\Jom cU [/couw '1 cITlaria 'CïYlonteóócri Voeteuvelen en voetgebreken Voel II niet te gauw beledigd, moeder! enu VERGEELDE PORTRETTEN begon met zwakzinnigen en idioten Zij kent het kind en zijn karakter voor de wandeltocht bekeken Met een leuke hoofddoek We maken zelf een stevige keukentrap D KIND EN KARAKTER L kunt niet alles weten! van de week 4 DIC "VKIJK ZEtUW Zaterdag 9 augustus 1958. IN FEITE kunnen wij leven en werk van clr Maria Montessori nog niet rekenen tot cte geschie denis. Immers, hier is geen sprake van een afgesloten tijd perk, ook al werd de bekende Italiaanse opvoedkundige reeds precies tien jaar vóór Prinses Wilhelmina, namelijk op 31 augustus 1870 te Chiarevalle ge boren. Maar historische beteke nis heeft haar werk in elk geval wel. Maria Montessori studeerde medicijnen, in die dagen voor een vrouw een ongehoorde zaak. Maar zij zette door, werd de eer ste vrouwelijke arts in Italië en promoveerde in 1898 aan de uni versiteit van Rome. Vervolgens was zij in dezelfde stad geduren de enige tijd assistente aan een psychiatrische kliniek. Later werd zij er professor in de an thropologic en hygiëne. Door Maar activiteiten op psy chiatrisch gebied kwam Montes sori in aanraking met idiote en achterlijke kinderen. Ook las zij een boek over de opvoeding van zulke stumperds, dat in 1846 te Parijs was uitgegeven en ge schreven door Séguin. De „wilde van Aveyron" DE DOOR SEGUIN ontwik kelde ideeën schenen de jonge arts veelzins juist. In 1898 hield zij op het paedagogisch congres te Parijs een rede over zedelijke opvoeding. De minister van On derwijs, signor Bacelli, was hier zó door getroffen, dat hij Maria opdracht gaf, te Rome een cur sus te geven voor onderwijzers van zwakzinnigen. Hierdoor ont stond een kweekschool met leer school voor idiote en zwakzinni ge kinderen, beide onder Mon- tessori's leidng. En intussen bleef de ijverige vrouw studeren en maakte zij ook reizen naar Londen en Parijs. In de Lichtstad maakte zij kennis met 't werk van Séguin's leermeester Itard, die er als dokter was verbonden aan het nationale doofstommeninstituut. In 1798 was in de bossen van Aveyron door jagers een jongen aangetroffen en gevangen van ongeveer 12 jaar, die klaarblijke lijk geheel als een wild dier had .«geleefd. Itard nu had het be staan, deze jongen, die is be kend geworden als Le sauvage de "Aveyron, in de loop van een viertal jaren voor de beschaving toegankelijk te maken. Itard paste de meest scherpzinnige methoden toe, maar helaas bleek de jonge idioot te zijn. Toen hij in 1828 stierf, kon hij nog niet eens praten. Tussen normaal en idioot ITARD had met zijn hardnek kig volgehouden pogingen een schat van ervaring opgedaan. Hij had geleerd, hoe zich het beste toegang te verschaffen tot de geblokkeerde geest van idio ten en zwakzinnigen. En Mon tessori was door wat zij gehoord, gezien en gelezen had, diep ge troffen. Bij haar terugkomst in Rome begon zij onmiddellijk zelf met het onderwijzen van zwakzinni ge kinderen. Van 's morgens 8 tot 's avonds 7 uur was zij er vrijwel onafgebroken mee bezig. En het resultaat? Montessori's leerlingen konden het op een examen glansrijk tegen normale kinderen opnemen Toen wist Maria, dat er aan het onderwijs van de geestelijk normaal ontwikkelde kinderen iets haperde. Want het grote en principiële onderscheid tussen een normaal en een geestelijk defect kind is nu eenmaal, zelfs bij de beste methoden, niet weg te wissen of op te heffen. Casa dei bambini IN ROME waren in de tachti ger jaren van de