De campagne tegen Nederland
Binnenlands Nieuws
Inbrekers slaan grote slag
Spanning onder Nederlanders
enigszins geweken
vrouwen
en één man
Spit In de rug
Kloosterbalsem
Donderdag 7 november 1957
DE VRIJE ZEEUW
INDONESI
P. K. I. pleit voor gewapende aanval op
Nederlands Nieuw-Guinea
AUSTRALIE EN
WESTELIJK
NIEUW-GUINEA
VOORSHANDS GEEN
STRAFVERVOLGING
INZAKE ONGEVAL
MAJOOR K.
DR SUBANDRIO OVER
AUSTRALISCHE
HOUDING INZAKE
NIEUW-GUINEA
NIEUWE BRANDSTOF
VOOR HET LANCEREN
VAN RAKETTEN
BIJZONDER RIJVAAR
DIGHEIDSBEWIJS VOOR
AUTO-INSTRUCTEURS
Grote partij diamanten gestolen
AMERIKA HAD JAREN
GELEDEN DE MAAN AL
KUNNEN BEREIKEN
DE VERKIEZINGEN IN
DE VER. STATEN
BELGISCHE RAKET
De secretaris-generaal van de
Indonesische communistische
party, D. N. Aidit, heeft dinsdag
voorgesteld, dat de Indonesische
strijdkrachten een rechtstreekse
gewapende aanval zullen uitvoe
ren op Nederlands Nieuw-Gui
nea.
In een verklaring tot het, door
de minister van Voorlichting,
Sudibjo geleide comité van act e
voor de bevrijding van West-
Irian, zeide Aidit, dat „de Neder
landse politieke macht in West-
Irian alleen en uitsluitend is ge
baseerd op militaire kracht".
De Nederlandse regering kan
deze politieke macht over West-
Irian handhaven zolang zij de
kosten van de militaire macht in
dit gebied kan betalen. Het groot
ste deel van deze kosten wordt
bestreden met gelden, die door
de Nederlandse kapitalisten in
Indonesië zijn verdiend, aldus
Aidit.
„Om West-Irian van de Hol
landers terug te krijgen, is het
dus noodzakelijk om de militair,e
kracht van Nederland in dat deel
van Indonesië te verzwakken. Dit
moet worden gedaan in de eerste
plaats door een deel van de In
donesisch? strijdkrachten ten
oorlog te doen trekken tegen de
Nederlandse troepen in West-
Irian als de tijd daarvoor rijp is
en als de Hollanders blijven vast-
houden aan hun obstinate weige
ring om dit gebied op vreedzame
wijze aan Indonesië terug te ge
ven. In de tweede plaats dient,
om het Koninkrijk der Neder
landen onmogelijk te maken de
militaire strijdkrachten in V/est-
Irian te financieren, een actie te
worden ondernomen tegen de
„Nederlandse economische hulp
bronnen in het vrije Indonesië,
namelijk de Nederlandse mijn
bouw-, cultuur-, bank-, im-, en
export-, vervoers-, en industriële
ondernemingen".
Deze tweede actie zou volgens
Aidit door de arbeiders, landbou
wers, nationale zakenmensen en
door de jeugd moeten worden
uitgevoerd, met steun van de ge
wapende machten.
Deze verklaring van Aidit was
de boudste sinds minister Su-
bandrio volgens de nationale pers
zou hebben gezegd, dat de kwes
tie Nieuw-Guinea tot een derde
wereldoorlog zou kunnen leiden.
Intussen hebben zeven Neder
landse hoogleraren van de uni
versiteit van Tndonesië zich
schriftelijk tot de minister van
Onderwijs gewend met het ver
zoek hen in te lichten over de
omstandigheden, waaronder zij,
in het licht van de officiële pu-
blikaties over de achtereenvol
gende stadia van de West-Irian-
campagne, als Nederlandse on
derdanen in de toekomst zullen
moeten leven en werken.
