Steeds liet beste beeld met Televisie van RADIO TAZELAAR Gemeenteraad van Terneuzen DE FAMILIE TRAPP""] Keuze uit: 5 GRUNDIG 4 PHILIPS Zaterdag 9 november 1957 DE VRIJE ZEEUW 7 en 4-stanctaard apparaten Terneuzen Aanleg en Service door gediplomeerd personeel Tel. 2361 (K 1150) DE COMMUNISTISCHE PARTIJ IN DE SOWJET-UNIE LUXOR-THEATER TERNEUZEN Wij verwachten binnenkort de h< inde film II iiMiw mi iwnwiiK—iE Vergadering van dinsdag 29 oktober 1957. (Slot.) 8. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op het beheer van het woning bedrijf. De verordening wordt zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld. 9. Voorstel inzake toepassing van de minis teriële circulaire betreffende salarisvoorzie ningen van de hogere ambtenaren. De heer Van Riet: Ik lees in het voorstel, dat de meerderheid van burgemeester en wethouders af wijzend staat tegenover de uitkering van de ver goeding aan de paar ambtenaren, en wel omdat de lagere en middelbare arybtenaren er ook niet aan meedelen. Nu moet ik voor mezelf zeggen: wat schiet het lagere personeel er mee op, wanneer het voorstel van de meerderheid van burgemeester en wethou ders door de raad wordt aangenomen? Toch niets, letterlijk niets. Het ligt op de weg van de lagere en middelbare ambtenaren, om te protesteren en dat is zaterdag ook gebeurd in Den Haag. Het verwondert mij, dat in deze periode van dit Ministerie nu bij protestvergaderingen dit afge dwongen moet worden. Wij hebben eerst de onder wijzers gehad, toen het belastingpersoneel en nu zijn het de lagere ambtenaren. Ik heb dit in een vroegere periode nooit meegemaakt, ook niet toen de S.D.A.P. in oppositie was. Nu, met dit kabinet, zijn er steeds maar protest vergaderingen. Deze vergadering in Den Haag was georganiseerd door de Ned. Bond van Ambte naren en de Bond van Hoger en Technisch perso neel en ook door de Centrale van Rijkspersoneel. Daarom kan ik met het voorstel van de meerder heid van burgemeester en wethoud^-s niet mee gaan en stem ik voor de salarisverhoging, al is het maar voor 2 ambtenaren, die ervan zullen pro fiteren. Wij hebben de andere verhogingen, waar de ge meente geen zeggenschap over had, voor kennis- peMUnheer§de°Voorzitter! Ik hoop, dat er meer zullen.zÜn^jdie. mijn motief zullen steunen. De heer Hol: Ik geloof, dat het standpunt van mij persoonlijk, wat ook het standpunt van mijn fractie is, voldoende bekend is. Het is zo, dat, toen deze zaak aanhangig werd gemaakt in de Kamer, waarbij uitsluitend een ver hoging voor de topfunctionarissen werd voorge steld, de P.v.d.A. unaniem daartegen heeft ge stemd, met nog enkele leden van de C.H.U. Achter af Is er een storm van verontwaardiging opgesto ken en er zijn heel wat leden, die bij een politieke partij zijn aangesloten, die helemaal niet konden volgen wat er gebeurd was. Ik beschouw het als een groot onrecht in onze maatschappij wat hier gepleegd is, dat een cate gorie van ambtenaren een zeer belangrijke ver hoging heeft gekregen, er werd al gedacht aan steekpenningen en wat dies meer zij. Het is niet alleen teleurstellend, maar werkelijk grandioos fout. Het feit ligt er nu eenmaal en degenen, die de verantwoordelijkheid dragen voor het salarisbe- leid van die ambtenaren, voor zover het de Rijks dienst betreft, moeten het zelf weten, maar wan neer het gaat over het salarisbeleid in de gemeen telijke overheidssector, waarvoor wij mede verant woordelijk zijn, zal ook ieder van ons verantwoor delijkheid moeten dragen voor het feit: moeten wij doorgaan met wat de meesten van ons fout aanmerken of moeten wij zeggen: Wij stoppen hier. In verband met deze verantwoordelijkheid kan onze fractie van de P.v.d.A. hier niet aan meewerken en is dankbaar, dat de meerderheid van burgemeester en wethouders met een derge lijk voorstel is gekomen. Wanneer er voorstellen voor salarisverhoging worden