Vrijdag 12 september 1958
DE VRIJE ZEEUW
7
Gemeenteraad van Terneuzen
Vergadering van donderdag 28 augustus 1958,
des avonds te 7 uur.
Voorzitter: Mr. P. H. W. F. Tellegen.
Wethouders: M. de Vos en M. van Langevelde.
Raadsleden: D. M. Ollebek, J. van Riet, J. A. de
F'eüter, dr. M. E. H. Camps, W. J. Weterings, C
J. Compiet, R. Hol, A. Jansen, S. W. Henry, P.
B"Ün van Draat en H. Ribbens.
Secretaris: A. J. Dees.
Afwezig met kennisgeving: F. Dieleman en N.
F. Dieleman.
De Voorzitter opent de vergadering.
1. Vaststelling notulen vergadering van 24 juli
1958.
Deze worden onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken:
a. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde raadsbesluit d.d. 24 juli 1958 in
zake verhuur van het gebouw voor de regio
nale werkplaats voor vakopleiding voor vol
wassenen aan het Rijk;
b. schrijven van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen van 22 juli 1958
inzake koninklijke goedkeuring van de uit
breiding van het leerplan van de Avondnijver
heidsschool met een cursus voor algemeen en
op het vak gericht onderwijs aan leerlingen-
chemiciëns;
c. contröle-rapporten van het Centraal Bureau
voor Verificatie en Financiële Adviezen der
Vereniging van Nederlandse Gemeenten over
het 2e kwartaal 1958;
d. verslag van de woningbouwvereniging „Werk
mansbelang" over het boekjaar 15 november
195614 november 1957;
e. adhesiebetuigingen inzake motie vrije veren
De heer Hol: Ik heb het verslag van de woning
bouwvereniging „Werkmansbelang" over het boek
jaar 15 november 195614 november 1957 met be
langstelling gelezen. Graag wil ik hierover no;
een vraag stellen, n.l. op blz. 2 staat dat betref
fende het onderhoud aan woningen in de loop
van het boekjaar aan rekeningen werd betaald
een bedrag van 52.991,21. Voor de specificatie
verwijst het bestuur naar bijlage 1 en merkt op,
dat aan dotaties dit jaar ƒ51.722,51 beschikbaar
kwam. In bijlage 1 staat echter onder Toevoeging
wegens Dotatie totaal vermeld een bedrag van
52.342,64, dus een verschil van ruim 600,
De Voorzitter: Wij zullen hiernaar informeren
De heer Fijn van Draat: In hetzelfde verslag
zie ik staan op pag. 6: „In de eerste plaats heeft
ons plan om te komen tot het stichten van een
gebouw voor bejaarden en alleenstaanden ook dit
jaar onze aandacht gehad. Vorderingen werden
evenwel niet geboekt." Is het U bekend, waarom
dit zo is, misschien in verband met bezuiniging
De Voorzitter: Het beschikbare bouwvolume is
hieraan wel niet vremed. Wij zullen ernaar infor
meren.
De heer Fijn van Draat: Op pag. 7 staat, dat
bij de bouw van de woningen de straatnamen wer
den aangegeven. Door wie worden die namen
vastgesteld
De Voorzitter: Door burgemeester en wethou
ders.
De heer Fijn van Draat: Mag ik voor een vol
gende keer in uw aandacht aanbevelen eens per
sonen uit de historie van Terneuzen te nemen'
Die kunt U putten uit het boek van Dr Wesseling.
De Voorzitter: Dat zullen wij stellig doen.
De overige stukken worden zonder bespreking
voor kennisgeving aangenomen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders
tot benoeming van de heer Dr M. J. G. de
Jong tot leraar in vaste dienst aan de gym
nasiale afdeling van het Petrus Hondius-
lyceum, overeenkomstig de aanbeveling van
curatoren.
Overgegaan wordt tot stemming. De heren Van
Riet en De Feijter vormen met de voorzitter het
slemhureau. Uitgebracht worden 13 stemmen,
waarvan 12 op de heer De Jong en 1 blanco.
De heer De Jong is benoemd.
4. Voorstel tot het verlenen van een verhoog
de subsidie aan de classicale commissie voor
kerkelijke gezinszorg van de Ned. Hervorm
de Kerk.
De heer Camps: Mijnheer de Voorzitter! Ik vind
de toelichting op dit voorstel erg onvolledig en
onduidelijk. Betekent dit, dat er een 3e maatschap
pelijk werkster wordt benoemd, of dat die be
noemd is
De Voorzitter: Er komt geen 3e maatschappe
lijk werkster.
Wethouder Van Langevelde: De zaak zit zó:
Er is een maatschappelijk werkster speciaal voor
Terneuzen. Er komt geen derde bü. Dat staat ook
in het voorstel.
ster de financiële positie van de stichting erg zou
verzwakken. Nu ligt voor ons het voorstel, om
deze voorwaarde te laten vervallen, en dat is het
enige. Het besluit om 1000,uit te trekken is
indertijd al genomen, al is daar toen de voorwaar
de aan verbonden. Ieder jaar staat de 1000,
op de begroting, dat kunt U zelf constateren, maar
dit bedrag wordt niet uitgekeerd. Het is nu aan
de raad om te beslissen, of dit wel zal geschieden.
De heer Weterings: Dus de ƒ1000,is voor
één maatschappelijk werkster?
