Het geruchtmakend vertrek
van dr John
Gunstige cijfers, ongunstig accoord
Eh renburg in Chili
Bonn zit met de handen in
het haar
Onrust in Noord-Afrika
Hulst: zuiverste en ongeschonden
romantiek
TWEEDE BLAD
Zaterdag 7 Augustus 1954
9e Jaargang Na. 3220
Nieuwe Amerikaanse
vliegtuigen
Stijgend vreemdelingenbezoek - Moeilijke
onderhandelingen - Geen stoomtreinen meer
Nota
van India aan Portugal
West-Duitse
agent gearresteerd
Bevan en het bestuur van
de Labourpartij
Het Stadje tussen de Wallen, waarvan we zo
lang hebben gedroomd I
■ff 1
E VRIJE ZEE
Dr. Otto John, chef van het
Westduitse bureau ter bescher
ming van de grondwet, beter ge
zegd de Westduitse inlichtingen
dienst, is naar Oost-Duitsland
vertrokken.
Het vertrek van dr. John heeft
gewerkt als een donderslag bij
heldere hemel. Politieke en ande
re leiders en waarlijk niet alléén
in en van West-Duitsland, zien de
toestand ernstig in en de gevol
gen zijn bij lange na niet te over
zien. Be Westelijke inlichtingen
diensten hebben door dit opzette
lijk uitvallen van dr. John een
gevoelig verlies te incasseren ge
kregen. Reeds zijn vele West
duitse agenten in het Oosten ge
arresteerd. Voorts is de moge
lijkheid nog steeds denkbaar, dat
door dit alles mutaties in de
Westduitse regering te verwach
ten zijn, vooral de minister van
Binnenlandse Zaken, Schroder,
de chef van John was
die
heeft het zwaar
den.
te verantwoor-
De Westduitse contra-spionna-
gechef was op 20 Juli j.l. te Ber
lijn nog present op een bijeen
komst ter herdenking van de
aanslag op Hitier op de 20ste Juli
1944 en op diezelfde dag vertrok
John, in gezelschap van 'n West
duitse geneesheer dr. Wohlge
muth per taxi naar Oost-Berlijn.
Pas de Donderdag d.a.v. maakten
de Westduitse autoriteiten be
kend, dat dr. John naar Oost-
Duitsland zou zijn gelokt.
Uit het door de Westduitse po
litie ingestelde onderzoek kwam
echter vast te staan, dat dr. John
vrijwillig naar het Oosten was
gegaan en dat van enige dwang
door of vanwege de tegenpartij
uitgeoefend, géén sprake was.
Ook dr. Wohlgemuth is niet meer
naar het Westen teruggekeerd.
MET GEGEVENS
Het is ongetwijfeld een feit, dat
door John een schat van gege
vens is meegenomen naar de an
dere kant van het ijzeren gordijn
en met dit feit dient men ter
dege rekening te houden. Door
zijn functie als hoofd van de
Westduitse inlichtingendienst be
schikte John over talloze bijzon
derheden het openbare, zaken- en
particuliere leven rakende, de in
terne aangelegenheden op de ver
schillende Westduitse ministeries,
het bedrijfsleven, handel en in
dustrie, doch ook is hij zeer goed
geïnformeerd over zeer veel West
duitse en geallieerde persoonlijk
heden. Ook had John de controle
over en op alle Duitsers, die
werkzaam zijn en/of waren in
en/of voor enige (geallieerde)
Westelijke mogendheid in West-
Duitsland.
De motieven, welke geleid heb
ben tot het vertrek van John, zijn
nog niet helemaal duidelijk. Zo
was hij als oud-verzetsman ver
stoord over de nazi-invloeden die
in het na-oorlogse Duitsland de
kop weer hebben opgestoken.
Ook wilde hij werken voor een
Duitse éénheid. Dit alles kon hij
niet bereiken door in West-
Duitsland te blijven, hij moest
hiervoor special zijn toevlucht in
Oost-Duitsland zoeken, in een
land dus, dat onder communis
tisch gezag staat.
PANIEK VERGROOT.
Dr. Otto John heeft middels de
Oostduitse radio het woord ge
richt tot de Duitsers in Oost en
West, voornoemde motieven uit
ééngezet en hij heeft hiermede
ondermeer bereikt, dat de paniek
in West-Duitsland nog groter
werd. De regering te Bonn heeft
een nieuwe chef inlichtingen
dienst aangesteld en deze is wel
begonnen met een grote zuivering
in de rijen van zijn agenten, doch
het kwaad is reeds geschied en
bij onderzoek bleek, dat ook het
persoonlijk dossier over de per
soon van dr. John verdwenen
was.