gedaan, moeten zij naar onze mening voor alle ambtenaren geschie den. Hier gaan wij volkomen mede akkoord. De Voorzitter: Als ik het goed begrijp, is het onrecht niet de verhoging op zichzelf, maar dat de salarissen van de lagere ambtenaren met mee omhoog gaan. De heer Weterings: Ik denk er ook zo over. Er ls bij mij geen bezwaar, maar ik wil hier toch wel een protest laten horen, dat voor de lagere func tionarissen in deze op het ogenblik niets gedaan wordt, totaal niets. Ik ben het met de heer Van Riet eens; door het simpele feit dat deze twee ambtenaren niet ver hoogd worden, schieten de anderen niet op. Ik ben persoonlijk voor deze verhoging, maar ik prostes- teer tegen het feit, dat voor de anderen niets ge daan wordt. De heer De Feijter: Ik wil even mijn stem moti veren. Ik kan met de meerderheid van burgemees. ter en wethouders meegaan. Ik sta op het stand punt dat, wanneer er geld beschikbaar is voot salarisverhogingen, dit dan over het geheel moet verdeeld worden. Als het een gering bedrag is. moet men van onderaf beginnen en niet van boven af. Het verschil tussen de laagste en dc hoogste functionarissen wordt hier anders te groot Ik meen, dat wij hierdoor de salarisschaal uit el kaar trekken en daar wil ik niet aan meedoen Wethouder De Vos: Ik wil ook een en ander hierover zeggen. Ik vind het een onjuist stand punt, om te zeggen: ik vind het fout en ik protes teer, maar ik doe er toch aan mee, want de ande ren schieten er toch niets mee op. Het gaat hier om een kwestie van rechtvaardigheid en dit niet rechtvaardig. Wat nu anderen gedaan heb ben, dat is hun zaak. Elk draagt zijn eigen verant woordelijkheid: de gemeenteraad, de minister van Binnenlandse Zaken, die uiteindelijk in eerste in stantie verantwoordelijk is en tenslotte ook de Tweede Kamer. Dat wil ik even onderstrepen. Wanneer de heer Van Riet zegt, dat vroeger de S.D.A.P. altijd in de oppositie was en dat nu de P.v.d.A. mede verantwoordelijk is, dan kan ik on derstrepen wat de heer Hol heeft gezegd, n.l. dat heel onze Kamerfractie hiertegen heeft gestemd. Nu moeten wij een beslissing nemen en dragen wij de verantwoordelijkheid. Er is altijd aangeno men, dat de eerste ambtenaar 80 van de salaris- wedde van de secretaris moest krijgen. Nu deze wedde is verhoogd, komt hij niet meer aan deze 80 Wanneer wij die 80 willen handhaven, zoals is voorgesteld aan de gemeenten, dan komt er weer een te grote afstand tussen de eerste amb tenaar en de volgende. Wij hebben in het verleden al eens een lagere ambtenaar moeten optrekken, omdat het verschil te groot werd. Nu zouden wij moedwillig een groot verschil gaan scheppen. Ik kan niet inzien, dat dit rechtvaardig kan zijn. Ik zal dit niet verder toelichten. Dit loopt voor mij de spuigaten uit. Nu kan men protesteren, zoals in Den Haag ge beurd is, dat is allema-1 heel best, maar de ver tegenwoordigers van diezelfde organisaties pleiten hier in het georganiseerd overleg om het toch maar te doen. Dan kan men het protest ook wel achterwege laten. Dezelfde mensen zeggen nu hier: Ik vind het onjuist, maar het rjjk heeft het ook gedaan, dus u ook. Dan moet men ook niet protesteren. Op dit standpunt staan burgemeester en wethouders, en dat is het voorstel. De heer Van Riet: Ik hoop, dat de protestver gadering in Den Haag zal meebrengen, dat de organisatie succes zullen hebben, evenals de on derwijzers enz. en dat het zo zal zjjn, dat de ver hogingen ook voor de lagere en middelbare amb tenaren doorgetrokken zullen worden. Ik vraag me af, wanneer dit door de gemeente niet aangenomen zal worden, of er dan weer geen strubbelingen zullen komen. Wethouder Van Bange velde: De heren hebben allen kunnen lezen, dat in het georganiseerd over leg zeer duidelijk en langdurig over deze kwestie is gesproken. Ik meen, dat de rtandpunten heel duidelijk tegenover elkaar gesteld