Wethouder De Vos: Voor twee, waarvan één
voor het grootste deel in Terneuzen werkt.
De heer Weterings: Dan betwist ik de 2e maat
schappelijk werkster, want dat is niet juist.
Wethouder De Vos: Wij hebben niet alleen in
ons hoofd 1 of 2 maatschappelijke werksters, maar
wij hebben de omvang van de werkzaamheden be
keken en dan is het vrij logisch, dat de Hervorm
de bevolkingsgroep, die veel groter is dan de
Katholieke, ook veel meer werk vereist. Dat is
enigszins de basis geweest bij de bepaling van het
subsidiebedrag. Men moet nu eenmaal een norm
zoeken en dat is niet eenvoudig. Deze norm is in
dertijd aanvaard.
De heer Weterings: Dan wil ik nog opmerken,
dat uit het verslag, dat bij de stukken ligt over
het afgelopen jaar 1957, helemaal niet blijkt, van
welke omvang het maatschappelijk werk en het
werk voor de gezinszorg is. Daar slaat niet eens
in, hoeveel maatschappelijk werksters er zijn, hoe
veel gezinsverzorgsters, hoeveel gevallen enz. Het
is een zeer vaag jaarverslag, waaruit helemaal
niet blijkt, dat de behoefte zo ontzaglijk groot is
om een 3e maatschappelijk werkster aan te stel
len.
De Voorzitter: Er worden alleen geen cijfers in
genoemd.
De heer Weterings: Haalt u daar nu maar eens
uit, hoeveel maatschappelijke werksters er nodig
zijn.
De Voorzitter: Het gaat er alleen om, de voor
waarde op te heffen en het beschikbare bedrag
van 1000,uit te betalen. Dit bedrag is vastge
steld op basis van de bevolkingsgroeperingen. Of
men het werk met 1 of 2 maatschappelijke werk
sters wil doen, blijft geheel buiten deze zaak.
De heer De Feijter: Deze commissie werkt al
leen in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen. Er zijn twee
vaste maatschappelijke werksters, en één in tijde
lijk verband. Eigenlijk zijn er dus drie.
De heer Weterings: Er is toch een districtsleid
ster? Als dat ontkend wordt, komt de rijkssubsidie
in gevaar.
Wethouder De Vos: Dat wordt ook niet ont
kend.
De heer Weterings: Dan hebben wij geen maat
schappelijk werkster in Terneuzen.
De Voorzitter: Dat kan toch best samengaan:
een districtsleidster, die een groot deel in Terneu
zen werkt. Het één sluit het ander toch niet uit.
De heer Weterings: Het jaarverslag geeft wat
dat betreft geen enkele toelichting, dus dan durf
ik het zelf9 te ontkennen. Ik ken het werk van
nabij, en weet zeker, dat het voornaamste deel
van de werkzaamheden van mej. Diddens niet in
Terneuzen ligt.
De Voorzitter: Voor dit besluit doet dat weinig
ter zake. Het gaat er om, dat de voorwaarde ver
valt.
De heer Weterings: Ik heb nu geen bezwaar
tegen het voorstel, maar ik wens er bij de eerst
volgende begroting nader op terug te komen.
De heer Camps: Ik wil toch de voorwaarde er bij
stellen, dat er .minstens twee maatschappelijke
werksters moeten zijn.
De Voorzitter: Het uitgangspunt is het aantal
mensen, waarvoor gewerkt wordt.
De heer Camps: Ik zou het op prijs stellen, wan
neer nadere gegevens werden gegeven over het
aantal personen die onder het Hervormde werk
vallen, hoeveel onder het Katholieke enz. Er zijn
toch ook nog andere Protestantse groeperingen.
Wethouder Van Langevelde: Die maken ook ge
bruik van deze dienst.
De heer Weterings: Dat blijkt ook weer niet uit
het verslag.
De Voorzitter: Het is wel mogelijk om een wat
meer gedetailleerd verslag te krijgen.
De heer Weterings: Bij het verslag Is geen ex
ploitatie-rekening, geen balans enz. Er blijkt niet
uit hoe men er financieel voorstaat.
De Voorzitter: Bij het verzoek is dat toch inge
diend. Bij de begroting komt dat vanzelf ter sprake.
De heer Camps: Ik zou toch willen bepalen, dat
minstens 2 maatschappelijke werksters aanwezig
moeten zijn.
De Voorzitter: De bedragen zijn vastgesteld los
van het aantal maatschappelijke werksters.
De heer Camps: Als er van Katholieke zijde nu
2 maatschappelijke werksters zijn, is er misschien
ook reden om de bijdrage te verhogen.
De Voorzitter: Nu legt U juist wél verband. Het
Er staat: „Aan de voorwaarde van een 3e maat-gaat om het werk. dat verzet moet worden en
schappelijk werkster kon niet worden voldaan.
Ondanks dat wordt nu voorgesteld toch de volledi
ge subsidie te geven.
De heer Camps: Er staat: „De Commissie vraagt,
met het oog op de aanstelling in deze gemeentel
van een maatschappelijk werkster, een verhoogde
subsidie." Dat is toch niet erg duidelijk. De voor
waarde was een 3e maatschappelijk werkster en
daar wens ik mij aan te houden. Als men de sub
sidie gaat verhogen, dan moet men dat ook bü de
Katholieke Commissie doen: gelijke monniken
gelijke kappen.
