Er komt heel wat kijken bij een kijkspel 3BENS De geluidsmuttr Het vleesgebruik in Nederland en het buitenland OFLEX MARKTBERICHTEN Dinsdag 20 mei 1958 SONDERNEMING >DAG- ?EKLAME W eken van voorbereidingenbesprekingen en repetities gaan vooraf nscfagSÖïnéïT&J VRIJE ZE 12e jaargang no. 4374 leeft U OLKSTRAAT 40 RNEUZEN ima autolak. kkere verse A.ADWORST ■m uoorf 1,70 Ise magere EKLAPJES der zwoerd) m voor 11,35 Fijne RHAMWORST it per 100 gram Heerlijke K. WORST it per 250 gram LAGERIJ (I - TEIEF. 253C MANS J. v. d. SANTJE •fa In het kader van de Na- tionale Campagne voor Be ter Vleesgebruik wordt u, in de vorm van onderstaand artikeltje, ter informatie of ter publikatie, een aantal gegevens over het vleesge bruik in Nederland en het buitenland aangeboden. Weet u wat het verschil is tussen de warme maaltijd van een Amerikaan en die van een Nederlander? De Amerikaanse maaltijd bestaat uit vlees met aardappelen en groente; de Nederlandse is samengesteld Uit aardappelen en groente met vlees. Het is merkwaardig, dat Ne derland, waarvan de veeteelt wereldberoemd is, een van de zuinigste vleeseters onder de ontwikkelde landen is. Een Amerikaan werkt jaarlijks ge middeld 73 kilo vlees naar bin nen, een Australiër 96 kilo en een Nieuw-Zeelander is pas met 98 kilo tevreden. De doorsnee Nederlander daarentegen vindt 41 kilo per jaar al welletjes. Er zijn natuurlijk landen, die ook daar nog onder blijven. De Italiaijen halen nauwelijks 18 kilo per hoofd per jaar, als men het alleen over rund-, kalfs- en varkensvlees heeft. In Italië wordt echter zeer veel gevogelte geconsumeerd, hetgeen West- Europa vooral in de laatste ja ren goed heeft kunnen merken door de hinderlijke achteruit gang van de stand der trekvo gels. Waarom eten de Nederlan ders betrekkelijk weinig vlees? Waarom schijnen ze minder nodig te hebben dan de Belgen (44',2 kg per jaar per hoofd), de Duitsers (47 kg), de Zweden 48Vj kg), de Denen (56 kg), de Fransen (57 kg) of de Britten (58 kg per jaar per persoon)? Dat ligt op de eerste plaats aan de voedingsgewoonte, zeg gen de experts. Van oudsher zijn de Nederlanders zo dol op aardappelen, dat zij in het ver bruik daarvan waarschijnlijk wel het Europese record beha len. Het is ook een kwestie van budgettering; en dan niet in de eerste plaats omdat het gemid delde Nederlandse gezin geen geld voor méér dan de gebrui kelijke hoeveelheid vlees en vleeswaren heeft, maar er niet meer geld voor óver heeft. Tot zover zijn de deskundigen in hun uitleg nagenoeg una niem. Maar er zit veel meer aan dit probleem vast, en de bere denering daarvan brengt uit eenlopende meningen aan het licht. Uitgaande van het feit, dat de huisvrouw gewoonlijk niet meer dan een meestal te voren bepaald bedrag per week of per maand bij de slager wil beste den, stelt de ene groep voor standers van betere vleesvoe ding, dat de huisvrouw meer voor dat vaste bedrag moet kunnen kopen. Akkoord, zegt de andere groep, maar dan moet ze toch niet alleen om zeer speciale soorten vlees vragen. Iedereen wil „fijn vlees zonder vet hebben. Dat maakt de prijs vanzelf hoger, want slachtvee wordt nog altijd in zijn geheel gekocht. Valt er van het vl^es een belangrijk percentage af, omdat het pu bliek dit niet verkiest, dan drukt de prijs van het geheel op die soorten, wanneer wèl veel vraag is. Ja maar, werpt een derde groep deskundigen dan op, zijn we in Nederland met de vlees- produktie eigenlijk niet op de verkeerde weg? Die vraag raakt het zuivelbeleid. Ondanks het reeds veel besproken feit, dat Nederland te kampen heeft met een overschot van zuivelpro ducten, is bijna al het rundvee dat aan de abattoirs wordt af geleverd, „afgemolken", het geen wil zeggen