De behandeling van de Nederlandse arrestanten
en hun verdedigers in Indonesië
WEERSVERWACHTING
HOOGWATER
ZON- en
MAANSTANDEN
Witboek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
salons „robkrt"
Minister Luns over de rechtspleging in Indonesië
INDONESIË
„Het is thans noodzaak een beroep te doen op de wereldopinie
Prins Bernhard naar Parijs
Onderzeeboot .Tijgerhaai'
in botsing
Rusland gaat accoord mét
plaats en datum
Adenauer te Washington
aangekomen
Frankering bij abonnement Terneuzen
Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande
N oordstraat 5557 Terneuzen
Redactie-adres
Telefoon 2073 en 2510
Na 5 uur uitsluitend 2073
Gironummer 3S150
Abonnementsprijs: 5,35 per kwartaal; per
maand 1,80; per week 43 cent. Losse nrs 8 ct.
DINSDAG 14 JUNI 1955.
10e Jaargang No. 3480.
Verschijnt dagelijks Uitgeefster N. V. v/h Firma P. J. van de Sande, Terneuzen.
Advertentieprijs per mm 15. ctminimum per
advertentie 2,25.
Rubriek Kleine Advertenties: 5 regels X
iedere regel meer 20 cent.
Vermelding: Brieven onder nummer, of: Adres
Bureau van dit Blad 20 cent meer.
Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur.
Voor het Maandag-nummer: Zaterdags 10 uur.
,,Al langer dan een jaar zijn 23
Nederlanders in Indonesië in ar
rest in afwachting van hun be
rechting op beschuldigingen, die
niet in alle gevallen bekend zijn
gemaakt. Sommigen worden er
van verdacht steun te hebben
verleend aan de opstandige be
weging van de Darul Islam.
Vele anderen weten niet waarom
zij zijn gearresteerd. Met bet
vragen van de aandacht voor het
lot van deze mensen wordt niet
beoogd op hun berechting voor
uit te lopen, voordat de rechter
cle gelegenheid heeft gehad zich
uit te spreken over hun schuld
of onschuld. Het enige doel van
de Nederlandse regering is een
eerlijke en spoedige berechting
voor hen te verzekeren en iiet on
recht te doen goedmaken, dat
hun is aangedaan".
Met deze inleiding begint het
in de Engelse taal gestelde wit
boek, dat het ministerie van bui
tenlandse zaken heeft samenge
steld over de behandeling van de
Nederlandse arrestanten en hun
verdedigers in Indonesië van
1953 tot 1955 en dat gisteren voor
publicatie werd vrijgegeven.
Fotocopieën van door enkele
arrestanten geschreven en uit de
gevangenis gesmokkelde brieven
zijn als bewijsstukken in het wit
boek opgenomen.
Hoe mr Bouman werd uit
geschakeld.
Voordat het proces tegen
Jungschlager begon, werd mr
Bouman door een onbekend per
soon gewaarschuwd over een bij
eenkomst ten huize van de com
missaris van politie Soekardjo,
waar plannen werden besproken
om de Nederlandse advocaat uit
te schakelen. Eén van de getui
gen, Broeks, die door de politie
voor zijn diensten wordt betaald,
zoü mr Bouman uitnodigen de
getuige Manoch in Djatinegara
(het voormalige Mr. Cornelis)
te ontmoeten. Manoch zou dan
bekennen, dat hij leugens had
verteld en aan mr Bouman zou
worden gevraagd de reiskosten
van Manoch terug te betalen.
Het moment, dat mr Bouman het
geld zou overhandigen, zou wor
den gefotografeerd en hij zou dan
worden gearresteerd op de be
schuldiging van poging tot om
koping van een getuige.
Mr Bouman ontving inderdaad
een uitnodiging voor deze ont
moeting. Hij toonde het briefje
aan de procureur-generaal en
verzocht deze met hem mee te
gaan naar het aangegeven huis.
De procureur-generaal zeide dit
niet te kunnen doen. Hierop
heeft mr Bouman de uitnodiging
genegeerd. Hij stelde de secreta
ris-generaal van het Indonesische
ministerie van justitie in kennis
van dit voorval. De Nederlandse
regering, aldus het witboek, is in
bezit van een brief van de ge
tuige Broeks, waarin deze bekent
een helper van de politie te zijn
en dat het zijn bedoeling was mr
Bouman „te vangen".
