^Uoor óe
Eerste hulp bij ongelukken
Voor een gezet figuurtje
WIJ OUDERS:
Kleuterschool, ja ol neen
Denk eens aan de bonte Klimop
cl& (^Uineóe ^Qooó!
Hilary op eigen wieken
Zaterdag 2 maart 1957
12e jaargang no. 4003
Wie waren
mijn
voorouders
Waar men de neerslag vindt van handel en wandel van het gehele
nederlandse volk
OPVOEDING
Wat zullen wij met ons kind doen Naar de
kleuterschool of niet Dit is een vraag, die in
menig gezin kan rijzen, wanneer de leeftijd van
de spruiten daarvoor aangebroken is. Elk ouder
paar zal hierover zijn persoonlijke mening heb
ben en ernaar handelen. Er zijn moeders, die
zeggen: „NooitIk houd mijn kind bij me, tot
het naar de grote school moet. Tot zolang kan ik
hetzelf wel bezig houden".
V
PRAKTISCHE HUISVROUW
TUIN EN POT
De Chinese roos
Aanpassen aan anderen
Opvoeding versneld
In Holland staat 'n huis
DEN HAAG (P P) (van onze verslaggever)
Hier hebben we een kaart van een dame, overleden in 1953 op 83-ja-
rige leeftijd. Zij werd geboren in 1870 en zoals U ziet, staan ook
haar vader en moeder vermeld, die werden geboren in 1845 en
1847. Deze kaart geeft u een heel aardig beeld van de mogelijkheden die
in ons kaartsysteem schuilen, namelijk om via één enkele kaart van een be
paalde familie bijzonderheden na te gaan van de laatste honderd jaar
vertelde ons de heer H. L. Kruimel, conservator van de eerste afdeling van
het Centraal Bureau Genealogie aan de Nassaulaan te Den Haag. „Wij heb
ben hier een kaartsysteem opgebouwd van een groot deel van het neder
landse volk, dus u begrijpt welke grote mogelijkheden dit biedt". Wij staar
den langs de stalen stellingen, die de wanden van deze zaal tot het plafond
dekten en plotseling drong tot ons door, dat hier het gehele nederlandse
volk over een periode van omstreeks honderd jaar vereeuwigd stond. Welk
een schitterend documentatiemateriaal voor alle mogelijke navorsingen
„MAAR DIT is nog niet alles", verbrak
de heer W. F.' del Campo Hartman, con
servator in algemene dienst der stichting,
de stilte. „Wij beschikken ook over onge
veer 25 miljoen courantenknipsels, alle
betrekking hebbende op nederlandse fa
milies, zoals geboorte-, trouw- en overlij
densadvertenties, notariële bekendmakin
gen, kortom een uitgebreide collectie in
de meest ruime zin." Hij nam ons mee
naar een andere ruimte, waar de muren
bedekt waren met kaartenbakken.
„Martius is uw naam, gelukkig een wei
nig voorkomende. We zullen eens zien
wat er van deze naam te vinden is". Een
kaartenbak werd uitgetrokken en even
later lag voor ons op de tafel een enve
loppe. waarop de naam Martius prijkte.
De inhoud werd er uitgehaald en bleek
te bestaan uit ongeveer twintig knipsels,
waarbij verschillende in de stijl van „met
vreugde geven wij kennis", en andere als
„heden overleed tot onze diepe droef
heid".
Alle hadden betrekking op per
sonen van dezelfde naam. Inder
daad is onze familie klein, doch
wij meenden uit deze couranten
knipsels te moeten opmaken, dat
er ook elders in ons kleine land
je nog voor ons onbekenden van
deze naam leefden.
i plots viel ons oog op een langwerpige
- ^rtentie, waarin een zekere heer Mar
tius in 1832 mededeelde, dat hij de be
kende pasteibakkerij in de Kalverstraat
te Amsterdam had overgenomen en hoopt
dat de klanten ook hem het vertrouwen
wilden schenken, dat zijn voorganger ge
noten had. Zo deden wij merkwaardige
ontdekkingen bij het korte bezoek, dat
wij brachten aan het Centraal Bureau
voor Genealogie in Den Haag.
