De campagne tegen Nederland Binnenlands Nieuws Inbrekers slaan grote slag Spanning onder Nederlanders enigszins geweken vrouwen en één man Spit In de rug Kloosterbalsem Donderdag 7 november 1957 DE VRIJE ZEEUW INDONESI P. K. I. pleit voor gewapende aanval op Nederlands Nieuw-Guinea AUSTRALIE EN WESTELIJK NIEUW-GUINEA VOORSHANDS GEEN STRAFVERVOLGING INZAKE ONGEVAL MAJOOR K. DR SUBANDRIO OVER AUSTRALISCHE HOUDING INZAKE NIEUW-GUINEA NIEUWE BRANDSTOF VOOR HET LANCEREN VAN RAKETTEN BIJZONDER RIJVAAR DIGHEIDSBEWIJS VOOR AUTO-INSTRUCTEURS Grote partij diamanten gestolen AMERIKA HAD JAREN GELEDEN DE MAAN AL KUNNEN BEREIKEN DE VERKIEZINGEN IN DE VER. STATEN BELGISCHE RAKET De secretaris-generaal van de Indonesische communistische party, D. N. Aidit, heeft dinsdag voorgesteld, dat de Indonesische strijdkrachten een rechtstreekse gewapende aanval zullen uitvoe ren op Nederlands Nieuw-Gui nea. In een verklaring tot het, door de minister van Voorlichting, Sudibjo geleide comité van act e voor de bevrijding van West- Irian, zeide Aidit, dat „de Neder landse politieke macht in West- Irian alleen en uitsluitend is ge baseerd op militaire kracht". De Nederlandse regering kan deze politieke macht over West- Irian handhaven zolang zij de kosten van de militaire macht in dit gebied kan betalen. Het groot ste deel van deze kosten wordt bestreden met gelden, die door de Nederlandse kapitalisten in Indonesië zijn verdiend, aldus Aidit. „Om West-Irian van de Hol landers terug te krijgen, is het dus noodzakelijk om de militair,e kracht van Nederland in dat deel van Indonesië te verzwakken. Dit moet worden gedaan in de eerste plaats door een deel van de In donesisch? strijdkrachten ten oorlog te doen trekken tegen de Nederlandse troepen in West- Irian als de tijd daarvoor rijp is en als de Hollanders blijven vast- houden aan hun obstinate weige ring om dit gebied op vreedzame wijze aan Indonesië terug te ge ven. In de tweede plaats dient, om het Koninkrijk der Neder landen onmogelijk te maken de militaire strijdkrachten in V/est- Irian te financieren, een actie te worden ondernomen tegen de „Nederlandse economische hulp bronnen in het vrije Indonesië, namelijk de Nederlandse mijn bouw-, cultuur-, bank-, im-, en export-, vervoers-, en industriële ondernemingen". Deze tweede actie zou volgens Aidit door de arbeiders, landbou wers, nationale zakenmensen en door de jeugd moeten worden uitgevoerd, met steun van de ge wapende machten. Deze verklaring van Aidit was de boudste sinds minister Su- bandrio volgens de nationale pers zou hebben gezegd, dat de kwes tie Nieuw-Guinea tot een derde wereldoorlog zou kunnen leiden. Intussen hebben zeven Neder landse hoogleraren van de uni versiteit van Tndonesië zich schriftelijk tot de minister van Onderwijs gewend met het ver zoek hen in te lichten over de omstandigheden, waaronder zij, in het licht van de officiële pu- blikaties over de achtereenvol gende stadia van de West-Irian- campagne, als Nederlandse on derdanen in de toekomst zullen moeten leven en werken. In deze brief wordt opgemerkt, dat de Nederlandse hoogleraren in een buitengewone positie ver keren, omdat zij enerzijds ver plichtingen hebben tegenover In donesië, doch aan de andere kant behoren tot een bevolkingsgroep, tegen wie de actie is gericht. Deze situatie leidt tot een in nerlijk conflict, dat hen voor een ernstige gewetensvraag stelt, doch zij dreigt het hun tevens onmo gelijk te maken hun beroeps plichten naar behoren uit te voe ren. De president van de universi teit van Indonesië, professor Bahdar Djohan, verklaarde de bezorgdheid van de Nederlandse hoogleraren ten volle te kunnen begrijpen. Op een persconferentie heeft het hoofd van het parket in Djakarta, Sutomo Nitidipuro, verklaard, dat het bekladden van muren van kantoren