Het geruchtmakend vertrek van dr John Gunstige cijfers, ongunstig accoord Eh renburg in Chili Bonn zit met de handen in het haar Onrust in Noord-Afrika Hulst: zuiverste en ongeschonden romantiek TWEEDE BLAD Zaterdag 7 Augustus 1954 9e Jaargang Na. 3220 Nieuwe Amerikaanse vliegtuigen Stijgend vreemdelingenbezoek - Moeilijke onderhandelingen - Geen stoomtreinen meer Nota van India aan Portugal West-Duitse agent gearresteerd Bevan en het bestuur van de Labourpartij Het Stadje tussen de Wallen, waarvan we zo lang hebben gedroomd I ■ff 1 E VRIJE ZEE Dr. Otto John, chef van het Westduitse bureau ter bescher ming van de grondwet, beter ge zegd de Westduitse inlichtingen dienst, is naar Oost-Duitsland vertrokken. Het vertrek van dr. John heeft gewerkt als een donderslag bij heldere hemel. Politieke en ande re leiders en waarlijk niet alléén in en van West-Duitsland, zien de toestand ernstig in en de gevol gen zijn bij lange na niet te over zien. Be Westelijke inlichtingen diensten hebben door dit opzette lijk uitvallen van dr. John een gevoelig verlies te incasseren ge kregen. Reeds zijn vele West duitse agenten in het Oosten ge arresteerd. Voorts is de moge lijkheid nog steeds denkbaar, dat door dit alles mutaties in de Westduitse regering te verwach ten zijn, vooral de minister van Binnenlandse Zaken, Schroder, de chef van John was die heeft het zwaar den. te verantwoor- De Westduitse contra-spionna- gechef was op 20 Juli j.l. te Ber lijn nog present op een bijeen komst ter herdenking van de aanslag op Hitier op de 20ste Juli 1944 en op diezelfde dag vertrok John, in gezelschap van 'n West duitse geneesheer dr. Wohlge muth per taxi naar Oost-Berlijn. Pas de Donderdag d.a.v. maakten de Westduitse autoriteiten be kend, dat dr. John naar Oost- Duitsland zou zijn gelokt. Uit het door de Westduitse po litie ingestelde onderzoek kwam echter vast te staan, dat dr. John vrijwillig naar het Oosten was gegaan en dat van enige dwang door of vanwege de tegenpartij uitgeoefend, géén sprake was. Ook dr. Wohlgemuth is niet meer naar het Westen teruggekeerd. MET GEGEVENS Het is ongetwijfeld een feit, dat door John een schat van gege vens is meegenomen naar de an dere kant van het ijzeren gordijn en met dit feit dient men ter dege rekening te houden. Door zijn functie als hoofd van de Westduitse inlichtingendienst be schikte John over talloze bijzon derheden het openbare, zaken- en particuliere leven rakende, de in terne aangelegenheden op de ver schillende Westduitse ministeries, het bedrijfsleven, handel en in dustrie, doch ook is hij zeer goed geïnformeerd over zeer veel West duitse en geallieerde persoonlijk heden. Ook had John de controle over en op alle Duitsers, die werkzaam zijn en/of waren in en/of voor enige (geallieerde) Westelijke mogendheid in West- Duitsland. De motieven, welke geleid heb ben tot het vertrek van John, zijn nog niet helemaal duidelijk. Zo was hij als oud-verzetsman ver stoord over de nazi-invloeden die in het na-oorlogse Duitsland de kop weer hebben opgestoken. Ook wilde hij werken voor een Duitse éénheid. Dit alles kon hij niet bereiken door in West- Duitsland te blijven, hij moest hiervoor special zijn toevlucht in Oost-Duitsland zoeken, in een land dus, dat onder communis tisch gezag staat. PANIEK VERGROOT. Dr. Otto John heeft middels de Oostduitse radio het woord ge richt tot de Duitsers in Oost en West, voornoemde motieven uit ééngezet en hij heeft hiermede ondermeer bereikt, dat de paniek in West-Duitsland nog groter werd. De regering te Bonn heeft een nieuwe chef inlichtingen dienst aangesteld en deze is wel begonnen met een grote