Schoolétui Djakarta Gemeenteraad van Terneuzen N.V.Fa P.J. VAN DE SAN DE Nog gi Prii 10 DE VRIJE ZEEUW Zaterdag 8 maart 1958 Vergadering van donderdag 27 februari 1958, des avonds te 19 uur. Voorzitter: Mr P. H. W. F. Teilegen. Wethouders: M. de Vos en M. van Langevelde. Raadsleden: F. Dieleman, D. M. Ollebek, J. van Riet, J. A. de FeiJter, Dr M. E. H. Camps, W. J. Weterings, C. J. Compiet, R. Hol, A. Jansen, N. F. Dieleman, P. Fijn van Draat en H. Ribbens. Secretaris: A. J. Dees. Wegens ziekte afwezig: S. W. Henry. De Voorzitter opent de vergadering. De Voorzitter: Vóórdat wjj overgaan tot de be handeling van de agenda, zou ik Uw aandacht willen vestigen op een historische datum, die in middels verstreken is. 9 februari j.l. was het 12% jaar geleden, dat de heer De Vos benoemd werd lot wethouder en sindsdien mijn trouwe buurman aan de rechterzijde is geweest. Ik wil graag dit feit even in de herinnering oproepen en de heer De Vos toewensen, dat wij nog vele jaren mogen samenwerken op de prettige wijze, die wij gewend zijn, voor het welzijn van de gemeente Terneuzen Ik bied U mijn hartelijke gelukwensen aan. Wethouder De Vos: Mijnheer de Voorzitter Ik dank U hartelijk voor deze woorden. 12% jaar vind ik op zichzelf niet zo'n belangrijk feit om er een feest van te maken, maar in de politiek is het toch een hele tijd en ik wil U en de gehele raad hartelijk danken voor de ondervonden samen werking. Wij zijn het niet altijd eens, en dit zal in de toekomst ook niet altijd het geval zijn, maar in ieder geval hebben wij in samenwerking een en ander voor de gemeente weten te bereiken. Ik denk ook met bijzondere dankbaarheid terug aan de prettige samenwerking, die hier altijd is ge weest met wijlen de heer Den Hamer; een samen werking, waardoor gebleken is, dat hoezeer men ook van politieke opvattingen mag verschillen men elkaar op het praktische terrein toch dikwijls weet te vinden en dat wij rustig in het belang van de gemeenschap kunnen samenwerken. 1. Vaststelling notulen vergadering van 16 januari 1958. Deze worden onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken a. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit van 19 december 1957 tot verkoop van een perceel grond, gelegen op de hoek AxelsestraatZuidlandstraat; b. idem inzake wijziging gemeentebegroting dienst 1957; c. de door Gedeputeerde Staten van Zeeland goed gekeurde raadsbesluiten d.d. 19 december 1957: 1. inzake gesloten kasgeldleningen; 2. inzake een met de N. V. Bank voor Neder landse Gemeenten gesloten geldlening van 32.000,—; 3. inzake een met de N. V. Bank voor Neder landse Gemeenten gesloten rekening-courant overeenkomst; d. mededeling van de Minister van Volkshuisves ting en Bouwnijverheid dat hij bereid is de ge meente te ontslaan van de behandeling van eventuele resterende herbouwgevallen; e. bericht ontvangst van Gedeputeerde Staten van Zeeland wijziging van de Algemene Politiever ordening d.d. 19 december 1957; f. schrijven van Centraal Bouw- en Woningtoe zicht inzake controle-rapport over het 4e kwar- taal 1957; g. controle-rapporten van het Verificatiebureau over het 4e kwartaal 1957. Bovenstaande stukken worden voor kennis geving aangenomen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders: a. tot benoeming van een onderwijzeres aan de openbare Zuidlandschool. De voordracht luidt: 1. Mej. C. van der Peijl, thans onderwijzeres in tijdelijke dienst aan de openbare Zuidlandschool, wonende te Terneu zen. Overgegaan wordt tot stemming. De heren Com piet en Weterings vormen met de voorzitter het stembureau. Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 14 op Mej. C. van der Peijl. Mej. C. van der Peijl is benoemd. h. tot bevordering van gemeentewerklieden. Dit voorstel wordt zonder bespreking of hoofde lijke stemming aangenomen. 4. Idem A. tot het verlenen van eervol ontslag aan de heer A. J. Dourleijn als lid van de commissie van advies, bedoeld in art. 8 van de Woonruiintewet 1947, te Sluiskil; Dit voorstel wordt zonder bespreking of hoofde lijke stemming aangenomen. Idem B. tot benoeming van een lid in boven genoemde commissie (vakature A. J. Dour leijn). De aanbeveling luidt: 1. F. Drabbe, Vinkenstraat 20, Sluiskil. 2. M. A. Duine, Merelstraat 11, Sluiskil. Overgegaan wordt tot stemming. Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 9 op de heer Drabbe en 5 op de heer Duine. De heer Drabbe is benoemd. 5. Idem tot onteigening van gronden in de Zuidlandpolder. 6. Idem tot verkoop van percelen grond in de Zeven Triniteitspolder. 