Het proees tegen de Berkelsearts Binnenlands nieuws £>e ooitteciïaaf Nijverheidsdag te Terneuzen voor Zeeland ondervond grote belangstelling SOEPEN DE KUNST VAN HET VER KOPEN. - jjfe- een naam met wereldvermaardheid een waarborg voor sublieme kwaliteit en zuiverheid. th- VERONGELUKT. De nijverheidsdag' voor Zeeland, welke in hotel „Botterdam" werd gehouden, is in alle opzichten uitmuntend geslaagd. Niet alleen, dat de opkomst overweldigend groot was, maar ook de in leidingen, die gehouden werden, mochten zich zeer in de belang stelling van de aanwezigen verheugen, terwijl daarnaast uit de Üscustslies bleek, hoeseer deze dag op prijs gesteld werd. Alles bij elkaar genomen, heeft men er zeer veel kunnen leren en diege nen, die zich de moeite getroost hebben om naar Terneuzen te komen, zijn zeer zeker niet in hun verwachtingen teleurgesteld. DE OPENING. Toen voorzitter Ir. J. P. Berde nis van Berlekom uit Middelburg namens de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel, zijn openingswoord uitsprak, waren meer dan 200 aanwezigen in de zaal, waaronder de leden van Ge deputeerde Staten de heren A. L. S. Lockefeer, C. Philipse en C. Hamelink, de burgemeester van Terneuzen Mr. P. H. W. F. Telle- gen en wethouder J. den Hamer, de burgemeester van Axel P. L. D. J. van Oeveren, de burgemees ter van Hontenisse C. J. van Hootegem, vele vertegenwoordi gers uit handel, industrie en landbouw, de leden van de Ka mers van Koophandel uit Ter neuzen en Middelburg en talrijke ondernemers, zowel van de grote, middelgrote als van de kleine be drijven. Ir. Berdenis sprak een harte lijk woord van welkom en memo reerde de belangstelling en de medewerking van het provinciaal bestuur. Dat juist Terneuzen als plaats van bijeenkomst was ge kozen, vond zijn oorzaak in het feit, dat deze gemeente gunstig gelegen is en een in- en uitgangs poort van een belangrijk indus- steun voor en in de moeilijkhe den, die zich kunnen voordoen. De ergste vorming van verspil ling noemde hij het gebrek aan samenwerking tussen mensen, die van elkanders kennis kunnen profiteren, waarbij hij de hoop uitsprak, dat in de toekomst in Zeeland een grondige verande ring zou mogen optreden. DE BETEKENIS VAN DE COMBIN ATIE V OBMIN G. De heer J. H. Bührs, voorzitter van de Zacoma, een Zaanse com binatie van machinefabrikanten, hield vervolgens een causerie over de betekenis van combina tievorming voor middelgrote en kleine bedrijven. Hij bekeek deze vorming uit juridisch en economisch oogpunt, terwijl hij tegelijkertijd betoogde, dat op geografisch terrein, zowel regionaal, nationaal als interna tionaal mogelijkheden liggen. In zijn organisatie deed zich het feit voor, dat vele machines aan onderbezetting leden en na een gesprek met verschillende directies kwam men tot de bevin ding, dat door samenwerking meer bereikt zou kunnen worden. Men kwam bij elkaar, besprak de triegebied is. Geheel Zeeland gaf moeilijkheden en uiteindelijk kon acte de présence en het verheug de hem zeer, dat men ondanks dikwijls moeilijke communicatie middelen kans gezien had om tij dig aanwezig te zijn. Grote be langstelling bestaat voor het be grip „productiviteit" welk begrip onafscheidelijk verbonden is met het begrip „samenwerking", waarover in de loop van de dag nog dikwijls het woord gevoerd zal worden. Vervolgens gaf hij het woord aan de heer A. L. S. Lockefeer, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland en voorzitter van het E.T.I., die, daar de Com missaris der Koningin, Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot, door ambtsbezigheden verhinderd was aanwezig te zijn, namens het provinciaal bestuur de aanwezi gen toesprak. De heer Lockefeer vestigde de aandacht op het feit, dat deze dag voor de nijverheid van ge heel Zeeland van grote betekenis was, temeer omdat hoe langer hoe meer aandacht besteed dient te worden aan de