In deze brief wordt opgemerkt,
dat de Nederlandse hoogleraren
in een buitengewone positie ver
keren, omdat zij enerzijds ver
plichtingen hebben tegenover In
donesië, doch aan de andere kant
behoren tot een bevolkingsgroep,
tegen wie de actie is gericht.
Deze situatie leidt tot een in
nerlijk conflict, dat hen voor een
ernstige gewetensvraag stelt, doch
zij dreigt het hun tevens onmo
gelijk te maken hun beroeps
plichten naar behoren uit te voe
ren.
De president van de universi
teit van Indonesië, professor
Bahdar Djohan, verklaarde de
bezorgdheid van de Nederlandse
hoogleraren ten volle te kunnen
begrijpen.
Op een persconferentie heeft
het hoofd van het parket in
Djakarta, Sutomo Nitidipuro,
verklaard, dat het bekladden
van muren van kantoren en
woonhuizen, en van auto's zon
der toestemming van de eige
naren criminele misdrijven zijn.
Toegevend dat de huidige actie
een politieke actie is, merkte
hij met nadruk op, dat het par
ket erop wenst te wijzen, dat
in de actie voor de bevrijding
van West-Irian „wij ons moe
ten onthouden van het vernie
uw van de eigendommen van
«mdere mensen".
De burgemeester van Djakarta,
Sudiro, deelde mede, dat een aan
tal Nederlanders hem 'om be
scherming heeft gevraagd. Ge
vraagd naar zijn mening over het
bekladden ven muren, zeide Su
diro dat „dit tot de bevoegdheid
behoort van de organisatie tot
samenwerking tussen de jeugd en
de militairen, die voor de actie
richtlijnen had gegeven". Naar
zijn mening wekken slagzinnen
als „Doodt de Nederlanders" ken
nelijk bezorgdheid onder de Ne
derlandse gemeenschap. Enkele
Nederlanders hebben hem ge
vraagd of zij de opschriften
mochten verwijderen, waarop hij
geantwoord heeft dit eerst aan de
bedoelde organisatie te zullen
vragen.
Premier Djuanda Kartawidja-
,ja heeft woensdag medegedeeld,
dat de Indonesische regering
maatregelen heeft genomen tot
voorkoming van excessen tijdens
de campagne tot bevrijding .van
West-Irian, waarvan het tweede
stadium op 10 november aan
staande zal beginnen. Zijn ver
klaring heeft de bezorgdheid on
der de 12.000 Nederlanders in de
hoofdstad enigszins doen afne
men.
Volgens een door de Nederland
se Kamer van Koophandel voor
Indonesië uitgegeven communi
qué heeft premier Djuanda even
eens verklaard, dat de Indonesi
sche regernig prijs stelt op een
ongestoorde voortzetting van de
activiteit van alle bedrijven.
Dit communiqué werd uitge
geven, nadat een delegatie van
deze Kamer van Koophandel
woensdagmorgen vroeg door de
Indonesische minister-president
in audiëntie was ontvangen. De
delegatie had tegenover de pre
mier uitdrukking gegeven aan
de bezorgdheid onder het Neder-
De Australische minister voor
Gebiedsdelen, Paul Hasluck,
heeft dinsdag gezegd te hopen,
dat de Nederlanders „lange tijd"
in westelijk Nieuw-Guinea zou
den blijven.
Hij voegde hieraan toe: „Ik
denk, dat de toekomst van de
volken van het gehele gebied
van Nieuw-Guinea het beste ge-
- hiend zal zijn door samenwer-
efking tussen Australië en de Ne
derlanders".
Minister Hasluck is dinsdag ln
Pormoresby aangekomen om de
Nederlandse minister van Zaken
Overzee, mr G. Ph. Helders, te
ontmoeten.
landse zakenleven in Indonesië
over de gebeurtenissen in het
kader van West-Irian-actie.
Premier Djuanda legde bij die
gelegenheid de volgende verkla
ring af:
„1. De Indonesische regering
ondersteunt tenvolle het streven
van het actie-comité voor West-
Irian, dat de regering waardevol
acht in de strijd om de terugkeer
van West-Irian in het Indonesi
sche grondgebied.