zuivering in de rijen van zijn agenten, doch het kwaad is reeds geschied en bij onderzoek bleek, dat ook het persoonlijk dossier over de per soon van dr. John verdwenen was. Oncontroleerbare geruchten doen thans de ronde, dat de vluchteling een hoge functie in Moskou en/of in Oost-Duitsland zal gaan vervullen. Vast staat in ieder geval wel, dat John ook in de tweede wereldoorlog persoon lijk contact onderhield met ver schillende agenten van de Russi sche geheime dienst en in ver scheidene gevallen met hen heeft samengewerkt, o.a. met de Russi sche chef-spion dr. Sorge in To kio, Radünsk e.a. De zaak John is nu nog inge wikkelder geworden door de zelf moord van de Amerikaanse leger- kapitein Hoeffer, die in West- Berlijn gedetacheerd was bij de Amerikaanse geheime dienst. De motieven, die tot deze zelfmoord hebben geleid, zijn tot nu toe on bekend. Volgens John zou Hoef fer tot taak hebben gehad hem te schadirwen, doch deze verkla ring is niet juist. John woonde en werkte in Keulen, Hoeffer in Berlijn. ONDER ENGELSE DRUK... Dr. Otto John werd in het jaar 1950 door de Westduitse regering benoemd tot hoofd van de gehei me inlichtingen- en afweerdienst van zijn land. Gebleken zou zijn, dat vooral van Engelse zijde op de Westduitse regering druk is uitgeoefend om John in deze functie te benoemen, daar hij een vertrouwensman was van zekere Engelse politici. John, die thans 44 jaar oud is, werd in 1909 in Wiesbaden gebo ren, waar zijn vader als ambte naar werkzaam was; hij studeer de in Marburg internationaal recht. In Juni 1934 trad hij in dienst van de Duitse luchtvaart maatschappij de Lufthansa en werd uiteindelijk tewerk gesteld aan het hoofdkantoor van die maatschappij te Berlijn. Daar kwam John in contact met de latere generaal toen nog kolo nel Oster en door deze met admiraal Canaris, de chef van de militaire geheime dienst van het Duitse leger. Oster en Canaris waren felle tegenstanders van het nazi-re gime en beiden werden na de aanslag op Hitler in Juli 1944 doodgeschoten. John wist zich door middel van de vlucht aan een arrestatie te onttrekken en via Lissabon arriveerde hij in November 1944 in Londen. John heeft in Londen zowel openbare alsook functies in het bedrijfs leven vervuld. In 1949 kwam hij naar Bonn en in November 1950 werd hij benoemd tot chef van de Westduitse inlichtingendienst, welke te Keulen haar zetel heeft. Dat de Westduitse autoriteiten onmachtig zijn het raadsel op te lossen, bewijst het feit dat zij de Zweedse particuliere detective Harry Södermann te hulp hebben geroepen om de zaak-John uit de doeken te doen. De Amerikaanse marine heeft bekend gemaakt, dat een nieuw Amerikaans jachtvliegtuig bij dezer dagen gehouden proef vluchten in verticale stand is op gestegen tot een hoogte van 50 meter en daarna weer op zijn staart is geland. Het vliegtuig is een ConvairXfyl met delta- Vleugels. Een andere jager, een Lock- head Xfyl, steeg horizontaal op en „hing" vervolgens in bijna verticale stand enkele seconden in de lucht. Dit laatste gebeur de enkele malen. De twee nieuwe vliegtuigen zijn wat ontwerp betreft hetzelf de. Zij kunnen theoretisch verti caal alsook op de gebruikelijke wijze opstijgen en landen. Het vreemdelingenbezoek aan door het opheffen van het ons land beweegt zich steeds in opgaande lijn. Het slechte weer van de 'laatste maand heeft wel een inzinking veroorzaakt, maar ondanks dit kan toch met vreug de worden vastgesteld, dat ons land als toeristisch centrum nog meer belangstelling heeft getrok ken dan vorig jaar. De reden hiervan ligt voor een groot deel in de toename van het vreem delingenbezoek uit Duitsland