bois bij de Spoorwegen in Zeeuwsch-Vlaanderen werkzaam geweest. Tot 1 juli 1948 als Adjunct-Secretaris van de Directie „MechelenTerneuzen" en van deze datum af als Inspecteur van de Nederlandsche Spoorwegen. Ik meen dat het van grote waarde is geweest, dat de exploitatie van deze Spoorlijnen steeds gericht was op de behartiging van de econo mische belangen van deze Streek. Het verleden heeft m.i, zeer zeker bewezen, dat de inzichten van de Directie van de Nederlandsche Spoorwegen in zake de exploitatie dezer lijnen niet altijd over eenstemming vertoonden met de gevoelens die bij ons hieromtrent leefden. Het staat voor mij vast en vermoedelijk ook voor u, dat de heer Du Bois er met inzet van heel zijn actieve persoonlijkheid, ondanks ongetwijfeld moeilijke omstandigheden, steeds naar heeft gestreefd, hierbij rekening hou dende met de belangen van de Nederlandsche Spoorwegen, voor Zeeuwsch-Vlaanderen de best mogelijke resultaten te bereiken. Een en ander vond zijn waardering en bekroning in de bijzonder hartelijke huldiging van N.S.-zijöe bij het 40-jarig ambtsjubileum van de heer Du Bois op 3 juli 1956 en niet minder door de Konink lijke Onderscheiding hem verleend op 30 april 1957. Dat de heer Du Bois thans plotseling op non-ac tief is gesteld, heeft dan ook in brede kringen, heel zacht gezegd, verwondering gewekt. Dit alles, zelfs niet de vernedering hierdoor de heer Du Bois aangedaan, zou voor ons een reden behoeven te zijn hier nader op in te gaan, ware het niet dat wij in deze plotselinge en voor ons onver klaarbare handelwijze van de Directie van de Ne derlandsche Spoorwegen, een ernstig gevaar zien voor een juistere behartiging van de belangen van ons Gewest op het gebied van de verdere exploita tie van de in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen gelegen spoorlijnen, temeer daar het voor zover wij weten, in de bedoeling ligt geen opvolger voor de heer Du Bois te benoemen, zodat de spoorlijnen in Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen dan worden beheerd vanuit de inspectie Breda. Een en ander is voor mij aanleiding deze kwestie ter sprake te brengen en ik zou hierover gaarne de mening van het college vernemen. De Voorzitter: Ik geloof, dat ik ook namens de wethouders spreek, als ik zeg, dat U de gedachten van het college voor een groot deel weergeeft. Vooral degenen, die de heer Du Bois van nabij kennen en hebben meegemaakt bij zijn verschillen de werkzaamheden, die vaak de belangen van Ter neuzen inhielden, die hij op bijzondere wijze heeft nagestreefd, zullen dit beamen. Ik heb mij dan ook met de heer Du Bois zelf in verbinding gesteld om met hem te spreken op welke wjjze wij zijn zeer gewaardeerde werkkracht in het belang van Terneuzen kunnen behouden en dat overleg heeft ook een bepaald resultaat be reikt, maar het ligt in mijn bedoeling om ons op de hoogte te stellen, of er een mogelijkheid is, dat de heer Du Bois zijn contact met de Nederlandse Spoorwegen kan blijven aanhouden in het belan van de gemeente Terneuzen, Ik noem hier b.v. bij de Vereniging Havenbelangen, waarvan hij secre taris is, en in de Havencommissie, die door de raad is ingesteld, waardoor hij contact zal kunnen blijven houden met de Nederlandse Spoorwegen, wat voor onze streek en onze gemeente van groot belang is. Dit overleg heeft nog niet plaatsgehad, doch ik kan alleen toezeggen, dat het in het voornemen ligt om dit te hebben. Ik heb grote waardering voor het werk van de heer Du Bois en ik betreur het, dat hij op zo'n abrupte wijze uit zün werk is gezet, maar wij hopen, dat wij zijn grote werkkracht in het be lang van de gemeente Terneuzen verder zullen kunnen behouden. De heer Henry: Dank U zeer! Het is dan toch zo, dat U waarschijnlijk contact zult zoeken met de directie van de Nederlandse Spoorwegen, of de heer Du Bois als adviseur van de N. S. in zekere zin kan worden gehandhaafd op een nader te be palen wijze. Is het misschien mogelijk, dat wij in de raad van het resultaat van die bespreking horen en ook van de wijze, waarop het college zich voorstelt dat de heer Du Bois in het werk kan blijven ingeschakeld? De Voorzitter: Het resultaat krijgt U uiter aard in de raad t.z.t. te horen. De heer Camps: Mag ik mijn waardering uit spreken voor het feit, dat de eerste abri er in Sluiskil is? Ik hoop, dat aan de overzijde ook een abri