Oncontroleerbare geruchten
doen thans de ronde, dat de
vluchteling een hoge functie in
Moskou en/of in Oost-Duitsland
zal gaan vervullen. Vast staat in
ieder geval wel, dat John ook in
de tweede wereldoorlog persoon
lijk contact onderhield met ver
schillende agenten van de Russi
sche geheime dienst en in ver
scheidene gevallen met hen heeft
samengewerkt, o.a. met de Russi
sche chef-spion dr. Sorge in To
kio, Radünsk e.a.
De zaak John is nu nog inge
wikkelder geworden door de zelf
moord van de Amerikaanse leger-
kapitein Hoeffer, die in West-
Berlijn gedetacheerd was bij de
Amerikaanse geheime dienst. De
motieven, die tot deze zelfmoord
hebben geleid, zijn tot nu toe on
bekend. Volgens John zou Hoef
fer tot taak hebben gehad hem
te schadirwen, doch deze verkla
ring is niet juist. John woonde
en werkte in Keulen, Hoeffer in
Berlijn.
ONDER ENGELSE DRUK...
Dr. Otto John werd in het jaar
1950 door de Westduitse regering
benoemd tot hoofd van de gehei
me inlichtingen- en afweerdienst
van zijn land. Gebleken zou zijn,
dat vooral van Engelse zijde op
de Westduitse regering druk is
uitgeoefend om John in deze
functie te benoemen, daar hij een
vertrouwensman was van zekere
Engelse politici.
John, die thans 44 jaar oud is,
werd in 1909 in Wiesbaden gebo
ren, waar zijn vader als ambte
naar werkzaam was; hij studeer
de in Marburg internationaal
recht. In Juni 1934 trad hij in
dienst van de Duitse luchtvaart
maatschappij de Lufthansa en
werd uiteindelijk tewerk gesteld
aan het hoofdkantoor van die
maatschappij te Berlijn. Daar
kwam John in contact met de
latere generaal toen nog kolo
nel Oster en door deze met
admiraal Canaris, de chef van de
militaire geheime dienst van het
Duitse leger.
Oster en Canaris waren felle
tegenstanders van het nazi-re
gime en beiden werden na de
aanslag op Hitler in Juli 1944
doodgeschoten. John wist zich
door middel van de vlucht aan
een arrestatie te onttrekken en
via Lissabon arriveerde hij in
November 1944 in Londen. John
heeft in Londen zowel openbare
alsook functies in het bedrijfs
leven vervuld. In 1949 kwam hij
naar Bonn en in November 1950
werd hij benoemd tot chef van
de Westduitse inlichtingendienst,
welke te Keulen haar zetel heeft.
Dat de Westduitse autoriteiten
onmachtig zijn het raadsel op te
lossen, bewijst het feit dat zij de
Zweedse particuliere detective
Harry Södermann te hulp hebben
geroepen om de zaak-John uit de
doeken te doen.
De Amerikaanse marine heeft
bekend gemaakt, dat een nieuw
Amerikaans jachtvliegtuig bij
dezer dagen gehouden proef
vluchten in verticale stand is op
gestegen tot een hoogte van 50
meter en daarna weer op zijn
staart is geland. Het vliegtuig
is een ConvairXfyl met delta-
Vleugels.
Een andere jager, een Lock-
head Xfyl, steeg horizontaal op
en „hing" vervolgens in bijna
verticale stand enkele seconden
in de lucht. Dit laatste gebeur
de enkele malen.
De twee nieuwe vliegtuigen
zijn wat ontwerp betreft hetzelf
de. Zij kunnen theoretisch verti
caal alsook op de gebruikelijke
wijze opstijgen en landen.
Het vreemdelingenbezoek aan door het opheffen van het
ons land beweegt zich steeds in
opgaande lijn. Het slechte weer
van de 'laatste maand heeft wel
een inzinking veroorzaakt, maar
ondanks dit kan toch met vreug
de worden vastgesteld, dat ons
land als toeristisch centrum nog
meer belangstelling heeft getrok
ken dan vorig jaar. De reden
hiervan ligt voor een groot deel
in de toename van het vreem
delingenbezoek uit Duitsland
Vijf met geweren bewapende
personen hebben in de nacht van
Donderdag op Vrijdag de sjeik
van Redejef (Tunesië), Brahim,
ontvoerd en vermoord.