Vijf met geweren bewapende personen hebben in de nacht van Donderdag op Vrijdag de sjeik van Redejef (Tunesië), Brahim, ontvoerd en vermoord. Te Casablanca (Marokko) is Donderdagavond 'n Marokkaan se winkelier door een revolver aanslag in zijn winkel ernstig gewond. De dader wist te ontko men. Later in de nacht, werd een bomaanslag gepleegd op de win kel van een andere koopman. De schade is niet omvangrijk. Vrijdag werd te Casablanca een bom onder een autobus geworpen waardoor de bestuurder en drie Marokkaanse passagiers werden gewond. De politie te Fez (Marokko) heeft Vrijdag voorzorgsmaatrege len genomen om een eventuele aanslag op de sultan van Marok ko, Sidi Mohammed Ben Moe- lai Arafa, te verijdelen, tijdens de goddienstoefening in de moskee. In een jaar tijds zijn minstens drie pogingen tot aanslag op de sultan gepleegd. Opnieuw zijn Vrijdag 600 sol daten uit Marseille naar Tunesië vertrokken. De sterkte van de Franse Unie-strijdkrachten in Tunesië bedraagt na aankomst van het nieuwe contingent naar schatting 50.000 man. Te Boedjab in het gebied van Tadla (Marokko) is Donderdag avond een Kaid, een Marokkaan se overheidsfunctionaris, bij een revolveraanslag gewond. De da der is voortvluchtig. De Chileense politie heeft het diplomatieke paspoort van de Russische schrijver Ilja Ehren- burg genegeerd en diens bagage onderzocht, toen hij Donderdag avond op het vliegveld van San tiago aankwam, „omdat inlich tingen waren ontvangen, dat de veiligheid van het land op het spel stond", aldus heeft de Chi leense minister van Buitenlandse Zaken bekend gemaakt. Ehrenburg was met zijn echt genote naar Santiago gekomen om aan de dichter Pablo Neruda op diens 50e verjaardag de Sta- lin-vredesprijs uit te reiken. Na een woordenwisseling op het vliegveld opende de politie zijn bagage en zocht naar documen ten. Ehrenburg verklaarde, dat hij het land onmiddellijk zou ver laten, zijn echtgenote viel flauw. Later begaf het echtpaar Ehren burg zich toch naar de woning van de dichter Neruda. De minister van Binnenlandse Zaken, Parra, verklaarde Vrijdag dat alle in beslag genomen docu menten aan Ehrenburg terugge geven zullen worden, als zij ver taald zijn. Hij bevestigde, dat de Russische schrijver in het bezit was van een geldig visum en een paspoort. De heer Ehrenburg zou „zich zeker niet gekrenkt" voe len door het optreden van de po litie, zo voegde de minister hier aan toe. De regering van India heeft Donderdag bij de Portugese lega tie te Nieuw-Delhi een nota inge diend, waarin wordt geprotes teerd tegen de „heftige anti-In dische betogingen" van de vori ge week in de hoofdstad van Por tugees Oost-Afrika, Lourenco Marques. India stelt de Portugese rege ring verantwoordelijk voor ver lies aan mensenlevens en schade toegebracht aan bezittingen van Indiërs. Volgens de nota waren de be togingen gevolgd op een massa vergadering waarop de gouver neur-generaal van Portugees-O.- Afrika, kapitein Gabrial Taidie- ra, het woord had genomen om te protesteren tegen het ageren in Goa voor aansluiting bij India. Volgens het Oostduitse pers bureau A.D.N. heeft Berhard Prather (alias Falkenstein) bij de Oostduitse autoriteiten om asyl gevraagd. Prather zou een agent geweest zijn van de organisatie- Gehlen. Volgens A.D.N. had Prat her gezegd gewetensbezwaren te hebben gehad, daar de organisa- tie-Gehlen voortkwam uit vroe gere fascistische kringen en krin gen van gewezen hoge Duitse of ficieren. Hij zou er aan medewer ken om te voorkomen „dat de organisatie-Gehlen nieuwe mis daden zal begaan". visum. Ook het Franse bezoek aan ons land is toegenomen, zij het niet zo sterk