vorige eeuw na een economisch débacle gegoede lieden gebouwd. Maar na een een economisch débacle kwamen zij leeg te staan en na verloop van tijd werden zij suc cessievelijk in bezit genomen door de armsten onder de ar men. De woningtoestanden wa ren erbarmelijk, spotten met elk begrip van hygiëne, om over ze delijke toestanden maar te zwij gen. Een door signor Edoardo Ta- lamo opgericht instituut voor goede huisvesting kocht meer dan 400 van deze huurkazernes op, liet ze geheel verbouwen en hygiënisch inrichten en stelde ze toen weer ter beschikking van de arbeiders. Maar wat moest er met het talrijke kroost van deze huurders gebeuren? Signor Talamo kwam op het lumineuzen idee, dr. Montessori om advies te vragen. En toen kwam spoedig' de oplossing. Er werd voor de kinderen in de lumineuze idee, dr. Montessori afgezonderd, die toegang gaf tot de binnenplaats of tuin. Hier konden de moeders 's morgens hun kroost „schoon" (dat was de eis!) afleveren en dan wer den ze de hele dag bezig gehou den. Het eerste van deze casa dei bambini (tehuis voor kinderen) werd 6 januari 1907 geopend, het tweede vier maanden later. Ok tober 1908 volgde een derde in Milaan en langzamerhand kwa men er steeds meer, niet alleen in Italië, maar ook in Zwitser land en elders. Het systeem van Montessori IN MONTESSORI'S case dei bambini zijn een 40 a 50 kinde ren van 2'2 tot 6% jaar in één grote ruimte bijeen. Er zijn geen banken en de kinderen kunnen vrij heen en weer en naar bui ten lopen. Er is een onderwijze res, de „directrice", met een helpster, wier beider taak slechts zeer beperkt is. En toch zijn de kinderen 's winters van 95 en 's zomers van 86 bijeen en be zig. Er wsrdt een middagmaaltijd opgediend en de kinderen mo gen zelf kiezen, wat zij willen doen. De keus kan gemaakt wor den uit een aantal „spelletjes", die zichzelf de weg wijzen. Er is geen enkele dwang. Het kind mag beginnen en ophouden of met een nieuw „spelletje" be ginnen, wanneer het daar lust in heeft. En wil de kleuter niets doen, dat is dat ook goed. Er worden soms wel bepaalde signalen gegeven en enkele werkzaamheden worden ook ge meenschappelijk verricht, maar ook daarbij is het kind vrij, al of niet mee te doen. Er worden geen verwijten gemaakt en geen straffen uitgedeeld, zelfs aan sporingen ontbreken. Alleen wanneer het kind niet vooruit kan, wil de „directrice" wel aan wijzingen geven. Maar ook niet meer dan aanwijzingen, want het kind moet de handeling ten slotte zelf verrichten. Als dat ook na herhaalde pogingen niet lukt. moet het maar wat anders kiezen. Succes van het principe MAAR HOE STAAT HET met de orde in zo'n „klas"? Hoe vreemd het ook mag lijken, al les gaat goed. De kinderen zijn steeds bezig, niet ondeugend of lastig en bovendien ook nog be leefd en vriendelijk. Het lijkt alsof alles „vanzelf" gaat. En nu is er in de loop der ja ren wel iets veranderd. Montes sorischolen zijn verrezen in tal van landen en met name ook in Nederland. De grote pionierster, die Montessori heet, heeft ons land ook verschillende malen bezocht en zelfs tijdelijk haar verblijf hier opgeslagen. Maar wat er ook aan de landsaard mag zijn aangepast en wat er ook in de uitwerking van het systeem mag zijn veranderd, het principe is hetzelfde gebleven. Dat principe berust op Mon tessori's grote ontdekking, n.l. deze: als het kind van de aan gegeven leeftijd met iets, wat dan ook, bezig is, gaat het om dat bezig zijn, de actie, het doen van de handeling zelf en niet om het resultaat. Daarom kan een kind