Het proees tegen de Berkelsearts
Binnenlands nieuws
£>e ooitteciïaaf
Nijverheidsdag te Terneuzen voor
Zeeland ondervond grote belangstelling
SOEPEN
DE KUNST VAN HET VER
KOPEN.
- jjfe-
een naam met wereldvermaardheid
een waarborg voor sublieme kwaliteit
en zuiverheid.
th-
VERONGELUKT.
De nijverheidsdag' voor Zeeland, welke in hotel „Botterdam"
werd gehouden, is in alle opzichten uitmuntend geslaagd. Niet
alleen, dat de opkomst overweldigend groot was, maar ook de in
leidingen, die gehouden werden, mochten zich zeer in de belang
stelling van de aanwezigen verheugen, terwijl daarnaast uit de
Üscustslies bleek, hoeseer deze dag op prijs gesteld werd. Alles bij
elkaar genomen, heeft men er zeer veel kunnen leren en diege
nen, die zich de moeite getroost hebben om naar Terneuzen te
komen, zijn zeer zeker niet in hun verwachtingen teleurgesteld.
DE OPENING.
Toen voorzitter Ir. J. P. Berde
nis van Berlekom uit Middelburg
namens de Ned. Maatschappij
voor Nijverheid en Handel, zijn
openingswoord uitsprak, waren
meer dan 200 aanwezigen in de
zaal, waaronder de leden van Ge
deputeerde Staten de heren A. L.
S. Lockefeer, C. Philipse en C.
Hamelink, de burgemeester van
Terneuzen Mr. P. H. W. F. Telle-
gen en wethouder J. den Hamer,
de burgemeester van Axel P. L.
D. J. van Oeveren, de burgemees
ter van Hontenisse C. J. van
Hootegem, vele vertegenwoordi
gers uit handel, industrie en
landbouw, de leden van de Ka
mers van Koophandel uit Ter
neuzen en Middelburg en talrijke
ondernemers, zowel van de grote,
middelgrote als van de kleine be
drijven.
Ir. Berdenis sprak een harte
lijk woord van welkom en memo
reerde de belangstelling en de
medewerking van het provinciaal
bestuur. Dat juist Terneuzen als
plaats van bijeenkomst was ge
kozen, vond zijn oorzaak in het
feit, dat deze gemeente gunstig
gelegen is en een in- en uitgangs
poort van een belangrijk indus-
steun voor en in de moeilijkhe
den, die zich kunnen voordoen.
De ergste vorming van verspil
ling noemde hij het gebrek aan
samenwerking tussen mensen,
die van elkanders kennis kunnen
profiteren, waarbij hij de hoop
uitsprak, dat in de toekomst in
Zeeland een grondige verande
ring zou mogen optreden.
DE BETEKENIS VAN DE
COMBIN ATIE V OBMIN G.
De heer J. H. Bührs, voorzitter
van de Zacoma, een Zaanse com
binatie van machinefabrikanten,
hield vervolgens een causerie
over de betekenis van combina
tievorming voor middelgrote en
kleine bedrijven.
Hij bekeek deze vorming uit
juridisch en economisch oogpunt,
terwijl hij tegelijkertijd betoogde,
dat op geografisch terrein, zowel
regionaal, nationaal als interna
tionaal mogelijkheden liggen.
In zijn organisatie deed zich
het feit voor, dat vele machines
aan onderbezetting leden en na
een gesprek met verschillende
directies kwam men tot de bevin
ding, dat door samenwerking
meer bereikt zou kunnen worden.
Men kwam bij elkaar, besprak de
triegebied is. Geheel Zeeland gaf moeilijkheden en uiteindelijk kon
acte de présence en het verheug
de hem zeer, dat men ondanks
dikwijls moeilijke communicatie
middelen kans gezien had om tij
dig aanwezig te zijn. Grote be
langstelling bestaat voor het be
grip „productiviteit" welk begrip
onafscheidelijk verbonden is met
het begrip „samenwerking",
waarover in de loop van de dag
nog dikwijls het woord gevoerd
zal worden. Vervolgens gaf hij
het woord aan de heer A. L. S.
Lockefeer, lid van Gedeputeerde
Staten van Zeeland en voorzitter
van het E.T.I., die, daar de Com
missaris der Koningin, Jhr. Mr.
