BINNENLANDS NIEUWS Wat brengt de Radio? DE EEN Z'N BROOD IS DE ANDER Z'N DOOD. Gemeenteraad van Terneuzen DIEVENBENDE GEARRESTEERD IN DELFT. In samenwerking met de poli tie van s-Gravenhage en Rijswijk heeft de recherche te Delft acht jongelieden uit Delft gearres teerd, die zich schuldig hebben gemaakt aan tientallen diefstal len en inbraken in Delft, 's-Gra venhage en Rijswijk. De knapen, allen omstreeks 20 jaar oud, zijn voor de officier van justitie geleid. Enige van de ge arresteerden zijn leerlingen van een middelbare school te Delft. Zij hebben in hoofdzaak ingebro ken in woningen waarvan de be woners afwezig waren, voorts in het sportfondsenbad, de gemeen telijke bad- en zweminrichting, kantoren, café's, scholen enz. Al leen in Delft al pleegden zij 22 inbraken. Een inbraak aan de Rijswijkse weg te 's-Gravenhage waar ze omtrent de toestand in het gebouw en de plaats van de kas waren ingelicht door een lid van het personeel met zij in re latie stonden, werd ze noodlottig. Uit het verhoor is gebleken, dat zes jongens de diefstallen pleeg den en twee anderen bij wie een meisje uit Rijswijk, zich aan he ling schuldig heeft gemaakt. Het meisje kreeg van de jongelui ge schenken, een polshorloge van 100,De buit aan geld is door de jongelui uitgegeven aan bios coopbezoek, autoritjes en gokken op renbanen. De knapen hadden plannen tot overvallen met ge weldpleging op winkeliers. ZWAARGEWONDE OP WEG AANGETROFFEN. Woensdagmorgen omstreeks 7 uur hebben enige arbeiders aan de kant van de weg Hengelo Haaksbergen, onder de gemeen te Haaksbergen, de 21-jarige ge huwde G. P. W. uit Hengelo in zwaar gewonde toestand naast zijn motorrijwiel aangetroffen. Zij haalden hulp en W. werd naar' het ziekenhuis te Hengelo overgebracht. Zijn wonden wa ren evenwel zó ernstig dat hij is overleden. De rijkspolitie te Haaksbergen heeft het stoffelijk overschot in beslag genomen met het oog op het onderzoek naar de vermoe delijke doodsoorzaak. ONRECHTMATIG AANDEEL IN DE WINST. De Apeldoornse politie heeft de 39-jarige fabrieksarbeider G. C. aangehouden, die op zijn vrije zaterdagmiddagen een kaashan delaar op de Apeldoornse markt assisteerde. Het blijkt dat C. zich ten nadele van de kaashandelaar een bedrag van in totaal 4500 heeft toegeëigend. De politie had op verzoek van de kaashandelaar voorzorgslanding moeten^ maken een onderzoek ingesteld, omdat terwijl de verkoop gelijk bleef de winsten van de kaashande laar steeds lager werden. Gebleken, dat C. bij het sluiten van de markt zichzelf een winst aandeel uit de kas toebedacht. In het begin nam hij elke week tien gulden weg, doch toen alles goed ging verhoogde hij zijn „aandeel" al spoedig tot 25,De laatste weken stelde hij zich met niet minder dan honderd gulden te vreden. De man is opgesloten. VLIEGER MAAKTE VGORZORGSLANDING. Woensdagmiddag om half vier heeft een lesvliegtuig van de N.V. Nationale Luchtvaartschool een op een weiland ten zuiden van Drachten. De bestuurder, de leerling vlieger F. L. van Wassenaar uit Nederhemert wist het toestel zon der averij aan de grond te zetten en bleef zelf ook ongedeerd. Hij maakte zijn laatste vlucht voor het halen van zijn volledig bre vet, maar was op weg van Eelde naar Hilversum in een onweers bui terecht gekomen, en daardoor de koers kwijtgeraakt. Dat het gezegde: „De één zijn brood is de ander zijn dood" nog steeds opgeld doet, is woensdag middag in de Rotterdamse haven gehouden on donderdag 13 september 1956, des avonds te 19.00 uur. (Slot.) 6. Voorstel tot het nemen van een beginsel besluit inzake overdracht van de Rijks- havens. De heer Camps: Het voorstel dat wij hier voor ons hebben liggen, betekent een verbreking van de vicieuze cirkel, waarin de haven van Terneu zen zich sinds 1940 heeft bevonden. Ik geloof dat dit niet alleen voor de toekomst van Terneuzen, maar ook voor de kanaalzone en de grenzen van groot belang is. Ik wil hierover nog enkele op- merkingen maken, in de eerste plaats wat betreft de financiële bijdrage van het Rijk. Wij hebben een rapport van de havencommissie, gedateerd 28 oktober 1953; daarin worden bepaalde suggesties gedaan in verband met