tien, twintig, honderd maal hetzelfde doen en de honderdste keer met evenveel vreugde ais de eerste maal. Laat dus, zo zegt Montes sori, het kind zelf kiezen wat het wil doen, laat het de han delingen zelf verrichten en stoor het niet in zijn bedrijf, dan gaat alles goed. Welke bezwaren men ook mag koesteren tegen Montessori en haar methode en die bezwa ren zijn er en hoe zeer bij het ouder worden der kinderen de zaken ook anders mogen komen te liggen, voor het pionierswerk en de fundamentele ontdekking van deze grote pedagoge mogen wij allen dankbaar zijn. (Nadruk verboden.) Geheel gezonde mensen mer ken het zo niet, maar al diegenen met werkelijk slechte voeten we ten wel hoe vaak en hoe inten sief we onze onderdanen in het dagelijks leven reeds nodig heb ben. In de vakantie worden de voe ten vaak nog eens extra gebruikt, hetzij voor een wandeling langs het strand, hetzij voor een zwerf tocht door de bossen. Het is daarom van belang zo wel voor de vakantietijd alsook voor het leven van alledag, aan alle voeteuvelen en lichte voet gebreken de aandacht te schen ken, die ze verdienen. Platvoeten ontstaan als de overlangse welving doorgezakt is, spreidvoeten berusten op ver slapping van het bandapparaat, dat de dwarse voetweiving in stand moet houden. Wanneer een dezer beide afwij kingen in ernstige mate aanwe zig is, behoort het deelnemen aan lange voettochten meestal tot de onmogelijkheden. Ook mensen die aan lichte voetverzakking lijden, zullen be ter voorzichtig kunnen zijn met wandelen, want zij vergen dan al gauw teveel van hun voeten en het gebrek kan daardoor ver ergeren. VOORZORGEN Vooral tussen de tenen en ook wel onder de bal van de voet kunnen zich wondjes bevinden. Deze mogen niet worden ver waarloosd. Gemakkelijk dringen er op die plaatsen immers micro organismen binnen, die ontste kingsprocessen kunnen veroor zaken. Dat kan dan langdurige narig heid opleveren met pijn en onge mak: een voet geneest niet gauw, voornamelijk omdat rust geven aan dit lichaamsdeel voor de meeste mensen niet doenlijk is. Daarom moet er naar worden gestreefd het ontstaan van kloot jes en dergelijke tegen te gaan. Daartoe moeten vooral diegenen, die in het koude seizoen last ple gen te hebben van wintervoeten, tijdig hun voorzorgen nemen, op dat het dit jaar niet weer komt tot jeukende plekken op de knok kels, die kapot kunnen gaan en die zich dan niet zo gemakkelijk meer sluiten. SODABADEN? Verder moet er op worden toegezien, dat de zogenaamde zwembadinfectie geen kans Medische rubriek krijgt. Het gaat daarbij om de woekering van een schimmel- soort, die in de nattigheid van vloeren van kleedhokjes goed kan gedijen. Stevig afdrogen na het zwem men is het beste middel tot pre ventie en, mocht men tóch een begin van schimmehnfectie tus sen de tenen of op de nagels waarnemen, dan is het gewenst om dadelijk 3 jodiumtinctuur op de aangedane plekken te brengen. Is onverhoopt in een voetwond infectie opgetreden dan is het toevoegen van soda aan het da gelijks voetbad aan te bevelen, de ontstekingsprodukten worden daarmee „uitgetrokken". In nor male toestand is soda overbodig, zelfs schadelijk daar het de huid erg week maakt: sodabaden en wandeltoerisme behoren dus niet bij elkaar. DAGJESMENSEN En nu nog even over „blaren". Dat zijn dingen die ontstaan bij dagjesmensen, die er ongetraind en met ongeschikte schoenen op uit trekken. Over de meest ge schikte behandeling van eenmaal ontstane blaren zijn de meningen niet eenstemmig. Het verdient stellig overwe ging om er van