De interpellatie-Verkerk over de nieuwe
veerrechten voor de Westerschelde
Na augustus nog ongeveer 6500
Nederlanders in
Indonesië
Noodwachtplicht bij de bescherming
burgerbevolking
Motie van afkeuring tegen
Ben Goerion
HET WEER
WEERBERICHT
HOOGWATER
ZON- en MAANSTANDEN
DONDERDAG 10 JULI 1958
12e Jaargang Nr 4417
Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. van de Sande, Temeuzen
EERSTE BLAD
Tweede Kamer
Minister Algera:
GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND NIET
MET DE RUG TEGEN DE MUUR
2 moties aangenomenmotie-Verkerk
verworpen
KRUIS VAN
VERDIENSTE
RODE KRUIS
ERNSTIGE
ONGELUKKEN
IN BRAZILIË
Libanon
Dr. E1SELE NAAR HET
BUITENLAND
UITGEWEKEN?
Frankering bij abonnement: Temeuzen
Directeur-Hoofdreaaeteur i. van de San de
Redactie-adres: Noordstraat 5557
Administratie-adres: Smidswal
Telefoon 2073 en 2510
NA 5 uur uitsluitend 2073
Gironummer 38150
Abonnementsprijs: 6,— per kwartaal; per
maand 2,per week 48 cent. Losse nrs 9 ct.
Verschijnt dagelijks
Advertentieprijs per mm 15 ct; minimum per
advertentie 2,25
Rubriek Kleine Advertenties géén handelsadver
tenties) 5 regels 1,—. Iedere regel meer 20 et
Kleine advertenties bij vooruitbetaling.
Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur
Voor het maandagnummer: zaterdags 10 nar
Vermelding: Brieven onder nummer, of: Adres
Bureau van dit Blad, 20 cent meer
ln de vergadering van de Tweede Kamer heeft de heer Verkerk
(A.R.) gistermiddag de minister van Verkeer en Waterstaat geïn
terpelleerd over de nieuwe veerrechten voor de Westerschelde. De
interpellant zegt zich te distaneiëren van iedere onwaardige actie
rn eveneens van hen, die Zeeuws-Vlaanderen niet kennen.
Hij zegt geen kritiek te hebben op de minister van Verkeer en
Waterstaat. De bewindsman treft geen blaam. De minister mocht
niet verder gaan dan Zeeland en de Provinciale Staten vroegen.
Men kan niet iemand de schuld
„even. Wij allen aldus spreker
zijn er niet in geslaagd het
.eren-vraagstuk op te lossen.
De heer Verkerk gaat vervol
pens in op de tegenstelling tus
sen de behandeling van de vrije
bruggen en tunnels en van de
rije veren. De regering erkent
le tegenstelling tussen vrije
bruggen en tunnels en onvrije
veren.
Voor de opheffing van wegen-
tollen prijken er steeds bedragen
op de begroting, betoogt spr.,
h niet voor het bereiken van
tolvrije wateren. Veerrechten zijn
naar zijn oordeel uit de tijd.
De heer Verkerk merkte o.a.
op. dat er twijfel bestaat aan de
mogelijkheid van een vaste ver
binding met Zeeuws-Vlaanderen.
Hij betoogt vervolgens, dat er
door de verhoging der veerrech
ten een onevenredige schade aan
Zeeuws-Vlaanderen economische
ontwikkeling wordt toegebracht.
Z. i. is er reden om alles in het
w erk te stellen om dit misdeelde
gebiedsdeel te hulp te komen. Dat
kan geschieden door vrijdom van
de veren.
Zou de geïsoleerde ligging van
Zeeuws-Vlaanderen al een motief
zijn om te helpen, ook het Neder
landse belang eist een evenwich
tige ontwikkeling.
Spreker somt een aantal ver-
cisten op, waaraan z.i. veerrech
ten dienen te voldoen. Economi
sche, sociale en culturele aspec
ten moeten daarbij tot hun recht
kunnen komen.
De heer Verkerk stelt de minis
ter ten slotte de volgende vra
gen:
1- is de minister niet van oor
deel dat de voorgenomen be
slissing (en aanzien van de
veerrechten op de Westerschel
de moeilijk in overeenstem
ming ïs te brengen met de tot
dusverre in het algemeen ge
voerde liberalisatiepolitiek met
betrekking tot de niet fiscale
lasten op verkeer en vervoer,
waarbij geen vergoeding meer
wordt gevorderd, wanneer een
veerverbinding wordt vervan
gen door een vaste oeverver
binding via brug of tunnel?