de financiële bijdrage van het Rijk. Ik wil er op wijzen, dat wq bij de nieuwe onderhandelingen niet op dezelfde punten moeten terugvallen, voornamelijk omdat zich in die tus sentijd ook andere plannen hebben gerealiseerd. De financiële verhouding tot het Rijk lag destijds op een andere verhouding dan nu. Verder wil ik burgemeester en wethouders vra gen of het mogelijk is de raad voor te stellen het college in dit geval uit te breiden met éen lid, b.v. van de drie grootste fracties, omdat dit onder handelingen zijn, waarbij de gemeente sterk be trokken is. Wanneer de overname plaats vmdt, zou ik het zeer op prijs stellen, indien bij eventuele verdere plannen met betrekking tot de haven van Terneu zen voornamelijk voor de installatie contact werd opgenomen met een erkend ingenieursbureau, zo als ook op het ogenblik in Delfzijl het geval is. De Voorzitter: Het rapport van de havencom missie is destijds ter vertrouwelijke kennisname aan U overgelegd. Ik geloof wel, dat wij het bij deze vertrouwelijke mededeling kunnen laten. Ongetwijfeld zullen burgemeester en wethouders zich ten aanzien van de verdere uitwerking van wat er moet gebeuren, beraden. Of daaruit voort vloeit dat het college uitgebreid moet worden be twijfel ik. Wij zullen alle mogelijkheden over wegen en zeker die personen aantrekken, die ter zake deskundig zijn. Ik ben van mening, dat er bij het gemeentebestuur van Terneuzen wel vol doende kennis aanwezig is voor wat betreft de belangen van Terneuzen zelf. n De heer Henry: U zult misschien wel begrijpen dat wij eigenlijk zeer verbaasd waren, toen plot seling dit voorstel uit de lucht kwam vallen. Een paar jaar geleden is besloten tot het instellen van een N V Haven Terneuzen. Wij hebben gepro beerd medewerking van het Rijk en de provincie te verkrijgen, doch wij hebben daarna niets meer gehoord Nu is er plotseling dit ingrijpende voor- ftel Alvorens enkele vragen te stellen, wil rk miin conclusie vooropstellen: Wq kunnen het worstel verwerpen of aannemen. Wanneer wq het voorstel verwerpen zal er, als ik het goed zie, met de haven van Terneuzen mets meer gebeuren. De belangstelling van het Rijk zal dan met zo voorstel aannemen, verplichten wij ons nog tot niets en kunnen wij over de haven van Terneuzen gaan praten. Ik ben van mening, dat hier vele mogelijkheden in zitten Voor mij is het vanzelfsprekend dat wq dit voorstel zullen moeten aannemen Ik wil ech- ter graag nog enkele vragen stellen, al ben ik er mij van bewust, dat het college deze vragen thans nog niet zo gemakkelijk zal kunnen beantwoorden. De bedoeling is om even in deze toch vrij ingewik kelde ma terfe de mening van het college te weten. In de eerste plaats wil ik U vragen of de oo spronkelijke gedachtevorm van een N V. Haven Terneuzen nu van de baan is en of het Rijk hierin nu niet voor het voorgestelde bedrag zal deel Verder is mijn vraag waarom het Ri)k nu plot seling met dit voorstel is gekomen. Is een bepaald overleg voorafgegaan. Ik had graag bij de stukken de brief gezien die van het Rijk binnengekomen is. Kunnen wij deze eventueel nog ter inzage krijgen? Wat is uw idee over de verhouding van de koopsom ten bedrage van de gekapitaliseerde on- derhouds- en vernieuwingskosten enerzijds en de éénmalige subsidie t.b.v. de vernieuwing en uit breiding van het havenpark anderzijds. Heeft het collége hierover gedacht en hoe ziet zij deze ver- Voorts wilde ik U vragen of er iets bekend is over het standpunt van de provincie t.a.v. de te verlenen financiële steun aan de haven van Ier- neuzen in het algemeen. Is hierover reeds contact 2©W66St Is het Rijk van mening, dat de N.V. Nederland- sche Spoorwegen haar kranen om niet aan de ge meente zal overdragen? Staat dit zo als eis in de brief van de Minister of is het de bedoeling dat de Nederlandsche Spoorwegen zullen deelnemen in een nieuw te vormen N.V.? Tenslotte wilde ik U vragen of er reeds con tacten zijn opgenomen met het particuliere be drijfsleven t.a.v. eventuele financiële medewer- king Gaarne zouden wü willen weten of het college zich over een en ander heeft beraden. De Voorzitter: Om te beginnen moet ik U zeg