De interpellatie-Verkerk over de nieuwe veerrechten voor de Westerschelde Na augustus nog ongeveer 6500 Nederlanders in Indonesië Noodwachtplicht bij de bescherming burgerbevolking Motie van afkeuring tegen Ben Goerion HET WEER WEERBERICHT HOOGWATER ZON- en MAANSTANDEN DONDERDAG 10 JULI 1958 12e Jaargang Nr 4417 Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. van de Sande, Temeuzen EERSTE BLAD Tweede Kamer Minister Algera: GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND NIET MET DE RUG TEGEN DE MUUR 2 moties aangenomenmotie-Verkerk verworpen KRUIS VAN VERDIENSTE RODE KRUIS ERNSTIGE ONGELUKKEN IN BRAZILIË Libanon Dr. E1SELE NAAR HET BUITENLAND UITGEWEKEN? Frankering bij abonnement: Temeuzen Directeur-Hoofdreaaeteur i. van de San de Redactie-adres: Noordstraat 5557 Administratie-adres: Smidswal Telefoon 2073 en 2510 NA 5 uur uitsluitend 2073 Gironummer 38150 Abonnementsprijs: 6,— per kwartaal; per maand 2,per week 48 cent. Losse nrs 9 ct. Verschijnt dagelijks Advertentieprijs per mm 15 ct; minimum per advertentie 2,25 Rubriek Kleine Advertenties géén handelsadver tenties) 5 regels 1,—. Iedere regel meer 20 et Kleine advertenties bij vooruitbetaling. Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur Voor het maandagnummer: zaterdags 10 nar Vermelding: Brieven onder nummer, of: Adres Bureau van dit Blad, 20 cent meer ln de vergadering van de Tweede Kamer heeft de heer Verkerk (A.R.) gistermiddag de minister van Verkeer en Waterstaat geïn terpelleerd over de nieuwe veerrechten voor de Westerschelde. De interpellant zegt zich te distaneiëren van iedere onwaardige actie rn eveneens van hen, die Zeeuws-Vlaanderen niet kennen. Hij zegt geen kritiek te hebben op de minister van Verkeer en Waterstaat. De bewindsman treft geen blaam. De minister mocht niet verder gaan dan Zeeland en de Provinciale Staten vroegen. Men kan niet iemand de schuld „even. Wij allen aldus spreker zijn er niet in geslaagd het .eren-vraagstuk op te lossen. De heer Verkerk gaat vervol pens in op de tegenstelling tus sen de behandeling van de vrije bruggen en tunnels en van de rije veren. De regering erkent le tegenstelling tussen vrije bruggen en tunnels en onvrije veren. Voor de opheffing van wegen- tollen prijken er steeds bedragen op de begroting, betoogt spr., h niet voor het bereiken van tolvrije wateren. Veerrechten zijn naar zijn oordeel uit de tijd. De heer Verkerk merkte o.a. op. dat er twijfel bestaat aan de mogelijkheid van een vaste ver binding met Zeeuws-Vlaanderen. Hij betoogt vervolgens, dat er door de verhoging der veerrech ten een onevenredige schade aan Zeeuws-Vlaanderen economische ontwikkeling wordt toegebracht. Z. i. is er reden om alles in het w erk te stellen om dit misdeelde gebiedsdeel te hulp te komen. Dat kan geschieden door vrijdom van de veren. Zou de geïsoleerde ligging van Zeeuws-Vlaanderen al een motief zijn om te helpen, ook het Neder landse belang eist een evenwich tige ontwikkeling. Spreker somt een aantal ver- cisten op, waaraan z.i. veerrech ten dienen te voldoen. Economi sche, sociale en culturele aspec ten moeten daarbij tot hun recht kunnen komen. De heer Verkerk stelt de minis ter ten slotte de volgende vra gen: 1- is de minister niet van oor deel dat de voorgenomen be slissing (en aanzien van de veerrechten op de Westerschel de moeilijk in overeenstem ming ïs te brengen met de tot dusverre in het algemeen ge voerde liberalisatiepolitiek met betrekking tot de niet fiscale lasten op verkeer en vervoer, waarbij geen vergoeding meer wordt gevorderd, wanneer een veerverbinding wordt vervan gen door een vaste oeverver binding via brug of tunnel? 