Friesche Vlag r dubbel DE INGESNEEUWDE SLAAPWAGEN goudband-koffiemelk flumderdag 20 februari 1958 DE VRIJE ZEEUW Onderzoek in poging tot moord op wethouder in IJzendijke wordt heropend DE REPATRIëRING UIT INDONESIË „ONKWETSBARE" AMERIKAANSE RAKET HOUTVESTER manchester van Uw kopje koffie I de fles waar méér inzit l DE STAKING IN ARGENTINIË HET VRAAGSTUK VAN DE LANDBOUW IN EEN EUROPEES VRIJHANDELSGEBIED TER GELEGENHEID VAN BRUSSEL '58. Krijgsdansen op de Grote Markt in Brussel S In zijn zitting van mwen had het gerechtshof te «en Haag uitspraak moeten doen 1„ de zaak tegen de 26-jarlge tolr Almee L. C. uit IJzendijke, ('p"ervan wordt beschuldigd op 13 januari van het vorige jaar een wethouder van luzendijke, de 41-jarige landbouwer C. Doens, te hebben willen vermoorden. «e procureur-generaal van het gerechtshof had tijdens de be handeling van deze zaak op 5 februari jl. bevestiging gevraagd v an het vonnis van de rechtbank te Middelburg waarbij verdachte wegens poging tot doodslag werd veroordeeld tot tien jaar gevan genisstraf met aftrek van voor arrest. Bij de aanvang van de zitting van woensdagmorgen verklaar de de president van het ge- rechtshof Van Lookeren Cam- pagne een telegram ontvangen te hebben uit IJzendijke waarin werd medegedeeld dat daar een pistool gevonden is van hetzelf de kaliber als waarmede de moordaanslag moet zijn ge pleegd. Ook de raadsman gaf bijzonderheden over het vinden van dit wapen. Dit pistool was tot nu toe onvindbaar geweest. D» procureur-generaal baron Van Voorst tot Voorst deelde mede dat hem dit feit ook be kend was. Het pistool was reeds onderzocht in het gerechtelijk laboratorium van prof. dr. W. Froentjes in Den Haag en uit dit onderzoek was gebleken dat het hier inderdaad het pistool betreft waarmee op de bewuste avond werd geschoten. De raadsman van verdachte verzocht in verband met de vondst van dit pistool het on derzoek te willen heropenen. Na raadkamer verklaarde de piesident van het gerechtshof dot uit de mededelingen van verdediger van verdachte en de doarop gegeven toelichting van de procureur-generaal aangaan de het pistool waarmee het misdrijf zou zijn gepleegd, ge bleken is dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het hof acht het nodig te worden ingelicht omtrent de plaats en omstan digheden waaronder het pistool is gevonden en omtrent de her komst van het wapen. Het hof heropent daarom het onderzoek en verzoekt de pro cureur-generaal over het resul taat daarvan op de zitting van 11 april a.s. mededeling te wil len doen. Wethouder C. Doens was op de betreffende avond laat naar zijn schuren gegaan voor een controle. Toen hij de buitenlich ten en het licht in de schuur opstak werd hij plotseling be schenen door een fel licht. „Nu ga ik met je afrekenen", riep een stem en onmiddellijk daar op viel een schot. Een kogel trof de wethouder in de buik. De gewonde man liep naar het voorste deel van de schuur en greep daar zijn aanvaller beet. Tijdens deze worsteling, zo be weert Doens, heeft hij Coppe- jans herkend. Hij greep hem in de nek en verwondde hem. Hij moest de strijd echter opgeven toen hij een klap met het wa pen op het hoofd kreeg. De ern stig gewonde wethouder kroop toen naar buiten en riep om hulp. De gealarmeerde politie kon daarna op aanwijzing van de wethouder spoedig de Belg in een plaatselijk café arreste ren. Coppejans verklaarde niets van het gebeurde af te weten. „Ik ben vanavond per fiets naar een vriend in St. Laurijns, een dorpje 15 km over de Belgische grens, geweest", zei hij, „maar ik zag geen licht branden en dus vermoedde ik dat hij niet thuis zou zijn. Ik ben daarop teruggereden en naar het café gegaan". Bij onderzoek bleek evenwel dat in de woning van Tot 2 februari 1958 zijn sedert de gebeurtenissen in december uit Indonesië in Nederland 12.155 personen aangekomen. Op grond van het laatst beken de vaarschema van het directo raat-generaal voor de scheep vaart worden in de periode van 3 februari tot 1 april 1958 nog circa 12.400 personen in Neder land verwacht (exclusief vlieg tuigpassagiers aankomende in maart 1958, waarvan nog geen aantallen bekend zijn). Dit deelt de minister van maatschappe lijk werk mee in haar memorie van antwoord aan de Tweede Kamer over de begroting 1958 van haar departement. 