en woonhuizen, en van auto's zon der toestemming van de eige naren criminele misdrijven zijn. Toegevend dat de huidige actie een politieke actie is, merkte hij met nadruk op, dat het par ket erop wenst te wijzen, dat in de actie voor de bevrijding van West-Irian „wij ons moe ten onthouden van het vernie uw van de eigendommen van «mdere mensen". De burgemeester van Djakarta, Sudiro, deelde mede, dat een aan tal Nederlanders hem 'om be scherming heeft gevraagd. Ge vraagd naar zijn mening over het bekladden ven muren, zeide Su diro dat „dit tot de bevoegdheid behoort van de organisatie tot samenwerking tussen de jeugd en de militairen, die voor de actie richtlijnen had gegeven". Naar zijn mening wekken slagzinnen als „Doodt de Nederlanders" ken nelijk bezorgdheid onder de Ne derlandse gemeenschap. Enkele Nederlanders hebben hem ge vraagd of zij de opschriften mochten verwijderen, waarop hij geantwoord heeft dit eerst aan de bedoelde organisatie te zullen vragen. Premier Djuanda Kartawidja- ,ja heeft woensdag medegedeeld, dat de Indonesische regering maatregelen heeft genomen tot voorkoming van excessen tijdens de campagne tot bevrijding .van West-Irian, waarvan het tweede stadium op 10 november aan staande zal beginnen. Zijn ver klaring heeft de bezorgdheid on der de 12.000 Nederlanders in de hoofdstad enigszins doen afne men. Volgens een door de Nederland se Kamer van Koophandel voor Indonesië uitgegeven communi qué heeft premier Djuanda even eens verklaard, dat de Indonesi sche regernig prijs stelt op een ongestoorde voortzetting van de activiteit van alle bedrijven. Dit communiqué werd uitge geven, nadat een delegatie van deze Kamer van Koophandel woensdagmorgen vroeg door de Indonesische minister-president in audiëntie was ontvangen. De delegatie had tegenover de pre mier uitdrukking gegeven aan de bezorgdheid onder het Neder- De Australische minister voor Gebiedsdelen, Paul Hasluck, heeft dinsdag gezegd te hopen, dat de Nederlanders „lange tijd" in westelijk Nieuw-Guinea zou den blijven. Hij voegde hieraan toe: „Ik denk, dat de toekomst van de volken van het gehele gebied van Nieuw-Guinea het beste ge- - hiend zal zijn door samenwer- efking tussen Australië en de Ne derlanders". Minister Hasluck is dinsdag ln Pormoresby aangekomen om de Nederlandse minister van Zaken Overzee, mr G. Ph. Helders, te ontmoeten. landse zakenleven in Indonesië over de gebeurtenissen in het kader van West-Irian-actie. Premier Djuanda legde bij die gelegenheid de volgende verkla ring af: „1. De Indonesische regering ondersteunt tenvolle het streven van het actie-comité voor West- Irian, dat de regering waardevol acht in de strijd om de terugkeer van West-Irian in het Indonesi sche grondgebied. 2. De Indonesische regering wenst niet, dat zich tijdens deze actie excessen zullen voordoen en heeft maatregelen genomen om excessen te voorkomen. 3. De Indonesische regering stelt prijs op een ongestoorde voortzetting van de activiteit van alle bedrijven". Tegelijkertijd heeft het comité van actie voor de bevrijding van West-Irian een verklaring uitge geven, waarin werd gezegd dat het volkomen onjuist is om zijn jongste aankondiging dat in het tweede stadium van de campag ne een nog intensievere actie zal worden gevoerd, uit te leggen als zoude daarbij tot intimidatie, ver nieling of andere terroristische daden tegen persoonlijke eigen dommen en particuliere onder nemingen worden overgegaan. Het comité, dat onder leiding staat van de minister van Voor lichting, Sudibjo, heeft de bevol king gewaarschuwd op haar hoede te zijn tegen provocatieve handelingen, die de bedoeling hebben de strijd voor de terug keer van West-Irian op een zij spoor te leiden of daartegen ob structie te voeren. Gevraagd waaruit de actie op 10 november zal bestaan, ver