Gemeenteraad van Terneuzen Binnenlands Nieuws fa P. J. van de Sande VEILIGHEIDS-BALLPOINT A N. W. B. waarschuwt bromfietsers Overstromingen in Palestina KLEUR-EN DO CUMENTECHT terneuzen Op 1 Januari 1956 nieuwe remvoorschrif ten Reeds van 1 Augustus 1953 af dienen bromfietsers van twee remmen te zijn voorzien, één op elk wiel. Bandremmen, die ove rigens nimmer toepassing vonden op bromfietsen, waren sinds die datum officieel verboden. De A.N.W.B. wijst er thans nog eens op, dat met ingang van 1 Januari 1956 tenminste één van de twee verplichte remmen een trommel- of schijfrem zal moe ten zijn. Onder trommelremmen dienen te worden verstaan de trommel- remmen van het normale type en remnaven, werkende volgens het z.g.n. montel-principe; onder schijfremmen de bekende terug traprem en voorwielremnaven werkende volgens het lamellen systeem. Zij, die een bromfiets berijden, die nog niet in overeenstemming met dit voorschrift is dat zul len voornamelijk de bromfietsen van ouder type zijn, uitgerust met twee velgremmen dienen dus vóór deze datum tenminste één van de remmen door een trommel- of schijfrem te laten voorzien. Men doet er uiteraard verstan dig aan, hiermede niet tot het laatste ogenblik te wachten, al dus de A.N.W.B. Stormen en hevige regenval hebben in Jeruzalem, het gebied van de Dode Zee en te Nabloes de ergste overstromingen sinds 1935 veroorzaakt, aldus wordt gezegd m. berichten die gisteren in Am man zijn ontvangen. Er is grote .schade aan eigendommen en hui zen toegebracht. De hoofdweg van Amman naar Jeruzalem is gesloten. Een vrouw is omgeko men, aldus de berichten. gehouden op Donderdag 27 October 1955, te 19 uur. Voorzitter: Mr P. H. W. F. Teilegen. Wethouders: J. den Hamer en M. de Vos. Raadsleden: F. Dieleman, D. M. Ollebek, J. van Riet, J. A. de Feijter, Dr M. E. H. Camps, W. J. Weterings, R. F. de Waal, R. Hol, A. Jansen, N. F. Dieleman, S. W. Henry, P. Fijn van Draat en M. van Langevelde. Secretaris: A. J. Dees. De Voorzitter opent de vergadering. 1. Vaststelling van de notulen van de vergade ring van 15 September 1955. Deze worden onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. 1. Mededeling van Gedeputeerde Staten van Zee land, dat de wijziging van de jaarweddever- ordening bij de Minister van Binnenlandse Zaken geen bedenking ontmoet. 2. Idem inzake de wijziging van de kindertoe lageverordening. 3. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit van 28 juli 1955, inzake verkoop van een perceel grond aan de heer R. Hol. 4. Schrijven van de P. T. T. inzake de plaatsing van een publieke telefooncel. 5. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten over het 3e kwartaal 1955. 6. Verslag Terneuzense muziekschool over het cursusjaar 1954/'55. 7. Verzoek van de Handboogmaatschappij „De Herleving" te Sluiskil om een bijdrage in de kosten van vernieuwing van de staande wip. Voorgesteld wordt een bijdrage te verlenen van 150. 8. Idem van de Zeeuwse Volks Universiteit inza ke een bijdrage voor een voorstelling voor de schoolgaande jeugd (12 tot 18 jaar) door het toneelgezelschap „Puck". Voorgesteld wordt een bijdrage te verlenen van 300. POLITIE DEED INVAL IN DANCING. Zondagavond heeft de Haagse politie een inval gedaan op een zolder, gelegen boven een kolen- pakhuis in Den Haag. Deze zolder was ingericht als dansgelegen heid. Het betreft hier een dans club, voortgekomen uit scholie renverenigingen, die buiten de door de school georganiseerde feestjes eens vrij willen dansen. Reeds enige tijd is de politie met deze actie bezig. Veertien da gen. geleden trof zij in een café in de binnenstad jongelui aan, die flesjes drank in de zak hadden en in min of meer beschonken toestand verkeerden. Begrijpelij