Schoolétui
Djakarta
Gemeenteraad van Terneuzen
N.V.Fa P.J. VAN DE SAN DE
Nog gi
Prii
10
DE VRIJE ZEEUW
Zaterdag 8 maart 1958
Vergadering van donderdag 27 februari 1958,
des avonds te 19 uur.
Voorzitter: Mr P. H. W. F. Teilegen.
Wethouders: M. de Vos en M. van Langevelde.
Raadsleden: F. Dieleman, D. M. Ollebek, J. van
Riet, J. A. de FeiJter, Dr M. E. H. Camps, W. J.
Weterings, C. J. Compiet, R. Hol, A. Jansen, N. F.
Dieleman, P. Fijn van Draat en H. Ribbens.
Secretaris: A. J. Dees.
Wegens ziekte afwezig: S. W. Henry.
De Voorzitter opent de vergadering.
De Voorzitter: Vóórdat wjj overgaan tot de be
handeling van de agenda, zou ik Uw aandacht
willen vestigen op een historische datum, die in
middels verstreken is. 9 februari j.l. was het 12%
jaar geleden, dat de heer De Vos benoemd werd
lot wethouder en sindsdien mijn trouwe buurman
aan de rechterzijde is geweest. Ik wil graag dit
feit even in de herinnering oproepen en de heer
De Vos toewensen, dat wij nog vele jaren mogen
samenwerken op de prettige wijze, die wij gewend
zijn, voor het welzijn van de gemeente Terneuzen
Ik bied U mijn hartelijke gelukwensen aan.
Wethouder De Vos: Mijnheer de Voorzitter Ik
dank U hartelijk voor deze woorden. 12% jaar
vind ik op zichzelf niet zo'n belangrijk feit om er
een feest van te maken, maar in de politiek is
het toch een hele tijd en ik wil U en de gehele
raad hartelijk danken voor de ondervonden samen
werking. Wij zijn het niet altijd eens, en dit zal in
de toekomst ook niet altijd het geval zijn, maar
in ieder geval hebben wij in samenwerking een en
ander voor de gemeente weten te bereiken. Ik
denk ook met bijzondere dankbaarheid terug aan
de prettige samenwerking, die hier altijd is ge
weest met wijlen de heer Den Hamer; een samen
werking, waardoor gebleken is, dat hoezeer men
ook van politieke opvattingen mag verschillen
men elkaar op het praktische terrein toch dikwijls
weet te vinden en dat wij rustig in het belang van
de gemeenschap kunnen samenwerken.
1. Vaststelling notulen vergadering van 16
januari 1958.
Deze worden onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken
a. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde raadsbesluit van 19 december
1957 tot verkoop van een perceel grond, gelegen
op de hoek AxelsestraatZuidlandstraat;
b. idem inzake wijziging gemeentebegroting dienst
1957;
c. de door Gedeputeerde Staten van Zeeland goed
gekeurde raadsbesluiten d.d. 19 december 1957:
1. inzake gesloten kasgeldleningen;
2. inzake een met de N. V. Bank voor Neder
landse Gemeenten gesloten geldlening van
32.000,—;
3. inzake een met de N. V. Bank voor Neder
landse Gemeenten gesloten rekening-courant
overeenkomst;
d. mededeling van de Minister van Volkshuisves
ting en Bouwnijverheid dat hij bereid is de ge
meente te ontslaan van de behandeling van
eventuele resterende herbouwgevallen;
e. bericht ontvangst van Gedeputeerde Staten van
Zeeland wijziging van de Algemene Politiever
ordening d.d. 19 december 1957;
f. schrijven van Centraal Bouw- en Woningtoe
zicht inzake controle-rapport over het 4e kwar-
taal 1957;
g. controle-rapporten van het Verificatiebureau
over het 4e kwartaal 1957.
Bovenstaande stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders:
a. tot benoeming van een onderwijzeres aan de
openbare Zuidlandschool.
De voordracht luidt: 1. Mej. C. van der Peijl,
thans onderwijzeres in tijdelijke dienst aan de
openbare Zuidlandschool, wonende te Terneu
zen.
Overgegaan wordt tot stemming. De heren Com
piet en Weterings vormen met de voorzitter het
stembureau. Uitgebracht worden 14 stemmen,
waarvan 14 op Mej. C. van der Peijl.
Mej. C. van der Peijl is benoemd.
h. tot bevordering van gemeentewerklieden.
Dit voorstel wordt zonder bespreking of hoofde
lijke stemming aangenomen.
4. Idem A. tot het verlenen van eervol ontslag
aan de heer A. J. Dourleijn als lid van de
commissie van advies, bedoeld in art. 8 van
de Woonruiintewet 1947, te Sluiskil;
Dit voorstel wordt zonder bespreking of hoofde
lijke stemming aangenomen.
Idem B. tot benoeming van een lid in boven
genoemde commissie (vakature A. J. Dour
leijn).
De aanbeveling luidt:
1. F. Drabbe, Vinkenstraat 20, Sluiskil.
2. M. A. Duine, Merelstraat 11, Sluiskil.
Overgegaan wordt tot stemming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 9 op
de heer Drabbe en 5 op de heer Duine. De heer
Drabbe is benoemd.
5. Idem tot onteigening van gronden in de
Zuidlandpolder.
6. Idem tot verkoop van percelen grond in de
Zeven Triniteitspolder.