2. De Indonesische regering
wenst niet, dat zich tijdens deze
actie excessen zullen voordoen
en heeft maatregelen genomen
om excessen te voorkomen.
3. De Indonesische regering
stelt prijs op een ongestoorde
voortzetting van de activiteit van
alle bedrijven".
Tegelijkertijd heeft het comité
van actie voor de bevrijding van
West-Irian een verklaring uitge
geven, waarin werd gezegd dat
het volkomen onjuist is om zijn
jongste aankondiging dat in het
tweede stadium van de campag
ne een nog intensievere actie zal
worden gevoerd, uit te leggen als
zoude daarbij tot intimidatie, ver
nieling of andere terroristische
daden tegen persoonlijke eigen
dommen en particuliere onder
nemingen worden overgegaan.
Het comité, dat onder leiding
staat van de minister van Voor
lichting, Sudibjo, heeft de bevol
king gewaarschuwd op haar
hoede te zijn tegen provocatieve
handelingen, die de bedoeling
hebben de strijd voor de terug
keer van West-Irian op een zij
spoor te leiden of daartegen ob
structie te voeren.
Gevraagd waaruit de actie op
10 november zal bestaan, ver
klaarde het comité, dat pogingen
zullen worden ondernomen om
de jeugd van West-Irian voor te
bereiden op „het besturen en ont
wikkelen van hun gebied op zo
danige wijze, dat zij, evenals de
overige Indonesische jeugd, in
een vrij land zal kunnen leven".
Inmiddels werd uit Soerabaja
gemeld, dat thans ook daar met
de verfkwastencampagne is be
gonnen. Vrijwel alle winkelrui
ten en de gevels van kantoren en
winkels in het winkelcentrum
waren beklad met slagzinnen,
waarin de teruggave van West-
Irian aan Indonesië wordt geëist.
Op de muren van de ambtswo
ning van de Nederlandse consu
laire vertegenwoordiger in Soera,
baja was geschilderd: „We willen
de stijfkoppige Hollanders krui
sigen", en „Geef West-Irian aan
ons terug, aap".
Flink wrijven met Klooster -
balsem; de warmteopwekkende
stoffen verjagen snel de pijn.
"geen goud zo goed" J
Naar het A N.P. van de zijde
/an de officier van Justitie te
Utrecht, mr. W. H. Overbeek,
verneemt, wordt door hem het
auto-ongeval van majoor K. als
een normaal ongeval beschouwd,
dat niet door een aanrijding
werd veroorzaakt. Mr. Overbeek
ziet derhalve voorshands geen
termen aanwezig tot het instel
len van een strafvervolging.
In de namiddag van dinsdag
5 november is, zo verneemt het
A.N.P. voorts van de officier
van Justitie te Utrecht, majoor
K. voor het eerst in verband
met dit ongeval door de politie
verhoord. Het verhoor vond
plaats in aanwezigheid van de
advokaat van majoor K., door
de districtscommandanten van
de Koninklijke marechaussee en
de rijkspolitie te Utrecht en De
Bilt. Een eerder verhoor kon
niet plaats vinden, aangezien
daartegen door de behandelen
de geneeskundige op grond van
de gezondheidstoestand van de
majoor bezwaar werd gemaakt.
Uit het verhoor bleek, dat ma
joor K. meent aangereden te
zijn. Hij leidt dit af uit een door
hem waargenomen schok. Hij
verklaarde niet een auto te heb
ben gezien, die met zijn auto in
botsing kwam. Wel heeft hij
achter zijn auto een lichtschijn
sel waargenomen.
Het onderzoek, ingesteld door
de Koninklijke marechaussee in
samenwerking met de rijkspoli
tie te Utrecht en het gerechte
lijk laboratorium van het direc
toraat-generaal van politie
heeft de volgende resultaten op
geleverd
Het ongeval vond plaats op de
rijksweg 12 onder de gemeente
Harmeien. Majoor K. bereed de
ze weg met een DKW-personen-
auto, waarin hij alleen was ge
zeten, gaande in de richting
Den Haag. Zijn auto is van de
door hem bereden inhaalbaan
afgeraakt, naar links door de
scheidingsweg geschoven, meer
dere malen gekanteld en over
de kop geslagen en aan de rand
van de tegenoverliggende rij
baan op zijn rechterzijde tot
stilstand gekomen. Daarbij is
het linkerportier afgerukt en is
de bestuurder uit de auto geslin
gerd.
