Overtollige Nederlanders waarheen? Gemeenteraad van Vogelwaarde DE INGESNEEUWDE SLAAPWAGEN Wat brengt de radio Donderdag 27 maart 1958 12e jaargang na. 4330 Emigratie binnen Europa mogelijk! Tijdens de kleine economische inzinking, die Nederland in 1952 te verwerken kreeg, werd er van vele zijden de aandacht geves tigd op de emigratiemogelijkhe den, die toen ook door velen zijn aangegrepen om zich aan de dreiging van werkloosheid te onttrekken. Het is merkwaardig dat de overheid bij de snel stij gende cijfers van het aantal werklozen op dit ogenblik eigen lijk de emigratie min of meer doodzwijgt. Stellig spruit deze houding voor een deel voort uit de wens om een zekere arbeids reserve te bezitten, waardoor men het loonpeil en de monetai re situatie beter in de hand kan houden. 750.000 WERKLOZEN IN' CANADA Een blik op de economische si tuatie in de emigratielanden leert ons al spoedig dat het daar op dit moment ook niet alleen rozegeur en maneschijn is. Als voorbeeld kunnen wij Canada noemen, het land dat de meeste Nederlanders tot op heden als nieuw vaderland kozen. In dit jonge land, dat sinds de laatste wereldoorlog ruim lYz miljoen immigranten opnam, wa ren in het begin van het jaar niet minder dan 750.000 werklozen en mensen die van werkkring wen sen te veranderen. Dat is meer dan tien procent van het totale arbeidspotentieel dat rond 6 mil joen arbeidskrachten om.vat. Dit is bepaald aanmoedigend voor hen, die daar een nieuwe bestaansmogelijkheid zoeken. Nu moet men deze cijfers door de juiste bril 'beoordelen en weten dat het grootste deel van deze werkloosheid een seizoenver schijnsel is. De regering aldaar heeft 300 miljoen dollar uitge trokken voor hypotheekgeld voor de woningbouw en openbare werken laten uitvoeren, die stel lig heilzaam hebben gewerkt. Niettemin zijn er in Canada vele stemmen opgegaan om de immi gratie te beperken en het is niet onmogelijk dat men Nederland een wenk heeft gegeven het ver trek naar Canada niet aan te moedigen. Of er voor Nederlanders goede mogelijkheden in Canada zullen blijven, moet worden afgewacht. Boeren hebben er de beste kan sen maar reeds in 1956 was slechts ruim 5 van de immi- grerende Nederlanders in Cana da afkomstig van het platteland. En juist in de agrarische sector zitten wij met een groot arbeids- overschot en daaraan zijn deels de moeilijkheden in de zuivel te wijten. Werkkrachten uit de in dustrie moeten ook zeker de eer ste jaren nog rekening houden met seizoenswerkloosheid gedu rende de wintermaanden. Of mo gelijk de emigratiepolitiek naar Canada opnieuw moet worden bekeken is in de eerste plaats een zaak van de daarvoor aan gewezen autoriteiten. KOUDE KERJIIS IN ZUID AFRIKA Het tweede belangrijke opvang. land voor „overtollige" Nederlan ders is Zuid-Afrika. In dit land zijn weliswaar vele kansen voor onze ondernemende landgenoten, ■maar een voorwaarde voor sla gen is dat zij tot de vakmensen behoren. Aan ongeschoolde brachten heeft men temidden van dit stamverwante volk geen gebrek. Er zijn kleurlingen en negers in overvloed voor eenvou dige werkzaamheden aanwezig. Ook voor repatriërende Neder landers uit Indonesië liggen de kaarten daar niet zo gunstig als aanvankelijk werd verwacht. Men kan er minder tropenkenners op nemen dan men hier zelfs in zijn fantasie had gedroomd. Zelfs mi nister Suurhoff moest dit erken nen bij zijn bezoek aan Zuid-Afri ka. Was de minister daar naar toegegaan .met de bedoeling er een afzetgebied te vinden voor een groot aantal repatriërenden Dan is hij stellig van een koude kermis thuis gekomen, want' wij hebben nog geen enkel resultaat van deze reis gezien. Wel heeft de minister verteld dat hem uit gesprekken met al daar wonende Nederlanders was duidelijk geworden dat de Zuid afrikaners geen voorkeur koeste ren voor