's de minister niet van me- "ing, dat doordat ten aanzien vaa de verbinding van Zeeuws- Vlaanderen met overig Neder land van een geheel andere ge- daehtengang wordt uitgegaan, dat nl. voorlopig noodzakelijke verbeteringen, welke de wacht- RW tot de verwezenlijking van een laste oeververbinding moe- ten vullen voor een belang- r,.)fc gedeelte moet worden ver goed, Zeeuws-Vlaanderen in afn economische ontwikkeling onevenredig wordt geschaad en belemmerd? wi<!< mibister niet van oor- "eel, dat een evenwichtige ont- meTeling van ons vaderland, et name voor de gebieden ais eeuws-Viaanderen, de ver- 'iking van goede en fi- ('l dragelijke verbindin gen veronderstelt en vereist? ^kent <le voorgenomen be- *en aanzien van t H s" 'aanderen niet een jerugvallen op de situatie van belansT-fik s'S ,gevoig' dat een dec! 5 Nederlands gebieds- "h zijns ondanks weder keer en vervoer, welke elders in Nederland reeds zulke vruchtbare resultaten heeft opgeleverd. DE MINISTER ANTWOORDT De minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Algera, zegt dat de kwestie der tarieven meer malen een onderwerp van be spreking is geweest in de Staten- Generaal. De voorgeschiedenis wil hij laten rusten doch zich be palen tot wat bij de behandeling van zijn begroting voor 1958 ter sprake is geweest. Toen hóópte hij, dat voor de veren met 2 miljoen zou kunnen worden vol staan. Thans kan hij mededelen, dat hij een vrij aanzienlijke sup pletie zal moeten aanvragen. Spreker verwijst vervolgens naar de besprekingen in de Sta- ten-Generaal. Met betrekking tot de interpellatie in de Eerste Ka mer merkt hij op, dat toen 'ge zegd is, dat de vaststelling der tarieven een zaak van Gedepu teerde Staten van Zeeland is. De grondslagen van het tarie- venbeleid berusten bij Gedepu teerde Staten van die provincie. Dat Gedeputeerde Staten met de rug tegen de muur zouden heb ben gestaan, is onjuist. Er is in volkomen vrijheid gesproken. Als liet college met de rug tegen de muur heeft gestaan, dan heeft de minister ook tegen de muur ge staan. De minister meent, dat de in terpellant de kosten onderschat. Als er overal vaste verbindingen moesten komen zou er vermoe- ielijk in jaren niets aan de wegen kunnen worden gedaan. Wat de eerste vraag aangaat zegt spreker, dat er geen spra ke is van een vóórgenomen be slissing maar van een geno men beslissing. Voor zover liet Rijk er mee te maken heeft heeft spreker gestreefd naar inperking van de tekorten op de veren. Dat is ge schied op een basis, die voor Gedeputeerde Staten aanneme lijk was. Hij herinnert er voorts aan, dat hij toestem ming heeft verleend om een tweede boot te bouwen, die 8 a 9 miljoen zal vergen. Er is geen relatie tussen de libe ralisatiegedachte door interpel lant genoemd en de verhoging der tarieven. De veren zijn geen recht, maar een middel van vervoer. De tweede vraag besprekend zegt de minister, dat hij bij de besprekingen met Gedeputeer de Staten niet heeft gedacht aan een vaste oeververbinding, doch aan inperking der tekor ten. Spreker zegt niet te geloven, dat Zeeuws-Vlaanderen onevenre- dig wordt geschaad en belem merd in zijn economische ont wikkeling. De derde vraag kan bevestigend beantwoord worden in haar al gemeenheid. De tarieven zijn verhoudingsgewijs laag, zegt de minister. Zeeuws-Vlaanderen is een be langrijk gebiedsdeel, zoals in de vierde vraag wordt gesteld, maar