7. Idem tot het verlenen van een voorschot op
de vergoeding ex artikel 101 der L. O.-wet
1920 aan de besturen der Bijzondere scholen.
Deze voorstellen worden zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
8. Idem inzake voorschotten ex artikel 73 en 127
van de Kleuteronderwijswet aan de besturen
van de Bijzondere Kleuterscholen.
De heer Hol: Er staat wat betreft het bedrag
van het voorschot onder huur genoemd: voor de
Ver. Chr. Kleuterschool Terneuzen 2580,voor
de Ver. voor Chr. Kleuteronderwijs te Sluiskil
250,en voor de Ver. voor Chr. Kleuteronderwijs
te Driewegen 500,Zijn hier genomen die een
heden, die in de Memorie van Toelichting zijn op
genomen, dus resp. 300,f 950,— en 1150,—
per lokaal? De andere bedragen kloppen allemaal
maar deze niet.
De Voorzitter: De in de Memorie van Toelich
ting, genoemde bedragen betreffen vergoeding,
rente en afschrijving eigen gebouwen. De huren
van de 3 scholen zijn overeenkomstig het huurcon
tract, dat door burgemeester en wethouders is be
oordeeld.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
9. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage
aan de eigenaar-exploitant van het Concert
gebouw aan de Arsenaalstraat.
De heer F. Dieleman: Ik ben tegen dit voorstel.
Ik ben tegen uitbreiding van het Concertgebouw
om principiële redenen en ik vind het niet ver
antwoord, om voor dit doel aan een particulier
bedrijf ƒ22.000,te geven. Ik ben van mening,
dat in deze tijd van bestedingsbeperking een der
gelijke uitgave niet verantwoord is. In onze eigen
gemeente zijn er verschillende noodzakelijke wer-plaatsen, die er verschillende zijn te Terneuzen,
ken, die uitgesteld of zelfs afgesteld moeten wor
den. Ik zou het op prijs stellen, als het geld daar
voor besteed werd, en niet voor dingen, die niet
nodig, doch zelfs verderfelijk zijn. Wat zullen wij
doen, als ook andere particulieren hun zaak willen
uitbreiden en om een bijdrage vragen? Zij betalen
toch allen belasting. Doen wij geen stap, die wij
later niet kunnen verantwoorden? Ik zal mijn
stem niet aan dit voorstel geven.
De heer Hol: Het onderwerpelijke voorstel be
treft dus het verlenen van medewerking aan een
verzoek van de alhier gevestigde bioscoop-onder
nemer om een bijdrage uit de gemeentekas in de
rente van een lening te sluiten met het oog op de
verbouwing van het Concertgebouw alhier tot een
maximum bedrag van 150.000. De gelden zullen
door de gemeente in gelijke bedragen hoogstens
gedurende 10 jaar moeten worden betaald. Kortom
het komt hier op neer dat de gemeente Terneuzen
indien het voorstel wordt aangenomen, gedurende
10 jaren een gelijke bijdrage zal geven van 2200
over die 10 jaarlijkse periode komt dat dus neer
op ƒ22.000 (exclusief rente), waarbij de gemeente,
zolang de overeenkomst inzake de bijdrage-beta-
ling duurt, in overleg met de eigenaar-exploitant
maximaal vijf keer per jaar gratis over het Con
certgebouw of het Luxor-Theater zal kunnen be
schikken.
Alvorens mij verder over dit voorstel uit te
spreken, zag ik gaarne in het voor ons liggende
conceptvoorstel, de navolgende clausules opgeno
men en doe bij deze daartoe dan ook het voorstel.
Als eerste voorwaarde ware, na de eerste alinea
onder „besluit", op te nemen:
,dat de verbouwing van het Concertgebouw
zal dienen plaats te vinden overeenkomstig het
aan de raad overgelegde plan, waarbij de eige
naar-exploitant zal dienen te gedogen, dat van de
zjjde van de gemeente, door de Centrale Dienst
van Bouw- en Woningtoezicht, nauwlettend wordt
toegezien op de richtige uitvoering van het plan."
Toelichting: M.i. overbodig, omdat deze aanvul
ling n.m.m. voor zichzelf spreekt.
Als tweede voorwaarde ware op te nemen:
dat, indien te zijner tijd uit een door de
eigenaar-exploitant te gedogen onderzoek van de
zijde van de gemeente mocht blijken dat de kosten
van verbouwing van het Concertgebouw meer dan
10 in minder hebben bedragen dan 150.000,
dan zullen de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen
in de rente worden verminderd met een bedrag
berekend naar 4% over het verschil tussen de
begrote verbouwingskosten (ƒ150.000) en de wer
kelijke verbouwingskosten, gedeeld door zeven."
Toelichting: In de afdelingsvergaderingen van
eind 1957, dus nog slechts enkele maanden geleden,
werden dezelfde plannen met dezelfde (twee)
tekeningen overgelegd. Toen waren de verbou
wingskosten geraamd op 85.000 en was er sprake
van een 10-jaarlijkse gemeentelijke bijdrage in de
rente van ruim 1800.
Ik kan mij niet voorstellen dat de bouwkosten
de laatste drie a vier maanden zodanig zijn geste
gen dat deze de oorspronkelijke raming met maar
liefst 65.000 overtreffen, 150.000 min 85.000).
Uit zakelijke overwegingen verdient het m.i. aan
beveling de door mij voorgestelde aanvulling op te
nemen, opdat althans enige zekerheid bestaat dat
de verbouwing zal plaats binden in de orde van
grootte als aan de orde is gesteld.