Nederlanders en dat de stamverwantschap niet zover gaat dat er in dit land een spe ciaal Nederlands bedje zal wor den gespreid. Het' is niet teleur stellend dit te vernemen maar ook niet bepaald om over te'jui chen De raad van Vogelwaarde had het in zijn laatste vergade ring druk met het lenen van geld. Voor de verbetering van de Dorpsstraat en de Kipstraat te Ossenisse, alsmede voor de verkabeling van het elektrisch net in de bebouwde kom van dit kerkdorp was een bedrag beno digd van ongeveer ƒ40.000, De gemeente kon hiervoor te recht bij de Coöperatieve Boe renleenbank te Ossenisse, die bereid is het geld te verstrekken in de vorm van een kasgeldle ning tegen een rente van 5%. Voor de bouw van een nieuwe kleuterschool te Boschkapelle moet eveneens 40.000,— op ta fel komen en in dit geval was de Coöperatieve Eoerenleenbank te Stoppeldijk onder ongeveer dezelfde voorwaarden bereid als geldgeefster op te treden. De raad besloot tot het aan gaan van beide leningen, maar het plan tot verkabeling van het elektrisch net te Ossenisse werd aanleiding tot een lang durig debat, waarbij de raad en de voorzitter aan het touwtrek ken sloegen om een bedrag van /150,Dit lichtpunt, waarvan de kosten in de loop van het debat geraamd werden op 150, kon geen genade vinden in de ogen van de voorzitter, niet om. dat hij de noodzaak daarvan ontkende, maar vanwege de krappe stand van de gemeente kas. Naar de voorzitter mee deelde, is er geen ruimte meer voor dergelijke uitgaven en hij voegde hieraan toe, dat hij hiervoor al meermalen gewaar schuwd had o.a. bij het verle nen van subsidies. Deze laatste opmerking was met naar de zin van de heer van Hove, die opmerkte, dat de plaatselijke verenigingen veel te weinig subsidie genieten, waar door vele verenigingen gedoemd zijn om te vérdwijnen. De heer Peersman vroeg zich nog af of van het bij de Boerèn- teenbank te Ossenisse te lenen bedrag van 40.000,— geen lichtpuntje van 1150,— kon overschieten voor Stoppeldijk. Op het verweer van de voor zitter. dat dit bedrag specifiek bestemd is voor de in Ossenisse uit te voeren kapitaalswerken, voerde de heer Peersman aan dat dit niet sportief kan ge noemd worden. De voorzitter maakte tenslotte een eind aan het debat met de belofte de lichtpuntjes nog eens aan te zullen snijden in de vergadering van B. en W. De lening voor de bouw van de kleuterschool te Boschka pelle had heel wat minder voe ten in de aarde. Wel merkte de voorzitter hieromtrent nog op, dat in dit geval de Boerenleen bank te Stoppeldijk als helper in de nood optreedt voor de bouw van een school te Bosch kapelle, hetgeen dan weer wel sportief genoemd mag worden. De raad besloot voorts het eerste gedeelte van de Kerk- dreef te Boschkapelle te doen rioleren door het aannemersbe drijf Hol N.V. te Hulst. Ook dit plan ondervond overigens heel wat tegenkanting vooral van de heer Vink, die van mening was dat de gehele Kerkdreef van riolering zou moeten worden voorzien. Nu blijven de mensen in het tweede gedeelte met de overlast van water zitten. Ook wethouder De Bakker wees daarop en het eind van dit lied je was dat men in samenwer king met de polder een oplos sing hiervoor zal trachten te vinden. Van het R.K. schoolbestuur te Stoppeldijk was een verzoek ingekomen ex. artikel 72 der L.O.