7. Idem tot het verlenen van een voorschot op de vergoeding ex artikel 101 der L. O.-wet 1920 aan de besturen der Bijzondere scholen. Deze voorstellen worden zonder bespreking of hoofdelijke stemming aangenomen. 8. Idem inzake voorschotten ex artikel 73 en 127 van de Kleuteronderwijswet aan de besturen van de Bijzondere Kleuterscholen. De heer Hol: Er staat wat betreft het bedrag van het voorschot onder huur genoemd: voor de Ver. Chr. Kleuterschool Terneuzen 2580,voor de Ver. voor Chr. Kleuteronderwijs te Sluiskil 250,en voor de Ver. voor Chr. Kleuteronderwijs te Driewegen 500,Zijn hier genomen die een heden, die in de Memorie van Toelichting zijn op genomen, dus resp. 300,f 950,— en 1150,— per lokaal? De andere bedragen kloppen allemaal maar deze niet. De Voorzitter: De in de Memorie van Toelich ting, genoemde bedragen betreffen vergoeding, rente en afschrijving eigen gebouwen. De huren van de 3 scholen zijn overeenkomstig het huurcon tract, dat door burgemeester en wethouders is be oordeeld. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage aan de eigenaar-exploitant van het Concert gebouw aan de Arsenaalstraat. De heer F. Dieleman: Ik ben tegen dit voorstel. Ik ben tegen uitbreiding van het Concertgebouw om principiële redenen en ik vind het niet ver antwoord, om voor dit doel aan een particulier bedrijf ƒ22.000,te geven. Ik ben van mening, dat in deze tijd van bestedingsbeperking een der gelijke uitgave niet verantwoord is. In onze eigen gemeente zijn er verschillende noodzakelijke wer-plaatsen, die er verschillende zijn te Terneuzen, ken, die uitgesteld of zelfs afgesteld moeten wor den. Ik zou het op prijs stellen, als het geld daar voor besteed werd, en niet voor dingen, die niet nodig, doch zelfs verderfelijk zijn. Wat zullen wij doen, als ook andere particulieren hun zaak willen uitbreiden en om een bijdrage vragen? Zij betalen toch allen belasting. Doen wij geen stap, die wij later niet kunnen verantwoorden? Ik zal mijn stem niet aan dit voorstel geven. De heer Hol: Het onderwerpelijke voorstel be treft dus het verlenen van medewerking aan een verzoek van de alhier gevestigde bioscoop-onder nemer om een bijdrage uit de gemeentekas in de rente van een lening te sluiten met het oog op de verbouwing van het Concertgebouw alhier tot een maximum bedrag van 150.000. De gelden zullen door de gemeente in gelijke bedragen hoogstens gedurende 10 jaar moeten worden betaald. Kortom het komt hier op neer dat de gemeente Terneuzen indien het voorstel wordt aangenomen, gedurende 10 jaren een gelijke bijdrage zal geven van 2200 over die 10 jaarlijkse periode komt dat dus neer op ƒ22.000 (exclusief rente), waarbij de gemeente, zolang de overeenkomst inzake de bijdrage-beta- ling duurt, in overleg met de eigenaar-exploitant maximaal vijf keer per jaar gratis over het Con certgebouw of het Luxor-Theater zal kunnen be schikken. Alvorens mij verder over dit voorstel uit te spreken, zag ik gaarne in het voor ons liggende conceptvoorstel, de navolgende clausules opgeno men en doe bij deze daartoe dan ook het voorstel. Als eerste voorwaarde ware, na de eerste alinea onder „besluit", op te nemen: ,dat de verbouwing van het Concertgebouw zal dienen plaats te vinden overeenkomstig het aan de raad overgelegde plan, waarbij de eige naar-exploitant zal dienen te gedogen, dat van de zjjde van de gemeente, door de Centrale Dienst van Bouw- en Woningtoezicht, nauwlettend wordt toegezien op de richtige uitvoering van het plan." Toelichting: M.i. overbodig, omdat deze aanvul ling n.m.m. voor zichzelf spreekt. Als tweede voorwaarde ware op te nemen: dat, indien te zijner tijd uit een door de eigenaar-exploitant te gedogen onderzoek van de zijde van de gemeente mocht blijken dat de kosten van verbouwing van het Concertgebouw meer dan 10 in minder hebben bedragen dan 150.000, dan zullen de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen in de rente worden verminderd met een bedrag berekend naar 4% over het verschil tussen de begrote verbouwingskosten (ƒ150.000) en de wer kelijke verbouwingskosten, gedeeld door zeven." Toelichting: In de afdelingsvergaderingen van eind 1957, dus nog slechts enkele maanden geleden, werden dezelfde plannen met dezelfde (twee) tekeningen overgelegd. Toen waren de verbou wingskosten geraamd op 85.000 en was er sprake van een 10-jaarlijkse gemeentelijke bijdrage in de rente van ruim 1800. Ik kan mij niet voorstellen dat de bouwkosten de laatste drie a vier maanden zodanig zijn geste gen dat deze de oorspronkelijke raming