\Jom cU [/couw
'1
cITlaria 'CïYlonteóócri
Voeteuvelen en voetgebreken
Voel II niet te gauw beledigd, moeder!
enu
VERGEELDE PORTRETTEN
begon met zwakzinnigen en idioten
Zij kent het kind en zijn karakter
voor de wandeltocht bekeken
Met een
leuke hoofddoek
We maken zelf een stevige keukentrap
D
KIND EN KARAKTER
L kunt niet
alles weten!
van de week
4
DIC "VKIJK ZEtUW
Zaterdag 9 augustus 1958.
IN FEITE kunnen wij leven en
werk van clr Maria Montessori
nog niet rekenen tot cte geschie
denis. Immers, hier is geen
sprake van een afgesloten tijd
perk, ook al werd de bekende
Italiaanse opvoedkundige reeds
precies tien jaar vóór Prinses
Wilhelmina, namelijk op 31
augustus 1870 te Chiarevalle ge
boren. Maar historische beteke
nis heeft haar werk in elk geval
wel.
Maria Montessori studeerde
medicijnen, in die dagen voor
een vrouw een ongehoorde zaak.
Maar zij zette door, werd de eer
ste vrouwelijke arts in Italië en
promoveerde in 1898 aan de uni
versiteit van Rome. Vervolgens
was zij in dezelfde stad geduren
de enige tijd assistente aan een
psychiatrische kliniek. Later
werd zij er professor in de an
thropologic en hygiëne.
Door Maar activiteiten op psy
chiatrisch gebied kwam Montes
sori in aanraking met idiote en
achterlijke kinderen. Ook las zij
een boek over de opvoeding van
zulke stumperds, dat in 1846 te
Parijs was uitgegeven en ge
schreven door Séguin.
De „wilde van Aveyron"
DE DOOR SEGUIN ontwik
kelde ideeën schenen de jonge
arts veelzins juist. In 1898 hield
zij op het paedagogisch congres
te Parijs een rede over zedelijke
opvoeding. De minister van On
derwijs, signor Bacelli, was hier
zó door getroffen, dat hij Maria
opdracht gaf, te Rome een cur
sus te geven voor onderwijzers
van zwakzinnigen. Hierdoor ont
stond een kweekschool met leer
school voor idiote en zwakzinni
ge kinderen, beide onder Mon-
tessori's leidng. En intussen
bleef de ijverige vrouw studeren
en maakte zij ook reizen naar
Londen en Parijs.
In de Lichtstad maakte zij
kennis met 't werk van Séguin's
leermeester Itard, die er als
dokter was verbonden aan het
nationale doofstommeninstituut.
In 1798 was in de bossen van
Aveyron door jagers een jongen
aangetroffen en gevangen van
ongeveer 12 jaar, die klaarblijke
lijk geheel als een wild dier had
.«geleefd. Itard nu had het be
staan, deze jongen, die is be
kend geworden als Le sauvage
de "Aveyron, in de loop van een
viertal jaren voor de beschaving
toegankelijk te maken. Itard
paste de meest scherpzinnige
methoden toe, maar helaas
bleek de jonge idioot te zijn.
Toen hij in 1828 stierf, kon hij
nog niet eens praten.
Tussen normaal en idioot
ITARD had met zijn hardnek
kig volgehouden pogingen een
schat van ervaring opgedaan.
Hij had geleerd, hoe zich het
beste toegang te verschaffen tot
de geblokkeerde geest van idio
ten en zwakzinnigen. En Mon
tessori was door wat zij gehoord,
gezien en gelezen had, diep ge
troffen.
Bij haar terugkomst in Rome
begon zij onmiddellijk zelf met
het onderwijzen van zwakzinni
ge kinderen. Van 's morgens 8
tot 's avonds 7 uur was zij er
vrijwel onafgebroken mee bezig.
En het resultaat? Montessori's
leerlingen konden het op een
examen glansrijk tegen normale
kinderen opnemen
Toen wist Maria, dat er aan
het onderwijs van de geestelijk
normaal ontwikkelde kinderen
iets haperde. Want het grote en
principiële onderscheid tussen
een normaal en een geestelijk
defect kind is nu eenmaal, zelfs
bij de beste methoden, niet weg
te wissen of op te heffen.
