Er komt heel wat kijken
bij een kijkspel
3BENS
De geluidsmuttr
Het vleesgebruik in
Nederland en het buitenland
OFLEX
MARKTBERICHTEN
Dinsdag 20 mei 1958
SONDERNEMING
>DAG-
?EKLAME
W eken van voorbereidingenbesprekingen
en repetities gaan vooraf
nscfagSÖïnéïT&J
VRIJE ZE
12e jaargang no. 4374
leeft U
OLKSTRAAT 40
RNEUZEN
ima autolak.
kkere verse
A.ADWORST
■m uoorf 1,70
Ise magere
EKLAPJES
der zwoerd)
m voor 11,35
Fijne
RHAMWORST
it per 100 gram
Heerlijke
K. WORST
it per 250 gram
LAGERIJ
(I - TEIEF. 253C
MANS
J. v. d. SANTJE
•fa In het kader van de Na-
tionale Campagne voor Be
ter Vleesgebruik wordt u,
in de vorm van onderstaand
artikeltje, ter informatie of
ter publikatie, een aantal
gegevens over het vleesge
bruik in Nederland en het
buitenland aangeboden.
Weet u wat het verschil is
tussen de warme maaltijd van
een Amerikaan en die van een
Nederlander? De Amerikaanse
maaltijd bestaat uit vlees met
aardappelen en groente; de
Nederlandse is samengesteld
Uit aardappelen en groente met
vlees.
Het is merkwaardig, dat Ne
derland, waarvan de veeteelt
wereldberoemd is, een van de
zuinigste vleeseters onder de
ontwikkelde landen is. Een
Amerikaan werkt jaarlijks ge
middeld 73 kilo vlees naar bin
nen, een Australiër 96 kilo en
een Nieuw-Zeelander is pas met
98 kilo tevreden. De doorsnee
Nederlander daarentegen vindt
41 kilo per jaar al welletjes.
Er zijn natuurlijk landen, die
ook daar nog onder blijven. De
Italiaijen halen nauwelijks 18
kilo per hoofd per jaar, als men
het alleen over rund-, kalfs- en
varkensvlees heeft. In Italië
wordt echter zeer veel gevogelte
geconsumeerd, hetgeen West-
Europa vooral in de laatste ja
ren goed heeft kunnen merken
door de hinderlijke achteruit
gang van de stand der trekvo
gels.
Waarom eten de Nederlan
ders betrekkelijk weinig vlees?
Waarom schijnen ze minder
nodig te hebben dan de Belgen
(44',2 kg per jaar per hoofd),
de Duitsers (47 kg), de Zweden
48Vj kg), de Denen (56 kg), de
Fransen (57 kg) of de Britten
(58 kg per jaar per persoon)?
Dat ligt op de eerste plaats
aan de voedingsgewoonte, zeg
gen de experts. Van oudsher
zijn de Nederlanders zo dol op
aardappelen, dat zij in het ver
bruik daarvan waarschijnlijk
wel het Europese record beha
len. Het is ook een kwestie van
budgettering; en dan niet in de
eerste plaats omdat het gemid
delde Nederlandse gezin geen
geld voor méér dan de gebrui
kelijke hoeveelheid vlees en
vleeswaren heeft, maar er niet
meer geld voor óver heeft.
Tot zover zijn de deskundigen
in hun uitleg nagenoeg una
niem. Maar er zit veel meer aan
dit probleem vast, en de bere
denering daarvan brengt uit
eenlopende meningen aan het
licht.
Uitgaande van het feit, dat
de huisvrouw gewoonlijk niet
meer dan een meestal te voren
bepaald bedrag per week of per
maand bij de slager wil beste
den, stelt de ene groep voor
standers van betere vleesvoe
ding, dat de huisvrouw meer
voor dat vaste bedrag moet
kunnen kopen. Akkoord, zegt de
andere groep, maar dan moet
ze toch niet alleen om zeer
speciale soorten vlees vragen.
Iedereen wil „fijn vlees zonder
vet hebben. Dat maakt de
prijs vanzelf hoger, want
slachtvee wordt nog altijd in
zijn geheel gekocht. Valt er
van het vl^es een belangrijk
percentage af, omdat het pu
bliek dit niet verkiest, dan
drukt de prijs van het geheel
op die soorten, wanneer wèl
veel vraag is.