industriële ont wikkeling van deze provincie. Momenteel zijn er in dit gebied meer dan 270 industrieën, waar van de helft 10 tot 25 personen in dienst heeft. Er zijn zelfs 20 be drijven, die een aantal werkne mers hebben, dat varieert van 100 tot 500 ert onder deze bedrij ven vindt men in hoofdzaak me taal-, vlas- en textielindustrie. Zeeland is niet meer zoals vroe ger geheel agrarisch ingesteld en het is juist door de nijverheid, dat men de ontvolking moet be strijden. Cijfers van 18801950 geven aan, dat 53V2 der bevol king in deze periode naar elders vertrokken is, zodat een gezonde welvaartspolitiek noodzakelijk is en gestimuleerd moet worden. Verbetering en behoud der in: dustrialisatie dient op het voor plan te staan. Men dient te zorgen voor in dustrieterreinen, woningbouw, onderwijs, verkeersmiddelen, be tere verbindingen en recreatie oorden. E.T.I. en Nijverheids- dienst moeten samenwerken. Deze dag is juist van zo grote betekenis, omdat ernaar ge streefd moet worden de bedrijfs voering zo efficient te maken, dat men onder alle omstandig heden de niet te vermijden strijd aan zal kunnen. De Zeeuwse be volking is werkzaam en men dient zich te bezinnen op de struc tuur der bedrijven. Als men dit alles in ogen schouw wil nemen en ernaar han delt, dan zal Zeeland een volwaar dige plaats in ons land innemen. Ir. Berdenis van Berlekom bracht in zijn dankwoord het „samenwerkingsbegrip" naar vo ren, waarbij hij wees op het Marshall-plan, waarvan een deel bestemd is voor productiviteits- doeleinden. Deze steun is veelom vattend. Als ontvangst- en distri butiecentrum in Nederland werd in 1950 opgericht de Contact groep Opvoering Productiviteit, waarin alle belanghebbende groe pen zijn verenigd. Deze organisatie werkt op haar beurt weer samen met het Euro pean Productivity Agence, een Europees uitwisselingscentrum. Het doel van de C.O.P. is de ver hoging van de productiviteit van het economisch leven in Neder land. Hij maakte onderscheid tus sen productie en productiviteit en wil door opvoering van de pro ductiviteit het rendement verho gen met als doel door gelijke in spanning meer resultaat. Kleinigheden zijn hierop dik wijls van zeer grote invloed en wanneer men daarop wil letten ontstaat winst aan geld, tijd en materiaal. Met verschillende voorbeelden toonde hij dit aan. De Nijverheidsdag beoogt op de eerste plaats het verbreiden van het besef, dat opvoering van pro ductiviteit nuttig is en vervol gens het aanboren van de moge lijkheden, die hiertoe kunnen leiden. De Zeeuwse Werkgroep van de C.O.P. wil zijn klankbord en de men door een soort coöperatieve vorm te vinden, gaan samenwer ken, zonder dat iemands zelf standigheid ook maar enigszins werd aangetast. De eigen orders werden normaal uitgevoerd, ter wijl bepaalde orders gedistri bueerd werden onder de verschil lende aangesloten bedrijven. Er werd een centraal bureau opge richt, dat zich met onderzoek, aanneming en uitvoering belast te. In het begin werkte men iet wat stroef, maar toen de beteke nis van de samenwerking door drong waren de grootste moei lijkheden overwonnen en ging men prettig samenwerken. De kostprijs kon aanzienlijk worden gedrukt, terwijl daarnaast het goedkoper kunnen inkopen een belangrijke rol speelde. De onder linge uitbestedingen bleken een succes te zijn en de verhoudingen werden zó gewijzigd, dat er geen sprake meer Van was, dat de ene fabriek de andere een order wil de afsnoepen. Het leidinggevend personeel en ook het lager perso neel werd geïnstrueerd, waarom men tot samenwerking was over gegaan, zodat het van een en an der begrip kreeg, waardoor vol ledige medewerking ontstond. Door deze combinatievorming konden en kunnen meer orders aangenomen worden, de levertijd werd aanzienlijk bekort en de prijzen behoorlijk gedrukt, waar door de afzet verzekerd werd. Op vele bedrijven konden door ge bruikmaking