Ik ben mij er tenvolle van bewust dat, indien
een werk wordt aanbesteed de kosten kunnen mee-
of tegenvallen, al is doorgaans het laatste het
geval.
Vandaar deze aanvulling, waarbij de nodige soe
pelheid wordt betracht en waartegen m.i. ook van
de zijde van de eigenaar-exploitant wel geen be
denkingen zullen bestaan.
Het volgende voorbeeld moge dit verduidelijken:
Verbouwingskosten begroot op 150.000
Stel werkelijke verbouwingskosten op 85.000
Verschil 65.000
Op de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage zal in
dat geval dan in mindering gebracht dienen te
worden
4,25 x 65.000
ƒ395 (afgerond)
100 X 7
De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage wordt dan
2200 395 1805, hetgeen nagenoeg over
eenkomt met wat in eerste instantie in principe
werd overeengekomen.
De voorgestelde aanvulling komt mij dan ook
reëel voor, omdat bij aanbestedingen een speling
van 10 nog normaal is te achten, terwijl, indien
de verbouwingskosten meevallen, het billijk is
achten dat de gemeentelijke bijdrage naar rato
wordt verlaagd.
Tenslotte stel ik voor in de laatste voorwaarde
in regel twee tussen de woorden „verbouw" en
geheel" tussen te voegen:
overeenkomstig het aan de raad overge
legde plan".
De heer De Feijter: Bij de behandeling van de
begroting nog groter zouden maken. Dit was be-
wethouders aan de raad gevraagd, niet met
nieuwe voorstellen te komen, die het tekort op de
begroting nog groter zouden maken. Dit was e-
grijpelijk en heeft bij de raad gehoor gevonden.
Er zijn uit de raad geen voorstellen ingediend, die
de begroting nog zwaarder zouden belasten, al zijn
er. genoeg werken te noemen, die noodzakelijk
zouden moeten worden uitgevoerd.
Het was voor mij teleurstellend, dit voorstel van
burgemeester en wethouders aan de raad te ont
vangen, waarbij de heer Standaert zou krijgen een
bedrag van ƒ22.000 als bijdrage in de rente van
een te sluiten geldlening, om het Concertgebouw
te verbouwen. De gemeentebegroting wordt dus
vanaf 1959 gedurende 10 jaar belast met 2200.
Ik heb tegen dit voorstel enkele bezwaren, en
zal er dan ook tegen stemmen. Een bezwaar is
voor mij, om bij een tekort van rond 220.000 op
de gemeentebegroting van het lopende jaar, voor
de komende 10 jaren nieuwe verplichtingen aan
te gaan, terwijl het onzeker is hoe de gemeente-
financiën er dan voor zullen staan. Als burge
meester en wethouders de raad voorhouden, niet
met nieuwe voorstellen te komen, omdat het geld
er niet voor is, zou de raad van burgemeester en
wethouders mogen verwachten, dat zij dat ook
niet doen. En dan te bedenken, dat door de uit
breiding der gemeente nog tal van werken zullen
moeten worden uitgevoerd, die onvermijdelijk zijn
en heel wat kosten zullen meebrengen-
Beslist onjuist vind ik het ook, een dergelijk
werk als de verbouwing van het Concertgebouw,
wat 150.000 zou kosten, nu uit te voeren met een
gemeentelijke subsidie, nu de woningnood ook hier
ter plaatse nog zo groot is. Wanneer wij alles in
het werk willen stellen, om de woningnood zo
spoedig mogelijk op te heffen, dan zullen wij ook
hier ter stede vóór alles huizen en onmisbare ge
bouwen, zoals scholen, moeten bouwen. Een werk
als de verbouwing van het Concertgebouw kan
zeker nuttig zijn, maar dit kan m.i. toch wachten
tot in het grote tekort aan woningen en andere
onmisbare gebouwen is voorzien. Verder valt te
voorzien, dat het verzoek om een bijdrage voor de
verbouwing van een zaal of bedrijfsgebouw na het
verzoek van de heer Standaert zeker door ande
ren zal gevolgd worden. Men kan dan zeker ook
wel argumenten aanvoeren om voor een bijdrage
in aanmerking te komen.
Wat denken burgemeester en wethouders dan
te doen? Als burgemeester en wethouders immers
aan de heer Standaert een bijdrage willen geven,
kunnen zij dit aan anderen moeilijk weigeren. Het
Concertgebouw voorziet zeker in een behoefte,
maar ook de vergaderzalen van 100 300 zit-
zijn toch van belang voor gemeente- en streek-
vergaderingen. Bij eventuele verbouwing of uit
breiding van dergelijke zalen, zal dan ook een ge
meentelijke bijdrage kunnen gevraagd worden.
Dan, mijnheer de Voorzitter, vraag ik mij met
zorg af, wat de huurprijs van het eventueel ver
bouwde Concertgebouw wel zal zijn. Ik denk nog
aan het feit, dat het Concertgebouw enkele jaren
geleden door de C.H.U. één avond gehuurd werd,
wat 120 kostte. Toen we later voor een derge
lijke vergadering het Hervormde Jeugdgebouw
huurden, kostte dat voor één avond ƒ25. Als er
nu 150.000 aan het Concertgebouw verbouwd
wordt, waardoor het aantal zitplaatsen van 450
tot 560 stijgt, hoe hoog zal dan de huur worden?