met maar liefst 65.000 overtreffen, 150.000 min 85.000). Uit zakelijke overwegingen verdient het m.i. aan beveling de door mij voorgestelde aanvulling op te nemen, opdat althans enige zekerheid bestaat dat de verbouwing zal plaats binden in de orde van grootte als aan de orde is gesteld. Ik ben mij er tenvolle van bewust dat, indien een werk wordt aanbesteed de kosten kunnen mee- of tegenvallen, al is doorgaans het laatste het geval. Vandaar deze aanvulling, waarbij de nodige soe pelheid wordt betracht en waartegen m.i. ook van de zijde van de eigenaar-exploitant wel geen be denkingen zullen bestaan. Het volgende voorbeeld moge dit verduidelijken: Verbouwingskosten begroot op 150.000 Stel werkelijke verbouwingskosten op 85.000 Verschil 65.000 Op de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage zal in dat geval dan in mindering gebracht dienen te worden 4,25 x 65.000 ƒ395 (afgerond) 100 X 7 De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage wordt dan 2200 395 1805, hetgeen nagenoeg over eenkomt met wat in eerste instantie in principe werd overeengekomen. De voorgestelde aanvulling komt mij dan ook reëel voor, omdat bij aanbestedingen een speling van 10 nog normaal is te achten, terwijl, indien de verbouwingskosten meevallen, het billijk is achten dat de gemeentelijke bijdrage naar rato wordt verlaagd. Tenslotte stel ik voor in de laatste voorwaarde in regel twee tussen de woorden „verbouw" en geheel" tussen te voegen: overeenkomstig het aan de raad overge legde plan". De heer De Feijter: Bij de behandeling van de begroting nog groter zouden maken. Dit was be- wethouders aan de raad gevraagd, niet met nieuwe voorstellen te komen, die het tekort op de begroting nog groter zouden maken. Dit was e- grijpelijk en heeft bij de raad gehoor gevonden. Er zijn uit de raad geen voorstellen ingediend, die de begroting nog zwaarder zouden belasten, al zijn er. genoeg werken te noemen, die noodzakelijk zouden moeten worden uitgevoerd. Het was voor mij teleurstellend, dit voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad te ont vangen, waarbij de heer Standaert zou krijgen een bedrag van ƒ22.000 als bijdrage in de rente van een te sluiten geldlening, om het Concertgebouw te verbouwen. De gemeentebegroting wordt dus vanaf 1959 gedurende 10 jaar belast met 2200. Ik heb tegen dit voorstel enkele bezwaren, en zal er dan ook tegen stemmen. Een bezwaar is voor mij, om bij een tekort van rond 220.000 op de gemeentebegroting van het lopende jaar, voor de komende 10 jaren nieuwe verplichtingen aan te gaan, terwijl het onzeker is hoe de gemeente- financiën er dan voor zullen staan. Als burge meester en wethouders de raad voorhouden, niet met nieuwe voorstellen te komen, omdat het geld er niet voor is, zou de raad van burgemeester en wethouders mogen verwachten, dat zij dat ook niet doen. En dan te bedenken, dat door de uit breiding der gemeente nog tal van werken zullen moeten worden uitgevoerd, die onvermijdelijk zijn en heel wat kosten zullen meebrengen- Beslist onjuist vind ik het ook, een dergelijk werk als de verbouwing van het Concertgebouw, wat 150.000 zou kosten, nu uit te voeren met een gemeentelijke subsidie, nu de woningnood ook hier ter plaatse nog zo groot is. Wanneer wij alles in het werk willen stellen, om de woningnood zo spoedig mogelijk op te heffen, dan zullen wij ook hier ter stede vóór alles huizen en onmisbare ge bouwen, zoals scholen, moeten bouwen. Een werk als de verbouwing van het Concertgebouw kan zeker nuttig zijn, maar dit kan m.i. toch wachten tot in het grote tekort aan woningen en andere onmisbare gebouwen is voorzien. Verder valt te voorzien, dat het verzoek om een bijdrage voor de verbouwing van een zaal of bedrijfsgebouw na het verzoek van de heer Standaert zeker door ande ren zal gevolgd worden. Men kan dan zeker ook wel argumenten aanvoeren om voor een bijdrage in aanmerking te komen. Wat denken burgemeester en wethouders dan te doen? Als burgemeester en wethouders immers aan de heer Standaert een bijdrage willen geven, kunnen zij dit aan anderen moeilijk weigeren. Het Concertgebouw voorziet zeker in een behoefte, maar ook de vergaderzalen van 100 300 zit- zijn toch van belang voor gemeente- en streek- vergaderingen. Bij eventuele verbouwing of uit breiding van dergelijke zalen, zal dan ook een ge meentelijke bijdrage kunnen gevraagd worden. Dan, mijnheer de Voorzitter, vraag ik mij met zorg af, wat de huurprijs van het eventueel ver bouwde Concertgebouw wel zal zijn. Ik denk nog aan het feit, dat