-wet. Het schoolbestuur ver zocht de nodige gelden beschik baar te stellen voor de verande ring van inrichting van het schoolgebouw. De raad verleen de hierna de gevraagde mede werking. De commissie, die zich heeft belast met het onderzoek naar de mogelijkheden van een cen trale afvoer van afvalwater in deze streek, deelde mede dat de kosten van een plan ongeveed 10.000,zullen bedragen. Men verzocht het aandeel van Vo gelwaarde, zijnde 1.250 groot, beschikbaar te willen stellen. Besloten werd dit punt aan te houden tot hieromtrent meer gegevens bekend zijn. Na een korte besloten zitting werd nog aan de orde gesteld het voorstel van B. en W. om de vergoeding voor de kantoor ruimte van de ontvanger in te trekken. Dit voorstel ondervond vooral tegenkanting van de heer Serrarens, die er op wees, dat Hengstdijk centraal gelegen is in de gemeente, waarmee vooral met het oog op de inwo ners van Ossenisse wel rekening mag worden gehouden. De raad besloot dan uiteindelijk maar het bij de oude toestand te la ten. KANSEN IN AUSTRALIË Ook Australië heeft na de oor log in ons land een grote popula riteit gekregen. Het land heeft een economie die bijna even springerig is als de kangeroes die daar leven. Er wordt hard ge werkt aan de stabilisatie en men kan niet ontkennen dat er in ja nuari j.l. slechts 26.000 werklozen waren, hetgeen nog minder dan 1 procent betekent van de be roepsbevolking. De belastingen zijn er laag maar de opvattingen over de te volgen levensstijl blijkt even ver van de Nederlandse af te staan als Sydney van Amster dam verwijderd is. Daarom kan niet iedere Nederlander zich daar thuis voelen, ook al omdat er let terlijk een gebrek is aan huizen, waardoor vele nieuwe inwoners nog jaren na hun aankomst met woningproblemen worstelen. In dit land geldt: er zijn kansen voor allen, maar de vakmensen heb ben er drie tegen de ongeschool den één. Buiten de drie genoemde jon ge landen is de vestiging van Ne- derlanders in den vreemde van ondergesghikte betekenis. Want alleen dan biedt ons een land hulp als emigratieland wanneer het in aanmerking komt voor massale vestiging vanuit ons overbevolkte „mensenpakhuis". De lust van landgenoten om zich elders in de wereld te vestigen neemt helaas niet toe in ovenre- digheid met de noodzaak om een deel van onze overbevolking te spuien. In 1957 emigreerden er 62.170 personen, terwijl door immigTa- gratie 50.396 mensen onze bevol kingscijfers deden stijgen. Het is dunkt ons nauwelijks nodig om nog nader aan te tonen dat met behoud van het bestaande emi gratiepatroon naar nieuwe „af zetgebieden" voor onze werk kracht moet worden uitgezien. EN FRANKRIJK? Hierbij rijst de vraag of ons binnen het gebied van de Euro pese Economische Gemeenschap niet meer armslag kan worden geboden met name in Frankrijk. Het zal niet onbekend zijn dat in de laatste tientallen jaren gro te delen van Frankrijk ontvolkt zijn. Veel plattelanders trokken er naar de steden en lieten in de dorpen onbezette plaatsen achter. De totale bevolking van Frank rijk, die nu weer stijgt, is jaren lang terug gelopen en het zijn vooral de agrarische gebieden die daaronder hebben geleden. De grond in deze streken is niet slecht en het klimaat is er in doorsnee milder dan in Neder land. Dat heeft reeds een aantal Nederlandse boeren ervaren, dat erin geslaagd is in het land van Marianne bloeiende boerderijen te bouwen. Goed, de meesten van hen heb ben er kapitaal gebracht en er gewerkt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Maar in dit op zicht maakt ons oude werelddeel geen enkel verschil met andere continenten. Er moet hard ge werkt wórden. Maar in Frankrijk is grond en er is gebrek aan agrarische werkkrachten, waar van wij ene overschot bezitten, dat wel werken wil, maar geen grond in eigendom kan krijgen. i ÉEN MARKT, ÉEN WERELDDEEL Er is door de emigratiedienst al eens een studie gemaakt van de mogelijkheden in Frankrijk, maar tot een groots opgezette uittocht is het nimmer gekomen, terwijl dit land toch heel wat dichter in de buurt ligt dan Australië of Canada. Vooral de boerenbevolking moet dit af- standsversehil toespreken, te meer omdat de Nederlandse men taliteit en onze aard zich gemak kelijk aan de Franse aanpassen. Bovendien is Frankrijk onze deel genoot in de gemeenschappelijke