Casa dei bambini
IN ROME waren in de tachti
ger jaren van de vorige eeuw
na een economisch débacle
gegoede lieden gebouwd. Maar
na een een economisch débacle
kwamen zij leeg te staan en na
verloop van tijd werden zij suc
cessievelijk in bezit genomen
door de armsten onder de ar
men. De woningtoestanden wa
ren erbarmelijk, spotten met elk
begrip van hygiëne, om over ze
delijke toestanden maar te zwij
gen.
Een door signor Edoardo Ta-
lamo opgericht instituut voor
goede huisvesting kocht meer
dan 400 van deze huurkazernes
op, liet ze geheel verbouwen en
hygiënisch inrichten en stelde
ze toen weer ter beschikking
van de arbeiders. Maar wat
moest er met het talrijke kroost
van deze huurders gebeuren?
Signor Talamo kwam op het
lumineuzen idee, dr. Montessori
om advies te vragen. En toen
kwam spoedig' de oplossing. Er
werd voor de kinderen in de
lumineuze idee, dr. Montessori
afgezonderd, die toegang gaf tot
de binnenplaats of tuin. Hier
konden de moeders 's morgens
hun kroost „schoon" (dat was
de eis!) afleveren en dan wer
den ze de hele dag bezig gehou
den.
Het eerste van deze casa dei
bambini (tehuis voor kinderen)
werd 6 januari 1907 geopend, het
tweede vier maanden later. Ok
tober 1908 volgde een derde in
Milaan en langzamerhand kwa
men er steeds meer, niet alleen
in Italië, maar ook in Zwitser
land en elders.
Het systeem van
Montessori
IN MONTESSORI'S case dei
bambini zijn een 40 a 50 kinde
ren van 2'2 tot 6% jaar in één
grote ruimte bijeen. Er zijn geen
banken en de kinderen kunnen
vrij heen en weer en naar bui
ten lopen. Er is een onderwijze
res, de „directrice", met een
helpster, wier beider taak slechts
zeer beperkt is. En toch zijn de
kinderen 's winters van 95 en
's zomers van 86 bijeen en be
zig.
Er wsrdt een middagmaaltijd
opgediend en de kinderen mo
gen zelf kiezen, wat zij willen
doen. De keus kan gemaakt wor
den uit een aantal „spelletjes",
die zichzelf de weg wijzen. Er
is geen enkele dwang. Het kind
mag beginnen en ophouden of
met een nieuw „spelletje" be
ginnen, wanneer het daar lust
in heeft. En wil de kleuter niets
doen, dat is dat ook goed.
Er worden soms wel bepaalde
signalen gegeven en enkele
werkzaamheden worden ook ge
meenschappelijk verricht, maar
ook daarbij is het kind vrij, al
of niet mee te doen. Er worden
geen verwijten gemaakt en geen
straffen uitgedeeld, zelfs aan
sporingen ontbreken. Alleen
wanneer het kind niet vooruit
kan, wil de „directrice" wel aan
wijzingen geven. Maar ook niet
meer dan aanwijzingen, want
het kind moet de handeling ten
slotte zelf verrichten. Als dat
ook na herhaalde pogingen niet
lukt. moet het maar wat anders
kiezen.
Succes van het principe
MAAR HOE STAAT HET met
de orde in zo'n „klas"? Hoe
vreemd het ook mag lijken, al
les gaat goed. De kinderen zijn
steeds bezig, niet ondeugend of
lastig en bovendien ook nog be
leefd en vriendelijk. Het lijkt
alsof alles „vanzelf" gaat.
En nu is er in de loop der ja
ren wel iets veranderd. Montes
sorischolen zijn verrezen in tal
van landen en met name ook in
Nederland. De grote pionierster,
die Montessori heet, heeft ons
land ook verschillende malen
bezocht en zelfs tijdelijk haar
verblijf hier opgeslagen. Maar
wat er ook aan de landsaard
mag zijn aangepast en wat er
ook in de uitwerking van het
systeem mag zijn veranderd, het
principe is hetzelfde gebleven.
Dat principe berust op Mon
tessori's grote ontdekking, n.l.
deze: als het kind van de aan
gegeven leeftijd met iets, wat
dan ook, bezig is, gaat het om
dat bezig zijn, de actie, het
doen van de handeling zelf en
niet om het resultaat.