De Indonesische minister van
Buitenlandse Zaken, dr. Suban-
drio, heeft woensdag verklaard,
dat het Australische volk moet
beseffen, dat de veiligheid van
Australië afhangt van de veilig
heid van Indonesië.
In een commentaar op recen
te verklaringen van leden van
het Australische kabinet, waarin
steun werd gegeven aan het Ne
derlandse standpunt in het ge
schil over westelijk Nieuw-Gui
nea tussen Nederland en Indo
nesië, zeide de minister aan het
Indonesische persbureau Anta-
ra, dat als Indonesië, met of
zonder westelijk Nieuw-Guinea,
in politiek of militair opzicht
zich anders mocht gaan instel
len dan Australië, dit de veilig
heid van Australië zeer zeker in
gevaar zal brengen.
De minister achtte de tijd ge
komen voor de regering en de
volkeren van Australië en Indo
nesië om zich over het vraag
stuk West-Iran kalm te beraden.
De minister wees er met na
druk op, dat Indonesië geen ge
bied wenst over te nemen, dat
niet tot dit land behoort, doch
het is de plicht van het Indone
sische volk om de onafhanke
lijkheid te eisen voor het voor
malige Nederlands-Indië, ten
einde „door onze landgenoten
in West-Iran niet te kunnen
worden beschuldigd zich van
hun lot niets te hebben".
Volgens een woordvoerder van
het Britse genootschap voor on
derzoek op het gebied van non-
ferrometalen is door de Britse
maatschappij „Borax Ltd" in de
Verenigde Staten een nieuwe
brandstof samengesteld voor het
lanceren van raketten. De brand
stof bestaat uit borium en water
stof. De woordvoerder is van me
ning dat de Russen dezelfde
brandstof hebben gebruikt bij het
afschieten van kunstmanen, zo
dat zij de Amerikanen dus enke
le weken voor waren.
De Russische professor T.
Chatsjatoerof heeft het blad
„Goedok" meegedeeld, dat er bij
het lanceren van de tweede
kunstmaan een nieuwe brand
stof is gebruikt.
Begin 1958 zal in het wegen
verkeersreglement een wijziging
worden aangebracht, waarbij be
paald wordt dat degene, onder
wiens toezicht een auto wordt
bestuurd, over een bijzonder rij
vaardigheidsbewijs moet beschik
ken. De minister overweegt, als
overgangsperiode hiertoe de tijd
van een jaar worden aangehou
den, zodat na afloop van deze
termijn ieder, die rijlessen geeft,
zich aan het speciale instruc
teursexamen heeft moeten onder
werpen.
Naar aanleiding hiervan heeft
de Bovag-sectie rijscholen beslo
ten, in samenwerking met de
stichting V.A.M. (Vakopleiding
Automobiel- en Motorrijwielbe-
drijf) cursussen voor de rij-in-
structeurs te organiseren.
KOLENWAGEN CONTRA
PERSONENTREIN.
Een openstaande deur van een
kolenwagen van een goederen
trein, die in de richting Utrecht
reed, vernielde woensdagmorgen
te ongeveer 7.15 een raampje van
de bestuurderscabine en van het
conducteursverblijf van de oer-
sonentrein Utrecht's-Graven-
hage, ter hoogte van Zoetermeer.
De reizigers schrokken van de
klap, maar daar bleef het bij.