Ja maar, werpt een derde
groep deskundigen dan op, zijn
we in Nederland met de vlees-
produktie eigenlijk niet op de
verkeerde weg? Die vraag raakt
het zuivelbeleid. Ondanks het
reeds veel besproken feit, dat
Nederland te kampen heeft met
een overschot van zuivelpro
ducten, is bijna al het rundvee
dat aan de abattoirs wordt af
geleverd, „afgemolken", het
geen wil zeggen dat de dieren
verscheidene jaren lang uitslui
tend voor de melkproduktie
zijn gebruikt. Na vijf of zes jaar
zijn ze gedurende enige maan
den „bijgemest" en dan eerst
worden ze geschikt bevonden
voor de slachtbank.
Vanzelfsprekend heeft een
dergelijk beleid invloed op de
kwaliteit, die beslist niet slecht
's, maar toch over het alge
meen beter zou kunnen zijn. In
laatste jaren zijn verande
ringen waarneembaar. Dat is
zeker het geval met de zoge
naamde „mest-stiertjes", waar
van de verzorging dus speciaal
gericht is op de direkte con
sumptie. Maar ja, stieren leve
ren geen melk.
Tenslotte zijn er degenen
volgens wie het beste Neder
landse vlees wordt uitgevoerd
en die de export van het fijne
varkensvlees als een typerend
voorbeeld noemen. Dan toch
zeker niet naar de Amerikaanse
militairen in West-Duitsland,
aldus de tegenwerping, want die
bestellen hier vlees van een
soort, dat geen enkele goede
Nederlandse slager in zijn zaak
zou durven hebben.
Zo keert het gesprek weer
terug naar gewoonte smaak.
Dezelfde Nederlandse huis
vrouw, die haar neus optrekt
voor vlees met een randje vet,
braad het in een overdaad van
(meestal) margarine, al of niet
gemengd met andere vetten.
Daar keren de voedingsdeskun
digen zich bijna allen vierkant
tegen. De meeste Nederlanders
gebruiken te veel vet, als het
maar niet van het vlees is.
Het gros van de Amerikanen
houdt er een logische gewoonte
op na. Zij vinden dat vlees in
het eigen vet gebraden moet
worden, om het „lekker mals"
te krijgen. Opeten doen ze het
vet niet. Ze laten het op hun
bord liggen als een soort „sie
raad". De waarheid gebiedt
echter erbij te zeggen, dat de
Amerikanen minder hoge eisen
aan het vlees stellen dan het
merendeel der Europeanen, die
maar blijven zoeken naar de
combinatie van „fijn, mager en
mals". Dat stelt ook veel ho
gere eisen aan de vakbekwaam
heid der slagers, wat vooral
geldt voor Nederland, België en
Duitsland. Hoe anders is het
echter weer in Engeland. Daar
hakt de slager een stuk vee van
kop tot staart in stukken en
verstrekt daarvan de gewenste
onsjes vlees aan zijn klanten.
In Nederland ligt dat wel een
tikje anders. Daar moeten de
slagers aan de huisvrouwen
zelfs goede recepten verstrek
ken, om haar duidelijk te ma
ken dat er meer met vlees te
doen is dan alleen het bakken
van een „lapje" of het braden
van een „stukje".
VEEMARKT ROTTERDAM.
Op de veemarkt te Rotterdam
werden maandag aangevoerd 2081
stuks vee, n.l. 1330 vette koeien
en 751 varkens.
De notering per kg was als
volgt: Vette koeien ƒ2,60ƒ3,40;
varkens 1,76ƒ1,80.
Overzicht. Vette koeien: aan
voer iets minder, handel redelijk,
goed prijshoudend. Varkens: aan
voer korter, handel tamelijk, iets
stijver in prijs, zware varkens
niet hoger in prijs.
GRAANBEURS ROTTERDAM.
Binnenlandse granen och-
tendbeurs (officieuze noteringen
per 100 kg franco Rotterdam).
Voedergranen, prijshoudend.
Zomergerst naar kwaliteit van
27,tot 29,50, met extra daar
boven.
Haver, naar kleur en droogte,
van ƒ28,50 tot ƒ29,50; extra
blanke daarboven.
Rogge in doorsnee kwaliteit
circa 22,25; bakrogge ca. ƒ23,50
Peulvruchten vast in de
prima soorten goed gevraagd
tegen hogere prijzen. Mindere
soorten zonder attentie.
Schokkers op ca. 70,
Bruine bonen ca. ƒ70,alles
boerenschoon.
AARDAPPELBEURS
ROTTERDAM.