voor de rest moet spre ker de vraag ontkennend be antwoorden. De vijfde vraag is blijkens het woord „derhalve" een vervolg van de vierde vraag. Daarom zou beantwoording kunnen ver vallen. Nochtans gaat hij er na der op in. De kwestie der ta rieven is een tere zaak en daarom heeft de minister per soonlijk de besprekingen ge voerd. Hij hoopt dat men zich zal neerleggen bij de gevallen beslissing. De heer Verkerk (AR) ver klaart, dat zijn grote bezwaar is, dat de minister het zo laag mo gelijk houden van de tekorten zo eenzijdig ziet. Hij betoogt, dat de billijkheid in het oog moet worden gehou den. Billijkheid kan niet worden vermenigvuldigd, maar wel wor den geciseleerd. Spreker merkt op, dat er ook deviezenverlies van drie ton dreigt door een verschuiving van het wegver voer naar het railvervoer. O.m. vraagt hij hoeveel de mi nister van Financiën toucheert van de 525 miljoen, die het weg vervoer oplevert. Wellicht kan daarvan iets worden gebruikt voor Zeeuws-Vlaanderen. MOTIE-VERKERK De heer Verkerk dient de vol gende, mede door leden van CU, SG en VVI» ondertekende motie, in. „De Kamer, gehoord de besprekingen over de veer rechten op de Westerschelde; spreekt als haar oordeel uit, dat wanneer wegverbindingen van belang voor het doorgaan de verkeer door natuurlijke barrières worden onderbroken er, zolang de verwezenlijking van het stelsel van vrije veren niet wel mogelijk blijkt, slechts plaats is voor heffing van ta rieven, waarin rekening ge houden wordt met de belangen van het betrokken gebiedsdeel en de betekenis van dit ge biedsdeel voor een evenwichti ge ontwikkeling van geheel Nederland". De heer Westerhout (Arb.) is van oordeel, dat de minister geen duidelijk en rechtlijnig beleid heeft gedemonstreerd. Dat is z.i. betreurenswaardig. Hij vraagt de minister of de tweede veerboot nu komt of niet. Over de motie wil spreker het oordeel van de minister afwach ten. Hij vraagt of de minister be reid is bij eventuele wijziging der tarieven de Kamer gelegenheid te geven zich uit te spreken. Wat de nieuwe tarieven aan gaat vraagt hij zich af of de ge volgen ervan de belangen van Zeeuws-Vlaanderen niet ernstig zullen schaden. DE MOTIE-WESTERHOUT. De motie welke de heer Wes terhout (Arb.) woensdagmiddag bij de interpellatie-verkeer heeft ingediend, luidt als volgt: „De Kamer, kennis genomen hebbend van de tussen de minis ter van Verkeer en Waterstaat en Gedeputeerde Staten van Zee land bereikte overeenstemming omtrent de invoering van de nieuwe tarieven voor de veren over de Weste'-'chelde en de bouw van een rt.-uwe veerboot, van mening, dat voor de econo. sche, sociale én culturele ont wikkeling van Zeeuws-Vlaande ren een op de ontwikkeling van hefc verkeer afgestemde outillage van de veerdiensten over de W'es- terschelde noodzakelijk is; spreekt ten aanzien van de ta- riefiëring ais haar oordeel uit dat de mogelijkheid van vrij ver voer voor voetgangers, rijwielen en rijwielen met hulpmotor ge handhaafd dient te blijven". De heer Van der Peijl (CH) constateert, ciat bij de besprekin gen met Gedeputeerde Staten aan vele Zeeuwse desiderata kon worden tegemoetgekomen. Ook is overeenstemming bereikt over de meeste der essentiële voor waarden voor aanschaffing van een tweede boot. Wat de tarie ven aangaat vraagt hij zich af of wel van redelijkheid kan worden gesproken. Bepaalde tarieven moeten z.i. nog eens aan een nauwkeurige beschouwing door Gedeputeerde Staten worden on derworpen. Er mogen geen correcties ko men met een verhogende ten