af te zien blaren te openen, omdat het ontste kingsgevaar altijd op de loer ligt. In de praktijk kan men echter nog het best als volgt handelen: De blaar wordt alleen maar geopend door een prik met een uitgegloeide (en daardoor bacte- rievrije) naald, het vocht uit de blaar kan op die manier af vloeien. De opening wordt be streken met jodiumtinctuur en met pleister of verband afge dekt. Dr. H. W. SCALONGNE. (Nadruk verboden.) VOORHANDEN: IK KAN HET ZELF IK KAN KOKEN IK KAN TUINIEREN IK KAN HANDWERKEN Firma P. J. VAN DE SANDE Noordstraat 55-57 Terneuzer Ook al is het zomer en kunnen de tem peraturen geschikt zijn voor onze zomer japonnetjes, dan is het toch niet uitgeslo ten, dat er een fris briesje staat. Vele dames zullen het dan beslist niet erg vinden, wanneer de heerlijke zomer wind eens met haar lokken speelt, maar een en ander is afhankelijk van onze stem ming en van de omstandigheden. Die kunnen namelijk zo zijn, dat wij ons dit spelen van de wind met ons haar niet kunnen permitteren, want we moeten er netjes uitzien en ons haar moet als het even kan zo goed mogelijk blijven zit ten. Goed, dan kunnen we een hoed opzetten, maar afgezien van het feit, dat er dames zijn die (foei!) geen aardig zomerhoedje bezitten, is ook elk zomerjurkje niet ge schikt om er een bepaald hoedje bij te dragen. In vele gevallen kunnen we ge lukkig volstaan met een leuke hoofddoek. Een hoofddoek van dezelfde stof als onze jurk doet het altijd goed. Kijkt u maar eens naar onze illustratie waar het mo del een heel eenvoudig en luchtig zo merjurkje draagt, dat geen enkele pre tentie heeft en waarbij de hoofddoek van dezelfde stof heel gezellig staat. Ook een hoofddoek van een contrasteren de kleur kan een aardig effect geven maar het is bij dit alles een kwestie van keuze en sma?k. Dit geldt ook voor de manier waarop de hoofddoek gedragen wordt. We kunnen zo'n doek op verschil lende manieren knopen en u doet er goed aan, die verschillende manieren eens voor de spiegel te proberen om zo te zien wat het beste staat. Zo kan een hoofddoek veel bijdragen tot het perfectioneren van onze verschijning, dus het is de moeite waard om er aan dacht aan te besteden. (Nadruk verboden). HEen keukentrap is een n onmisbaar „huismeubel". AO Het is niet gemakkelijk A zo'n trap te maken, het A is een nauwkeurig werk- Nje. Bedenk dat die trap stevig moet zijn, om on- jj gelukken te voorkomen, I" Een keukentrap be- P staat uit twee delen, nl. G" de trap zelf en de steun. M Alles moet zijn gemaakt E'" van stevig hout. Zeer geschikt is duims vuren hout van ongeveer 2% cm dikte. Hoogte: zes treden. Een trap van 6 treden heeft 7 tussenruimten. Elke tussenruim te komt daardoor te liggen op bijna 18 cm. De onderste ruimte, dus die tussen vloer en eerste trede is te stellen op 17 cm, de overige 6 op 18 cm. De stijl voor de keukentrap is lang 140 cm en breed 10% cm, In de stijlen moeten inkepingen gemaakt worden, waarin de tre den precies passen. Omdat het voorste gedeelte van de trap schuin achterover staat, moeten deze inkepingen ook schuin aan gebracht worden en wel met een hoek van 60 graden. Met een winkelhaak kunt u de stand af tekenen. DE TREDEN De treden in de trap zijn niet allemaal even lang, de onderste is de langste. Neemt u voor deze trede een lengte van 48 cm, dan moet de bovenste trede 34 cm zijn. De groeven waarin de tre den komen te liggen, zijn 2% cm breed en een cm diep. Zaag dus nrecies de stijlen in op de afge tekende plaatsen waai- de treden moeten komen te liggen tot