Wethouder Van Langevelde: Burgemeester en
wethouders moeten toch zelf geen subsidie gaan
aanbieden?
De heer Camps: Dat is niet nodig, maar als van
een geval wordt afgeweken, moet dat ook in de
andere gevallen gebeuren. Dat houdt deze zaak
automatisch in.
Wethouder Van Langevelde: De andere zaak is
helemaal niet aan de orde.
De heer Camps: Dit is gewoon een voorstel voor
verhoging van de subsidie. Dan moet het ook zo
gezegd worden.
Wethouder Van Langevelde: Niettegenstaande
niet aan de voorwaarde kon worden voldaan,
vraagt men toch een subsidie van 1000,omdat
de maatschappelijk werkster, die aangesteld is,
speciaal in Terneuzen werkt.
De Voorzitter: De voorwaarde voor de 3e maat
schappelijk werkster is nooit gesteld voor de Ka
tholieke Commissie. Wat dat betreft staan zij dus
nu gelijk.
De heer Weterings: Dus dit is voor één maat
schappelijk werkster.
Wethouder De Vos: Voor twee.
De heer Weterings: Dan wil ik opmerken, dat
do 2e maatschappelijk werkster geen maatschap
peljjk werkster is, zoals wij dat in Terneuzen be
grijpen, maar een districts-maatschappelijk werk
ster voor Z.-Vlaanderen, n.l. mej. Diddens.
De Voorzitter: Het gaat er om, of zij hoofd
zakelijk in Terneuzen werkt.
De heer Weterings: Wij hebben ook een dis
tricts-maatschappelijk werkster voor Zeeland, mej.
Van Waes, die hoofdzakelijk in Terneuzen werkt,
maar daar hebben wij nooit subsidie voor ge
vraagd.
Wethouder Van Langevelde: Ook mej. Diddens
werkt in deze gemeente. Dit district beperkt zich
overigens tot Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen.
De heer Weterings: Dan is de interpretatie dis
tricts-maatschappelijk werkster absoluut fout
Wethouder De Vos: Toen indertijd besloten
werd, om subsidie te verlenen voor het maat
schappelijk werk, hebben wij een regeling ont
worpen op basis van de omvang der verschillende
bevolkingsgroepen in deze gemeente en toen heb
ben wij gesteld, dat wij 500,— zouden uittrekken
voor de Katholieke Stichting en 1000,— voor de
Iervormde Stichting, maar déér is toen de voor
aarde bij gesteld, dat die ƒ1000,— pas zouden
u u-den uitgekeerd, wanneer een 3e maatschappe-
li, k werkster zou worden aangesteld. Dat is toen
n;et gebeurd in verband met de financiële om
standigheden, daar een 3e maatschappelijk werk
dat hangt af van de bevolkingsgroep
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Voorstel tot aankoop van een perceel grond
aan de Jacob Catsstraat.
Voorstel tot aankoop van het verenigings
gebouw in de Dekkerstraat.
Voorstel tot het verlenen van medewerking
ingevolge art. 72 der Lager Onderwijswet:
a. aan het bestuur van de r. k. St. Antonius-
school te Sluiskil voor aanschaffing van aan
vullend meubilair e.a. wegens uitbreiding van
het aantal leerlingen van het v. g. 1. o.
b. aan het bestuur van de r. k. meisjesschool
voor de bouw van een leslokaal
6.
7.
Deze
voorstellen worden zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
8- V oorstel tot beplanting van d» Molendijk.
c teer De Feijter: Hoeveel percelen bouwgrond
zyn ei op de Molendijk nog beschikbaar?
De Voorzitter: ±8.
Het ooi stel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
oorstel tot onhewoonhaarverklaring v;
de woning Tuinpad 4.
10. V oorstel tot het stichten van een gebouw
voor de Bescherming Bevolking.
De^e voorstellen worden zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
11. V oorstel tot het verlenen van een bijdrage
aan de vereniging „Het Groene Kruis" te
Terneuzen,
De heer Camps: Ik heb in de stukken gezien,
dat het verzoek van het Wit-Gelo Kruis gedateerd
is op 23 juli en het verzoek van het Groene Kruis
op 30 juli. Is het mogelijk om in het vervolg die
verzoeken volgens de datum te behandelen? Deze
stukken worden nu net andersom behandeld
De Voorzitter: Ik begrijp uw vraag niet.
Wethouder De Vos: U bedoelt, dat het verzoek
van het Wit-Gele Kruis eerder op de agenda had
moeten staan?
De heer Camps: Ik had liever gezien, dat punt
12 eerst behandeld was. Verder zou ik in verband
met beide verzoeken op willen merken, dat ik de
vorm van het verzoek van het Wit-Gele Kruis
economisch meer verantwoord vind dan van het
Groene Kruis. Het Wit-Gele Kruis vraagt alleen
of de gemeente zich garant wil stellen voor rente
en aflossing. Daarom zou ik willen voorstellen
om het Groene Kruis ook aan te raden bij een
bank gelden te lenen en dan garantie te verlenen
voor rente en aflossing.
De loorzitter: Ik heb er geen bezwaar tegen
om deze verzoeken tegelijk te behandelen Dat is
toch uw bedoeling?
De heer Camps: In het eerste geval stelt U voor
ƒ12.000,— te verstrekken aan het Groene Kruis
en in het tweede geval wilt U aan het Wit-Gele
Kruis alleen garantie verlenen.