maikt, die wij bij verdrag beloofd hebben te zullen bevorderen. De Fransen hebben dit ook beloofd en zij kunnen ons bij de oplossing van het bevolkingsvraagstuk uit stekend van dienst zijn. Het ware te wensen dat onze emigratie-deskundige i eens pro beerden de contacten met Fi ank rijk te versterken om aldaar Ne derlandse nederzettingen te bou wen, die zich snel aan het Franse leven zullen aanpassen zonder dat zij zich met het moderne ver keer van elke band met het va derland verlaten behoeven te voe len. Wanneer in deze richting de emigratie versneld zou kunnen worden zou dit binnen afzienbare tijd Frankrijk en Nederland eco nomisch ten goede komen waar moe het hoofddoel van de econo mische gemeenschap althans op dit gebied zou zijn bereikt. Tot heil van Europa's toekomst. drs HERMES Door AGATHA CHRISTIE. 36.) (Nadruk verboden.) „Ik verkies over land te gaan om particuliere redenen." Steek dat in je zak, bemoeizuchtige aap, schoen zijn wijze van zeggen uit te drukken. „Is u rechtstreeks uit Indië ge komen?" De kolonel antwoordde droog: ..Ik bleef een nacht over om het Ur der Chaldeeën te zien en drie dagen in Bagdad bij de consul, die toevallig een oude vriend van me is." ,.U bleef drie dagen in Bagdad Ik meen. dat de Engelse jonge dame, miss Debenham, ook uit Bagdad komt. Misschien hebt u haar daar ontmoet?" „Neen. Ik ontmoette miss De benham voor het eerst toen zij en ik samen de reis maakten van Kirkoek naar Nisibin." Poirot boog zich naar voren. Zijn toon werd overredend. „Monsieur, ik ga een beroep op u doen. Behalve de knecht, zijn u en miss Debenham de enige En gelsen in de trein. Het is nodig dat ik u ieder uw mening over elkaar vraag." „Hoogst onbehoorlijk," zei ko lonel Arbuthnot koel. „Toch niet. Ziet u, deze mis daad is hoogst waarschijnlijk door een vrouw begaan, h'e man is niet minder dan twaalf maal gesto ken. Zelfs de hoofdconducteur zei dadelijk, „het is e n vrouw." Wat is dus mijn eerste taalt? Om alle vrouwen, reizende in de trein, de revue fe laten passeren. Maar een Engelse te beoordelen is moeilijk. Ze zijn erg gereserveerd, de En gelsen. Dus doe ik een beroep op u in het belang van de gerechtig heid. Wat voor iemand is die miss Debenham?" „Miss Debenham," zei de kolo nel fel. „is een dame." „Ah!" zei Poirot, met alle schijn van grote gcrustgesteldheid. „Dus denkt u niat. dat zij bij deze mis daad betrekken kan zijn?" „Het idee is eenvoudig absurd," zei Arbuthnot. „De man was een volkomen vreemde; ze had hem nooit eerder gezien." „Heeft ze u dat verteld?" „Ja. Ze maakte dadelijk een op merking over zijn enigszins on aangenaam uiterlijk. Als er een vrouw bij betrokken is zoals u schijnt te denken naar mijn idee zonder enige grond kon ik u verzekeren, dat miss Deben ham er onmogelijk debet aan kan Nadruk verboden i zijn. „U voelt warm in deze zaak," z'c i I oirot met een glimlach. Kolonel Arbuthnot zag hem koel aan. „Ik weet niet wat u bedoelt," zei hij. De blik scheen Poirot te intimi, deren. Hij sloeg zijn ogen neer en begon in de papieren voor hem tc rommelen. „Dit is maar bijzaak," zei hij. „Laten we practisch zijn en tot de feiten komen. We hebben re den te geloven, dat deze misdaad plaats vond om kwart over één vorige nacht. Het is een deel van de nodige formaliteiten om ieder een in de trein te vragen, wat hi.i oï zijn deed op dat uur." „Juist. Om kwart over één, naar mijn beste weten, praatte ik met die jonge Amerikaan, de secreta ris van de vermoorde." „Ah, was u in zijn coupé of was hij in de uwe?" „Ik was in de zijne." „Dat is die jonge man Mac- Queen?" „Ja." „Was hij een vriend of een ken nis van u?" „Neen. ik heb hem nooit vóór deze reis gezien. We raakten toe vallig in gesprek gisteren en wer den beiden geïnteresseerd. Ik mag in de regel Amerikanen niet kan er niets mee