het Concertgebouw enkele jaren geleden door de C.H.U. één avond gehuurd werd, wat 120 kostte. Toen we later voor een derge lijke vergadering het Hervormde Jeugdgebouw huurden, kostte dat voor één avond ƒ25. Als er nu 150.000 aan het Concertgebouw verbouwd wordt, waardoor het aantal zitplaatsen van 450 tot 560 stijgt, hoe hoog zal dan de huur worden? Zal dat voor de verenigingen, die er gebruik van willen maken, nog betaalbaar zijn? De voordelen wil ik niet over het hoofd zien, dat in de gemeen te een gebouw vergroot wordt tot 560 zitplaatsen, wat voor grote vergaderingen van belang is, en dat de gemeente hier 5 keer per jaar gratis ge bruik van kan maken, al is het mij nog niet dui delijk waarvoor. De bezwaren wegen bij mij ech ter zwaarder dan de voordelen, zodat ik tegen het voorstel zal stemmen De Voorzitter: De heer Dieleman kan ik niet volgen in zijn principiële bezwaren, maar zijn ver der betoog komt overeen met dat van de heer De Feijter. Wat er hier voor ons ligt, speelt pas in 1959. Dat er een bijdrage van 2200 van ons wordt ge vraagd gedurende 10 jaar, is niet van zo'n grote invloed op de situatie van de begroting, dat wij daardoor gevaar zouden lopen andere belangrijke uitgaven te moeten nalaten. De voornaamste overweging bij het college is geweest, dat wij voor een geringe bijdrage gedurende 10 jaar een mo dern geoutilleerd concertgebouw in de gemeente krijgen, dat ver uitgaat boven het gemeentebelang dat bij verbouwing van andere inrichtingen ter sprake zou kunnen komen. Ik ben niet benauwd voor dergelijke verzoeken, omdat het college de vrijheid behoudt, om ieder verzoek op zijn eigen waarde te beoordelen, en te vergelijken met vroe gere verzoeken. Op het ogenblik kunnen wij ons moeilijk voorstellen, dat er zich een geval zou voordien, zoals ons nu wordt voorgelegd, waar door wij een gebouw krijgen, dat voor de hele streek van het allergrootste belang is en waar immers gebleken is, dat wij groot gebrek hebben aan een dergelijk gebouw, mogen wij uitermate blij zijn, dat wij voor een minimaal bedrag klaar komen. Als wij zien, wat er in andere gemeenten wordt uitgegeven, dan geloof ik dat wij dankbaar mogen zijn voor de mogelijkheid, die hier geopend wordt. Ik geloof niet dat er bezwaar tegen is, dat de voorwaarde, die de heer Hol naar voren ge bracht heeft, n.l. dat het werk moet worden uit gevoerd volgens het plan dat aan de gemeente is voorgelegd, wordt opgenomen. Verder is zijn voorstel niet helemaal overeen komstig de werkelijkheid. Het is niet zo, dat wij de verbouwingskosten kunnen vergelijken met de 85.000 bij de aanvang. Er is destijds gevraagd om een subsidie in het bedrag van 85.000, maar de verbouwingskosten waren niet zozeer verschil lend van wat nu genoemd wordt. Wij geven nu geen subsidie op 85.000 maar op 100.000. De verbouwingskosten vergen een belangrijk bedrag méér, dat de eigenaar zelf zal moeten fourneren om tot deze verbouw te geraken. Dat geeft een heel ander licht op de voorstelling van zaken, dan die U hier geeft. De heer Hol: Dit was mij uiteraard niet bekend De Voorzitter: Destijds is er alleen over gespro ken, dat er een subsidie zou worden gegeven op een bedrag van ƒ85.000. U zegt zelf: de tekenin gen zijn hetzelfde. De verbouwingskosten zullen dus niet zoveel schelen. Het gaat om de subsidie, die hier gevraagd is. Het bedrag van 85.000 is gestegen tot 100.000. Ik geloof, dat hiermede het 2e voorstel eigenlijk wel van de baan is. De heer Hol: Dat is dus min of meer een toe zegging van het college bij de besprekingen ge daan onafhankelijk van het resultaat van de wer kelijke bouwkosten. De Voorzitter: Het gaat om het subsidiebedrag; dat staat betrekkelijk los van de verbouwings kosten, want die zijn ongeveer altijd gelijk ge weest en bedragen ongeveer 150.000. Het is wel goed, dat zij genoemd worden, omdat daaruit blijkt, dat voor de eigenaar een zeer groot bedrag voor eigen risico blijft, wat hij dus zelf moet fourneren Omdat dat te zwaar werd, hebben wij gemeend dat de gemeente hierin tegemoet moest komen door een subsidie te geven van 2200 gedurende 10 jaar. Aanvankelijk was het een verzoek om subsidie te geven over een bedrag van 85.000. De heer Hol: De tweede door mij voorgestelde voorwaarde vervalt dus, maar de derde kan toch wel worden opgenomen. De Voorzitter: Dat is misschien zelfs overbodig na de eerste. Dit spreekt bij de laatste voorwaar de dan toch vanzelf. De heer Hol: Als de eerste voorwaarde is opge nomen, wel. Ik heb dan nog enkele opmerkingen. Onze gemeente, eerst onlangs