In het witboek wordt ook ge
zegd, dat op 12 April van dit jaar
de Indonesische autoriteiten een
uitreisvergunning aan mr Bou
man weigerden, omdat „hij zelf
betrokken was in de zaak tegen
Jungschlager en omdat het on
derzoek nog niet was voltooid".
De Nederlandse hoge commis
saris had een uitreisvergunning
voor mr Bouman aangevraagd,
omdat de regering overleg met
de advocaat wenste te plegen
over het toekomstige beleid van
de verdedigingen.
De mishandelingen.
Het witboek memoreert, dat de
Nederlandse regering op 14 Juli
medegedeeld door het K.N.M.I. te
De Bilt, geldig van Dinsdagoch
tend tot Dinsdagavond.
Minder koud.
Aanvankelijk opklaringen, la
ter toenemende bewolking, maar
overwegend droog. Matige zuid
westelijke wind. Middagtempera-
turen iets hóger dan gisteren.
WOENSDAG 15 JUNI.
Breskens
Terneuzen
Hansweert
Walsoorden
v.m.
8.55
9.30
10.10
10.20
n.m.
9.19
9.54
10.34
10.44
ZON
MAAN
op
onder
op
onder
Juni
14
4.22
21.02
0.40
14.02
15
4.21
21.03
1.—
15.22
16
4.21
21.04
1.23
16.45
17
4.21
21.04
1.52
18.09
18
4.21
21.04
2.31
19.28
1954 in een nota aan de Indone
sische regering voor het eerst
mededeelde, dat haar bezorgd
heid over de behandeling van een
aantal Nederlandse arrestanten
plaats had gemaakt voor de ze
kerheid, dat een aantal Neder
landse onderdanen ernstig was
mishandeld.
Via verscheidene kanalen was
de regering in het bezit gekomen
van bewijzen van mishandelin
gen. Indonesiërs, die de metho
den van enkele leden van de In
donesische politie verafschuw
den, stelden hun leven in de
waagschaal om boodschappen
over te brengen van de mannen,
die waren gemarteld. Het wit
boek bevat een fotocopie van een
brief van één der gevangenen
aan zijn vader, waarin hij o.a.
schrijft:
„Ze hebben wij gedwongen
te zeggen, dat ik wat van deze
organisatie (de Nederlands-In
dische guerilla-organisatie)
weet en dat ik (een) tak van
deze organisatie ben en voor
deze organisatie, waar ik mijn
hele leven nooit van gehoord
heb, hebben ze mij geslagen,
gemarteld en in de vijver ge
gooid en onder water gehou
den, dat ik bijna geen adem
kon halen om de bekentenis uit
mij te krijgen. Ik heb maar ja
gezegd om mijn leven te red
den omdat ik 't niet meer uit
houd, dat ze mij zo martelen.
Ze hebben mij ook gedwongen
en geslagen dat ik kapitein
Smith op de Tangkuban Prahu
heb gezien waar ik nooit van
mijn hele leven was geweest
en waar ze mij nou dwingen
en dreigen, dat ik als getuigen
tegenover hem moet staan. Als
ik voor de rechter kom, moet
ik een gedwongen eed doen en
als ik die eed dan niet wil doen,
willen zij mij doodschieten. Zo
dreigen zij mij, pap".
Het witboek herinnert aan de
verklaringen van de heer Prins,
die op 23 Januari 1954 werd ge
arresteerd en in November werd
vrijgelaten. De heer Prins werd
toegestaan naar Nederland terug
te keren, waar hij verklaarde
met eigen ogen te hebben gezien,
dat een Nederlandse arrestant
na een verhoor als een gebroken
man met bloedende handen en
polsen uit de verhoorkamer was
teruggekeerd. Hij zeide zelf ook
tot een bekentenis te zijn ge
dwongen.
Het witboek gaat vervolgens in
op de ongecontroleerde berichten
dat drie Nederlandse onderdanen
Smit, Bosch of Bos en Van
Kleef), figuren die de Nederland
se regering overigens niet kent,
'zouden samenwerken met de
Darul Islam in West-Java.