zijn. Wij willen niet de hogere ambtenaren verhogen om ook mogelijkheden te scheppen voor de lagere amb tenaren. Het is m.i. onze plicht, om éls wij ver hogen, dit voor alle ambtenaren toe te passen, dat spreekt vanzelf, en niet alleen een bepaalde groep van ambtenaren. Er zijn al dikwijls procentuele verhogingen geweest, waar de hogere ambtenaren het meest van geprofiteerd hebben, en dus veel voordeliger af waren dan de lagere ambtenaren. Als wij nu de 'hogere ambtenaren nog eens gaan verhogen, vind ik dit onjuist. Ik geloof, dat wij het juist zien, als wij, indien wjj verhogen, van onderaf beginnen. De heer Van Riet: 30 jaar geleden is het bi) de ambtenaren nooit anders geweest, dan dat de laagste ambtenaren de sluitpost waren. Van hoger hand werden de hogere verhoogd en de lagere niet. Wethouder De Vos: En daar wilt U nu aan meewerken. De heer Van Riet: Ik wil die twee ambtenaren wel degelijk die verhoging geven. Overgegaan wordt tot stemming. Voor het voorstel van burgemeester en wethou ders stemmen de heren M. de Vos, M. van Lange velde, F. Dieleman, J. A. de Fey ter, R. Hol, A. Jansen, N. F. Dieleman, P. Fijn van Draat en H. Ribbens. Tegen stemmen de heren D. M. Ollebek, J. van Riet, Dr. M. E. H. Camps en W. J. Weterings. Het voorstel is aangenomen. 10. Voorstel tot het aangaan van een kasgeld- lening van 25.000,en het verlengen van twee leningen, elk van 50.000, 10a. Voorstel tot het afsluiten van overeen komsten voor het aangaan of verlengen van geldleningen. 11. Voorstel inzake een tegemoetkoming inge volge art. 13 van de L.O.wet 1920. 12. Voorstel tot vaststelling van het aanta uren vakonderwijs in de nuttige handwer ken aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs. Deze voorstellen worden zonder bespreking o. hoofdelyke stemming aangenomen. 13. Voorstel tot vaststelling van de werkelijke uitgaven voor het openbaar en bijzonder on derwijs ex art. 101 der L.O.-wet 1920. De heer Weterings: Ik zou graag nadere in lichtingen ontvangen over de administratiekosten! Er wordt geklaagd bij het büzonder onderwijs, da. de administratiekosten geen gelijke tred hebber gehouden met het werk, dat aan de administratie van de scholen verbonden is. Is dit inderdaad nu zo, dat de kosten, die hier genoemd zijn, ook eigenlyk de werkelyke kosten zijn? De Voorzitter: Deze vraag is erg moeilijk direcl te beantwoorden. Ik kan dit wel eens onderzoe ken, als U daarmede genoegen wilt nemen. De heer Weterings: Het is een algemene klacht dat by de bijzondere scholen de post administratie kosten veel te krap uitgemeten is. Daar kunnen zij niet mee uitkomen, gezien het ontzaglijk velf werk, dat de laatste jaren erbij gekomen is ir vergelijking met vroeger. Er zijn zelfs gemeente besturen waar ƒ250 aan administratiekostei wordt gegeven. De Voorzitter: Wjj zullen het nagaan. De heer De Feijter: Ik ben het eens met df heer Weterings en zou het toejuichen, als dezt zaak onderzocht werd. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemmin; aangenomen. 14. Voorstel tot wijziging van de statuten van de. Stichting Beschuttende Werkplaatsen Midden Zeeuwsch-Vlaanderen. 15. Voorstel tot wijziging van de verordening tarieven voor het gebruik van het badhuis. Deze voorstellen worden zonder bespreking ol hoofdelyke stemming aangenomen. 16. Onderzoek geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid van de raad, de heer C. J. Compiet. Hiervoor worden aangewezen de heren Van Riet, Weterings en Fyn van Draat. De vergadering wordt geschorst. Na heropening deelt de heer Van Riet mede: Na onderzoek door de_ commissie kan ik U mede delen, dat de heer Compiet kan worden toegelaten De Voorzitter: Ik stel U voor, de heer Compiet als lid van deze raad toe te laten. Hiertoe wordt zonder bespreking of hoofdelyke stemming besloten. 