de 15.000 inwo ners gepasseerd, telt, zoals bekend, thans twee bioscopen, n.l. het Luxor-Theater en het Concert gebouw, ieder met een capaciteit van 450 zit plaatsen. Beide bioscopen zijn eigendom van en worden geëxploiteerd door dezelfde persoon, die inderdaad al heel wat kosten heeft gemaakt, uiter aard in het kader van zijn bedrijf, voor verbete ring en modernisering. Het Concertgebouw waar in de laatste tijd alleen des zaterdags en zondags filmvoorstellingen worden gegeven, wordt inder daad veel gebruikt als zaal voor vergaderingen, uitvoeringen enz. Niet ontkent kan worden, dat het Concertge bouw, zowel wat het in- als het exterieur betreft, verbetering behoeft. Na verbouwing en aanbren ging van een balkon zal, volgens de overgelegde situatietekeningen, het Concertgebouw plaats bie den aan 450 -1- 110 560 personen. De vraag om medewerking van de gemeente moet m.i. worden bezien tegen de achtergrond van het algemeen belang, want daarin ligt m.i. alleen de rechtvaardiging van de financiële hulp van ge meentewege. Diverse gemeenten werken mede om via dorps kringen o.m. ruimtebiedende gebouwen te stichten ten behoeve van het verenigingsleven, omdat dit daar zonder niet tot ontplooiing kan komen. Ook provincies subsidieëren in de kosten van ruimte- biedende gebouwen. De vraag is dus primair of het culturele leven in Terneuzen behoefte heeft aan een zaal als be doeld. Zou dit zo zjjn, dan kan de gemeente m.i. in het algemeen (cultureel) belang medewerken. Een andere vraag is: in welke mate? Gevraagd wordt een gemeentelijke bijdrage ad ƒ2200 per jaar, gedurende 10 jaren. De vraag is nu hoe vaak het verenigingsleven de zaal nodig heeft of dat er, behalve de 5 gemeentelijk geblokkeerde avonden, anders steeds bioscoopvoorstellingen zijn. Dit laatste is, zoals bekend, niet het geval, want zou dit wel zo zijn, dan zou er m.i. geen aan leiding zijn voor financiële hulp: omdat een bio scoop zich zelf maar moet bedruipen. Terneuzen kan inderdaad voor een betrekkelijk gering bedrag uit de gemeentekas, dank zij de ver betering van de particuliere zaal, de beschikking over een goede zaal krijgen. Dus zou de stelling verdedigt kunnen worden medewerking te ver lenen tot een redelijk bedrag. Hoe ligt de situatie echter ter plaatse? B. en W. merken in het voorstel op: „Het is zeker mede een streek- en dus een gemeente belang, dat een ruim gebouw met behoorlijke ac- comodatie voor bepaalde ontvangsten, vergaderin gen e.a. beschikbaar is. Dit is thans niet aan wezig." De vraag dringt zich echter op: Is dit laatste wel juist? Persoonlijk zie ik de zaak aldus. Indien in onze gemeente alleen het Concertgebouw aanwezig was, dan geloof ik inderdaad dat het verantwoord zou zijn om van gemeentewege medewerking te ver lenen. Doch heeft men hier tevens niet de be schikking over een prachtig gemoderniseerd Luxor- Theater, waar velen van buiten de gemeente zich reeds in loffelijke bewoordingen over hebben uit gelaten? Dat men deze zaal niet moet wegcijferen, blijkt m.i. tevens uit het aan de orde zijnde voorstel waar in de voorwaarden immers is gesteld, dat de gemeente bij aanneming van het voorstel, immers kan beschikken of over het straks gemoderniseer de Concertgebouw of over het Luxor-Theater. Wat betreft het behoefte-element aan een gro tere zaal, zij nog het volgende opgemerkt. Inderdaad zou het kunnen voorkomen, al zal het sporadisch zijn, dat er behoefte bestaat aan een grotere zaal. In dit verband zij opgemerkt dat, naar ik meen, in 1905 en in 1953 „Schuttevaer" alhier congresseerde, laatstelijk in het Luxor- Theater. Zowel over de zaal zelve, de aankleding als de service was men in deze kringen, die toch waarlijk wel wat gewend zijn, best te spreken. Hetzelfde kan gezegd worden van het destijds druk bezochte binnenvaartcongres, naar ik meen gehouden in 1933 (of 1934?). Reeds eerder heb ik bij de behandeling van dit punt in de afdelingsvergadering gesteld bevreesd te zijn voor het scheppen van precedenten. En na tuurlijk zou het prettig zijn dat het Concertge bouw zou kunnen worden gemoderniseerd. Of het, gelet op de huidige toestand ter plaatse, op de weg van de gemeente ligt hiervoor gelden beschik baar te stellen, meen ik te moeten betwijfelen. Ik kan dan ook persoonlijk, hoewel ik de zaak ernstig heb overwogen, geen vrijmoedigheid vin den om voor dit voorstel te stemmen. Wethouder Van Langevelde: Ik wil hier ook graag nog wat in het midden brengen. Aller eerst kan ik niet meegaan met de principiële be zwaren van de heer Dieleman. Als ik deze bezwa