(/oor de>/vouw Overdrijf de dingen niet Vergeet de huwelijksetikette niet Weet I n kinderen verzorgd U kunt met alles weten! enu LEUKE HOEDJES Gladiolus Dahliaknollen Lelies Zaterdag 2 november 1957 DE VRIJE ZEEUW 9 clOi/ euderó te te te OPVOEDING •te NAJAARSWERKJES TUIN EN POT te te te te te Het kleuterdagverblijf een uitkomst voor werkende moeders VAN DE WEEK I Zo te zien zou je zeggen, dat die kinderen Vredenburg een ideaal stel ouders hebben en dat de verhouding tussen ouders en kinderen niet beter kan zijn dan daar. Papa en mama Vredenburg gaan van het standpunt uit, dat ouders voor hun kinderen niet het idee „gezag" moeten verte genwoordigen, maar dat ze hun vrienden, hun kameraden, hun vertrouwelingen moeten zijn. Om dat te bereiken, vinden ze, dat ze in de eerste plaats „jong" moeten blijven. Er moet om zo te zeggen geen afstand tussen hen en de kinderen zijn. De kin deren moeten het verschil in leeftijd, of beter gezegd in gene ratie, niet als een belemmering voor de kameraadschappelijke omgang tussen hen en hun ouders voelen staan. Er heerst bij de Vredenburgs thuis daarom een bijzonder joviale toon. Dat de kinderen hun ouders met jij en jou aanspreken is niets ongewoons, dat komt hoe langer hoe meer voor en behoeft ook geen afbreuk aan het respect te doen; maar papa en mama Vredenburg hebben óók graag, dat de kinderen hen bij de voor naam noemen. Vreemd genoeg schijnen de kinderen hier weinig voor te voelen en maken er niet veel gebruik van, ofschoon moe der tegen de kinderen over vader nooit anders dan over Dolf spreekt en ook vader zijn vrouw tegenover hen altijd als Mienje aanduidt. VERLEGEN ER MEE. Het is me opgevallen, dat deze gewoonte de kinderen, als er an deren bij zijn, enigszins verlegen maakt en zij er niet goed raad mee weten. In de loop der jaren, toen de kinderen op gingen groeien tot pubers en jonge mensen gingen me in het gezin Vredenburg hoe langer hoe meer dingen opvallen, die niet dadelijk verklaarbaar waren. paar, dat zich zo prachtig aan wist te passen en letterlijk met alles mee kon doen aan sport en spel; met een vader, die nauwe lijks te onderscheiden was in kle ding en gedrag van zijn oudste zoon en een moeder, die men voor de zuster van haar dochters zou kunnen houden. Integendeel gedragen de kinderen zich vaak kribbig, dwars en onhebbelijk. DE GRENS. De vrienden en vriendinnen komen er daarentegen graag. „Mieterse ouwelui hebben jullie! Alles mag en alles kan bij jul lie". Inplaats van zich gevleid te voelen, blijkt het op I m humeur te werken. Waarom? Omdat de ouders hun goede bedoelingen overdrijven. Zeker, het is heerlijk als kin deren in hun ouders hun vrien den kunnen zien en hen in alles vertrouwen. Maar ergens moet toch een subtiele grens liggen. Wanneer de ouders die moedwil lig uitwissen, raken de kinderen de weg kwijt. Als ouders zich te jong aanstellen, gaat het kind zich in hen belachelijk voelen en dat is fnuikend voor de jonge, kwetsbare ziel. Een opgroeiend kind kan het nog zo fijn vinden, als binnerihuis amicaal en joviaal met hen wordt omgegaan, hij gedoogt niet, om zijn vrienden zonder enig egard over zijn „mieterse ouwelui" te horen praten, alsof het over een kameraadje gaat. Want ergens ook in het meest moderne kind, zit het oerinstinct van tegen zijn ouders te willen opzien en door anderen gerespecteerd te weten. MARCELLE. (Nadruk verboden.) DE KOUDE HELFT van het jaar is hoedentijd bij uit nemendheid. In herfst en winter zijn er