Daarom kan een kind tien,
twintig, honderd maal hetzelfde
doen en de honderdste keer met
evenveel vreugde ais de eerste
maal. Laat dus, zo zegt Montes
sori, het kind zelf kiezen wat
het wil doen, laat het de han
delingen zelf verrichten en stoor
het niet in zijn bedrijf, dan gaat
alles goed.
Welke bezwaren men ook mag
koesteren tegen Montessori en
haar methode en die bezwa
ren zijn er en hoe zeer bij het
ouder worden der kinderen de
zaken ook anders mogen komen
te liggen, voor het pionierswerk
en de fundamentele ontdekking
van deze grote pedagoge mogen
wij allen dankbaar zijn.
(Nadruk verboden.)
Geheel gezonde mensen mer
ken het zo niet, maar al diegenen
met werkelijk slechte voeten we
ten wel hoe vaak en hoe inten
sief we onze onderdanen in het
dagelijks leven reeds nodig heb
ben.
In de vakantie worden de voe
ten vaak nog eens extra gebruikt,
hetzij voor een wandeling langs
het strand, hetzij voor een zwerf
tocht door de bossen.
Het is daarom van belang zo
wel voor de vakantietijd alsook
voor het leven van alledag, aan
alle voeteuvelen en lichte voet
gebreken de aandacht te schen
ken, die ze verdienen.
Platvoeten ontstaan als de
overlangse welving doorgezakt
is, spreidvoeten berusten op ver
slapping van het bandapparaat,
dat de dwarse voetweiving in
stand moet houden.
Wanneer een dezer beide afwij
kingen in ernstige mate aanwe
zig is, behoort het deelnemen aan
lange voettochten meestal tot de
onmogelijkheden.
Ook mensen die aan lichte
voetverzakking lijden, zullen be
ter voorzichtig kunnen zijn met
wandelen, want zij vergen dan
al gauw teveel van hun voeten
en het gebrek kan daardoor ver
ergeren.
VOORZORGEN
Vooral tussen de tenen en ook
wel onder de bal van de voet
kunnen zich wondjes bevinden.
Deze mogen niet worden ver
waarloosd. Gemakkelijk dringen
er op die plaatsen immers micro
organismen binnen, die ontste
kingsprocessen kunnen veroor
zaken.
Dat kan dan langdurige narig
heid opleveren met pijn en onge
mak: een voet geneest niet gauw,
voornamelijk omdat rust geven
aan dit lichaamsdeel voor de
meeste mensen niet doenlijk is.
Daarom moet er naar worden
gestreefd het ontstaan van kloot
jes en dergelijke tegen te gaan.
Daartoe moeten vooral diegenen,
die in het koude seizoen last ple
gen te hebben van wintervoeten,
tijdig hun voorzorgen nemen, op
dat het dit jaar niet weer komt
tot jeukende plekken op de knok
kels, die kapot kunnen gaan en
die zich dan niet zo gemakkelijk
meer sluiten.
SODABADEN?
Verder moet er op worden
toegezien, dat de zogenaamde
zwembadinfectie geen kans
Medische rubriek
krijgt. Het gaat daarbij om de
woekering van een schimmel-
soort, die in de nattigheid van
vloeren van kleedhokjes goed
kan gedijen.
Stevig afdrogen na het zwem
men is het beste middel tot pre
ventie en, mocht men tóch een
begin van schimmehnfectie tus
sen de tenen of op de nagels
waarnemen, dan is het gewenst
om dadelijk 3 jodiumtinctuur
op de aangedane plekken te
brengen.
Is onverhoopt in een voetwond
infectie opgetreden dan is het
toevoegen van soda aan het da
gelijks voetbad aan te bevelen, de
ontstekingsprodukten worden
daarmee „uitgetrokken". In nor
male toestand is soda overbodig,
zelfs schadelijk daar het de huid
erg week maakt: sodabaden en
wandeltoerisme behoren dus niet
bij elkaar.
DAGJESMENSEN
En nu nog even over „blaren".
Dat zijn dingen die ontstaan bij
dagjesmensen, die er ongetraind
en met ongeschikte schoenen op
uit trekken. Over de meest ge
schikte behandeling van eenmaal
ontstane blaren zijn de meningen
niet eenstemmig.