als het Duitse. Een belemmering vormt nog steeds het paspoort en de verplichting om honden tegen dolheid te la ten inspuiten. Hoewel Neder landers voor het buitenland, be halve België en Luxemburg, evenzeer een paspoort nodig hebben, kan het Franse vreem delingenbezoek nog toenemen, als de Nederlandse paspoorteisen voor dit land zullen vervallen, terwijl nog dezelfde dag dan ook de Franse eisen wegvallen. Een voorstel, dat naar onze mening het bestuderen wel waard is. NOG STEEDS INFOR MEEL. De onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië dragen nog steeds een informeel karak ter. De Indonesische regering heeft het concept van het ont werp, dat door vertrouwelijke be sprekingen tot stand was geko men en waarop een eventueel accoord zou moeten worden be reikt, verworpen en aan haar vertegenwoordiger de opdracht gegeven een compromis op gun stiger basis te sluiten. De berichten hierover zijn enigszins verwarrend. Enerzijds blijkt uit de Indonesische ver klaringen een vrees dat een gun stig accoord niet mogelijk zou zijn, terwijl men anderzijds, naar de laatste berichten, onbedekte bedreigingen uit, als zou men nog voor de hervatting van het unie-overleg de strijd om West- Irian beginnen. Men vertrouwt, dat president Soekarno in zijn jaarlijkse onafhankelijkheidsrede op 17 Augustus a.s. kan mede delen, dat de Unie is opgeheven; mocht dit niet het geval zijn, dan zal, ongeacht het overleg, de strijd! om West-Irian op 18 Aug. beginnen. Dat Nederland de zaken echter rustig opneemt, mag blijken uit het feit, dat op het verzoek van de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Soenarjo, om de unie-besprekingen te her vatten, slechts werd geantwoord dat men contact zou opnemen met minister Luns, die met va- cantie in het buitenland ver blijft. aflevering van het nieuwe diesel materiaal gunstig blijft verlopen, de stoomtreinen eind 1954 nage noeg geheel uit de normale rei- zigersdienst verdwenen zullen zijn. Het ligt in de bedoeling Van de spoorwegen om de stoomtrac- tie, ook uit het goederenvervoer, geheel te doen verdwijnen, maar dit is op de eerste plaats afhan kelijk van de productie-capaciteit van de leveranciers en de snelle aflevering. Terwijl de vroegere jaarver slagen steeds spraken over het herstel van de schade en vernie tiging van het materieel tijdens de bezetting, is deze periode nu afgesloten en wordt aangevangen met een nieuw tijdperk, namelijk dat van modernisering en ratio nalisatie van het productie-appa raat. GROEI VAN HET VERVOER. In het boekjaar 1953 werd een nieuw record bereikt; de ont vangsten stegen tot 373.9 mil- lioen gulden (een toename van 20 millioen) hetgeen hoofdzake lijk te danken is aan het toege nomen reizigersverkeer, waar toe het binnenlands verkeer de grootste bijdrage leverde. De groei van de vervoersomvang deed echter ook de exploitatie kosten toenemen, zodat de zui vere winst in vergelijking met vorig jaar nog iets is terugge lopen. Dit neemt niet weg, dat de ge boekte bedrijfsresultaten over 't algemeen zeer gunstig kunnen worden genoemd, speciaal nu men een bijdrage van 4 millioen gulden heeft kunnen reserveren voor de plannen van de minister van Verkeer en Waterstaat om vrije kruisingen van de spoor weg met andere rijkswegen tot stand te brengen. De leider van de linkervleugel van de Britse Labourpartij, Be- van, heeft officieel zijn candida- tuur voor één van de zetels in het partijbestuur die gereser veerd zijn voor afgevaardigden van plaatselijke afdelingen van de partij ingetrokken. Bevan zal hierdoor, indien hij bij de verkie zing van de penningmeester van de partij wordt verslagen