16.641 personen hebben tussen 1 december 1957 en 1 februari 1958 Indonesië verlaten (13.137 per schip en 3504 per vliegtuig). Hierbij bevinden zich rond 4600 Nederlanders die in Indonesië voor hun levensonderhoud op rijkssteun waren aangewezen, zodat het resterende aantal min- en onvermogenden daar te lande op 1 februari j.l. nog rond 2900 bedroeg, tegenover 7500 per 1 december 1957. Ruim 2000 van de genoemde 4600 on- en minvermogende gerepatrieerden behoren tot de bejaarden. Naar raming waren op 1 februari j.l. nog rond 1400 on- en minvermogende bejaar den in Indonesië aanwezig, meer dan de helft der on- en minvermogende bejaarde Neder landers heeft dus de laatste twee maanden Indonesië ver late». de bewuste vriend die avond wel degelijk licht had gebrand en dit van buiten af goed te zien was geweest. De wond in zijn nek, zo vertelde Coppejans, had hij opgelopen bij het sche ren. Later verklaarde hij even wel dat hij door een rondvlie gend stuk hout in de hals was getroffen. Het motief voor de moord aanslag zou liggen in een ge schil over de pacht van een .-tuk grond. De stiefvader van Coppejans voerde een procedu re tegen de heer Doens over deze grond. De heer Doens zou eens hebben verklaard dat hij de grond niet wilde verpachten aan C. omdat deze een flink strafblad zou hebben. De Belg zou hierover erg kwaad zijn ge worden. De verdediger van Coppejans mr. H. A. R. Mul verklaarde gis termorgen tijdens de zitting van het gerechtshof dat het vermis te pistool in de richting van de weg is gevonden. Het wapen was nog geladen met enkele ko gels van hetzelfd.e kaliber n.l. 9 mm, als waarmee de moord aanslag werd gepleegd. Hij achtte dit feit zo belangrijk dat hij het hof verzocht het onder zoek te heropenen. De procureur-generaal deelde nog mede dat nadat opnieuw met het pistool in kwestie ge schoten was, uit door prof. Froentjes genomen foto's blijkt dat de sporen van de huls vol komen identiek zijn aan die welke voorkomen op de huls die in de stal werd gevonden. Met praktische zekerheid kan dus gezegd worden dat de aan slag met dit wapen werd ge pleegd. De procureur-generaal achtte de vondst van dit wapen evenwel niet van principiële be tekenis en meende dat de bewij zen tegen Coppejans er slechts sterker door werden. Hij achtte het niet noodzakelijk een nieuw onderzoek in te stellen en ver zocht onmiddellijk uitspraak te doen. Verdediger wees op het be lang van een nieuw onderzoek aangezien het wapen werd ge vonden in een heel andere rich ting dan waar tot nu toe was gezocht. Het vinden van dit pistool is van groot belang, zo zeide hij, en slechts een nauw keurig onderzoek kan aangeven of er een andere verdachte is. Na raadkamer besloot het hof tot heropening van het onder zoek in deze zaak. Het nieuwê ballistische projec tiel „Sergeant" van het Ameri kaanse leger is „onkwetsbaar voor alle tegenmaatregelen van de vijand die bekend zijn", aldus William Martin, burgerlijk leider van het onderzoekingswerk, door het leger verricht. Hij verklaarde dit op een bij eenkomst van journalisten in Chicago en voegde hieraan toe dat de „Sergeant" veel krachti ger is dan het eerste Amerikaan se ballistische projectiel, de „Corporal". O SCHÜTTETJSVELD PRODUCT 't kifo (M*1t 'tJwfo/ De gezfnsfleJ! '/j Itr. (540 gr.) 10.77 Ook verkrijgbaar In Va Itr. (270 gr.jl 0.45 Meesterlijk... zo*n kopje koffie met Friesche Vlag Goudband, dubbel lekker en.dubbel voordelig dank zij de grote fles en de 31 vaste melkbestanddelenl Er zijn dinsdag verscheidene Argentijnse vakbondsleiders in hechtenis genomen. De omvang van de staking van arbeiders in de olieindustrie uit protest tegen de bezetting van de fabrieken door militairen is uitgebreid. Mariniers en soldaten dwingen arbeiders aan het werk te blijven om te voorkomen, dat er een te kort aan benzine zal ontstaan. De staking is maandag begon nen. De regering beschouwt de actie als een poging de verkie zingen, die zondag a.s. zullen worden gehouden, onmogelijk te maken door het vervoer te ver lammen. Ook zijn een aantal arbeiders in hongerstaking gegaan. Vak bonden deelden mee, dat ruim zeventig van