's de minister niet van me-
"ing, dat doordat ten aanzien
vaa de verbinding van Zeeuws-
Vlaanderen met overig Neder
land van een geheel andere ge-
daehtengang wordt uitgegaan,
dat nl. voorlopig noodzakelijke
verbeteringen, welke de wacht-
RW tot de verwezenlijking van
een laste oeververbinding moe-
ten vullen voor een belang-
r,.)fc gedeelte moet worden ver
goed, Zeeuws-Vlaanderen in
afn economische ontwikkeling
onevenredig wordt geschaad en
belemmerd?
wi<!< mibister niet van oor-
"eel, dat een evenwichtige ont-
meTeling van ons vaderland,
et name voor de gebieden ais
eeuws-Viaanderen, de ver-
'iking van goede en fi-
('l dragelijke verbindin
gen veronderstelt en vereist?
^kent <le voorgenomen be-
*en aanzien van
t H s" 'aanderen niet een
jerugvallen op de situatie van
belansT-fik s'S ,gevoig' dat een
dec! 5 Nederlands gebieds-
"h zijns ondanks weder
keer en vervoer, welke elders
in Nederland reeds zulke
vruchtbare resultaten heeft
opgeleverd.
DE MINISTER ANTWOORDT
De minister van Verkeer en
Waterstaat, de heer Algera, zegt
dat de kwestie der tarieven meer
malen een onderwerp van be
spreking is geweest in de Staten-
Generaal. De voorgeschiedenis
wil hij laten rusten doch zich be
palen tot wat bij de behandeling
van zijn begroting voor 1958 ter
sprake is geweest. Toen hóópte
hij, dat voor de veren met 2
miljoen zou kunnen worden vol
staan. Thans kan hij mededelen,
dat hij een vrij aanzienlijke sup
pletie zal moeten aanvragen.
Spreker verwijst vervolgens
naar de besprekingen in de Sta-
ten-Generaal. Met betrekking tot
de interpellatie in de Eerste Ka
mer merkt hij op, dat toen 'ge
zegd is, dat de vaststelling der
tarieven een zaak van Gedepu
teerde Staten van Zeeland is.
De grondslagen van het tarie-
venbeleid berusten bij Gedepu
teerde Staten van die provincie.
Dat Gedeputeerde Staten met de
rug tegen de muur zouden heb
ben gestaan, is onjuist. Er is in
volkomen vrijheid gesproken. Als
liet college met de rug tegen de
muur heeft gestaan, dan heeft de
minister ook tegen de muur ge
staan.
De minister meent, dat de in
terpellant de kosten onderschat.
Als er overal vaste verbindingen
moesten komen zou er vermoe-
ielijk in jaren niets aan de wegen
kunnen worden gedaan.
Wat de eerste vraag aangaat
zegt spreker, dat er geen spra
ke is van een vóórgenomen be
slissing maar van een geno
men beslissing. Voor zover liet
Rijk er mee te maken heeft
heeft spreker gestreefd naar
inperking van de tekorten
op de veren. Dat is ge
schied op een basis, die voor
Gedeputeerde Staten aanneme
lijk was. Hij herinnert er
voorts aan, dat hij toestem
ming heeft verleend om een
tweede boot te bouwen, die 8 a
9 miljoen zal vergen.
Er is geen relatie tussen de libe
ralisatiegedachte door interpel
lant genoemd en de verhoging
der tarieven. De veren zijn
geen recht, maar een middel
van vervoer.
De tweede vraag besprekend
zegt de minister, dat hij bij de
besprekingen met Gedeputeer
de Staten niet heeft gedacht
aan een vaste oeververbinding,
doch aan inperking der tekor
ten.
Spreker zegt niet te geloven, dat
Zeeuws-Vlaanderen onevenre-
dig wordt geschaad en belem
merd in zijn economische ont
wikkeling.
De derde vraag kan bevestigend
beantwoord worden in haar al
gemeenheid. De tarieven zijn
verhoudingsgewijs laag, zegt
de minister.