Klei-aardappelen, 35 mm op
waarts
Eigenheimers ƒ18—ƒ20; Bint
jes 1819; Bevelanders 17—
20; Furore ƒ20ƒ22.
40 mm opwaarts, gewassen:
Eigenheimers ƒ22—ƒ25; Bint
jes ƒ21—ƒ22,50.
Voor export klei 40 mm op
waarts:
Bintjes 19—20; Alpha 19—
20.
Zandaardappelen, 35 mm op
waarts:
Noordeling 12; Libertas 12.
Voeraardappelen ƒ1,50ƒ2.
Prijzen berekend per 100 kg en
op de handelsvoorwaarden, vast
gesteld voor de verkoop van con
sumptie-aardappelen op wagon,
schip of auto.
He comité van
openbaar welzijn
te Algiers
Het comité van openbaar
welzijn van Algiers is uitgebreid
tot 38 leden, 4 militairen en 34
burgers, aldus is maandagoch
tend uit Algiers gemeld.
Waarnemers te Algiers zijn
eenstemmig van oordeel, dat
door de achtereenvolgende uit
breidingen het vertegenwoordi
gende karakter van het comité
is versterkt en iets is weggeno
men van de bewogenheid die
het comité in zijn oorspronke
lijke samenstelling kenmerkte.
(van onze verslaggever)
HILVERSUM (P P) - „Ja, er moet heel wat werk verzet worden, alvorens
een T.V.-spel 's woensdagsavonds uitgezonden kan worden", bevestigt de
heer Siebe van der Zee, hoofd van de televisiesectie van de AVRO, onze
veronderstelling. „Hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk?" willen wij weten.
De heer Van der Zee strijkt zich over de kin en kijkt ons glimlachend aan.
„Dat is niet in een paar woorden te zeggen", meent hij, „maar ik zal
trachten het zo kort en eenvoudig mogelijk uiteen te zetten, waarbij onze
regisseur Walter van der Kamp zonodig een en ander zal aanvullen, waar
ik iets zou vergeten". De regisseur knikt instemmend en de heren steken
van wal.
ces raken thuis in hun rollen en lang
zaam maar zeker groeit het stuk.
Van maandag - twee dagen voor de uit-
door de camera's moeten meevertellen,
zij moeten d actie ondersteunen en ma
ken tot iets groots. Daaraan werken al
deze mensen mee, daaraan worden zo
veel kosten en moeiten besteed.
Ook de woensdagochtend gaat men ver
der. Dan worden de laatste kleinigheden
bekeken. Na de lunch begint men aan
Keuze en besprekingen
HET BLIJKT ons al spoedig, dat het
voor de camera brengen van een tele
visie-spel geen sinecure is en dat wij,
kijkers, er over het algemeen geen flauw
besef van hebben, wat hiervoor komt kij
ken.
Een televisie-sectie heeft 12 stukken per
jaar nodig en de regisseurs laten niets
na om een pracht collectie samen te stel
len. Steeds zijn zij op zoek naar goede
stukken, zowel klassiek als modern, dra
ma en blijspel, want de samenstellers
weten, dat het een rijk gevarieerd pro
gramma van spelen moet zijn, dat zij de
kijkers presenteren. Vele, vele stukken
worden aangevraagd, gelezen, er wordt
contact opgenomen met buitenlandse
omroepen, waar bepaalde stukken een
groot succes werden, totdat men tenslot
te het programma vol heeft, gerangschikt
op data van uitzending en de rech
ten heeft verworven. Dit alles is nog
voorspel, want het grote werk komt nog.
De regisseurs bekijken de rolbezettingen
en gaan reeds vroegtijdig op stap om de
spelers te contracteren, die zij graag in
deze rollen zien. Veel spelers zijn vast
verbonden aan toneelgroepen en treden
daar regelmatig op. Het gaat er dus om
directie en speler van de betrokken to
neelgroep bereid te vinden om aan het
spel mede te werken. De speler moet
tijd en vrijaf hebben hiervoor en de di
rectie moet dit verlenen. Kan een uitge
zochte speler niet, dan moet men een
plaatsvervanger zien te vinden, die tt)ch
ook zo goed mogelijk geschikt is voor de
betreffende rol. Dan beginnen de bespre
kingen weer van voren af aan.
Vele handen en hoofden werken mee
IS HET gelukt en heeft men de „cast"
(rolbezetting) compleet en naar wens, dan
komen zes weken voor de uitzending de
regisseur en de decorontwerper, een van
de bekende heren Fokke Duetz en Peter
Zwart, bijeen om een en ander te be
spreken.