17. Rondvraag. De heer Van Riet: Mijnheer de Voorzitter: Enige tyd geleden is reeds de weg van de Vloos- wijkpolder ter sprake gebracht, die begint bij d<~ Westsluis, voorbij de rechterkant van de leiding en zo naar het Piermansdykje. Deze weg is on noemelijk slecht. Toen ik er laatst ging kijken had het al een paar dagen niet geregend, maar toch was de weg byna onbegaanbaar door de velt Dutten, die er in zitten. Deze weg is slechts 2,5 m breed. Als er een wagen over rijdt, is er aan de kanten niet veel ruimte meer over. Een rijwiel pad is er niet, dus de fietsers -en dat zyn er heel wat moeten links en rechts van de wegrijden Voor voetgangers is het helemaal erg, want als er een auto afkomt weten zy niet, waar zy naar toe moeten. Nu zyn de putten in deze weg al verschillende malen volgestort met cokes, maar dit is in een minimum van tyd weer weg. Een grote verbete ring is noodzakelijk. Het probleem is niet opge lost, door opnieuw de putten dicht te gooien. Hel is zeer gevaarlijk als de fietsers tegen de scherpe kanten van de stenen rijden, en dit veroorzaakt ook veel slijtage aan de banden. Ik zou U voor willen stellen, om allereerst de kanten van df weg voor de fietsers en de voetgangers grondig te verbeteren, want dit kan zo niet blijven. Ten tweede kom ik op de verlichting van deze weg. Wanneer men vanaf de weg naar Sluiskil de diepte inrijdt over de stenenbrug, staat daai geen enkele lantaarn, dus is het daar aardedonker. Door de mensen, die over deze weg moeten wordt er nogal eens een hartig woordje gespro ken. Men vraagt zich af, of dat hier geen Ter neuzen meer is. Als ik dan naar de verlichtinf van Terneuzen kyk, en speciaal naar het Oostelij]- Bolwerk, waar 15 lampen branden, terwyi er maar woning staat en waar een mooie weg is, dar vraag ik me toch af, hoe dat zit. Dan kan ik niet anders doen, dan de mensen gelijk geven en ik hoop, dat U eens wilt overwegen, om b.v. enkele lantaarns over te brengen naar de Vlooswyk- polder. De heer Weterings: Ik wil ook even een licht ount aansnijden, nl. de hoek Mauritsstraat— Irenestraat. Daar heeft eerst een lantaarnpaa' gestaan. In de Irenestraat staat maar één lan taarn, plus nog een aan het eind. Deze paal of de hoek is er uit gehaald en aan de andere kan van de straat gezet, met gevolg dat het in de straat aardedonker is. In verband met de verlen ging van de Mauritsstraat is het natuurlijk be langryk, om daar een lichtpunt te plaatsen, maai, nu is er zeker een afstand van 40 m, waar geen lantaarn staat. De Voorzitter: Wij zullen het bekijken. De heer Weterings: Ik heb nog een andere kwestie. Ik wil beginnen met burgemeester en wethouders hartelijk dank te brengen voor de wijze, waarop zy op zeer korte termijn de raads leden en andere genodigden in de gelegenheid heb ben gesteld, om een beter inzicht te krijgen in het Deltaplan. By de bespreking is mij duidelijk ge bleken, althans als het waar is wat er gezegd is, waar ik niet aan twyfel, dat Terneuzen niet be schikt over een plan. De heer Verburg heeft tot zelfs driemaal toe gezegd: is er van Terneuzen geen plan, dat aansluit op deze Deltakwestie? De Voorzitter: Wanneer Terneuzen volgens zijn woorden een bepaald voorstel had om een bepaal de mogelijkheid te openen voor de gemeente Ter neuzen, dan zou dit aan de bevoegde instanties voorgelegd kunnen worden. De heer Weterings: In verband daarmede zou ik graag van U willen vernemen, hoe het staat met de besprekingen in de commissie van de 5 gemeen ten hierover. De Voorzitter: Ik vrees, dat er verschillende te leurstellingen zullen zyn. Ik wil beginnen met te zeggen, dat die mededelingen van de heer Verburg niet helemaal overeenkomstig de werkelijkheid zijn, wat hij, dunkt my zelf ook zou kunnen we ten, ten aanzien van de plannen en gedachten, die by het gemeentebestuur leven. Wat betreft de mo »elykheden van industrialisatie in onze gemeente is als ik het wel heb reeds op 