Binnenlands Nieuws DE SCHEEPSBOUWER VOETBAL SCHAKEN Gemeenteraad van Terneuzen KUSTVAARTUIG OP MIJN GELOPEN. TANTE POS ZORGT VOOR CLEMENTIE. m -V What You call Het 360 brt metende Nederland- .se kustvaartuig „Zwaan Tina" van de heer D. Pot te Delfzijl is Vrijdag, op reis van Hobro naar Wismar, ter hoogte van Grenaa op een mijn gelopen. Door de ont ploffing werd de machinekamer beschadigd waardoor verder va ren niet mogelijk was. Het voornemen bestaat de ,,2waantiena" naar Rotterdam te slepen. Persoonlijke ongevallen hebben zich niet voorgedaan. De gezagvoerder van de „Zwaan Tina", de 40-jarige P. Pot, die, teaamen met zijn vader, eigenaar van het schip is, verklaarde te genover een vertegenwoordiger van het Deense persbureau Rit. za», dat het slechts aan het feit, flat niemand zich aan dek bevond, toen de ontploffing plaats vond, te danken is, dat er geen persoon lijke ongevallen te betreuren zijn. „De kracht der ontploffing was zó sterk, dat wij allen omver werden geworpen", zeide hij. De „Zwaan Tina" is door een Deens vissersvaartuig naar een kleine Deense vissershaven ge sleept. Vandaar is het schip naar Grenaa gesleept. Behalve de mo tor zijn ook de radio en andere installaties beschadigd. De. „Zwaan Tina" had zeven man aan boord. POTTENBAKKERIJ TE ZEIST UITGEBRAND. Zaterdagochtend omstreeks vier uur ontstond brand in een potten bakkerij aan de Krugerlaan te Zeist. Door een buurman van de eigenaar werd de politie gealar meerd. De brandweer rukte ter stond uit met een wagen. Later ging nog een tweede brandweer wagen naar het perceel, maar men kon niet verhinderen, dat de pottenbakkerij nagenoeg geheel uitbrandde. De schade wordt door verzeke ring gedekt. De oorzaak van de brand is nog onopgehelderd, wel iswaar brandden er twee ovens, maar deze waren afdoende be veiligd. INBRAAK IN BYOUTERIEZAAK. Een inbreker heeft Vrijdagavond zijn slag geslagen in een byoute- riezaak aan de Beethovenstraat te Amsterdam. Zijn buit bestaat uit een bedrag aan geld van 785 alsmede een aantal gouden en brillianten sieraden, ter waarde van ongeveer 2000. De onbeken de heeft normaal met een sleutel door de buitendeur de zaak be treden. Vermoed wordt, dat hij deze re servesleutel heeft gestolen uit een kastje in de woning. KORTE BRAND IN AMSTERDAMS OUDE BINNENSTAD. Een korte brand, die zich aan merkelijk ernstig liet aanzien, heeft Zaterdagochtend gewoed in een pakhuis aan de Groen burgwal in Amsterdams oude binnenstad. Omstreeks half ze ven rukte de brandweer uit naar de oude pakhuizen aan de Groen burgwal no. 17 en 19, waar is ge vestigd de N.V. oud papierhan del M. A. Wessels. Het bleek, dat brand was uitgebroken in de op slagplaats van oudpapier. De man die de wacht had, de heer H. Knape had even daarvoor water horen ruisen in het ge bouw en ontdekte bij nader on derzoek het vuur op de eerste van de drie verdiepingen. Door de sterke verhitting van het brandende papier was n.l. de sprenkelinstalatie in werking ge treden en sproeide rijkelijk het water op de brandende massa. De brandweer is met twee stra len van de motorwagen en met twee stralen van de binnenlei ding het vuur te lijf gegaan. Na circa drie kwartier was men de brand meester. De nablussings- werkzaamheden hebben nog ge ruime tijd gevorderd. De schade, die naar wij van de eigenaar vernamen door de ver zekering wordt gedekt, bleef be perkt. De brandweer vermoedt dat de brand is ontstaan tengevolge van sluiting in een electrische kachel. Donderdagvoormiddag kwam een aantal bedrijvers van „het kleinere kwaad" naar het