In Rhenen werden
schoten gehoord
DE SCHEEPSBOUWER
Gemeenteraad van Terneuzen
riFEEDE BLAD
Zaterdag 18 December 1954
10« Jaargang No. 3333
li-
Russische klacht over
zeeroverij
in Chinese zeeën.
De „man met de zak''
heeft niet meer
De staking der Duitse
arbeidsbureaubeambten
Zwarte-Piet in een hooiberg.
In één der afgelopen nachten
in deze wéék had, naar thans be
kend is geworden, de landbouwer
B. onder Rhenen een aantal mi
litairen die een nachtelijke oefe
ning hielden toestemming gege
ven hun bivak op te slaan in de
nabij de boerderij staande hooi
berg.
De landbouwer had echter ver
zuimd zijn naaste familieleden
hiervan in kennis te stellen en
dit zou op zichzelf niet zo erg
geweest zijn, als die avond laat
de schoondochter van de land-
bouwer niet was thuisgekomen
en onraad had bespeurd.
De schoondochter waarschuw
de de buren, die op hun beurt een
rijkspolitieman waarschuwde en
deze ging op onderzoek uit.
Bij de hooiberg ontdekte hij tot
grote schrik een man, die het ge
zicht had zwart gemaakt. Op de
waarschuwing van de politieman,
te blijven staan, werd niet gerea
geerd, waarna de agent zijn be
vel herhaalde. Hierop zou de ge
signaleerde man hebben getracht
zich uit de voeten te maken,
waarna de agent een waarschu-
wingsschot heeft gelost. Tot zijn
grote verbazing zag deze, dat de
man vervolgens een geweer uit
de hooiberg nam en een schot op
hem afvuurde, de agent vuurde
terug, waarop de onbekende ver
dween.
Het politieapparaat werd hier
na in werking gesteld. Er werd
een onderzoek ingesteld, waarbij
de militairen aan een verhoor
werden onderworpen. Zij ver
klaarden evenwel geen schot te
hebben gehoord, noch een schot
te hebben afgevuurd. De politie
stond voor een raadsel.
De volgende dag echter meldde
één der militairen zich bij zijn
commandant en klaagde over een
wond aan zijn arm. Het dokters-
onderzoek wees uit, dat de wond
veroorzaaKt was door een schot.
De militair werd in een hospitaal
opgenomen.
De legervoorlichtingdienst
heeft na nadere informatie mee
gedeeld, dat nadat de politieman
zonder waarschuwing zijn eerste
schot had gelost, dat de korpo
raal in de arm trof, heeft hij nog
enkele schoten gelost, die geen
doel troffen. De korporaal heeft
daarop zijn geweer genomen en
een „losse flodder" in de lucht
afgeschoten. De politieman en de
omstaande burgers hebben zich
toen verwijderd, aldus de L-V.D.
33. Met een sapatisch
grijnsje slaat de dikke
Sakser Erics ontstel
tenis en wanhoop ga
de. „Arme vader hè?"
slist de kerel, „had ik
het maar niet ver
teld, hè hè hè".
Erics eerste impuls
is, de gluiperige kerel
aan te vliegen, maar
hij weet zich te be
heersen en klemt de
lippen op elkaar.
Onder het honende
gewauwel van zijn
Saksische kwelgeest
wordt Eric nu naar
een grote smidse ge-
fn^fb^en^lTat!6 Dan geeft de blaasbalgen. Een lange magere
Sakser hem een por in de rug en kerel voegt zich b« hem en legt
één der vele vuren, i een zwaardkling in de hete gloed.
^Daar "stoere" Noorman"' slist hij't Met lange slagen trekt Eric aan
spottend, „en wee je gebeente, als de primitieve blaasbalgen, terwijl
je het vuur uit laat gaan."
Zwijgend knielt Eric bij
stookplaats en grijpt
de
de
hij inmiddels de ander nauwlet
lend gadeslaat. De man kijkt stug
voor zich uit en schijnt zijn aan
wezigheid op te merken. Ook hij giftige blik toe. „Praat niet", „Hij praat? Dat moet gestraft
is met lange ketenen om zijn fluistert hij schor. „Praat niet zo- worden". En liefkozend zijn zweep
benen aan de leer van de smidse lang Sanno in de buurt is. Hij zal strelend sluipt hij op de twee man
gebonden. U kwellen totnen toe.