dens. meent spreker. Er moet veeleer een verlaging komen. (Zie verder pagina 2) De regering heeft besloten een dienstplicht in te voeren bij de bescherming burgerbevolking. Dit heeft de minister van Bin nenlandse Zaken, mr. Struyeken, medegedeeld in een bijeenkomst van journalisten. Met de moge lijkheid dat deze dienstplicht zou worden ingesteld, is steeds reke ning gehouden, maar tot nu toe heeft de regering de vrijwillig heid in deze burgerdienst de volle kans willen geven. De oproep voor de vrijwillig heid is ook wel beantwoord. Te leurgesteld is men niet, want er zijn thans omstreeks 160.000 mannen en vrouwen als vrijwilli gers ingeschreven. Deze werken echter voornamelijk voor de dienst zelfbescherming, de zoge naamde blokdienst. Er zijn ech ter ook de brandweer, de red- m<l|> wuiuiHs dingsdienst de geneeskundige- j" r °P België dan op Neder- en de verbindingsdienst. Hier- Z1>1 gaan oriënteren? voor zijn niet voldoende vri.jwiiii- S'p'mGl,epalinaeiv0erS,?/0litieke Vla-,,„i,s van Zeeuws- gcmu ii/" derhalve niet los- -!a<' y-iil van de uit- gen 7i)n,i,?e 'ke waarderin- en de oplos- wXTan W?rden m het toe- votv eo gemene regels kp|i"g iVnV Nederiand °VtWlk' heel op Zeeuvvs-Vlaam, B-G' Praktijk brengen vanT lisatiegedaehte te" van de lasten, drukkend i op ver. gers beschikbaar. Totaal moeten voor deze laatste diensten be schikbaar zijn 61.000 man, maar zovelen behoeven niet te worden opgeroepen, omdat de behoefte plaatselijk bekeken wordt. Voor deze diensten wordt dus de nood wachtplicht ingevoerd. Het is de bedoeling deze vrij willigers te recruteren uit de dienstplichtigen, die geen mobi lisatiebestemming hebben. Dit om de opleiding niet te lang te doen duren en de kosten zo laag mogelijk te houden. In beginsel rust de noodwacht plicht op alle inwoners van het rijk, die de leeftijd van 18 en nog niet die van 65 jaar hebben be reikt. Het ligt in de bedoeling dat in de uitvoeringsvoorschrif ten zal worden bepaald dat als noodwachtplichtigen zullen wor den ingeschreven en ingelijfd de in de betrokken gemeenten wo nende militair dienstplichten van 26 jaar en ouder, die door deze inlijving de status van bui tengewoon dienstplichtigen zul len verkrijgen en derhalve geen militaire oorlogsbestemming krijgen toegewezen. Zij zullen noodwaehtplichtig blijven tot hun 40ste jaar, tenzij zij in Indonesië hebben gediend, in welk geval zij tot hun 35e jaar noodwaehtplichtig zullen blijven. Deze militair dienstplichtigen en reserve-officieren zonder mo bilisatiebestemming hebben, al dus overwoog de regering, een militaire vorming achter de rug en zijn derhalve gewend aan dis cipline en optreden in groepsver band. Voor de opleiding als noodwachter acht zij dit waardevol. Hoewel de burgemeester tot in schrijving van noodwachtplichti gen zal kunnen overgaan, is het eerst mogelijk over te gaan tot oproeping van de ingeschrevenen voor opleiding en oefening nadat de Kroon op voordracht van de minister-president heeft besloten dat de artikelen 80 tot en met 86 van de wet op de noodwachten zuilen worden toegepast, welk besluit dan bij de wet dient te worden bekrachtigd. Waarschijnlijk zal in 't najaar 1958 een aanvang kunnen wor den gemaakt met de inschrijving van de noodwachtplichtigen. De taak van de opgeroepenen zal zijn het volgen van oplei dingscursussen en het bijwonen van oefeningen. Zij ontvangen 'n onkostenvergoeding van 1, per opkomst met een aparte ver goeding voor eventuele inkom stenderving. De invoering van de noodwachtplicht bij de operatio