Wapens en portretten
LANGS DE enorme genealogische biblio
theek bereikten we de schitterende he
raldische afdeling, waar de collectie van
de heer Muschart is bijeengebracht.
Heeft men een familiewapen waarvan
men meer wil weten, dan brengt deze
collectie waarschijnlijk de oplossing, want
aan de hand van de opbouw van het wa
pen kan men het herleiden en via een
zeer vernuftig systeem thuisbrengen,
waarbij men de familienaam en verdere
gegevens kan vinden.
Voorts een ikonografische afdeling waar
duizenden en duizenden portretten, foto s
en negatieven zijn ondergebracht, die ook
van bijzondere waarde kunnen zijn bij
bepaalde nasporingen.
De grote trots vormt last but not least
een verzameling dossiers met uitgewerk
te genealogische gegevens van niet min
der dan 6000 nederlandse families.
Stuit men bij nasporingen hierop, dan
kan een dergelijk dossier de onderzoeker
een heel eind op weg helpen.
Gebouwd op fundamenten
DE STICHTING dateert van mei 1945, dus
na de oorlog, de promotor was jhr. mr. dr,
E. A. van Beresteyn, die in samenwerking
met anderen dit kostbare documentatie
materiaal heeft verzameld en centraal
bijeengebracht. Men heeft hierbij dank
baar gebruik gemaakt van de verzameling
die reeds aanwezig was bij de n.v. Cen
traal Bureau voor Genealogie en Heral
diek van de heer Van Epen van voor de
oorlog, alsmede van de courantenknipsel
collectie van wijlen de heer C. H. van
Fenema en andere verzamelingen.
De taak van de stichting is het
beheren van 's rijks en van ande
re genealogische verzamelingen,
't bijhouden daarvan en aanvullen
of bewerken, opdat dit materiaal
ten dienste kan worden gesteld
van diverse onderzoekingen, zo
wel voor particulieren als voor
overheidsinstanties. Zo maken bij
voorbeeld notarissen er gebruik
van, wanneer zij moeilijkheden
hebben met erfeniskwesties, want
via het bureau kunnen zij op het
spoor komen van nagelaten be
trekkingen. Tal van Nederlanders
in Indonesië zijn door het bureau
geholpen aan de gegevens, die zij
nodig hadden om een nederlands
paspoort te kunnen verkrijgen.
Veel particulieren maken van de diensten
van het bureau gebruik bij hun familie
onderzoek, enzovoort. En tenslotte wordt
op het bureau de redactie gevoerd van
drie zeer belangrijke periodieken Ne-
derland's Adelsboek, Nederland's Patri
ciaat en het Jaarboek van het Bureau.
Toen wij afscheid genomen hadden en
buiten stonden, keken wij nog eens naar
de gevel van dit imposante gebouw en
door onze gedachten speelde de uitspraak
van de heer Kruimel „In dit bureau
vindt men de neerslag van handel en
wandel van het gehele nederlandse volk!"
(Nadruk verboden!
En inderdaad, een moeder, die
er tijd, lust en de nodige ontwik
keling voor bezit, kan haar kleu
ter thuis ongetwijfeld geven, wat
het nodig heeft. Ze kan daarbij
ook thuis gebruik maken van de
leermiddelen, die fröbel- en mon-
tesori-scholen bieden.
Andere ouders daarentegen
zijn van mening, dat hun kinde
ren op zo'n schooltje beter bezig
gehouden kunnen worden dan
thuis en zij er allerlei dingen op
steken, die zij thuis nooit leren.
VOORHANDEN:
IK KAN KOKEN
IK KAN TUINIEREN
IK KAN HANDWERKEN
Firma P. 3. VAN DE SANDE
Moeders van jonge kinderen zouden er eigenlijk altijd op
voorbereid moeten zijn, dat een der kleinen een ongeluk
overkomt, waarbij dadelijk ingegrepen moet worden, vóór
de dokter aangekomen is. Over het algemeen zou iedere
huisvrouw op de hoogte moeten zijn, van wat haar te doen
staat, wanneer eerste hulp bij ongelukken in haar huis
geboden moet worden.