van machinerieën van andere bedrijven grote be dragen worden bespaard. Ook op sociaal terrein onder vond men de invloed van deze vorm van samenwerking, een ver heugend verschijnsel. volgen en op economisch, natuur wetenschappelijk en sociaal ter rein liggen er vele mogelijkheden, die men nog steeds niet wil zien, omdat men van het nieuwe, dat soms kostbaar is, nog niet alles kan en wil begrijpen. Zeker is, dat men met zijn tijd moet mee gaan, wil men niet onder de voet worden gelopen en dat men alle middelen moet gebruiken om in het nieuwe proces te worden in geschakeld. Evengoed als men voor reclame geld spendeert, moet men voor het natuurweten schappelijk onderzoek gelden uit trekken. Wordt het bedrag te groot voor een klein bedrijf, dan dient men zich verenigd tot de diverse instanties te wenden. De resultaten zullen de kosten over treffen. Speciale aandacht vroeg hij voor de z.g. Research Associa tions, die men in Engeland en Amerika al lang kent, en die ook in ons land thans opgang begin nen te maken. Het probleem is alleen op te lossen als iedere kleine onderne mer mee gaat doen. De vlassers gaven al een lichtend voorbeeld door anderhalf millioen gulden uit te trekken voor onderzoekin gen op hun gebied. De kleine on dernemer moet zijn individualis tisch karakter laten varen en wanneer hij in Zeeland de spreuk Luctor et Emergo" toepast, zal hij er zeker komen. OPVOERING DER PRODUC TIVITEIT. s Middags vond een gezamen lijke lunch plaats, waarna men zich weer in de bioscoopzaal ver enigde, waar de heer J. Fukken, bedrijfsleider van de N.V. Zeeuw se Confectiefabrieken te Middel burg, een uitstekende en leer zame inleiding hield over de goe de menselijke verhoudingen als wezenlijke bijdrage tot de opvoe ring van de productiviteit. Deze CAUSERIE PROF. DR IR D. DRESDEN. Belangrijk was de causerie van Prof. Dr. Ir. D. Dresden, voorzit ter Nijverheidsorganisatie T.N.O uit 's-Gravenhage, die het begrip behandelde van wat nu eigenlijk onder een kleine of middelgrote onderneming te verstaan valt, Hij noemde in zijn interessante en niet van humor gespeende causerie dit begrip betrekkelijk relatief. Hij merkte op, dat in 1930 in Nederland gemiddeld tot 7 personen in een bedrijf werkten, in 1950 9 tot 10 perso nen, een toename dus van 50 Van de 172.000 bedrijven in ons land zijn er momenteel 94 die werken met meer dan 1000 ar beidskrachten. Op de door hem gestelde vraag of kleine onderne mers gebruik moeten maken van het natuurwetenschappelijk on derzoek, antwoordde hij bevesti gend. Iedereen dient zich aan te passen om de nieuwe methodes te - l 'f, vh| net. verhoudingen zijn afhankelijk tal van factoren en daar er -n mensen en machines prin cipiële verschillen zijn, dient men met deze verschillen terdege rekening te houden. Een mens kan - doop scholing en training bekwaamd worden tot een spe ciale taak en deze factoren heb- foen alleen maar succes als de mens meewerkt. De wil van de mens is van grote invloed en deze wordt beïnvloed door ge beurlijkheden uit zijn naaste omgeving. Vandaar, dat ernaar moet worden gestreefd om te ko men tot goed begrip en goede samenwerking en alhoewel er tussen werkgever en werknemer grote verschillen bestaan, moe ten beiden trachten zich zoveel mogelijk aan elkaar aan te pas sen, teneinde tot een verantwoor de productie en een verhoging van de productiviteit te kunnen komen. Arbeidsonwil bestaat in Nederland niet meer, maar van een. bepaalde mate van willoos heid tot het leveren van presta ties kan men nog wel eens spre ken. De oorzaken van deze wil loosheid moeten opgespoord wor den en de werkgever moet ernaar streven om deze oorzaken op te heffen of te nivelleren. Mgt tal van voorbeelden toon de de spreker aan, waar de fou ten schuilen en hij gaf een aantal raadgevingen, die blijkens de 'later gevoerde discussies tot de aanwezigen gesproken