Wethouder De Vos: Zij krijgen alle twee wat
zij vragen; dus dan is iedereen tevreden. Dat kan
niet altijd, maar in deze gevallen wél.
De Voorzitter: Ik zie uw bezwaar niet. Hebt U
jspijt, dat hel zó is ingediend? Er wordt toch g.
geven wat gevraagd is?
De heer Camps: Ik noem dit meten met 2 maten.
De Voorzitter: Door wie?
De heer Cainps: Door degenen, die het onder
tekend hebben. Het zijn 2 instanties, die allebei
hetzelfde doel voor ogen hebben. Beide gaan van
particulier initiatief uit. Zij moeten dan ook op
dezelfde voet behandeld worden.
Wethouder Van Langevelde: Het Wit-Gele Kruis
heeft een garantie gevraagd, en wij stellen nu voor
om deze te verlenen. Het Groene Kruis kwam
met een verzoek om een bijdrage en wij stellen
voor om daaraan te voldoen.
De heer Camps: Ik zou liever een bepaalde poli
tiek willen volgen. Niet in het ene geval zus en
in het andere geval zo.
Wethouder Van Langevelde: Als het Wit-Gele
Kruis om een garantieverklaring verzoekt is de
zaak toch uit? Het verzoek van het Groene Kruis
moet U los hiervan zien. Wij hebben gezien, dat
de financiële toestand van het Wit-Gele Kruis ge
lukkig gezond is, zodat wij geen bezwaren hadden
om aan het verzoek te voldoen.
De heer Camps: Als het Groene Kruis zelf een
geldlening sluit ben ik het er wel mee eens om
garantie te verlenen voor rente en aflossing, In
dit geval betreft het toch weer een subsidie. Zij
krijgen al 2,50 per lid, dat is een algemene lijn.
Nu is er een andere kwestie, het zetten van een
gebouw, en nu krijgt de ene instelling een bedrag
van totaal 32.000,— en de andere krijgt alleen
maar garantie.
Wethouder Van Langevelde: Het Wit-Gele Kruis
vraagt niet meer. De financiële toestand is gezond,
dat blijkt uit de toelichting. Waarom moet er dan
een ander voorstel gedaan worden? Nu komt het
voorstel van het Groene Kruis en nu wilt U dit
aan het andere voorstel koppelen. Dat moet U
apart bekijken.
Wethouder De Vos: Zoals de heer Camps te
recht opmerkt is het verzoek van het Wit-Gele
Kruis gedateerd 23 juli 1958. Dal was net vóór de
vorige raadsvergadering. Na afloop hiervan heeft
de heer Compiet, die blijkbaar ook in het bestuur
zit van het Wit-Gele Kruis afdeling Sluiskil, aan
wethouder Van Langevelde en aan mij gevraagd
of wij dit vlug wilden behandelen. Hij heeft daar
aan toegevoegd, dat de gemeente dit gerust kon
doen en dat er geen risico aan verbonden was,
want het Wit-Gele Kruis kon deze zaak financie
ren, maar had alleen een garantieverklaring nodig,
omdat de geldgever dat vroeg. Wij hebben toen
deze zaak inderdaad vlug behandeld, maar eerst
een exploitatie-begroting gevraagd. Deze is op 14
augustus binnengekomen. Burgemeester en wet
houders hebben toen gezegd: deze zaak is gezond,
dus we kunnen aan de gemeenteraad voorstellen
om garant te zijn. De gemeente heeft dus kunnen
vertrouwen, dat het Wit-Gele Kruis deze zaak kan
financieren. Wij hebben niet gezegd en dat had
U toch ook niet verwacht U vraagt wel garan
tie, maar hebt U niet liever een jaarlijkse bijdra
ge? Als het niet nodig is, doen wij dat niet. De
gemeente moet óók op de dubbeltjes passen en
kan niet overal subsidie geven, wanneer het niet
nodig is. De exploitatie-begroting, die wij van het
Groene Kruis gevraagd hebben, ziet er wel een
beetje anders uit.
Gezien de investering, die gedaan moet worden,
is het ons volkomen duidelijk, dat het Groene
Kruis deze zaak niet kan financieren. Hier is dus
aanleiding voor een gemeentelijke bijdrage. Het
heeft wel een ernstig punt van bespreking in ons
college uitgemaakt en wij zijn zeker niet over één
nacht ijs gegaan, maar wij hebben ook in aanmer
king genomen de bijdrage, die indertijd is toege
zegd aan de Willibrordus-Stichting, waarin ook
het Wit-Gele Kruis van Terneuzen kom vertegen
woordigd is. Als U zegt; hier wordt met 2 maten
gemeten, dan moet U er aan toevoegen, dat het
Wit-Gele Kruis in Terneuzen tegenover dat in
Sluiskil ook wordt bevoordeeld. Die bijdrage is
enkele jaren eerder toegezegd, ook omdat wij van
mening waren, dat het nodig was. U kunt moei
lijk van ons verwachten, dat wij een voorstel doen,
wanneer blijkt, dat het niet nodig is. Daarom zijn
deze voorstellen gedaan, zoals ze nu vóór U liggen.
Voorgesteld wordt aan beide verzoeken volledig
te voldoen, dus ieder kan tevreden zijn.
De heer Camps: Ik dank de heer De Vos voor
zijn toelichting.