nele diensten (waar zulks nodig is) kan worden beschouwd als versterking van de B. B-organi saties in haar totaliteit, maar met name als 'n krachtige steun in de rug van de georganiseerde zelfsbescherming (blok- en wijk- ploeg). Gistermorgen heeft luite- zeer nant-generaal A. G. M. J. F. van der Kroon, eerste onder voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis op Huis ten Bosch aan Z.K.H. Prins Bernhard en staatsraad mr. W. F. Schokking, respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van het Natio naal Rampenfonds, het kruis van verdienste van het Neder landse Rode Kruis uitgereikt. „Wanneer de evacuatie als ge eindigd kan worden beschouwd het Iaat zieh aanzien dat dit met het vertrek van het s.s. Wa terman medio augustus a.s. het geval zal zijn zullen naar schatting uiteindelijk nog onge veer 6500 Nederlanders in Indo nesië achterblijven. Aangenomen kan worden, dat deze groep zal bestaan uit personeel van missie en zending, employé's van parti culiere ondernemingen en kleine zakenlieden, alsmede uit 'n aan tal gepensioneerden en gesteun- den". Dit deelt de minister van Maatschappelijk Werk, mej. dr. M. A. M. Klompé, schriftelijk aan de commissie uit de Tweede Ka mer voor de repatriëring uit In donesië mede. De minister herinnert er aan, dat op 1 december 1957 er naar schatting nog ruim 45.000 Ne derlanders in Indonesië waren. Van 1 december 1957 tot 1 juni 1958 waren van hen reeds rond 33.000 vertrokken. Per schip kwamen in ons land aan 18.623 en per vliegtuig 10.502 personen. In deze cijfers zijn niet begrepen die gerepatrieerden, die via bui tenlandse verbindingen naar Ne derland zijn gekomen en door hun eigen maatschappijen zijn opgevangen. Dit getal bedraagt ongeveer 2.000. In de eerste helft van juni zijn inmiddels nog 1640 repatrianten met de „Johan van Oldenbarnevelt" en de „Oranje" aangekomen. Minister Klompé deelt voorts mede, dat het aantal personen van Nederlandse nationaliteit in Indonesië, dat op enigerlei wijze op financiële steun van het rijk is aangewezen, aanmerkelijk is verminderd. Door de sterk gewijzigde om standigheden in Indonesië en de daarmee gepaard gaande moei lijke berichtgeving is het niet mogelijk een nauwkeurig over zicht te geven van de huidige stand van zaken. Met name geldt dit voor gebieden als Oost-Indo- nesië en Borneo. Aangenomen mag worden, dat het aantal ge- steunden aldaar thans nog slechts zeer gering is. Bedroeg 't aantal gesteunden op Java al leen per 1 maart j.l. 2693. het to taal aantal in geheel in Indone sië voorzover bekend -was per 1 juni 1796. 860 van hen zijn bejaarden, die thans als gevolg van de opheffing van een aantal bejaardentehuizen voor een deel zijn ondergebracht in de nog be staande inrichtingen. Minister Klompé deelt mede, dat aangenomen mag worden, dat voor de komende jaren geen rekening meer behoeft te worden gehouden met financiering voor oprichting of uitbreiding van be jaardentehuizen in Indonesië. De subsidieverlening van Ne derlandse zijde aan ziekenhuizen in Indonesië moest in bepaalde gevallen worden beëindigd. Dit betreft o.a. het Tjikini-zieken- huis in Djakarta, aangezien dit onder militair beheer is gekomen en het St. Elisabeth ziekenhuis in Semarang. Er zijn nu nog slechts drie Nederlandse artsen in Dja karta aanwezig. Ook in Bandung zijn nog drie Nederlandse dokto ren werkzaam. In het schrijven aan de com missie voor de repatriëring uit Indonesië uit de Tweede Kamer zegt minister Klompé voorts dat het verheugend is te constateren, dat