20 februari 1.1. een brief geschreven aan het Provinciaal Bestuur met het verzoek, eens de mogelijkheden te onderzoe ken van de vestiging van grootindustrie in Ter neuzen. Daar hebben wy nog steeds geen antwoord op gehad. Ik weet niet, of de brieven van Vlissingen eerder behandeld worden, maar dit was een con -rete gedachte, die by het gemeentebestuur leefde lat. de mogelijkheid van vestiging bestaat in Ter neuzen, en dat wy graag zouden vernemen, hoe het met die mogelijkheid stond. Wat betreft de samenwerking tussen de gemeen -n: wij hebben enige malen vergaderd onder lei ''eg van het lid van Gedeputeerde Staten de hee Hkötter, en hier zyn de werkzaamheden op he ogenblik gesplitst in twee gedeelten. De oorspronkelijke gedachte, zoals die van de gemeenten naar voren is gekomen, is geweest een streekplan voor de 5 gemeenten, omdat wij ieder met onze afzonderlijke plannen met elkaar in bot sing dreigden te komen. Om dat te voorkomen, zyn wij aan één tafel gaan zitten met de gemeen ten uit de kanaalzone, on dit streekplan op te stellen. Daarnaast is men al jaren aan het werk, om nader overleg te plegen, om bevrijd te worden van de stank van de westelijke waterleiding. Dit is nt ook opgenomen in dit streekplan en er is weei ontact opgenomen met het bureau, dat ook vroe ger, een jaar of tien geleden, de berekeningen ge maakt heeft. Dit bureau heeft een plan ontworpen, waarby er een persleiding komt van Sas van Gent naar dt Westerschelde. Hierover is eerst in de kring van de gemeenten gesproken; daarna in een werkcommis- ie, die buiten mijn aandacht staat en toen wee> n een vergadering van de vertegenwoordigers var de gemeenten, met de industrieën. Dit is de laat ste vergadering geweest, een maand of wat gele den. Morgenmiddag is er weer een vergadering waarby zowel het plan van de persleiding als he structuurplan van de vijf kanaalgemeenten za worden besproken. Dit laatste is door de vergade- ing opgedragen aan het architectenbureau ir Gou wetor, als de stedebouwkundige van Terneuzen en het architectenbureau Schat en Schut, dat he. uitbreidingsplan van de gemeenten Sas van Geni en Westdorpe verzorgt. Deze twee bureaus heb ben elkaar in samenwerking kunnen vinden en ma ken nu een structuurplan van de kanaalzone. D^ zal morgen besproken worden, na de behandelin van de persleiding. Ik weet niet, of wy daar mo. gen eenstemmigheid over zullen krijgen. Moch: dit zo zyn, dan zal de volgende procedure zijn, da de verschillende gemeenteraden op de hoogte zul len worden gebracht. De heer Camps: Zijn er in dit structuurplan var de 5 gemeenten ook bepaalde verlangens van dt gemeente Terneuzen naar voren gebracht? Ik denk aan een buitenhaven, een oliehaven, industrieterreinen, opslagterreinen. De Voorzitter: Dit is nog niet gebeurd. Wij heb ben hierover wel een bespreking met de heer Gou wetor gehad, die morgen ook op de vergadering zal zijn, om enige verlangens naar voren te bren gen. De heer Weterings: Het is toch niet de bedoeling dat over deze zaak een rapport wordt opgesteld? De Voorzitter: Hoe bedoelt U dat? De heer Weterings: Ik heb indertijd, in 1947, 'n rapport gekregen, waarin tevens gedachten naai voren werden gebracht over de diverse mogelijk heden voor Terneuzen. Daar is het bij gebleven In het rapport werd aangegeven welke mogelijk heden de kanaalstreek biedt. De Voorzitter: Op het uiteindelijke kaartontwery zult U zien de plaatsen, waar industrie wordt ge vestigd, de recreatieterreinen, de bebouwingsker nen en ook de persleiding. De heer Weterings: Ook een eventuele buiten haven enz.? Heeft het College er ook aan gedacht in verband met de bijeenkomst in Brugge, die w moeten toejuichen, om dit plan door te trekken van Terneuzen tot Gent? Kan dit in de commissie niet nader bekeke- worden? Ik heb het idee, dat van de grens tr Gent ook wel belangstelling zal bestaan. Ik