klaarde het comité, dat pogingen zullen worden ondernomen om de jeugd van West-Irian voor te bereiden op „het besturen en ont wikkelen van hun gebied op zo danige wijze, dat zij, evenals de overige Indonesische jeugd, in een vrij land zal kunnen leven". Inmiddels werd uit Soerabaja gemeld, dat thans ook daar met de verfkwastencampagne is be gonnen. Vrijwel alle winkelrui ten en de gevels van kantoren en winkels in het winkelcentrum waren beklad met slagzinnen, waarin de teruggave van West- Irian aan Indonesië wordt geëist. Op de muren van de ambtswo ning van de Nederlandse consu laire vertegenwoordiger in Soera, baja was geschilderd: „We willen de stijfkoppige Hollanders krui sigen", en „Geef West-Irian aan ons terug, aap". Flink wrijven met Klooster - balsem; de warmteopwekkende stoffen verjagen snel de pijn. "geen goud zo goed" J Naar het A N.P. van de zijde /an de officier van Justitie te Utrecht, mr. W. H. Overbeek, verneemt, wordt door hem het auto-ongeval van majoor K. als een normaal ongeval beschouwd, dat niet door een aanrijding werd veroorzaakt. Mr. Overbeek ziet derhalve voorshands geen termen aanwezig tot het instel len van een strafvervolging. In de namiddag van dinsdag 5 november is, zo verneemt het A.N.P. voorts van de officier van Justitie te Utrecht, majoor K. voor het eerst in verband met dit ongeval door de politie verhoord. Het verhoor vond plaats in aanwezigheid van de advokaat van majoor K., door de districtscommandanten van de Koninklijke marechaussee en de rijkspolitie te Utrecht en De Bilt. Een eerder verhoor kon niet plaats vinden, aangezien daartegen door de behandelen de geneeskundige op grond van de gezondheidstoestand van de majoor bezwaar werd gemaakt. Uit het verhoor bleek, dat ma joor K. meent aangereden te zijn. Hij leidt dit af uit een door hem waargenomen schok. Hij verklaarde niet een auto te heb ben gezien, die met zijn auto in botsing kwam. Wel heeft hij achter zijn auto een lichtschijn sel waargenomen. Het onderzoek, ingesteld door de Koninklijke marechaussee in samenwerking met de rijkspoli tie te Utrecht en het gerechte lijk laboratorium van het direc toraat-generaal van politie heeft de volgende resultaten op geleverd Het ongeval vond plaats op de rijksweg 12 onder de gemeente Harmeien. Majoor K. bereed de ze weg met een DKW-personen- auto, waarin hij alleen was ge zeten, gaande in de richting Den Haag. Zijn auto is van de door hem bereden inhaalbaan afgeraakt, naar links door de scheidingsweg geschoven, meer dere malen gekanteld en over de kop geslagen en aan de rand van de tegenoverliggende rij baan op zijn rechterzijde tot stilstand gekomen. Daarbij is het linkerportier afgerukt en is de bestuurder uit de auto geslin gerd. De Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, dr. Suban- drio, heeft woensdag verklaard, dat het Australische volk moet beseffen, dat de veiligheid van Australië afhangt van de veilig heid van Indonesië. In een commentaar op recen te verklaringen van leden van het Australische kabinet, waarin steun werd gegeven aan het Ne derlandse standpunt in het ge schil over westelijk Nieuw-Gui nea tussen Nederland en Indo nesië, zeide de minister aan het Indonesische persbureau Anta- ra, dat als Indonesië, met of zonder westelijk Nieuw-Guinea, in politiek of militair opzicht zich anders mocht gaan instel len dan Australië, dit de veilig heid van Australië zeer zeker in gevaar zal brengen. De minister achtte de tijd ge komen voor de regering en de volkeren van Australië en Indo nesië om zich over het vraag stuk West-Iran kalm te beraden. De minister wees er met na druk op, dat Indonesië geen ge bied wenst over te nemen, dat niet tot dit land behoort, doch het is de plicht van het Indone sische volk om de onafhanke lijkheid te eisen voor het