Zeeuws-Vlaanderen is een be
langrijk gebiedsdeel, zoals in
de vierde vraag wordt gesteld,
maar voor de rest moet spre
ker de vraag ontkennend be
antwoorden.
De vijfde vraag is blijkens het
woord „derhalve" een vervolg
van de vierde vraag. Daarom
zou beantwoording kunnen ver
vallen. Nochtans gaat hij er na
der op in. De kwestie der ta
rieven is een tere zaak en
daarom heeft de minister per
soonlijk de besprekingen ge
voerd. Hij hoopt dat men zich
zal neerleggen bij de gevallen
beslissing.
De heer Verkerk (AR) ver
klaart, dat zijn grote bezwaar is,
dat de minister het zo laag mo
gelijk houden van de tekorten zo
eenzijdig ziet.
Hij betoogt, dat de billijkheid
in het oog moet worden gehou
den. Billijkheid kan niet worden
vermenigvuldigd, maar wel wor
den geciseleerd. Spreker merkt
op, dat er ook deviezenverlies
van drie ton dreigt door een
verschuiving van het wegver
voer naar het railvervoer.
O.m. vraagt hij hoeveel de mi
nister van Financiën toucheert
van de 525 miljoen, die het weg
vervoer oplevert. Wellicht kan
daarvan iets worden gebruikt
voor Zeeuws-Vlaanderen.
MOTIE-VERKERK
De heer Verkerk dient de vol
gende, mede door leden van
CU, SG en VVI» ondertekende
motie, in. „De Kamer, gehoord
de besprekingen over de veer
rechten op de Westerschelde;
spreekt als haar oordeel uit,
dat wanneer wegverbindingen
van belang voor het doorgaan
de verkeer door natuurlijke
barrières worden onderbroken
er, zolang de verwezenlijking
van het stelsel van vrije veren
niet wel mogelijk blijkt, slechts
plaats is voor heffing van ta
rieven, waarin rekening ge
houden wordt met de belangen
van het betrokken gebiedsdeel
en de betekenis van dit ge
biedsdeel voor een evenwichti
ge ontwikkeling van geheel
Nederland".
De heer Westerhout (Arb.) is
van oordeel, dat de minister geen
duidelijk en rechtlijnig beleid
heeft gedemonstreerd. Dat is z.i.
betreurenswaardig. Hij vraagt de
minister of de tweede veerboot
nu komt of niet.
Over de motie wil spreker het
oordeel van de minister afwach
ten. Hij vraagt of de minister be
reid is bij eventuele wijziging der
tarieven de Kamer gelegenheid
te geven zich uit te spreken.
Wat de nieuwe tarieven aan
gaat vraagt hij zich af of de ge
volgen ervan de belangen van
Zeeuws-Vlaanderen niet ernstig
zullen schaden.
DE MOTIE-WESTERHOUT.
De motie welke de heer Wes
terhout (Arb.) woensdagmiddag
bij de interpellatie-verkeer heeft
ingediend, luidt als volgt:
„De Kamer, kennis genomen
hebbend van de tussen de minis
ter van Verkeer en Waterstaat
en Gedeputeerde Staten van Zee
land bereikte overeenstemming
omtrent de invoering van de
nieuwe tarieven voor de veren
over de Weste'-'chelde en de
bouw van een rt.-uwe veerboot,
van mening, dat voor de econo.
sche, sociale én culturele ont
wikkeling van Zeeuws-Vlaande
ren een op de ontwikkeling van
hefc verkeer afgestemde outillage
van de veerdiensten over de W'es-
terschelde noodzakelijk is;
spreekt ten aanzien van de ta-
riefiëring ais haar oordeel uit
dat de mogelijkheid van vrij ver
voer voor voetgangers, rijwielen
en rijwielen met hulpmotor ge
handhaafd dient te blijven".
De heer Van der Peijl (CH)
constateert, ciat bij de besprekin
gen met Gedeputeerde Staten
aan vele Zeeuwse desiderata kon
worden tegemoetgekomen. Ook
is overeenstemming bereikt over
de meeste der essentiële voor
waarden voor aanschaffing van
een tweede boot. Wat de tarie
ven aangaat vraagt hij zich af of
wel van redelijkheid kan worden
gesproken. Bepaalde tarieven
moeten z.i. nog eens aan een
nauwkeurige beschouwing door
Gedeputeerde Staten worden on
derworpen.