zal komen. De Voorzitter: Ik heb het ook met genoegen gezien. Voor nog een abri kan overleg met de Z.V.T.M. gepleegd worden. De heer Weterings: In de afgelopen maanden, vooral weken, is meermalen gebleken, dat in de gemeente Terneuzen een grote behoefte beslaat aan kampeercentra. Het is mij bekend, dat het college van burgemeester en wethouders reeds meermalen pogingen in deze richting heeft ge daan, maar dat van de zijde van de Rijkswater staat deze zaak iedere keer afgewezen werd. Ik heb me hierover verwonderd en vraag me af, of de Rijkswaterstaat zoveel in de melk te brokken heeft, dat zij een dergelijke voor Terneuzen be langrijke zaak kan tegenhouden en anders geen gelegenheid geeft, om op andere wijze in de be hoefte te voorzien. Ik heb het in de afgelopen week meegemaakt, dat diverse groepen, die naar Terneuzen kwamen om te kamperen, hier niet terecht konden. Er was o.a. een Duitse groep die een kampeerkaan had, waar op stond dat in Terneuzen een kampeercentrum was. De Voorzitter: Moeten wij nu weer alles ge loven, wat in Duitsland gezegd wordt? De hoer Weterings: Ik dacht eerst, dat daar misschien Axel mee bedoeld was, maar dat stond ook aangegeven met een jeugdherberg en een kampeercentrum. Los daarvan zou ik graag zien, dat burgemeester en wethouders al het mogelijke zouden doen, om in de toekomst in de kortst mogelijke tijd een kampeergelegenheid te krijgen, zodat wij de jonge kampeerders, die deze kant uit komen, in de gelegenheid" kunnen stellen om hier hun tenten op te slaan. Sommigen komen nu terecht bij het Parochie huis. Wij sturen ze daar natuurlijk niet weg, wij zjjn dus gastvrij, maar ik zou gaarne zien, dat er wegen gevonden werden om tot aanleg van een kampeerterrein te komen. Er is werkelijk grote behoefte aan. De Voorzitter: Van die behoefte zijn wij zeker doordrongen. Wü hebben getracht, voorzieningen in het Westelijk Bolwerk te treffen, maar zoals reeds gezegd is, geeft de Rijkswaterstaat daar geen medewerking aan: de toegang tot het ter rein is in verband met het verkeer erg gevaarlijk voor de mensen, die van dit terrein gebruik maken. Wü hebben getracht hierover van ge dachten te wisselen, maar dat is niet eenvoudig. Andere terreinen zün in Terneuzen voor dat doel niet geschikt. Het is wel zo, dat wü graag de gelegenheid scheppen, maar lfblaas is dit in wer kelijkheid niet gemakkelijk uitvoerbaar. Wü blü- ven diligent en hopen, met de Rükswatecstaat tot overeenstemming te komen. De heer Weterings: Ik verwonder mij over deze kwestie, want bijna alle kampeerterreinen komen toch uit op de grote wegen. Of ze er nu 500 of 100 meter vandaan liggen, maakt toch niets uit. Daar gebeuren toch praktisch ook geen ver keersongelukken? Wij moeten enigszins reëel blüven. Als men dit standpunt inneemt, kan men nergens kampeerterreinen hebben. De Voorzitter: Wü hopen, dat de Rükswater- staat voor Uw argumenten zal bezwüken. De heer Weterings: Ik heb daar weinig invloed op, maar ik wilde het graag even publiek maken, dat wü er niet mee akkoord gaan dat er steeds maar afwüzend op beschikt wordt, terwül juist hier de gelegenheid is. De heer Hol: Kan misschien als een tüdelüke oplossing niet gebruik worden gemaakt van de Oesterputten, zolang het zwembad zwevende is? De Voorzitter: Ik voel niet voor dergelüke tüdelüke oplossingen. In de eerste plaats heeft het enige lüd nodig, om op gang te komen. Als men zich eenmaal geïnstalleerd heeft, moet men weer weg. Dat is niet bevorderlük voor de naam van Terneuzen als kampeercentrum. Wij kunnen het in het college echter beküken. Het is daar misschien ook een beetje vochtig. Wethouder De Vos: Dat zal wel meevallen. De heer Hol: Dan zouden we twee vliegen in één klap kunnen slaan, wanneer daar een kleine installatie werd gemaakt in verband met het sani tair, zouden de dames daar bü het aan- en uit kleden gebruik van kunnen maken als zij daar zwemmen. Dat behoeft toch geen kostbare instal latie te zün? De Voorzitter: Wü zullen het beküken. De heer Ribbens: Het is mü bekend U hebt het meermalen gezegd dat het politiecorps te klein is om de dienst uit te voeren, zoals wij dat wensen. Ik ben daarvan ook overtuigd, maar ik wil U nog even attent maken op de baldadigheid van de varenslui, speciaal aan de Middensluis omstreeks middernacht. Wij moesten pas nog con stateren, dat daar een grote winkelruit ingegooid