dat de dieren verscheidene jaren lang uitslui tend voor de melkproduktie zijn gebruikt. Na vijf of zes jaar zijn ze gedurende enige maan den „bijgemest" en dan eerst worden ze geschikt bevonden voor de slachtbank. Vanzelfsprekend heeft een dergelijk beleid invloed op de kwaliteit, die beslist niet slecht 's, maar toch over het alge meen beter zou kunnen zijn. In laatste jaren zijn verande ringen waarneembaar. Dat is zeker het geval met de zoge naamde „mest-stiertjes", waar van de verzorging dus speciaal gericht is op de direkte con sumptie. Maar ja, stieren leve ren geen melk. Tenslotte zijn er degenen volgens wie het beste Neder landse vlees wordt uitgevoerd en die de export van het fijne varkensvlees als een typerend voorbeeld noemen. Dan toch zeker niet naar de Amerikaanse militairen in West-Duitsland, aldus de tegenwerping, want die bestellen hier vlees van een soort, dat geen enkele goede Nederlandse slager in zijn zaak zou durven hebben. Zo keert het gesprek weer terug naar gewoonte smaak. Dezelfde Nederlandse huis vrouw, die haar neus optrekt voor vlees met een randje vet, braad het in een overdaad van (meestal) margarine, al of niet gemengd met andere vetten. Daar keren de voedingsdeskun digen zich bijna allen vierkant tegen. De meeste Nederlanders gebruiken te veel vet, als het maar niet van het vlees is. Het gros van de Amerikanen houdt er een logische gewoonte op na. Zij vinden dat vlees in het eigen vet gebraden moet worden, om het „lekker mals" te krijgen. Opeten doen ze het vet niet. Ze laten het op hun bord liggen als een soort „sie raad". De waarheid gebiedt echter erbij te zeggen, dat de Amerikanen minder hoge eisen aan het vlees stellen dan het merendeel der Europeanen, die maar blijven zoeken naar de combinatie van „fijn, mager en mals". Dat stelt ook veel ho gere eisen aan de vakbekwaam heid der slagers, wat vooral geldt voor Nederland, België en Duitsland. Hoe anders is het echter weer in Engeland. Daar hakt de slager een stuk vee van kop tot staart in stukken en verstrekt daarvan de gewenste onsjes vlees aan zijn klanten. In Nederland ligt dat wel een tikje anders. Daar moeten de slagers aan de huisvrouwen zelfs goede recepten verstrek ken, om haar duidelijk te ma ken dat er meer met vlees te doen is dan alleen het bakken van een „lapje" of het braden van een „stukje". VEEMARKT ROTTERDAM. Op de veemarkt te Rotterdam werden maandag aangevoerd 2081 stuks vee, n.l. 1330 vette koeien en 751 varkens. De notering per kg was als volgt: Vette koeien ƒ2,60ƒ3,40; varkens 1,76ƒ1,80. Overzicht. Vette koeien: aan voer iets minder, handel redelijk, goed prijshoudend. Varkens: aan voer korter, handel tamelijk, iets stijver in prijs, zware varkens niet hoger in prijs. GRAANBEURS ROTTERDAM. Binnenlandse granen och- tendbeurs (officieuze noteringen per 100 kg franco Rotterdam). Voedergranen, prijshoudend. Zomergerst naar kwaliteit van 27,tot 29,50, met extra daar boven. Haver, naar kleur en droogte, van ƒ28,50 tot ƒ29,50; extra blanke daarboven. Rogge in doorsnee kwaliteit circa 22,25; bakrogge ca. ƒ23,50 Peulvruchten vast in de prima soorten goed gevraagd tegen hogere prijzen. Mindere soorten zonder attentie. Schokkers op ca. 70, Bruine bonen ca. ƒ70,alles boerenschoon. AARDAPPELBEURS ROTTERDAM. Klei-aardappelen, 35 mm op waarts Eigenheimers ƒ18—ƒ20; Bint jes 1819; Bevelanders 17— 20; Furore ƒ20ƒ22. 