zaaltje, waar de Bergen op Zoomse kan tonrechter zitting houdt. De kan tonrechter, mr. Bervoets, moest echter mededelen, dat degenen die met een politionele oproep waren verschenen, wel weer kon den gaan. De stukken die op hun zaken betrekking hadden, waren Maandag door het parket te Bre da per post verzonden, maar in tussen nog niet in Bergen op Zoom aangekomen. Namens het O.M. beloofde de kantonrechter nog, dat, als de stukken hun bestemming berei ken, de „lichte gevallen" gesepo neerd zullen worden. „De zwaar dere zondaars kunnen in elk ge val op de grootste clementie re kenen", zei hij. Zelden waren er zoveel lachende gezichten aan deze zijde van de groene tafel. GELDERSE IJSEL WAST NIET MEER. De was van de Gelderse IJsel is, bij een hoogte van 6.39 meter boven N.A.P. tot staan gekomen. Men meent zelfs reeds een ge. ringe daling van het water te be speuren. Tot deze vrij gunstige toestand heeft de lichte vorst van Zaterdagnacht zeker bijgedragen. Deventer is er tot nu redelijk goed afgekomen. Wel zijn vele kelders aan de IJselkade aan bei de oevers volgelopen. OOK DAMESVOETBAL IN VELSEN NOORD. Geïnspireerd door het Utrecht se voorbeeld hebben enige jonge dames in Velsen het plan opgevat om ook in deze Contreien een voetbalclub op te richten. Initia tiefneemster is mevr. Kroger- Boot, een uit Alkmaar stammen de sportenthousiste. Haar echtge noot zal de damesvoetbalclub trainen zo lang nog geen beroeps- trainer geëngageerd is. 61. Als antwoord op zijn roep hoort de be waker een heftig ge rammel van kettin gen, gestommel en on derdrukte kreten. Een lage gromstem zegt „Ja. Kom me eens gauw helpen!" Snel treedt de Sak- ser de schuur bin nen. en gelijktijdig drukt zich een hand met ijzeren greep om zijn mond. Een harde klap op zijn hoofd doet de rest en ook deze wachter is bui ten gevecht gesteld. De slaven, die dit alles zwijgend hebben gadegesla gen, worden nu tot hun vreugde van hun boeien ontdaan en weten niet hoe zij hun dankbaarheid moeten uiten. Snel wordt de be wusteloze bewaker een doek voor de mond gebonden en zelf in de kettingen geslagen. Dan vraagt Eric de slaven ern stig of zij bereid zijn hem te hel- kk1 pen. „Ik wil onze vriend Edzar namelijk een flinke hak zetten", laat hij er grimmig op volgen. De slaven die desnoods voor hun bevrijders door het vuur zou den willen gaan stemmen geest driftig toe en met een tevreden knikje zegt de Noorman „dan snel voorwaarts, er is geen tijd te ver liezen! Bijzonderheden hoort ge later. Volg mij!" In een lange rij verlaten de twaalf slaven achter de overigen de schuur. Het is een gevaarlijke onderneming, met zo'n grote troep over het terrein te gaan, maar er zit niet anders op. Bovendien zijn de uren verstreken en rest hun niet veel tijd meer. Dit en nog veel meer speelt de Noorman door het hoofd, als hij zich in diepe stilte voortspoeden. Langs allerlei omwegen, zoveel mo gelijk in de schaduw, tussen op slagplaatsen en stapels drijfhout door, langs de plek waar hij zelf nog niet zo heel lang geleden hout moest hakken, leidt Eric hen naar de zeeoever. Maar dan, op het laatste ogenblik, schijnt het geluk hen in de steek te laten. De ge daante van een eenzame schild wacht die op dit verlaten gedeelte op post staat duikt uit de sehadtsw van de palissade op en vol achter docht roept hij dreigend: „Halt! Wat moet dat daar"! UITSLAGEN 23 JANUARL EERSTE KLASSE A. Amsterdam—Excelsior 3—I); LengaGo Ahead 31; Flamin go's—MVV 4—3; Stormvogels— Roda Sport 2—5; Zwolse Boys— DOS 1—4. EERSTE KLASSE B. Fortuna—EDO 3—0; Brabantia