Zal dat voor de verenigingen, die er gebruik van
willen maken, nog betaalbaar zijn? De voordelen
wil ik niet over het hoofd zien, dat in de gemeen
te een gebouw vergroot wordt tot 560 zitplaatsen,
wat voor grote vergaderingen van belang is, en
dat de gemeente hier 5 keer per jaar gratis ge
bruik van kan maken, al is het mij nog niet dui
delijk waarvoor. De bezwaren wegen bij mij ech
ter zwaarder dan de voordelen, zodat ik tegen het
voorstel zal stemmen
De Voorzitter: De heer Dieleman kan ik niet
volgen in zijn principiële bezwaren, maar zijn ver
der betoog komt overeen met dat van de heer De
Feijter.
Wat er hier voor ons ligt, speelt pas in 1959.
Dat er een bijdrage van 2200 van ons wordt ge
vraagd gedurende 10 jaar, is niet van zo'n grote
invloed op de situatie van de begroting, dat wij
daardoor gevaar zouden lopen andere belangrijke
uitgaven te moeten nalaten. De voornaamste
overweging bij het college is geweest, dat wij voor
een geringe bijdrage gedurende 10 jaar een mo
dern geoutilleerd concertgebouw in de gemeente
krijgen, dat ver uitgaat boven het gemeentebelang
dat bij verbouwing van andere inrichtingen ter
sprake zou kunnen komen. Ik ben niet benauwd
voor dergelijke verzoeken, omdat het college de
vrijheid behoudt, om ieder verzoek op zijn eigen
waarde te beoordelen, en te vergelijken met vroe
gere verzoeken. Op het ogenblik kunnen wij ons
moeilijk voorstellen, dat er zich een geval zou
voordien, zoals ons nu wordt voorgelegd, waar
door wij een gebouw krijgen, dat voor de hele
streek van het allergrootste belang is en waar
immers gebleken is, dat wij groot gebrek hebben
aan een dergelijk gebouw, mogen wij uitermate
blij zijn, dat wij voor een minimaal bedrag klaar
komen. Als wij zien, wat er in andere gemeenten
wordt uitgegeven, dan geloof ik dat wij dankbaar
mogen zijn voor de mogelijkheid, die hier geopend
wordt. Ik geloof niet dat er bezwaar tegen is, dat
de voorwaarde, die de heer Hol naar voren ge
bracht heeft, n.l. dat het werk moet worden uit
gevoerd volgens het plan dat aan de gemeente is
voorgelegd, wordt opgenomen.
Verder is zijn voorstel niet helemaal overeen
komstig de werkelijkheid. Het is niet zo, dat wij
de verbouwingskosten kunnen vergelijken met de
85.000 bij de aanvang. Er is destijds gevraagd
om een subsidie in het bedrag van 85.000, maar
de verbouwingskosten waren niet zozeer verschil
lend van wat nu genoemd wordt. Wij geven nu
geen subsidie op 85.000 maar op 100.000. De
verbouwingskosten vergen een belangrijk bedrag
méér, dat de eigenaar zelf zal moeten fourneren
om tot deze verbouw te geraken. Dat geeft een
heel ander licht op de voorstelling van zaken, dan
die U hier geeft.
De heer Hol: Dit was mij uiteraard niet bekend
De Voorzitter: Destijds is er alleen over gespro
ken, dat er een subsidie zou worden gegeven op
een bedrag van ƒ85.000. U zegt zelf: de tekenin
gen zijn hetzelfde. De verbouwingskosten zullen
dus niet zoveel schelen. Het gaat om de subsidie,
die hier gevraagd is. Het bedrag van 85.000 is
gestegen tot 100.000. Ik geloof, dat hiermede het
2e voorstel eigenlijk wel van de baan is.
De heer Hol: Dat is dus min of meer een toe
zegging van het college bij de besprekingen ge
daan onafhankelijk van het resultaat van de wer
kelijke bouwkosten.
De Voorzitter: Het gaat om het subsidiebedrag;
dat staat betrekkelijk los van de verbouwings
kosten, want die zijn ongeveer altijd gelijk ge
weest en bedragen ongeveer 150.000. Het is wel
goed, dat zij genoemd worden, omdat daaruit blijkt,
dat voor de eigenaar een zeer groot bedrag voor
eigen risico blijft, wat hij dus zelf moet fourneren
Omdat dat te zwaar werd, hebben wij gemeend
dat de gemeente hierin tegemoet moest komen
door een subsidie te geven van 2200 gedurende
10 jaar. Aanvankelijk was het een verzoek om
subsidie te geven over een bedrag van 85.000.
De heer Hol: De tweede door mij voorgestelde
voorwaarde vervalt dus, maar de derde kan toch
wel worden opgenomen.
De Voorzitter: Dat is misschien zelfs overbodig
na de eerste. Dit spreekt bij de laatste voorwaar
de dan toch vanzelf.
De heer Hol: Als de eerste voorwaarde is opge
nomen, wel. Ik heb dan nog enkele opmerkingen.