voor malige Nederlands-Indië, ten einde „door onze landgenoten in West-Iran niet te kunnen worden beschuldigd zich van hun lot niets te hebben". Volgens een woordvoerder van het Britse genootschap voor on derzoek op het gebied van non- ferrometalen is door de Britse maatschappij „Borax Ltd" in de Verenigde Staten een nieuwe brandstof samengesteld voor het lanceren van raketten. De brand stof bestaat uit borium en water stof. De woordvoerder is van me ning dat de Russen dezelfde brandstof hebben gebruikt bij het afschieten van kunstmanen, zo dat zij de Amerikanen dus enke le weken voor waren. De Russische professor T. Chatsjatoerof heeft het blad „Goedok" meegedeeld, dat er bij het lanceren van de tweede kunstmaan een nieuwe brand stof is gebruikt. Begin 1958 zal in het wegen verkeersreglement een wijziging worden aangebracht, waarbij be paald wordt dat degene, onder wiens toezicht een auto wordt bestuurd, over een bijzonder rij vaardigheidsbewijs moet beschik ken. De minister overweegt, als overgangsperiode hiertoe de tijd van een jaar worden aangehou den, zodat na afloop van deze termijn ieder, die rijlessen geeft, zich aan het speciale instruc teursexamen heeft moeten onder werpen. Naar aanleiding hiervan heeft de Bovag-sectie rijscholen beslo ten, in samenwerking met de stichting V.A.M. (Vakopleiding Automobiel- en Motorrijwielbe- drijf) cursussen voor de rij-in- structeurs te organiseren. KOLENWAGEN CONTRA PERSONENTREIN. Een openstaande deur van een kolenwagen van een goederen trein, die in de richting Utrecht reed, vernielde woensdagmorgen te ongeveer 7.15 een raampje van de bestuurderscabine en van het conducteursverblijf van de oer- sonentrein Utrecht's-Graven- hage, ter hoogte van Zoetermeer. De reizigers schrokken van de klap, maar daar bleef het bij. INBRAAK IN AMSTERDAMS BEDRIJF In een bedrijf aan de Stadhou derskade te Amsterdam is in de nacht van maandag op dinsdag ingebroken en een aanzienlijk geldbedrag ontvreemd. De perso nen, van wie de politie thans nog geen enkel spoor heeft gevonden, zijn aan de achterzijde van het gebouw binnengedrongen, nadat zij een ruit uit een deur hadden gesneden. Met in een schrijfbu reau gevonden sleutels konden zij twee brandkasten ooenen en een bedrag van ruim 3300, twee reischèques van tien pond ster ling, wat vreemd geld en een geldkistje met ruim 300 buit maken. ERNSTIGE VECHTPARTIJ OP AMSTERDAMSE ZEEDIJK In de nacht van dinsdag op woensdag om 3 uur kwamen twee Amsterdammers, die voor de politie van het bureau War moesstraat geen onbekenden zijn, op de Zeedijk met elkaar in con flict, waardoor een hevige vecht partij ontstond. Uitlokker van het gevecht, een 26-jarige koop man, liep een zware hersenschud ding en diverse bloedende won den op. Tussen de koopman en een 23- jarige classificeerder bestond sinds enige tijd een vete om een vrouw, die eerstgenoemde op ra dicale wijze trachtte op te lossen. De koopman vroeg zijn 23-jarige medeminnaar, toen hij hem in het holst van de nacht op straat ontmoette, om een vuurtje. Hij sloeg dadelijk het doosje uit han den van de classificeerder en ge lastte hem dit op te rapen. De jongemdn weigerde aan deze vreemde opdracht gevolg te ge ven en liep weg. De koopman ontstak hierop in woede, smeet zijn rivaal op de grond, stootte hem met het hoofd tegen de straat en beet hem in zijn nek. Een broer van de aangevallene snelde te hulp en sloeg de koop man enkele malen met een koud- 14.) door BRUNO J. (Nadruk verboden.) „En dacht je, dat je van mij wèl hield?" vroeg ik, een beetje geërgerd om deze nu zo overbo dig geworden comedie. „Je kent mij niet langer dan een paar uur en een uur na onze kennisma king lag je al in mijn armen. Ik denk, Palme Palma hoorde niet wat ik dacht, want de heer Legrand stoorde ons gesprek. Ik trok mijn