Sittardia 22. EERSTE KLASSE C. PSV— Alkmaar 4—2; Hermes ©VS—Ensch. Boys 1—2; Rapid JCNOAD 3—1Feijenoord— ÜBOH 0—1. EERSTE KLASSE D. De VolewijckersHVC 00; RBC—VSV 2—2; DFC-De Graaf schap 1—2; BW—Ajax 0—0. De overige wedstrijden werden afgekeurd. VOETBAL IN BELGIE. De uitslagen van de wedstrij den gespeeld voor de Belgische «re-divisie luiden; SC Charleroi—RC Mechelen 20; Lierse SKUnion St Gilloi- se 0—1; FC MechelenOl. Char leroi 0—0; Waterschei—Beer- sehot AC 2—2; Racing CBGan- koise 12; Standard CLFC Luik 2—2; Berchem Sport—Til- leur FC 22; Antwerp FCSC Anderlecht 42. Alle clubs hebben thans 18 wed strijden gespeeld met uitzonde ring van FC Luik en Waterschei, die één ontmoeting achter zijn. Bovenaan de ranglijst staat SC Anderlecht met 25 punten. Op de tweede plaats volgt SC Charleroi met 21 punten en de derde plaats wordt gedeeld door Standard CL en Beerschot AC met elk 20 pun ten. Olympic Charleroi huist ge heel onderaan het klassement met 10 punten. Schoolschaken. Het Terneuzense lyceum be haalde Zaterdagmiddag een grote overwinning op de schakers van 4e Chr. U.L.O. te Oostburg, die geen kans zagen de eer te red- éen. De gedetailleerde uitslag luidt; T.L.C. Chr. U.L.O. J. W. MarsiljeDe Baare afg. W. J. ElzingaJ. v. Hoeve 10 A. JurriënsB. Leenhouts 10 K. C. D. LyppensA. Dees 10 F. C. MazureR. Leenhouts 10 W. F. DenieC. Verstraaten 10 Voorlopige eindstand 50 gehouden op Donderdag 23 December 1954 te 20.30 uur. (Vervolg.) De heer Lambrechtsen van Ritthem: Meneer de Voorzitter, nu wij als Raad van de gemeente Terneuzen op het punt staan de voor ons liggende begroting voor het dienstjaar 1955 te behandelen, wil ik voor mijn fractie in de Raad een korte beschouwing houden. Ik vermeen dat ik in het afgelopen zittings jaar bij de behandeling der diverse onderwerpen, die in de Raad ter sprake kwamen, de beide grondprincipes van mijn partij, nl. Vrijheid en Democratie, zoveel mogelijk getracht heb te ver wezenlijken. Ik ben overtuigd dat Vrijheid en Democratie de grondbeginselen moeten zijn voor een ongehinderde ontplooiing van het particulier initiatief, aangezien het particulier initiatief de voornaamste factor is in de maatschappij om de welvaart te verhogen en aan de steeds toe nemende bevolking van onze gemeente werk te verschaffen. Hetgeen hieromtrent enige dagen geleden in de Nieuwe Rotterdamse Courant is gezegd, kan ik dan ook volkomen onderschrijven. De N.Rr.C. betoogt: „De Minister, te weten de Minister van Eco nomische Zaken, stelt o.a. terecht, dat de ge constateerde verstarring van het economische leven een aantasting is van de structuur van onze maatschappij, die zich baseert op de onder nemingsgewijze productie. Deze wijze van voort brenging wordt gedragen door de ondernemers, die als vrije en zelfstandige personen door hun inspanning en met hun risico's een optimale wel vaart kunnen bevorderen. Een risicoloze samen leving, een samenleving dus van slechts zeker heden (ook wanneer het bedrijfsleven, die zich zelf tracht te verschaffen) vormt, zoals de Mi nister terecht stelde, een aantasting van de grondslagen van onze maatschappij en de onder nemer die aldus handelt, brengt zijn geboorte recht in het geding. Bij een tekort aan arbeiders, zoals wij thans beleven, is het o.i. beter de bedrijven, die niet kunnen meekomen en die in iedere bedrijfstak voorkomen, in en door de concurrentiestrijd te laten verdwijnen. Hun taak kan dan worden overgenomen door de beter uitgeruste en ge organiseerde collega's en de vrijkomende arbei ders kunnen hun kennis en ijver