40 mm opwaarts, gewassen: Eigenheimers ƒ22—ƒ25; Bint jes ƒ21—ƒ22,50. Voor export klei 40 mm op waarts: Bintjes 19—20; Alpha 19— 20. Zandaardappelen, 35 mm op waarts: Noordeling 12; Libertas 12. Voeraardappelen ƒ1,50ƒ2. Prijzen berekend per 100 kg en op de handelsvoorwaarden, vast gesteld voor de verkoop van con sumptie-aardappelen op wagon, schip of auto. He comité van openbaar welzijn te Algiers Het comité van openbaar welzijn van Algiers is uitgebreid tot 38 leden, 4 militairen en 34 burgers, aldus is maandagoch tend uit Algiers gemeld. Waarnemers te Algiers zijn eenstemmig van oordeel, dat door de achtereenvolgende uit breidingen het vertegenwoordi gende karakter van het comité is versterkt en iets is weggeno men van de bewogenheid die het comité in zijn oorspronke lijke samenstelling kenmerkte. (van onze verslaggever) HILVERSUM (P P) - „Ja, er moet heel wat werk verzet worden, alvorens een T.V.-spel 's woensdagsavonds uitgezonden kan worden", bevestigt de heer Siebe van der Zee, hoofd van de televisiesectie van de AVRO, onze veronderstelling. „Hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk?" willen wij weten. De heer Van der Zee strijkt zich over de kin en kijkt ons glimlachend aan. „Dat is niet in een paar woorden te zeggen", meent hij, „maar ik zal trachten het zo kort en eenvoudig mogelijk uiteen te zetten, waarbij onze regisseur Walter van der Kamp zonodig een en ander zal aanvullen, waar ik iets zou vergeten". De regisseur knikt instemmend en de heren steken van wal. ces raken thuis in hun rollen en lang zaam maar zeker groeit het stuk. Van maandag - twee dagen voor de uit- door de camera's moeten meevertellen, zij moeten d actie ondersteunen en ma ken tot iets groots. Daaraan werken al deze mensen mee, daaraan worden zo veel kosten en moeiten besteed. Ook de woensdagochtend gaat men ver der. Dan worden de laatste kleinigheden bekeken. Na de lunch begint men aan Keuze en besprekingen HET BLIJKT ons al spoedig, dat het voor de camera brengen van een tele visie-spel geen sinecure is en dat wij, kijkers, er over het algemeen geen flauw besef van hebben, wat hiervoor komt kij ken. Een televisie-sectie heeft 12 stukken per jaar nodig en de regisseurs laten niets na om een pracht collectie samen te stel len. Steeds zijn zij op zoek naar goede stukken, zowel klassiek als modern, dra ma en blijspel, want de samenstellers weten, dat het een rijk gevarieerd pro gramma van spelen moet zijn, dat zij de kijkers presenteren. Vele, vele stukken worden aangevraagd, gelezen, er wordt contact opgenomen met buitenlandse omroepen, waar bepaalde stukken een groot succes werden, totdat men tenslot te het programma vol heeft, gerangschikt op data van uitzending en de rech ten heeft verworven. Dit alles is nog voorspel, want het grote werk komt nog. De regisseurs bekijken de rolbezettingen en gaan reeds vroegtijdig op stap om de spelers te contracteren, die zij graag in deze rollen zien. Veel spelers zijn vast verbonden aan toneelgroepen en treden daar regelmatig op. Het gaat er dus om directie en speler van de betrokken to neelgroep bereid te vinden om aan het spel mede te werken. De speler moet tijd en vrijaf hebben hiervoor en de di rectie moet dit verlenen. Kan een uitge zochte speler niet, dan moet men een plaatsvervanger zien te vinden, die tt)ch ook zo goed mogelijk geschikt is voor de betreffende rol. Dan beginnen de bespre kingen weer van voren af aan. Vele handen en hoofden werken mee IS HET gelukt en heeft men de „cast" (rolbezetting) compleet en naar wens, dan komen zes weken voor de uitzending de regisseur en de decorontwerper, een van de bekende heren Fokke Duetz en Peter Zwart, bijeen om een en ander te be spreken. De regisseur komt met zijn wensen en de decorontwerper met zijn beperkingen, want niet alles is mogelijk. De decoront werper is gebonden aan de zeer beperkte ruimte, materiaal en mogelijkheden. Na tuurlijk komen de heren tot een akkoord en alle afspraken zwart op wit vastge legd, opdat men later