Er mogen geen correcties ko
men met een verhogende ten
dens. meent spreker. Er moet
veeleer een verlaging komen.
(Zie verder pagina 2)
De regering heeft besloten een
dienstplicht in te voeren bij de
bescherming burgerbevolking.
Dit heeft de minister van Bin
nenlandse Zaken, mr. Struyeken,
medegedeeld in een bijeenkomst
van journalisten. Met de moge
lijkheid dat deze dienstplicht zou
worden ingesteld, is steeds reke
ning gehouden, maar tot nu toe
heeft de regering de vrijwillig
heid in deze burgerdienst de volle
kans willen geven.
De oproep voor de vrijwillig
heid is ook wel beantwoord. Te
leurgesteld is men niet, want er
zijn thans omstreeks 160.000
mannen en vrouwen als vrijwilli
gers ingeschreven. Deze werken
echter voornamelijk voor de
dienst zelfbescherming, de zoge
naamde blokdienst. Er zijn ech
ter ook de brandweer, de red-
m<l|> wuiuiHs dingsdienst de geneeskundige-
j" r °P België dan op Neder- en de verbindingsdienst. Hier-
Z1>1 gaan oriënteren? voor zijn niet voldoende vri.jwiiii-
S'p'mGl,epalinaeiv0erS,?/0litieke
Vla-,,„i,s van Zeeuws-
gcmu ii/" derhalve niet los-
-!a<' y-iil van de uit-
gen 7i)n,i,?e 'ke waarderin-
en de oplos-
wXTan W?rden m het toe-
votv eo gemene regels
kp|i"g iVnV Nederiand °VtWlk'
heel op Zeeuvvs-Vlaam, B-G'
Praktijk brengen vanT
lisatiegedaehte te"
van de lasten, drukkend
i op ver.
gers beschikbaar. Totaal moeten
voor deze laatste diensten be
schikbaar zijn 61.000 man, maar
zovelen behoeven niet te worden
opgeroepen, omdat de behoefte
plaatselijk bekeken wordt. Voor
deze diensten wordt dus de nood
wachtplicht ingevoerd.
Het is de bedoeling deze vrij
willigers te recruteren uit de
dienstplichtigen, die geen mobi
lisatiebestemming hebben. Dit
om de opleiding niet te lang te
doen duren en de kosten zo laag
mogelijk te houden.
In beginsel rust de noodwacht
plicht op alle inwoners van het
rijk, die de leeftijd van 18 en nog
niet die van 65 jaar hebben be
reikt. Het ligt in de bedoeling
dat in de uitvoeringsvoorschrif
ten zal worden bepaald dat als
noodwachtplichtigen zullen wor
den ingeschreven en ingelijfd de
in de betrokken gemeenten wo
nende militair dienstplichten
van 26 jaar en ouder, die door
deze inlijving de status van bui
tengewoon dienstplichtigen zul
len verkrijgen en derhalve geen
militaire oorlogsbestemming
krijgen toegewezen.
Zij zullen noodwaehtplichtig
blijven tot hun 40ste jaar, tenzij
zij in Indonesië hebben gediend,
in welk geval zij tot hun 35e jaar
noodwaehtplichtig zullen blijven.
Deze militair dienstplichtigen
en reserve-officieren zonder mo
bilisatiebestemming hebben, al
dus overwoog de regering, een
militaire vorming achter de rug
en zijn derhalve gewend aan dis
cipline en optreden in groepsver
band. Voor de opleiding als
noodwachter acht zij dit
waardevol.
Hoewel de burgemeester tot in
schrijving van noodwachtplichti
gen zal kunnen overgaan, is het
eerst mogelijk over te gaan tot
oproeping van de ingeschrevenen
voor opleiding en oefening nadat
de Kroon op voordracht van de
minister-president heeft besloten
dat de artikelen 80 tot en met 86
van de wet op de noodwachten
zuilen worden toegepast, welk
besluit dan bij de wet dient te
worden bekrachtigd.
Waarschijnlijk zal in 't najaar
1958 een aanvang kunnen wor
den gemaakt met de inschrijving
van de noodwachtplichtigen.