Te Casablanca (Marokko) is
Donderdagavond 'n Marokkaan
se winkelier door een revolver
aanslag in zijn winkel ernstig
gewond. De dader wist te ontko
men. Later in de nacht, werd een
bomaanslag gepleegd op de win
kel van een andere koopman. De
schade is niet omvangrijk.
Vrijdag werd te Casablanca een
bom onder een autobus geworpen
waardoor de bestuurder en drie
Marokkaanse passagiers werden
gewond.
De politie te Fez (Marokko)
heeft Vrijdag voorzorgsmaatrege
len genomen om een eventuele
aanslag op de sultan van Marok
ko, Sidi Mohammed Ben Moe-
lai Arafa, te verijdelen, tijdens de
goddienstoefening in de moskee.
In een jaar tijds zijn minstens
drie pogingen tot aanslag op de
sultan gepleegd.
Opnieuw zijn Vrijdag 600 sol
daten uit Marseille naar Tunesië
vertrokken. De sterkte van de
Franse Unie-strijdkrachten in
Tunesië bedraagt na aankomst
van het nieuwe contingent naar
schatting 50.000 man.
Te Boedjab in het gebied van
Tadla (Marokko) is Donderdag
avond een Kaid, een Marokkaan
se overheidsfunctionaris, bij een
revolveraanslag gewond. De da
der is voortvluchtig.
De Chileense politie heeft het
diplomatieke paspoort van de
Russische schrijver Ilja Ehren-
burg genegeerd en diens bagage
onderzocht, toen hij Donderdag
avond op het vliegveld van San
tiago aankwam, „omdat inlich
tingen waren ontvangen, dat de
veiligheid van het land op het
spel stond", aldus heeft de Chi
leense minister van Buitenlandse
Zaken bekend gemaakt.
Ehrenburg was met zijn echt
genote naar Santiago gekomen
om aan de dichter Pablo Neruda
op diens 50e verjaardag de Sta-
lin-vredesprijs uit te reiken. Na
een woordenwisseling op het
vliegveld opende de politie zijn
bagage en zocht naar documen
ten. Ehrenburg verklaarde, dat
hij het land onmiddellijk zou ver
laten, zijn echtgenote viel flauw.
Later begaf het echtpaar Ehren
burg zich toch naar de woning
van de dichter Neruda.
De minister van Binnenlandse
Zaken, Parra, verklaarde Vrijdag
dat alle in beslag genomen docu
menten aan Ehrenburg terugge
geven zullen worden, als zij ver
taald zijn. Hij bevestigde, dat de
Russische schrijver in het bezit
was van een geldig visum en een
paspoort. De heer Ehrenburg zou
„zich zeker niet gekrenkt" voe
len door het optreden van de po
litie, zo voegde de minister hier
aan toe.
De regering van India heeft
Donderdag bij de Portugese lega
tie te Nieuw-Delhi een nota inge
diend, waarin wordt geprotes
teerd tegen de „heftige anti-In
dische betogingen" van de vori
ge week in de hoofdstad van Por
tugees Oost-Afrika, Lourenco
Marques.
India stelt de Portugese rege
ring verantwoordelijk voor ver
lies aan mensenlevens en schade
toegebracht aan bezittingen van
Indiërs.
Volgens de nota waren de be
togingen gevolgd op een massa
vergadering waarop de gouver
neur-generaal van Portugees-O.-
Afrika, kapitein Gabrial Taidie-
ra, het woord had genomen om
te protesteren tegen het ageren
in Goa voor aansluiting bij India.
Volgens het Oostduitse pers
bureau A.D.N. heeft Berhard
Prather (alias Falkenstein) bij de
Oostduitse autoriteiten om asyl
gevraagd. Prather zou een agent
geweest zijn van de organisatie-
Gehlen. Volgens A.D.N. had Prat
her gezegd gewetensbezwaren te
hebben gehad, daar de organisa-
tie-Gehlen voortkwam uit vroe
gere fascistische kringen en krin
gen van gewezen hoge Duitse of
ficieren. Hij zou er aan medewer
ken om te voorkomen „dat de
organisatie-Gehlen nieuwe mis
daden zal begaan".
visum.