een cm diente. Daarna steekt u met een beitel het hout weg, zo gelijk mogelijk. In de stijlen moeten de groe ven precies tegenover elkaar ko men te liggen, dit kunt u precies nagaan door deze stijlen even te gen elkaar te plaatsen. Met een potlood tekent u dan de plaats aan waar de groeven in de twee de stijl komen te liggen. U maakt nu eerst de treden, d.w.z. de bo venste en de onderste op de aan gegeven maten. Zet deze vast op de bestemde plaats, zodat u de lengte van de tussenliggende treden precies kunt opmeten. De treden moeten iets breder zijn dan de twee stijlen, maar natuur lijk alle even breed, b.v. 13 cm. We zetten ze vast met lijm en bovendien nog met twee of drie spijkers in elke trede aan beide kanten. DE AFWERKING Het hout is nu scherp aan de voorkant, zodat we er goed aan deen de hoekjes af te steken tot daar waar de stijl begint. De bo venkant van elke trede schaven we af, zodat er een fraai geheel ontstaat. Boven op de trap komt een bredere plank van ongeveer 38 cm lengte en 15 cm breedte. De kanten weer netjes afschaven. Vlak onder die plank, aan de achterkant der stijlen, slaan we een lat, ook van 2% cm dikte en precies passend op de breedte van de trap. De breedte van deze lat moet zijn 11 cm. De bovenkant van dit plankje moet iets schuin geschaafd wor den, opdat het precies komt te liggen onder de bovenste plank, dus met een hoek van ongeveer 30 graden. Door voorzichtig te schaven kan men dit gemakke lijk voor elkaar krijgen. De on derkant van die lat moet ook iets scheef zijn afgeschaafd, maar nrecies in de andere richting als bij de bovenste kant het geval is. Hierin moet namelijk de steun van de trap passen. DE STEUN De lengte van de steun moet bij bovenvermelde afmeting 140-11 cm zijn, dat maakt 129 cm. De dikte van de steunlatten is gelijk aan die van de dikte van de trap zelf. Dat is flink stevig. Ook deze steun is boven natuur lijk smaller dan aan de beneden kant, nl. gelijk aan die van de trap. Ongeveer ter hoogte van 20 cm gerekend van de onderkant der bovenplank, wordt een verbin dingslat aangebracht. Deze ver bindingslat spijkert u niet boven op de latten van de steun, maar schroeft u, als het kan iets ver zonken, met passende schroeven met platte kop, die stevig worden aangedraaid, en op hun beurt verzonken. Ongeveer 10 cm gerekend van de bovenkant van deze steunlat ten schroeft u op dezelfde wijze een passende dwarslat, iets lan ger dan 34 cm (de overtollige breedte kunt u er afzagen als de gehele steun klaar is). Van deze bovenste lat tot aan de onderste lat komt nu een kruisverbinding, desgewenst ge maakt van minder dik hout, de breedte van deze kruislatten kan ongeveer 6 cm zijn. Op het punt waar deze twee latten elkaar kruisen, moet iedere lat voor de halve dikte worden ingezaagd, zodat ze in elkaar passen. Ze mo gen niet over elkaar komen te liggen. DE LAATSTE LOODJES Met een paar stevige scharnie ren wordt de steun nu bevestigd aan de achterkant van de trap. Deze scharnieren zet u vast met passende schroeven, die natuur lijk stevig moeten worden aan gedraaid en verzonken. Aan de buitenkant van de stijl maken we nu een paar flinke windhaken, niet te kort. De voorkant van de trap moet zoda nig komen te staan, dat de tre den waterpas liggen, dus dat is gemakkelijk te meten. Deze windhaken worden met bijbehorende schroeven in de steun gedraaid en in de andere stijl komen een paar schroefogen, waarin de windhaak precies past. Zodoende is er vrijwel geen spe ling. Als u nu de trap geheel klaar hebt, zet u haar