„Zijt gij reeds lang hier?" vraagt Een waarschuwende blik van
Eric medelijdend. Er komt geen Eric doet hem zwijgen. Achter Tij-
antwoord en hij herhaalt zijn hem doemt een donkere gestalte
vraag. De man werpt hem een I op. Het is Sanno.
De Witrussischh afgevaardig
de KtLsilef is Dinsdag in de bij
zondere politieke commissie van
de Ver. Naties bij de behande
ling van de 'Russische klacht
cjver zeeroverij in de Chinese
zeeën beschuldigd van beledi
ging van het hoofd van de Brit
se afvaardiging, Nutting. De be
schuldiging werd geuit door de
Brit Pink, die zeide, dat Kisilef
de opmerking had geplaatst,
nadat Nuttin;? had gezegd, dat
hij /vierkant achter de Verenig
de Staten" staat.
De voorzitter van de commis
sie, de IJslander Thor Thors,
sloot bij het protest van Pink
De Syrische afgevaardigde
Daoeby heeft Dinsdag bij de
commissie een resolutie inge
diend, (waarin er bij beide par
tijen op 'wordt aangedrongen
de kwestie met vreedzame mid
delen tot oplossing te brengen.
Dertien jaar lang heeft Mario
Tirabassi, oorspronkelijk een rijk
landeigenaar in Zuid-Italië, de
straten van Rome van het inval
len der duisternis tot het aanbre
ken van de dag doorkruist, een
zak met zich meevoerend, waarin
zich geld, levensmiddelen en kle
ren bevonden, die hij uitdeelde
aan de Romeinse „armsten der
armen", die een schuilplaats vin
den in de oude bouwvallen van
Rome.
De „man met de zak", aldus
was de bijnaam van Tirabassi,
die in de afgelopen oorlog, toen
hij als hospitaalsoldaat te Rome
werkzaam was, een visioen kreeg,
waarin hem Maria verscheen, die
hem opdroeg dit werk te verrich
ten. En Tirabassi begon prompt,
in i941. Hij heeft nu 150 mede
werkers, die hem bij dit barm-
hartigheidswerk helpen, doch nog
steeds trekt hij er elke nacht zelf
op uit.
Paus Pius XII heeft Tirabassi
een vrachtauto'tje geschonken,
om zijn werk te vergemakkelij
ken.
Doch thans heeft de „man met
de zak" medegedeeld, dat „de
zak" bijna leeg is. Hij was te ver
legen 'om meer aan zijn medede
ling toe te voegen.
Vandaajg iziullen de 36.000 be
ambten van de Duitse anbeids-
bureau's in staking gaan, waar-
dcvor de uitbetaling van de on
dersteuningsgelden aan bijna
een millioen werfcHotzen in ge
vaar aal komen. Sedert meer
dan een jaar heeft de vakbond
der beambten verhoging der
salarissen geëist, doch men is
niet tot een aocoord gékomen
ondanks het feit, dat de be
ambten reedis een jaar geleden
besloten hadden desnoods te
aullen staken.
l.
2.
3.
4.
5.
7.
8.
Vergadering van Donderdag 2 December 1954,
des avonds te 19.00 uur.
Wethouder: M. de Vos.
Voorzitter: Mr P. H. W. F. Teilegen.
Raadsleden: F. Dieleman, D. M. Ollebek, J. van
Riet, J. A. de Fejjter, Dr M. E. H. Camps, W. J.
Weterings, R. F. de Waal, R. Hol, A. Jansen, N.
F. Dieleman, S. W. Henry, M. van Langevelde.
Secretaris: A. J. Dees.
Wegens ziekte verhinderd: J. den Hamer, wet
houder.
De Voorzitter opent de vergadering.
1. Vaststelling van de notulen van de vergade
ring van 29 October 1954.
Deze worden onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken:
Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde besluit dd. 19 Augustus 1954, in
zake verkoop van het pand van de N.V.
E. N. K. I.
Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland
goedgekeurde besluit dd. 28 October 1954, in
zake wijziging van de verordening keurings
dienst van vee en vlees.