A. F. C. de Casembroot, door
ambtsbezigheden verhinderd was
aanwezig te zijn, namens het
provinciaal bestuur de aanwezi
gen toesprak.
De heer Lockefeer vestigde de
aandacht op het feit, dat deze
dag voor de nijverheid van ge
heel Zeeland van grote betekenis
was, temeer omdat hoe langer
hoe meer aandacht besteed dient
te worden aan de industriële ont
wikkeling van deze provincie.
Momenteel zijn er in dit gebied
meer dan 270 industrieën, waar
van de helft 10 tot 25 personen in
dienst heeft. Er zijn zelfs 20 be
drijven, die een aantal werkne
mers hebben, dat varieert van
100 tot 500 ert onder deze bedrij
ven vindt men in hoofdzaak me
taal-, vlas- en textielindustrie.
Zeeland is niet meer zoals vroe
ger geheel agrarisch ingesteld en
het is juist door de nijverheid,
dat men de ontvolking moet be
strijden. Cijfers van 18801950
geven aan, dat 53V2 der bevol
king in deze periode naar elders
vertrokken is, zodat een gezonde
welvaartspolitiek noodzakelijk is
en gestimuleerd moet worden.
Verbetering en behoud der in:
dustrialisatie dient op het voor
plan te staan.
Men dient te zorgen voor in
dustrieterreinen, woningbouw,
onderwijs, verkeersmiddelen, be
tere verbindingen en recreatie
oorden. E.T.I. en Nijverheids-
dienst moeten samenwerken.
Deze dag is juist van zo grote
betekenis, omdat ernaar ge
streefd moet worden de bedrijfs
voering zo efficient te maken,
dat men onder alle omstandig
heden de niet te vermijden strijd
aan zal kunnen. De Zeeuwse be
volking is werkzaam en men
dient zich te bezinnen op de struc
tuur der bedrijven.
Als men dit alles in ogen
schouw wil nemen en ernaar han
delt, dan zal Zeeland een volwaar
dige plaats in ons land innemen.
Ir. Berdenis van Berlekom
bracht in zijn dankwoord het
„samenwerkingsbegrip" naar vo
ren, waarbij hij wees op het
Marshall-plan, waarvan een deel
bestemd is voor productiviteits-
doeleinden. Deze steun is veelom
vattend. Als ontvangst- en distri
butiecentrum in Nederland werd
in 1950 opgericht de Contact
groep Opvoering Productiviteit,
waarin alle belanghebbende groe
pen zijn verenigd.
Deze organisatie werkt op haar
beurt weer samen met het Euro
pean Productivity Agence, een
Europees uitwisselingscentrum.
Het doel van de C.O.P. is de ver
hoging van de productiviteit van
het economisch leven in Neder
land. Hij maakte onderscheid tus
sen productie en productiviteit en
wil door opvoering van de pro
ductiviteit het rendement verho
gen met als doel door gelijke in
spanning meer resultaat.
Kleinigheden zijn hierop dik
wijls van zeer grote invloed en
wanneer men daarop wil letten
ontstaat winst aan geld, tijd en
materiaal. Met verschillende
voorbeelden toonde hij dit aan.
De Nijverheidsdag beoogt op de
eerste plaats het verbreiden van
het besef, dat opvoering van pro
ductiviteit nuttig is en vervol
gens het aanboren van de moge
lijkheden, die hiertoe kunnen
leiden.
De Zeeuwse Werkgroep van de
C.O.P. wil zijn klankbord en de
men door een soort coöperatieve
vorm te vinden, gaan samenwer
ken, zonder dat iemands zelf
standigheid ook maar enigszins
werd aangetast. De eigen orders
werden normaal uitgevoerd, ter
wijl bepaalde orders gedistri
bueerd werden onder de verschil
lende aangesloten bedrijven. Er
werd een centraal bureau opge
richt, dat zich met onderzoek,
aanneming en uitvoering belast
te. In het begin werkte men iet
wat stroef, maar toen de beteke
nis van de samenwerking door
drong waren de grootste moei
lijkheden overwonnen en ging
men prettig samenwerken. De
kostprijs kon aanzienlijk worden
gedrukt, terwijl daarnaast het
goedkoper kunnen inkopen een
belangrijke rol speelde. De onder
linge uitbestedingen bleken een
succes te zijn en de verhoudingen
werden zó gewijzigd, dat er geen
sprake meer Van was, dat de ene
fabriek de andere een order wil
de afsnoepen. Het leidinggevend
personeel en ook het lager perso
neel werd geïnstrueerd, waarom
men tot samenwerking was over
gegaan, zodat het van een en an
der begrip kreeg, waardoor vol
ledige medewerking ontstond.