Onder de arrestanten in Ban
dung is een majoor van het voor
malige K.N.I.L., de heer J. G.
Schmidt. In de Indonesische pers
werd hij genoemd als de Smit,
waarvan men veronderstelde, dat
hij de Darul Islam had gesteund.
Een Bosch, die aan de beschrij
ving beantwoordde, kon niet
worden gevonden. De politie ar
resteerde nog een Nederlander,
die ook tot bepaalde bekentenis
sen werd gedwongen. Over de
wijze van verhoor meldt het wit
boek het volgende:
Deze arrestant werd op 30
Januari 1954 in Djakarta aange
houden en de volgende dag naar
Bandung overgebracht. Daar
vroeg de Indonesische inspecteur
van politie, Enduh, hem bij wijze
van inleiding: „Wat is de naam
van de Engelse piloot en waar is
kapitein Sumarmo?" De Neder
lander antwoordde, dat hij niet
wist waarover het ging en dat
hij nooit een Engelse piloot of
kapitein Sumarmo had gekend.
Enduh sloeg de arrestant daarop
hard met een stuk hout op de
rug. Toen de Nederlander vol
hardde, kreeg hij een vuistslag
op het achterhoofd. De mede
gevangene Manoch, schopte de
arrestant hard in het gezicht en
noemde hem adjeng en gla
dakker (hond en straathond),
terwijl hij hem in het gelaat
spuwde.
De man werd later overge
bracht naar „het huis met de
vijver" nabij Bandung. Hij werd
op zijn rug naast de vijver neer
gelegd. Enduh en J. van Hulst,
een Indonesisch staatsburger van
Nederlandse afkomst en mede
gevangene, hielden hem tegen de
grond. Tomasoa, een andere
mede-gevangene, deed 's mans
schoenen en sokken uit. Enduh
sloeg de arrestant met zijn vuist
en met een boomtak op de voet
zolen. Hij dreigde hem in een
put naast de vijver te gooien of
een injectie te laten geven en zei
dat hij moest bekennen om ver
dere martelingen te ontkomen.
Tenslotte bekende de Nederlan
der. Na zijn „bekentenis" moest
hij bij wijze van verzoening de
mannen, die hem hadden ge
marteld, de hand drukken. Een
Nederlandse mede-gevangene be
schreef deze gebeurtenis als
volgt (een fotocopie van deze
brief is opgenomen)
„Wat er in Bandung allemaal
gebeurt, is verbijsterend van
wege de onbeschrijfelijke ver
krachting van het recht, de
haat tegen de Nederlanders,
de mishandelingen enz. De
boel is door al het gedwongen
liegen zo chaotisch geworden,
dat het moeilijk is een over
zicht te geven. Er moest eén
zg. ondergrondse actie bestaan
en toen werd de naam Nigo ge
fantaseerd. De hele Nigo be
staat niet en wij allen hebben
pas van de Nigo gehoord tij
dens het onderzoek. Soms
werd je automatisch lid zonder
dat je van iets afwist. Soms
betekende het Nederlands-Indi
sche guerilla-organisatie en
dan weer Nederlands-Indische
geheime ondergrondse. Er zijn
complete verhalen gefabriceerd
en aan de hand hiervan moe
ten processen in elkaar wor
den gedraaid".
Nadat deze Nederlandse arres
tant later had geweigerd te ver
klaren, dat hij nooit was mishan
deld, werd hij in Juli 1954 met
een groot aantal Indonesische
getuigen geconfronteerd, die hem
„herkenden" als de legendarische
kapitein Bosch. Hij ontkende,
waarop hem werd medegedeeld,
dat hij indien hij niet wilde sa
menwerken, zijn vrouw zou wor
den gearresteerd.
Tal van brieven tonen aan, al
dus het witboek, dat een deel van
de arrestanten moest dienen om
de anderen te laten veroordelen.