De heer Weterings: In het voorstel wordt de
Sehoolartsendienst nog genoemd. Het is toch niet
de bedoeling, dat de sehoolartsendienst helemaal
ondergebracht wordt in dit gebouw, zodat de kin
deren van de diverse scholen voor onderzoek door
de schoolarts hier naar toe moeten komen? Dat
is wel bezwaarlijk.
De Voorzitter: Ik geloof wel, dat dat in de be
doeling ligt, maar dat is nog niet besloten. Dat
zal in overleg met de verschillende scholen moeten
gebeuren.
De heer Weterings: Ik vind het nogal bezwaar
lijk.
De Voorzitter: De schoolarts denkt daar anders
over. Het hangt af van het overleg tussen de
schoolarts en de scholen zelf. Het is helemaal geen
bezwaar, dat het onderzoek op een centrale plaats
geschiedt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
12. Voorstel tot het verlenen van een garantie
aan de vereniging „Het Wit-Gele Kruis" te
Sluiskil.
Dit voorstel wordt verder zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
13. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de
gemeenterekening e.a., dienst 1956.
14. Voorstel tot wijziging van de gemeentebe
groting 1958.
Deze voorstellen worden zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
15. Rondvraag.
De heer Hol: Mijnheer de Voorzitter Kunt U
ons inlichtingen verstrekken, wanneer de Handels
avondschool in Terneuzen zal starten, met mis
schien enige bijzonderheden wat betreft vestigings
plaats en de eisen, die men stelt voor toelating?
De Voorzitter: Ik kan U mededelen, dat wij er
in geslaagd zijn toestemming te krijgen voor het
oprichten van deze school en dat deze zal starten
in het gebouw van het Lyceum met ingang van
de nieuwe cursus. Zoals U wellicht gezien hebt,
is een oproep voor leerlingen geplaatst. Zeer
binnenkort zal het bestuur zich beraden hoe het
programma zal worden samengesteld. Dat is het
enige wat mij op het ogenblik bekend is.
De heer Hol: Uiteraard dienen openbare nuts
bedrijven (gas, electra, water en ook de P. T. T.)
in verband met het aanbrengen of repareren van
buizen of leidingen in de bebouwde kom nogal
eens straten op te breken en sleuven te graven.
Daarna wordt de zaak weer gedicht en bestraat,
al gebeurt dit laatste helaas niet altijd op dezelf
de degelijke wijze als door de ervaren vaklui van
de gemeente. (In verband met deze laatste opmer
king moge ik slechts wijzen op de toestand aan
de Rosegracht na het wegbreken van de spoor
rails aldaar.) Hoewel deze werkzaamheden van
zelfsprekend noodzakelijk zijn, komt het niet zei
den voor, dat vorenbedoelde bedrijven, soms op
korte termijn, deze werkzaamheden ieder voor
zich afzonderlijk verrichten. Ik kan me voorstel
len dat, indien het b.v. uit te voeren reparaties
betreft, dit niet altijd valt te voorkomen. Anders
wordt het m.i.. indien het geen reparaties betreft,
b.v. in de omgeving van de nieuwbouw. Naar mijn
mening zou hier door samenwerking van de diver
se bedrijven niet alleen veel onnodige overlast
voorkomen kunnen worden, doch tevens een kos
tenbesparing verkregen kunnen worden. Kan hier
op van de zijde van het gemeentebestuur niet eens
worden geattendeerd en coördinatie bevorderd
worden?
De Voorzitter: De herbestratingen gebeuren door
de dienst van gemeentewerken. De kosten worden
belanghebbenden in rekening gebracht. De Rose
gracht is terrein van de Rijkswaterstaat, dus daar
gebeurt het door deze instantie.
De heer Hol: Het gebeurt wel, dat dan de P. T.
T„ dan de P. Z. E. M. korte tijd achter elkaar de
straat opbreken. Wanneer het reparaties betreft,
valt dat niet altijd te voorzien, maar wanneer het
gaat om nieuwe buurten, moet het toch mogelijk
zijn om meer samen te werken. Het maakt op het
publiek een zonderlinge indruk.
De Voorzitter: Het schijnt uitermate moeilijk te
zijn om van de verschillende diensten samenwer
king te krijgen. Vroeger zijn er al eens pogingen
gedaan. Het is ook ver buiten onze opmerkings
gave, om dat te kunnen beoordelen. Wij kunnen
ons alleen verbazen, en dat is ook wel eens pret
tig in deze wereld
De heer Hol: Ik zou het op prijs stellen, wan
neer het gevraagd werd. Als het inderdaad kan.
geeft dat een grote kostenbesparing. Ais U dat
alleen voor de lonen eens uitrekent, zult U enorm
veel kunnen besparen.
De Voorzitter: Wij zullen het nog eens vragen,
maar ik vrees, dat het geen resultaat zal hebben.
De heer Hol: In diverse straten in de gemeente
ik noem b.v. de Aagje Dekenstraat groeit
het gras welig tussen de klinkers. Kan niet be
vorderd worden, b.v. met een bepaald verdelgings
middel, dat dit weg gaal? Over het algemeen heb
ben wij in Terneuzen niet over de wegen te kla
gen, daarom trekt dit bijzonder de aandacht.
De Voorzitter: Het onderhoud is in een natte
zomer als deze erg moeilijk. Het gif, dat gebruikt
wordt, heeft ook zijn bezwaren, want er spelen
dikwijls kinderen op straat met ballen, enz. Ik ben
een beetje huiverig om het gif te gebruiken en er
zijn niet voldoende arbeidskrachten om dit alle
maal uit te trekken. Ik weet niet, of er andere
middelen zijn. Het is al enige malen in het college
besproken, want het is niet alleen de Aagje Deken
straat.