aanmer kelijk meer dames die een hoed dragen, dan in de warme tijd en dat is begrijpelijk, 's Zomers gaat men gemakkelijker zonder hoofddeksel naar buiten dan bij kou en regen. Dit neemt echter niet weg, dat eigenlijk het gehele jaar hoedentijd behoort te zijn, want een vrouw is, wanneer zij zich buiten vertoont, niet gekleed, wan neer zij geen hoed draagt. U kunt dit overdreven vinden, maar het is het niet. Let u er zelf maar eens op, een dame met hoed maakt een meer correcte in druk dan een dame zonder hoofddeicsel. Daarom moet iedere vrouw beslist één of meer hoeden be zitten, al draagt zij ze niet altijd. Laat geen vrouw zeggen, dat een hoed haar niet staat, want juist in hoeden is er zo ontzaglijk veel keus in vormen en kleuren, dat er beslist voor iedere vrouw iets leuks en passends te vinden is. Onze illustratie toont een heel leuk dopje uit de win tercollectie van dit jaar. Het is vervaardigd van een langharig vilt en heeft een metaalglans, een moderne uitvoering dus, maar van een oud model. Let u er maar eens goed op, het is een luifelhoed zoals die vroeger wel gedragen werd, maar de rand is niet zo breed hetgeen een moderne indruk maakt. Het is een eenvoudig leuk modelletje, dat het goed doet en bovendien geschikt is voor diverse leeftijden. Gaat u eens op zoek. U zult beslist een leuk hoedie voor de komende winter kunnen vinden. (Nadruk verboden) Er zijn van die vrouwen, die je beslist bewonderen kunt, omdat ze zich zo goed weten te kleden. En dat niet alleen; ze zijn er ook precies van op de hoogte, wat ze bij elke speciale gelegenheid aan moeten trekken. Ze zijn, waar je ze ook ontmoet, correct, in de puntjes verzorgd; kortom ■te te te te te Je zou b.v. kunnen menen, dat de kinderen Vredenburg zich wel erg gelukkig en tevreden moes ten voelen met zo'n vlot ouder- Er zijn nog verschillende werk jes te doen in de siertuin, opdat u het volgende voorjaar weer volop zult kunnen genieten van de volle pracht, die de bloem ons schenkt. Wij laten hieronder de behan deling volgen van enige bolge wassen. Allereerst van de gla diolusknollen. Deze knollen kunt u nu het beste oprooien. Het loof moet tot op een paar centimer boven de knollen afgesneden worden, waarna u de knollen goed wind en zondroog laat worden. Vervolgens bewaart u de knol len koel en vorstvrij in een kist je' met wat turfmolm. Eventuele jonge knollen kan men van de oude afbreken, waarna u deze dezelfde behandeling geeft als hierboven staat vermeld. De knol van de dalia moet ge rooid worden zodra het loof is af gevroren. Dan snijdt men het loof af tot op 15 a 20 cm boven de knol, waarna eventuele rotte exemplaren worden verwijderd. De oude grond moet zorgvuldig worden uitgespoeld, waarna ze moeten worden gedroogd (wind en zondroog). Ze moeten be waard worden op een koele, dro ge plaats, b.v. in een koele maar niet te vochige kelder. HET SCHEUREN. Wat betreft het afscheuren van te te te jonge knollen, dient men er wel rekening mee te houden, dat al leen die jonge knollen kunnen worden afgescheurd, indien op elk stuk minstens één oog aan wezig is. Het planten moet plaats hebben in april, zo mogelijk eerst in potten op een beschut plekje in de tuin. Tegen mogelijke nachtvorst moeten ze beschermd worden. Eind mei kunnen ze dan overga plant worden bv. in een border, waarbij men er rekening mede moet houden, dat de hoge ver scheidenheden op 60-80 cm van elkaar moeten worden geplant en de lagere soorten op min stens 30 cm. De knollen