beginnen." Poirot glimlachte, denkend aan MacQueens kritiek op Engelsen. „Maar dit jongmens mocht ik wel. Hij' had krankzinnige ideeën in zijn hoofd over de situatie in VRIJDAG 28 .MAART. HILVERSUM I: 7.00 Nieuws; 7.10 Gym.; 7.20 Gram.; 8 00 Nws; 8.18 De ontbijtclub; 9.00 Voor de vrouw; 9.35 Waterst.; 9.40 School radio; 10.00 Caus.; 10.05 Morgen wijding; 10.20 Voor de zieken; 11.05 V. d. kleuters; 11.20 Plant aardig en mineraal; 12.00 Lichte muz.; 12.20 Regeringsuitz.; 12.30 Land- en tuinbouwmeded.; 12.33 Sport en prognose; 12.50 Gram.; 13.00 Nws; 13.15 Koren en ork.; 13.55 Beursber.; 14.00 Solistencon cours. In de pauze: Voordr.; 15.00 Indië dat is het ergste met die Amerikanen ze zijn zo senti menteel en naief. Wel, hij inte resseerde zich voor wat ik hem te vertellen had. Ik heb een bijna 30-jarige ervaring van het land. En i'- interesseerde me voor wat hij te zeggen had over de ophef fing van het drankverbod in Amerika. Toen kwamen we aan de wereldpolitiek in het alge meen. Ik s end bepaald verbaasd torn ik op mijn horloge zag dat het kwart vóór twee was." Ei ak u toen het gesprek af?" „Ja." „Wat deed u toen?" „Ik gmg naar mijn eigen coupé en naar bed." „Was uw bed al opgemaakt?" „Ja." „Dat is coupé laat eens kij ken no. 15 cp één na de laatste van het uiteinde van de restauratie-wagen af?" „Ja". „Waar was de conducteur teen u naar uw coupé ging?" Hij zat aan het eind, aan een tafeltje. MacQueen riep hem juist toen ik mijn coupé inging". „Waarom riep hij hem?" „Om zijn bed op te maken, denk ik. De coupé was nog niet in orde gemaakt voor de nacht. „Nu, kolonel Arbuthnot, moet u héél goed nadenken. Passeerde ei iemand door de gang buiten de deur, in de tijd dat u met Mac Queen praatte?" „Een heleboel menschen, zou ik zeggen. Ik lette er niet op." (Wordt vervolgd.) Gram.; 15.40 Gevar. progr.; 16.00 Gram.: 16.30 Jeugdconc.; 17.10 V. d. jeugd; 17.40 Hammondorgel en zang; 17.55 Act.; 18.00 Nws; 18.15 1 ol. caus.; 18.25 Latijnse klanken; 18.50 Caus. 19.00 Voor de kinde ren; 19.10 Musetle ork/; 19.30 Cau serie; 19.45 Idem; 19.55 V.P.R.O.- nws; 20.00 Nws; 20.05 Caus.; 20.20 Boekbespr.; 20.30 Filmrubriek; 20.40 Koorzang; 21.00 Lichte mu- :iek; 21.40 Documentaire; 22.15 Gram.; 22.25 Buitenl. wcekoverz.; 20.30 Caus.; 23.00 Nws; 23.15 Lich te muz.; 23.45 Gram. HILVERSUM II: 7.00 Nieuws; 7.10 Gew. muz.; 7.50 Een woord voor de dag; 8.00 Nws; 8.1D Gr.; 8.30 Lichte muz.; 9.00 Voor de zie ken; 9.30 V. d. vrouw; 9.35 Radio Filh. ork.; 10.30 Morgend.; 11.00 Gram.; 11.30 Hoorspel: 12.00 Viool en piano: 12.30 Land_ en tuin bouwmeded.; 12.33 Lichte muz.; 12.50 Vacantierubriek; 13.00 Nws; 13.15 Gevar. muz.: 13.45 Gr.; 14.05 Schooliadio; 14.25 Vocaal dubbel- kwartet; 14.55 Gram.; 15.15 Voor dracht; 15.35 Gevar. muz.; 16.00 Caus.; 16.15 Madrigaal koor; 16.30 Fianorecital; 17.00 Voordr.; 17.20 Gram.; 17.40 Beursber.; 17.45 Gr.; 18.00 Koorzang; 18.20 Stemmen van Cverzee; 13.35 Voor de jeugd; 18.50 Cursus: Openbaar kunstbe zit; 19.00 Nws; 19.10 Op de mon af; 19.15 Regeringsuitz.; 19.25 Gr.; 20.00 Radiokrant; 20.20 Gr.; 20.30 Hoorspel; 21.00 Lukas Passion; 23.20 Gram.; 23.30 Nieuws; 23.45 Avondoverdenking. BRUSSEL: 12.00 Gram.; 12.30- Weerber.; 12.34 Gram. (om 12.55 Koersen); 13.00 Nws; 13.15 Gram.; 14.00, 14.30 en 14.50 Gram.; 15.00 en 15.45 Gram.; 16.00 Koersen; 16.02 Oram.; 16.45 Idem; 17.00 Nws; 17.10 Gram.; 17.45 Duitse les; 18.00 Pianorecital; 18.10 Voor dracht; 18.30 Voor de soldaten; 19.00 Nws; 19.40 Gram.; 20.00 Or- kestconc.; 22.00 Nws; 22.15 Jazz- muz.; 22.45 Gram.; 22.55 Nieuws. Dinsdag is de stad Pa-an in Birma door 200 opstandelin gen geplunderd. Acht mensen verloren het leven, van wie twee aanvallers. Het is de derde gro te aanval op een stad in twee weken tijd.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 5