ren had gehad, zou ik niet voor het voorstel ge weest zijn. Ik ben geen voorstander van bioscoop exploitatie in zijn huidige vorm, maar daar gaat het niet om. Een concertgebouw is in hoofdzaak een vergaderlokaliteit; de bioscoopvoorstellingen kunnen wij beter buiten beschouwing laten, om dat de stimulering hiervan door deze verbouwing nihil zal zijn. Het bioscoopbezoek in Terneuzen is heel gering dus dit zal in deze zaak geen rol spelen. Wat de accomodatie betreft, vind ik het zeer belangrijk dat het aantal zitplaatsen met 110 kan verhoogd worden. Ik weet, dat verschillende gemeenten, ook in onze provincie, veel grotere bedragen uit geven dan wij hier voorstellen. Middelburg heeft een concertgebouw, waarin de provincie en ook de gemeente bijdragen; in Goes is het „Schutters hof", dat op het ogenblik rendabel is, maar waar ook veel grotere bedragen aan gegeven zijn dan wij nu voorstellen. Maastricht bouwt een schouwburg, die de gemeente 850.000 kost. Ik wil hiermee op het ogenblik alleen maar naar voren brengen, dat met dit betrekkelijk klein bedrag van 2200 ge durende 10 jaar Terneuzen over een dergelijk ge bouw zal kunnen beschikken, dat noodzakelijk zal blijken voor onze gemeente en de gehele streek. Nu deze gelegenheid zich voordoet, moeten wij deze aangrijpen. Er is naar voren gebracht, dat het geld beter bestemd kan worden voor woningbouw. Men moet niet vergeten, dat deze zaak al 2 jaar loopt. De financiële commissie heeft hier al 1% jaar ge leden over vergaderd. Vele besprekingen, ook met de heer Standaert, zijn hieraan gewijd. Moeten wij nu zeggen: door de bestedingsbeper king moet deze zaak van de baan af? Er is in derdaad gevraagd door burgemeester en wethou ders: moeten wij het voorstel doen, maar het was een kwestie, die al lang in de portefeuille zat en dat maakte de zaak anders. Daarom hebben wij vrijmoedigheid gehad, om het voorstel te doen. Ik geloof niet, dat er zulke bezwaren ingebracht kunnen worden, dat wij dit voorstel niet zouden kunnen aannemen. Ik geloof ook, gezien het al gemene belang dat hiermede gemoeid is, dat wij erin zullen slagen, de goedkeuring van gedepu teerde staten hierop te verkrijgen. Ik hoop, dat de bezwaren zoveel verminderd kunnen worden, dat de tegenstanders voorstanders zullen wórden. Wethouder De Vos: Ik wil ook graag mijn mening naar voren brengen, omdat er enige op merkingen zijn gemaakt, die m.i. niet helemaal hout snijden; b.v. wanneer de heer De Feijter zegt: wij moeten dergelijke gebouwen niet neer zetten, maar woningen, dan heeft hij misschien een gedeelte van het publiek, in het bijzonder de woningzoekenden op zijn hand, maar hijzelf weet heel goed, dat het niet gaat om het realiseren van deze verbouwing óf het bouwen van woningen, want het gedeelte van de 500 woningen, die de provincie Zeeland toegewezen heeft gekregen, dat in Terneuzen gebouwd zal worden, wordt toch wel uitgevoerd. Daar behoeft hij niet onge rust over te zijn. Wanneer deze verbouwing ach terwege blijft, komt er geen woning meer. Het zou zelfs wel eens zo kunnen zijn, dat de uitvoe ring van dit werk nodig is voor stimulering vaii de werkgelegenheid, gezien het geringe bouw volume dat aan de provincie is toegewezen. Daarmede geloof ik, dat zijn argument wel zeer afdoende ontzenuwd is. Wat de bestedingsbeperking betreft geloof ik, voor mezelf, dat wij dit woord eigenlijk al te veel in onze mond nemen. Wanneer de regering meent, dat dit gebouw niet verbouwd mag worden, dan wordt er geen rijksgoedkeuring afgegeven. Zoals op het ogenblik de zaken staan, worden de teugels wat gevierd, omdat er in de bouwnijverheid een zekere werkloosheid heerst. U moet niet vergeten, dat zelfs in de drukste tjjd niet meer dan 60 van de bouwcapaciteit voor woningbouw wordt benut, omdat er nu een maal andere werken in uitvoering zijn en toch is met dat percentage in ieder geval het vorige jaar een maximum aan woningen gebouwd kunnen worden. Terneuzen krijgt beslist niet meer woningen, als deze verbouwing niet gebeurt. Wat betreft de belasting van t'.e begroting heeft de voorzitter opgemerkt, dat deze bijdrage pas in 1959 begint te lopen, zoals ook in de stukken staat. Dit jaar wordt de begroting dus nog niet belast. Anderzijds zou ik de heer De Feijter er wel op willen wijzen, dat het nog wel meer zal gebeuren, dat burgemeester en wethouders met een voorstel komen, dat geld kost. Ik verwacht, dat er in de volgende vergadering een voorstel zal komen, waarmede de begroting van 1958 met on geveer ƒ5000 zal worden belast. Dan ben ik benieuwd, of