Onze gemeente, eerst onlangs de 15.000 inwo
ners gepasseerd, telt, zoals bekend, thans twee
bioscopen, n.l. het Luxor-Theater en het Concert
gebouw, ieder met een capaciteit van 450 zit
plaatsen. Beide bioscopen zijn eigendom van en
worden geëxploiteerd door dezelfde persoon, die
inderdaad al heel wat kosten heeft gemaakt, uiter
aard in het kader van zijn bedrijf, voor verbete
ring en modernisering. Het Concertgebouw waar
in de laatste tijd alleen des zaterdags en zondags
filmvoorstellingen worden gegeven, wordt inder
daad veel gebruikt als zaal voor vergaderingen,
uitvoeringen enz.
Niet ontkent kan worden, dat het Concertge
bouw, zowel wat het in- als het exterieur betreft,
verbetering behoeft. Na verbouwing en aanbren
ging van een balkon zal, volgens de overgelegde
situatietekeningen, het Concertgebouw plaats bie
den aan 450 -1- 110 560 personen.
De vraag om medewerking van de gemeente
moet m.i. worden bezien tegen de achtergrond van
het algemeen belang, want daarin ligt m.i. alleen
de rechtvaardiging van de financiële hulp van ge
meentewege.
Diverse gemeenten werken mede om via dorps
kringen o.m. ruimtebiedende gebouwen te stichten
ten behoeve van het verenigingsleven, omdat dit
daar zonder niet tot ontplooiing kan komen. Ook
provincies subsidieëren in de kosten van ruimte-
biedende gebouwen.
De vraag is dus primair of het culturele leven
in Terneuzen behoefte heeft aan een zaal als be
doeld. Zou dit zo zjjn, dan kan de gemeente m.i.
in het algemeen (cultureel) belang medewerken.
Een andere vraag is: in welke mate? Gevraagd
wordt een gemeentelijke bijdrage ad ƒ2200 per
jaar, gedurende 10 jaren. De vraag is nu hoe
vaak het verenigingsleven de zaal nodig heeft of
dat er, behalve de 5 gemeentelijk geblokkeerde
avonden, anders steeds bioscoopvoorstellingen
zijn. Dit laatste is, zoals bekend, niet het geval,
want zou dit wel zo zijn, dan zou er m.i. geen aan
leiding zijn voor financiële hulp: omdat een bio
scoop zich zelf maar moet bedruipen.
Terneuzen kan inderdaad voor een betrekkelijk
gering bedrag uit de gemeentekas, dank zij de ver
betering van de particuliere zaal, de beschikking
over een goede zaal krijgen. Dus zou de stelling
verdedigt kunnen worden medewerking te ver
lenen tot een redelijk bedrag.
Hoe ligt de situatie echter ter plaatse?
B. en W. merken in het voorstel op: „Het is
zeker mede een streek- en dus een gemeente
belang, dat een ruim gebouw met behoorlijke ac-
comodatie voor bepaalde ontvangsten, vergaderin
gen e.a. beschikbaar is. Dit is thans niet aan
wezig."
De vraag dringt zich echter op: Is dit laatste
wel juist?
Persoonlijk zie ik de zaak aldus. Indien in onze
gemeente alleen het Concertgebouw aanwezig was,
dan geloof ik inderdaad dat het verantwoord zou
zijn om van gemeentewege medewerking te ver
lenen. Doch heeft men hier tevens niet de be
schikking over een prachtig gemoderniseerd Luxor-
Theater, waar velen van buiten de gemeente zich
reeds in loffelijke bewoordingen over hebben uit
gelaten?
Dat men deze zaal niet moet wegcijferen, blijkt
m.i. tevens uit het aan de orde zijnde voorstel
waar in de voorwaarden immers is gesteld, dat de
gemeente bij aanneming van het voorstel, immers
kan beschikken of over het straks gemoderniseer
de Concertgebouw of over het Luxor-Theater.
Wat betreft het behoefte-element aan een gro
tere zaal, zij nog het volgende opgemerkt.
Inderdaad zou het kunnen voorkomen, al zal het
sporadisch zijn, dat er behoefte bestaat aan een
grotere zaal. In dit verband zij opgemerkt dat,
naar ik meen, in 1905 en in 1953 „Schuttevaer"
alhier congresseerde, laatstelijk in het Luxor-
Theater. Zowel over de zaal zelve, de aankleding
als de service was men in deze kringen, die toch
waarlijk wel wat gewend zijn, best te spreken.
Hetzelfde kan gezegd worden van het destijds
druk bezochte binnenvaartcongres, naar ik meen
gehouden in 1933 (of 1934?).
Reeds eerder heb ik bij de behandeling van dit
punt in de afdelingsvergadering gesteld bevreesd
te zijn voor het scheppen van precedenten. En na
tuurlijk zou het prettig zijn dat het Concertge
bouw zou kunnen worden gemoderniseerd. Of het,
gelet op de huidige toestand ter plaatse, op de
weg van de gemeente ligt hiervoor gelden beschik
baar te stellen, meen ik te moeten betwijfelen.
Ik kan dan ook persoonlijk, hoewel ik de zaak
ernstig heb overwogen, geen vrijmoedigheid vin
den om voor dit voorstel te stemmen.
Wethouder Van Langevelde: Ik wil hier ook
graag nog wat in het midden brengen. Aller
eerst kan ik niet meegaan met de principiële be
zwaren van de heer Dieleman. Als ik deze bezwa
ren had gehad, zou ik niet voor het voorstel ge
weest zijn. Ik ben geen voorstander van bioscoop
exploitatie in zijn huidige vorm, maar daar gaat
het niet om. Een concertgebouw is in hoofdzaak
een vergaderlokaliteit; de bioscoopvoorstellingen
kunnen wij beter buiten beschouwing laten, om
dat de stimulering hiervan door deze verbouwing
nihil zal zijn.