gen, dat deze voorstellen voor de gemeente Ter neuzen van het allergrootste belang zijn. De ver rassing daarvan Is alleen bij ons iets eerder ge komen dan bij U. In antwoord op Uw desbetref fende vraag kan ik U mededelen, dat hieraan geen breedvoerig overleg is voorafgegaan. Op een goede dag heeft men van de zijde van de Rijks waterstaat met mij gesproken over de mogelijk heden, die in deze richting lagen. Tot dat ogen blik en daarna zijn wij voortgegaan op het oor spronkelijk besluit van de raad. Wij zijn nog altijd bezig pogingen in het werk te stellen gelden te verkrijgen van het Rijk en <k provincie Zoals U weet is het Rijk van mening, dat het beheer en de exploitatie van de haven meer op de weg van de gemeente ligt, dan bij haar Het Rijk gaat er daarbij van uit, dat de provincie ook financiële steun aan deze oplossing zal verlenen. Met de provincie is echter over deze aangelegenheid nog geen contact geweest. De moeilijkheid van het college was om vóór de beslissing van de raad om in principe te besluiten, onderhandelingen te openen over de overname van de haven; alsook in hoeverre wij de vrijheid konden vinden om wat er bij de besprekingen is gezegd in het openbaar aan Uw raad mede te delen. Wij zijn reeds vrij ver gegaan in de schrif telijke toelichting van ons voorstel en wat er overigens van bekend is, zijn toch eigenlijk zaken die later nog uitvoerig ter sprake zullen komen, nadat de raad het principe-besluit genomen heeft. Wij moeten natuurlijk hierover nog verder met het Rijk onderhandelen. Dan zal ook gesproken worden met de provincie en het particuliere be drijfsleven, waarmede nog geen contact is geweest. Wij zijn van mening geweest eerst de raad hierin te moeten kennen. Als de raad besluit hier niet aan mee te doen, is verder contact met de genoemde instanties niet nodig en gaan wij verder op de weg, die wij reeds hadden ingeslagen. Ik kan U op het ogenblik nog niets mededelen over de afkoopsom, noch van de aanschaffing van kranen, onderhoud van kaden en dergelijke. Dit zijn allemaal detailkwesties, die pas ter sprake zullen komen als wij met het Rijk gaan onder handelen. Wij zullen ons moeten laten voorlich ten door terzake zeer deskundigen. Het Rijk heeft natuurlijk de Rijkswaterstaat ter beschikking, doch wij zullen zelf deskundigen moeten aantrek ken. De heer Henry: U hebt nog geen antwoord gegeven over de opmerking die in de brief stond t.a.v. de N.V. Nederlandsche Spoorwegen. De Voorzitter: Het was moeilijk voor ons om van de mededeling, die wij van de Rijkswaterstaat ontvangen hadden, een schriftelijke toelichting te geven op ons voorstel. Het is een voorstelling van zaken, zoal9 die bij de Rijkswaterstaat in be ginsel leeft, maar wat de Nederlandsche Spoor wegen er zelf van denkt, is mij niet bekend. Hier over hebben wij nog geen contact gehad. De heer Henry: Staat het werkelijk zó in de brief van de Minister? De Voorzitter: Het is een brief van de Rijks waterstaat. Ik .vind het niet nuttig om daar nu breedvoerig op in te gaan. Wij vragen alleen of de raad in beginsel bereid is te praten over de overname van het beheer en de exploitatie van de havens. Daarna zullen wij overleg plegen met het particuliere bedrijfsleven, het Rijk; de provincie en de Nederlandsche Spoor wegen. De heer Henry: Het is niet mijn bedoeling hier breedvoerig op in te gaan. Een en ander zal in derdaad later nog wel ter sprake komen. Doch wanneer men erover praten wil, moet men na tuurlijk weten waarover men spreekt. Daarom wil ik vragen om inzage van de brief van de Rijkswaterstaat. De Voorzitter: Wij spreken op de basis van be reidheid tot overname. De heer Henry: Toch zou ik graag willen weten hoe de brief van de Rijkswaterstaat luidt. De heer De Vos: Hierin staat ongeveer het zelfde als in het U overgelegde voorstel. De heer Henry: Dan had de brief toch ook wel bij de stukken ter inzage kunnen liggen. De heer De Fedjter: Ik kan instemmen met het voorstel van burgemeester en wethouders, doch ik vind het teleurstellend, dat er bij de stukken geen enkel gegeven aanwezig is op het voorstel zoals dat thans vóór ons ligt. Ik ben van mening, dat de