Ook het Franse bezoek aan
ons land is toegenomen, zij het
niet zo sterk als het Duitse. Een
belemmering vormt nog steeds
het paspoort en de verplichting
om honden tegen dolheid te la
ten inspuiten. Hoewel Neder
landers voor het buitenland, be
halve België en Luxemburg,
evenzeer een paspoort nodig
hebben, kan het Franse vreem
delingenbezoek nog toenemen,
als de Nederlandse paspoorteisen
voor dit land zullen vervallen,
terwijl nog dezelfde dag dan ook
de Franse eisen wegvallen. Een
voorstel, dat naar onze mening
het bestuderen wel waard is.
NOG STEEDS INFOR
MEEL.
De onderhandelingen tussen
Nederland en Indonesië dragen
nog steeds een informeel karak
ter. De Indonesische regering
heeft het concept van het ont
werp, dat door vertrouwelijke be
sprekingen tot stand was geko
men en waarop een eventueel
accoord zou moeten worden be
reikt, verworpen en aan haar
vertegenwoordiger de opdracht
gegeven een compromis op gun
stiger basis te sluiten.
De berichten hierover zijn
enigszins verwarrend. Enerzijds
blijkt uit de Indonesische ver
klaringen een vrees dat een gun
stig accoord niet mogelijk zou
zijn, terwijl men anderzijds, naar
de laatste berichten, onbedekte
bedreigingen uit, als zou men
nog voor de hervatting van het
unie-overleg de strijd om West-
Irian beginnen. Men vertrouwt,
dat president Soekarno in zijn
jaarlijkse onafhankelijkheidsrede
op 17 Augustus a.s. kan mede
delen, dat de Unie is opgeheven;
mocht dit niet het geval zijn, dan
zal, ongeacht het overleg, de
strijd! om West-Irian op 18 Aug.
beginnen.
Dat Nederland de zaken echter
rustig opneemt, mag blijken uit
het feit, dat op het verzoek van
de Indonesische minister van
Buitenlandse Zaken, Soenarjo,
om de unie-besprekingen te her
vatten, slechts werd geantwoord
dat men contact zou opnemen
met minister Luns, die met va-
cantie in het buitenland ver
blijft.
aflevering van het nieuwe diesel
materiaal gunstig blijft verlopen,
de stoomtreinen eind 1954 nage
noeg geheel uit de normale rei-
zigersdienst verdwenen zullen
zijn. Het ligt in de bedoeling Van
de spoorwegen om de stoomtrac-
tie, ook uit het goederenvervoer,
geheel te doen verdwijnen, maar
dit is op de eerste plaats afhan
kelijk van de productie-capaciteit
van de leveranciers en de snelle
aflevering.
Terwijl de vroegere jaarver
slagen steeds spraken over het
herstel van de schade en vernie
tiging van het materieel tijdens
de bezetting, is deze periode nu
afgesloten en wordt aangevangen
met een nieuw tijdperk, namelijk
dat van modernisering en ratio
nalisatie van het productie-appa
raat.
GROEI VAN HET
VERVOER.
In het boekjaar 1953 werd een
nieuw record bereikt; de ont
vangsten stegen tot 373.9 mil-
lioen gulden (een toename van
20 millioen) hetgeen hoofdzake
lijk te danken is aan het toege
nomen reizigersverkeer, waar
toe het binnenlands verkeer de
grootste bijdrage leverde. De
groei van de vervoersomvang
deed echter ook de exploitatie
kosten toenemen, zodat de zui
vere winst in vergelijking met
vorig jaar nog iets is terugge
lopen.
Dit neemt niet weg, dat de ge
boekte bedrijfsresultaten over 't
algemeen zeer gunstig kunnen
worden genoemd, speciaal nu
men een bijdrage van 4 millioen
gulden heeft kunnen reserveren
voor de plannen van de minister
van Verkeer en Waterstaat om
vrije kruisingen van de spoor
weg met andere rijkswegen tot
stand te brengen.
De leider van de linkervleugel
van de Britse Labourpartij, Be-
van, heeft officieel zijn candida-
tuur voor één van de zetels in
het partijbestuur die gereser
veerd zijn voor afgevaardigden
van plaatselijke afdelingen van
de partij ingetrokken. Bevan zal
hierdoor, indien hij bij de verkie
zing van de penningmeester van
de partij wordt verslagen door
oud-minister Gaitskell, van 1
September a.s. af geen zitting
Inderdaad een verwarde meer hebben in het partijbestuur,
situatie, al kan men er van ver- Men verwacht, dat Gaitskell voor
zekerd zijn, dat de Nederlandse de functie zal worden aangewe-
regering wel degelijk op haar zen.
hoede is.