met een goede geneeskundige behandeling en een liefdevolle verzorging in de tehuizen voor gerepatrieerde chronisch zieken en ouden van dagen in korte tijd veelal bevredigende resultaten konden worden bereikt. Behoudens een gering aantal sterfgevallen tijdens de reis of kort na aankomst (tussen 19 januari en 12 juni j.l. stierven aan boord 17 patiënten en in zie kenhuizen in Nederland 15) volg de bij de meeste verpleegden al spoedig een opmerkelijke ople ving. De minister voegt er aan toe dat echter nog niet bepaald kan worden in hoeverre bij velen van hen deze opleving van kortere of langere duur zal zijn. In totaal zijn tussen 19 januari en 12 juni 785 zieken en hulpbehoevenden uit Indonesië in Nederland aan gekomen. Over de definitieve huisvesting van gerepatrieerden deelt de mi nister mede, dat van december tot eind mei 1197 woningen wer den toegewezen aan gezinnen, die voorlopig in contractpensions waren ondergebracht. Daarnaast werd een woning beschikbaar ge steld aan 340 gerepatrieerde ge zinnen, die buiten de contract pensions tijdelijke huisvesting hadden gevonden. Tenslotte wordt medegedeeld, dat met de financiering van de repatriëring, voor zover het de overtochtskosten op rijks-voor schotbasis betreft, tot dusver 17.756.741,01 was gemoeid. Hiervan werd tot eind april een. bedrag van ƒ2.584.073,57 terug ontvangen. Voor de verstrekking van kleding werd in totaal 'n be drag van 4.976.600,uitgege ven. De Christelijk-Historische Unie bestaat vijftig jaar De Chr.-Hist. Unie heeft gis teren in Utrecht haar vijftigja rig bestaan herdacht. Dit jubi leum werd gistermorgen ingezet met 'n wijdings- en dankdienst in de Domkerk te Utrecht, waarin voorging dr P. A. Elde- renbosch, Nederlands Hervormd predikant te Amersfoort. In de Stadsschouwburg werd 's middags een jubileumbijeen komst gehouden, die o.m. werd bijgewoond door de minister voor Defensie ir C. Staf en de minister van Overzee, mr G. Ph. Helders. De rechtse Israëlische opposi-Tzij het niet met deze bepaling KOELERE LUCHT IN AANTOCHT Nadat de mist die zich 's nachts op grote schaal gevormd had, was opgetrokken slaagde de zon er woensdag in de tempe ratuur op de meeste plaatsen tot boven de 25 graden te doen oplopen, zodat er eindelijk weer eens een zomerse dag geno teerd kon worden. Het weer in West-Europa stond geheel onder invloed van een uitloper van een ten westen van de Golf van Biscaye gele gen hogedrukgebied. Deze uit loper boet nu verder aan bete kenis in, hetgeen samenhangt met de uitbreiding van de in vloedssfeer van een actieve de- Dressie die vóór de kust van Midden-Noorwegen ligt. Tus sen dit lagedrukgebied name lijk en 't genoemde hogedruk gebied staat een westelijke stroming, die zich tot over het zuidelijk deel van de Noordzee zal uitbreiden. In deze stro ming trekt een koufront van de Noorse depressie mee. Verwacht wordt dat op het dich terbij komen ervan de bewol king vandaag zal toenemen, en met meer naar west geruimde winden van zee koelere lucht zal binnenstromen, hetgeen vooral ten noorden van de grote rivieren merkbaar zal worden. tiepartij Sjeroeth heeft dinsdag in de Knesseth in Jeruzalem een motie van afkeuring tegen de re gering van Ben Goerion inge diend. De motie is gericht tegen het besluit van de regering om allen die in goed vertrouwen verkla ren dat zij Jood zijn, als zodanig te erkennen, mits zij geen ander geloof aanhangen. Kinderen van niet-Joodse moeders zouden vol gens dit besluit als Jood kunnen worden ingeschreven als de ouders dat