„Deze arrestanten, waarvan Ma
noch. Tomasoa en Van Hulst de
gewilligsten zijn, zijn door mis
handelingen gedwongen en door
beloften in de verleiding ge
bracht hun verklaringen zo af te
leggen, dat ze een web vormen,
waarin enige „prominente" be
schuldigden kunnen worden ge
vangen. Sommigen hebben ge
bruik gemaakt van de gelegen
heid om mensen te beschuldigen,
met wie zij in het verleden moei
lijkheden hebben gehad als „leden
van de samenzwering". Er be
staat geen vast patroon meer in
de chaos van beschuldigingen en
beweringen door mishandelaren
en mishandelden, door getuigen
en beschuldigden."
Voorbeeld van ondervraging.
Het witboek geeft als voor
beeld van de wijze van ondervra
ging het verhoor van een Indo
nesische getuige door inspecteur
Abdu] Moenaf (overgebracht
door iemand, die dit verhoor
heeft bijgewoond). Dit verhoor
werd afgenomen op het hoofd
kwartier van de criminele recher
che, Kwitang 9 in Djakarta. Deze
Indonesische getuige had ver
scheidene dagen geen voedsel ge
had en hij besloot te vertellen,
wat inspecteur Maoenaf wenste
te horen.
Insp.Volgens Manoch en Van
Hulst haalde je met anderen een
kist af in het huis van een Chi
nees. een zekere Kwee, in de Dja-
lan Waringin. Is dat juist?
Beschuldigde: Ja.
Insp.: Wat zat er in die kist?
Besch.: Wapens.
Insp.: Dat is niet waar.
Besch.: Geld.
Insp.: Praat geen nonsens. Je
weet heel goed wat er in die kist
zat.
Besch.: Goud.
Insp.: Juist. Hoe vervoerde je
dat goud?
Besch.: Met een vrachtauto.
Insp.: Niet waar!
Besch.: Met een jeep.
Insp.: Vertel geen verhaaltjes!
Besch.: Met een pick-up.
Insp.: Goed. Van wie was die
pick-up?
Besch.: De K.P.M.
Insp.: Niet waar!
Besch.: De Nederlandse mili
taire missie.
Insp.: Juist!
Ervaringen van een Duitse
arrestant.
Het witboek vermeldt de erva
ringen van een Duitse arrestant,
de heer C. L. Lengen, die van 29
Januari tot 27 November 1954 in
arrest is gehouden. De politie
dacht, dat hij een Nederlander
was en door mishandelingen en
bedreigingen werd hij bewogen
bekentenissen af te leggen. De
brieven van Lengen aan de Duit
se ambassade in Djakarta bleven
onbeantwoord. Een gesmokkelde
brief bereikte de ambassade wel.
De ambassade bracht de zaak
onder de aandacht van de Indo
nesische autoriteiten en Lengen
werd vrijgelaten na een gesprek
met inspecteur Enduh, die zeer
charmant optrad en de Duitser
zeide, dat moeilijkheden met
Duitsland ten koste van allés
moesten worden voorkomen.
Daarom vroeg Enduh hem alles
te vergeven en te vergeten.
Het proces-Schmidt.
Het witboek geeft voorts een
beschrijving van de gang van
zaken bij het op 9 September
aangevangen proces tegen de
heer Schmidt, dat later werd op
geschort omdat rechter Liem op
medisch advies verlof moest
nemen. Er was toen weinig
vooruitgang gemaakt in deze
zaak, waarin mr Liem zal wor
den vervangen door de heer-
Rochjani.
Het witboek haalt een brief
van één van de getuigen aan,
waarin deze schrijft:
„Ik ben tot de slotsom ge
komen, dat deze arrestaties in
de zaak-Schmidt en andere za
ken volkomen waanzin zijn en
dat de politie Gestapo-metho-
den heeft gebruikt. Toen wij
allen bij elkaar waren op de
eerste dag van het proces
tegen Schmidt, hoorde ik de
jongens tegen elkaar praten.
Zij zeiden: Hoe moeten wij het
nu doen; wat moet ik de rech
ter vertellen? Zij noemden de
zaak een „rotzooi". Zij waren
allemaal zenuwachtig."
Het proces-Jungsehlager.