hen naar een zie kenhuis zijn gebracht. Het Engelse standpunt ten aan zien van de landbouw in het voorgestelde Europese vrijhan- delsgebied wordt misschien ver keerd begrepen. Engeland kan niet deelnemen aan een plan, waarbij het de invoer van land- bouwprodukten vrij zou moeten laten, maar het is volkomen be reid deel te nemen aan uitvoer bare en zinvolle regelingen, die ten doel hebben te komen tot een vrijere en meer redelijke handel. De Engelse minister van Fi nanciën Dereck Heathcoat-Amo- ry, die dit mededeelde in een bij eenkomst van de Europese indu striële conferentie, die onder auspiciën van de Britse raad van de Europese beweging te Londen wordt gehouden, verklaarde ver der, dat het billijk is, dat Enge- lands partners rekening houden met het punt, vanwaar Engeland begint'. De Engelse voedselim- port uit Europa, zo zeide hij, is vermoedelijk groter dan die van welk ander land der O.E.E.S. ook. In 1956 had deze invoer een waarde van 300 miljoen. De En gelse invoerpolitiek voor levens middelen en veevoeder behoort tot de meest liberale ter wereld en Engeland heeft niet het voor nemen hierin verandering te brengen, maar wenst juist door bruikbare procedures voor over leg en een progressieve coördina tie van de politiek der betrokken landen in West-Europa die om standigheden te scheppen, waarin de handel in landbouwprodukten zich kan uitbreiden. Aldus Heath- coat-Amory. Door AGATHA CHRISTIE. 6) „Nu dan „Maar het is een damescabine. Er is al een Duitse in de coupé een kamenier." „La-la, dat is lastig", zei mon sieur Bouc. „Maak je geen zorgen, mijn vriend," zei Poirot. „Ik reis in een gewone couioé". „Volstrekt niet. Volstrekt niet." Hij wendde zich weer tot de con ducteur. „Is iedereen er?" „Dat is waar ook," zei de men, „er is één passagier nog niet ge komen." Hij sprak langzaam, aarzelend. „Maar spreek dan toch!" „Cabine no. 7 een tweede klas. De heer is nog niet gekomen en het is vier minuten voor nege nen." „Wie is het?" „Een Engelsman." De conduc- teub raadpleegde zijn lijst. „Een mijnheer Harris." „Een gelukkige naam," zei Pai- rot. „Ik ken mijn Dickens. Mon sieur Harris zal niet komen." „Breng monsieurs bagage in no. 7", zei monsieur Bouc. „Als die monsieur Harris komt, zul- Nadruk verboden. len we hem zeggen dat hij te laat is dat de cabines niet zo lang opengehouden kunnen worden. Wc zullen de zaak wel schikken. Wat geef ik om een monsieur Harris?" „Zoals monsieur wil," zei de conducteur. Hij wees Poirots kruier waar hij heen moest gaan. Toen ging hij van de treeplank af om Poi rot te laten instappen. „Helemaal aan het eind, mon sieur," riep hij. „Cp één na de laatste coupé." Poirot ging de gang door, een enigszins moeizame tocht, daar de meeste reizigers buiten hun cou- pé's stonden. Zijn beleefde „pardons" werden geuit met de regelmaat van een wekker. Ten laatste bereikte hij de aangewezen coupé. Daar, omhoogreikend naar een handkoffer, stond de lange, jonge Amerikaan uit net Tokatlian. Hij fronste de wenkbrauwen toen Poirot binnenkwam. „Pardon," zei hij. „U hebt zich zeker vergist". Toen, in moei/aam Frans: „Ik geloof, u maakt ver gissing." Poirot antwoordde in het En gels: „Is u mijnheer Harris?" „Neen, mijn naam is MacQueen. Ik...." Maar op dat ogenblik sprak do stem van de wagon-lit-conduc- teur over Poirots schouder. Een verontschuldigende, enigszins ademloze stem: „Er is geen andere cabine in de trein, monsieur. De heer moet hier in." Hij liet het gangvenster neer terwijl hij sprak eri begon Poirots bagage binnen te halen. Poirot merkte zeer geanimeerd de verontschuldigende toon van zijn stem op. Zeker was de man een goede fooi beloofd als hij de coupé voor de andere reiziger kon vrij houden. Evenwel, zelfs de schitterendste fooi verliest haar effect, als een directeur van de maatschappij aanwezig is en zijn orders geeft. De conducteur kwam uit de coupé, nadat hij de koffers in de rekken had gezwaaid. „Voila, monsieur." zei hij. „Al les is in orde. U hebt het bovenste bed, no. 7. We gaan over één mi nuut." Hij holde de gang af. Poirot ging de coupé weer in. „Een fenomeen als ik zelden heb gezien," zei nij vrolijk. „Een sla-nwagen-conducteur, die zelf de bagage in het rek