Het verdient stellig overwe
ging om er van af te zien blaren
te openen, omdat het ontste
kingsgevaar altijd op de loer ligt.
In de praktijk kan men echter
nog het best als volgt handelen:
De blaar wordt alleen maar
geopend door een prik met een
uitgegloeide (en daardoor bacte-
rievrije) naald, het vocht uit de
blaar kan op die manier af
vloeien. De opening wordt be
streken met jodiumtinctuur en
met pleister of verband afge
dekt.
Dr. H. W. SCALONGNE.
(Nadruk verboden.)
VOORHANDEN:
IK KAN HET ZELF
IK KAN KOKEN
IK KAN TUINIEREN
IK KAN HANDWERKEN
Firma P. J. VAN DE SANDE
Noordstraat 55-57 Terneuzer
Ook al is het zomer en kunnen de tem
peraturen geschikt zijn voor onze zomer
japonnetjes, dan is het toch niet uitgeslo
ten, dat er een fris briesje staat.
Vele dames zullen het dan beslist niet
erg vinden, wanneer de heerlijke zomer
wind eens met haar lokken speelt, maar
een en ander is afhankelijk van onze stem
ming en van de omstandigheden. Die
kunnen namelijk zo zijn, dat wij ons dit
spelen van de wind met ons haar niet
kunnen permitteren, want we moeten er
netjes uitzien en ons haar moet als het
even kan zo goed mogelijk blijven zit
ten.
Goed, dan kunnen we een hoed opzetten,
maar afgezien van het feit, dat er dames
zijn die (foei!) geen aardig zomerhoedje
bezitten, is ook elk zomerjurkje niet ge
schikt om er een bepaald hoedje bij te
dragen. In vele gevallen kunnen we ge
lukkig volstaan met een leuke hoofddoek.
Een hoofddoek van dezelfde stof als onze
jurk doet het altijd goed. Kijkt u maar
eens naar onze illustratie waar het mo
del een heel eenvoudig en luchtig zo
merjurkje draagt, dat geen enkele pre
tentie heeft en waarbij de hoofddoek van
dezelfde stof heel gezellig staat.
Ook een hoofddoek van een contrasteren
de kleur kan een aardig effect geven
maar het is bij dit alles een kwestie van
keuze en sma?k. Dit geldt ook voor de
manier waarop de hoofddoek gedragen
wordt. We kunnen zo'n doek op verschil
lende manieren knopen en u doet er goed
aan, die verschillende manieren eens voor
de spiegel te proberen om zo te zien wat
het beste staat.
Zo kan een hoofddoek veel bijdragen tot
het perfectioneren van onze verschijning,
dus het is de moeite waard om er aan
dacht aan te besteden.
(Nadruk verboden).
HEen keukentrap is een
n onmisbaar „huismeubel".
AO Het is niet gemakkelijk
A zo'n trap te maken, het
A is een nauwkeurig werk-
Nje. Bedenk dat die trap
stevig moet zijn, om on-
jj gelukken te voorkomen,
I" Een keukentrap be-
P staat uit twee delen, nl.
G" de trap zelf en de steun.
M Alles moet zijn gemaakt
E'" van stevig hout. Zeer
geschikt is duims vuren
hout van ongeveer 2%
cm dikte. Hoogte: zes treden.
Een trap van 6 treden heeft 7
tussenruimten. Elke tussenruim
te komt daardoor te liggen op
bijna 18 cm. De onderste ruimte,
dus die tussen vloer en eerste
trede is te stellen op 17 cm, de
overige 6 op 18 cm. De stijl voor
de keukentrap is lang 140 cm en
breed 10% cm,
In de stijlen moeten inkepingen
gemaakt worden, waarin de tre
den precies passen. Omdat het
voorste gedeelte van de trap
schuin achterover staat, moeten
deze inkepingen ook schuin aan
gebracht worden en wel met een
hoek van 60 graden. Met een
winkelhaak kunt u de stand af
tekenen.
DE TREDEN
De treden in de trap zijn niet
allemaal even lang, de onderste
is de langste. Neemt u voor deze
trede een lengte van 48 cm, dan
moet de bovenste trede 34 cm
zijn. De groeven waarin de tre
den komen te liggen, zijn 2% cm
breed en een cm diep. Zaag dus
nrecies de stijlen in op de afge
tekende plaatsen waai- de treden
moeten komen te liggen tot een
cm diente. Daarna steekt u met
een beitel het hout weg, zo gelijk
mogelijk.