kan controleren wat precies werd overeengekomen. Drie weken voor de uitzending houdt men een produktiebespreking in Bussum, waar alle prominente mensen die iets met de uitzending te maken hebben, aan zitten. Naast de regisseur komt er de decorontwerper met zijn ontwerpen, maar ook de decorbouwer, die het ont werp moet uitvoeren, de „floormanager", de verlengarm van de regisseur, zijnde de man die in de speelruimte alles regelt en eigenlijk de aan de omroepvereniging beschikbaar gestelde N.T.S-ploeg van ca- meralieden en rekwisiteurs aanvoert, voorts de beeldtechnicus, de lichttechnicus en de geluidstechnicus, terwijl de „script girl" of regie-assistente de administratie voert en de besprekingen notuleert. Geboorte en groei OP DEZE bespreking wordt het stuk ei genlijk in theorie en in de geest geboren, zoals het zal worden opgevoerd. Iedere aanwezige specialist komt met zijn ad viezen, bemerkingen en wat al niet meer en hieruit groeit tenslotte het geheel, dat op die en die wijze zal worden opge voerd. Twee a drie weken voor de uitzending komen de spelers en de regisseur bijeen voor de eerste leesrepetitie. De AVRO- sectie gebruikt hiervoor de geheel ge schikt gemaakte bovenverdieping van het gebouw van deze omroepvereniging aan de Keizersgracht te Amsterdam. Elke dag opnieuw wordt er uren lang gerepeteerd, waarbij men steeds een stapje verder komt; de acteurs en actri- zending - af wordt de Vitusstudio in Bussum niet meer gebruikt en werken de lopende uitzendingen in de Irenestu- dio, want in de Vitus wordt heel hard gewerkt. Op zo'n maandag wordt er gebouwd. De decors verrijzen met grote snelheid en het geheel wordt opgebouwd tot de speelplaats voor het stuk van woensdag avond. 's Avonds is men al zover dat de regisseur en andere specalisten kunnen komen kijken. Dan kunnen er zonodig kleine wijzigingen of verbeteringen wor den aangebracht. Praktische moeilijkheden DINSDAGSMORGENS beginnen de repe tities met acteurs en cameralieden, de mannen van belichting en geluid, alles „droog", dat wil zeggen, het wordt niet uitgezonden maar men is in staat de re sultaten in de controlekamer te bekijken en het geheel aan te passen aan de eisen en mogelijkheden van de technische ap paratuur. Hoeveel licht is er in die hoek nodig wanneer daar een scène wordt gespeeld. Kan dat? De lichttechnicus kijkt beden kelijk, want hij kan tenslotte maar over een zekere hoeveelheid licht beschikken. Er wordt gepast en gemeten. Moet die camera bij die scène zus staan of zo, zou het daar beter zijn, moet hij op de spelers inrijden of is een ruimer beeld het best? Het zijn allemaal vragen en moeilijkheden, die op die dinsdag moe ten worden opgelost. Er wordt gerepe teerd tot in het oneindige, want bij de uitzending moet alles tot in de perfectie kloppen. Het stuk en het spel van de acteurs doen het niet alleen, neen, de decors, het licht, het geluid en niet te vergeten het beeld de generale repetitie, men gaat daarna weer eten en dan komt 's avonds de uitzending. Meer tijd, meer geld HET IS een enerverend bedrijf, waar buitengewoon hard gewerkt wordt en waar men alles op alles zet om de kij kers het beste van het beste te presente ren. Natuurlijk zou regisseur Walter van der Kamp (en met hem zijn collega) wat meer armslag willen hebben, waar bet de tijd van voorbereiding, bijvoorbeeld repetitietijd betreft. Ook zou er meer geld beschikbaar moeten zijn, waardoor men nog beter voor de dag kan komen. De heer Siebe van der Zee weet echter maar al te goed tot hoever men momen teel kan gaan en hij meent, dat het een kwestie van tijd is. De televisie is gelijk een kind het groeit op een niet te stui ten wijze en dat kind moet nu eenmaal gekleed