beter in dienst stellen van bedrijven die sterker staan en over betere toekomstmogelijkheden beschikken. Door de wedijver in onze maatschappij te herstellen, dient men in het algemeen de voor uitgang en versterkt men in het bijzonder de kracht van ons land om ook in slechte tijden het hoofd boven water te houden. In het gehele ons omringende leven aanschouwen wij een komen en gaan. Niemand zal durven volhouden dat men dit feit in het economisch leven straffeloos kan verwaarlozen." Zoals ik reeds gezegd heb, onderschrijf ik het hierboven geciteerde van de N.R.C. ten volle, en dit geldt niet alleen voor ons land, doch ook zeer zeker voor onze gemeente. Ik heb getracht naar bovenstaande principes te handelen bij het bepalen van mijn standpunt voor mijn beleid hier in de Raad. Of ik hierin geslaagd ben, ligt niet te mijner beoordeling, doch wel aan hen die mij als hun vertegenwoordiger naar deze Raad afzonden. Onder hen behoorde het helaas zo plotseling overleden partijlid, de heer Verlinde, die jaren lang als raadslid en wethouder zitting had in deze raad en die ook enige jaren loco-burge meester was in een zeer moeilijke tijd, toen onze gemeente gebukt ging onder de wrede, niets ont ziende druk van de Duitse bezetting. In hem hebben wij allen, die zich geschaard hebben onder het vaandel van de V.V.D., een zeer achtenswaardig en rechtschapen mens en lid ver loren, die jarenlang met zijn bezonken en recht schapen oordeel een voorbeeld was voor ons allen en die zich steeds het doel voor ogen stelde de belangen van onze gemeente en haar bevolking zo goed mogelijk te behartigen. Hij gaf altijd zijn beste krachten om de gemeenschap te dienen. Ook toen hij zich uit het openbare leven had teruggetrokken, had hij steeds grote belangstel ling in het wel en wee van zijn geliefd Terneuzen, getuige zijn vele lidmaatschappen van verschil lende instellingen en verenigingen, die op een of andere wijze de belangen van onze gemeente voorstaan. Bij deze enkele woorden, gewijd aan de na gedachtenis van ons oud-lid Verlinde, wil ik het laten. Ik weet dat ik slechts een zeer onvolledig beeld heb gegeven van wat de heer Verlinde voor onze partij en onze gemeente is geweest en heeft gedaan. Echter wilde ik nog eenmaal het beeld van de heer Verlinde hier in ons midden op roepen; om hem hier, waar hij zovele jaren de beste tradities van mens, raadslid en vaderlander heeft hoog gehouden, te eren en hem de hulde te brengen die de heer Ver linde zo volkmen heeft verdiend. Wij zullen de nagedachtenis van de heer Verlinde steeds in hoge ere houden. Het leven gaat echter verder en dwingt ons allen onze blik naar de toekomst te richten. Dit geldt zeker voor ons als raadslid. Wij, als raads leden, moeten vooruit zien, gedachtig aan het aloude en bekende gezegde: regeren is vooruit zien. Alvorens evenwel hierop in te gaan, wil ik eerst in het kort een terugblik werpen op de af gelopen periode, aangezien het m.i. altijd goed is, voor men de richtlijnen voor zijn nieuwe taak uitstippelt, na te gaan welke resultaten in het afgelopen jaar zijn bereikt en welke invloeden hierin een rol hebben gespeeld. Dit is m.i. nodig, aangezien de wachtende taak gedeeltelijk bepaald wordt en een gevolg is van wat is gepresteerd en bereikt werd. Volgens mij heeft het in het afgelopen jaar gelukkig aan goede samenwerking in onze Raad niet ontbroken en konden daardoor voor onze gemeente en zijn bevolking enkele belangrijke besluiten genomen worden, die voor de toekomst van onze gemeente van groot belang zijn of kunnen