jas aan en nam afscheid. „Ik vond het erg prettig, dat u mij zo ter wille bent geweest", zei ik, expres een beetje nadruk leggende op het „ter wille." Toen begon ik een domheid. Ik gaf namelijk mijn visitekaartje af, krabbelde er mijn Nederland se adres op, en zei: „Ik zal het erg op prijs stellen, als u mij tot een wederdienst in staat zoudt stellen. Mocht u eens in Holland komen, dan staat mijn huis na tuurlijk altijd voor u open." Legrand nam met een lichte buiging het kaartje aan en legde het neer op de salontafel. Ik nam afscheid. Terwijl ik haar hand drukte, zei Palma: „Uw vrouw zal het wel jammer vinden, dat zij niet met u mee kon naar Pa rijs. Onze stad is denk ik in Hol land ook wel erg in trek?" Een ogenblikje dacht ik er over haar voor dit uitproberen te „Amerika had jaren geleden de maan al kunnen bereiken. Op wetenschappelijk terrein zijn wij daartoe ver genoeg gevorderd, maar er was niet voldoende geld beschikbaar om dit plan te ver wezenlijken", aldus een verkla ring van Dan A. Kimball, direc teur van de Amerikaanse maat schappij Aerojet-General Corpo ration, een rakettenfabriek. Hij voegde eraan toe dat de Ver. Staten een raket bezitten welke een nog zwaardere kunst maan in de ruimte kan brengen dan Spoetnik-II. VAN LHEENKE. straffen, door voor te doen of ik getrouwd was. „Ach, waarom ook eigenlijk?", dacht ik en ik ant woordde: „Parijs is wel erg in trek bij ons Hollanders, maar bij mijn vrouw toch niet. Ziet u: ik ben namelijk niet getrouwd." Terwijl ik de kamer uitliep met Legrand, zei ik tot deze, zo, dat Palma mij wel moest horen: Ik wacht maar totdat die rage van huwelijksontrouw voorbij is." Ik had het schertsend gezegd, maar Palma zou ongetwijfeld de bedoeling begrijpen. „Ontrouw bij de vrouw, ligt meestal aan de man", zei Le grand, die mijn opmerking se rieuzer behandelde dan zij be doeld was. „Dat kon wel eens waar zijn", mompelde ik. Daarop namen Legrand en ik afscheid. HOOFDSTUK VI. Het was inmiddels al over el ven en ik vond het eigenlijk een beetje vervelend om nu nog bij de familie Du Portant aan te ko men. Ik besloot eerst even op te bel len en als leugentje om bestwil te vertellen, dat het een hele toer was geweest om mijn koffer te pakken te krijgen. Ik zocht naar een telefooncel en vond die op Inbrekers hebben in de nacht van maandag op dinsdag j.l. in een perceel aan de Blankenstraat te Amsterdam een grote slag ge slagen. Bij een op de eerste verdieping gevestigde firma die gereedschap pen voor de diamant verwerken de industrie vervaardgid hebben zij een brandkast opengebrand, waarin zich een grote partij dia mant en diamantpoeder bevond. Een partij ruwe diamant met een gewicht van 416,81 karaat, in af metingen van een halve tot ze ven milimeter en met een waar de van 13.387,86 werd ont vreemd. Bovendien verdween uit de brandkast ook nog een geldsbe drag van 121,16 en uit een boekbinderij op dezelfde etage een bedrag van 22 benevens 13 tafelaanstekers, 2 actetassen, een fototoestel, een belichtingsmeter en 30 sigarettenaanstekers met een gezamenlijke waarde van ruim. 500. De politie heeft de Nederland se diamantwereld in kennis ge steld van de diefstal en heeft voorts alle grensposten gewaar- enige afstand van de flat waar ik wezen moest. Mevrouw Du Portant zelf nam de telefoon aan en verzekerde mij, dat het helemaal geen be zwaar was als ik nu nog kwam. Zij wilde er eenvoudig niet van weten, dat ik, zoals ik voorstel de, deze nacht in een hotel zou doorbrengen. Ik beloofde haar, dat ik over een minuut of tien bij haar zou zijn en belde af. Na een minuut of tien gelopen te hebben, riep ik een taxi aan en liet ik mij naar 't flatgebouw nr. 414 rijden. Voor de flat stond al een taxi, iemand rekende met de chauffeur af en ging het ge bouw binnen. Ik volgde een mi nuut later