raad deze gegevens ter inzage moet heb ben. Is het niet mogelijk dit in het belang van de goede gang van zaken in het openbaar te doen, dan kan het altijd nog vertrouwelijkgebeuren. Ik ben niet tegen het voorstel en ik geloof ook, dat er vele mogelijkheden in zitten, doch dan zal de raad volledig ingelicht moeten worden. De Voorzitter: Als hier alleen in principe ge vraagd wordt of U het beheer en de exploitatie van de havens wilt overnemen, dan zie ik niet in wat U verder nog wilt weten. Indien U ge gevens wilt hebben, die een duidelijk inzicht geven in de gang van zaken, zoudt U een brief van de Minister moeten hebben en die is er niet. De heer Van Langevelde: Ik kan mij uitspre ken vóór het voorstel en ik geloof dat wij dit moeten aanvaarden. Wij zullen hopen, dat er iets goeds uit geboren wordt. Dat er verschillende vragen zijn die niet beantwoord kunnen worden, is te begrijpen. Het gaat hier toch alleen maar om een principe-besluit. Verder zou ik nog even het punt naar voren willen brengen, waarvoor ook de heer Camps de aandacht heeft gevraagd, namelijk het benoemen van een derde wethouder. Als wij deze zaak in principe aannemen, zal er een enorme werkkracht gevraagd worden van het bestaande college van burgemeester en, wethouders. Ik geloof niet dat het op het ogenblik in het vermogen van het col lege ligt om hierin voldoende werkzaam te kun nen zijn, omdat hun tijd reeds zeer in beslag ge nomen wordt. Er zou nog een lid in het college opgenomen kunnen worden die alleen belast is met de administratie van de overname van de haven. Straks moeten wij toch in goed overleg deze aangelegenheid met het Rijk kunnen bespreken. Hierbij zullen zoveel problemen betrokken zijn en moeilijkheden voorkomen, dat dit op sommige ogenblikken voor burgemeester en wethouders haast onmogelijk is, gezien hun andere werk zaamheden. Ik wil dan ook graag de gedachte van de heer Camps ondersteunen. Als er straks overlegd moet worden, wie zal dit dan in goede banen leiden? Zal dit niet boven de krachten van het college gaan? De Voorzitter: U bedoelt toch, en zo heb ik de woorden van de heer Camps ook begrepen, dat dit een suggestie is aan het college dat het een voorstel aan de raad zal moeten doen hoe deze zaak verder behandeld zal moeten worden? De heer Van Langevelde: Volgens mij moet hiermede niet te lang gewacht worden. Als het overleg gaande is, moeten wij gaan werken. Als wij dit goed willen doen, zal er een enorme werk kracht gevraagd worden om deze zaak in goede banen te leiden. Als wij het principe-besluit nemen, dan zal misschien straks blijken dat er een derde wethouder benoemd zal moeten worden. Ik zie op het ogenblik geen andere mogelijkheid, willen wfj de zaak goed voorbereiden. De Voorzitter: Wij zijn het volkomen met U eens. Ik geloof evenwel niet dat U zich zorgen behoeft te maken, dat door het college niet de meeste spoed betracht zal worden om deze zaak naar behoren te behartigen. Indien dit nodig is zullen wij er zeker enige medewerkers bij nemen. De heer Van Langevelde: Het gaat er maar om één. i- De Voorzitter: De heer Camps wil er drie en U maar één. De heer De Vos: Meneer de Voorzitter, het is volkomen begrijpelijk, dat de heren zoveel moge lijk inlichtingen wensen. Zo is het bij het college óók gegaan. Het gaat hier evenwel enkel om het nemen van een principe-besluit. Door een Rijks dienst, die met deze zaak te maken heeft, is ge vraagd of de gemeente eventueel bereid is om de havens over te nemen en te exploiteren. Nu gaat het er alleen om of wij daar ja, of neen op zeggen. Zijn wij daartoe bereid, dan kun nen wij dat aan deze dienst mededelen en deze kan de nadere voorwaarden waaronder die over dracht eventueel zou kunnen geschieden, uitwer ken en een voorstel doen. Ik denk in de eerste plaats aan de regering en als die het accepteert, dan aan ons. Eerst dan zullen wij kunnen beoor delen Of de voorwaarden, waarop de overdracht zou moeten geschieden, voor ons acceptabel zijn. Het valt nog niet te zeggen wanneer het zover zal zijn. Zo erg optimistisch behoeven wij daar niet over te zijn. Men zal daar heus nog wel enige tijd over moeten