is, terwijl een paar jaar terug dit enkele huizen verder het geval was. De bewoners daar zitten altüd in angst, dat zü ook een beurt krijgen. Er zijn daar meermalen grote ruzies en vecht partijen, waarbü geen politie aanwezig is. Mis schien is het te overwegen, dat de diensten zo danig ingericht worden, dat zü omstreeks midder nacht in die buurt aanwezig zün. De Voorzitter: Het is al een 3 weken zo, dat omstreeks het sluitingsuur van de café's dubbele posten in die buurt surveilleren. Zü kunnen ech ter nooit overal tegelük zün. Bovendien is Ter neuzen een havenplaats; het zün meest vreemde zeelui die de last veroorzaken. De heer Ribbens: Het tekort aan personeel maakt het natuurlük erg moeilük. De Voorzitter: Ook bij grotere sterkte van het corps. U kunt ze toch niet in gesloten gelid de straten op en neer laten marcheren! De Voorzitter: Voordat ik deze vergadering sluit, moeten wü hier afscheid nemen van de tegenwoordige raad, die de gemeente een jaar lan ger heeft kunnen doen profiteren van zijn erva ring en vlpt dan als regel het geval is. Daardoor is het voor mij aan de ene kant een groot genoe gen, maar aan de andere kant een groot verdriet, om de laatste vergadering in deze zittingsperiode te moeten sluiten en daarbü afscheid te moeten nemen van enige raadsleden, die straks bü de sa menkomst van de nieuwe raad hier niet meer zul len verschünen en hun zetels door anderen zullen zien ingenomen. Ik wil geen overzicht geven van wat er in de laatste vijf jaren in Terneuzen is gebeurd. Wij zien het dagelüks voor ogen, het is te veel om op te noemen. Het heeft echter geen zin, lang bij het verleden stil te staan en wü kun nen ons beter richten naar de grote werken, die in de eerstvolgende 4 jaar aan de orde zullen komen. *i Ik wil in het bijzonder enige woorden van af scheid richten tot de scheidende raadsleden Van Riet, N. F. Dieleman en Ribbens de heer Die leman is wegens werkzaamheden verhinderd aan wezig te zün en dan vooral tot de heer Van Riet, die niet alleen gedurende de laatste zittings periode in de raad is geweest, maar reeds gedu rende vele jaren deel van de raad uitmaakt. Voor het eerst was dat op 7 december 1923, en na enige onderbreking kwam hü na de bevrüding in de noodraad, waarvan ook de heer Dieleman lid was. De heer Ribbens is slechts korte tüd lid van de raad geweest, maar ik dank al de heren voor de Mjzondere wüze, waarop zij hun krachten hebben gegeven en voor het enthousiasme en de liefde, die hun de kracht heeft gegeven het werk te doen, om nieuwe plannen onder ogen te zien en mede te helpen besluiten te nemen, alsook voor de steun, die wij als dagelüks bestuur van de ge meente gehad hebben uit de raad, om ons werk te verrichten. Wanneer ik deze zittingsperiode sluit, wil ik tegelük een woord van dank spreken tot het per soneel van de secretarie. Ik wil tegelük even ver klaren, waarom U deze avond 2 dames aan deze tafel ziet zitten. Mej. Van Eek gaat ons binnen kort verlaten wegens haar vertrek naar Den Haag. Mej. Wieles zal haar taak overnemen. Verder dank ik het personeel van gemeentewer ken, dat in deze periode haar plicht op goede wüze heeft vervuld. Dat geeft ons moed, om straks de nieuwe periode met vernieuwde kracht en.vertrouwen in te gaan. Het moge U allen wel gaan! De heer Van Riet: De heer Ribbens heeft me gevraagd, U ook namens hem te danken voor Uw vriendelijke worden. Persoonlük stond het bü mü reeds een tweetal jaren vast, dat mefhet eindi gen van de zittingsperiode mijn tüd gekomen was om afscheid te nemen van de gemeenteraad, 'k Heb me dan ook niet meer herkiesbaar gesteld. Het gevolg hiervan is, dat ik (hans de laatste ver gadering van ons college als raadslid meemaak. Meneer de Voorzitter, ik rtel er prijs op hier mün oprechte dank te betuigen tegenover u als Voorzitter, heren wethouders en de collega's raads leden voor de vriendschappelüke en gemoedelüka wüze van vergaderen. De ambtenaren der verschillende diensten der gemeente zeg ik wel dank voot de spontane mede werking, die me steeds werd gegeven. Meneer de Voorzitter, ik spreek de wens uit, dat U met de nieuwe gemeenteraad, onder Gods zegen, verder vruchtbaar moogt samenwerken tot heil van onze gemeente. Van harte wens ik U en heren collega's ook voor uw persoonlük leven 't beste! De Voorzitter sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 7