gelooi dat wij op internationaal niveau meer succes zul len bereiken, indien wij ook de beide Vlaanderen? hierbij kunnen betrekken, temeer omdat de mi nister niet al te sympathiek staat tegenover dr noeilijkheden, die Zeeuws-Vlaanderen heeft. Hl heeft wel gezegd in zijn memorie van antwoord dat hij belangstelling heeft voor de kanaalstreek maar dat zegt betrekkelijk weinig. Hier moet mee komen dan belangstelling. Ik zou U in overweginr willen geven, of dit niet op internationaal niveau gespeeld kan worden? De Voorzitter: Ik weet niet, of U in het ver slag gelezen heeft, dat tenslotte aan het eind var de referaten van de 3 E. T. I.'s de wenselijkheid naar voren is gekomen om niet alleen deze con- ferentie's te houden, maar ook om een gemeen schappelijk concreet plan te maken. Dit is natuur lijk iets in de geest zoals U bedoelt. De heer Weterings: Dan neemt Terneuzen een zeer belangrijke plaats in. De Voorzitter: Het E. T. I. is ook vertegenwoor digd in de werkcommissie van de kanaalgemeen ten. De heer Weterings: U hebt ook wel gemerkt ir hotel „Rotterdam", dat Vlissingen een plan had. rij zeggen: Terneuzen, wy begrijpen jullie moei lijkheden, maar kom eerst eens met een plan. De Voorzitter: Dat is juist fout, en een reden te meer om op het vinkentouw te zitten, opdat onze gedachten eindelijk doordringen in de plan nen, zoals die worden opgesteld t.a.v. de 3 pro vincies. De heer Weterings: Ook het Schelde-statuut moet aan een beschouwing onderworpen worden Wij zitten op internationaal terrein, wij kunnen niet alleen iets doen, maar komen voortdurend met internationale conventies in aanraking. De Voo-rzitter: Het Scheldestatuut speelt in de' onderhandelingen over de waterwegen een rol. De heer Weterings: Als wij enkel een buitenha ven bezitten ook, in verband met de haventarie ven enz. De Voorzitter: Dat ls nog niet bekeken. De heer Weterings: Ik ben blij over de door TI gegeven toelichting, maar ik heb toch nog een vraag. De provincie heeft documentatiemappen iver deze zaak. Zou het niet mogelijk zijn, dat van gemeentezijde ook exemplaren van deze documen tatiemap aangeschaft worden, dat bv. iedere frae tie een dergelijke map tot zyn beschikking krijgt' De Voorzitter: Wij zullen het vragen. De heer Hol: Deze plannen zijn wel van veel belang, als ik het zo hoor, maar hoe denkt U er -■ver in verband met de plannen voor de nieuwe -luizen en het nieuwe kanaal? Het zal niet zo roeten worden, dat wij een kostbaar plan maken terwijl achteraf blijkt, dat wij dat misschien hele maal moeten herzien. Hier ligt alles op interna tionaal niveau. Acnt U dat geen bezwaar om nu plannen te maken? De Voorzn.,er: Het plannen maken is niet zö kostbaar. Wij doèn niets anders de laatste tijd; d.w.z. op een tekening aangeven de verscnillende desideiata die naar voren komen. U vreest dat wij dan in strijd zullen komen met de plannen t.a.v. de douw van nieuwe sluizen, maar wy gaan toch niet van alles klakkeloos op een Kaart zetten. Bij voorbaat moeten de heer Tuyn en andere deskunaigen geraadpleegd worden. De heer Hol: Als ik de plannen betreffende de Westerschelde en liet Sloe bekijk, dan vraag ik me af: zijn de belangen, die er liggen èn voor Ter neuzen èn voor het Sloe wel voldoende overwogen De Voorzitter: Daar kan ik geen ja of nee op zeggen. Het Sloe was in een voordelige positie, umuat men daar een nieuwe dijk moest maken. Er moest iets gebeuren en men was in de gele genheid, het gemakkelijker te kunnen uitvoeren aan hier. Hier moet men een dijk afgraven. De heer Hol: Daar staat tegenover, dat de outil lage hier wèl aanwezig is. De Voorzitter: Niet voor een buitenhaven. Ik kan mij inderdaad moeilijk aan de indruk onttrek ken, dat er meer aandacht besteed wordt aan Vlis- lingen, waar tegenover staat, dat men een be- angrijke gegadigde had voor een enorm terrein, il. „De Schelde", die 