INBRAAK IN AMSTERDAMS
BEDRIJF
In een bedrijf aan de Stadhou
derskade te Amsterdam is in de
nacht van maandag op dinsdag
ingebroken en een aanzienlijk
geldbedrag ontvreemd. De perso
nen, van wie de politie thans nog
geen enkel spoor heeft gevonden,
zijn aan de achterzijde van het
gebouw binnengedrongen, nadat
zij een ruit uit een deur hadden
gesneden. Met in een schrijfbu
reau gevonden sleutels konden
zij twee brandkasten ooenen en
een bedrag van ruim 3300, twee
reischèques van tien pond ster
ling, wat vreemd geld en een
geldkistje met ruim 300 buit
maken.
ERNSTIGE VECHTPARTIJ OP
AMSTERDAMSE ZEEDIJK
In de nacht van dinsdag op
woensdag om 3 uur kwamen
twee Amsterdammers, die voor
de politie van het bureau War
moesstraat geen onbekenden zijn,
op de Zeedijk met elkaar in con
flict, waardoor een hevige vecht
partij ontstond. Uitlokker van
het gevecht, een 26-jarige koop
man, liep een zware hersenschud
ding en diverse bloedende won
den op.
Tussen de koopman en een 23-
jarige classificeerder bestond
sinds enige tijd een vete om een
vrouw, die eerstgenoemde op ra
dicale wijze trachtte op te lossen.
De koopman vroeg zijn 23-jarige
medeminnaar, toen hij hem in
het holst van de nacht op straat
ontmoette, om een vuurtje. Hij
sloeg dadelijk het doosje uit han
den van de classificeerder en ge
lastte hem dit op te rapen. De
jongemdn weigerde aan deze
vreemde opdracht gevolg te ge
ven en liep weg. De koopman
ontstak hierop in woede, smeet
zijn rivaal op de grond, stootte
hem met het hoofd tegen de
straat en beet hem in zijn nek.
Een broer van de aangevallene
snelde te hulp en sloeg de koop
man enkele malen met een koud-
14.)
door
BRUNO J.
(Nadruk verboden.)
„En dacht je, dat je van mij
wèl hield?" vroeg ik, een beetje
geërgerd om deze nu zo overbo
dig geworden comedie. „Je kent
mij niet langer dan een paar uur
en een uur na onze kennisma
king lag je al in mijn armen. Ik
denk, Palme
Palma hoorde niet wat ik dacht,
want de heer Legrand stoorde
ons gesprek. Ik trok mijn jas aan
en nam afscheid.
„Ik vond het erg prettig, dat u
mij zo ter wille bent geweest",
zei ik, expres een beetje nadruk
leggende op het „ter wille."
Toen begon ik een domheid. Ik
gaf namelijk mijn visitekaartje
af, krabbelde er mijn Nederland
se adres op, en zei: „Ik zal het
erg op prijs stellen, als u mij tot
een wederdienst in staat zoudt
stellen. Mocht u eens in Holland
komen, dan staat mijn huis na
tuurlijk altijd voor u open."
Legrand nam met een lichte
buiging het kaartje aan en legde
het neer op de salontafel. Ik nam
afscheid. Terwijl ik haar hand
drukte, zei Palma: „Uw vrouw
zal het wel jammer vinden, dat
zij niet met u mee kon naar Pa
rijs. Onze stad is denk ik in Hol
land ook wel erg in trek?"
Een ogenblikje dacht ik er over
haar voor dit uitproberen te
„Amerika had jaren geleden de
maan al kunnen bereiken. Op
wetenschappelijk terrein zijn wij
daartoe ver genoeg gevorderd,
maar er was niet voldoende geld
beschikbaar om dit plan te ver
wezenlijken", aldus een verkla
ring van Dan A. Kimball, direc
teur van de Amerikaanse maat
schappij Aerojet-General Corpo
ration, een rakettenfabriek.
Hij voegde eraan toe dat de
Ver. Staten een raket bezitten
welke een nog zwaardere kunst
maan in de ruimte kan brengen
dan Spoetnik-II.
VAN LHEENKE.
straffen, door voor te doen of ik
getrouwd was. „Ach, waarom ook
eigenlijk?", dacht ik en ik ant
woordde: „Parijs is wel erg in
trek bij ons Hollanders, maar bij
mijn vrouw toch niet. Ziet u: ik
ben namelijk niet getrouwd."