de heer De Feijter daar dezelfde mening over zal hebben als nu en of hij dan tegen zal stemmen. Ik heb een voorgevoel, dat dit niet zo zal zijn. De heer De Feijter: Misschien mag ik beginnen met op te merken, dat ik gezegd heb dat men, landelijk gezien en toch zeker plaatselijk, er de voorkeur aan zal moeten geven om onder alle omstandigheden woningen te bouwen. Als men hier een concertgebouw wil hebben en op een andere plaats weer een ander gebouw, dat niet dringend is, dan zal landelijk gezien het aantal woningen daar ten zeerste door gedrukt worden, dat kan niet anders. Nu zegt de heer De Vos wel, dat de woning bouw aan een bepaald contingent vastzit, maar de particuliere bouw valt toch buiten dit contingent, Wethouder De Vos: Deze wordt hierdoor niet geremd, dat staat er helemaal buiten. De heer De Feijter: Als voor dergelijke gebou wen toestemming gegeven wordt, dan zal dit toch uiteindelijk van invloed zijn op de woningbouw De Voorzitter: U heeft alleen te maken met de woningbouw in Terneuzen. De heer De Feijter: Als er 60 van het bouw volume in de woningbouw zit, laten wij het dan zoveel mogelijk opvoeren. De Voorzitter: U kunt het niet opvoeren. Wethouder De Vos: Wij hebben zelf niets op t< voeren. Wij zijn aangewezen op het toegewezer contingent en dat kunnen wij niet veranderen. De heer De Feijter: De particuliere bouw staa hier toch buiten. Wethouder De Vos: Die kunt U toch niet op voeren? Dat is een kwestie van particulier initia tief en daar hebben we in Terneuzen niet over ti klagen. De heer De Feijter: Als dergelijke verbouwin gen veel voorkomen, moet dat de woningbouw toch remmen, dat kan niet anders. Nu kan zo'n gebouw zijn nut hebben, maar ik geloof dat der gelijke dingen beter uitgesteld kunnen worden, tot later wanneer er genoeg woningen zijn. Dar zal het misschien nodig zijn dat dergelijke bouw werken uitgevoerd worden, om de werkloosheid t( bestrijden. De Voorzitter: Uw uitgangspunt is onjuist. D< woningbouw wordt niet in het minst geremd dooi deze verbouwing. De particuliere bouw is vrij, di woningbouw zit aan het contingent vast. Wethouder De Vos: Wanneer een stad groeit moet deze gelijkmatig groeien, dus niet alleei woningen, maar ook andere voorzieningen moi ten meegroeien, anders wordt de stad toch onbe woonbaar, ondanks de vele woningen. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat Terneuzen onbewoonbaar wordt als deze verbouw niet dooi gaat, maar een gemeente als Terneuzen heeft be hoefte aan een gebouw, waarin zich het cultureh leven overeenkomstig de aard en omvang kan af spelen. Wij kunnen toch niet zeggen: alleen wo ningen en scholen en voor de rest niets. Waa neer wij voor een dergelijk luttel bedrag een be hoorlijk gebouw kunnen krijgen, dan moeten wj dat doen. Het bedrag lijkt heel wat, maar als wij dat b., uitsmeren over 30 jaar, dan ziet het er al hee anders uit. Een dergelijke verbouwing schrijf men niet in 10 jaar af. Het is geen gemeentegebouw, maar een gebouw waarin zich het culturele leven in deze gemeent kan afspelen op waardige wijze, wat nu niet he geval is. Er is nu wel een concertgebouw, maa dat heeft om te beginnen geen entree; dat kom er nu wel. Het aanzien wordt ook verbeterd. Komen er andere particulieren, dan zullen wi dat op zichzelf moeten beoordelen, maar dan za ook als maatstaf moeten gelden, in hoeverre he algemene belang ermede gediend is, want dit een bijdrage, die wordt gegeven ten bate van he algemeen belang, niet ten bate van de heer Stan Jaert. Wij hebben in de afgelopen jaren herhaal deljjk verzoeken gekregen tot verlaging van d vermakelijkheidsbelasting op voorstellingen ei daarbij is aangetoond kunnen worden, dat het ge oouw geen winst opleverde. Ik kan me niet in denken, dat na een verbouwing, die zoveel kosl dit gebouw wel winst zal kunnen gaan opleveren Ik zou er geen kans toe zien, gezien de cijfer! waarvan ik heb kunnen kennisnemen. Wannee de gemeente zonder enig verder risico kan zeggen wij kunnen hier gebruik van maken, dan moetei wjj deze kans met beide handen aangrijpen. Ik ben niet bang voor de consequenties hiervan Er zijn bijna geen gelijkwaardige andere verzoe ken te verwachten. Zoiets komt niet herhaaldeljj voor: dit is een gebouw van openbaar nut, da toevallig in handen is van een particulier. Wan neer een gemeente het zelf zou moeten stichten zou dat kapitalen kosten, tienduizenden per jaar Ik begrijp niet, waar wij nog zolang over moetei praten. Er is reeds lang en breed over gesproka in het college van burgemeester en wethouder- wij hebben