wensen. Twee ministers van de natio nale religieuze partij zijn reeds uit de regering getreden omdat Twaalf mensen zijn dinsdag om bet leven gekomen en twin tig gewond bij twee verkeers ongelukken nabij Recife in het noordoosten van Brazilië. Bij Santa Rita kwamen acht mensen om het leven en werden er veertien gewond toen een vrachtauto met arbeiders slipte en omsloeg. Te Jaguaribe botste een volle autobus op een stil staande auto, waardoor 4 men sen om het leven kwamen en er zes gewond werden. Bij Kuanuco in het noorden van Peru is dinsdag een volge laden vrachtauto door een brug gezakt. Veertien mensen die in de auto zaten kwamen om het leven. De Bilt, geldig van donderdag ochtend tot donderdagavond. Latere afkoeling Aanvankelijk warm en overwe gend zonnig weer. Later van het westen uit lijdelijk meer bewol king, ten noorden van de grote ri vieren gevolgd door enige daling van de temperatuur. Op de mees te plaatsen droog weer. Zwakke tot matige westelijke wind. eens zijn. Tijdens een debat over dit aftreden is de motie inge diend. De stemming over de motie zal vermoedelijk maandag plaats vinden. Waarnemers geloven niet dat de regering zal vallen. Na het uittreden van de minis ters der nationale religieuze par tij steunt het kabinet nog op vier partijen, die bij elkaar 64 van de 120 zetels in het parlement be zetten. Het voornaamste punt van het debat van dinsdag was de vraag, of het Joodse geloof en de Jood se nationaliteit van elkaar ge scheiden moeten worden. Vol gens het omstreden besluit krijgt de regering het recht om uit te maken wie de Joodse nationali teit bezit, de rabbijnen kunnen dan beslissen wie Jood is door het geloof. Volgens de oppositie mag men deze twee dingen met scheiden. VRIJDAG 11 JULI. Breskens Temeuzen Hansweert Walsoorden v.m. 9.17 9.52 10.32 10.42 n.m. 9.42 10.17 10.57 11.07 ZON MAAN op onder op onder Juli. 10 4.31 20.5S 0.18 14.45 11 4.32 20.58 0.45 15.48 12 4.33 20.57 1.17 16.49 13 4.34 20.56 3.54 17.47 14 4.35 20.55 2.39 18.42 15 4.37 20.54 3.33 19.30 De Libanese delegatie bij de Ver. Naties heeft dinsdag een gedetailleerde analyse aan de Veiligheidsraad gezonden van het verslag der V. N.-waarnemers in Libanon. Volgens deze analyse heeft de V. N.-missie niet kun nen bewijzen, dat er geen Syri sche infiltraties in Libanon zijn geweest. Voorts merkt de Libanese dele gatie o.m. op dat de V. N.-waar nemers niet kunnen verhinde ren, dat de infiltratie en de leve ring van wapens aan de Libane se opstandelingen voortduurt. Dr. Hans Eiseie, de arts uit Münclien die volgens getuigen in het proces tegen de „slager van Buclienwald", Martin Sonimer, honderden gevangenen door mid del van injecties zou hebben ge dood, is naar het buitenland uit geweken, zo weten verscheidene Westduitse bladen te melden. Hij zou hierbij de hulp van vroegere vrienden uit de S. S. hebben ge had. Zoals gemeld is er een arresta tiebevel tegen hem uitgevaar digd. Zijn echtgenote heeft een anonieme brief ontvangen dat Eiseie „om nieuwe vervolgingen te ontgaan op instigatie van zijn vrienden de bondsrepubliek heeft verlaten". In 1947 werd de arts door een Amerikaanse krijgsraad ter dood veroordeeld. Dit vonnis werd echter gewijzigd in levens lange dwangarbeid. Wegens goed gedrag werd hij na enige jaren op vrije voeten gesteld. Het is komen vast te staan dat de gevluchte arts op 27 juni met een Italiaans passagiersschip uit Genua naar Alexandrië is ver trokken waar hij op twee juli aankwam.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 1