uit en kunt u precies zien of de stijl, waarin de treden liggen, vlak op de grond staat. Mocht hieraan nog iets ontbreken, dan kunt u dat bij werken; het is voor een leek nu eenmaal geen gemakkelijk werk je en aangezien de trap zo vast mogelijk moet staan, dient u al les nauwkeurig na te kijken. Veiligheidshalve kunt u onder iedere trede een dwarslatje ma ken, dit geeft nog meer stevig heid. (Nadruk verboden.) Een moeder kwam mij haar nood klagen over het vreemde, om niet te zeggen beledigende gedrag van haar kinderen. Zij had twee dochters, een tweeling van 16 jaar, die ter gelegenheid van het slagen voor hun MULO- eindexamen voor het eerst een echte fuif mochten geven. Er zouden meisjes en jongens ge vraagd worden en er zou ge danst worden. „Maar verbeeldt u", aldus de moeder. „Nu willen ze, dat mijn man en ik hen de hele avond al leen laten. We worden, om zo te zeggen, uit ons eigen huis ver dreven!" „En hoe hebt u daarop gerea geerd?" was mijn vraag. „Dat er niets van in komt na tuurlijk. Als er dingen moeten gebeuren, die wij niet zien mo gen, gaat het hele feest over. dat voelt u zeker wel. Wat zouden de buren zeggen, als wij die blagen de hele avond alleen iieten om de beest uit te hangen. En dan de brutaliteit om ons doodkalm de wet te stellen! Ik vind het ge woon een belediging!" Misschien zijn er meer ouders wel eens met dit probleem ge confronteerd. Misschien hebben zij even fel gereageerd als deze moeder en hebben zich daarmee behalve hun eigen gegriefdheid ook nog de wrok van hun kinde ren op de hals gehaald, zodat de stemming in huis bedorven en iedere feestvreugde de kop werd mgedrukt. Misschien echter heb ben ze óók koppig volgehouden, dat ze toch zeker in hun recht stonden en dit niet van hun kin deren hoefden te nemen. Laten we het eens rustig be kijken. Zou het niet beter zijn ge weest, eerst eens te onderzoeken wat hun kinderen bewoog en het daarna in gemoede met elkaar uit te praten? Een ouder hoeft zich niet zo gauw door zijn kin deren „beledigd" te voelen. Even min is het nodig op een toren hoge troon van ongenaakbaar heid te gaan zitten. Meer en be ter resultaat krijgt men door rustig en liefdevol naast de kin deren op de grond te blijven en zich van tijd tot tijd in hun standpunt en denkwijze te ver plaatsen. Het komt méér voor, dat gro tere kinderen, die een partijtje mogen geven, er op gesteld blij ken te zijn, dat dit plaats vindt buiten tegenwoordigheid van de ouders. En zelfs liefst als de ouders helemaal het huis uit zijn. Om te beginnen zou ik willen opmerken, dat er, als deze wens bijzonder scherp gesteld wordt, al iets mis is in de verhouding tussen ouders en kinderen. Waar altijd een sfeer van liefde, ver trouwen en goede verstandhou ding heeft geheerst, daar vóélen de kinderen de aanwezigheid van de ouders beslist niet als een on overkomelijke belemmering Geven zij dan tóch het verlan gen te kennen, om „alleen met hun gasten te mogen zijn", dan kan dit zijn reden hebben in het „groot" genoeg willen zijn, om zelf als gastvrouw of gastheer op te treden en alles te bedisselen. En waarom zouden we hun dat genoegen niet gunnen? Het kan hoogstens hun verantwoordelijk heidsgevoel stimuleren. Bedenk ook, dat er wellicht een soort prestige-gevoel tegenover hun vriendjes bij komt, bij wie zulke dingen misschien wél toegestaan zijn. Tegenover die vriendjes wil len ze niet „kinderachtig" aange zien worden. U behoeft zich natuurlijk niet de hele avond uit uw huis te la ten verdrijven, maar zeg uit uzelf, dat u die avond een poosje op visite of naar een film gaat. Later kunt u zich dan gezellig bij de jongelui voegen zonder dat iemand er aanstoot aan zal ne men. MARCELLE. (Nadruk verboden.). 