kerwijze kwam daarbij van dan sen niets. De ouders van deze jongelui hebben meestal geen idee waar hun kinderen vertoe ven en de politie stelt deze ouders dan ook onmiddellijk op de hoog te, waar zij hun zoon of dochter heeft aangetroffen. De politie Heeft gemerkt, dat in deze scho- Berenclubs allerlei ongewenste elementen zijn binnengedrongen, •He deze clubs organiseren op sommerciële grondslag. In een bepaald stadsgedeelte wordt huis aan huis gevraagd, zolder enlloi kelderruimte beschikbaar te stel len en het is duidelijk, met welk doel dit geschiedt. Over het alge meen worden in deze clubs geen meerderjarigen aangetroffen. In de club waar Zondagavond een inval werd gedaan waren 60 jon ge mensen aanwezig, in het alge meen geen scholieren, maar bui tenstaanders, die in deze clubs worden geïntroduceerd. De poli tie waarschuwt de ouders dan ook om ernstig na te gaan waar hun kinderen zich 's avonds be vinden. CAFÉ IN KOLHAM UITGEBRAND. felle uitslaande brand heeft het café B. Kroon te Kolham ijGr.) geheel vernield. De vlam men grepen zo snel om zich heen dat het pand spoedig in lichter laaie stond. De brandweergroe- pen van Slochteren en Harkstede konden niet verhinderen dat het gehele gebouw, bestaande uit café, woonhuis en zaaltje voor 300 personen, in vlammen op ging. De eigenaar is verzekerd. De brand ontstond in de keuken, vermoedelijk door het bijvullen van een petroleum-vergasser. De café-eigenaar kreeg vrij ernstige brandwonden en werd naar een ziekenhuis te Gronin gen gebracht. OOK FIETSERS LICHT OP BIJ DICHTE MIST. De laatste dagen hangt in de ochtenduren op vele plaatsen in ons land een dichte mist. De K.N.A.C. meent, dat onder deze omstandigheden de verkeersvei ligheid aanmerkelijk zou worden verhoogd als ook de rijwielen hun normale verlichting zouden voeren. Hoewel een rechtstreekse ver plichting hiertoe nog niet in de wet is opgenomen er zijn wel enkele processen-verbaal op grond van het algemeen veilig heidsartikel opgemaakt doet de K.N.A.C. een zeer dringend beroep op alle fietsers en be stuurders van overige voertuigen vrijwillig ter verhoging van eigen en anderer veiligheid bij mist ook overdag licht te voeren. De heer Henry: Meneer de voorzitter, met be trekking tot punt 8 stellen wij het zeer op prijs dat de Z. V. U. het initiatief heeft genomen om hier bemiddeling te verlenen om voor de schoolgaande jeugd een voorstelling te geven door het toneelge zelschap „Puck".. Uit de brief die bij de stukken ter inzage heeft gelegen, heb ik gelezen, dat de totale kosten ten bedrage van 300 door de gemeente zouden moe ten worden gedragen. Dit zou er op neerkomen, dat de Z. V. U. alleen zijn bemiddeling verleent bij het laten doorgaan van deze voorstelling. Is het wellicht mogelijk dat de Z. V. U„ die toch subsidie ontvangt van het Rijk en de Provincie, voor deze voorstelling een gedeelte in de kosten bijdraagt? Het geven van bemiddeling waardeer ik zeer, doch ik vraag mij af of het juist is dat de gemeente het volledige bedrag voteert. De Voorzitter: De Z. V. U. wordt inderdaad ge subsidieerd. Ik weet niet of deze bij de begroting rekening heeft gehouden met een bijdrage voor dit gezelschap. Voordat een en ander in kannen en kruiken is, zijn er reeds belangrijke besprekin gen en onderhandelingen gevoerd. Nu is de moge lijkheid geschapen om met een betrekkelijk ge ringe subsidie dit toneelgezelschap in Zeeuws- Vlaanderen te laten optreden. Ik heb er geen be zwaar tegen de Z. V. U. te vragen in het tekort alsnog een bijdrage te verlenen. Mocht deze daar toe niet in staat zijn, hebt U er dan bezwaar tegen tot een bedrag van ƒ300 te subsidiëren? De heer Henry: Dan heb ik hiertegen geen be zwaar. De heer Van Riet: Moeten