woren, het moet kleertjes heb ben en zo zal tenslotte dat komen wat komen moet. De Nederlandse televisie is in opmars, heeft een grote vlucht genomen en bij haar uitzendingen speelt het kijkspel een zeer belangrijke rol, hetgeen overdui delijk blijkt uit de reacties van het pu bliek en daarom zal men ook in de toe komst zeer grote aandacht besteden aan het spel en alles wat daarmee samen hangt. Wij willen onzerzijds met begrip voor het werk dat verzet wordt en de moeilijkhe den die worden overwonnen, onze waar dering niet onder stoelen of banken ste ken en met een beter begrip de presta ties beschouwen en beoordelen. (Nadruk verboden). Vele malen wordt een scène overgespeeld en krijgen de cameralieden de gelegenheid de opname zo voortreffelijk mogelijk te maken, terwijl de spelers zich juiste houding en dictie eigen maken. Ik heb hen beiden gekend. En op heel veel punten heb ik hen waarschijnlijk beter gekend dan iemand anders. Misschien zullen beroemde mannen van de weten schap en de techniek eens de ge schiedenis schrijven van Tony en Philip en van alle anderen, die zo nauw verbonden zijn met die grote ommekeer in de luchtvaart, toen de zuigermotor plaats ging maken voor de straalmotor. Dan zullen Tony en Philip en al die anderen zeker hun plaats krijgen onder het hoofdstuk „pioniers" of „helden". Terecht, want op hun terrein waren het pioniers en misschien ook wel helden als we over een paar jaar dat woord ten minste nog durven gebruiken. Maar zij waren ook mensen; mensen zoals U en ik. Hun leven speelde zich niet alleen af bij de brede betonnen startbanen en in de cockpit van een straalvlieg tuig. Dat leven bestond niet al leen uit kleine pikante inter mezzo's op de grond tussen grootse prestaties in de lucht. Dat leven was voor Tony min stens even hard toen hij enkele dagen na zijn huwelijk met Susan haar reeds dreigde te verliezen als op de ogenblikken dat hij met zijn Lancaster in het Duitse af- weervuur zat. En de angsten en door C BAUER Naar de Engelse film „The Sound Barrier" (Nadruk verboden) onzekerheden die Philip om Jess heeft doorstaan waren niet min der dan die welke zijn eeuwige metgezellen waren in de lucht. Misschien kan ik niet zo goed beoordelen of die ene rol wel per fect werd uitgevoerd, maar is dat ook eigenlijk zo belangrijk? Het is Tony nooit helemaal gelukt mij duidelijk te maken wat nu precies de moeilijkheden waren als je met een vliegtuig sneller wilt vliegen dan het geluid. En als Philip, gedeeltelijk uit bra voure en gedeeltelijk om mij te treiteren, zijn conversatie sterk kruidde met luchtvaartslang, heb ik vaak schaapachtig zitten kij ken omdat ik het niet goed be greep. Op die punten heb ik hen niet helemaal gekend. Maar als mensen, als gewone mannen met een beroep des te beter. Want het waren mijn vrienden. En daarom zou dit eigenlijk alleen maar het verhaal van een gewone vriendschap zijn, als er niet er gens op de achtergrond altijd het vliegtuig was. Daarom ook is dit anders. Het is het verhaal dat Tony en Phi lip en al die anderen nooit ge schreven zouden hebben of schrij ven zullen. Want wie zal van zichzelf vertellen dat hij op der tigduizend voet met een snelheid van bijna duizend kilometer per uur de schrik van zijn leven krijgt, omdat hij er plotseling bijna zeker van is dat hij in zijn kamer thuis een brandende siga ret op het randje van de tafel heeft laten liggen? En het is het verhaal dat ook die geleerden en technici nooit zullen schrijven omdat het voor hen alleen maar van belang is dat een man snel ler heeft gevlogen dan het geluid, niet dat die man 's avonds met zijn blote voeten in een bak met warm water zit en geniet. Om dat eindje sigaret en om die bak met