moeten op 5 cm diepte gepoot worden en niet vers bemest worden. Zo dra de scheuten 30 tot 40 cm hoog zijn, moeten bij de hoge soorten, de in de oksels groeien de scheuten verwijderd worden. Het verdient aanbeveling niet meer dan twee of drie scheuten te laten doorgroeien. Bij de groot- bloemige soorten op elke stengel en zijstengel late men slechts één bloemknop zitten, terwijl men bij deze soorten ook een stok moet plaatsen naast de hoofdstengel. Denkt u er om, dat van de klei nere soorten alleen de uitgebloei de bloemen verwijderd moeten worden en dat deze niet inge kort moeten worden! Zo behan deld zult u van een milde bloei kunnen genieten. DE LELIES (LILHJM). Lelies kunnen 's winters buiten blijven staan, mits men zorgt voor een goede bedekking met turfmolm of blad, maar u dient er voor te zorgen, dat deze be dekking zodanig is gemaakt, dat ze niet kan wegwaaien. Lelies houden niet van ver planten, hoe langer zij vaststaan, hoe mooier zij zullen gaan bloei en. Al naar de grootte der bol len zetten we ze 12 tot 15 cm diep, elk op een afstand eveneens van 12 tot 15* cm. In de groei- tijd geve men af en toe wat vloei- of kunstmest of in het voorjaar oude mest. De meeste soorten lelies wor den zo diep geplant omdat bo ven de bol wortels komen, zodat de bovenste grondlaag goed voed zaam moet zijn b.v. dus samenge steld uit oude bladaarde, turf molm en oude mest. (Nadruk verboden.) tot in de toppen van haar vin gers „dame". Behalve thuis... Ja, dat is bepaald teleurstel lend, dat sommige van deze zelf de dames, het voor thuis niet de moeite waard vinden, aan enige etikette vast te houden. Ik zal de laatste zijn, die beweert, dat een vrouw thuis altijd als een op geprikte modepop rond moet lo pen, alsof ze doorlopend hoog bezoek verwacht. Ik loop zelf veel te graag in een lekker war me trui. Maar dat is iets anders dan dingen, die eigenlijk allang afgedankt en aan de voddeman meegegeven hadden moeten wor den, te bewaren omdat ze „thuis" nog best gedragen kunnen wor den, als er „niemand" is. WIE IS DIE „NIEMAND"? Dat dat „niemand" wel een heel onelegante aanduiding is voor haar eigen man, komt in zulke vrouwen blijkbaar niet op. En toch is hij precies dezelfde man, voor wie ze zich vroeger, toen ze hem nog wilde winnen, niet mooi genoeg konden maken! Nu hij echter haar „bezit" is, ach nu komt het er niet op aan, dat hij haar 's morgens met een hoofd vol kruipennen en in een slonzige peignoir vol vlekken aan het ontbijt ziet verschijnen. Werkelijk, ik begrijp zulke vrouwen niet. Er is toch in het huwelijk nog zo iets als etikette. Je kunt je toch maar niet laten gaan, omdat je nu eenmaal ge trouwd en dus „eigen" genoeg met elkaar bent. Ik geloof op recht. dat dit één van de rede nen kan zijn, waarop een huwe lijk kans loopt te stranden, dat je tè „eigen" met elkaar wordt; dat er geen enkele gêne meer bestaat; dat het schaamtegevoel vervlakt en je tegenover elkaar van het fijne en betamelijke uit het oog verliest. „HIJ IS HET MAAR". „Als je getrouwd bent, hoef je geen geheimen voor elkaar te hebben". Alles goed en wel, maar ik geloof, dat zodra een vrouw geen enkel „geheim" meer voor haar man bewaart, hij niet alleen zijn belangstelling voor haar verliest, maar zelfs een dé gout van haar kan krijgen. Er bestaan dingen, die nu eenmaal niet verheffend voor een ander zijn, om te aanschouwen. Toilet geheimen, die men zelfs voor de levenspartner verbergt, juist uit egard voor hem of haar. Op die manier