zet. Het is ongolvmrd!" Zijn medereiziger glimlachte. Hij was blijkbaar over zijn erger nis heen had blijkbaar beslo ten de zaak Eilosophisch op te vatten. „De trein is opmerkelijk vol", zei hij. Er werd gefloten, er kwam een lange, melancholieke gil van de locomotief. Beide mannen gingen in de gang. Buiten schreeuwde een stem: „Instappen!" „We gaan," zei MacQueen. Maar ze gingen nog niet. De fluit klonk weer. „Zeg mijnheer," zei de jonge man opeens, „als u liever het be- nedenbed hebt. makkelijker en zo dan vind ik het best." Een geschikte baas. „Neen, neen," protesteerde Poi. rot. „Ik wil u niet ontroeven." „Dat is niets." ,.U is te vriendelijk." Beleefde protesten van weers kanten. Hot is maêr voor één nacht," verklaarde Poirot. „In Belgra do „O juist. U slapt uit in Bel grado." „Dat niet. Ziet u. Een plotselinge ruk. De twee mannen gingen naar hei raam, kijkend naar het lange verlichte nerron, dat langzaam langs hen gleed. De Oriënt-Express was zijn drie-daagse reis door Europa be gonnen. (Wordt vervolgd.) De duizenden buitenlanders, die dit jaar ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling in de Belgische hoofdstad worden verwacht, zullen daar op de Grote Markt van een ongewoon schouwspel kunnen genieten. Enkele honderden Watoetsi- krijgers, de twee meter lange 'i elitesoldaten van de Mwami (koning) van 't Belgische man daatgebied Roeanda-Oeroendi, die van prinselijken bloede zijn, zullen dan namelijk in dit fraaie décor der middeleeuwse gildehuizen op het doffe ritme van de grote koningstrommels hun fraaie oorlogsdansen uit- voeren. Deze adellijke dansers, wier hoofden getooid zijn met witte manen en die luipaardvel- len om de lendenen dragen, be- J horen tot' het lichtgekleurde ras der Ilamieten en hebben niets gemeen met de negerras sen van Afrika. Zij zijn gewend slechts voorstellingen te geven voor personen van vorstelijken bloede het laatst traden zij op voor koning Boudewijn tij dens diens bezoek aan Congo en de mandaatgebieden en het heeft dan ook wat voeten in de aarde gehad voordat de dansers van dit trotse heersers- volk bereid waren in Brussel op te treden. Maandenlang heeft men on derhandelingen moeten voeren met de stamhoofden der Wa- toetsidansers, die tenslotte slechts met tegenzin geaccep teerd hebben met dansers van de echte negerbevolking van Roeanda-Oeroendi, de bantoes, in dezelfde stad op te treden. De organisatoren zijn er ten slotte evenwel in geslaagd de dansers van beide stammen met elkaar te verzoenen en deze zullen thans gedurende de wereldtentoonstelling in het gedempte licht van tientallen schijnwerpers hun beklemmen de en meeslepende krijgsdan sen uitvoeren. Ter gelegenheid van 't kunst- 1 festival der „Expo", waarvan de dansen der Wateetsis en Bantoes een onderdeel uitma ken, zullen o.a. ook het befaam de Spaanse ballet Antonio en 't niet minder vermaarde Rus sische Bolstoitheater voorstel lingen geven terwijl eveneens Poolse, Israëlische, Venezolaan se, Hongaarse, Bulgaarse en Oekrainse dansers zullen optre den. De circussen van Peking en Moskou zullen met een ge heel nieuw repertoire komen o.a. met gedresseerde ratten, muizen, katten, hazen alsmede 400 duiven. WONING AFGEBRAND. Te Twijzelerheide (F.) is woens dagmorgen omstreeks elf uur een woning, bewoond door het gezin J. Muntinga tot de grond toe af gebrand. De brand was zo fel, dat de brandweer vrijwel niets tegen het vuur kon uitrichten. De ge hele inboedel ging verloren. De bewoners vonden bij buren een voorlopig onderdak. Tengevolge van een brand in het Siciliaan.e dorp Petralie Sol- tana, bij Palermo, zijn vijf per sonen om het leven gekomen en veertien gewond. Een vliegtuig, dat uit Parijs naar Kopenhagen moest vertrek ken, kreeg een kwartier vertra ging doordat één der passagiers, een Liberiaanse diplomaat, te corpulent bleek om zijn veilig heidsgordel te kunnen dichtges- pen. Er moest eerst een langere riem aan zijn zitplaats gemaakt worden. Twee Oostenrijkse bergbeklim mers van resp. zestien en achttien jaar zijn om het leven gekomen bij een poginn om de top van i „Predigt-Stuhl" bij Goisern in Opper-Oostcnryk te bereiken.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1958 | | pagina 7