Terwijl ik de kamer uitliep
met Legrand, zei ik tot deze, zo,
dat Palma mij wel moest horen:
Ik wacht maar totdat die rage
van huwelijksontrouw voorbij is."
Ik had het schertsend gezegd,
maar Palma zou ongetwijfeld de
bedoeling begrijpen.
„Ontrouw bij de vrouw, ligt
meestal aan de man", zei Le
grand, die mijn opmerking se
rieuzer behandelde dan zij be
doeld was.
„Dat kon wel eens waar zijn",
mompelde ik.
Daarop namen Legrand en ik
afscheid.
HOOFDSTUK VI.
Het was inmiddels al over el
ven en ik vond het eigenlijk een
beetje vervelend om nu nog bij
de familie Du Portant aan te ko
men.
Ik besloot eerst even op te bel
len en als leugentje om bestwil
te vertellen, dat het een hele toer
was geweest om mijn koffer te
pakken te krijgen. Ik zocht naar
een telefooncel en vond die op
Inbrekers hebben in de nacht
van maandag op dinsdag j.l. in
een perceel aan de Blankenstraat
te Amsterdam een grote slag ge
slagen.
Bij een op de eerste verdieping
gevestigde firma die gereedschap
pen voor de diamant verwerken
de industrie vervaardgid hebben
zij een brandkast opengebrand,
waarin zich een grote partij dia
mant en diamantpoeder bevond.
Een partij ruwe diamant met een
gewicht van 416,81 karaat, in af
metingen van een halve tot ze
ven milimeter en met een waar
de van 13.387,86 werd ont
vreemd.
Bovendien verdween uit de
brandkast ook nog een geldsbe
drag van 121,16 en uit een
boekbinderij op dezelfde etage
een bedrag van 22 benevens 13
tafelaanstekers, 2 actetassen, een
fototoestel, een belichtingsmeter
en 30 sigarettenaanstekers met
een gezamenlijke waarde van
ruim. 500.
De politie heeft de Nederland
se diamantwereld in kennis ge
steld van de diefstal en heeft
voorts alle grensposten gewaar-
enige afstand van de flat waar
ik wezen moest.
Mevrouw Du Portant zelf nam
de telefoon aan en verzekerde
mij, dat het helemaal geen be
zwaar was als ik nu nog kwam.
Zij wilde er eenvoudig niet van
weten, dat ik, zoals ik voorstel
de, deze nacht in een hotel zou
doorbrengen. Ik beloofde haar,
dat ik over een minuut of tien
bij haar zou zijn en belde af.
Na een minuut of tien gelopen
te hebben, riep ik een taxi aan
en liet ik mij naar 't flatgebouw
nr. 414 rijden. Voor de flat stond
al een taxi, iemand rekende met
de chauffeur af en ging het ge
bouw binnen. Ik volgde een mi
nuut later dit voorbeeld en zocht
nummer 414 op. Degeen die voor
mij uitliep, bleek óók op nr. 414
te moeten zijn. Het was een jon
ge vrouw, die gekleed was in een
grijze swagger en wiens kastan
jebruine haren bijeengehouden
werden door een sjaaltje, dat op
heel originele wijze aangebracht
was.
Toen ik bij de huisdeur van
Du Portant kwam, had de vrouw
die deur al geopend en stond zij
half in de hal.
„Neemt u mij niet kwalijk",
zei ik, „maar ik moet hier ook
zijn. Is het noodzakelijk dat ik
eerst bel, of durft u ook zonder
dat lawaai het risico te nemen
mij binnen te laten."
„Ik weet niet wie u bent", zei
het meisje, „maar laat ik u voor
uit zeggen, dat ik géén uitvinders
binnenlaat en dat die, zolang ik
er nog wat aan kan doen, er
voorlopig niet meer inkomen ook.
Mijn grootvader moet nu eindelijk
schuwd, omcj^t vermoed wordt,
dat de daders zullen trachten de
kostbare buit naar het buiten
land over te brengen.