200 ha in gebruik neemt. Wethouder De Vos: I'- geloof wel, dat dit één an de belangrijkste factoren is. Wanneer wjj een .ergelijke gegadigde hadden, zou dat ook een stoot geven. De heer Weterings: Er zijn diverse grote onder nemers, dat zal het gemeentebestuur wel bekend zijn, die een oogje hebben laten vallen op de ka naalzone, maar die bij het verwezenlijken van hun plannen met de moeilijkheid zitten, dat men niets ueeft om aan te bieden en er moet dus eerst iets ondernomen worden, wil men bedrijven kunnen aantrekken. Er moet een klimaat geschapen wor den, waardoor deze zaak aantrekkelijk wordt ge naakt. Er zijn inderdaad grote bedrijven, die hier nun oog op hebben laten vallen. Ik denk altijd nog aan de hoogovenindustrie, die naar mijn mening niet in het Westen, ik bedoel in Holland, zal ko men, maar waar men nog altijd naar-Terneuzen knipoogt. De Voorzitter: Dat geloof ik niet. De heer Weterings: Als ik behoorlijk georiën teerd ben en ik heb wel enkele dingen gehoord dan geloof ik, dat er nog mogelykheden liggen. Wethouder Van Langevelde: Ik geloof, dat wij een klein beetje te veel voorby zien, dat de kanaal- zönecommissie pas in het leven geroepen is om plannen te ontwerpen, maar deze commissie be staat nog maar ongeveer een jaar. Zy heeft al neel wat plannen gemaakt en dan ligt het voor de hand, zoals de heer Hol gezegd heeft, dat men zich afvraagt: maken zij niet tè veel plannen? Ik geloof echter, dat dit niet het geval is. Men weet daar toch ook wel, dat het kanaal eventueel zal verbreed worden en ook dat er nieu we sluizen moeten komen, dus hiermede zal wel rekening worden gehouden. Ik geloof, dat de commissie op het ogenblik ac tief bezig is, en dat wij daar de vruchten van zul- en zien. De vergadering met de heer Verburg ieeft verhelderend gewerkt, maar cr blijven nog veel vragen over. Deze vragen kunnen door de kanaalzönecommissie behandeld worden. Deze commissie zal voor onze streek voldoende plannen uitwerken, ook voor Terneuzen, omdat ook onze emeente in deze commissie vertegenwoordigd is. De Voorzitter: Ter aanvulling wil ik U medede len, dat het niet zó is, dat de vijf kanaalgemeen ten moeten wachten totdat het streekplan klaar is, met een uitbreidingsplan voor hun eigen gemeen te, gelukkig niet. Dat zou ook niet kunnen. Het streekplan is een zaak, die niet zo vlug voor elkaar is. Als U denkt aan de Zaanstreek enz., dan be grijpt U wel dat er veel tijd nodig is, om een be hoorlijk plan klaar te maken. Daar kan Terneuzen niet op wachten. De heer Weterings: Neen, maar U moet het één koppelen aan het-ander. Dit moet tegelijkertijd gaan. De Voorzitter: In het algemeen kunnen wy wel zeggen, dat een aparte gemeente vlugger met zyn plan klaar is dan een hele streek, die 5 gemeenten omvat. De heer Weterings: Als wij als gemeente aan d* Schelde gelegen vooruit werken, kan dat best. De Voorzitter: Men kan bij deze samenwerking niet zeggen: wij hebben er het meeste belang bij. De heer Weterings: Zo wil ik het ook niet zeg gen. Ik bedoel, het uitgangspunt van de kanaal zone is tenslotte Terneuzen. In verband daarmede moet van hieruit naar het zuiden toe het eerst ge werkt kunnen worden, en dan, waar ook iets voor te zeggen is, vanuit het zuiden naar hier toe. De Voorzitter: Dat moet gecoördineerd worden. De Voorzitter sluit de vergadering. Aan de berichten als zou er een belangrijke wijziging in het bestuur van de communistische partij in de Sowjet-Unie zijn, aangebracht, hecht men in wel ingelichte kringen te Moskou weinig geloof. De afwezigheid van twee vol ledige en vier kandidaat-leden op een donderdagavond in het Kremlin gehouden receptie be tekent waarschijnlijk, dat zij aan feestelijkheden elders deel namen. De niet als aanwezig genoem de leden waren N. A. Koslof en A. I. Kiritsjenko.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1957 | | pagina 3