Ook Engeland en Amerika wa
ren bij de processen betrokken,
doordat één van de getuigen be
weerde, dat vliegtuigen van deze
ambassades in Djakarta wapens
en munitie v,oor de ondergrondse
bewegingen in West-Java hadden
Uitgeworpen. De Amerikaanse
ambassadeur in Indonesië wees
deze beschuldigingen categorisch
van de hand.
De dossiers in de zaak-Jung-
schlager, aldus het witboek,
staan vol verklaringen, die stuk
voor stuk door de verdediging
kunnen worden weerlegd. Een
massa materiaal is bijeenge
bracht op een wijze, die niet
wordt aangegeven maar dit ma
teriaal zit vol gapingen, is zo
tegenstrijdig en'bevat zoveel on
waarheden, dat het niet moeilijk
voor de verdediging zou zijn de
volkomen onbetrouwbaarheid er
van te bewijzen. Voor de perso
nen, die ten koste van alles deze
processen wensten door te zetten
om een schijnbaar légale veroor
deling te verkrijgen door de
uitspraak van een onafhankelijke
rechter van een grote samen
zwering van het „Westerse blok"
en in het bijzonder van Neder
land, was de verdediging een
groot gevaar.
De verschrikkelijke kwestie-Kolk.
Op de vierde zitting van de
zaak-Jungschlager kondigde de
officier van justitie aan, dat hij
een belangrijke verklaring ging
voorlezen. Hij voegde er aan toe
dit op deze zitting te zullen doen
„daar hem was opgevallen, dat er
pogingen werden gedaan om te
doen veronderstellen, dat Kolk
tot zijn bekentenis was gedwon
gen". De griffier las een verkla
ring van de heer Kolk voor, waar
in deze bekende schuldig te zijn
aan allerlei beschuldigingen. Op
een vraag van de rechter naar de
verblijfplaats van Kolk antwoord
de de officier, dat Kolk in een
psychiatrische inrichting in Gro-
gol verbleef, „omdat hij last van
zijn zenuwen had". Later ver
klaarde de officier van justitie
aan een journalist: „Een lid van
'n bende, die zijn vrienden heeft
verraden, is natuurlijk zenuwach
tig en bang voor wraak".
Het witboek deelt mede, dat de
heer Kolk inmiddels toestemming
heeft gekregen van de Indonesi
sche autoriteiten naar Nederland
terug te keren. Hij wordt nu in
een Nederlandse kliniek ver
pleegd.
Mevrouw Nani Kazak.
Het witboek gaat nader in op de
zware druk, waaronder de Indo
nesische advocate mr Nani Razak
haar taak als verdedigster moest
verrichten en die er tenslotte toe
leidde, dat ook zij zich moest te
rugtrekken. Nadat zij in een ver
klaring aan de pers had gerea
geerd op een aan haar adres ge
richte beschuldiging van „tenden
tieuze a-nationale handelingen
werden zij en haar echtgenoot, 'n
officier van de Indonesische ma
rine, door de officier van justitie
Sunarjo ondervraagd. Na dit on
derhoud verklaarde mevr. Nani
Razak, dat „het scheen, alsof het
kopper met
he) aparte cocJw)
markt 16 brouwerijstraat 9
terneuzen
ook
voor verzorgd kapwerk en
voor betere toiletartikelen,
aparte salon voor huidverzor
ging.
depositair „langome"-dr. payot"
-„yardley".
voor de verdediging onmogelijk
werd gemaakt een door de verde
diging opgeroepen getuige te ho
ren".
Het witboek besluit als volgt:
„Van de 34 Nederlanders, die
eind 1953 en begin 1954 zijn aan
gehouden, bevinden zich nog 23
onder arrest. Twee zijn vrijgela
ten en in Nederland aangekomen.
In Indonesië bevinden zich negen
Nederlanders van deze groep op
vrije voeten. Het is hun niet toe
gestaan het land te verlaten. Zij
moeten zich regelmatig bij de po
litie melden en zij mogen geen in
lichtingen verstrekken over hun
ervaringen. Zij worden bedreigd
met arrestatie en vervolging, als
zij zich hieraan niet houden. Drie
gevangenen, de heren Pöttger,
Wiersma en Benenati zijn gemar
teld en worden nu door de politie
als ontoerekeningsvatbaar be
schouwd, daar zij hebben laten
weten, dat zij hun onder dwang
afgelegde verklaringen zouden te
rugtrekken. De politie tracht het
verhoor van deze gevangenen
voor de rechter te voorkomen en
tracht medische verklaringen te
krijgen om hen in psychiatrische
instellingen onder te laten bren
gen. Tot dusver heeft de politie
nog geen arts kunnen vinden, die
een dergelijke verklaring wil ge
ven.