dit voorbeeld en zocht nummer 414 op. Degeen die voor mij uitliep, bleek óók op nr. 414 te moeten zijn. Het was een jon ge vrouw, die gekleed was in een grijze swagger en wiens kastan jebruine haren bijeengehouden werden door een sjaaltje, dat op heel originele wijze aangebracht was. Toen ik bij de huisdeur van Du Portant kwam, had de vrouw die deur al geopend en stond zij half in de hal. „Neemt u mij niet kwalijk", zei ik, „maar ik moet hier ook zijn. Is het noodzakelijk dat ik eerst bel, of durft u ook zonder dat lawaai het risico te nemen mij binnen te laten." „Ik weet niet wie u bent", zei het meisje, „maar laat ik u voor uit zeggen, dat ik géén uitvinders binnenlaat en dat die, zolang ik er nog wat aan kan doen, er voorlopig niet meer inkomen ook. Mijn grootvader moet nu eindelijk schuwd, omcj^t vermoed wordt, dat de daders zullen trachten de kostbare buit naar het buiten land over te brengen. De inbrekers zijn het gebouw aan de achterzijde binnengedron gen. Een ovenbouwbedrijf, gelijk vloers gelegen, werd geheel door zocht, maar hier was de buit nihil. Vervolgens hebben de ongeno de gasten hun tocht voortgezet op de eerste verdieping en hier hadden zij meer succes. De brand kast werd door een gang naar het toilet versleept en daar aan de achterzijde opengebrand met een in het ovenbouwbedrijf ge vonden lasapparaat. Uit de wijze, waarop de in braak is gepleegd en uit het feit, dat later in de gang nog 12 grote stenen met een totale waarde van 2500 werden gevonden, meent de politie op te moeten maken, dat hier geen „vakmen sen" aan het werk zijn geweest. Ook hebben zij enige flesjes, waarin zich totaal 100 karaat diamantpoeder met een waarde van 1800 bevond, stuk laten vallen en de inhoud achtergela ten. eens rust hebben. Begrijpt u?" Geamuseerd keek ik het strijd lustige meisje, dat naar mijn schatting ongeveer net zo oud moest zijn als Palma, aan. Zij stond daar in het volle licht van de lamp en ik maakte va de gele genheid gebruik om haar eens goed op te nemen. Het was een ander type dan Palma. Zij was wat langer, maar had wel een minstens zo goed figuurtje, mis schien zelfs wel mooier. Heur haren waren bijzonder mooi, vooral, zoals zij nu door het lamp licht beschenen werden. Zij had een rechte fij ngewelfde neus en een goed gevormde mond, waar om een ietwat trots trekje lag. Haar huid was mooi gaaf, de wenkbrauwen bogen zich sierlijk om de mooie, grijs-blauwe ogen, die zeer levendig waren en waar uit nu wel vonken schenen te spatten. Ik was er van overtuigd, dat het absoluut geen katje was om zonder handschoenen aan te pakken en vroeg mij af, of mevr. Du Pont wellicht enigszins sar castisch was geweest, toen zij zei dat haar kleindochter het vast ook erg oo prijs zou stellen als ik kwam. Want ik was er wel ze ker van, dat dit meisje de klein dochter van mevrouw Du Por tant was, en dat er dit keer geen bedrog in het spel wes. „Juffrouw", zei ik, „ik mag dan niet zo geniaal zijn, dat ik uitvin der ben, zó stupide, dat ik u na deze aan duidelijkheid niets te wensen overlatende verklaring niet zou begrijpen, ben ik toch echt óók niet." beitel op hoofd en armen. Het bloedende slachtoffer werd door vrienden naar het Binnengast huis gebracht, waar hij weigerde zich te laten behandelen en on middellijk de benen nam. Hij ls nog steeds onvindbaar. De poli tie heeft de broer van de classifi ceerder aangehouden. BESTAL WINKELJUFFROUW REEDS JARENLANG WERKGEEFSTERS? In het huis van bewaring is de 45-jarige mevr. S. A. J. S.W. opgesloten, verdacht van diefstal, len, gepleegd in een bijouterieën- winkel aan de Groen Hilledijk te Rotterdam, waar zij als winkel juffrouw werkzaam was. De vrouw werd dezer dagen gearresteerd, omdat de beheer ster van de winkel ontdekte dat zij zich enige waardebonnen had toegeëigend. Bij