Een candidaat kan niet gelij
kertijd dingen naar de functie
I van penningmeester en een zetel
voor de afgevaardigden van loca-
le groepen. Het was zo goed als
In het jaarverslag van de Ne- zeker, dat Bevan als afgevaardig-
derlandse Spoorwegen over 1953 de van een plaatselijke groep een
wordt meegedeeld, dat, indien de I zetel zou hebben verworpen.
STOOMTREINEN
VERDWIJNEN.
„En we voelden ons beschaamd omdat we meer dan vijftig jaar
oud geworden zijn zonder ooit derwaarts te reizen." Dit schreef
de Ned. Herv. predikant Ds G. van Veldhuizen uit Rotterdam in
een artikel over Hulst in de Rotterdamse Kerkbode van 3 Juli 1954,
dat we hierbij in extenso overnemen.
Het streelt ons chauvinistisch hart, dat deze Rotterdamse auteur,
van wiens hand laatstelijk verscheen het boek: „Op de Straathoek"
(uitgave Voorhoeve te Den Haag), bij het zoeken naar het stadje
van zijn keuze, uiteindelijk in Zeeuws-Vlaanderen zijn droom in
vervulling zag gaan.
VVe hadden hem desnoods ook nog kunnen verwijzen naar een
andere, in het. grijze verleden door Prins Maurits opgeworpen,
sterkte gelegen in het Westen van ons territorium: Retranchement.
Al biedt dit weliswaar een geheel ander aspect dan Hulst.
Over ontdekkingen in Zeeuws-Vlaanderen gesproken! Herinnert
U zich nog lezers, dat de groot-industrie gevestigd in de kanaal-
zóne (kanaal TerneuzenGent), voor onze minister van Economi
sche Zaken bij zijn daaraan nog niet zo heel lang geleden gebracht
bezoek, een openbaring was?!
Daarom: elke hand ter kennismaking van boven de Schelde toe
gestoken zal de Zeeuws-Vlaming naar waarde weten te schatten.
Ook de „literaire hand" van Ds. Van Veldhuizen, die met zoveel
flair enkele facetten wist te belichten uit de samenleving van het
veelal veronachtzaamde stukje Nederland beneden de Wester-
Mbtlde,
WIJ zochten: Het Stadje tus
sen de Wallen nietwaar?
Geenszins zo maar een
stadje, waar ze ondermeer ook
nog resten van muren of frag
menten van 'n oude poort bewa
ren, maar dat ideaal-stadje, dat
ten voorbeeld gesteld zou mogen
worden aan alle stedekes, her en
der in onze Nederlandse gewes
ten. Dat plaatsje waar het ver
leden spreekt bij elke voetstap,
uit iedere naam, uit alle gevels.
Waar de tijd heeft stilgestaan en
men zich zo opeens voelt over
geplaatst in eeuwen, lang ge
leden.
Van zulk een vesting droom
den we, doch het scheen een nut
teloze droom. Tot op dat moment
dat we Hulst binnenreden, ginds
ver weg, omtrent een uurtje lo-
pens van de Belgische grens,
diep in Zeeuws-Vlaanderen. En
zó toen we dit Hulst zagen op
rijzen, zeiden we tegen elkander:
„Dóór is het-! Daar is het Stadje
onzer verlangens!" En we voel
den ons beschaamd, omdat w^
meer dan vijftig jaar oud gewor
den zijn zonder ooit derwaarts
te reizen. Omdat we ons eigen
land niet kenden en het zo hele
maal toevallig moesten ervaren,
dat we er te min van hadden ge
dacht. Want Hulst dat is de
zuiverste en ongeschonden ro
mantiek!