In de eerste plaats, wat zoudt u
doen. wanneer een van de huis
genoten zich bloedend verwond?
Hierbij kunnen zich drie verschil
lende gevallen voordoen
le. Er treedt maar weinig bloe
ding op. In dit geval is een licht
drukkend steriel verband of een
steriele pleister op de wond vol
doende.
2e. Er stroomt donkerrood
bloed uit de wond. Nu gaat u als
volgt te werk: druk de wondran
den tegen elkaar aan; druk een
steriel verband op de wond. Zorg
ervoor, dat 't gewonde lichaams
deel hoog komt te liggen en rust
krijgt. (Een arm b.v. in een
draagverband en een been in de
hoogte op een kussen). Knellen
de banden, zoals eventuele sok
ophouders of kousebanden .moe
ten los gemaakt worden.
3e. Er spuit lichtrood bloed uit
de wond. Snel zoekt u de slag
ader, die het bloed toevoert en
drukt die tussen de wond en het
hart krachtig dicht tegen een
onderliggend bot. De wond wordt
met steriel verband afgedekt en
de dokter zo gauw mogelijk ge
waarschuwd.
Wat u als huisvrouw altijd in
uw verbandtrommel aanwezig
zou moeten hebben is het vol
gende: jodium, lysol, boorwater,
goulardwater, superoltabletten,
norit, aspirine, boorzalf, lever
traan- of brandzalf, perubalsem
en vaseline. Een paar rolletjes
hydrophile windsel, een paar ka
toenen zwachtels, een paar snel-
verbanden, steriele gaasjes, pak
watten en bloedstelpende watten,
leukoplast en hansaplast, ver-
bandschaar, pincet, koortsther-
mameter en mitella (driekante
d0ek>' MARCELLE.
(Nadruk verboden).
HET VERBINDEN.
Open wonden mogen nooit met
de handen aangeraakt worden en
evenmin dat gedeelte van het
steriele gaas, dat op de wond
komt te rusten. Als u geen ste
riel gaas bij de hand hebt (wat
eigenlijk niet voor mag komen*
kunt u zich behelpen met een
stuk schoon linnen of de binnen
kant van een schoon opgevouwen
zakdoek, met daarop een pluk
verbandwatten en een windsel
erom heen. Kleinere verwondin
gen, zoals schaafwonden, behoe
ven niet verbonden te worden,
maar worden met jodium-tinc-
tuur gedesinfecteerd.
Bij een neusbloeding laat u de
patiënt rechtop zitten en maakt
u alles los, wat om zijn hals kan
knellen. De beide neusvleugels
knijpt u zo hoog mogelijk met
duim en wijsvinger naar elkaar
toe en houdt dit minstens 10 mi
nuten vol. Intussen zijn er koude
doeken op de neus en in de nek
van de patiënt gelegd. Men praat
ook wel eens van een sleutel in
de nek, maar dit gaat ook alleen
om het koude-effect. Zo koud mo
gelijke doeken of nog liever stuk
jes ijs zijn natuurlijk het doelma
tigst.
BRANDWONDEN.
Als iemand brandwonden ge
kregen heeft, spoelt u deze met
zuiver water, liefsUonder de stro
mende kraan af, tot het gloeien
voorbij is. Daarna met steriel,
licht drukkend verband bedek
ken.
Als de kleren in brand staan,
sla dan een deken, tafelkleed of
wat ook om de patiënt heen en
doof de vlammen door hem over
de grond te rollen.
Maart is de voorjaars
maand en in die maand valt
er veel te doen in de tuin en
aan de plant. Juist nu het
voorjaar in aantocht is, zul
len we er goed aan doen, ons
klimopplantje eens te voor
zien van nieuwe aarde. Dat
is beslist noodzakelijk om
alles te halen wat in dit
plantje zit.
We verpotten deze plant in een
mengsel van bladgrond met
goede tuinaarde of alleen in tuin
aarde, als 't maar goede is.
We geven de klimop een plaats
je voor een zonloos venster of
voor een venster op de morgen
zon. In deze tijd geven we matig
water en eventueel eens in de
veertien dagen wat kunstmest. In
de zomermaanden geven we vrij
veel water en natuurlijk ook eens
per veertien dagen kunstmest.