hebben. Speciaal aan de leiders van een onderneming werd aandacht be steed en naar voren gebracht, wat van deze mensen verwacht, ja zelfs misschien geëist kan worden. Is men niet in staat aan deze eisen te voldoen, dan dient men het productieproces, waarbij men ingeschakeld is, te verlaten. EEN GOEDE ADMINISTRA TIE EN CREDIET W AAR DIGHEID. De heer J. van Schaik, direc teur van de Middenstandsbank te te weinig het belang van een goede administratie inziet. Spe ciaal de kleine ondernemers nemen het nogal licht op, maar komen later dikwijls tot de ont dekking, dat, wanneer ze anders gehandeld hadden, ze betere re sultaten zouden geboekt hebben. Een goede administratie is al tijd nodig, omdat ze een goed in zicht in de eigen zaak mogelijk maakt. Bovendien is het van groot belang, teneinde moeilijk heden met de fiscus te voorko men, dat men er zorg voor draagt, dat de administratie in orde is. Wil men voor financie ringsproblemen van een bank ge bruik maken, dan wordt altijd naar de balans en de verlies- en winstrekening gevraagd en voor een juiste bedrijfsvoering kan men een behoorlijke administra tie niet ontberen. Uitvoerig ging hij in op de mogelijkheden voor een credietverlening, waarbij hij naar voren bracht, dat bij aan vragen teleurstellingen niet kun nen uitblijven. Drs J. L. Wage, verkoopconsu lent te Rotterdam, behandelde als laatste spreker „De kunst van het verkopen'". Op de eerste plaats betoogde hij, dat de natuurlijke begaafdheid Ontwikkeld moet worden en dat ook bij het ver koopproces selectie toegepast dient te worden. Verkopen is een kunst en een gave en niet ieder een is hiervoor geschikt. Lang zaam maar zeker is men tot de erkenning gekomen, dat „het verkopen" een vak is en aan de verkopers dienen hoge eisen ge steld te worden. Vaklieden moe ten bij de verkoop ingeschakeld worden, al is dit voor de kleine ondernemers dikwijls moeilijk en soms onmogelijk. Ze moeten zelf het pad op om iets te bereiken en dienen zich op de hoogte te stel len van de waarde en eigenschap pen van hun producten. De klei ;v ÓXO „CHICKEN" - OXO VERMICELLISOEP - OXO TOMATENSOEP OXO CHAMPIGNONSOEP OXO JULIENNESOEP Zwolle, behandelde het onder-Ine ondernemer heeft echter het werp: „Een goede administratie j voordeel, dat de consument hem en credietwaardigheid", vaarbij persoonlijk kent, vertrouwen in hij er op wees, dat men nog veel i hem stelt en dat hij bij de ver '1 "11 koop weinig kosten te maken heeft. Bij hem is het noodzake lijk te weten te komen, wat zijn klant wenst en daarnaar te han delen. De presentatie van het product dient ondersteund te worden door visuele hulpmiddelen. De klant moet geactiveerd worden. Men moet bij de verkoop weten, wat de klant nuttig vindt en daarnaar handelen. Men dient met doorslaande ar gumenten te komen om de klant te overtuigen, dat wat hij koopt, voor hem nuttig en soms goed koop is. Uiteindelijk moet de verkoper een toestand zien te scheppen, waarin een bepaald winststreven van de ondernemer samenvalt met het streven van de maximale nuttigheid van de klant. GEDACHTENWISSELING. Hij memoreerde nogmaals het streven der C.O.P. naar produc tiviteitsverhoging en wees op de noodzakelijkheid hiervan. In 2iee- land moeten ongeveer 4000 nieu we arbeidsplaatsen worden ge schapen, waarvoor een investe ring nodig is van rond 110 mil lioen gulden. Dit is alleen moge lijk, indien onze industrie in ver gelijking met het buitenland goedkoper en beter kan leveren. Productiviteitsverhoging geldt uiteraard voor ieder bedrijf en het zijn de ondernemers, die daarvan zelf de vruchten zullen plukken. Vanzelfsprekend schonk hij aandacht aan de toekomstplan nen. Deze Nijverheidsdag blijft niet op zichzelf staan. Er zal naar gestreefd worden tot het vormen van regionale, zo moge lijk plaatselijke, discussiegroepen In de zaak tegen de Berkelse arts J. F. A. M. O. verdiepte de Haagse