De inbrekers zijn het gebouw
aan de achterzijde binnengedron
gen. Een ovenbouwbedrijf, gelijk
vloers gelegen, werd geheel door
zocht, maar hier was de buit
nihil.
Vervolgens hebben de ongeno
de gasten hun tocht voortgezet
op de eerste verdieping en hier
hadden zij meer succes. De brand
kast werd door een gang naar
het toilet versleept en daar aan
de achterzijde opengebrand met
een in het ovenbouwbedrijf ge
vonden lasapparaat.
Uit de wijze, waarop de in
braak is gepleegd en uit het feit,
dat later in de gang nog 12 grote
stenen met een totale waarde
van 2500 werden gevonden,
meent de politie op te moeten
maken, dat hier geen „vakmen
sen" aan het werk zijn geweest.
Ook hebben zij enige flesjes,
waarin zich totaal 100 karaat
diamantpoeder met een waarde
van 1800 bevond, stuk laten
vallen en de inhoud achtergela
ten.
eens rust hebben. Begrijpt u?"
Geamuseerd keek ik het strijd
lustige meisje, dat naar mijn
schatting ongeveer net zo oud
moest zijn als Palma, aan. Zij
stond daar in het volle licht van
de lamp en ik maakte va de gele
genheid gebruik om haar eens
goed op te nemen. Het was een
ander type dan Palma. Zij was
wat langer, maar had wel een
minstens zo goed figuurtje, mis
schien zelfs wel mooier. Heur
haren waren bijzonder mooi,
vooral, zoals zij nu door het lamp
licht beschenen werden. Zij had
een rechte fij ngewelfde neus en
een goed gevormde mond, waar
om een ietwat trots trekje lag.
Haar huid was mooi gaaf, de
wenkbrauwen bogen zich sierlijk
om de mooie, grijs-blauwe ogen,
die zeer levendig waren en waar
uit nu wel vonken schenen te
spatten. Ik was er van overtuigd,
dat het absoluut geen katje was
om zonder handschoenen aan te
pakken en vroeg mij af, of mevr.
Du Pont wellicht enigszins sar
castisch was geweest, toen zij zei
dat haar kleindochter het vast
ook erg oo prijs zou stellen als
ik kwam. Want ik was er wel ze
ker van, dat dit meisje de klein
dochter van mevrouw Du Por
tant was, en dat er dit keer geen
bedrog in het spel wes.
„Juffrouw", zei ik, „ik mag dan
niet zo geniaal zijn, dat ik uitvin
der ben, zó stupide, dat ik u na
deze aan duidelijkheid niets te
wensen overlatende verklaring
niet zou begrijpen, ben ik toch
echt óók niet."
beitel op hoofd en armen. Het
bloedende slachtoffer werd door
vrienden naar het Binnengast
huis gebracht, waar hij weigerde
zich te laten behandelen en on
middellijk de benen nam. Hij ls
nog steeds onvindbaar. De poli
tie heeft de broer van de classifi
ceerder aangehouden.
BESTAL WINKELJUFFROUW
REEDS JARENLANG
WERKGEEFSTERS?
In het huis van bewaring is de
45-jarige mevr. S. A. J. S.W.
opgesloten, verdacht van diefstal,
len, gepleegd in een bijouterieën-
winkel aan de Groen Hilledijk te
Rotterdam, waar zij als winkel
juffrouw werkzaam was.
De vrouw werd dezer dagen
gearresteerd, omdat de beheer
ster van de winkel ontdekte dat
zij zich enige waardebonnen had
toegeëigend. Bij haar thuis vond
de politie een groot aantal siera
den, afkomstig uit de winkel, en
een partijtje dat naar later bleek,
afkomstig is uit een winkel in
Den Haag, waar de vrouw vroe
ger gewerkt had. In 1943 was zij
daar in dienst gekomen, maar
enige jaren geleden werd de zaak
geliquideerd.