In de stijlen moeten de groe
ven precies tegenover elkaar ko
men te liggen, dit kunt u precies
nagaan door deze stijlen even te
gen elkaar te plaatsen. Met een
potlood tekent u dan de plaats
aan waar de groeven in de twee
de stijl komen te liggen. U maakt
nu eerst de treden, d.w.z. de bo
venste en de onderste op de aan
gegeven maten. Zet deze vast op
de bestemde plaats, zodat u de
lengte van de tussenliggende
treden precies kunt opmeten. De
treden moeten iets breder zijn
dan de twee stijlen, maar natuur
lijk alle even breed, b.v. 13 cm.
We zetten ze vast met lijm en
bovendien nog met twee of drie
spijkers in elke trede aan beide
kanten.
DE AFWERKING
Het hout is nu scherp aan de
voorkant, zodat we er goed aan
deen de hoekjes af te steken tot
daar waar de stijl begint. De bo
venkant van elke trede schaven
we af, zodat er een fraai geheel
ontstaat.
Boven op de trap komt een
bredere plank van ongeveer 38
cm lengte en 15 cm breedte. De
kanten weer netjes afschaven.
Vlak onder die plank, aan de
achterkant der stijlen, slaan we
een lat, ook van 2% cm dikte en
precies passend op de breedte
van de trap. De breedte van deze
lat moet zijn 11 cm.
De bovenkant van dit plankje
moet iets schuin geschaafd wor
den, opdat het precies komt te
liggen onder de bovenste plank,
dus met een hoek van ongeveer
30 graden. Door voorzichtig te
schaven kan men dit gemakke
lijk voor elkaar krijgen. De on
derkant van die lat moet ook iets
scheef zijn afgeschaafd, maar
nrecies in de andere richting als
bij de bovenste kant het geval is.
Hierin moet namelijk de steun
van de trap passen.
DE STEUN
De lengte van de steun moet
bij bovenvermelde afmeting
140-11 cm zijn, dat maakt 129
cm. De dikte van de steunlatten
is gelijk aan die van de dikte van
de trap zelf. Dat is flink stevig.
Ook deze steun is boven natuur
lijk smaller dan aan de beneden
kant, nl. gelijk aan die van de
trap.
Ongeveer ter hoogte van 20 cm
gerekend van de onderkant der
bovenplank, wordt een verbin
dingslat aangebracht. Deze ver
bindingslat spijkert u niet boven
op de latten van de steun, maar
schroeft u, als het kan iets ver
zonken, met passende schroeven
met platte kop, die stevig worden
aangedraaid, en op hun beurt
verzonken.
Ongeveer 10 cm gerekend van
de bovenkant van deze steunlat
ten schroeft u op dezelfde wijze
een passende dwarslat, iets lan
ger dan 34 cm (de overtollige
breedte kunt u er afzagen als de
gehele steun klaar is).
Van deze bovenste lat tot aan
de onderste lat komt nu een
kruisverbinding, desgewenst ge
maakt van minder dik hout, de
breedte van deze kruislatten kan
ongeveer 6 cm zijn. Op het punt
waar deze twee latten elkaar
kruisen, moet iedere lat voor de
halve dikte worden ingezaagd,
zodat ze in elkaar passen. Ze mo
gen niet over elkaar komen te
liggen.
DE LAATSTE LOODJES
Met een paar stevige scharnie
ren wordt de steun nu bevestigd
aan de achterkant van de trap.
Deze scharnieren zet u vast met
passende schroeven, die natuur
lijk stevig moeten worden aan
gedraaid en verzonken.
Aan de buitenkant van de stijl
maken we nu een paar flinke
windhaken, niet te kort. De
voorkant van de trap moet zoda
nig komen te staan, dat de tre
den waterpas liggen, dus dat is
gemakkelijk te meten.
Deze windhaken worden met
bijbehorende schroeven in de
steun gedraaid en in de andere
stijl komen een paar schroefogen,
waarin de windhaak precies past.
Zodoende is er vrijwel geen spe
ling.