Mededeling van Gedeputeerde Staten, dat de
uitkering van 6 over het vierde kwartaal
1954 aan het gemeentepersoneel bij de Minis
ter van Binnenlandse Zaken geen bedenking
ontmoet.
Rapporten van het centraal bureau voor veri
ficatie en financiële adviezen der vereniging
van Nederlandse gemeenten, inzake kasopna
men rekenplichtige ambtenaren.
Jaarverslagen van de diverse jeugdverenigin
gen over 1953.
Circulaire van Gedeputeerde Staten d.d. 26
October 1954, inzake uitkering 6 van de
bezoldiging over het vierde kwartaal 1954
aan de secretarissen, ontvangers en ambte
naren van de burgerlijke stand.
Rekening van de brandweer over 1952.
Circulaire van Gedeputeerde Staten van Zee
land dd. 9 November 1954, inzake nadere her
ziening jaarwedde gemeente-secretarissen en
-ontvangers, ingaande 1 Januari 1954.
De heer Lambrechtsen van Ritthem: Mijnheer
de Voorzitter, ik heb in de stukken gezien, dat in
verband met de verhoging van de subsidie ad
1000,aan de jeugdraad, er een voorstel inge
komen is van de directeur van de gemeentelijke
dienst voor maatschappelijke zorg om dit bedrag
te gebruiken voor leidersvorming, teneinde de op
leiding van het kader te stimuleren. Het bestuur
van de jeugdraad heeft deze suggestie overgeno
men, doch het voorstel werd verworpen, omdat de
jeugdraad van mening was, dat hiervan niet alle
aangesloten organisaties gelijkelijk konden profi
teren. De directeur van maatschappelijke zorg
deelt deze mening niet. Daarop is evenwel niet
verder ingegaan. Ik acht de bemerking van de
directeur zeer juist. Kunnen wij wellicht aan de
jeugdraad een zekere suggestie doen om de raad
van de directeur van maatschappelijke zorg op te
volgen, inzake de besteding van de gelden?
De Voorzitter: De besteding van de gelden komt
bij de behandeling van de begroting aan de orde.
Ik geloof ook wel, dat de opmerking van de direc
teur van maatschappelijke zorg juist is.
Op voorstel van burgemeester en wethouders
worden de stukken onder 1 tot en met 6 en 8 voor
kennisgeving aangenomen en de rekening, genoemd
onder punt 7, goedgekeurd.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het verlenen van eervol ontslag:
a. aan F. Goedhart als onderwijzer aan de open
bare U. L. O.-school;
b. aan P. L. van Gorsel als lid van de commis
sie tot wering van schoolverzuim in de kom.
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming
wordt dit voorstel aangenomen.
4a. Idem tot benoeming:
a. van een onderwijzer aan de openbare lagere
school A.
De voordracht luidt: W. J. Nobels, tijdelijk on
derwijzer aan de openbare lagere school A.
De Voorzitter: Gaarne wil ik een en ander toe
lichten. De heer Nobels is reeds enige tjjd aan
deze school verbonden. Het is niet mogelijk ge
bleken nog een tweede candidaat op de voordracht
te plaatsen, die naar de mening van de inspecteur
van het lager onderwijs en mij voor een benoeming
in aanmerking komt. In de onderwijzerswereld
is het zeer moeilijk geschikte candidaten te krij
gen. Wanneer er echter geen keuze is voor een
gelijkwaardig persoon, is het niet verantwoord
iemand, die niet geschikt is, op een voordracht te
plaatsen.
Overgegaan wordt tot stemming.
De heren Ollebek en F. Dieleman vormen met
de Voorzitter het stembureau.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 12
op de heer Nobels; 2 stemmen zijn blanco.
De heer W. J. Nobels is benoemd.
b. van een leraar in tijdelijke dienst aan de
gymnasiale afdeling van het openbaar
lyceum per 1 Februari 1955.
De door het college van curatoren ingediende
aanbevelingslijst luidt: F. Goedhart, onderwijzer
aan de openbare U.L.O.-school te Terneuzen.
Overgegaan wordt tot stemming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 12
op de heer Goedhart; 2 stemmen zijn blanco.
De heer Goedhart is benoemd.
c. van een lid van de commissie tot wering van
schoolverzuim in de kom.