De verdachte bewoont met
haar echtgenoot een flat in
Schiebroek, die zij gekocht heb
ben. Het lijkt de politie onmoge
lijk dat zij dit van hun salarissen
hebben kunnen doen. Daarom
onderzoekt de recherche in hoe
verre de vrouw nog schuldig is
aan andere diefstallen, en haar
man wellicht aan heling.
VERDUISTERING EN
VALSHEID IN GESCHRIFTE
DOOR HUURKOOP
De recherche vein het bureau
Sandelingplein te Rotterdam is
een grote huurkoopaffaire op het
spoor gekomen, waarbij voor dui
zenden guldens, volgens de aan
gever zou het bedrag de 10.000
overschrijden, werd verduisterd,
en tevens valsheid in geschrifte
zou zijn gepleegd. In verband
Hiermee zijn gearresteerd de 52-
jarige mevr. W. H„ verdacht
van valsheid in geschrifte, en 37-
jarige mevr. M. C. C., verdacht
van verduistering en de 49-jarige
mevr. P. P. J. van der K., ver
dacht van heling, aldus de re
cherche.
De gedupeerde in deze zaak
zijn de 33-jarige textielhandelaar
A. van G. uit Rotterdam en de
Utrechtse N. V. L. in gouden en/
zilveren voorwerpen.
De textielhandelaar die tevens
de vertegenwoordiging van de
Utrechtse N.V. had, had mevr.
W. H„ een oude huurkoopklant
van hem, goederen in consignatie
gegeven, kostuums, japonnen,
tafelkleden, enz. die zijn eigen
dom waren en gouden ringen,
horloges e.d. van de N.V. mevr.
zou kopers voor deze artikelen
aanbrengen 'volgens het huur
koopsysteem.
Zij behandelde de klanten zelf,
zorgde voor het tekenen van de
contracten en inde het geld.
Reeds in het begin bracht de
vrouw veel klanten aan, maar de
laatste 6 weken wat het aantal
bijzonder hoog, vond Van G.
Toen zij woensdag 23 oktober
een dag uitstel van betaling van
vervallen termijnen vroeg, en
later nog eens een dag, werd de
handelaar achterdochig. Aan de
hand van de consignatielijst
bleek bovendien dat er goederen
verdwenen waren.
De politie werd in de zaak ge
mengd, en uit het onderzoek
bleek dat mevr. H. op haar beurt
weer goederen in consignatie had
gegeven aan mevr. M. C. C., die
ook „klanten" aanbracht. De
laatste die schulden had, zou
hierin een gelegenheid gevonden
hebben daarvan af te kom«n. Ze
verkocht de goederen ver bene
den de waarde, maar zorgde er
voor dat de afrekeningen op tijd
plaats hadden. Haar „klanten"
hadden gefingeerde namen en
adressen, die zij uit de kolommen
burgelijke stand van de dagbla
den haalde. De moeilijkheid was
daarbij het tekenen van de con
tracten, maar zij vertelde mevr.
H. bij de afrekeningen, dat bijna
al haar klanten vrouwen waren
en dat deze de transacties voor
hun mannen verborgen wilden
houden. Zo kwam men overeen
dat mevr. H. de contracten te
kende. Bij de verkoop van de ar
tikelen zou mevr. C. terzijde zijn
gestaan door mevr. P. J. van der
K.
Enkele „klanten" die sieraden,
horloges, japonnen e.d. ver on
der de waarde verkocht zouden
hebben, worden voorts ook ver
dacht van heling. Het onderzoek
duurt nog voort.
Buiten de stad New York heb
ben de republikeinen gevoelige
verliezen geleden bij de verkie
zing van burgemeesters. Zij
moesten acht posten aan de de
mocraten afstaan en een aan een
liberaal. In drie steden wisten de
republikeinen echter de demo
craten te verdringen.
(Wordt vervolgd.)
Van welingelichte zijde is ver
nomen, dat Amerikaanse deskun
digen dezer dagen blauwdrukken
zullen bestuderen van een door
Belgische geleerden ontworpen
raket voor de korte afstand en
zullen spreken over methoden
tot massaproduktie van het pro
jectiel, „Vogelpik" genaamd, lh
België.