worden. Dat bij enkele discussies ik het niet altijd eens was met de argumenten van sommige mijner mede-raadsleden, is m.i. normaal en wil ik hierop niet verder ingaan. Echter wil ik hierop een uitzondering maken, nl. toen bij de discussies verband houdende met de toewijzing der vergunning voor het bouwen van woningen, door de heer van der Peijl, de heer de Vos mij er op opmerkzaam maakte dat ik nu anders oor deelde dan 20 jaar geleden. Hoewel ik toen hier op niet verder ben ingegaan, wil ik dit nu wel doen. Ik zou de heer de Vos er op willen wijzen, dat nog altijd evolutie en revolutie bestaat en een stelling die 20 jaar geleden gold, nu heeft afgedaan. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het verschil in inzicht die op enkele essentiële punten in zijn eigen partij hebben plaats gehad. 20 jaar geleden gold bij zijn partij het principe „geen man en geen cent". Nu, juist 3 weken geleden, heeft de heer Voskuil in zijn wekelijks radio praatje betoogd, dat de Partij van de Arbeid het absoluut noodzakelijk acht, dat ons land over een zo krachtig mogelijk defensie-apparaat beschikt zo lang de dreiging uit het Oosten blijft bestaan. 20 jaar geleden werd door de socialisten het kapitaal en de kapitalisten bestreden. Nu stelt de Partij van de Arbeid zich op het standpunt dat het noodzakelijk is dat, om aan de steeds groeiende bevolking van ons land werk te kun nen verschaffen, industrialisatie een dwingende noodzakelijkheid is. Hoe kan industrialisatie plaats vinden zonder daarvoor grote kapitalen te investeren en aan te trekken Het is dan ook verheugend, dat die industria lisatie plaats vindt door particulier initiatief, niet alleen door Nederlands kapitaal, doch ook door vreemd kapitaal. Niemand verwijt nu de socia listen dat zij 20 jaar geleden een ander principe huldigden. Dat ook wij als Raad meegewerkt hebben het particulier initiatief te steunen, waar door het mogelijk is geworden dat binnenkort zich in onze gemeente een nieuwe industrie zal vestigen, stemt zeer zeker tot voldoening. Dit is mogelijk geweest door, zoals ik reeds gezegd heb, de goede samenwerking die in de Raad bestaat. Verwacht mag worden dat de vestiging van die nieuwe industrie er toe zal bijdragen de wel vaart in onze gemeente te verhogen. Ook het openleggen van een terrein in de gemeente voor de vestiging van klein-industrie zal het econo misch leven in onze gemeente ten goede komen. Dat behoefte voor die vestiging bestond, blijkt wel uit de op korte termijn reeds verleende ver gunningen voor vestiging op dit industrieterrein. Ook mag m.i. hier nog opgenomen worden de goedkeuring door de Raad, waarbij onze gemeente voor een groot bedrag garant is ten behoeve van de bouw van het nieuwe ziekenhuis. Hierdoor kon de bouw van het ziekenhuis doorgang vinden en bezit onze gemeente nu een zeer modem en goed geoutilleerd ziekenhuis, dat niet alleen een weldaad en zegen zal zijn voor de bevolking van onze gemeente, doch ook voor de ingezetenen der omliggende gemeenten, zodat niet een plaatselijk, maar ook een streekbelang is en wordt gediend. Wij weten dat de exploitatie van dit nieuwe ziekenhuis van onze gemeente in tal van jaren grote financiële offers zal vragen. Gezien het grote, algemeen belang dat met dit nieuwe zie kenhuis wordt gediend, acht ik die offers vol komen verantwoord, echter onder de uitdrukke lijke voorwaarde, dat het nieuwe ziekenhuis onder alle omstandigheden een z.g. open zieken huis is en blijft, waar een ieder, ongeacht zijn politieke en kerkelijke inzichten, in