degenen die deze voorstelling bijwonen ook een toegangsprijs beta len? De Voorzitter: Deze bedraagt 0,75. De heer Van Riet: Misschien zijn er minder draagkrachtigen die dit niet kunnen betalen. De heer Fijn van Draat: Wat zou dan het tekort worden? De Voorzitter: Men moet toch een zekere en tree heffen. Ik heb bij verschillenden hoofden van scholen die hiervoor in aanmerking komen geïn formeerd en deze vonden dit bedrag billijk. De heer F. Dieleman: Ik heb bezwaren tegen de subsidie. De heer Henry: Ik weet niet of dit tot de orde van punt 8 behoort, doch in verband met de to neelvoorstellingen welke in Terneuzen worden ge geven, wordt dikwijls als bezwaar aangevoerd dat de outillage van het Concertgebouw hiervoor niet geheel voldoende is. Kan het ook op de weg van de gemeente liggen om hierin, eventueel in overleg met de eigenaar van het Concertgebouw, voorzie ningen te treffen? Een en ander is toch van cul tureel belang. De Voorzitter: Met medewerking van de Z. VU. is onlangs een werkgroep gevormd, die o.a. dit punt op het programma heeft staan. De heer Henry: Ik meende, dat de werkgroep een beroep zou doen op de gemeente? De Voorzitter: De gemeente is hierin vertegen woordigd. De heer N. F. Dieleman: De piano in het Con certgebouw voldoet niet meer. Kan door het ge meentebestuur bereikt worden dat hier een ande re piano komt? De Voorzitter: Wij kunnen er bij de eigenaar op aandringen. De heer F. Dieleman: De laatste tijd wordt bpna in iedere raadsvergadering een verzoek om subsi die behandeld en ik vraag my af waar hier de grens ligt. Ik ben er tegen om tussentyds subsidies te verlenen, vooral aan instanties die niet zo be- langryk zijn. De Voorzitter: De opvatting die door het College wordt gedeeld, is, dat ten aanzien van de instellin gen die een jaariykse bijdrage vragen voor een niet nader omschreven doel, deze aanvragen dienen te worden behandeld bij de begroting. Wanneer dergeiyke verzoeken binnenkomen, wordt dit ook medegedeeld. Er wordt ook zoveel mogelijk op aan gedrongen, dat men een verzoek tijdig voor het volgende jaar bij de gemeente indient. Het thans behandelde punt kon echter moeilijk bij de begro ting gelegd worden. De heer F. Dieleman: Volgens mij ligt het niet op de weg van de gemeente alle soorten spel en vermaak te subsidiëren. De Zondagrust wordt er door verstoord inplaats van bevorderd. Het ligt op de weg van de Overheid om de Zondagrust te be vorderen. De heer Hol: Meneer de voorzitter, inzake de plaatsing van publieke telefooncellen heb ik ge zien, dat by schryven van 7 oktober j.l. van de Di recteur van het Telefoondistrict Breda is medege deeld dat plaatsing van telefooncellen, in verband met het tekort aan munttelefoontoestellen voors hands moet worden beperkt tot bijzondere geval len. Daarenboven wordt eerst tot plaatsing van nieuwe cellen met muntapparaat overgegaan, in dien kan worden verwacht dat de opbrengst van de exploitatie ten naaste by kan worden gedekt. Men verwacht hier niet een zodanige opbrengst en dit spyt my ten zeerste. Meneer de voorzitter, zou bevorderd kunnen worden dat, indien er t.z.t. voldoende munttelefoontoestellen aanwezig zpn, dit van de zyde der P. T. T. aan het gemeentebe stuur wordt medegedeeld, zodat een en ander op nieuw bekeken zou kunnen worden? Voor deze zich steeds uitbreidende gemeente is het van be lang dat althans op één strategisch punt een pu blieke telefooncel wordt geplaatst. De Voorzitter: Wij zullen dit bekijken. De punten, genoemde onder 1 tot en met 6 wor den voor kennisgeving aangenomen. Aan de Handboogmaatschappij „De Herleving" wordt een büdrage verleend van 150. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan de Z. V. U. een bijdrage te verlenen tot 300. De heer F. Dieleman wordt geacht tegen deze bijdrage te hebben gestemd. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van eervol ontslag aan: a. A. Verbeek als onderwyzer aan de Zuid- landschool, wegens vertrek uit deze ge meente; b. A. Verbeek als lid van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim (kom); c. C. V. de Koek als gemeentegeneesheer, kom, ingaande 16 november 1955, wegens vertrek uit deze gemeente; d. J. Lourens als tuinman per 1 december 1955, wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftyd. Zonder bespreking of hoofdeiyke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 4. Idem tot benoeming: a. van vier leraren aan de gymnasiale afde ling van het Openbaar Lyceum per 1 sep tember 1955. De door Curatoren opgemaakte aanbeve- lingsiyst luidt als volgt: 1. Renaud, M. J., leraar Openbaar Lyceum, in vaste dienst. 2. Berends, J„ leraar Openbaar Lyceum, in tydelijke dienst. 3. de Jong, M. J. C„ leraar Openbaar Lyceum, in tijdeiyke dienst. 4. Mevr. Polling-Vest, W. N., lerares Open baar Lyceum in tijdelijke dienst. De heer Hol vormt met de voorzitter het stembureau. Uitgebracht 15 stemmen, waarvan 14 op de heer Renaud, 14 op de heer Berends, 14 op de heer De Jong, 13 op Mevr. Polling-Vest en 1 stem is blanco bü de drie eerste candidaten. Bij de vierde candidate zijn twee blanco stemmen. De vier docenten zpn benoemd. b. van een gemeentegeneesheer voor de kom. De alfabetische aanbeveling luidt: Th. A. Bos, Markt 25. P. Nysten, Nieuwstraat 22. A. van Zanten, Axelsestraat 27. De heer Camps: Gaarne wil ik wpzen op een systeem, hetwelk in verschillende gemeenten in Nederland wordt gevolgd, n.l. het zogenaamde rouleringssysteem. In 1956 zou bijv. de heer Bos, in 1957 de heer Npsten en in 1958 de heer Van Zanten aangesteld kunnen worden. Een dergelijk systeem heeft o.a. het voordeel dat meerdere dok toren op de hoogte komen van de medische aange legenheden van de gemeente, terwyi in gevallen van eventuele calamiteiten, zoals bpv. de waters nood of een epidemie, meerdere doktoren kunnen helpen. Gezien de belangrykheid van dit punt wil ik voorstellen, en vooral ook met het oog op de watersnood die wp hebben gehad, in Terneuzen een dergeiyk systeem in te voeren. De Voorszitter: Wordt uw voorstel ondersteund? De heren De Waal en Weterings: Ja. De heer Hol: Persoonlijk geloof ik dat primair gesteld moet worden de behartiging van het werk voor de gemeente. Wanneer wij deze zaak door middel van een rouleringssysteem gaan regelen, dan lükt het mp toe, dat die behartiging niet zo tot haar recht komt als wanneer wü één gemeente geneesheer hebben. Uit dit oogpunt bezien heb ik hiertegen bezwaren. De heer Van Riet: Meneer de voorzitter, dan hadden ook de andere doktoren wel kunnen solli citeren, indien zy dit van tevoren hadden geweten. Aan dit voorstel zal ik mijn stem niet geven. De heer Henry: Op zichzelf zit in het voorstel ongetwijfeld een aantrekkelpke gedachte, doch voor een jong arts echter is het juist aantrekkehjk deze functie te aanvaarden in verband met het feit, dat hij zodoende dienstjaren als ambtenaar verkrijgt. Dit zou bij het onderwerpelijke voorstel komen te vervallen. De heer Camps: Het gaat hier niet over een jonge of een oudere arts, doch om het belang van de Terneuzense bevolking. Bij eventuele calamitei ten moet men een zo goed mogeiyk medische ver zorging krygen, zodat de doktoren, die dan inge schakeld worden, volledig op de hoogte zijn. De Voorzitter: Ik geloof, dat U de werkzaamhe den van de gemeentegeneesheer in de tegenwoor dige tijd te ruim ziet. De gemeentegeneesheer heeft merendeels een controlerende taak. De heer Camps: Ik heb hierbij ook gedacht aan het inenten van