studeren, vóórdat deze voorstellen ons be reiken. Ik geloof daarom nog niet, dat wij als consequentie van dit besluit er direct zo enorm veel werk bij zullen krijgen. Ik ben van mening, dat wij voorlopig niet anders kunnen doendan afwachten, in het bijzonder op de voorstellen, die ons gedaan zullen worden, al zullen wij moeten trachten deze zo spoedig mogelijk binnen te krijgen. Wanneer deze ons bereiken, geloof ik dat er dan alle aanleiding is om deze zaak zo breed mo gelijk te bezien en dan kunnen wij pas beoordelen of er aan deze voorstellen extra werk verbonden is. Ik ben het er volkomen mee eens dat wij ons, al vorens tot een definitief besluit te komen, zeer zeker deskundig zullen moeten laten voorlichten. Dit is ook één van de eerste opmerkingen ge weest, die wij in het college van burgemeester en wethouders gemaakt hebben. Wij achten ons niet in staat een en ander voldoende deskundig te beoordelen, juist omdat er enorme problemen en consequenties aan vast zitten. Verder wil ik nog even terugkomen op de brief, die is ingekomen van de Rijkswaterstaat. Hierin staat ongeveer hetzelfde als in het aan de raad overgelegde voorstel. Wij hebben aanvankelijk niet de bedoeling gehad om dit er zo uitvoerig in te zetten. Wat mij persoonlijk betreft, had de brief best bij de stukken ter inzage kunnen liggen. De heer Den Hamer: Meneer de Voorzitter, U hebt zojuist medegedeeld, dat wij eerst kort ge leden voor deze consequenties werden gesimd. Het gaat thans alleen om het principe-besluit en ik acht het dan ook niet nodig dat wij ons nu uit spreken over de benoeming van een derde of vier de wethouder. Van Rijkswege moet men nu de voorstellen overleggen. Wanneer deze voor ons totaal onaannemelijk zijn, dan dienen wij ze af te wijzen. Zoals U en de heer De Vos reeds heb ben opgemerkt, zullen wij deze uitgewerkte voor stellen eerst moeten bezien. Volgens mq behoe ven wij niet te verwachten, dat wij reeds in okto ber een voorstel aan de raad kunnen doen. Dit zal misschien in mei of juni van het volgend jaar kunnen gebeuren en dan mogen wij nog dankbaar zjjn. Dit voorstel moeten wij gaan onderzoeken. De heer Fijn van Draat: Toen dit voorstel kwam was ik, misschien omdat ik nog maar zo kort lid van de gemeenteraad ben, zeer enthou siast. Nu heeft Terneuzen eindelijk iets gekregen, waarmee het hopelijk vooruit kan gaan. Daarom verwondert het mij, dat ik van de zqde van de andere fracties zo weinig enthousiasme verneem op dit voorstel. Misschien zien wij vele spoken, die er niet zjjn. Dit voorstel heeft mi) zeer verheugd en wan neer het aangenomen wordt, hoop ik van harte dat het zal leiden tot verdere bloei van onze stad. De heer Hol: Meneer de Voorzitter, in het voor stel staat dat het Rijk in eigendom, beheer en onderhoud aan de gemeénte wil overdragen de drie kanaalhavens met kaden, losplaatsen en bij behorende werken. Ik hoop dat bij de vernieu wingskosten ook zullen zijn begrepen de kosten voor de verlichting. De vernieuwing en uitbreiding van het kranen- park is dringend noodzakelijk, doch dit is even eens het geval met de verlichting van de haven van Terneuzen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 7. Voorstel tot wijziging van de verordening tot heffing op vermakelijkheden. De heer Van Langevelde: In punt b van het voorstel tot verlaging van de vermakelijkheidsbe lasting, worden o.a. kermisinrichtingen en circus voorstellingen genoemd. Hierbij wordt vermeld dat deze voldoende culturele waarde bezitten. Ik kan het hiermede niet eens zijn en ik zou dan ook graag zien dat deze vermakelijkheden uit het voorstel gelicht werden en deze weer werden ge bracht op 35 vermakelijkheidsbelasting. De heer Den Hamer: In de toelichting op het voorstel hebt U kunnen lezen waarom wij de ver makelijkheidsbelasting willen verlagen. Als wet- houder van financiën had ik dit liever niet ge daan, doch ook omdat de vermakelijkheidsbelas ting hier ter stede nogal aan de hoge kant is, hebben wij gemeend dit voorstel tot verlaging in aansluiting aan wat ook de andere gemeenten hebben gedaan, te moeten doen. Hieraan moet ik nog toevoegen, dat ik persoonlijk aan kermis inrichtingen en circusvoorstellingen ook geen cul turele waarde toeken. Dit is ter beoordeling van burgemeester en. wethouders. Het kermisterrein wordt evenwel verpacht, dus dit heeft met de ver makelijkheidsbelasting praktisch niets te maken. De vermakelijkheidsbelasting geldt wel voor de kleinere zaken, die niet een plaats op het kermis terrein hebben. De heer Henry: Door het college wordt voor gesteld om de vermakelijkheidsbelasting o.a. voor circusvoorstellingen van 35 tot 20 te ver lagen, en ik wil hieromtrent graag even mijn standpunt uiteen zetten. Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik nog nooit een circusvoorstelling gezien heb. Ik heb geen behoefte aan deze minder fraaie kijkspelen, waarbij dieren in een voor hen onnatuurlijke staat worden gebruikt voor een naar mijn mening wei nig kritisch ingesteld publiek. Dat wil echter nog niet zeggen, dat wij onze persoonlijke kijk op de zaak moeten koppelen aan de hoogte van de ver makelijkheidsbelasting. Ik wil dit alleen volledig heidshalve even naar voren brengen. Volgens mij zullen wij deze aangelegenheid zui ver moeten bezien en ik wil dan ook het voorstel van burgemeester en wethouders steunen. Voorts ben ik ook van mening, dat punt c ge rust onder punt b opgenomen had kunnen worden. Ik geloof dat het niet erg zakelijk is om, wanneer de gemeente eenmaal bepaalde evenementen toe staat anderzijds vermakelijkheidsbelasting te hef fen zodanig, dat het toch praktisch niet mogelijk is deze vermakelijkheden in de gemeente te ex ploiteren. Tenslotte zou ik U willen vragen om bij het geven van toestemming zoveel mogelijk een kri tische zin te betrachten. De heer Den Hamer: Ik heb bezwaren tegen het voorstel van de heer Henry om punt c aan 8. Voorstel tot het aanvragen van een extra uitkering uit het Gemeentefonds. De heer Henry: In de toelichting op dit voor stel staat vermeld, dat een aanvrage om verho ging van de algemene uitkering in grote trekken met de commissie voor de financiën is besproken, en dat in overeenstemming met het gevoelen van deze commissie thans dient te worden besloten bij de Minister van Binnenlandse Zaken een aan vraag in te dienen ter verkrijging van een ver hoogde algemene uitkering uit het gemeentefonds. Ik ben zelf lid van de commissie van financiën, doch ik kan mij niet herinneren, dat wij in deze commissie hebben besloten deze uitkering aan e vragen. Tijdens de vergadering van deze commis sie heb ik gesproken over de bijzondere uitkering die gevraagd zou kunnen worden. Daaibq is mij medegedeeld, dat deze uitkering vorig jaai vooi twee jaren was vërleenid en dat dus dit jaar me met een bijzondere uitkering gerekend kon wor den. De heer Den Hamer: Ik was tqdens deze ver gadering juist ziek, dus zodoende weet ik met wat daarbij besproken is. Weliswaar is de uitkering vastgesteld voor de jaren 1956 en 1957, hetgeen evenwel niet inhoudt dat de gemeente met op nieuw een uitkering zou kunnen aanvragen. De heer Henry: Zoals de heer Den Hamer het nu zegt is mij niet in de commissie van financiën medegedeeld Daarom verbaasde het mij dat in het voorstel'staat: in overeenstemming met het gevoelen van de commissie. De Voorzitter: In de commissie van financien is er over gesproken dat getracht moest worden de begroting voor wat de gewone dienst betreft, slui tend te krijgen, daar deze zoals de heer Hemy reeds mededeelde in '56 voor 2 jaar is vastgesteld. Voor noodzakelijke kapitaalsuitgaven waardoor de gewone dienst extra belast wordt, waar men bij de vaststelling van de uitkering in '56 geen reke ning kon worden gehouden, zou zeker een ver hoogde uitkering moeten aangevraagd worden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9. Voorstel tot wijziging van de begroting, dienst 1956. Zonder bespreking of hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 10. Aanwijzing van drie leden in het bestuur van de „Stiehting Beschuttende Werkplaat sen Midden Zeeuwsch-Vlaanderen". De heer Henry: Het bestuur van de Stichting Beschuttende Werkplaatsen Midden Zeeuwsch- Vlaanderen is vrij uitgebreid. Ik wilde U vragen of het U bekend is of in het bestuur van deze