wordt op genomen. Nu ik het over het nieuwe ziekenhuis heb, wil ik met betrekking hierop wijzen op de in de laatste raadsvergadering hierover plaats gehad hebbende discussie, die door de heer Weterings ter tafel werd gebracht en die een principieel standpunt betrof. De heer Weterings vroeg de heer Henry tekst en uitleg te willen geven over een uitlating die de heer Henry had gedaan in een particuliere vergadering met betrekking tot de exploitatie van dat ziekenhuis. De heer Weterings stond op het standpunt, dat iedere leverancier, ongeacht zijn kerkelijke overtuiging, in de gelegenheid moet worden ge steld aan het ziekenhuis te leveren. Met dat standpunt kan ik mij als liberaal geheel vereni gen. Ik hoop echter, dat de heer Weterings ook dit zelfde standpunt inneemt ten aanzien van de leveringen aan het R.K. ziekenhuis te Sluiskil. Ook dat ziekenhuis geniet financiële steun uit de openbare kas en is het naar mijn mening niet meer dan billijk dat hiermede rekening wordt gehouden. Ik vertrouw er dan ook op, dytede heer Weterings hetzelfdér~3ftihdpunt inneemt' ten opzichte van het ziekenhuis te Sluiskil, als hij nu inneemt ten aanzien van het Juliana-ziekenhuis te Terneuzen. Echter ben ik het niet eens met de door de heer Weterings gevolgde methode, nl. dat hij in een openbare raadsvergadering die aangelegenheid te berde heeft gebracht. Het be trof hier een uitlating van de heer Henry als particulier in een particuliere vergadering. Als dit systeem hier in de Raad navolging vindt, dan gaan wij ons zelf onder censuur plaatsen en dat kan m.i. de goede verstandhouding en samen werking in de Raad niet ten goede komen. Met deze korte terugblik wil ik volstaan en mij nu bepalen tot de nieuwe begroting. Allereerst, Meneer de Voorzitter, stemt het mij tot grote voldoening dat U ons voor wat de gewone dienst betreft, een sluitende begroting hebt kunnen voorleggen. Een woord van dank hiervoor aan U, de heren wethouders, de heer secretaris en de betreffende gemeente-ambtena ren is hier zeker op zijn plaats. - Niet verheeld mag worden, dat in deze begroting nog een on zekere factor is met betrekking tot het sluitend doen zijn. Ik doel hier op de financiële bijdrage van het Rijk aan de gemeente. Zolang het mi nisterie hierin een definitief standpunt nog niet heeft bepaald, blijft die onzekerheid bestaan. Gelet echter op de gunstige conjunctuur en de daarmee samenhangende gunstige financiële stand van Rijksmiddelen, vertrouw ik dat onze gemeente niet voor verrassingen komt te staan, In de nieuwe begroting zit, om het zo eens uit te drukken, een spanning, veroorzaakt door de drang tot handelen van een levenskrachtige en zich uitbreidende gemeente, die door oorzaken buiten haar wil en waaraan en waarop zij geen invloed heeft en kan uitoefenen, of geen mede zeggenschap heeft, in haar drang tot activiteit geremd wordt en mede de oorzaak is dat voor onze gemeente belangrijke werken niet kunnen worden uitgevoerd. Een duidelijk beeld van de bestaande onbe vredigende situatie toont ons blz. 68 van de nieuwe begroting. Ook in Uw voorwoord van de nieuwe begro ting wordt door U op de voor onze gemeente zo moeilijke toestand gewezen. Het is daarom voor de gemeente te hopen dat de regering spoedig haar beslissing zal bekend maken met betrekking tot haar plannen tot verhoging van de Schelde- dijken en hoe zij voor Terneuzen dit probleem denkt op te lossen. Hoewel het mij bekend is dat van Uw zijde al het mogelijke gedaan is en wordt om ten aanzien van deze kwestie een uit spraak te krijgen, vermeen