Het bioscoopbezoek in Terneuzen is heel gering
dus dit zal in deze zaak geen rol spelen. Wat de
accomodatie betreft, vind ik het zeer belangrijk
dat het aantal zitplaatsen met 110 kan verhoogd
worden. Ik weet, dat verschillende gemeenten,
ook in onze provincie, veel grotere bedragen uit
geven dan wij hier voorstellen. Middelburg heeft
een concertgebouw, waarin de provincie en ook
de gemeente bijdragen; in Goes is het „Schutters
hof", dat op het ogenblik rendabel is, maar waar
ook veel grotere bedragen aan gegeven zijn dan wij
nu voorstellen. Maastricht bouwt een schouwburg,
die de gemeente 850.000 kost. Ik wil hiermee op
het ogenblik alleen maar naar voren brengen, dat
met dit betrekkelijk klein bedrag van 2200 ge
durende 10 jaar Terneuzen over een dergelijk ge
bouw zal kunnen beschikken, dat noodzakelijk zal
blijken voor onze gemeente en de gehele streek.
Nu deze gelegenheid zich voordoet, moeten wij
deze aangrijpen.
Er is naar voren gebracht, dat het geld beter
bestemd kan worden voor woningbouw. Men moet
niet vergeten, dat deze zaak al 2 jaar loopt. De
financiële commissie heeft hier al 1% jaar ge
leden over vergaderd. Vele besprekingen, ook met
de heer Standaert, zijn hieraan gewijd.
Moeten wij nu zeggen: door de bestedingsbeper
king moet deze zaak van de baan af? Er is in
derdaad gevraagd door burgemeester en wethou
ders: moeten wij het voorstel doen, maar het was
een kwestie, die al lang in de portefeuille zat en
dat maakte de zaak anders. Daarom hebben wij
vrijmoedigheid gehad, om het voorstel te doen. Ik
geloof niet, dat er zulke bezwaren ingebracht
kunnen worden, dat wij dit voorstel niet zouden
kunnen aannemen. Ik geloof ook, gezien het al
gemene belang dat hiermede gemoeid is, dat wij
erin zullen slagen, de goedkeuring van gedepu
teerde staten hierop te verkrijgen. Ik hoop, dat de
bezwaren zoveel verminderd kunnen worden, dat
de tegenstanders voorstanders zullen wórden.
Wethouder De Vos: Ik wil ook graag mijn
mening naar voren brengen, omdat er enige op
merkingen zijn gemaakt, die m.i. niet helemaal
hout snijden; b.v. wanneer de heer De Feijter
zegt: wij moeten dergelijke gebouwen niet neer
zetten, maar woningen, dan heeft hij misschien
een gedeelte van het publiek, in het bijzonder de
woningzoekenden op zijn hand, maar hijzelf weet
heel goed, dat het niet gaat om het realiseren
van deze verbouwing óf het bouwen van woningen,
want het gedeelte van de 500 woningen, die de
provincie Zeeland toegewezen heeft gekregen,
dat in Terneuzen gebouwd zal worden, wordt
toch wel uitgevoerd. Daar behoeft hij niet onge
rust over te zijn. Wanneer deze verbouwing ach
terwege blijft, komt er geen woning meer. Het
zou zelfs wel eens zo kunnen zijn, dat de uitvoe
ring van dit werk nodig is voor stimulering vaii
de werkgelegenheid, gezien het geringe bouw
volume dat aan de provincie is toegewezen.
Daarmede geloof ik, dat zijn argument wel zeer
afdoende ontzenuwd is.
Wat de bestedingsbeperking betreft geloof ik,
voor mezelf, dat wij dit woord eigenlijk al te veel
in onze mond nemen. Wanneer de regering meent,
dat dit gebouw niet verbouwd mag worden, dan
wordt er geen rijksgoedkeuring afgegeven. Zoals
op het ogenblik de zaken staan, worden de teugels
wat gevierd, omdat er in de bouwnijverheid een
zekere werkloosheid heerst.
U moet niet vergeten, dat zelfs in de drukste
tjjd niet meer dan 60 van de bouwcapaciteit
voor woningbouw wordt benut, omdat er nu een
maal andere werken in uitvoering zijn en toch is
met dat percentage in ieder geval het vorige jaar
een maximum aan woningen gebouwd kunnen
worden.
Terneuzen krijgt beslist niet meer woningen, als
deze verbouwing niet gebeurt.
Wat betreft de belasting van t'.e begroting heeft
de voorzitter opgemerkt, dat deze bijdrage pas in
1959 begint te lopen, zoals ook in de stukken
staat. Dit jaar wordt de begroting dus nog niet
belast. Anderzijds zou ik de heer De Feijter er
wel op willen wijzen, dat het nog wel meer zal
gebeuren, dat burgemeester en wethouders met
een voorstel komen, dat geld kost. Ik verwacht,
dat er in de volgende vergadering een voorstel zal
komen, waarmede de begroting van 1958 met on
geveer ƒ5000 zal worden belast.
Dan ben ik benieuwd, of de heer De Feijter daar
dezelfde mening over zal hebben als nu en of hij
dan tegen zal stemmen. Ik heb een voorgevoel,
dat dit niet zo zal zijn.