De weg er heen is dat trou
wens reeds. We gingen over Ant
werpen met die beroemde bus,
die van het Bredase station ver
trekt, om pas weer in dat Hulst
te stoppen. Toen ik die bus de
vorige maal beschreef als een
verzegeld sardineblikje op wiele
tjes, heb ik 'm beslist onrecht
gedaan. Het is namelijk een
hyper-super-de-luxe voertuig, dat
met een mateloze vaart alle Bel
gische auto's voorbijstreeft en in
recordtijden de kilometers ver
slindt. Zo'n bus mogen ze me
cadeau geven om er driehonderd
wijktochten per jaar mee te hou
den! Zo'n bus staat voor niets
en de passagiers genieten mate
loos. Behalve dan die ene ver
plichte passagier in de vorm van
een marechaussée, die meegaat
om vast te stellen dat niemand
op vreemden bodem uit- of in
stapt en zodoende onze deviezen-
positie in gevaar brengt. Met
hem hadden we oprecht en innig
medelijden. Hij maakt die tocht
keer op keer en dan ziet men het
moois niet meer. Ach neen, dan
blikt men enkel argwanend in
het spiegeltje of de juffrouw
links-achter pal over de grens
geen gouden tientjes gaat
strooien dan wel of de meneer
op de derde bank rechts niet al
voortsnellend clandestiene pa-
tattekens jat van één der ontel
bare Belgische kraampjes met
dat geliefde volksvoedsel. Maar
wij, overige en niet geroutineer
de, passagiers kijken onze ogen
uit, omdat we zo maar als een
brokje Nederland dwars door
België toeren en allemaal roman
tiek langs onze wegen vinden.
Allemaal romantiek. Neem nu
alleen de vele, zéér vele nieuwe
Belgische woningen. Ai, hoe ro
mantisch zijn deze uitgevallen.
Slechts hier en daar ziet men nog
die vóór-oorlogse producten van
de moderne zakelijkheid, die te
voorschijn zijn gekomen uit het
gedwongen huwelijk van een
benzinestation en een schuilkel
der. De rest is van gans ander
formaat. Veel landhuizen van
typisch Engelse allure; ook wel
lichtelijk Chinese pagodes of
speelse variaties op het thema
Arabische moskee. In één woord:
over-talrijke vluchtpogingen uit
een barre, naakte wereld in een
gedroomd bestaan.
Zelfs de Antwerpse tram doet
er aan mee. Ze heeft van die
smalspoorrailsjes en ze trekt
een gezicht als een bedroefde
grenadier van Napoleon met een
snorrebaard. Werkelijk, zo'n wat
miskend gezicht zetten die
trams: u moet er maar eens
goed op letten, wanneer u hen
tegenkomt! En ook de Schelde-
tunnel wil bij zoveel romantiek
niet achterblijven en ofschoon ie
smalletjes uitgevallen is en na
tuurlijk niet halen kan bij onze
Rotterdamse Maastunnel, doet
hij toch het verre verleden her
leven door een heuselijke tolpost
aan zijn Westelijke uitgang.
Wanneer men die ontwaart, zou
men er over willen denken om
stiekum om te draaien en lekker
niet te betalen, omdat ons Hol
landse hart reeds lang alle tollen
heeft verbannen. Maar men kan
niet omkeren. Men zit in de file
en men wordt voor het roofrid-
derslot gesleept en men telt zijn
frankskes neer. Als dat geen ro
mantiek is, dan weet ik het niet
meer!
En toch: dit alles zinkt in het
niet, zodra men weer op Neder
landse bodem terugkwam, de ge
militariseerde bus-bij-zitter ver
wijderde als een thans overbodig
geworden raffinement, en Hulst
Rotterdamse dominé-schrijver
ontwaart. Want van ver reeds
zwaaien hoge bomen op hoge
wallen ons hun welkom toe en
van ver reeds ontwaren we de
trotse poorten, waartegen een
maal hoe lang, hoe kort ge
leden? Gent met bebloede
koppen moest afdeinzen.
Hulst. Men stapt uit. Men
loopt neen, men loopt niet,
men treedt op de stadspoort toe.
En daar, op een uitgespaard
reepje grond, daar staat niemand
minder dan de Vos Reinaerde
ons op te wachten. Hij heeft het
weliswaar te druk om op ons,
twintigste-eeuwers, te letten; hij
is in een tè riskant spel van
schuldbelijdenis en schoonprate-
rijen gewikkeld; hij moet zorgen
dat hij Koning Nobel en héél de
dierenraad het nodige wijsmaakt;
hij laat ons enkel rug en staart
zien maar hij is er dan toch
maar, net zoals hij hier eeuwen
en eeuwen geleden rondzwierf
en zijn beschrijver vond. Hij is
er, fier in brons, met al de an
dere beesten in steen, toekijkend
met critische blikken. Nou ja,
die kikvorsen zitten er niet bij.