Als u nu de trap geheel klaar
hebt, zet u haar uit en kunt u
precies zien of de stijl, waarin de
treden liggen, vlak op de grond
staat. Mocht hieraan nog iets
ontbreken, dan kunt u dat bij
werken; het is voor een leek nu
eenmaal geen gemakkelijk werk
je en aangezien de trap zo vast
mogelijk moet staan, dient u al
les nauwkeurig na te kijken.
Veiligheidshalve kunt u onder
iedere trede een dwarslatje ma
ken, dit geeft nog meer stevig
heid.
(Nadruk verboden.)
Een moeder kwam mij haar
nood klagen over het vreemde,
om niet te zeggen beledigende
gedrag van haar kinderen. Zij
had twee dochters, een tweeling
van 16 jaar, die ter gelegenheid
van het slagen voor hun MULO-
eindexamen voor het eerst een
echte fuif mochten geven. Er
zouden meisjes en jongens ge
vraagd worden en er zou ge
danst worden.
„Maar verbeeldt u", aldus de
moeder. „Nu willen ze, dat mijn
man en ik hen de hele avond al
leen laten. We worden, om zo te
zeggen, uit ons eigen huis ver
dreven!"
„En hoe hebt u daarop gerea
geerd?" was mijn vraag.
„Dat er niets van in komt na
tuurlijk. Als er dingen moeten
gebeuren, die wij niet zien mo
gen, gaat het hele feest over. dat
voelt u zeker wel. Wat zouden de
buren zeggen, als wij die blagen
de hele avond alleen iieten om de
beest uit te hangen. En dan de
brutaliteit om ons doodkalm de
wet te stellen! Ik vind het ge
woon een belediging!"
Misschien zijn er meer ouders
wel eens met dit probleem ge
confronteerd. Misschien hebben
zij even fel gereageerd als deze
moeder en hebben zich daarmee
behalve hun eigen gegriefdheid
ook nog de wrok van hun kinde
ren op de hals gehaald, zodat de
stemming in huis bedorven en
iedere feestvreugde de kop werd
mgedrukt. Misschien echter heb
ben ze óók koppig volgehouden,
dat ze toch zeker in hun recht
stonden en dit niet van hun kin
deren hoefden te nemen.
Laten we het eens rustig be
kijken. Zou het niet beter zijn ge
weest, eerst eens te onderzoeken
wat hun kinderen bewoog en het
daarna in gemoede met elkaar
uit te praten? Een ouder hoeft
zich niet zo gauw door zijn kin
deren „beledigd" te voelen. Even
min is het nodig op een toren
hoge troon van ongenaakbaar
heid te gaan zitten. Meer en be
ter resultaat krijgt men door
rustig en liefdevol naast de kin
deren op de grond te blijven en
zich van tijd tot tijd in hun
standpunt en denkwijze te ver
plaatsen.
Het komt méér voor, dat gro
tere kinderen, die een partijtje
mogen geven, er op gesteld blij
ken te zijn, dat dit plaats vindt
buiten tegenwoordigheid van de
ouders. En zelfs liefst als de
ouders helemaal het huis uit zijn.
Om te beginnen zou ik willen
opmerken, dat er, als deze wens
bijzonder scherp gesteld wordt,
al iets mis is in de verhouding
tussen ouders en kinderen. Waar
altijd een sfeer van liefde, ver
trouwen en goede verstandhou
ding heeft geheerst, daar vóélen
de kinderen de aanwezigheid van
de ouders beslist niet als een on
overkomelijke belemmering
Geven zij dan tóch het verlan
gen te kennen, om „alleen met
hun gasten te mogen zijn", dan
kan dit zijn reden hebben in het
„groot" genoeg willen zijn, om
zelf als gastvrouw of gastheer op
te treden en alles te bedisselen.
En waarom zouden we hun dat
genoegen niet gunnen? Het kan
hoogstens hun verantwoordelijk
heidsgevoel stimuleren. Bedenk
ook, dat er wellicht een soort
prestige-gevoel tegenover hun
vriendjes bij komt, bij wie zulke
dingen misschien wél toegestaan
zijn. Tegenover die vriendjes wil
len ze niet „kinderachtig" aange
zien worden.
U behoeft zich natuurlijk niet
de hele avond uit uw huis te la
ten verdrijven, maar zeg uit
uzelf, dat u die avond een poosje
op visite of naar een film gaat.