De regisseur komt met zijn wensen en
de decorontwerper met zijn beperkingen,
want niet alles is mogelijk. De decoront
werper is gebonden aan de zeer beperkte
ruimte, materiaal en mogelijkheden. Na
tuurlijk komen de heren tot een akkoord
en alle afspraken zwart op wit vastge
legd, opdat men later kan controleren
wat precies werd overeengekomen.
Drie weken voor de uitzending houdt
men een produktiebespreking in Bussum,
waar alle prominente mensen die iets
met de uitzending te maken hebben, aan
zitten. Naast de regisseur komt er de
decorontwerper met zijn ontwerpen,
maar ook de decorbouwer, die het ont
werp moet uitvoeren, de „floormanager",
de verlengarm van de regisseur, zijnde
de man die in de speelruimte alles regelt
en eigenlijk de aan de omroepvereniging
beschikbaar gestelde N.T.S-ploeg van ca-
meralieden en rekwisiteurs aanvoert,
voorts de beeldtechnicus, de lichttechnicus
en de geluidstechnicus, terwijl de „script
girl" of regie-assistente de administratie
voert en de besprekingen notuleert.
Geboorte en groei
OP DEZE bespreking wordt het stuk ei
genlijk in theorie en in de geest geboren,
zoals het zal worden opgevoerd. Iedere
aanwezige specialist komt met zijn ad
viezen, bemerkingen en wat al niet meer
en hieruit groeit tenslotte het geheel, dat
op die en die wijze zal worden opge
voerd.
Twee a drie weken voor de uitzending
komen de spelers en de regisseur bijeen
voor de eerste leesrepetitie. De AVRO-
sectie gebruikt hiervoor de geheel ge
schikt gemaakte bovenverdieping van het
gebouw van deze omroepvereniging aan
de Keizersgracht te Amsterdam.
Elke dag opnieuw wordt er uren lang
gerepeteerd, waarbij men steeds een
stapje verder komt; de acteurs en actri-
zending - af wordt de Vitusstudio in
Bussum niet meer gebruikt en werken
de lopende uitzendingen in de Irenestu-
dio, want in de Vitus wordt heel hard
gewerkt.
Op zo'n maandag wordt er gebouwd. De
decors verrijzen met grote snelheid en
het geheel wordt opgebouwd tot de
speelplaats voor het stuk van woensdag
avond. 's Avonds is men al zover dat de
regisseur en andere specalisten kunnen
komen kijken. Dan kunnen er zonodig
kleine wijzigingen of verbeteringen wor
den aangebracht.
Praktische moeilijkheden
DINSDAGSMORGENS beginnen de repe
tities met acteurs en cameralieden, de
mannen van belichting en geluid, alles
„droog", dat wil zeggen, het wordt niet
uitgezonden maar men is in staat de re
sultaten in de controlekamer te bekijken
en het geheel aan te passen aan de eisen
en mogelijkheden van de technische ap
paratuur.
Hoeveel licht is er in die hoek nodig
wanneer daar een scène wordt gespeeld.
Kan dat? De lichttechnicus kijkt beden
kelijk, want hij kan tenslotte maar over
een zekere hoeveelheid licht beschikken.
Er wordt gepast en gemeten. Moet die
camera bij die scène zus staan of zo,
zou het daar beter zijn, moet hij op de
spelers inrijden of is een ruimer beeld
het best? Het zijn allemaal vragen en
moeilijkheden, die op die dinsdag moe
ten worden opgelost. Er wordt gerepe
teerd tot in het oneindige, want bij de
uitzending moet alles tot in de perfectie
kloppen.
Het stuk en het spel van de acteurs doen
het niet alleen, neen, de decors, het licht,
het geluid en niet te vergeten het beeld
de generale repetitie, men gaat daarna
weer eten en dan komt 's avonds
de uitzending.
Meer tijd, meer geld
HET IS een enerverend bedrijf, waar
buitengewoon hard gewerkt wordt en
waar men alles op alles zet om de kij
kers het beste van het beste te presente
ren. Natuurlijk zou regisseur Walter van
der Kamp (en met hem zijn collega) wat
meer armslag willen hebben, waar bet
de tijd van voorbereiding, bijvoorbeeld
repetitietijd betreft. Ook zou er meer
geld beschikbaar moeten zijn, waardoor
men nog beter voor de dag kan komen.