behoudt men wat van de illusie, nietwaar? Laat men zich er toch niet vanaf maken met te zeggen: „Waarom zou ik me generen? Het is toch mijn man maar"! Vreemd, dat men niet voelt, hoe vernederend het woordje „maar" in dit verband is. Het moet misschien als een waarde ring klinken; zo iets van: Hij is mijn „tweede ik", maar in feite is het gebrek aan consideratie. Voor hem, de levensgezel, voor wie het beste niet goed genoeg zou moeten zijn, komt het er zo nauw niet oo aan, want hij is „maar" mijn man! En laten zul ke vrouwen zich dan ook niet beklagen, als hij het niet de moeite waard vindt, zich 's zon dags te scheren en hij er op zijn onsmakelijkst bijloopt, omdat hij niet naar kantoor hoeft en „maar" thuis blijft. Ziet u, dat zijn de dingen, die ik gebrek aan egards en huwe lijksetikette noem. Het leven wordt er een duffe boel door, dat zie je aan de verveelde gezichten van zulke mensen. Ze hebben verleerd, elkaar het hof te ma ken, omdat ze „maar" elkaar man en vrouw zijn. MARCELLE. (Nadruk verboden.) hier. En de komende en gaande vagels zijn kinderen, waarvan de ouders bij - UTRECHT (P P) voorbeeld een dag samen weg moeten en voor die dag de kinderen hier brengen. Deze groep is maar klein. Maar het leu- „Een echte moeder zijn voor de kinderen, dat is den en zien dan in, dat ze zich rustiger ke iSj dat de kinderen, die hier eenmaal een taak die wij ons hier stellen", vertelt ons mejuffrouw W. B. Nieuwen- v.uij«an oprichtster van een groot kleuterdagverblijf, waar kinderen onder de zes jaar voor gehele of ge deelten van dagen kunnen worden on dergebracht. „Kinderen hebben een zeer fijn gevoel en wanneer een dergelijk verblijf meer commercieel dan ideëel is, dan voelen de kinderen dit dadelijk aan. Van lei- en bescheidener moeten gedragen. Is het zover, dan krijgen ze de gelegenheid mee te doen en dan komt alles vanzelf te recht. Doordat alle kinderen verschillend zijn is het trouwens noodzakelijk, dat we aan ieder kind apart aandacht schenken." Onze gastvrouw begeleidt ons door de lokalen van het kinderverblijf. Mooie, ruime zaaltjes in zachte, moderne tinten geschilderd. In het kinderverblijf alle maal kleine tafeltjes en stoeltjes, waar een dag zijn geweest, met plezier weer eens een dagje komen. Een heel enkele maal krijgen we hier ook kinderen, die door de ouders ge bracht worden om met andere kinderen te spelen. Ze hebben geen broertjes of zusjes van hun eigen leeftijd en geen kinderen in de naaste omgeving en de ouders vinden het toch noodzakelijk, dat zo'n kind met andere kinderen leert om te gaan. Ook komt het een enkele maal wel vwr, dat we een kind krijgen, waarvan de we de kinderen bezig zien met plakwerk. ding en personeel gaat dan niet voldoen- Er hangt een prettige sfeer, vol vrolijk- de warmte en liefde uit. Onze instelling heid en enthousiasme. In andere zaaltjes moeder ziek is, of overspannen, zodat de in He pprste nlaats ideëel Ik richtte waar de kleuters verblijven, zien we hen dokter adviseert het kind overdag in een IS m ae eerste Plaats ïaeeei. ik ncnius druk doende en spelend op de vloer met kinderverblijf onder te brengen. Zoiets is dit instituut op, om UI een behoefte te bouwdozen, hobbelpaard, poppen, kinder- natuurlek tijdelijk. Uit al deze voorbed voorzien, werkende moeders in de gelegenheid te stellen haar kinderen serviesjes en wat al niet meer, gedurende de werkdag goed verzorgd te weten, waarbij de nadruk ge legd moet worden op de goede verzorging. Er is