door oud-minister Gaitskell, van 1 September a.s. af geen zitting Inderdaad een verwarde meer hebben in het partijbestuur, situatie, al kan men er van ver- Men verwacht, dat Gaitskell voor zekerd zijn, dat de Nederlandse de functie zal worden aangewe- regering wel degelijk op haar zen. hoede is. Een candidaat kan niet gelij kertijd dingen naar de functie I van penningmeester en een zetel voor de afgevaardigden van loca- le groepen. Het was zo goed als In het jaarverslag van de Ne- zeker, dat Bevan als afgevaardig- derlandse Spoorwegen over 1953 de van een plaatselijke groep een wordt meegedeeld, dat, indien de I zetel zou hebben verworpen. STOOMTREINEN VERDWIJNEN. „En we voelden ons beschaamd omdat we meer dan vijftig jaar oud geworden zijn zonder ooit derwaarts te reizen." Dit schreef de Ned. Herv. predikant Ds G. van Veldhuizen uit Rotterdam in een artikel over Hulst in de Rotterdamse Kerkbode van 3 Juli 1954, dat we hierbij in extenso overnemen. Het streelt ons chauvinistisch hart, dat deze Rotterdamse auteur, van wiens hand laatstelijk verscheen het boek: „Op de Straathoek" (uitgave Voorhoeve te Den Haag), bij het zoeken naar het stadje van zijn keuze, uiteindelijk in Zeeuws-Vlaanderen zijn droom in vervulling zag gaan. VVe hadden hem desnoods ook nog kunnen verwijzen naar een andere, in het. grijze verleden door Prins Maurits opgeworpen, sterkte gelegen in het Westen van ons territorium: Retranchement. Al biedt dit weliswaar een geheel ander aspect dan Hulst. Over ontdekkingen in Zeeuws-Vlaanderen gesproken! Herinnert U zich nog lezers, dat de groot-industrie gevestigd in de kanaal- zóne (kanaal TerneuzenGent), voor onze minister van Economi sche Zaken bij zijn daaraan nog niet zo heel lang geleden gebracht bezoek, een openbaring was?! Daarom: elke hand ter kennismaking van boven de Schelde toe gestoken zal de Zeeuws-Vlaming naar waarde weten te schatten. Ook de „literaire hand" van Ds. Van Veldhuizen, die met zoveel flair enkele facetten wist te belichten uit de samenleving van het veelal veronachtzaamde stukje Nederland beneden de Wester- Mbtlde, WIJ zochten: Het Stadje tus sen de Wallen nietwaar? Geenszins zo maar een stadje, waar ze ondermeer ook nog resten van muren of frag menten van 'n oude poort bewa ren, maar dat ideaal-stadje, dat ten voorbeeld gesteld zou mogen worden aan alle stedekes, her en der in onze Nederlandse gewes ten. Dat plaatsje waar het ver leden spreekt bij elke voetstap, uit iedere naam, uit alle gevels. Waar de tijd heeft stilgestaan en men zich zo opeens voelt over geplaatst in eeuwen, lang ge leden. Van zulk een vesting droom den we, doch het scheen een nut teloze droom. Tot op dat moment dat we Hulst binnenreden, ginds ver weg, omtrent een uurtje lo- pens van de Belgische grens, diep in Zeeuws-Vlaanderen. En zó toen we dit Hulst zagen op rijzen, zeiden we tegen elkander: „Dóór is het-! Daar is het Stadje onzer verlangens!" En we voel den ons beschaamd, omdat w^ meer dan vijftig jaar oud gewor den zijn zonder ooit derwaarts te reizen. Omdat we ons eigen land niet kenden en het zo hele maal toevallig moesten ervaren, dat we er te min van hadden ge dacht. Want Hulst dat is de zuiverste en ongeschonden ro mantiek! De weg er heen is dat trou wens reeds. We gingen over Ant werpen met die beroemde bus, die van het Bredase station ver trekt, om pas weer in dat Hulst te stoppen. Toen ik die bus de vorige maal beschreef als een verzegeld sardineblikje op wiele tjes, heb ik 'm beslist onrecht gedaan. Het is namelijk een hyper-super-de-luxe voertuig, dat met een mateloze vaart alle Bel gische auto's voorbijstreeft en in