Onze bonte klimop heeft niet
bepaald scherp gevormde blade
ren, terwijl het vrij grote blad
opvalt door de roomkleurige vlek
ken op het licht groene blad.
Na de zomermaanden, als de
winter weer in aantocht is, zor
gen we er voor, dat de bonte
klimop 't niet te koud krijgt, ze
kan daar niet zo goed tegen als
de gewone groene vormen, die
veel sterker zijn.
Dit aardig bont gekleurde
heestertje vraagt een luchtige
voedzame aarde, die verkrijgbaar
is bij de bloemist.
Het groene blad is wit of rose
gerand en karmijnrood gevlekt en
zal zich intenser kleuren naar
mate de standplaats licht is.
Enkele gelukkigen kunnen het
plantje in de zomermaanden in
bloei krijgen, waardoor de schoon
heid van het plantje zeer wordt
verhoogd, daar de bloemen veel
gelijken op de stekroos, waaraan
deze plant verwant is.
In een temperatuur van 50 tot
60° F., voelt zij zich het beste
thuis en als we gedurende de tijd
dat de plant in huis staat gere
geld luchten kan ze ook 's zomers
op een zonnig plekje staan, maar
dan dienen we er voor te zorgen
dat rijkelijk water gegeven wordt
en geregeld kunstmest. Ten over
vloede af en toe bespuiten, waar
mede de groei gebaat zal zijn.
In de wintermaanden geven we
matig water, geen mest en hou
den haar vooral niet te warm.
In het voorjaar dienen we haar
flink in te snijden.
(Nadruk verboden).
MANTELPAKJES en deux-
pièces zijn in ons land buiten
gewoon geliefd en dat niet
zonder reden. Wij kennen al
len de voordelen van dergelij
ke kleding. Men ziet er altijd
keurig en correct mee uit, het
biedt de mogelijkheid tot af
wisseling, men kan er ver
schillende aardige blouses on
der dragen en wat ook belang
rijk is, zo'n costuumpje zit
lekker warm, hetgeen van
groot belang is in een land
als het onze, waar dikwijls
grote temperatuurschomme
lingen optreden.
Vandaar, dat iedere Neder
landse vrouw een of meer van
dergelijke pakjes of deux-
pièces ini haar garderobekast
heeft hangen en ze ook regel
matig draagt.
Onze illustratie van deze
keer laat een wel buitenge
woon aardig pakje zien. Een
Laten wij deze ouders niet te
gauw van gemakzucht betichten.
Er kunnen omstandigheden zijn,
die het zenden van de kinderen
naar de kleuterschool niet alleen
beter, maar zelfs noodzakelijk
maken. Dit kan b.v. bij enige kin
deren het geval zijn. Zij hebben
dringend behoefte aan omgang
met andere kleuters, om zich,
voor hun schooltijd aanbreekt,
reeds te leren aanpassen aan an
deren en een zekere gemeen
schapszin te ontwikkelen.
U moet bovendien de kleuter
scholen van thans niet meer zien
als de ouderwetse bewaarschool
tjes, die zoals de naam zegt, al
leen maar dienden als bewaar
plaats voor kinderen, wier moe
ders door gebrek aan tijd, door
bezigheden buitenshuis of door
pure gemakzucht zich niet zelf
met hen bezig konden houden. De
kinderen zaten daar op stijve,
rechte bankjes en hadden zich
aan de dressuur van het school
tje te onderwerpen.
Van enige vrije ontwikkeling,
ontplooiingsmogelijkheid of be
wegingsvrijheid die kinderen op
die leeftijd juist zo nodig hebben,
was geen sprake. En ik denk, dat
zulke schooltjes eerder een kwel
ling dan iets prettigs voor het
kind waren. Maar er is heel wat
veranderd sindsdien.
Friedrich Fröbel heeft de eerste
stoot gegeven tot 'n rechtstreeks
opvoedkundig doel voor de kleu
terscholen. Hij wilde de natuur
lijke aanleg van het kind op na
tuurlijke wijze ontwikkelen door
het kind zélf te laten spelen en
zelf te laten dóén. Ontplooiing
van de natuurlijke gaven, heette
zijn ideaal.