Aanbevolen worden:
1. A. Verbeek, onderwijzer aan de Zuidland-
school;
2. F. Clemminck, onderwijzer aan de Zuidland-
school.
Overgegaan wordt tot stemming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 11 op
de heer Verbeek en 3 op de heer Clemminck.
De heer A. Verbeek is benoemd.
d. van een vertegenwoordiger in het dagelijks
bestuur van de Stichting Protestantse Zie
kenzorg „Zeeuwsch-Vlaanderen".
De heer Weterings: Zijn de statuten wel gewij
zigd? Is dit niet zo, dan kunnen wij toch niet
overgaan tot benoeming van een bestuurslid in
het moderamen.
De heer De Vos: Wij hebben in de vorige raads
vergadering daarover ook gesproken en ik had
dezelfde bezwaren. Er is toen gezegd, zolang die
statuten niet gewijzigd zijn, heeft de vertegen
woordiger alleen een adviserende stem.
Wanneer straks de statuten wel gewijzigd zijn,
dan pas treedt hij in een zodanige functie, dat hij
mede stemrecht heeft. Het geeft het voordeel, dat
die vertegenwoordiger reeds nu de vergaderingen
van het moderamen kan meemaken. De statuten
wijziging is een kwestie van korte tijd. Er is dus
geen bezwaar tegen.
De heer Weterings: Ik stel voor een tweede
vertegenwoordiger te benoemen. Door de andere
gemeenten is hiertoe ook een suggestie gedaan en
voor de gemeente Terneuzen, die met een derge
lijk bedrag aan garantie bijstaat, past toch wel
een tweede vertegenwoordiger.
De heer Henry: De andere gemeenten hebben
het niet.
De heer Weterings: Dit is een reden te meer
voor ons dit nu wel te doen.
De heer Henry: Dit heeft naar mijn mening
weinig zin. Vergaderingen van het algemeen be
stuur komen per jaar niet zoveel voor. Ik voor
mij zie het belang er niet van in een tweede ver
tegenwoordiger te benoemen die dan zitting zal
hebben in het algemeen bestuur.
De Voorzitter: Dit is in de vorige vergadering
niet ter sprake gekomen. Het verband is overigens
niet duidelijk, dat de benoeming van een vertegen
woordiger in het dagelijks bestuur aanleiding zou
zijn nog een vertegenwoordiger er bij te benoe
men. Door een vertegenwoordiger in het dagelijks
bestuur te hebben, wordt de Invloed van de ge
meente belangrijk groter, dan door een vertegen
woordiger van de gemeente in het algemeen be
stuur.
Burgemeester en wethouders adviseren de heer
Hol tot lid van het dagelijks bestuur te benoemen.
De heer Weterings: Ik ben het hiermede niet
eens, doch ik wil mij bij de meerderheid aansluiten.
Ik had liever gezien, dat wi) een dubbele vertegen
woordiging hadden.
De heer Camps: Ik sluit mij aan bi) de mening
van de heer Weterings. Naar mijn mening is het
beter, indien wij twee personen hebben die toe
zicht hebben op het bestuur van het ziekenhuis.
De Voorzitter: Wij zullen aantekening houden,
dat U geacht wordt tegen dit voorstel te stemmen.
De heer Lambrechtsen van Ritthem: Nu de
heer Hol de enige wordt die voor de gemeenteraad
zitting heeft in het moderamen, kunnen wij wel
licht een plaatsvervanger benoemen.
De Voorzitter: Dit wordt door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld.
Overgegaan wordt tot stemming voor de benoe
ming van een vertegenwoordiger in het dagelijks
bestuur.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 10
op de heer Hol en 1 op de heer De Feijter; 3 stem
men zfln blanco.
De heer Hol is benoemd en neemt de benoeming
aan.
In stemming komt de benoeming van een
plaatsvervangend vertegenwoordiger in het dage
lijks bestuur.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 1 op
de heer F. Dieleman, 2 op de heer J. A. de Feijter,
1 op de heer W. de Feijter, 2 op de heer Ollebek,
2 op de heer Van Riet en 4 op de heer De Vos;
2 stemmen zijn blanco.
Overgegaan wordt tot een tweede vrije stem
ming.