De voortdurende campagne in
een groot deel van de Indonesi
sche pers heeft de houding van
het Indonesische publiek jegens
het Westen en jegens Nederland
in het bijzonder vergiftigd. Zelfs
indien er te zijner tijd geen ver
oordeling van de arrestanten
komt, hebben de organisatoren
dat wel bereikt".
LEDEN KONINKLIJK GEZIN
NAAR OLYMPISCHE DAG.
Koningin Juliana en Prins
Bernhard zijn voornemens de
wedstrijden van de Olympische
dag op 19 Juni a.s. in het Olym
pisch Stadion te Amsterdam bij
te wonen.
Ook de Prinsessen Beatrix en
Irene gaan die dag naar het
Olympisch stadion.
Prins Bernhard is gisteren voor
een bezoek van twee dagen naar
Parijs vertrokken om besprekin
gen te voeren ter voorbereiding
van een derde, onder zijn presi
dium te houden internationale
conferentie.
Tijdens zijn verblijf zal de Prins
bovendien een privé-bezoek aan
President Coty brengen.
De Nederlandse onderzeeboot
„Tijgerhaai" is Maandagmorgen
vroeg bij het verlaten van de ha
ven van Torquay (Eng.) in bot
sing gekomen met het 300 tons
pleziervaartuig „Kiloran". De
Tijgerhaai" raakte het schip
dat volgens een verklaring van
de kapitein gemeerd lag, aan bak
boordzijde, nadat de boeg van het
Nederlandse schip net de achter
steven van de Engelsman had ge
mist.
De „Tijgerhaai" kwam van de
kade afvaren vlak bij de plaats
waar wij gemeerd lagen, aldus
kapitein Bowie van de „Kiloran".
„De klap van de aanvaring
was zeer Ibehoorlijk".
Volgens de berichten wilde de
„Tijgerhaai" de haven van Devon
uitvaren, waar zij gedurende het
weekeind een bezoek had ge
bracht. Naar we mede vernemen
zou de „Tijgerhaai" niet bescha
digd zijn. Ook de „Kiloran" had
weinig schade en voer Maandag
middag, zoals elke dag, uit.
Vóór zijn vertrek naar Ameri
ka ter bijwoning van de algeme
ne vergadering der V. N. heeft
de minister zonder Portefeuille,
mr J. M. A. H. Luns, een toe
lichting gegeven op het witboek
over de kwestie van de Neder
landse arrestanten in Indonesië.
Mr Luns zeide, dat dit witboek
wil onderstrepen hoe zwaar
de Nederlandse regering deze
kwestie opneemt en dat het moet
worden gezien als een laatste
stap om te trachten recht te ver
krijgen voor de gearresteerde
landgenoten in Indonesië. Minis
ter Luns legde er de nadruk op,
dat het allerminst de bedoeling
is de Indonesische regering het
recht te ontzeggen op te treden
tegen gezagsondermijnende
acties, verdachten te arresteren
en voor de rechter te brengen.
In meer dan een jaar tijd is het
de Nederlandse regering echter-
niet gelukt langs diplomatieke
en andere wegen een rechtvaar
dige behandeling van de arres
tanten te verkrijgen, dat hun
recht wordt gedaan en dat het
hen aangedane onrecht wordt
goedgemaakt. Daarom- is het
thans noodzakelijk -een beroep te
doen op de wereldopinie, aldus
mr Luns.
Het witboek moet bepaald niet
worden gezien als een politieke
actie tegen Indonesië en het In
donesische volk. Het is een laat
ste poging om eerhied voor het
recht en de menselijke waardig
heid de ibasis te doen zijn voor
het proces tegen Jungschla
ger es.