Nog verder ging de Italiaanse
dokter Maria Montesori. Zij wilde
het wereldje van het kind ook
volkomen aanpassen aan de be
hoeften van het kind. Iedere kleu
ter kreeg zijn eigen kleine stoel
tje en tafeltje. De kinderen moch
ten hun eigen bezigheid kiezen,
maar hielpen ook mee om de
klas schoon te maken en op te
ruimen. Zo maakt de Montesori-
school van deze kleuters spelen
derwijs al heel handige hulpjes
bij moeder thuis.
D° kinderen zijn in de Mon-
tesori-klasjes individueel bezig,
maar in een gemeenschap, zodat
elk kind van de anderen kan zien,
wat ze aan het doen zijn. Ze mo
gen ook gerust opstaan, om het
van dichtbij te bekijken. Dit alles
prikkelt de activiteit bij het in
dividu.
Meer en meer komen de Monte
sori scholen in trek bij de ouders
en inderdaad kunnen deze kleu
terscholen voor kinderen van
4-6 jaar een weldaad betekenen.
MARCELLE.
(Nadruk verboden).
door
MABEL BARNES GRUNDY
Vertaald door: E. GRIESE
KETS DE VRIES
91)
(Nadruk verboden.)
En ik deed wat «lij gevraagd
werd. Ik beschreef de „Vita" en
„Anti-alco" medicijnen, hoe ze
werden toegepast en hun uitwer
king op de patiënten. In gloeien
de bewoordingen sprak ik over
de radio-actieve geneesmidde
len: Jupiter, Mars, Uranus en
Saturnus, van hun uitvinder, de
grote en wetenschappelijke ba
ron Frangipani.
Ik vertelde hun van het Te
huis in Bloomsbury, waar de zes
proefgevallen behandeld werden
voor drankzucht; van de droevi
ge manier, waarop drie van de
patiënten waren aangekomen
de arme advocaat in een taxi
vol met slangen, de armzalige
dokter, die beweerde dat hij niet
dronken was, nooit van zijn
leven dronken geweest was, en
nooit iets anders geproefd had
dan water, en die over niets
struikelde toen hij het Tehuis
binnenging; de jonge vrouw, die
aankwam met een fles brande
wijn in haar zak een medi-
cijnfles, waarvan zij hardnekkig
verklaarde, dat er niets anders
dan haarwater in zat. Ik be
schreef mijn collega's: meneer
Jones, juffrouw Ryeik had het
over mijn bewondering voor mijn
werkgever, meneer Weldon en
mijn ontzag voor de patroon
meneer Head. En met trotse na
druk toefde ik bij het feit, dat-
ik bij afwezigheid van meneer
Weldon de„Vita"-patiënten
hielp en wel met gunstige resul
taten.
„Jij helpt de patiënten?"
Tony liet zijn kralen in de
steek en keek mij, nog steeds
geknield, aan.
„Ja", zei ik. „Vanmorgen nog,
toen ik alleen in het depót was,
kwam er een man binnen en
vroeg om medicijnen voor spat
aderen. Hij trok één van zijn
broekspijpen op en liet mij een
bundel aderen zien, helemaal
knoestig en gezwollen als een
kabeltouw. Het was een uiterst
pijnlijk gezicht. Ik beval Phebi-
to Nummer 2 aan. Ik ging ach
ter het scherm en raadpleegde
de „Vade Mecum". De kleine
man was zo dankbaar voor mijn
raad en kocht twee tubes Phle-
bito."
Zeer tot mijn ergernis kregen
zij allemaal, toen ik mijn ver
haal geëindigd had, een lachbui.
Tony zat te zwaaien op zijn hie
len en Dorothea wreef haar ogen
uit met een geknoopt kleedje.
„Ik zie niet in, wat er te lachen
valt", zei ik koel. „Jullie zijn
heel gemakkelijk en gauw te
vermaken, dat hel) ik al eens
eerder gezegd."
„Hilary, je bent te verrukkelijk
zuchtte Juanita.
„Maar waarom?"