Later kunt u zich dan gezellig bij
de jongelui voegen zonder dat
iemand er aanstoot aan zal ne
men.
MARCELLE.
(Nadruk verboden.).
9 Gymnastiek- en tennisschoe
nen moeten, als ze erg vuil
zijn, opgevuld worden met
kranten, afgenomen worden
met 'n sopje, liefst met 'n bor
steltje. Dan naspoelen met
water. Daarna wit maken met
dressing of poeder en laten
drogen.
9 Is ile voering van de hiel van
uw schoen losgegaan, haal
dan eerst 't vuil tussen voe
ring en overleder weg. Trek
de voering flink omhoog, be
strijk voering en hielleder
met een goede solution of
synthetische lijm en druk de
voering goed vast, nadat de
lijm eerst goed gedroogd is.
9 Met „au bain marie" ver
warmde spiritus of alcohol
kan men ball-point vlekken
verwijderen.
9 Er zijn rooktabletten in de
handel, waarmede men mot
ten vrij afdoende kan bestrij
den. Bij drogisten en apothe
kers zijn ze verkrijgbaar.
9 Berijders van bromfietsen mo
gen op de grote weg net zo
min als motorrijders naast
elkaar rijden!
9 Bosbessenvlekken moet men
enige tijd laten staan in zure
melk en daarna in gewoon
lauwwarm water uitwassen.
9 Zijden sjaals, bedrukt met ge
kleurde figuren, kan men rei
nigen door deze gedurende
verscheidene dagen in water
te zetten, waarin vrij veel zout
is opgelost.
9 Glanzende plekken in kamga-
ren verdwijnen door een be
handeling met in water ver
dunde-geest van salmiak (een
op tien). Hiermede de plek
natmaken en nabehandelen
met een in warm water nat
gemaakte borstel.
(Nadruk verboden.)
Ruime sortering
ALBUMS
KLEURPOTLODEN
N.V. Fa P. J. v. d. SANDE
De paprika, die al weer gerui
me tijd verkrijgbaar is, is een
vruchtgroente die in ons land
nog niet zo heel veel wordt ge
bruikt.
De onrijpe vrucht is groen, de
rijpe rood. De scherpsmakende
soorten worden gedroogd tot
specerij (paprikapoeder) en van
de niet scherpe kan men allerlei
heerlijke gerechten bereiden
(b.v. op verschillende wijze ge
vulde paprika's, paprikaboter,
paprikaragoüt en paprikasaus),
maar ze kan ook als onderdeel
van gerechten heel goed dienst
doen (b.v. rijst met paprika,
enz.). Daar het vitamine C-ge-
halte van paprika bijzonder
hoog is, is het te wensen, dat
deze gezonde vrucht ook in ons
land spoedig zal inburgeren.
ZONDAG: gevulde paprika's,
verse braadworst, bloemkool,
aardappelen, vruchtensla
met slagroom.
MAANDAGbloemkoolsoep,
roerei met tomaten, gebakken
aardappelen.
DINSDAG: gehakt, andijvie,
aardappelen, meloen
WOENSDAGgebakken cham
pignons, princessebonen,
aardappelpuree, custardvla
met bessencompöte.
DONDERDAG: gebakken lever,
snijbonen, aardappelen, drui-
VRIJDAG: kaasbouillon met ei,
haringsla.
ZATERDAG: kerrierijst met sla
en tomaten, yoghurt.
GEVULDE PAPRIKA'S
4 gewassen rode paprika's in
de lengte doorsnijden, het
steeltje en inhoud verwijde
ren. De helften in een platte
vuurvaste schotel leggen, met
zout en peper bestrooien en
met boter en iets water 10 mi
nuten smoren. In 'iedere helft
dobbelsteentjes kaas leggen
en een ei erop breken. Wat
zout erover strooien en de pa
prika's in de oven zetten, tot
dat de eieren gestold zijn.
KAASBOUILLON MET EI
Per persoon: 1 ei, Vi kopje
room, 1 flinke eetlepel gerasp
te kaas, wat gehakte peterse
lie, 2 dl bouillon.
In een soepterrien de eieren
met de room, de kaas en de
gehakte peterselie tot een
soepele losse massa kloppen
en hierop, onder voortdurend
roeren, de hete bouillon gie
ten. De soep met een garde
nog even luchtig opkloppen
en daarna opdienen.