voor dns geen grotere voldoening dan dat we bemerken, dat de kinderen hier graag komen. Het mes snijdt dan van alle kanten, want niet alleen is het voor ons pret tig dit resultaat te zien, doch voor de kinderen is het aangenaam, ze Vaste klantjes „WAT KRIJGT u hier voor kinderen?" „Over het algemeen allemaal keurig net te," antwoordt mej. Nieuwenhuijsen. „De meeste komen hier regelmatig, zijn om den zal het u wel duidelijk zijn, dat onze instelling nuttig is. Wij moeten dit beamen. We ontdekken met eigen ogen hoe hier de kinderen als het ware een tweede thuis vinden. Hoe ze zich amuseren en hoe ze tenslotte om half zes door vader of moeder weer ge haald worden. worden niet ergens gebracht waar ze liever niet zijn en voor de moeder zontewzeerg®®"dga^®^®°te°: Weduwe we vertrekken is de lange rij kap- of gescheiden en het zelfde vinden we is het heerlijk geruststellend te weten, dat haar kind of kinderen met ple zier naar het kinderdagverblijf gaan". Juffrouw Nieuwenhuijsen is er echt in als ze over haar kinderverblijf vertelt. Het is duidelijk te zien, dat het haar lust en haar leven is. In de trein geboren nog aan de fies zjjn. Daarvoor hebben we hier keurige bedjes en op geregelde tij- „HOE BENT U er eigenlijk toe gekomen den kr;jgen de kleintjes hun melk. Aan een dergelijk instituut in het leven te al die kinderen schenken we volle aan roepen?" willen wij weten. dacht en we stellen alles in het werk „Het is een gouden vonk geweest," ver- om ze niet alleen prettig bezig te houden ♦elt onze gastvrouw lachend. „Ik ben maar ook op te voeden." v*,ir do oorlog en in de laatste oorlog ia Aang bij het onderwijs geweest en Les in bescheidenheid het was altijd mijn ideaal eens iets voor mijzelf te beginnen. Na de oorlog kwam HET LAATSTE brengt ons op een nieu we kans. Ik piekerde wat het zijn zou, we vraag. „Alle kinderen zullen wel niet bij enkele kinderen, wier vader weduw naar of gescheiden is. Dan zijn er ook kinderen van studenten. Vader en moe der studeren en zijn niet in staat de ge hele dag met het kind of de kinderen bezig te zijn, zulke kinderen komen ook (Nadruk verboden.) stokjes in de gang leeg. Het kleuterdag verblijf heeft zijn taak weer gedaan, tot hulp en steun aan vaders en moeders, die in de strijd om het bestaan genood zaakt zijn hun kinderea overdag elders onder te brengen. VERFLUCHT IN EEN PAS GESCHILDERDE KAMER zal sneller verdwijnen als we, behalve geregeld luchten, enkele schotel tjes met zout in deze kamer neerzetten. WANNEER EEN SPONS SLIJMERIG WORDT, laat hem dan een paar uur weken in azijn en spoel hem daarna uit in warm water. STOF MOET MEN NIET UIT BOEKEN KLOPPEN, doch weg blazen met de stofzuiger. Men voorkomt daarmede het los laten van de bladen of het uit elkaar gaan van de band. WANNEER HAARBORSTELS na het wassen slap geworden zijn, doop ze dan in wat melk en laat ze zo droog. SLECHT SCHUIVENDE LADEN bestrijkt men met talkpoeder. HARDGEWORDEN SCHOENSMEER wordt weer bruikbaar, indien men er wat melk doorroert. PLAATS EEN HETE PAN nimmer „zomaar" op een aanrecht, u loopt de kans, dat het emaille er af springt. Leg er dus een plankje of een treefje onder. GEWASSEN WOLLEN DEKENS mogen nimmer „glad uit" opge hangen worden om te drogen. Deze dienen gerimpeld opge hangen te worden. De zijkanten moeten omgeslagen worden, zodat uitzakken voorkomen wordt. (Nadruk verboden.) totdat ik zittend op mijn koffer in een stampvolle trein, heel onverwacht dat idee kreeg. Natuurlijk was