Minister Luns liet een scherp
protest horen tegen het optreden
van de vervolgingsautoriteiten
in Indonesië, die de eerste maan
den na de arrestaties de interna
tionaal gebruikelijke bijstand aan
de arrestanten onmogelijk maak
ten, die voorts door psychische
en physieke dwangmiddelen ver
klaringen afpersten, waarmede
de ondervraagden zichznlf en
hun mede-arrestanten belaster
den, geen middel schuwden om
een veroordeling van de Neder
landse arrestanten uit te lokken
en de verdediger mr Bouman on
der zo'n druk zetti n, dat hij niet
langer tegen zijn taak was opge
wassen en uit gerechtvaardigde
vrees voor zijn eigen veiligheid
Indonesië verliet. Dat deze zeer
ernstige besehuldiging niet uit
de lucht is gegrepen, aldus mi
nister Luns, wordt in het wit
boek bewOzen.
Minister Luns zeide voorts, dat
er in Indonesië een mythe is ge
schapen, dat Nederland de Indo
nesische onafhankelijkheid be
dreigt, hetgeen een diep wan
trouwen heeft veroorzaakt.
Hij voegde hieraan toe, dat dit
wantrouwen zijn oorsprong vindt
in het recente verleden en leven
dig wordt gehouden door de labi
liteit van het Indonesische ge
zag in verschillende delen van
Indonesië, waar de gezagsappa-
raten er ondanks grote inspan
ningen niet in zijn geslaagd orde
en rust te herstellen. Dan is er
de agitatie van Indonesische
links-extremistische elementen,
die voorstellen alsof alleen Ne
derland de schuld is van al het
geen in Indonesië niet naar wens
gaat en hiermede hun doel van
het verdrijven van alle Westerse
activiteit in Azië menen te die
nen. Als derde punt noemde mr
Luns het optreden en de uitla
tingen na de overdracht van de
souvereiniteit van bepaalde Ne
derlanders en Nederlandse groe
peringen, die zich blijkbaar niet
kunnen neerleggen bij de na
oorlogse ontwikkelingen in de
Nederlands-Indonesische verhou
dingen. Deze minderheid, aldus
mr Luns, wordt in Indonesië ver
staan als ,,de stem van Neder
land". Als voorbeeld hiervan
noemde de minister de activiteit
van Westerling en in het bijzon
der de aanslag op Bandung in
1950. Het Indonesische wantrou
wen kan worden gezien als de
achtergrond van het meer dan
schandelijke optreden van de
Indonesische politie-autoriteiten,
aldus mr Luns.
De minister deelde mede, dat
de Indonesische minister van
Buitenlandse Zaken, mr Sunarjo,
•het vorige jaar tijdens zijn ver
blijf in ons land zich verbaasd
had getoond, toen mr Luns hem
inlichtingen verzocht over de
mishandelingen van de Neder
landse arrestanten. Hij had toe
gezegd een onderzoek te doen
instellen en de hoop uitgespro
ken, dat van Nederlandse zijde
geen perscampagne zou worden
ontketend. De Nederlandse be
windsman had dit graag toege
zegd, nu de mogelijkheid tot een
wijziging in deze toestand zich
voordeed. Van mr Sunarjo's toe
zegging is echter niets terecht
gekomen.
Het verloop van de rechtzaken
besprekend zeide imr Luns, dat
„getuigen uit de onderwereld, zo
als Broeks, Van Hulst, Manoch
en anderen", bezwarende verkla
ringen voor verdachten afleg
den. De Indonesische autoriteiten
geloofden de verklaringen van
deze „notoire boeven". Niettemin
slaagde de verdediging erin be
wijsstukken te verzamelen om de
beschuldigingen te ontzenuwen.
Mr Luns bracht hulde aan de
Indonesische advocate mevrouw
Nani Razak, die op bekwame wij
ze en met grote moed haar taak
verrichtte.