De taak van de opgeroepenen
zal zijn het volgen van oplei
dingscursussen en het bijwonen
van oefeningen. Zij ontvangen 'n
onkostenvergoeding van 1,
per opkomst met een aparte ver
goeding voor eventuele inkom
stenderving. De invoering van de
noodwachtplicht bij de operatio
nele diensten (waar zulks nodig
is) kan worden beschouwd als
versterking van de B. B-organi
saties in haar totaliteit, maar
met name als 'n krachtige steun
in de rug van de georganiseerde
zelfsbescherming (blok- en wijk-
ploeg).
Gistermorgen heeft luite-
zeer nant-generaal A. G. M. J. F.
van der Kroon, eerste onder
voorzitter van het Nederlandse
Rode Kruis op Huis ten Bosch
aan Z.K.H. Prins Bernhard en
staatsraad mr. W. F. Schokking,
respectievelijk voorzitter en
vice-voorzitter van het Natio
naal Rampenfonds, het kruis
van verdienste van het Neder
landse Rode Kruis uitgereikt.
„Wanneer de evacuatie als ge
eindigd kan worden beschouwd
het Iaat zieh aanzien dat dit
met het vertrek van het s.s. Wa
terman medio augustus a.s. het
geval zal zijn zullen naar
schatting uiteindelijk nog onge
veer 6500 Nederlanders in Indo
nesië achterblijven. Aangenomen
kan worden, dat deze groep zal
bestaan uit personeel van missie
en zending, employé's van parti
culiere ondernemingen en kleine
zakenlieden, alsmede uit 'n aan
tal gepensioneerden en gesteun-
den".
Dit deelt de minister van
Maatschappelijk Werk, mej. dr.
M. A. M. Klompé, schriftelijk aan
de commissie uit de Tweede Ka
mer voor de repatriëring uit In
donesië mede.
De minister herinnert er aan,
dat op 1 december 1957 er naar
schatting nog ruim 45.000 Ne
derlanders in Indonesië waren.
Van 1 december 1957 tot 1 juni
1958 waren van hen reeds rond
33.000 vertrokken. Per schip
kwamen in ons land aan 18.623
en per vliegtuig 10.502 personen.
In deze cijfers zijn niet begrepen
die gerepatrieerden, die via bui
tenlandse verbindingen naar Ne
derland zijn gekomen en door
hun eigen maatschappijen zijn
opgevangen. Dit getal bedraagt
ongeveer 2.000. In de eerste helft
van juni zijn inmiddels nog 1640
repatrianten met de „Johan van
Oldenbarnevelt" en de „Oranje"
aangekomen.
Minister Klompé deelt voorts
mede, dat het aantal personen
van Nederlandse nationaliteit in
Indonesië, dat op enigerlei wijze
op financiële steun van het rijk
is aangewezen, aanmerkelijk is
verminderd.
Door de sterk gewijzigde om
standigheden in Indonesië en de
daarmee gepaard gaande moei
lijke berichtgeving is het niet
mogelijk een nauwkeurig over
zicht te geven van de huidige
stand van zaken. Met name geldt
dit voor gebieden als Oost-Indo-
nesië en Borneo. Aangenomen
mag worden, dat het aantal ge-
steunden aldaar thans nog
slechts zeer gering is. Bedroeg 't
aantal gesteunden op Java al
leen per 1 maart j.l. 2693. het to
taal aantal in geheel in Indone
sië voorzover bekend -was
per 1 juni 1796. 860 van hen zijn
bejaarden, die thans als gevolg
van de opheffing van een aantal
bejaardentehuizen voor een deel
zijn ondergebracht in de nog be
staande inrichtingen.
Minister Klompé deelt mede,
dat aangenomen mag worden,
dat voor de komende jaren geen
rekening meer behoeft te worden
gehouden met financiering voor
oprichting of uitbreiding van be
jaardentehuizen in Indonesië.
De subsidieverlening van Ne
derlandse zijde aan ziekenhuizen
in Indonesië moest in bepaalde
gevallen worden beëindigd. Dit
betreft o.a. het Tjikini-zieken-
huis in Djakarta, aangezien dit
onder militair beheer is gekomen
en het St. Elisabeth ziekenhuis in
Semarang. Er zijn nu nog slechts
drie Nederlandse artsen in Dja
karta aanwezig. Ook in Bandung
zijn nog drie Nederlandse dokto
ren werkzaam.