De heer Henry: Mijnheer de Voorzitter Gaarne
zou ik van de rondvraag gebruik willen maken om
een kwestie ter sprake te brengen die, naar ik
meen voor Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen in hel alge
meen en voor Terneuzen in het bijzonder van be
lang moet worden geacht, t.w. het ongetwijfeld op
zienbarend besluit van de Directie van de Neder-
landsche Spoorwegen om de Inspecteur voor de
Zeeuwschvlaamse Spoorlijnen, de heer L. F. du
Bois, met ingang van 1 augustus j.l. op non-actief
te stellen.
Sedert 3 juli 1916 is de heer L. F. du Bois bij de
Spoorwegen in Zeeuwsch-Vlaanderen werkzaam
geweest. Tot 1 juli 1948 als Adjunct-Secretaris van
de Directie „MechelenTerneuzen" en van deze
datum af als Inspecteur van de Nederlandsche
Spoorwegen. Ik meen dat het van grote waarde is
geweest, dat de exploitatie van deze Spoorlijnen
steeds gericht was op de behartiging van de econo
mische belangen van deze Streek. Het verleden
heeft m.i, zeer zeker bewezen, dat de inzichten van
de Directie van de Nederlandsche Spoorwegen in
zake de exploitatie dezer lijnen niet altijd over
eenstemming vertoonden met de gevoelens die bij
ons hieromtrent leefden. Het staat voor mij vast
en vermoedelijk ook voor u, dat de heer Du Bois
er met inzet van heel zijn actieve persoonlijkheid,
ondanks ongetwijfeld moeilijke omstandigheden,
steeds naar heeft gestreefd, hierbij rekening hou
dende met de belangen van de Nederlandsche
Spoorwegen, voor Zeeuwsch-Vlaanderen de best
mogelijke resultaten te bereiken.
Een en ander vond zijn waardering en bekroning
in de bijzonder hartelijke huldiging van N.S.-zijöe
bij het 40-jarig ambtsjubileum van de heer Du
Bois op 3 juli 1956 en niet minder door de Konink
lijke Onderscheiding hem verleend op 30 april 1957.
Dat de heer Du Bois thans plotseling op non-ac
tief is gesteld, heeft dan ook in brede kringen,
heel zacht gezegd, verwondering gewekt.
Dit alles, zelfs niet de vernedering hierdoor de
heer Du Bois aangedaan, zou voor ons een reden
behoeven te zijn hier nader op in te gaan, ware het
niet dat wij in deze plotselinge en voor ons onver
klaarbare handelwijze van de Directie van de Ne
derlandsche Spoorwegen, een ernstig gevaar zien
voor een juistere behartiging van de belangen van
ons Gewest op het gebied van de verdere exploita
tie van de in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen gelegen
spoorlijnen, temeer daar het voor zover wij weten,
in de bedoeling ligt geen opvolger voor de heer
Du Bois te benoemen, zodat de spoorlijnen in Oost-
Zeeuwsch-Vlaanderen dan worden beheerd vanuit
de inspectie Breda.
Een en ander is voor mij aanleiding deze kwestie
ter sprake te brengen en ik zou hierover gaarne
de mening van het college vernemen.
De Voorzitter: Ik geloof, dat ik ook namens de
wethouders spreek, als ik zeg, dat U de gedachten
van het college voor een groot deel weergeeft.
Vooral degenen, die de heer Du Bois van nabij
kennen en hebben meegemaakt bij zijn verschillen
de werkzaamheden, die vaak de belangen van Ter
neuzen inhielden, die hij op bijzondere wijze heeft
nagestreefd, zullen dit beamen.
Ik heb mij dan ook met de heer Du Bois zelf
in verbinding gesteld om met hem te spreken op
welke wjjze wij zijn zeer gewaardeerde werkkracht
in het belang van Terneuzen kunnen behouden en
dat overleg heeft ook een bepaald resultaat be
reikt, maar het ligt in mijn bedoeling om ons op
de hoogte te stellen, of er een mogelijkheid is, dat
de heer Du Bois zijn contact met de Nederlandse
Spoorwegen kan blijven aanhouden in het belan
van de gemeente Terneuzen, Ik noem hier b.v. bij
de Vereniging Havenbelangen, waarvan hij secre
taris is, en in de Havencommissie, die door de
raad is ingesteld, waardoor hij contact zal kunnen
blijven houden met de Nederlandse Spoorwegen,
wat voor onze streek en onze gemeente van groot
belang is.
Dit overleg heeft nog niet plaatsgehad, doch ik
kan alleen toezeggen, dat het in het voornemen
ligt om dit te hebben.
Ik heb grote waardering voor het werk van de
heer Du Bois en ik betreur het, dat hij op zo'n
abrupte wijze uit zün werk is gezet, maar wij
hopen, dat wij zijn grote werkkracht in het be
lang van de gemeente Terneuzen verder zullen
kunnen behouden.
De heer Henry: Dank U zeer! Het is dan toch
zo, dat U waarschijnlijk contact zult zoeken met
de directie van de Nederlandse Spoorwegen, of de
heer Du Bois als adviseur van de N. S. in zekere
zin kan worden gehandhaafd op een nader te be
palen wijze. Is het misschien mogelijk, dat wij
in de raad van het resultaat van die bespreking
horen en ook van de wijze, waarop het college
zich voorstelt dat de heer Du Bois in het werk
kan blijven ingeschakeld?