het begin het moeilijkste, want het valt niet mee om de nodige bekendheid te krijgen, doch langzaam begon het te lopen en nu zijn er volop kinderen. Wij verdelen ze in drie groe pen, kinderen bóven de drie en een half jaar die door gediplomeerde kleuteron derwijzeressen met fröbelen bezig gehou den worden, de kleintjes onder die leef tijd, die in een apart verblijf kunnen spelen met een keur aan speelgoed, waar bij kinderverzorgsters het toezicht uit oefenen en de heel kleine kinderen, dia maal ook in het geheel opgenomen wor- even gemakkelijk zijn. Er zijn er onge twijfeld onder, die u last bezorgen, ia het niet?" „Jazeker," gaat onze gastvrouw verder, „je kunt vrij snel zien hoe de kinderen thuis behandeld worden. Wanneer 'n kind dadelijk begint met de baas te spelen, dan weten we al, dat het thuis gewend is altijd zijn zin te krijgen. Natuurlijk geven we er hier niet aan toe. We rea geren er niet op en laten het kind voor lopig aan zijn lot over, maar houden het ongemerkt in de gaten om te zien hoe het zich houdt. Eerlijk gezegd is zoiets bij ons vrij snel over. Ze willen nt\ een- De kleuters amuseren zich best in het dagverblijf Bleekselderij, die we nu weer in de winkels zien liggen, kan tot een heerlijke groente ver werkt, maar ook rauw genuttigd worden. De bladeren, die soms tijdens de groei worden opge bonden, krijgen in het najaar een bleekgele tint. Vooral de binnenste bladribben en ook het hart van de plant kunnen zo rauw met wat zout bestrooid ge geten worden, maar ook ge stoofd als groente of als uit gangspunt voor soep worden ge bruikt. Zondaggrapefruit, bleekselde rij met merg, kalfsribstuk, aardappelen, haagse bluf. Maandag: selderij soep, rest koud vlees, bietjes, aardap- pelpurée. Dinsdag: irish stew, appelpan- nekoekjes. Woensdagleverragout, bloem kool, aardappelen, gebraden appelen. Donderdaggebakken kaasplak, andijvie, gebakken aardap pelen, muesli. Vrijdagprincesse-aardappelen met lof sla, flensjestaart. Zaterdag: risotto, yoghurtvla. BLEEKSELDERIJ MET MERG 4 struiken bleekselderij1 flin ke mergpijp, 'A l saus van bleek- selderijnat, sneetjes geroosterd brood. De selderij struiken schoonma ken en in 45 min. gaarkoken in weinig water met wat zout. De mergpijp, die men door de slager heeft laten splijten, dicht binden en eveneens in water met wat zout gaarkoken (±15 min.). Sneetjes brood roosteren en beleggen met 'n plakje merg, waarop wat peper en zout ge strooid. wordt. De selderij strui ken in tweeën doorsnijden, op een schotel leggen en bedekken met de saus. Tot slot de merg- broodjes om de selderij heen leggen. PRINCESSE AARD APPELEN 1 kg rauwe aardappelen, 1 eet lepel kappertjes, 5 zoute harin gen, 2 uien, 30 g roomboter, 30 g spek, melk, peper, zout, pa neermeel. De haringen, die men goed heeft schoongemaakt, in reepjes verdelen en vermengen met de fijn gehakte uien en kappertjes. In een vuurvaste schotel de helft vart de roomboter en het in dobbelsteentjes gesneden spek uithakken, hierop een ge deelte van de in plakjes gesne den aardappelen leggen en deze bestrooien met wat zout. Op de aardappelen zoveel melk gieten, dat ze juist onderstaan en ze dan bedekken met een gedeelte van het haringmengsel. Hierop weer aardappelen, enz. tot alles opgebruikt is. Over de bovenste laag aardappelen paneermeel strooien en met een paar klon tjes roomboter erop in de oven 1 uur laten stoven. I,,, tsabyderm-zeep

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1957 | | pagina 9