kinderen en bij epidemieën. De Voorzitter: Voorlopig betreft het hier alleen de kinderen. Ik zie niet in, dat de gemeentege neesheer bü de inenting van kinderen in het bp- zonder op de hoogte zou komen van de toestand van de bevolking in Terneuzen. Bp eventuele epi demieën bestaat er geen twpfel aan, dat ook de andere doktoren ingeschakeld zouden worden. De heer Camps: Het werk ligt toch op een alge meen niveau. De Voorzitter: De taak van de gemeentegenees heer bestaat uit controleren, het inenten van kin deren, het geven van advies bij opneming van krankzinnigen in een psychiatrische inrichting e.d. De werkzaamheden zijn evenwel dermate inge krompen, dat wü de salariëring van de gemeente geneesheer hebben moeten herzien, doch er is vol doende werk om hem te handhaven. Deze werk zaamheden kunnen beter door een vaste,, dan door een willekeurige gemeentegeneesheer worden ge daan. De heer CampsIk ben voorstander van een rou leringssysteem. De heer De Vos: Meneer de voorzitter, ik onder- schrpf Uw mening ten volle. Bij hetgeen de heer Camps beoogt, vrees ik, dat het tegendeel wordt bereikt. De taken, die de gemeentegeneesheer heeft, zijn niet zodanig dat hij van medische pro blemen op de hoogte komt. Het is van groot be lang, dat in deze werkzaamheden een zekere con tinuïteit zit. Wanneer hier steeds wordt gewisseld, krijgen wij artsen die vreemd staan tegenover de hun toebedeelde werkzaamheden. Ook een gemeen tegeneesheer moet zich inwerken. Eerst door de praktpk kan hij van één en ander op de hoogte zijn. Naar mijn mening is het niet aanbevelens waardig ieder jaar een andere arts te hebben. Ook geloof ik niet, dat de artsen zelf hierop gesteld zijn. Volgens my worden de medische belangen van de gemeente door een rouleringssysteem niet be vorderd. De heer Fijn van Draat: Ik kan de woorden van de heer De Vos volkomen onderschrijven. De Voorzitter: Het voorstel van de heer Camps wordt in stemming gebracht. Vóór stemmen de heren Weterings, Camps en De Waal. Tegen stemmen de heren De Fepter, Van Riet, Ollebek, F. Dieleman, Den Hamer, De Vos, Van Langevelde, Fpn van Draat, Henry, N. F. Diele man, Jansen en Hol. Het voorstel is niet aangenomen. Overgegaan wordt tot stemming voor een ge meentegeneesheer. Uitgebracht worden 15 stemmen/waarvan 8 op de heer Van Zanten, 4 op de heer Bos en 3 op de heer Nijsten. De heer Van Zanten is benoemd. c. van een lid in de Commissie tot Wering van Schoolverzium, kom, vacature-Verbeek. Aanbevolen worden: F. Clemminck, onderwijzer aan de Zuidland- school C. J. Udo, onderwpzer aan school A. Er wordt overgegaan tot stemming. De heer Clemminck wordt benoemd met alge mene stemmen. 5. Idem inzake benoeming leden van de Com missie van Advies, bedoeld in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947. De Voorzitter: Door de Katholieke Arbeiders Be weging wordt voor de zittingsperiode 1955 1956 candidaat gesteld haar lid, de heer J. P. C. Eecke- laer, buiten de candidaten die door ons worden voorgesteld. Overgegaan wordt tot stemming van Kamer I (kom). Gestemd wordt in de vacature B. Burger. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan op de heer Burger en 1 op de heer Eeckelaer. De heer Burger is benoemd. Overgegaan wordt tot stemming in de vacature B. v. d. Bos. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 9 op de heer v. d. Bos en 6 op de heer Eeckelaer. De heer v. d. Bos is benoemd. Overgegaan wordt tot stemming in de vacature J M. Fraanje. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 10 op de heer Fraanje en 1 op de heer Eeckelaer. 4 stemmen zpn blanco. De heer Fraanje is benoemd. Overgegaan wordt tot stemming in de vacature D. M. Ollebek. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 13 op de heer Ollebek, 1 op de heer Eeckelaer. 1 stem is blanco. De heer Ollebek is benoemd en neemt zpn be noeming aan. Overgegaan wordt tot stemming in de vacature H. J. Rpnberg. Uitgebracht worden 15 stemmen, waai van 14 op de heer Rijnberg en 1 op de heer Eeckelaer. De heer Rijnberg is benoemd. Overgegaan wordt tot stemming van Kamer II (Sluiskil). T De heren H. A. Brakman, A. Dourlepn, F. Jur- riëns, D. M. Ollebek en H. J. Rijnberg worden met algemene stemmen benoemd. 6. Idem tot wijziging van de Bouwverordening. De heer Van Riet: Meneer de voorzitter, ik vind i l irirrnnnonrl IC Wan- 14 dat de voorgestelde wpziging ingrppend is. Wau neer er in de toekomst flatwoningen gebouwd worden, zullen daaronder ook schuilkelders ge bouwd dienen te worden. Indien nu de huur afhan- keiyk gesteld zal worden van de bouw van deze schuilkelders, zal deze zeer hoog worden. Wanneer de regering dergelpke maatregelen voorschrpft, dan ligt het m.i. ook op de weg van de regering om de bouw van de schuilkelders onder flatwoningen of andere gebouwen voor haar rekening te nemen. Moet dit ook voor de bestaande flatgebouwen ge schieden? De Voorzitter: wy moeten deze bepalingen in de bouwverordening opnemen. De bergruimten on der de woningen zullen met weinig kosten inge richt kunnen worden als schuilplaats. De bepalin gen zpn alleen van toepassing op nieuw te bouwen flatwoningen. De heer De Vos: Ik geloof dat de vrees van de heer Van Riet min of meer ongegrond is, althans dat hoop ik. Wanneer deze voorzieningen moeten worden aangebracht, verhoogt dit enigszins de bouwkosten. Er zpn redenen om te verwachten dat hiermede rekening zal worden gehouden bij de vaststelling van de premie. Wanneer dit niet het geval zou zpn, kan men zijn bezwaren uiten. Wan neer een en ander op de huur van de woningen zou komen te drukken, dan zouden de lasten inderdaad te zwaar worden. Dit neemt evenwel met weg, dat wy niet kunnen ontkomen aan de vaststelling van deze bouwverordening. Dit is namelpk vastgelegd in de wet. De heer Van Langevelde: Er zpn nog zoveel an dere woningen die niet beschermd zpn. Geldt daar het gevaar niet voor? De Voorzitter: Men heeft gemeend, dat van nu af aan dergelpke maatregelen dienen te worden getroffen. Er kan beter iets gedaan worden, dan helemaal niets. Bovendien heeft men bp flatgebou wen een grotere massa mensen bp elkaar, terwijl bij lagere gebouwen de verspreiding gemakkelijker m<De heefDe Vos: Meneer de voorzitter, ik ver moed dat op den duur in het algemeen maatrege len genomen zullen worden. Men kan natuurlj niet onder iedere eengezinswoning een schu^' der bouwen. Wanneer men dus dergelijke maat regelen overweegt tot bescherming van de bevol king, is het volkomen logisch, dat men bp nieuw bouw begint, opdat men met later voor het feit zou komen te staan, dat dit alsnog moet gebeuren. De heei Fijn van Draat: Meneer de voorzitter, enige tijd geleden heb ik in een raadsvergadering gevraagd wat er gedaan was aan de openbare ge bouwen. U hebt toen gezegd, dat er een rapport zou komen. De Voorzitter: Hiermede zijn wp bezig. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7. Vaststelling uitbreidingsplan Sportpark-Be- graaf plaats. De Voorzitter: Dit punt wil ik gaarne behande len wanneer de heer Gouwetor aanwezig is. 8. Idem tot wijziging van de verordening opcen ten grondbelasting. De heer Hol: Uit het begeleidend schrpven heb ik gelezen, dat krachtens de wet van 15 augustus 1955, Stbl. 384, tot wijziging van de regeling inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de Ge meenten, met ingang van het belastingjaar 1956 de Gemeenten niet méér mogen heffen dan 60 en 30 opcenten, respectievelpk op de hoofdsom dei- grondbelasting voor gebouwde en ongebouwde eigendommen. Tot en met 1955 bedraagt de maxi mumheffing aan opcenten voor de gebouwde en ongebouwde eigendommen respectievelpk 190 en 110. Is het U misschien bekend, wat uiteindelpk de financiële consequenties voor onze Gemeente zijn? De Voorzitter: Wij krijgen een grotere bijdrage uit het gemeentefonds. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9. Idem tot het verhogen van het bedrag per leerling ingevolge artikel 55bis van de Lager Onderwijswet 1920. Dit voorstel wordt zonder bespreking of hoof- delpke stemming aangenomen. 10. Idem tot toetreding tot de gemeenschappelijke regeling ziektekostenvoorziening ten behoeve van ambtenaren in dienst der gemeenten in Zeeland en wijziging van het ambtenarenregle ment. De heer Hol: In het begeleidend schrpven van Burgemeester en Wethouders bij dit agendapunt, wordt o.m. opgemerkt, dat het College het betreurt dat er nog steeds geen Rijksregeling is getroffen kunnen worden, temeer omdat het College van oordeel is, dat een gemeenschappelpke regeling eigenlpk voor het gehele land zou moeten gelden. Verder wordt in dat schrpven o.m. opgemerkt, dat het College niet uitgesproken enthousiast is voor de invoering van deze ziektekostenregeling. Resumerende gaat het College echter toch over stag en meent dat er voldoende gronden zijn om te adviseren tot aansluiting bp de IZA. Meneer de Voorzitter, weliswaar zie ik niet voor- bp het bepaalde in artikel 125 sub g van de Amb tenarenwet, welk artikel inhoudt, dat voor de ambtenaren voorschriften vastgesteld dienen te worden terzake van ziekte. Door aansluiting bij het IZA wordt hieraan inderdaad voldaan, maar onmiddellijk dringt zich hierbij de vraag op, of dit inderdaad wel de meest juiste weg is om hierin te voorzien. Welliswaar heeft de Commissie voor het Georganiseerd Overleg zijn fiat aan deze rege ling gehecht, maar naar mijn mening zou in de toe komst wel eens kunnen bipken dat deze regeling toch niet schenkt wat men er van verwacht. Met name voor het gemeentelpk budget zou deze regeling wel eens een blok aan het been kunnen blijken te zpn, nog afgezien van de vraag of de regeling geen precedenten schept. Met name heb ik hier op het oog de redactie van het nieuw in te voegen artikel 51a in het Algemeen Ambtenaren reglement der Gemeente Terneuzen, waar in het le lid immers imperatief wordt voorgeschreven, dat aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der Gemeente, worden vergoed de in enig tijdvak van ten hoogste een jaar te zij nen laste blijvende, naar het oordeel van Burge meester en Wethouders redelpk gemaakte kosten voor verrichtingen en leveringen, vallende onder de voorziening, bedoeld in artikel 50, voor zover zij tezamen met de voor de deelneming in deze voor zien verschuldigde bijdrage een bedrag overschrij den van 5% van zpn bezoldiging. Ongetwijfeld is deze redactie zodanig, dat men de consequenties daarvan in de toekomst moeilpk kan overzien. Wat in 't vat zit, verzuurt niet! Ook al laat de Rijksregeling wat lang op zich wachten (de contro verse tussen Binnenlandse- en Sociale Zaken is daar niet vreemd aan), persoonlijk vind ik het uitermate praematuur, dat men van de zijde van de Nederlandse gemeenten niet de nodige beheer sing aan de dag heeft kunnen leggen en gemeend heeft toch met deze ziektekostenregeling te moe ten starten. In feite is dit het doorkruisen van het beleid op hoger niveau. Dit betreur ik, temeer nu bij de loon- en salarispolitiek voor het Overheids personeel het de laatste jaren gebruikelpk is ge worden dat de Gemeenten, zp het niet altijd con amore, meestal in het „kielzog" van het Rpk va ren. Een ziektekostenregeling dient men m.i. te zien als 'n