recordtijden de kilometers ver slindt. Zo'n bus mogen ze me cadeau geven om er driehonderd wijktochten per jaar mee te hou den! Zo'n bus staat voor niets en de passagiers genieten mate loos. Behalve dan die ene ver plichte passagier in de vorm van een marechaussée, die meegaat om vast te stellen dat niemand op vreemden bodem uit- of in stapt en zodoende onze deviezen- positie in gevaar brengt. Met hem hadden we oprecht en innig medelijden. Hij maakt die tocht keer op keer en dan ziet men het moois niet meer. Ach neen, dan blikt men enkel argwanend in het spiegeltje of de juffrouw links-achter pal over de grens geen gouden tientjes gaat strooien dan wel of de meneer op de derde bank rechts niet al voortsnellend clandestiene pa- tattekens jat van één der ontel bare Belgische kraampjes met dat geliefde volksvoedsel. Maar wij, overige en niet geroutineer de, passagiers kijken onze ogen uit, omdat we zo maar als een brokje Nederland dwars door België toeren en allemaal roman tiek langs onze wegen vinden. Allemaal romantiek. Neem nu alleen de vele, zéér vele nieuwe Belgische woningen. Ai, hoe ro mantisch zijn deze uitgevallen. Slechts hier en daar ziet men nog die vóór-oorlogse producten van de moderne zakelijkheid, die te voorschijn zijn gekomen uit het gedwongen huwelijk van een benzinestation en een schuilkel der. De rest is van gans ander formaat. Veel landhuizen van typisch Engelse allure; ook wel lichtelijk Chinese pagodes of speelse variaties op het thema Arabische moskee. In één woord: over-talrijke vluchtpogingen uit een barre, naakte wereld in een gedroomd bestaan. Zelfs de Antwerpse tram doet er aan mee. Ze heeft van die smalspoorrailsjes en ze trekt een gezicht als een bedroefde grenadier van Napoleon met een snorrebaard. Werkelijk, zo'n wat miskend gezicht zetten die trams: u moet er maar eens goed op letten, wanneer u hen tegenkomt! En ook de Schelde- tunnel wil bij zoveel romantiek niet achterblijven en ofschoon ie smalletjes uitgevallen is en na tuurlijk niet halen kan bij onze Rotterdamse Maastunnel, doet hij toch het verre verleden her leven door een heuselijke tolpost aan zijn Westelijke uitgang. Wanneer men die ontwaart, zou men er over willen denken om stiekum om te draaien en lekker niet te betalen, omdat ons Hol landse hart reeds lang alle tollen heeft verbannen. Maar men kan niet omkeren. Men zit in de file en men wordt voor het roofrid- derslot gesleept en men telt zijn frankskes neer. Als dat geen ro mantiek is, dan weet ik het niet meer! En toch: dit alles zinkt in het niet, zodra men weer op Neder landse bodem terugkwam, de ge militariseerde bus-bij-zitter ver wijderde als een thans overbodig geworden raffinement, en Hulst Rotterdamse dominé-schrijver ontwaart. Want van ver reeds zwaaien hoge bomen op hoge wallen ons hun welkom toe en van ver reeds ontwaren we de trotse poorten, waartegen een maal hoe lang, hoe kort ge leden? Gent met bebloede koppen moest afdeinzen. Hulst. Men stapt uit. Men loopt neen, men loopt niet, men treedt op de stadspoort toe. En daar, op een uitgespaard reepje grond, daar staat niemand minder dan de Vos Reinaerde ons op te wachten. Hij heeft het weliswaar te druk om op ons, twintigste-eeuwers, te letten; hij is in een tè riskant spel van schuldbelijdenis en schoonprate- rijen gewikkeld; hij moet zorgen dat hij Koning Nobel en héél de dierenraad het nodige wijsmaakt; hij laat ons enkel rug en staart zien maar hij is er dan toch maar, net zoals hij hier eeuwen en eeuwen geleden rondzwierf en zijn beschrijver vond. Hij is er, fier in brons, met al de an dere beesten in steen, toekijkend met critische