ik dat het wel aan beveling zou verdienen, wanneer door een ge zamenlijke uitspraak van de Raad de regering verzocht werd haar beslissing op korte termijn kenbaar te maken. Eén van de problemen, welke voor onze ge meente dringend om een oplossing vraagt, is de kwestie van de huisvesting. Door de geringe toe wijzing van het bouwvolume voor onze provincie, waardoor onze gemeente jaarlijks een veel te kleine toewijzing voor woningbouw verkrijgt, wordt de toestand met betrekking tot de huis vesting voor onze gemeente ieder jaar slechter en kan gesproken worden van een noodtoestand. Ter illustratie van het bovenstaande mogen de volgende cijfers dienen: Voor de eerstvolgende 3 jaren is aan onze gemeente een bouwvolume toegewezen van in totaal 58 woningen, of 19 woningen per jaar. De situatie op 1 October j.l. was als volgt: Het werkelijk aantal woningzoekenden be droeg 556. Indien de woningen van de hierboven vermelde woningzoekenden, beschikkende over een vrije woning, alle weer aan andere woning zoekenden worden toegewezen, komt men tot het volgende resultaat. Aantal gegadigden 556, vrijkomende woningen 201, woningen in aanbouw 4, zodat het woning tekort in totaal bedraagt 351. Opgemerkt dient te worden dat onder de woningen, welke vrij zullen komen, er meerdere zijn welke de naam „woning" niet waardig zijn en alleen gehand haafd worden, omdat een andere oplossing prac- tich niet mogelijk is (72 krotwoningen). Het woningtekort bedraagt in Sluiskil 61 wo ningen, zodat het totale woningtekort voor onze gemeente bedraagt 412. De bevolkingsaanwas bedroeg van 1 Januari 1944 tot 1 October j.l. 2622, of gemiddeld 262 per jaar. Bij een toewijzing van 19 woningen per jaar zal jaarlijks het woningtekort zeer sterk toe nemen. Het behoeft m.i. geen nader betoog welke funeste gevolgen het steeds toenemende woning tekort voor onze gemeente heeft. In verband met de steeds groter wordende behoefte om vol waardige werkkrachten aan te trekken voor de zich steeds uitbreidende industrie, is oplossing van het woningtekort dringend noodzakelijk. Teneinde te trachten zo spoedig mogelijk enige verbetering te brengen ten aanzien van het woningtekort, is het m.i. dringend gewenst dat in de sector van de woningbouw het particulier initiatief zoveel mogelijk wordt ingeschakeld. Het gaat hier m.i. om een levensbelang voor onze gemeente en moet van gemeentewege al het mogelijke worden gedaan het particulier initia tief aan te moedigen en te bevorderen. Dit par ticulier initiatief moet niet door politieke partij- everwegingen worden afgeremd. Ik vraag mij af of het geen aanbeveling verdient, ten aanzien van het steeds groeiende woningtekort in onze gemeente, de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting hiermede persoonlijk in kennis te stellen en dat door een deputatie uit de Raad er bij Zijne Excellentie op wordt aangedrongen, voor onze gemeente een extra bouwvolume be schikbaar te stellen, zoals dit ook reeds in an dere gemeenten is gebeurd. Niet alleen in de bouwsector moet het particulier initiatief war den bevorderd, doch ook in de economische sector en ik zou speciaal willen noemen de ontplooiing van de handeldrijvende middenstand. Een mooi voorbeeld waartoe deze groep van ondernemers in onze gemeente in staat is, is wel de mooie lichtversiering van onze winkelstraten, die werd aangebracht en waaruit blijkt wat de onder nemers er voor over hebben om te trachten een groot publiek naar onze gemeente te trekken. Een dergelijk initiatief moet naar mijn mening daar waar dit