De heer De Feijter: Misschien mag ik beginnen
met op te merken, dat ik gezegd heb dat men,
landelijk gezien en toch zeker plaatselijk, er de
voorkeur aan zal moeten geven om onder alle
omstandigheden woningen te bouwen. Als men
hier een concertgebouw wil hebben en op een
andere plaats weer een ander gebouw, dat niet
dringend is, dan zal landelijk gezien het aantal
woningen daar ten zeerste door gedrukt worden,
dat kan niet anders.
Nu zegt de heer De Vos wel, dat de woning
bouw aan een bepaald contingent vastzit, maar de
particuliere bouw valt toch buiten dit contingent,
Wethouder De Vos: Deze wordt hierdoor niet
geremd, dat staat er helemaal buiten.
De heer De Feijter: Als voor dergelijke gebou
wen toestemming gegeven wordt, dan zal dit toch
uiteindelijk van invloed zijn op de woningbouw
De Voorzitter: U heeft alleen te maken met de
woningbouw in Terneuzen.
De heer De Feijter: Als er 60 van het bouw
volume in de woningbouw zit, laten wij het dan
zoveel mogelijk opvoeren.
De Voorzitter: U kunt het niet opvoeren.
Wethouder De Vos: Wij hebben zelf niets op t<
voeren. Wij zijn aangewezen op het toegewezer
contingent en dat kunnen wij niet veranderen.
De heer De Feijter: De particuliere bouw staa
hier toch buiten.
Wethouder De Vos: Die kunt U toch niet op
voeren? Dat is een kwestie van particulier initia
tief en daar hebben we in Terneuzen niet over ti
klagen.
De heer De Feijter: Als dergelijke verbouwin
gen veel voorkomen, moet dat de woningbouw
toch remmen, dat kan niet anders. Nu kan zo'n
gebouw zijn nut hebben, maar ik geloof dat der
gelijke dingen beter uitgesteld kunnen worden,
tot later wanneer er genoeg woningen zijn. Dar
zal het misschien nodig zijn dat dergelijke bouw
werken uitgevoerd worden, om de werkloosheid t(
bestrijden.
De Voorzitter: Uw uitgangspunt is onjuist. D<
woningbouw wordt niet in het minst geremd dooi
deze verbouwing. De particuliere bouw is vrij, di
woningbouw zit aan het contingent vast.
Wethouder De Vos: Wanneer een stad groeit
moet deze gelijkmatig groeien, dus niet alleei
woningen, maar ook andere voorzieningen moi
ten meegroeien, anders wordt de stad toch onbe
woonbaar, ondanks de vele woningen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat Terneuzen
onbewoonbaar wordt als deze verbouw niet dooi
gaat, maar een gemeente als Terneuzen heeft be
hoefte aan een gebouw, waarin zich het cultureh
leven overeenkomstig de aard en omvang kan af
spelen. Wij kunnen toch niet zeggen: alleen wo
ningen en scholen en voor de rest niets. Waa
neer wij voor een dergelijk luttel bedrag een be
hoorlijk gebouw kunnen krijgen, dan moeten wj
dat doen.
Het bedrag lijkt heel wat, maar als wij dat b.,
uitsmeren over 30 jaar, dan ziet het er al hee
anders uit. Een dergelijke verbouwing schrijf
men niet in 10 jaar af.
Het is geen gemeentegebouw, maar een gebouw
waarin zich het culturele leven in deze gemeent
kan afspelen op waardige wijze, wat nu niet he
geval is. Er is nu wel een concertgebouw, maa
dat heeft om te beginnen geen entree; dat kom
er nu wel. Het aanzien wordt ook verbeterd.
Komen er andere particulieren, dan zullen wi
dat op zichzelf moeten beoordelen, maar dan za
ook als maatstaf moeten gelden, in hoeverre he
algemene belang ermede gediend is, want dit
een bijdrage, die wordt gegeven ten bate van he
algemeen belang, niet ten bate van de heer Stan
Jaert. Wij hebben in de afgelopen jaren herhaal
deljjk verzoeken gekregen tot verlaging van d
vermakelijkheidsbelasting op voorstellingen ei
daarbij is aangetoond kunnen worden, dat het ge
oouw geen winst opleverde. Ik kan me niet in
denken, dat na een verbouwing, die zoveel kosl
dit gebouw wel winst zal kunnen gaan opleveren
Ik zou er geen kans toe zien, gezien de cijfer!
waarvan ik heb kunnen kennisnemen. Wannee
de gemeente zonder enig verder risico kan zeggen
wij kunnen hier gebruik van maken, dan moetei
wjj deze kans met beide handen aangrijpen.
Ik ben niet bang voor de consequenties hiervan
Er zijn bijna geen gelijkwaardige andere verzoe
ken te verwachten. Zoiets komt niet herhaaldeljj
voor: dit is een gebouw van openbaar nut, da
toevallig in handen is van een particulier. Wan
neer een gemeente het zelf zou moeten stichten
zou dat kapitalen kosten, tienduizenden per jaar
Ik begrijp niet, waar wij nog zolang over moetei
praten. Er is reeds lang en breed over gesproka
in het college van burgemeester en wethouder-
wij hebben het in de commissie van financiën
pracht en in de afdelingen besproken, en uitein
delijk zijn wij tot dit voorstel gekomen. Ik za
mijn medewerking hier van harte aan geven.