Uitgebracht worden 14 stemmen, waarvan 1 op
de heer F. Dieleman, 5 op de heer De Feijter, 1
op de heer Ollebek, 1 op de heer Van Riet en 5
op de heer De Vos; 1 stem is blanco.
Overgegaan wordt tot herstemming tussen de
heren De Feijter en De Vos.
Uitgebracht worden 12 stemmen, waarvan 8 op
de heer De Feijter en 4 op de heer De Vos.
De heer De Feijter is benoemd en neemt zijn
benoeming aan.
8. Voorstel tot het verlenen van medewerking tenslotte nog de mogelijkheid van elke gemeente
5.
b.
6.
Voorstel,
tot verkoop van een perceel grond gelegen
in de Zuidiandpolder;
tot verkoop van een perceel grond gelegen
in de Zeven Triniteitspolder.
Voorstel tot wijzisring van de verordening
op de Wegenbelasting.
Voorstellen tot het verlenen van een tege
moetkoming ingevolge artikel 13 van de
Lager Onderwijswet 1920.
ingevolge artikel 72 van de Lager Onder
wijswet 1920 aan het bestuur van de Ver
eniging voor Christelijk Onderwijs aan de
Grennlaan voor uitbreiding van de rijwiel-
bergplaats.
9. Voorstel tot wijziging van de gemeenschap
pelijke regeling ten behoeve van de verzor
ging van zwakzinnige kinderen.
Deze voorstellen worden zonder bespreking of
hoofdelijke stemming aangenomen.
10. Voorstel tot wijziging van de gemeenschap
pelijke regeling van het Centraal Bouw- en
Woningtoezicht en gemeentewerken in Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen.
De heer Henry: Meneer de Voorzitter, gaarne
wil ik namens de commissie uit de raad, die op 29
Juli j.l. door het college van burgemeester en wet
houders werd ingesteld teneinde te onderzoeken
of het mogelijk was de bezwaren tegen de huidige
regeling van de Centrale Dienst van Bouw- en
Woningtoezicht en toezicht op gemeentewerken in
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen op te heffen, een korte
toelichting geven op de nieuwe regeling, zoals
deze thans voor U ligt.
Reeds bij de eerste bespreking kwam vast te
staan, dat alle leden der commissie het er over
eens waren, dat de huidige regeling gebreken ver
toonde.
Ondanks de eensgezindheid betreffende dit punt,
was de taak der commissie niet eenvoudig. Het
valt niet te ontkennen, dat het leveren van critiek
op een bestaande regeling nu eenmaal eenvoudi
ger is, dan het ontwerpen van een regeling waarin
de reeds jaren in onze raad naar voren gebrachte
bezwaren zouden zijn weggenomen. De commissie
is dan ook niet van mening, dat zij U thans een
feilloze regeling heeft kunnen voorleggen. In
tegendeel, het is tijdens de uitvoerige besprekingen
van de commissie wel gebleken, dat aan bepaalde
in de raad levende wensen in het kader van een
gemeenschappelijke regeling niet kan worden vol
daan. Bij ons pogen n.l. om de voordelen die ver
bonden zijn aan een gemeenschappelijke regeling
te combineren met de voordelen van een eigen
dienst, hebben wij op bepaalde essentiële punten
het gemeenschappelijke moeten laten prevaleren
boven het eigen Terneuzense belang.
De wijze waarop deze nieuwe regeling is tot
stand gekomen, de overwegingen welke ons heb
ben geleid en de moeilijkheden, die zich bij de
artikelsgewijze vaststelling hebben voorgedaan,
hebt U in de notulen van de commissievergaderin
gen, welke bij de stukken ter inzage hebben ge
legen, kunnen lezen. Het is dus niet nodig dat
hierop verder wordt ingegaan.
Volledigheidshalve moge ik een paar punten
noemen, waardoor naar de mening der commissie
een aanmerkelijke verbetering is bereikt. U dient
hierbij in aanmerking te nemen, dat de nieuwe
regeling vergeleken dient te worden met de oor
spronkelijk vastgestelde, thans nog geldende rege
ling van 1 April 1945, al spreekt het vanzelf, dat
naast de in de raad gemaakte opmerkingen ook
de diverse in de laatste jaren verschenen ontwerp
regelingen zijn bestudeerd.