blikken. Nou ja, die kikvorsen zitten er niet bij. Die zitten in de wallegrachten en zingen hun Zeeuwse nachte- galenhymnen. En, éér ik het vergeet: u bent in Hulst strafbaar wanneer u meer of tien kikvorsen of onder delen van kikvorsen vervoert. Negen dat mag nog. Maar tien dan gaat u de bak in. De bak of de gracht, dat weet ik niet, maar aan het Stadhuis hangt een oekase en daar staat op, dat u in overtreding zijt als u tien of meer kikkerpoten in uw zak zoudt hebben. Het speet ons: we hadden er zo graag een dozijntje verse meegenomen. Maar we waren gehoorzaam en we vonden negen niet de moeite waard. Dus zijn we kikvorsloos teruggekeerd. Hulst. Een kleine straat met wat zijstraten. Vraag me niet hoe ze heten, want alleen de hoofdstraten hebben een duide lijk naambord, de zijstraten niet en bovendien worden ze toch an ders genoemd dan ze werkelijk te boek staan. Het geeft ook niet: ik ben overtuigd dat we binnen veertien dagen iedereen in Hulst zouden weten te wonen. Het laat ons daarna koud of ze huizen aan de Bierkaai of op de Vismarkt en ik zou het toch nie mand willen aandoen om te zeg gen dat hij in de Hellestraat woont. Maar langs deze korte hoofd straat dan bereikt men de Grote Markt met rechts het Stadhuis en dat is véél meer een Stad huis dan bijvoorbeeld het Haag se, want Hulst was al stad, toen Amsterdam en alle andere grote steden nog vlekken en gehuch ten en drie boerderijen-op-een hoopje waren! en met links de Basiliek, die in 1876 zijn spit se toren verloor, en in 1944 zijn stompe dito en die nu wat naar geestig in een permanent ver band zit af te wachten totdat Den Haag gunstig beschikt op veelvuldige restauratieverzoeken. O ja, en vlak voor dat men die cathedraal ziet, heeft men links nog een café, dat de Roode Eeuw heet. Niet dat we gewoon zijn aandacht aan café-namen te geven, maar dat trof ons diep. Wij hadden gemeend, dat men zo diep in het Zuiden, bij zoveel ro mantiek, de geest van Marx wel niet toelaten zou en daarom schokte ons deze naam zéér. Maar het was een overbodige schok, want bij nader inzien was de Roode Eeuw een Roode Leeuw, waarvan de eerste letter wellicht door de Vos Reinaer de?! was weggekrabbeld. En dus konden we ons toen vol maakt verlustigen aan dat marktplein met dat witte Stad huis en dat wat donkerder kerk gebouw en met zovele oude gevels overal rondom, fronsend neerziende op de ontheiliging van deze gewijde keitjes door patatkraam en ijskarretje, maar waar ter wereld vindt men zulke smetten niet? Een wit Stadhuis aan een oer oud marktplein. Zo mooi, zo fijn, zo verzorgd tot in de diepste kel ders, waar de oude dik-gezegelde perkamenten liggen, die bevesti gen dat reeds in de 12e eeuw keizers en koningen, prelaten en vorsten Hulst als stad erkenden en eerden. Met een klein mu seum, maar zo liefderijk opge bouwd met zoveel poppen, die de oude klederdrachten dragen en daar zulke blije gezichten om trekken, dat je er uren zoudt willen blijven, net zo lang totdat die poppen zouden gaan praten. Met een trouwzaal, waar nooit meer dan twee bruidsparen ge lijktijdig in de echt verbonden worden en een burgerzaal, waar prinsen kunnen recipiëren. En met overal de schilderijen van een glorierijk verledenKijk, dat is nu eens echt een stadhuis Hulst. Wat verderop onze Hervormde kerk, nieuw, maar met een preekstoel en de Heren- bank en de wapenschilden van het verleden. En weer verderop andere poorten. Rondom dit alles de wallen. De hoge wallen met de hoge bomen. Buiten kijf: dit is Het Stadje tussen de Wal len, waarvan we zo lang habben gedroomd!

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1954 | | pagina 5