het in de commissie van financiën pracht en in de afdelingen besproken, en uitein delijk zijn wij tot dit voorstel gekomen. Ik za mijn medewerking hier van harte aan geven. De Voorzitter: De heer De Feijter heeft dl vrees geuit, dat de zaalhuur zou verhoogd worden Die vrees behoeft hij niet te koesteren. De heer De Feijter: Dat bleek niet uit het voor. stel. De heer Hol: Is het U bekend, óf de heer Stan daert ook provinciale subsidie heeft aangevraagi en of daarop al is beslist? De Voorzitter: Ik vermoed van niet, dat is niet bekend. De heer Hol: Het zou gewicht in de schaal kun nen leggen, hoe het provinciaal bestuur hierover denkt. De Voorzitter: Het is in hoofdzaak een gemeen telijk belang. De heer Hol: Het zou eventueel te pas kunnei komen in de discussie, als argument. De Voorzitter: Ik heb toch goed begrepen, dal U tegen het door U geamendeerde voorstel bent De heer Hol: Ja, doch ik dacht, dat de meer derheid van de raad voor dit voorstel zou zijn; daarom heb ik getracht op het voorstel van he college nog enige wijziging te verkrijgen. De heer Ollebek: Wethouder De Vos heeft zo even opgemerkt, dat hij vreest dat ook na de ver bouwing het Concertgebouw geen winst zal op brengen. Die vrees wordt door mij gedeeld, maa stel dat het zo aantrekkelijk wordt, dat er w winst uitkomt, zitten wij dan toch vast aan tï bijdrage? De Voorzitter: De bijdrage betreft alleen verbouwing, niet de exploitatie. Wethouder De Vos: Laten wij ons daarmei maar niet bezighouden. Overgegaan wordt tot stemming. Vóór stemmen de heren Van Langevelde, I> Vos, Ribbens, Fijn van Draat, N. F. Dieleman, Jan sen, Compiet, Weterings, Camps, Van Riet en Olle bek. Tegen stemmen de heren Hol, De Feijter en F Dieleman. Het voorstel is aangenomen. (Slot volgt.) Frankering bij abonnem EEN MOOI CADEAU voor Uw schoolgaande kinderen I in echt rol rundleder in de originele kleur (met ritssluiting! Onverslijtbaar Inhoud: 12 kleurpotloden Gom Puntenslijper 2 vulpenhouders - pennenkokertje 2 potloden Liniaal Inktlap Naamkaartje ia laar NOORD# TEA AT 5T TBRNBCZtf4 Dlrecteur-Hoofdredacteu Redactie-adres Administratie Telefoon 2073 N& 5 uur uitsluite Gironummer 38150 Abonnementsprijs: maand 2.— per week N- •adrt en 6 Ind Pa Opst centrale Volgens radio-Padang Indonesische regering „zeer spoedig" troepen tra te laten landen. dk>-Padang was deze vervat in strooibiljette terdag door de luchtmacht boven uitgeworpen. In de biljetten werd king aangeraden nie plaatselijke vliegveld en de stad te verlaten. In de uitzending we dat de mensen „om de inenten lachten". Radio-Padang heeft dat' de Indonesische „haar dreigementen vergezellen" door een bommen en boordwape brug bij Kelumpang, van Padang. In kringen van de o; gen in Singapore is dat indien de troepen trale regering in grote bij Padang aan land z< den gezet, de opstanc krachten niet zouden tegenstand te bieden, in het oerwoud zullen ken. Van daaruit p guerilla worden gevoe standelingen zouden verbrande-aarde-politie sen en er voor zorgen, geringstroepen geen v gen. Volgens de „Straits in pakkingen in Middf voor een waarde van gulden aan produkte eigendom zijn van zak Singapore. Getracht- kleine prauwen rubbe koffie van Sumatra pore te smokkelen. Op sommige punte overtocht slechts onge half uur, maar de It marine patrouilleert bied. De zakenlieden zijt evenals tijdens de po ties alle opslagplaats den en winkels in b worden gestoken, als zich terugtrekken. In kringen van de gen in Singapore wacht, dat de reger aan land zullen gaan dus aan de Indische Volgens andere beric zijn troepenconcentra nomen op de Riouw-s Volgens aanhanger volutionaire regering Prinses Margaret] Douglas-Home hebt hun verloving uit zullen dus niet tijder verblijf zich in de Zyi stad verloven, zo Stockholm vernome Een hofcommuni- bekend dat Douglas dag (vandaag) na: terug zal vliegen. E voorjaar opnieuw holm komen. Het repte niet van een In kringen, die n; met het hof onderh nomen dat Douglas-1 stekende indruk heeft gemaakt, in op de 75-jarige mon Het Sowjet-voc een vredesver Duitsla De bondsregering Sowjet-voorstel voo verdrag met Duit; het land nog niet De woordvoerder duitse regering, V die dit meedeelde dat het hem niet d kan worden gesprc vredesverdrag me land, welks territo en status niet bek Zoals bekend he sen voorgesteld, dt conferentie over drag met Duitsla sproken. Zij willei behandeling van Duitse hereniging dit een zaak van van Duitsland zeil Het Westen w over de kwestie di eniging spreken. en.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 10