warm water schrijf ik dus op wat ik mij herinner van Tony en Philip. Want zij en alle andere jongens, die niet in dit verhaal voorkomen werden het vroeg of laat soms verschrik kelijk zat om altijd maar zo erg flink te moeten zijn. Dat ze diep in hun hart tóch wel trots waren op hun prestaties, staat als een paal boven water en dat bij som migen die trots in een tikje bra nie naar buiten sloeg ook. Maar ze hebben nooit goed begrepen waarom iedereen bij het binnen komen van een kamer met men sen wel eens mag uitglijden over een matje, maar zij uitgerekend niet. En zij hebben nooit goed begrepen waarom iedereen zich door zijn hele familie mag laten beklagen als hij kiespijn heeft, maar zij uitgerekend niet. En waarom iedereen een halve meter verbandgaas om zijn vinger mag draaien als hij zich bij het aard appelschillen in zijn vinger heeft gesneden, maar zij niet dat is hun ook niet helemaal duidelijk. En dat ze een heel enkele keer er ook wel eens behoefte aan hebben om als een kleine jongen doodgewoon even uit te huilen, begrijpt geen enkel aardig meis je, dat zoiets van een schrijver tweede-klas-ter-secretarie of van een student in de palaeontologie toch onmiddellijk zou accepteren. Maar misschien zou ook alleen een moeder dat begrijpen. II. Tony was precies twee maan den ouder dan ik en van mijn eerste herinneringen af heb ik hem daarom jarenlang niet kun nen uitstaan. Een van onze eer ste ontmoetingen die in mijn geheugen bewaard is gebleven ontaardde reeds daarom in een hevige vechtprtij. Onze moeders waren vriendinnen en bij de wederzijdse bezoeken werden wij aan elkaar overgelaten. In het begin moet die vriendschap vol gens de overleveringen werkelijk roerend zijn geweest. Men is het er nu nog over eens dat er op de hele wereld geen twee jongetjes bestonden die in hun eerste levensjaren zó goed met elkaar overweg konden. Vóór ons vijf de jaar schijnen we nooit hand tastelijk te zijn geweest; daarna hebben we die achterstand ruim schoots ingehaald. Ik kan me vaag herinneren, dat ik mij er op die leeftijd van bewust werd, dat Tony meer wist dan ik. Als onze moeders druk met elkaar over allerlei dingen zaten te pra ten, had hij een geraffineerde manier om in de buurt rond te blijven draaien en de gesprekken af te luisteren. Als we met mijn trein aan het spelen waren, zorg de hij altijd wel voor een zijlijn in de richting van de beide vrou wen en hij had dan lange tijd nodig om aan het eindpunt zijn goederenwagons vol te laden. Later begreep ik dat dit de ma nier was waarop hij aan zijn wereldwijsheid kwam. Zo moet hij er ook achter gekomen zijn dat hij een paar maanden ouder was dan ik. (Wordt vervolgd.) Burgerdienstplicht in Indonesië De chef-staf van het Indo nesische leger heeft in zijn hoedanigheid van centraal mi litair gezaghebber een besluit uitgevaardigd, waarbij aan alle Indonesische staatsburgers tus sen 18 en 40 jaar burgerdienst plicht wordt opgelegd. Iedereen, die onder dit besluit valt, zal verplicht zijn bepaalde werk zaamheden uit te voeren en de regeringsinstanties bij te staan in het handhaven van de vei ligheid de uitvoering van de burgerlijke verdediging. Ook zullen zij, al naar mate hun ca paciteiten, werkzaamheden van militaire aard moeten verrich ten. Degenen, die hiervoor worden opgeroepen zullen om hun taak zo goed mogelijk te kunnen ver richten, zo nodig een verplichte opleiding moeten volgen. Eigenlijk valt deze aangele genheid onder de ontwerp- dienstplichtwet, welke nog in bewerking is, doch gezien de urgentie als gevolg van de hui dige toestand, kan daarop niet worden gewacht. VULPENNEN ©t Fa. P. J. v. d. Sandc. Terneuzen

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 5