rechtbank zich Woens dag, op de zesde dag van dit om vangrijke proces, opnieuw in de vele problemen, die dit proces oplevert. Mevrouw dr A. J. Steenhauer, 60 jaar, buitengewoon hoogleraar te Leiden, was de eerste deskun dige, die door de rechtbank werd gehoord. Professor Steenhauer had de maaginhoud van de overleden mevrouw O. toxicologisch onder- zocht» Zij had blauwzuur aangetrof fen in de maaginhoud. Na bere kening was zij tot de conclusie gekomen dat 21 milligram cyaan kali moet zijn ingenomen. „Bij een cyaankali-vergiftiging speelt de hoeveelheid gif, welke men in de maag vindt, geen rol", aldus professor Steenhauer. Het gif, dat in de maag is, heeft zijn dodelijke werking nog niet ver richt. Prof. Steenhauer had voorts blauwzuur in het bloed en de her senen aangetroffen. Professor Steenhauer verklaar de voorts, dat haar was gebleken dat de maag van de overledene slechts zwak zuur had gerea geerd. Deskundigen hadden reeds eer der verklaard, dat o.m. het zuur in een maag de reactie van de cyaankali veroorzaakt. Dit kan dan ook geschieden door het in nemen van een zuur, b.v. citroen zuur. Personen, die geen maag zuur hebben, kunnen daarom on gevoelig zijn voor cyaankali. De mogelijkheid dat de hoeveel heid blauwzuur in de maag af komstig zou zijn van deze stof bevattende vruchtendranken, of van marsepein acht mevrouw Steenhauer uitgesloten. De 58-jarige neuroloog T. F. Berkvens uit Rotterdam, die me vrouw O. had onderzocht, werd hierna gehoord. Hij verklaarde dat hij bij mevrouw O. geen neu rologische afwijkingen had ge constateerd. Dr Berkvens zeide voorts, dat hij geen tumor heeft kunnen vinden in de hersenen van mevrouw O. De deskundige meent, dat de verschijnselen, die zich manifes teerden voor de dood van mevr. O., o.m. verstikking niet die waren welke men kan ver wachten als de dood zou worden veroorzaakt door diffuus woeke rende delen in de hersenen. Hierna wenste de rechtbank de broer van de verdachte, de 34- jarige bediende op de grote vaart B. J. M. O., te horen. Deze wilde echter liever niet getuigen in de zaak van zijn broer, temeer om dat hij, zoals hij thans zeide, weg was toen mevrouw O. stierf en niets van de hele zaak afwist. Waarop hij dus, na enkele minu ten voor de rechtbank te hebben gestaan, kon vertrekken. Als getuigè werd daarna ge hoord de 49-jarige mevrouw Van der Kade—Roozendaal uit Ber- kel. Deze verklaarde dat O. steeds een prettige en zorgzame huisarts voor haar was geweest. „Het was een heel gewoon, leuk echtpaar", vertelde mevr. Van der Kade. Zij had het echt paar O. eens op visite gehad om dat zij een nieuwe woning had gekregen en deze aan mevrouw O. wilde laten zien. Mevrouw Van der Kade had mevrouw O. opgebeld, een dag vóórdat mevrouw O. was gestor ven, om te vragen of zij wilde komen afscheid nemen van haar dochter, die het land Zou ver laten. Mevrouw O. had toen ge zegd, dat zij zich niet goed voelde en hoofdpijn had. Een achternicht van mevrouw O., mevrouw F. J. C. van Alphen- Van Eijl, te Berkel, die hierna ge tuigde, gaf thans minder zelfver zekerde antwoorden, meende mr Huygens, dan zij aanvankelijk tegen hem had gegeven. „Het echtpaar, ging gewoon van ondernemers uit middelgrote Op de verschillende causerieën en kleine bedrijven. Hier geldt volgden nuttige gedachtenwisse- dan het motto „Praten met resul- lingen, waarbij bleek, dat er voor taten". In Limburg zijn de eerste de onderwerpen veel belangstel- productiviteitsteams reeds ge ling bestond. start. Deze bestaan uit 12 tot 15 Alle sprekers bleken, zonder personen. De Contactgroep Op- onderscheid, van goede repliek te voering Productiviteit biedt hier- met elkaar om", zei mevr. Van Alphen, waarop de rechtbank en mr Huygens erover van gedach ten wisselden wat „gewoon met elkaar omgaan" is in een huwe lijk. De middagzitting werd begon nen met het horen van dr E. A. D. Carp, 58 jaar, hoogleraar