Die zitten in de wallegrachten
en zingen hun Zeeuwse nachte-
galenhymnen.
En, éér ik het vergeet: u bent
in Hulst strafbaar wanneer u
meer of tien kikvorsen of onder
delen van kikvorsen vervoert.
Negen dat mag nog. Maar
tien dan gaat u de bak in. De
bak of de gracht, dat weet ik
niet, maar aan het Stadhuis
hangt een oekase en daar staat
op, dat u in overtreding zijt als
u tien of meer kikkerpoten in
uw zak zoudt hebben. Het speet
ons: we hadden er zo graag een
dozijntje verse meegenomen.
Maar we waren gehoorzaam en
we vonden negen niet de moeite
waard. Dus zijn we kikvorsloos
teruggekeerd.
Hulst. Een kleine straat met
wat zijstraten. Vraag me niet
hoe ze heten, want alleen de
hoofdstraten hebben een duide
lijk naambord, de zijstraten niet
en bovendien worden ze toch an
ders genoemd dan ze werkelijk
te boek staan. Het geeft ook
niet: ik ben overtuigd dat we
binnen veertien dagen iedereen
in Hulst zouden weten te wonen.
Het laat ons daarna koud of ze
huizen aan de Bierkaai of op de
Vismarkt en ik zou het toch nie
mand willen aandoen om te zeg
gen dat hij in de Hellestraat
woont.
Maar langs deze korte hoofd
straat dan bereikt men de Grote
Markt met rechts het Stadhuis
en dat is véél meer een Stad
huis dan bijvoorbeeld het Haag
se, want Hulst was al stad, toen
Amsterdam en alle andere grote
steden nog vlekken en gehuch
ten en drie boerderijen-op-een
hoopje waren! en met links
de Basiliek, die in 1876 zijn spit
se toren verloor, en in 1944 zijn
stompe dito en die nu wat naar
geestig in een permanent ver
band zit af te wachten totdat
Den Haag gunstig beschikt op
veelvuldige restauratieverzoeken.
O ja, en vlak voor dat men die
cathedraal ziet, heeft men links
nog een café, dat de Roode Eeuw
heet. Niet dat we gewoon zijn
aandacht aan café-namen te
geven, maar dat trof ons diep.
Wij hadden gemeend, dat men zo
diep in het Zuiden, bij zoveel ro
mantiek, de geest van Marx wel
niet toelaten zou en daarom
schokte ons deze naam zéér.
Maar het was een overbodige
schok, want bij nader inzien was
de Roode Eeuw een Roode
Leeuw, waarvan de eerste letter
wellicht door de Vos Reinaer
de?! was weggekrabbeld. En
dus konden we ons toen vol
maakt verlustigen aan dat
marktplein met dat witte Stad
huis en dat wat donkerder kerk
gebouw en met zovele oude
gevels overal rondom, fronsend
neerziende op de ontheiliging
van deze gewijde keitjes door
patatkraam en ijskarretje, maar
waar ter wereld vindt men zulke
smetten niet?
Een wit Stadhuis aan een oer
oud marktplein. Zo mooi, zo fijn,
zo verzorgd tot in de diepste kel
ders, waar de oude dik-gezegelde
perkamenten liggen, die bevesti
gen dat reeds in de 12e eeuw
keizers en koningen, prelaten en
vorsten Hulst als stad erkenden
en eerden. Met een klein mu
seum, maar zo liefderijk opge
bouwd met zoveel poppen, die de
oude klederdrachten dragen en
daar zulke blije gezichten om
trekken, dat je er uren zoudt
willen blijven, net zo lang totdat
die poppen zouden gaan praten.
Met een trouwzaal, waar nooit
meer dan twee bruidsparen ge
lijktijdig in de echt verbonden
worden en een burgerzaal, waar
prinsen kunnen recipiëren. En
met overal de schilderijen van
een glorierijk verledenKijk,
dat is nu eens echt een stadhuis
Hulst. Wat verderop onze
Hervormde kerk, nieuw, maar
met een preekstoel en de Heren-
bank en de wapenschilden van
het verleden. En weer verderop
andere poorten. Rondom dit
alles de wallen. De hoge wallen
met de hoge bomen. Buiten kijf:
dit is Het Stadje tussen de Wal
len, waarvan we zo lang habben
gedroomd!