stichting uit anderen hoofde leden van de ge meenteraad zitting hebben en wanneer U dit be kend is, kunt U dan ook mededelen welke leden d'De Voorzitter: Dit zijn de heer Weterings voor de K.A.B. en de heer Ollebek namens de Christe lijke Besturenbond. De heer Van Langevelde: Mag er ook ïemam benoemd worden buitenom de raad? De Voorzitter: Ja. Overgegaan wordt tot stemming. Uitgebracht worden 14 stemmen, welke alle zijn uitgebracht op Mr. P. H. W. F. Teilegen. De Voorzitter: In dank voor het vertrouwen neem ik deze benoeming aan. Overgegaan wordt tot stemming voor een twee- Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 8 op de heer J. Stenvert, 4 op de heer Van Riet en 2 op de heer Van Langevelde. De heer Stenvert is benoemd. Overgegaan wordt tot stemming voor een derde Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 8 op de heer Van Langevelde en 6 op de heer Van Riet. De heer Van Langevelde is benoemd en neemt zijn benoeming aan. aangenomen. I 11. Rondvraag. De heer Van Langevelde: Enkele bewoners van de Baandijk hebben zich bq mij beklaagd over de aldaar staande bunkers, waarin veel ratten en bunzingen zitten. Men heeft mq nu gevraagd of deze bunkers misschien opgeruimd kunnen wor den Verderop zjjn er reeds bunkers weggeruimd, doch juist op de Baandijk zijn ze blqven staan De Voorzitter: Ik geloof, dat dit een Rqks-aan- gelegenheid is. Wij kunnen echter wel een ver zoek richten tot het Rijk om die bunkers op te De'heer Den Hamer: Volgens mij zou dit zeer gewenst zijn. Ze zijn een verzamelplaats van on- ^hèer ^ampsMeneer de Voorzitter, ik heb de laatste weken verschillende malen gezien, dat Lderefdie vanuit de Vogelenbuurt naa^de be- waarschool moeten, soms zeer lang voor de d g moeïen wachten. Het komt voor dat ze er wel twintig minuten moeten staan en vooral wanneer het regent is dit zeer onaangenaam. Nu kom ik weer tlrug op het oude charpiter; zou misschien bezien kunnen worden of hieraan iets te doen is De Voorzitter: Dit is reeds herhaalde malen be keken doch er is praktisch niets aan te doen. De heer Camps: Kan er dan geen voorstel gericht worden aan de Rqkswaterstaat? Er be staan plannen om de overgang tot de brug te ver groten en als men daar nu toch gaat werken, kan men daar misschien tegelijkertijd iets aan doen Dit zou zeer op prijs gesteld worden. De heer De Vos: Ik geloof, dat hiervan weinig te zeggen valt. Wanneer wij met een aantal voor beelden zouden kunnen aantonen, dat elders bq bruggen ook wachthuisjes staan, dan zouden wq misschien een kans maken, doch ik geloof dat wij van het Rijk gedaan zullen krqgen dat bvj deze brug wachthuisjes gemaakt zullen worden. De heer Camps: Het is toch niet prettig voor de kinderen om in de kou te staan. De heer Weterings: Het is mij ook opgevallen, dat hier soms een wachttijd van twintig minuten mee gemoeid is. Wanneer een schip zeker nog een kilometer van de brug af is, laat men rustig de brug open om eerst het schip door te laten. De Voorzitter: Wij zullen dit doorgeven. Alvorens deze vergadering te sluiten, wil ik er nogmaals mijn blijdschap over uitspreken dat het besluit inzake de overdracht van de Rqkshavens thans genomen is en wij nu het heft in handen zullen krijgen, zoals wij ons altijd voor ogen heb ben gesteld. U zult nu straks kunnen helpen om dit waar te maken. Ik spreek de hoop uit dat door dit belangrijke besluit in de toekomst de haven van Terneuzen nog meer tqt de algemene welvaart mag bijdragen. weer eens gebleken. Terwijl het 7263 b.r.t. metende Fanamese s.s. „Falaris" (rederij Incaica Cia, Armadora, s.a. te Panama) met behulp van sleepboten achter waarts de Rijnhaven binnenvoer, was een ploeg filmmensen op een voor deze gelegenheid voor het publiek afgesloten steiger aan het einde van de Wilhelminakade bezig met opnamen voor 'n film, die in opdracht van hef ministe rie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen wordt gemaakt. Ook had men de beschikking over 'n gemeentelijk „heen-en-weer"- bootje, dat dwars voor de steiger lag. Waarschijnlijk omdat de „Fa- ralis'' uit haar roer liep, zette het schip opeens met de achterste ven koers naar het