in de psychiatrie aan de rijksuniversi teit te Leiden. Prof. Carp had een psychia trisch rapport uitgebracht over O. Prof. Carp had bij O. een ab normale persoonlijkheidsstruc tuur vastgesteld. O. bezat een naar binnen gekeerde geestes houding, waardoor hij moeilijk aansluiting kon vinden bij de sa menleving. O. bezat, aldus prof. Carp, enerzijds een abnormale kwetsbaarheid, waardoor hij overgrote wrok- en haatgevoe lens kon koesteren en anderzijds een grote mate van ongevoelig heid, een sociale gevoelsstomp- heid. O. had er blijk van gegeven in bijzondere mate ongevoelig te zijn. Voorts staat hij sterk onder invloed van zijn eigen fantasieën, waardoor hij ver verwijderd leeft van de werkelijkheid. De president vroeg, of O. een dergelijke daad gepleegd zou kun nen hebben. „Als een persoon als O. geheel en al overmand is door haat- en wrokgevoelens, dan kan het zijn dat hij uiting geeft aan zijn ge voelens door zeer ernstige da den", meende prof. Carp. De hoogleraar geloofde niet, dat de dienstbode Nellie A. een grote rol in de gevoelens van de Berkelse arts O. heeft gespeeld. Hij meende dat er hier van een verliefdheid van de kant van O. geen sprake was. Het zou zó zijn, dat O. een voorkeur aan deze Nel lie gaf omdat hij het gevoel had dat „hij te kort was gedaan". De laatste getuige van gisteren was de 46-jarige apothekers-as sistent W. J. Huisër te Rotter dam, die de bestelling van een gram cyaankali van O. had ver zorgd. Hij had zich verbaasd over de geringe hoeveelheid, die was besteld. Getuige zeide dat hij niet het gewicht dat een bediende had afgewogen, had gecontroleerd. De zitting wordt vandaag voortgezet. kunnen dienen en in veel opzich ten was deze dag dan ook van groot belang. De aanwezigen fristen hun kennis op of vermeerderden deze en velen zullen zeker nog op het behandelde terugkomen dan wel in hun zaak of bedrijf het naar vorengebrachte gaan toepassen. DE SLUITING. Voorzitter Ir J. P. Berdenis van Berlekom kon dan ook met ge noegen constateren, dat de aan wezigen aan deze Nijverheidsdag iets gehad hebben. Er blijft genoeg stof tot over denking en gedachtenwisseling over. Diverse kanten der bedrijfs voering zijn door de inleiders op duidelijke wijze toegelicht. voor de nodige dicussieleiders aan gebruik te maken van een tweedaagse oriënteringsbijeen komst, waarop nieuwe mogelijk heden besproken zullen worden en ervaringen uitgewisseld zullen worden. Met behulp van lande lijke en provinciale organisaties, waarbij gewezen werd op de Rijksnijverheidsdienst, het E.T.I. de Kamers van Koophandel etc., zal getracht worden contacten te leggen. Hartelijk dank bracht hij aan de organisatoren, de inleiders en de aanwezigen voor de verleende medewerking, terwijl hij beklem toonde, dat deze Nijverheidsdag door haar belangstelling voor Zeeland van enorm groot belang geweest is. TIJGER VIEL OPPASSER AAN. In het circus „Espana", dat op het ogenblik te Delft optreedt, heeft Dinsdagavond een tijger een oppasser aangevallen. Het was de tijger Gipsy, die vorige week een jong ter wereld heeft gebracht, maar dit zoals destijds werd gemeld, heeft verstoten. Zoals bekend, wordt het jong nu door een hond verzorgd. Sinds de geboorte van haar kind was Gipsy zeer nerveus. Tijdens de voorstelling van Dinsdagavond kon de dompteur het dier nau welijks in bedwang houden. Na afloop van haar nummer werd Gipsy zoals gewoonlijk naar haar eigen kooi teruggebracht en daar gevoederd. Hierbij heeft zij haar Franse oppasser, die al ruim vijf jaar als tijgerverzorger fungeert, de arm opengereten met haar klauw en hem een beet in de on derarm toegebracht. Met een zich ter plaatse bevindende poli tiewagen werd de oppasser naar het ziekenhuis gebracht. Delftenaar ging tijgerin te lijf. Over het gebeurde in het cir; cus „Espana" te Delft, waarbij een oppasser door een tijgerin werd aangevallen, wordt