De Voorzitter: De heer De Feijter heeft dl
vrees geuit, dat de zaalhuur zou verhoogd worden
Die vrees behoeft hij niet te koesteren.
De heer De Feijter: Dat bleek niet uit het voor.
stel.
De heer Hol: Is het U bekend, óf de heer Stan
daert ook provinciale subsidie heeft aangevraagi
en of daarop al is beslist?
De Voorzitter: Ik vermoed van niet, dat is niet
bekend.
De heer Hol: Het zou gewicht in de schaal kun
nen leggen, hoe het provinciaal bestuur hierover
denkt.
De Voorzitter: Het is in hoofdzaak een gemeen
telijk belang.
De heer Hol: Het zou eventueel te pas kunnei
komen in de discussie, als argument.
De Voorzitter: Ik heb toch goed begrepen, dal
U tegen het door U geamendeerde voorstel bent
De heer Hol: Ja, doch ik dacht, dat de meer
derheid van de raad voor dit voorstel zou zijn;
daarom heb ik getracht op het voorstel van he
college nog enige wijziging te verkrijgen.
De heer Ollebek: Wethouder De Vos heeft zo
even opgemerkt, dat hij vreest dat ook na de ver
bouwing het Concertgebouw geen winst zal op
brengen. Die vrees wordt door mij gedeeld, maa
stel dat het zo aantrekkelijk wordt, dat er w
winst uitkomt, zitten wij dan toch vast aan tï
bijdrage?
De Voorzitter: De bijdrage betreft alleen
verbouwing, niet de exploitatie.
Wethouder De Vos: Laten wij ons daarmei
maar niet bezighouden.
Overgegaan wordt tot stemming.
Vóór stemmen de heren Van Langevelde, I>
Vos, Ribbens, Fijn van Draat, N. F. Dieleman, Jan
sen, Compiet, Weterings, Camps, Van Riet en Olle
bek.
Tegen stemmen de heren Hol, De Feijter en F
Dieleman.
Het voorstel is aangenomen.
(Slot volgt.)
Frankering bij abonnem
EEN MOOI CADEAU
voor Uw schoolgaande kinderen I
in echt rol rundleder
in de originele kleur (met ritssluiting!
Onverslijtbaar
Inhoud: 12 kleurpotloden
Gom
Puntenslijper
2 vulpenhouders - pennenkokertje
2 potloden
Liniaal
Inktlap
Naamkaartje ia laar
NOORD# TEA AT 5T TBRNBCZtf4
Dlrecteur-Hoofdredacteu
Redactie-adres
Administratie
Telefoon 2073
N& 5 uur uitsluite
Gironummer 38150
Abonnementsprijs:
maand 2.— per week
N-
•adrt
en
6
Ind
Pa
Opst
centrale
Volgens radio-Padang
Indonesische regering
„zeer spoedig" troepen
tra te laten landen.
dk>-Padang was deze
vervat in strooibiljette
terdag door de
luchtmacht boven
uitgeworpen.
In de biljetten werd
king aangeraden nie
plaatselijke vliegveld
en de stad te verlaten.
In de uitzending we
dat de mensen „om de
inenten lachten".
Radio-Padang heeft
dat' de Indonesische
„haar dreigementen
vergezellen" door een
bommen en boordwape
brug bij Kelumpang,
van Padang.
In kringen van de o;
gen in Singapore is
dat indien de troepen
trale regering in grote
bij Padang aan land z<
den gezet, de opstanc
krachten niet zouden
tegenstand te bieden,
in het oerwoud zullen
ken. Van daaruit p
guerilla worden gevoe
standelingen zouden
verbrande-aarde-politie
sen en er voor zorgen,
geringstroepen geen v
gen.
Volgens de „Straits
in pakkingen in Middf
voor een waarde van
gulden aan produkte
eigendom zijn van zak
Singapore. Getracht-
kleine prauwen rubbe
koffie van Sumatra
pore te smokkelen.
Op sommige punte
overtocht slechts onge
half uur, maar de It
marine patrouilleert
bied.
De zakenlieden zijt
evenals tijdens de po
ties alle opslagplaats
den en winkels in b
worden gestoken, als
zich terugtrekken.
In kringen van de
gen in Singapore
wacht, dat de reger
aan land zullen gaan
dus aan de Indische
Volgens andere beric
zijn troepenconcentra
nomen op de Riouw-s
Volgens aanhanger
volutionaire regering
Prinses Margaret]
Douglas-Home hebt
hun verloving uit
zullen dus niet tijder
verblijf zich in de Zyi
stad verloven, zo
Stockholm vernome
Een hofcommuni-
bekend dat Douglas
dag (vandaag) na:
terug zal vliegen. E
voorjaar opnieuw
holm komen. Het
repte niet van een
In kringen, die n;
met het hof onderh
nomen dat Douglas-1
stekende indruk
heeft gemaakt, in
op de 75-jarige mon
Het Sowjet-voc
een vredesver
Duitsla
De bondsregering
Sowjet-voorstel voo
verdrag met Duit;
het land nog niet
De woordvoerder
duitse regering, V
die dit meedeelde
dat het hem niet d
kan worden gesprc
vredesverdrag me
land, welks territo
en status niet bek
Zoals bekend he
sen voorgesteld, dt
conferentie over
drag met Duitsla
sproken. Zij willei
behandeling van
Duitse hereniging
dit een zaak van
van Duitsland zeil
Het Westen w
over de kwestie di
eniging spreken.
en.