„Omdat je het bent. Het is on
mogelijk het uit te leggen."
„En een paar weken geleden
had je het over de waardigheid
van werken, de schoonheid van
werken. Ik weet niet zeker, of je
Ruskin's opstel voor werkende
mensen niet aanhaalde", zei To
ny, terwijl hij zijn ogen sloot.
„Mijn werk is waardig en mooi"
snauwde ik. „Het helpt de lijden
de mensheid om minder te lij
den.
„O!" Tony stopte een zakdoek
in "zijn mond en Dorothea ging
op een deegrol zitten, die nicht
Janet met wat behendigheid
had omgetoverd in een van
haakjes voorzien sleutelrekje,
zodat Dorothea met een kreet
van pijn weer overeind sprong.
„Jij beschouwt het niet als
kwakzalverij van de grofste
soort. Je beseft niet, dat je je
zelf leent voor het toedienen
van kwakzalvers-medicijnen
vroeg de eerste, toen hij weer
op adem gekomen was.
„Als het bewezen is, kwakzal
verij te zijn, zal ik het geloven",
antwoordde ik onverzettelijk,
„niet eerder. Mijnheer Head en
mijnheer Weldon zijn beslist
eerlijke mannen, daarvan ben ik
overtuigd".
„Alle maniakken zijn eerlijk",
sprak hij, „maar misleid".
„Niet noodzakelijk", begon ik,
toen Juanita ons smeekte, niet
verder te redetwisten, daar zij
meer bijzonderheden wenste te
horen over de arme drankzuch
tigen. Was een van de proefge
vallen sinds de aankomst in het
Tehuis beschonken geweest En
was de behandeling in enig op
zicht gelijk aan die van de Riley
Goudkuur En verwachtten wij
een duurzame genezing tot
stand fe brengen
„Dat is op het ogenblik moei
lijk te zeggen", antwoordde ik.
„Maar wij hopen er het beste
van. Onze behandeling is geba
seerd op practische lijnen. Als
een man, die een stug drinker
is geweest, voor het eerst de al
cohol laat staan, lijdt hij nood
zakelijk aan een gewaarwording,
of hij te gronde gaat, aan ver
lies van vitaliteit, een geweldige
depressie. Hier grijpen wij in.
Wij passen in het begin grote
doses toe en verminderen lang
zamerhand de hoeveelheid van
een medicijn, die grote opwek
kende en versterkende eigen
schappen bezit, die het gestel
opkwikken. Op die manier heeft
de patiënt een begin. Dan laten
wij hem eten overvloed van
voedzame, eenvoudige kost wordt
voorgeschreven. De eetlust van
de patiënt keert terug, hetgeen
een goed teken is. Hij slaapt
goed, zijn oog wordt helder, zijn
tong zuiver, zijn gevoel van
eigenwaarde komt terug, zijn
morele balans wordt hersteldj
En al die tijd geven wij kleine
hoeveelheden „Anti-alco", ver
minderen langzaam de dosis,
tot er een dag komt, dat hij er
buiten kan. Wij hebben een flin
ke, gezonde man van hem ge
maakt, lichamelijk en geestelijk.
Of hij blijvend weerstand zal
bieden, kunnen wij niet garan
deren; geen enkele geneesheer
is een supermens. Maar wij heb
ben hem op weg geholpen, hi,
moet zelf de rest doen".
(Wordt vervolgd).
eenvoudige donkerbruine jer
sey rok, waarop een apar
jasje, gemaakt van jaguar-
weefsel in beige. Toch vorm
het één geheel met de rok
omdat manchetten, kraag ei
revers en randen breed en op
vallend met dezelfde donker
bruine stof zijn afgezet. Jasjt
zowel als rok zijn zeer een
voudig van snit, doch de twé-j
soorten stof tegenover elkaa 1
en de wijze waarop men eei
en ander heeft verwerkt, moe
ten het doen. Hieronder draag
men een hoog gesloten nylo:
bloeze of gehaakt wit truitje
Met keurige bijpassend
schoentjes én tas, beide va
krokodille- of slangëleer! zie
men er charmant mee uit.
(Nadruk verboden)