In het schrijven aan de com
missie voor de repatriëring uit
Indonesië uit de Tweede Kamer
zegt minister Klompé voorts dat
het verheugend is te constateren,
dat met een goede geneeskundige
behandeling en een liefdevolle
verzorging in de tehuizen voor
gerepatrieerde chronisch zieken
en ouden van dagen in korte tijd
veelal bevredigende resultaten
konden worden bereikt.
Behoudens een gering aantal
sterfgevallen tijdens de reis of
kort na aankomst (tussen 19
januari en 12 juni j.l. stierven
aan boord 17 patiënten en in zie
kenhuizen in Nederland 15) volg
de bij de meeste verpleegden al
spoedig een opmerkelijke ople
ving.
De minister voegt er aan toe
dat echter nog niet bepaald kan
worden in hoeverre bij velen van
hen deze opleving van kortere of
langere duur zal zijn. In totaal
zijn tussen 19 januari en 12 juni
785 zieken en hulpbehoevenden
uit Indonesië in Nederland aan
gekomen.
Over de definitieve huisvesting
van gerepatrieerden deelt de mi
nister mede, dat van december
tot eind mei 1197 woningen wer
den toegewezen aan gezinnen, die
voorlopig in contractpensions
waren ondergebracht. Daarnaast
werd een woning beschikbaar ge
steld aan 340 gerepatrieerde ge
zinnen, die buiten de contract
pensions tijdelijke huisvesting
hadden gevonden.
Tenslotte wordt medegedeeld,
dat met de financiering van de
repatriëring, voor zover het de
overtochtskosten op rijks-voor
schotbasis betreft, tot dusver
17.756.741,01 was gemoeid.
Hiervan werd tot eind april een.
bedrag van ƒ2.584.073,57 terug
ontvangen. Voor de verstrekking
van kleding werd in totaal 'n be
drag van 4.976.600,uitgege
ven.
De Christelijk-Historische
Unie bestaat vijftig jaar
De Chr.-Hist. Unie heeft gis
teren in Utrecht haar vijftigja
rig bestaan herdacht. Dit jubi
leum werd gistermorgen ingezet
met 'n wijdings- en dankdienst
in de Domkerk te Utrecht,
waarin voorging dr P. A. Elde-
renbosch, Nederlands Hervormd
predikant te Amersfoort.
In de Stadsschouwburg werd
's middags een jubileumbijeen
komst gehouden, die o.m. werd
bijgewoond door de minister
voor Defensie ir C. Staf en de
minister van Overzee, mr G. Ph.
Helders.
De rechtse Israëlische opposi-Tzij het niet met deze bepaling
KOELERE LUCHT IN
AANTOCHT
Nadat de mist die zich 's nachts
op grote schaal gevormd had,
was opgetrokken slaagde de
zon er woensdag in de tempe
ratuur op de meeste plaatsen
tot boven de 25 graden te doen
oplopen, zodat er eindelijk weer
eens een zomerse dag geno
teerd kon worden.
Het weer in West-Europa stond
geheel onder invloed van een
uitloper van een ten westen
van de Golf van Biscaye gele
gen hogedrukgebied. Deze uit
loper boet nu verder aan bete
kenis in, hetgeen samenhangt
met de uitbreiding van de in
vloedssfeer van een actieve de-
Dressie die vóór de kust van
Midden-Noorwegen ligt. Tus
sen dit lagedrukgebied name
lijk en 't genoemde hogedruk
gebied staat een westelijke
stroming, die zich tot over het
zuidelijk deel van de Noordzee
zal uitbreiden. In deze stro
ming trekt een koufront van
de Noorse depressie mee.
Verwacht wordt dat op het dich
terbij komen ervan de bewol
king vandaag zal toenemen, en
met meer naar west geruimde
winden van zee koelere lucht
zal binnenstromen, hetgeen
vooral ten noorden van de
grote rivieren merkbaar zal
worden.
tiepartij Sjeroeth heeft dinsdag
in de Knesseth in Jeruzalem een
motie van afkeuring tegen de re
gering van Ben Goerion inge
diend.
De motie is gericht tegen het
besluit van de regering om allen
die in goed vertrouwen verkla
ren dat zij Jood zijn, als zodanig
te erkennen, mits zij geen ander
geloof aanhangen. Kinderen van
niet-Joodse moeders zouden vol
gens dit besluit als Jood kunnen
worden ingeschreven als de
ouders dat wensen.