Allereerst is de taak van de dienst duidelijker
omschreven met uitvoerig geregelde beroepsmoge
lijkheden.
Van de diverse werkzaamheden, resp. beslissin
gen van de Centrale Dienst, werden de gemeente
raden steeds in kennis gesteld.
De raden der samenwerkende gemeenten zullen
niet moeten aarzelen bij gebleken bezwaren zich
te wenden tot Gedeputeerde Staten, in het bijzon
der indien deze bezwaren gaan tegen de vaststel
ling van de begroting of in geval van bezwaren
tegen speciale uitgaven als bedoeld in artikel 17.
Ik wijs U in dit verband terloops op het bepaalde
in artikel 19, lid 8, waarin is opgenomen de ver
plichting van het dagelijks bestuur van de Cen
trale Dienst tot het verstrekken van alle gewenste
inlichtingen aan de colleges van Burgemeester en
Wethouders.
Belangrijk is ongetwijfeld ook artikel 6, reeds
eerder via een der vorige ontwerp-regelingen on
der Uw aandacht gebracht, waardoor de gemeente
Terneuzen behalve door de voorzitter, verder door
3 en vermoedelijk spoedig door 4 vertegenwoordi
gers in het algemeen bestuur zal zijn vertegen
woordigd.
De belangrijkste en overigens geheel nieuwe
wijziging vindt U ongetwijfeld in artikel 11. Het
3de lid van dit artikel betekent een belangrijke
tegemoetkoming aan de wens van diverse ge
meenteraden om meer invloed te krijgen in de
Centrale Dienst.
Aangezien in de toekomst het districtshoofd zal
benoemd worden door het dagelijks bestuur van
de Centrale Dienst op voordracht van de ge
meenteraad, betekent dit practisch, dat de ge
meenten hun eigen districtshoofd benoemen.
De commissie acht de opname van deze bepaling
zeer belangrijk. Wij kunnen U in aanvulling op
wat in de notulen staat vermeld, nog mededelen,
dat ons door de commissie van bestuur van de
Centrale Dienst is toegezegd, dat onmiddellijk na
de aanneming van deze regeling door de diverse
gemeenteraden, de gemeenteraad van Terneuzen
zal worden verzocht een voordracht op te maken
voor de benoeming van een districtshoofd te Ter
neuzen. Niet alleen dat thans een nieuwe regeling
is geschapen, doch de functie van districtshoofd
van Terneuzen er een is geworden van geheel
andere orde en met andere en uitgebreider be
voegdheden. Men zie hiervoor ook artikel 9, lid 4.
Teneinde niet te uitvoerig te worden, noem ik
om na afloop van elk tijdvak uit te treden, het
geen eveneens een nuttige verbetering betekent.
Vraagt men mij nu persoonlijk of ik tevreden
ben over het bereikte resultaat, dan kan ik hier
moeilijk met een enthousiast ja op antwoorden.
De regeling is het resultaat van een compromis,
maar het is naar mijn mening wel het best moge
lijke resultaat dat in het kader van een gemeen
schappelijke regeling valt te bereiken. Ongetwij
feld zal in de toekomst deze materie nog wel eens
onder de loupe genomen moeten worden. Ook
hier hangt veel af van de mensen die er mee moe
ten werken.
Het eerst nodig is thans, dat de Centrale Dienst
de gelegenheid krijgt in alle rust te werken en wij
dienen haar, indien wij deze regeling aanvaarden,
toch zeker een faire kans te geven.
Ik dank mjjn medeleden van de commissie voor
de buitengewoon prettige wijze waarop de be
sprekingen zijn gevoerd. Namens de commissie
een woord van bijzondere waardering voor het
werk van de toegevoegde secretaris, de heer Dees,
die, als altijd, ook nu weer steeds bereid was alle
mogelijke medewerking tè verlenen in de vorm
van het geven van adviezen en het opstellen der
notulen en niet te vergeten het beschikbaar stel
len van zjjn vrije tijd. Gaarne breng ik namens
de commissie tenslotte dank aan de commissie
van bestuur van de Centrale Dienst voor de in
prettige sfeer gehouden samenspreking en voor
de waardevolle aanwijzingen door de voorzitter
van dit bestuur.