9 Gymnastiek- en tennisschoe nen moeten, als ze erg vuil zijn, opgevuld worden met kranten, afgenomen worden met 'n sopje, liefst met 'n bor steltje. Dan naspoelen met water. Daarna wit maken met dressing of poeder en laten drogen. 9 Is ile voering van de hiel van uw schoen losgegaan, haal dan eerst 't vuil tussen voe ring en overleder weg. Trek de voering flink omhoog, be strijk voering en hielleder met een goede solution of synthetische lijm en druk de voering goed vast, nadat de lijm eerst goed gedroogd is. 9 Met „au bain marie" ver warmde spiritus of alcohol kan men ball-point vlekken verwijderen. 9 Er zijn rooktabletten in de handel, waarmede men mot ten vrij afdoende kan bestrij den. Bij drogisten en apothe kers zijn ze verkrijgbaar. 9 Berijders van bromfietsen mo gen op de grote weg net zo min als motorrijders naast elkaar rijden! 9 Bosbessenvlekken moet men enige tijd laten staan in zure melk en daarna in gewoon lauwwarm water uitwassen. 9 Zijden sjaals, bedrukt met ge kleurde figuren, kan men rei nigen door deze gedurende verscheidene dagen in water te zetten, waarin vrij veel zout is opgelost. 9 Glanzende plekken in kamga- ren verdwijnen door een be handeling met in water ver dunde-geest van salmiak (een op tien). Hiermede de plek natmaken en nabehandelen met een in warm water nat gemaakte borstel. (Nadruk verboden.) Ruime sortering ALBUMS KLEURPOTLODEN N.V. Fa P. J. v. d. SANDE De paprika, die al weer gerui me tijd verkrijgbaar is, is een vruchtgroente die in ons land nog niet zo heel veel wordt ge bruikt. De onrijpe vrucht is groen, de rijpe rood. De scherpsmakende soorten worden gedroogd tot specerij (paprikapoeder) en van de niet scherpe kan men allerlei heerlijke gerechten bereiden (b.v. op verschillende wijze ge vulde paprika's, paprikaboter, paprikaragoüt en paprikasaus), maar ze kan ook als onderdeel van gerechten heel goed dienst doen (b.v. rijst met paprika, enz.). Daar het vitamine C-ge- halte van paprika bijzonder hoog is, is het te wensen, dat deze gezonde vrucht ook in ons land spoedig zal inburgeren. ZONDAG: gevulde paprika's, verse braadworst, bloemkool, aardappelen, vruchtensla met slagroom. MAANDAGbloemkoolsoep, roerei met tomaten, gebakken aardappelen. DINSDAG: gehakt, andijvie, aardappelen, meloen WOENSDAGgebakken cham pignons, princessebonen, aardappelpuree, custardvla met bessencompöte. DONDERDAG: gebakken lever, snijbonen, aardappelen, drui- VRIJDAG: kaasbouillon met ei, haringsla. ZATERDAG: kerrierijst met sla en tomaten, yoghurt. GEVULDE PAPRIKA'S 4 gewassen rode paprika's in de lengte doorsnijden, het steeltje en inhoud verwijde ren. De helften in een platte vuurvaste schotel leggen, met zout en peper bestrooien en met boter en iets water 10 mi nuten smoren. In 'iedere helft dobbelsteentjes kaas leggen en een ei erop breken. Wat zout erover strooien en de pa prika's in de oven zetten, tot dat de eieren gestold zijn. KAASBOUILLON MET EI Per persoon: 1 ei, Vi kopje room, 1 flinke eetlepel gerasp te kaas, wat gehakte peterse lie, 2 dl bouillon. In een soepterrien de eieren met de room, de kaas en de gehakte peterselie tot een soepele losse massa kloppen en hierop, onder voortdurend roeren, de hete bouillon gie ten. De soep met een garde nog even luchtig opkloppen en daarna opdienen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 4