Twee ministers van de natio
nale religieuze partij zijn reeds
uit de regering getreden omdat
Twaalf mensen zijn dinsdag
om bet leven gekomen en twin
tig gewond bij twee verkeers
ongelukken nabij Recife in het
noordoosten van Brazilië.
Bij Santa Rita kwamen acht
mensen om het leven en werden
er veertien gewond toen een
vrachtauto met arbeiders slipte
en omsloeg. Te Jaguaribe botste
een volle autobus op een stil
staande auto, waardoor 4 men
sen om het leven kwamen en er
zes gewond werden.
Bij Kuanuco in het noorden
van Peru is dinsdag een volge
laden vrachtauto door een brug
gezakt. Veertien mensen die in
de auto zaten kwamen om het
leven.
De Bilt, geldig van donderdag
ochtend tot donderdagavond.
Latere afkoeling
Aanvankelijk warm en overwe
gend zonnig weer. Later van het
westen uit lijdelijk meer bewol
king, ten noorden van de grote ri
vieren gevolgd door enige daling
van de temperatuur. Op de mees
te plaatsen droog weer. Zwakke
tot matige westelijke wind.
eens zijn. Tijdens een debat over
dit aftreden is de motie inge
diend.
De stemming over de motie zal
vermoedelijk maandag plaats
vinden. Waarnemers geloven
niet dat de regering zal vallen.
Na het uittreden van de minis
ters der nationale religieuze par
tij steunt het kabinet nog op vier
partijen, die bij elkaar 64 van de
120 zetels in het parlement be
zetten.
Het voornaamste punt van het
debat van dinsdag was de vraag,
of het Joodse geloof en de Jood
se nationaliteit van elkaar ge
scheiden moeten worden. Vol
gens het omstreden besluit krijgt
de regering het recht om uit te
maken wie de Joodse nationali
teit bezit, de rabbijnen kunnen
dan beslissen wie Jood is door
het geloof. Volgens de oppositie
mag men deze twee dingen met
scheiden.
VRIJDAG 11 JULI.
Breskens
Temeuzen
Hansweert
Walsoorden
v.m.
9.17
9.52
10.32
10.42
n.m.
9.42
10.17
10.57
11.07
ZON
MAAN
op
onder
op
onder
Juli.
10
4.31
20.5S
0.18
14.45
11
4.32
20.58
0.45
15.48
12
4.33
20.57
1.17
16.49
13
4.34
20.56
3.54
17.47
14
4.35
20.55
2.39
18.42
15
4.37
20.54
3.33
19.30
De Libanese delegatie bij de
Ver. Naties heeft dinsdag een
gedetailleerde analyse aan de
Veiligheidsraad gezonden van het
verslag der V. N.-waarnemers in
Libanon. Volgens deze analyse
heeft de V. N.-missie niet kun
nen bewijzen, dat er geen Syri
sche infiltraties in Libanon zijn
geweest.
Voorts merkt de Libanese dele
gatie o.m. op dat de V. N.-waar
nemers niet kunnen verhinde
ren, dat de infiltratie en de leve
ring van wapens aan de Libane
se opstandelingen voortduurt.
Dr. Hans Eiseie, de arts uit
Münclien die volgens getuigen in
het proces tegen de „slager van
Buclienwald", Martin Sonimer,
honderden gevangenen door mid
del van injecties zou hebben ge
dood, is naar het buitenland uit
geweken, zo weten verscheidene
Westduitse bladen te melden. Hij
zou hierbij de hulp van vroegere
vrienden uit de S. S. hebben ge
had.
Zoals gemeld is er een arresta
tiebevel tegen hem uitgevaar
digd. Zijn echtgenote heeft een
anonieme brief ontvangen dat
Eiseie „om nieuwe vervolgingen
te ontgaan op instigatie van zijn
vrienden de bondsrepubliek heeft
verlaten". In 1947 werd de arts
door een Amerikaanse krijgsraad
ter dood veroordeeld. Dit vonnis
werd echter gewijzigd in levens
lange dwangarbeid. Wegens goed
gedrag werd hij na enige jaren
op vrije voeten gesteld.
Het is komen vast te staan dat
de gevluchte arts op 27 juni met
een Italiaans passagiersschip uit
Genua naar Alexandrië is ver
trokken waar hij op twee juli
aankwam.