kleinere boot je, dat gelukkig niet ernstig werd geraakt, een halve slag draaide en klem kwam te zitten tussen steiger en „Faralis". In allerijl werd de filmappara tuur in veiligheid gebracht, doch niet nadat enige ongetwijfeld niet in het draaiboek voorziene opna men waren gemaakt. Hat Pana mese schip kwam muurvast te zitten, doch weldra waren zeven sleepboten in touw, die het om sleepten en loskregen. Het „heen- en-weer"-bootje was spoedig uit zijn onaangename positie verlost en alleen een beetje ontzette stei ger getuigde van de ongewilde rol, die hij in het drama had ge speeld. Aan publiek was uiter aard geen gebrek. VIER PERSONEN DOCR GAS VERSTIKT. Een gezin van vier personen is woensdagmiddag dood aangetrof fen in zijn woning aan de Ten Katestraat in Amsterdam. Met een voorbijganger heeft de buurman van één hoog toen hij gas rook de deur naar de boven verdieping geforceerd. De heer W. J. Philip en diens vrouw, resp. 65 en 58 jaar oud, werden leven loos in hun slaapkamer gevon den; ook de beide zoons, 26 en 22 jaar, bleken om het leven te zijn gekomen. De politie, die evenals de justi tie een onderzoek naar de oor zaak van dit tragische geval in stelt, deed gisteravond nog geen enkele mededeling. Volgens omwonenden was de vrouw zwaarmoedig en de laatste tijd vrij ernstig overspannen. In de slaapkamer zou zijn geconsta teerd, dat een gasslang los van de buis hing en in de keuken zou de gaskraan hebben opengestaan. 16.000STE SCHIP VAN DIT JAAR WOENSDAGOCHTEND TE ROTTERDAM. In de haven van Rotterdam is woensdagmorgen het 16.000ste schip van dit jaar binnengeko men. Het was het 4069 b.r.t. me tende m.s. „Schauenburg" van de rederij H. Schuldt te Hamburg, dat met een lading stukgoed van Tampici kwam en ligplaats koos in de Merwehaven. Vorig jaar kwam het 16.000ste schip op 16 oktober binnen. Het was het Zweedse schip „Bifrost". VRIJDAG 5 OKTOBER. HILVERSUM I: 7.00 Nws; 7.10 Gram.; 7.45 Morgengebed; 8.00 Nieuws; 8.15 Gram.; 8.50 Voor de huisvrouw; 9.35 Waterstanden; 9.40 Schoolradio; 10.05 Gram.; 10.30 Parijse liedjes; 11.00 Voor de zieken; 11.40 Gram.; 12.00 An gelus; 12.03 Lichte muziek; 12.30 Land- en tuinbouwmed.; 12.33 Nederlandse liedjes; 12.55 Zonne wijzer; 13.00 Nieuws; 13.20 Piano duo; 13.45 Voor de vrouw; 14.00 Gram.; 15.00 Schoolradio; 15.30 Orkest; 16.00 Voor de zieken; 17.00 Voor de jeugd; 17.15 Kin derkoor; 17.40 Beursberichten; 17.45 Gram.; 18.30 En nu mijn ge val; 18.45 Lichte muziek; 19.00 Nieuws; 19.10 Regeringsuitz.; 19.30 Verzoekprogr. voor de militairen; 20.30 Act.; 20.45 De gewone man; 20.50 De springplank; 21.15 Hoor spel; 22.05 Viool en piano; 22.25 Orgel; 22.45 Avondgebed; 23.00 Nieuws; 23.15 Nouveauté's. HILVERSUM II: 7.00 Nws; 7.10 Gym.; 7.23 Gram.; 8.00 Nieuws; 8 18 Gram.; 8.50 Voor de vrouw; 9.40 Schoolradio; 10.00 Causerie; 10.05 Morgenwijding; 10.20 Voor de kleuters; 10.40 Viool en piano; 11.05 Gram.; 12.00 Amus. muz.; 12.30 Land- en tuinbouwmeded.; 12.33 Sport; 12.50 Gram.; 13.00 Nws; 13.15 Gram.; 13.25 Theater orkest; 13.55 Koersen; 14.00 Cello en piano; 14.30 Slauerhoff-her- denking; 14.50 Herhaling fragm. dinsdagavondprogr.16.00 Orgel en zang; 16.30 Voor de jeugd; 17.00 Muz. causerie; 17.40 Gram.; 18.00 Nieuws; 18.15 Act.; 18.20 Lichte muziek; 18.50 Causerie; 19.00 Voor de jeugd; 19.10 Madri gaalkoor; 19.30 Causerie; 19.50 Berichten; 20.00. Nieuws; 20.05 De nationlë reclasseringsdag; €0.09 Boekbespr.; 20.15 Twentse volks liedjes; 20.30 10 jaar Nederlands- Belgisch cult, accoord; 20.40 Cau serie; 21.00 Gram.; 21.40 Klank beeld; 22.00 Lichte muziek; 22.25 Buitenl. overz.; 22.40 Causerie; 22.50 Avondwijding; 23.00 Nieuws, 23.15 Gram. BRUSSEL (VI.): 11.45 Orkest; 12.30 Weerbericht; 12.34 Gram.; 12.55 Koersen; 13.00 Nieuws; 13.11 Gram.; 14.00 Schoolradio; 15.45 Gram.; 16.00 Koersen; 16.02 Gr.; 17.00 Nws; 17.10 Lichte muziek; 17.45 Gram.; 18.10 Voordracht; 18.20 Gram.; 18.30 Voor de solda ten; 19.00 Nws; 19.40 Gram.; 19.45 Causerie; 20.00 Orkest; 21.00 Kunstkaleidoscoop21.15 Gram.; 22.00 Nieuws; 22.11 Gram.; 22.30 Folkloristische progr.; 22.55 Nws.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1956 | | pagina 6