nog ver nomen, dat erger werd voorko- 30. Bij het horen van Ragnar's stem rent Eric in de rich ting van de plaats waar klaarblijkelijk wordt gevochten. Als ze een gevangene konden maken, zou den ze wellicht iets meer te weten kun nen komen. Hij ziet echter slechts schim men, die haastig weg vluchten tot er eens klaps, vlak voor Eric één opspringt om weg te rennen. „Sta..! verdedig u", roept Eric de Noor man en doet een uit val Doch de man kronkelt als een aal opzij en ont komt geruisloos in de duisternis. Nog steeds hoort Eric de baar dige zeeschuimer in de verte schreeuwen en even ontwaart hij diens reusachtige schaduw, afge tekend tegen de donkere lucht. „Ragnar... keer terug", roept hij hem achterna, doch tever geefs... Langzaam, vechtende, verdwijnt de rode piraat achter een donkere heuvel... De vreemde onrust, die Eric al die tijd gevangen houdt neemt hand over hand toe. Argwaan en wantrouwen doen hem aarzelert als hij bemerkt, dat hij met en kele van zijn krijgers geheel al leen is in de donkere nacht. De onheilspellende stilte, slechts on derbroken, door het verwijderde geluid van de strijd, hangt als een loden last om hen héén. Dan klinkt weer de spookachtige roep van de Raaf over de hoogvlakte ...op hetzelfde moment weet de Noorman, dat hij het slachtoffer is geworden van een krijgslist. „Terug naar het kamp", roept hij en holt allen vooruit; struike lend zoeken zij de weg terug naar de legerplaats. Eric beveelt zijn krijgers het vuur op te rakelen en in de vage gloed van het weer opflakkeren de kampvuur tracht hij de toe stand te overzien. Hier en daar liggen doden en gewonden; allen zijn eigen mannen. Er zij geen aanvallers bij... Met enkele snelle passen is de Noorman bij het rustbed van de hooglander. Dan staat hij als aan de grond gena geld stil... de gewonde was ver dwenen... men door het optreden van de heer H. Dijkstra, uit de Ternate- straat te Delft. De heer Dijkstra stond op straat toen hij het gillen hoorde van de oppasser die door de tij gerin in de kooi werd getrokken. Hij sprong over het rondom de circustent aangebrachte hek, greep een ijzeren staaf van de grond, ging daarmee de tent bin nen en bewerkte het roofdier zo danig, dat het gedwongen werd zijn prooi los te laten. MOTORRIJDER Woensdagmorgen is omstreeks kwart over negen op de nieuwe Hilversumse weg de 34-jarige motorrijder C. G. uit Aalsmeer verongelukt. Hij kwam met grote snelheid uit de richting Aalsmeer en vloog in de bocht tegen een vrachtauto met aan- aanhangwagen, waardoor hij van zijn motor werd geslingerd. Daar bij drong een haak, die aan de zijde van de auto was bevestigd, htem boven het oog in het hoofd. Levensgevaarlijk gewond is de man naar de Majellastichting overgebracht. PSEUDO VOGELPEST IN OUDENBROEK. Onder de pluimveestapels der landbouwers Joh. van Oene en E. van 't Hof, in de buurtschap 't Loo bij Oldenbroek is pseudo- vogelpest geconstateerd. Beide pluimveestapels, bestaan de uit 400 kippen en 600 jonge hanen alsmede 150 kiepen, wer den afgemaakt. „PRESIDENT ROBERT" STAAT VOLGENDE MAAND TERECHT. De rechtbank te Maastricht zal volgende maand de zaak van „president Robert" behandelen. Deze „president", de 31jarige A. T. L., zal terechtstaan verdacht van oplichtingen. Hij zou zijn neef J. L., hebben opgelicht voor f 4000 en de vroegere Heeriense leraar A. R. voor 58.000. Deze laatste heeft een aanklacht tegen L. ingediend. De verdachte kocht enkele ja ren geleden met geld van ande ren een luxe jacht en begon met een gezelschap welgestelde men sen een zwerftocht langs de kus ten van Europa en Noord-Afrika. Hii is een tijdlang bij prof. dr Baan te Utrecht in observatie ge weest. Voor de rechtbank zal hij worden verdedigd door mr J. Stroom uit Maastricht. Op welke dag in Juni de zaak voorkomt is nog niet vastgesteld.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1954 | | pagina 2