haar thuis vond de politie een groot aantal siera den, afkomstig uit de winkel, en een partijtje dat naar later bleek, afkomstig is uit een winkel in Den Haag, waar de vrouw vroe ger gewerkt had. In 1943 was zij daar in dienst gekomen, maar enige jaren geleden werd de zaak geliquideerd. De verdachte bewoont met haar echtgenoot een flat in Schiebroek, die zij gekocht heb ben. Het lijkt de politie onmoge lijk dat zij dit van hun salarissen hebben kunnen doen. Daarom onderzoekt de recherche in hoe verre de vrouw nog schuldig is aan andere diefstallen, en haar man wellicht aan heling. VERDUISTERING EN VALSHEID IN GESCHRIFTE DOOR HUURKOOP De recherche vein het bureau Sandelingplein te Rotterdam is een grote huurkoopaffaire op het spoor gekomen, waarbij voor dui zenden guldens, volgens de aan gever zou het bedrag de 10.000 overschrijden, werd verduisterd, en tevens valsheid in geschrifte zou zijn gepleegd. In verband Hiermee zijn gearresteerd de 52- jarige mevr. W. H„ verdacht van valsheid in geschrifte, en 37- jarige mevr. M. C. C., verdacht van verduistering en de 49-jarige mevr. P. P. J. van der K., ver dacht van heling, aldus de re cherche. De gedupeerde in deze zaak zijn de 33-jarige textielhandelaar A. van G. uit Rotterdam en de Utrechtse N. V. L. in gouden en/ zilveren voorwerpen. De textielhandelaar die tevens de vertegenwoordiging van de Utrechtse N.V. had, had mevr. W. H„ een oude huurkoopklant van hem, goederen in consignatie gegeven, kostuums, japonnen, tafelkleden, enz. die zijn eigen dom waren en gouden ringen, horloges e.d. van de N.V. mevr. zou kopers voor deze artikelen aanbrengen 'volgens het huur koopsysteem. Zij behandelde de klanten zelf, zorgde voor het tekenen van de contracten en inde het geld. Reeds in het begin bracht de vrouw veel klanten aan, maar de laatste 6 weken wat het aantal bijzonder hoog, vond Van G. Toen zij woensdag 23 oktober een dag uitstel van betaling van vervallen termijnen vroeg, en later nog eens een dag, werd de handelaar achterdochig. Aan de hand van de consignatielijst bleek bovendien dat er goederen verdwenen waren. De politie werd in de zaak ge mengd, en uit het onderzoek bleek dat mevr. H. op haar beurt weer goederen in consignatie had gegeven aan mevr. M. C. C., die ook „klanten" aanbracht. De laatste die schulden had, zou hierin een gelegenheid gevonden hebben daarvan af te kom«n. Ze verkocht de goederen ver bene den de waarde, maar zorgde er voor dat de afrekeningen op tijd plaats hadden. Haar „klanten" hadden gefingeerde namen en adressen, die zij uit de kolommen burgelijke stand van de dagbla den haalde. De moeilijkheid was daarbij het tekenen van de con tracten, maar zij vertelde mevr. H. bij de afrekeningen, dat bijna al haar klanten vrouwen waren en dat deze de transacties voor hun mannen verborgen wilden houden. Zo kwam men overeen dat mevr. H. de contracten te kende. Bij de verkoop van de ar tikelen zou mevr. C. terzijde zijn gestaan door mevr. P. J. van der K. Enkele „klanten" die sieraden, horloges, japonnen e.d. ver on der de waarde verkocht zouden hebben, worden voorts ook ver dacht van heling. Het onderzoek duurt nog voort. Buiten de stad New York heb ben de republikeinen gevoelige verliezen geleden bij de verkie zing van burgemeesters. Zij moesten acht posten aan de de mocraten afstaan en een aan een liberaal. In drie steden wisten de republikeinen echter de demo craten te verdringen. (Wordt vervolgd.) Van welingelichte zijde is ver nomen, dat Amerikaanse deskun digen dezer dagen blauwdrukken zullen bestuderen van een door Belgische geleerden ontworpen raket voor de korte afstand en zullen spreken over methoden tot massaproduktie van het pro jectiel, „Vogelpik" genaamd, lh België.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1957 | | pagina 5