mogelijk is, van gemeentewege worden gesteund en gestimuleerd. Ook zou ik nog willen wijzen op de bevorde ring van het vreemdelingenverkeer naar onze stad. Behalve de hiervoor bestaande plannen door de stichting van een recreatieoord bij de Schelde, verdient het wellicht aanbeveling om bij het ontwerpen van het nieuwe saneringsplan voor onze gemeente, hier speciale aandacht aan te besteden, waardoor de mogelijkheid wordt ge schapen een modem en aantrekkelijk restaurant te bouwen in de kom der gemeente aan de haven, met uitzicht op de mooie Schelde, dat niet alleen 's zomers, maar ook 's winters een aan trek kings- punt is voor vreemdelingen. Buiten de reeds hierboven genoemde bronnen ter bevordering van en opvoering van de wel vaart in onze gemeente, wil ik als één van de voornaamste factoren noemen de zo hoog nodige ontplooiing van de haven van Terneuzen. Ik zie nog altijd de haven als een van de voornaamste bronnen voor de welvaart van onze gemeente. Zolang de haven niet moderner geoutilleerd is, kan naar mijn mening de haven zich niet ont plooien. Het is mij bekend, dat het al enige malen is voorgekomen, dat een plaatselijke car gadoor het lossen van een zeeschip niet heeft kunnen accepteren, omdat met de bestaande kranen in de haven de lossing niet mogelijk was, aangezien de kraanarmen te kort zijn en ook niet die snelheid van werken kon worden gegaran deerd die de aanvrager eiste. Do aanvragen die hier binnen komen voor behandeling der zee schepen zijn natuurlijk gebaseerd op de service die andere havens bieden. Zolang in de outillage van onze haven geen verbetering wordt gebracht, is concurrentie met de omliggende havens niet mogelijk. Ik weet dat ik hier niet iets nieuws vertel, maar wil door enkele cijfers te geven, aantonen hoe het met onze haven nu is gesteld. Deze cijfers spreken een duidelijke taal en tonen aan dat van een opleving met betrekking tot de zee vaart wij in vergelijking met andere havens niet optimistisch kunnen zijn. In 1938 werd de haven aangedaan door 224 zeeschepen, metende 273.993 B.R.T. In 1951 door 261 zeeschepen, 224.353 B.R.T. In 1952 door 270 zeeschepen, 212.076 B.R.T. In 1953 door 251 zeeschepen, 217.260 B.R.T. Uit genoemde cijfers blijkt naar mijn mening duidelijk, dat van een opleving in onze haven in de laatste jaren zo goed als geen sprake is. Het aantal schepen en hun tonnenmaat blijft ongeveer gelijk en voor de haven geldt zeer zeker de kanalisatie. Stilstand is achteruitgang. Ik voor mij acht het belang dat onze gemeente bij de haven heeft zo groot, dat ik mij afvraag of het bedrag dat door de Raad is gevoteerd voor deelname in het kapitaal voor de op te richten N.V. tot exploi tatie van de havenoutillage, wel in overeenstem ming is met dat belang en of het niet raadzaam is, dat bedrag alsnog te vergroten. Nog steeds is het wachten op de beslissing van de Provincie en het Rijk betreffende hun deelname in de op te richten N.V. Hoewel het mij bekend is, Meneer de Voorzitter, dat U al het mogelijke ge daan hebt en doet, een beslissing in deze voor cnze gemeente zo belangrijke aangelegenheid te krijgen, toch zou ik U willen verzoeken Uw po gingen in deze voort te zetten. Mocht U van oordeel zijn dat door een motie van onze Raad, waarbij verzocht wordt aan Provincie en Rijk een spoedige beslissing in deze te nemen, Uw pogingen zouden kunnen worden gesteund, da» ben ik gaarne bereid daartoe het initiatief te nemen. Teneinde mijn beschouwing niet al te uit-

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1955 | | pagina 3