De Voorzitter: Het resultaat krijgt U uiter
aard in de raad t.z.t. te horen.
De heer Camps: Mag ik mijn waardering uit
spreken voor het feit, dat de eerste abri er in
Sluiskil is? Ik hoop, dat aan de overzijde ook een
abri zal komen.
De Voorzitter: Ik heb het ook met genoegen
gezien. Voor nog een abri kan overleg met de
Z.V.T.M. gepleegd worden.
De heer Weterings: In de afgelopen maanden,
vooral weken, is meermalen gebleken, dat in de
gemeente Terneuzen een grote behoefte beslaat
aan kampeercentra. Het is mij bekend, dat het
college van burgemeester en wethouders reeds
meermalen pogingen in deze richting heeft ge
daan, maar dat van de zijde van de Rijkswater
staat deze zaak iedere keer afgewezen werd. Ik
heb me hierover verwonderd en vraag me af, of
de Rijkswaterstaat zoveel in de melk te brokken
heeft, dat zij een dergelijke voor Terneuzen be
langrijke zaak kan tegenhouden en anders geen
gelegenheid geeft, om op andere wijze in de be
hoefte te voorzien. Ik heb het in de afgelopen
week meegemaakt, dat diverse groepen, die naar
Terneuzen kwamen om te kamperen, hier niet
terecht konden. Er was o.a. een Duitse groep die
een kampeerkaan had, waar op stond dat in
Terneuzen een kampeercentrum was.
De Voorzitter: Moeten wij nu weer alles ge
loven, wat in Duitsland gezegd wordt?
De hoer Weterings: Ik dacht eerst, dat daar
misschien Axel mee bedoeld was, maar dat stond
ook aangegeven met een jeugdherberg en een
kampeercentrum. Los daarvan zou ik graag zien,
dat burgemeester en wethouders al het mogelijke
zouden doen, om in de toekomst in de kortst
mogelijke tijd een kampeergelegenheid te krijgen,
zodat wij de jonge kampeerders, die deze kant uit
komen, in de gelegenheid" kunnen stellen om hier
hun tenten op te slaan.
Sommigen komen nu terecht bij het Parochie
huis. Wij sturen ze daar natuurlijk niet weg, wij
zjjn dus gastvrij, maar ik zou gaarne zien, dat er
wegen gevonden werden om tot aanleg van een
kampeerterrein te komen. Er is werkelijk grote
behoefte aan.
De Voorzitter: Van die behoefte zijn wij zeker
doordrongen. Wü hebben getracht, voorzieningen
in het Westelijk Bolwerk te treffen, maar zoals
reeds gezegd is, geeft de Rijkswaterstaat daar
geen medewerking aan: de toegang tot het ter
rein is in verband met het verkeer erg gevaarlijk
voor de mensen, die van dit terrein gebruik
maken. Wü hebben getracht hierover van ge
dachten te wisselen, maar dat is niet eenvoudig.
Andere terreinen zün in Terneuzen voor dat doel
niet geschikt. Het is wel zo, dat wü graag de
gelegenheid scheppen, maar lfblaas is dit in wer
kelijkheid niet gemakkelijk uitvoerbaar. Wü blü-
ven diligent en hopen, met de Rükswatecstaat tot
overeenstemming te komen.
De heer Weterings: Ik verwonder mij over
deze kwestie, want bijna alle kampeerterreinen
komen toch uit op de grote wegen. Of ze er nu
500 of 100 meter vandaan liggen, maakt toch niets
uit. Daar gebeuren toch praktisch ook geen ver
keersongelukken? Wij moeten enigszins reëel
blüven. Als men dit standpunt inneemt, kan men
nergens kampeerterreinen hebben.
De Voorzitter: Wü hopen, dat de Rükswater-
staat voor Uw argumenten zal bezwüken.
De heer Weterings: Ik heb daar weinig invloed
op, maar ik wilde het graag even publiek maken,
dat wü er niet mee akkoord gaan dat er steeds
maar afwüzend op beschikt wordt, terwül juist
hier de gelegenheid is.
De heer Hol: Kan misschien als een tüdelüke
oplossing niet gebruik worden gemaakt van de
Oesterputten, zolang het zwembad zwevende is?
De Voorzitter: Ik voel niet voor dergelüke
tüdelüke oplossingen. In de eerste plaats heeft
het enige lüd nodig, om op gang te komen. Als
men zich eenmaal geïnstalleerd heeft, moet men
weer weg. Dat is niet bevorderlük voor de naam
van Terneuzen als kampeercentrum. Wij kunnen
het in het college echter beküken. Het is daar
misschien ook een beetje vochtig.
Wethouder De Vos: Dat zal wel meevallen.
De heer Hol: Dan zouden we twee vliegen in
één klap kunnen slaan, wanneer daar een kleine
installatie werd gemaakt in verband met het sani
tair, zouden de dames daar bü het aan- en uit
kleden gebruik van kunnen maken als zij daar
zwemmen. Dat behoeft toch geen kostbare instal
latie te zün?
De Voorzitter: Wü zullen het beküken.