integrerend onderdeel van de algemene loon- en salarispolitiek en de haast die men nu van be paalde zpde gehad schijnt te hebben om deze re geling er door te drukken vóór de Rijksregeling van stapel loopt, acht ik van bedenkelpke aard. Daar komt nog bij, dat ik een versnippering van krachten bij de ziektekostenverzekering in ons land in het belang van onze volksgezondheid allesbe halve toejuich. Dit brengt ongetwpfeld, denk maai alleen aan de administratiekosten, meerdere lasten met zich mede. Indien men zich voorstelt, dat bqv. in ons land straks de ambtenaren, ressorterende onder de diverse ministeries van algemeen bestuur, ieder voor zich met een eigen ziektekostenregeün- getje zouden komen, dan behoeft het naar mijn mening geen betoog, dat wp een chaotische toe stand op dit terrein tegemoet gaan. Biykbaar heb ben de directie en het personeel van de Nederland se Spoorwegen dit ingezien nu deze na een veel jarige ervaring tot de overtuiging zpn gekomen, dat het mede gelet op het huidige peil van de ziektekostenverzekering in ons land geen zin had nog langer een „afzonderiyke voorziening" ten aanzien van de geneeskundige verzorging van de spoorwegambtenaren in stand te houden. Het z.g. Z. O. fonds werd per 1 Januari 1953 opgeheven. Het spoorwegpersoneel met een inkomen tot de z.g. weistandsgrens werd, evenals de gepension- neerden, onder de werking van het Ziekenfondsen- besluit (verplichte verzekering) gebracht; het per soneel met een inkomen boven deze weistandsgrens werd collectief, op aantrekkelpke voorwaarden, specialistische hulp, sanatoriumverpleging, zieken- vervoer enz., by een instelling verzekerd. Meneer de voorzitter, laten wij, mede uit een oogpunt van solidariteit, ten opzichte van de ziek tekostenverzekering de klok niet achteruit zetten. Persoonlpk althans kan ik mijn stem aan dit voor stel niet geven. De heer Fpn van Draat: Meneer de voorzitter, ik meen dat dit punt van de agenda door de leden van de raad wel ernstig is bestudeerd. In de Commissie van Georganiseerd Overleg is er een bespreking aan gewpd, van de zpde van de ziekenfondsen is er een bpeenkomst geweest om er ons op te wpzen welk verschil er bestaat voor de gemeente-ambtenaren tussen het aangesloten zpn bij de bestaande fondsen in Terneuzen of aan sluiting bp het I. Z. A. Voor wat het verschil in verstrekkingen betreft, meneer de voorzitter, meen ik niets te moeten zeggen, omdat er leden van de raad zpn, die dat beter kunnen doen dan ik. Ook over de geldelijke gevolgen'voor die ambtenaren, zij die hun lidmaatschap voor de plaatselpke zieken fondsen opzeggen om toe te treden tot het I. Z. A., meen ik te moeten zwpgen, alhoewel ik er op wil wijzen, dat dit opzeggen iedere dag kan gebeuren, terwijl men zich bij het I. Z. A. voor 5 jaar bindt. Meneer de voorzitter, mpn bezwaar gaat uit tegen het feit, dat de gemeente bp toetreding zich voor minstens 5 jaar bindt zonder dat wy ook maar bij benadering weten welke financiële con sequenties dit voor de gemeente heeft. Uit de stukken blijkt dat Burgemeester en Wethouders vóór dit voorstel zpn, maar ik vermoed niet van ganser harte. Dit heeft voor mij iets onzakelpks. Wel niemand gaat een verbintenis aan welke finaciële conse quenties heeft, zonder die consequenties te ken nen. Dat die voor de gemeenten wel eens minder prettig kunnen zpn, bewpzen de officiële gege vens van de provincie Limburg, waar over het boekjaar 1954 een tekort was van bijna ƒ70.000, waardoor men dus gedwongen zal zpn óf de pre mie te verhogen of de verstrekkingen te moeten verminderen. In de provincie Gelderland bedraagt dit tekort zelfs 100.000. Het ligt in de bedoeling

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1955 | | pagina 6