De heer Siebe van der Zee weet echter
maar al te goed tot hoever men momen
teel kan gaan en hij meent, dat het een
kwestie van tijd is. De televisie is gelijk
een kind het groeit op een niet te stui
ten wijze en dat kind moet nu eenmaal
gekleed woren, het moet kleertjes heb
ben en zo zal tenslotte dat komen wat
komen moet.
De Nederlandse televisie is in opmars,
heeft een grote vlucht genomen en bij
haar uitzendingen speelt het kijkspel
een zeer belangrijke rol, hetgeen overdui
delijk blijkt uit de reacties van het pu
bliek en daarom zal men ook in de toe
komst zeer grote aandacht besteden aan
het spel en alles wat daarmee samen
hangt.
Wij willen onzerzijds met begrip voor het
werk dat verzet wordt en de moeilijkhe
den die worden overwonnen, onze waar
dering niet onder stoelen of banken ste
ken en met een beter begrip de presta
ties beschouwen en beoordelen.
(Nadruk verboden).
Vele malen
wordt
een scène
overgespeeld
en krijgen de
cameralieden
de gelegenheid
de opname
zo
voortreffelijk
mogelijk te
maken, terwijl
de spelers
zich juiste
houding
en dictie
eigen maken.
Ik heb hen beiden gekend. En
op heel veel punten heb ik hen
waarschijnlijk beter gekend dan
iemand anders. Misschien zullen
beroemde mannen van de weten
schap en de techniek eens de ge
schiedenis schrijven van Tony en
Philip en van alle anderen, die zo
nauw verbonden zijn met die
grote ommekeer in de luchtvaart,
toen de zuigermotor plaats ging
maken voor de straalmotor. Dan
zullen Tony en Philip en al die
anderen zeker hun plaats krijgen
onder het hoofdstuk „pioniers" of
„helden". Terecht, want op hun
terrein waren het pioniers en
misschien ook wel helden als we
over een paar jaar dat woord ten
minste nog durven gebruiken.
Maar zij waren ook mensen;
mensen zoals U en ik. Hun leven
speelde zich niet alleen af bij de
brede betonnen startbanen en in
de cockpit van een straalvlieg
tuig. Dat leven bestond niet al
leen uit kleine pikante inter
mezzo's op de grond tussen
grootse prestaties in de lucht.
Dat leven was voor Tony min
stens even hard toen hij enkele
dagen na zijn huwelijk met Susan
haar reeds dreigde te verliezen
als op de ogenblikken dat hij met
zijn Lancaster in het Duitse af-
weervuur zat. En de angsten en
door C BAUER
Naar de Engelse film
„The Sound Barrier"
(Nadruk verboden)
onzekerheden die Philip om Jess
heeft doorstaan waren niet min
der dan die welke zijn eeuwige
metgezellen waren in de lucht.
Misschien kan ik niet zo goed
beoordelen of die ene rol wel per
fect werd uitgevoerd, maar is dat
ook eigenlijk zo belangrijk? Het
is Tony nooit helemaal gelukt
mij duidelijk te maken wat nu
precies de moeilijkheden waren
als je met een vliegtuig sneller
wilt vliegen dan het geluid. En
als Philip, gedeeltelijk uit bra
voure en gedeeltelijk om mij te
treiteren, zijn conversatie sterk
kruidde met luchtvaartslang, heb
ik vaak schaapachtig zitten kij
ken omdat ik het niet goed be
greep. Op die punten heb ik hen
niet helemaal gekend. Maar als
mensen, als gewone mannen met
een beroep des te beter. Want
het waren mijn vrienden. En
daarom zou dit eigenlijk alleen
maar het verhaal van een gewone
vriendschap zijn, als er niet er
gens op de achtergrond altijd het
vliegtuig was.
Daarom ook is dit anders. Het
is het verhaal dat Tony en Phi
lip en al die anderen nooit ge
schreven zouden hebben of schrij
ven zullen. Want wie zal van
zichzelf vertellen dat hij op der
tigduizend voet met een snelheid
van bijna duizend kilometer per
uur de schrik van zijn leven
krijgt, omdat hij er plotseling
bijna zeker van is dat hij in zijn
kamer thuis een brandende siga
ret op het randje van de tafel
heeft laten liggen? En het is het
verhaal dat ook die geleerden en
technici nooit zullen schrijven
omdat het voor hen alleen maar
van belang is dat een man snel
ler heeft gevlogen dan het geluid,
niet dat die man 's avonds met
zijn blote voeten in een bak
met warm water zit en geniet.