De heer Ribbens: Het is mü bekend U hebt
het meermalen gezegd dat het politiecorps te
klein is om de dienst uit te voeren, zoals wij dat
wensen. Ik ben daarvan ook overtuigd, maar ik
wil U nog even attent maken op de baldadigheid
van de varenslui, speciaal aan de Middensluis
omstreeks middernacht. Wij moesten pas nog con
stateren, dat daar een grote winkelruit ingegooid
is, terwijl een paar jaar terug dit enkele huizen
verder het geval was. De bewoners daar zitten
altüd in angst, dat zü ook een beurt krijgen.
Er zijn daar meermalen grote ruzies en vecht
partijen, waarbü geen politie aanwezig is. Mis
schien is het te overwegen, dat de diensten zo
danig ingericht worden, dat zü omstreeks midder
nacht in die buurt aanwezig zün.
De Voorzitter: Het is al een 3 weken zo, dat
omstreeks het sluitingsuur van de café's dubbele
posten in die buurt surveilleren. Zü kunnen ech
ter nooit overal tegelük zün. Bovendien is Ter
neuzen een havenplaats; het zün meest vreemde
zeelui die de last veroorzaken.
De heer Ribbens: Het tekort aan personeel
maakt het natuurlük erg moeilük.
De Voorzitter: Ook bij grotere sterkte van het
corps. U kunt ze toch niet in gesloten gelid de
straten op en neer laten marcheren!
De Voorzitter: Voordat ik deze vergadering
sluit, moeten wü hier afscheid nemen van de
tegenwoordige raad, die de gemeente een jaar lan
ger heeft kunnen doen profiteren van zijn erva
ring en vlpt dan als regel het geval is. Daardoor
is het voor mij aan de ene kant een groot genoe
gen, maar aan de andere kant een groot verdriet,
om de laatste vergadering in deze zittingsperiode
te moeten sluiten en daarbü afscheid te moeten
nemen van enige raadsleden, die straks bü de sa
menkomst van de nieuwe raad hier niet meer zul
len verschünen en hun zetels door anderen zullen
zien ingenomen. Ik wil geen overzicht geven van
wat er in de laatste vijf jaren in Terneuzen is
gebeurd. Wij zien het dagelüks voor ogen, het
is te veel om op te noemen. Het heeft echter geen
zin, lang bij het verleden stil te staan en wü kun
nen ons beter richten naar de grote werken, die
in de eerstvolgende 4 jaar aan de orde zullen
komen. *i
Ik wil in het bijzonder enige woorden van af
scheid richten tot de scheidende raadsleden Van
Riet, N. F. Dieleman en Ribbens de heer Die
leman is wegens werkzaamheden verhinderd aan
wezig te zün en dan vooral tot de heer Van
Riet, die niet alleen gedurende de laatste zittings
periode in de raad is geweest, maar reeds gedu
rende vele jaren deel van de raad uitmaakt. Voor
het eerst was dat op 7 december 1923, en na enige
onderbreking kwam hü na de bevrüding in de
noodraad, waarvan ook de heer Dieleman lid was.
De heer Ribbens is slechts korte tüd lid van de
raad geweest, maar ik dank al de heren voor de
Mjzondere wüze, waarop zij hun krachten hebben
gegeven en voor het enthousiasme en de liefde,
die hun de kracht heeft gegeven het werk te doen,
om nieuwe plannen onder ogen te zien en mede
te helpen besluiten te nemen, alsook voor de
steun, die wij als dagelüks bestuur van de ge
meente gehad hebben uit de raad, om ons werk
te verrichten.
Wanneer ik deze zittingsperiode sluit, wil ik
tegelük een woord van dank spreken tot het per
soneel van de secretarie. Ik wil tegelük even ver
klaren, waarom U deze avond 2 dames aan deze
tafel ziet zitten. Mej. Van Eek gaat ons binnen
kort verlaten wegens haar vertrek naar Den
Haag. Mej. Wieles zal haar taak overnemen.
Verder dank ik het personeel van gemeentewer
ken, dat in deze periode haar plicht op goede
wüze heeft vervuld. Dat geeft ons moed, om
straks de nieuwe periode met vernieuwde kracht
en.vertrouwen in te gaan. Het moge U allen wel
gaan!
De heer Van Riet: De heer Ribbens heeft me
gevraagd, U ook namens hem te danken voor Uw
vriendelijke worden. Persoonlük stond het bü mü
reeds een tweetal jaren vast, dat mefhet eindi
gen van de zittingsperiode mijn tüd gekomen was
om afscheid te nemen van de gemeenteraad,
'k Heb me dan ook niet meer herkiesbaar gesteld.
Het gevolg hiervan is, dat ik (hans de laatste ver
gadering van ons college als raadslid meemaak.
Meneer de Voorzitter, ik rtel er prijs op hier
mün oprechte dank te betuigen tegenover u als
Voorzitter, heren wethouders en de collega's raads
leden voor de vriendschappelüke en gemoedelüka
wüze van vergaderen.
De ambtenaren der verschillende diensten der
gemeente zeg ik wel dank voot de spontane mede
werking, die me steeds werd gegeven.
Meneer de Voorzitter, ik spreek de wens uit, dat
U met de nieuwe gemeenteraad, onder Gods zegen,
verder vruchtbaar moogt samenwerken tot heil
van onze gemeente.
Van harte wens ik U en heren collega's ook voor
uw persoonlük leven 't beste!
De Voorzitter sluit de vergadering.