Meneer de Voorzitter, ik spreek de hoop uit,
dat de raad dit voorstel zal willen aanvaarden,
waarna de commissie met goedvinden van het col
lege van Burgemeester en Wethouders haar taak
als geëindigd zal beschouwen.
De heer Lambrechtsen van Ritthem: Meneer
de Voorzitter, het verheugt mij dat wij hier op
het ogenblik voor ons hebben liggen de ontwerp
regeling voor de Centrale Dienst, welke dienst
herhaaldelijk aanleiding gaf tot diverse discussies.
Zoals de heer Henry gezegd heeft, is het een ont
werpregeling die een compromis inhoudt. Dit is
echter een kwestie geweest van geven en nemen.
Ik verheug mij zeer, dat door de samenwerking
die de heer Henry zoeven geschetst heeft een der
gelijke regeling ons heeft bereikt. In een van de
stukken kwam voor, dat er een ontwerpregeling
inkwam van Schouwen en Duiveland. Is deze door
Gedeputeerde Staten afgezonden om daar een
handleiding in te hebben?
De heer Henry: Er zijn verschillende regelin
gen door onze commissie opgevraagd en deze
hebben mede gediend als handleiding bij deze
nieuwe regeling.
De heer Lambrechtsen van Ritthem: Er is een
schrijven geweest van Gedeputeerde Staten, waar
uit bleek dat in verschillende delen van de pro
vincie de toenmalige geldende regeling niet be
vredigde en dat Gedeputeerde Staten bezig waren
een regeling te ontwerpen die meer bevrediging
zou geven. Heeft de commissie misschien dat ont
werp ter inzage gehad?
De Voorzitter: De commissie is zelfstandig te
werk gegaan. Zoals destijds in de raadsvergade
ring besloten is, heeft men uiteraard de bezwaren
van de gemeente Terneuzen naar voren doen
komen om een compromis te vinden met de com
missie van bestuur en het algemeen bestuur. Het
staat evenwel los van hetgeen Gedeputeerde Sta
ten van plan waren.
De heer Lambrechtsen van Ritthem: Hoe is de
verhouding tussen de districts-opzichter te Ter
neuzen en de directeur?
De Voorzitter: De taak van de districtsopzich
ter van Terneuzen wordt breder omschreven Zo
als de heer Henry heeft toegelicht krijgt de func
tie van het districtshoofd te Terneuzen een heel
andere inhoud dan tot nu toe. Men kan echter
geen functie scheppen die naast de directeur staat
De heer Lambrechtsen van Ritthem: In de no
tulen van de commissie wordt hier en daar ge
sproken over de gezagsverhouding van de direc
teur t.o.v. de districtsopzichter. Is dit voldoende
bekeken?
De Voorzitter: Dit zal nader bekeken worden
b'J de instructies voor de districtsopzichter voor
Terneuzen, de directeur blijft het hoofd van de
gehele dienst.
Van mjjn kant wil ik de commissie uit de ge
meenteraad de dank overbrengen van de commis
sie van bestuur van de Centrale Dienst en van mij
persoonlijk voor de bijzonder prettige wijze waar
op de beide commissies samengewerkt hebben.
Voor de vertegenwoordigers van de raad der ge
meente Terneuzen was het buitengewoon moeilijk
over bepaalde punten heen te stappen, die van
algemeen belang waren. Men heeft, zoals de heer
Henry naar voren deed komen, die stappen willen
doen in het belang van het algemeen, namelijk in
het belang van Oost Zeeuws-Vlaanderen.
Ik hoop dat dit tot gevolg zal hebben dat 2/3
van de overige gemeenten hiermede accoord gaan
en dat op deze wijze autonoom tot een gemeen
schappelijke regeling van het Centraal Bouw- en
Woningtoezicht en gemeentewerken in Oost
Zeeuws-Vlaanderen zal worden gekomen, zonder
dat wij daarbij de hulp en steun van Gedeputeer
de Staten nodig hebben. Tot zolang moeten wij
inmiddels wachten met de intrekking van het be
roep op de Kroon. Wij zijn te dien aanzien dili
gent, dat geen termijn verloopt. Ik dank U nog
maals zeer voor het werk dat U gedaan hebt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel
aangenomen.
(Wordt vervolgd).