Om dat eindje sigaret en om
die bak met warm water schrijf
ik dus op wat ik mij herinner van
Tony en Philip. Want zij en
alle andere jongens, die niet in
dit verhaal voorkomen werden
het vroeg of laat soms verschrik
kelijk zat om altijd maar zo erg
flink te moeten zijn. Dat ze diep
in hun hart tóch wel trots waren
op hun prestaties, staat als een
paal boven water en dat bij som
migen die trots in een tikje bra
nie naar buiten sloeg ook. Maar
ze hebben nooit goed begrepen
waarom iedereen bij het binnen
komen van een kamer met men
sen wel eens mag uitglijden over
een matje, maar zij uitgerekend
niet. En zij hebben nooit goed
begrepen waarom iedereen zich
door zijn hele familie mag laten
beklagen als hij kiespijn heeft,
maar zij uitgerekend niet. En
waarom iedereen een halve meter
verbandgaas om zijn vinger mag
draaien als hij zich bij het aard
appelschillen in zijn vinger heeft
gesneden, maar zij niet dat is
hun ook niet helemaal duidelijk.
En dat ze een heel enkele keer
er ook wel eens behoefte aan
hebben om als een kleine jongen
doodgewoon even uit te huilen,
begrijpt geen enkel aardig meis
je, dat zoiets van een schrijver
tweede-klas-ter-secretarie of van
een student in de palaeontologie
toch onmiddellijk zou accepteren.
Maar misschien zou ook alleen
een moeder dat begrijpen.
II.
Tony was precies twee maan
den ouder dan ik en van mijn
eerste herinneringen af heb ik
hem daarom jarenlang niet kun
nen uitstaan. Een van onze eer
ste ontmoetingen die in mijn
geheugen bewaard is gebleven
ontaardde reeds daarom in een
hevige vechtprtij. Onze moeders
waren vriendinnen en bij de
wederzijdse bezoeken werden wij
aan elkaar overgelaten. In het
begin moet die vriendschap vol
gens de overleveringen werkelijk
roerend zijn geweest. Men is het
er nu nog over eens dat er op de
hele wereld geen twee jongetjes
bestonden die in hun eerste
levensjaren zó goed met elkaar
overweg konden. Vóór ons vijf
de jaar schijnen we nooit hand
tastelijk te zijn geweest; daarna
hebben we die achterstand ruim
schoots ingehaald. Ik kan me
vaag herinneren, dat ik mij er
op die leeftijd van bewust werd,
dat Tony meer wist dan ik. Als
onze moeders druk met elkaar
over allerlei dingen zaten te pra
ten, had hij een geraffineerde
manier om in de buurt rond te
blijven draaien en de gesprekken
af te luisteren. Als we met mijn
trein aan het spelen waren, zorg
de hij altijd wel voor een zijlijn
in de richting van de beide vrou
wen en hij had dan lange tijd
nodig om aan het eindpunt zijn
goederenwagons vol te laden.
Later begreep ik dat dit de ma
nier was waarop hij aan zijn
wereldwijsheid kwam. Zo moet
hij er ook achter gekomen zijn
dat hij een paar maanden ouder
was dan ik.
(Wordt vervolgd.)
Burgerdienstplicht
in Indonesië
De chef-staf van het Indo
nesische leger heeft in zijn
hoedanigheid van centraal mi
litair gezaghebber een besluit
uitgevaardigd, waarbij aan alle
Indonesische staatsburgers tus
sen 18 en 40 jaar burgerdienst
plicht wordt opgelegd. Iedereen,
die onder dit besluit valt, zal
verplicht zijn bepaalde werk
zaamheden uit te voeren en de
regeringsinstanties bij te staan
in het handhaven van de vei
ligheid de uitvoering van de
burgerlijke verdediging. Ook
zullen zij, al naar mate hun ca
paciteiten, werkzaamheden van
militaire aard moeten verrich
ten.
Degenen, die hiervoor worden
opgeroepen zullen om hun taak
zo goed mogelijk te kunnen ver
richten, zo nodig een verplichte
opleiding moeten volgen.
Eigenlijk valt deze aangele
genheid onder de ontwerp-
dienstplichtwet, welke nog in
bewerking is, doch gezien de
urgentie als gevolg van de hui
dige toestand, kan daarop niet
worden gewacht.
VULPENNEN
©t
Fa. P. J. v. d. Sandc.
Terneuzen