Mr Luns legde er de nadruk
op, dat alle gelegenheden zijn
aangegrepen om de Indonesische
regering tactvol over deze kwes
tie te benaderen. Ook in Indone
sië zelf zijn er Indonesiërs, die
zich diep beschaamd voelen over
de gang van zaken bij de proces
sen. Trouwens, zeide mr Luns,
zonder medewerking van deze
mensen was het niet mogelijk
geweest het witboek samen te
stellen. Het is niet de bedoeling
vast te stellen, dat de Nederland
se arrestanten onschuldig zijn,
alvorens de rechter een uit
spraak heeft gedaan. Het is ech
ter noodzakelijk, dat een einde
wordt gemaakt aan de willekeur
van de Indonesische vervolgings
autoriteiten en dat de verdedi
ging de volledige gelegenheid
krijgt de belangen van haar cliën
ten te behartigen en voor hun
rechten op te komen.
Er zijn geen aanwijzingen, dat
de processen worden aangegre
pen om het leven van de gehele
Nederlandse gemet?nschap in
Indonesië onmogelijk te maken,
zo beantwoordde minister Luns
enkele vragen. De Nederlandse
regering blijft hopen op een
keerpunt in de verslechtering
van dR betrekkingen tussen Ne
derland en Indonesië, zo zeide
mr Luns tenslotte. De stap tot
publicatie van het witboek is
ni)'t met vreugde genomen, maar
was noodzakelijk en een plicht.
In een nota, die Maandag öp
de ambassades van de Westelij
ke grote drie te Moskou is over
handigd deelt de Sowjetrussische
regering mede, dat zij accoord
gaat met de door het Westen
voorgestelde datum en plaats
voor de conferentie der vier re
geringsleiders, n.l. 18 Juli te Ge-
nève.
Kanselier dr Konrad Adenauer
van West-Duitsland is per vlieg
tuig in Washington gearriveerd
voor besprekingen met Ameri
kaanse en Westelijke leiders over
onderhandelingen met de Sowjet-
Unie.
Bij het verlaten van het vlieg
tuig zei hij ervan overtuigd te
zijn, dat nauwe samenwerking
door de volken van de vrije we
reld het beste middel is ter hand
having van vrede en vrijheid.
Hij dankte de regering en het
volk van Amerika, die zoveel ge
daan hebben om de positie van
de Westelijke wereld te verbe
teren.-
Het deed de kanselier veel ge
noegen ditmaal naar Washington
te kunnen komen als vertegen
woordiger van een Souvérein
land.
Het comité van Ontvangst
stond onder leiding van onder
minister van Buitenlandse Zaken
Herbert Hoover.
Deze week krijgt Adenauer
een eredoctoraat van de Harvard-
universiteit.
HOEFIJZER
BRACHT GEEN GELUK.
Hoefijzers brengen niet altijd
geluk. Dat heeft in de nacht van
Zondag op Maandag de directie
van een warenhuis aan de Hud-
sonstraat te Amsterdam moeten
ondervinden. Een nog onbekende
dader wierp een hoefijzer door
de spiegelruit en griste uit de
étalage enkele horloges weg.
TIEN VEROORDEELDEN VAN
DE R.M.S.-ZAAK DIENEN
GRATIE-VERZOEK IN.
Tien veroordeelden uit de R.
M.S.-zaak hebben tegen hun re
cente veroordeling door de krijgs
raad gratie-verzoek ingediend,
het zijn: president Manuhutu,
minister-president Wairisal, oud
minister van Financiën Pattirad-
jawane, minister van Financiën
ad interim Apitupaly, minister
van Voorlichting Peesuwariza,
minister van Voedselvoorziening
Ohorilla, minister van Welvaart
Norimarna, minister van Ver
keer Pieters, de opperbevelheb
ber van de R.M.S. strijdkrachten
Samson en zijn chef-staf Nussy.
De minister van Binnenlandse
Zaken van de R.M.S., Gaspers,
wie vier en een half jaar werd
opgelegd, heeft inmiddels de ge
vangenis verlaten, waar hij reeds
5 jaar in voorarrest had doorge
bracht. Dr. Pattirgdjawane, de-
minister van Gezondheid van de
R.M.S. die thans arts op Ambon
is, en de enige leider van de R.
M. S„ die nooit is gearresteerd,
maar die tot drie jaar werd ver
oordeeld, heeft nog geen gratie
verzoek ingediend. Hij is familie
van bovengenoemde oud-minis
ter van Financiën.