Door deze combinatievorming
konden en kunnen meer orders
aangenomen worden, de levertijd
werd aanzienlijk bekort en de
prijzen behoorlijk gedrukt, waar
door de afzet verzekerd werd. Op
vele bedrijven konden door ge
bruikmaking van machinerieën
van andere bedrijven grote be
dragen worden bespaard.
Ook op sociaal terrein onder
vond men de invloed van deze
vorm van samenwerking, een ver
heugend verschijnsel.
volgen en op economisch, natuur
wetenschappelijk en sociaal ter
rein liggen er vele mogelijkheden,
die men nog steeds niet wil zien,
omdat men van het nieuwe, dat
soms kostbaar is, nog niet alles
kan en wil begrijpen. Zeker is,
dat men met zijn tijd moet mee
gaan, wil men niet onder de voet
worden gelopen en dat men alle
middelen moet gebruiken om in
het nieuwe proces te worden in
geschakeld. Evengoed als men
voor reclame geld spendeert,
moet men voor het natuurweten
schappelijk onderzoek gelden uit
trekken. Wordt het bedrag te
groot voor een klein bedrijf, dan
dient men zich verenigd tot de
diverse instanties te wenden. De
resultaten zullen de kosten over
treffen. Speciale aandacht vroeg
hij voor de z.g. Research Associa
tions, die men in Engeland en
Amerika al lang kent, en die ook
in ons land thans opgang begin
nen te maken.
Het probleem is alleen op te
lossen als iedere kleine onderne
mer mee gaat doen. De vlassers
gaven al een lichtend voorbeeld
door anderhalf millioen gulden
uit te trekken voor onderzoekin
gen op hun gebied. De kleine on
dernemer moet zijn individualis
tisch karakter laten varen en
wanneer hij in Zeeland de spreuk
Luctor et Emergo" toepast, zal
hij er zeker komen.
OPVOERING DER PRODUC
TIVITEIT.
s Middags vond een gezamen
lijke lunch plaats, waarna men
zich weer in de bioscoopzaal ver
enigde, waar de heer J. Fukken,
bedrijfsleider van de N.V. Zeeuw
se Confectiefabrieken te Middel
burg, een uitstekende en leer
zame inleiding hield over de goe
de menselijke verhoudingen als
wezenlijke bijdrage tot de opvoe
ring van de productiviteit. Deze
CAUSERIE PROF. DR IR
D. DRESDEN.
Belangrijk was de causerie van
Prof. Dr. Ir. D. Dresden, voorzit
ter Nijverheidsorganisatie T.N.O
uit 's-Gravenhage, die het begrip
behandelde van wat nu eigenlijk
onder een kleine of middelgrote
onderneming te verstaan valt,
Hij noemde in zijn interessante
en niet van humor gespeende
causerie dit begrip betrekkelijk
relatief. Hij merkte op, dat in
1930 in Nederland gemiddeld
tot 7 personen in een bedrijf
werkten, in 1950 9 tot 10 perso
nen, een toename dus van 50
Van de 172.000 bedrijven in ons
land zijn er momenteel 94 die
werken met meer dan 1000 ar
beidskrachten. Op de door hem
gestelde vraag of kleine onderne
mers gebruik moeten maken van
het natuurwetenschappelijk on
derzoek, antwoordde hij bevesti
gend. Iedereen dient zich aan te
passen om de nieuwe methodes te
- l 'f,
vh| net.
verhoudingen zijn afhankelijk
tal van factoren en daar er
-n mensen en machines prin
cipiële verschillen zijn, dient men
met deze verschillen terdege
rekening te houden. Een mens
kan - doop scholing en training
bekwaamd worden tot een spe
ciale taak en deze factoren heb-
foen alleen maar succes als de
mens meewerkt. De wil van de
mens is van grote invloed en
deze wordt beïnvloed door ge
beurlijkheden uit zijn naaste
omgeving. Vandaar, dat ernaar
moet worden gestreefd om te ko
men tot goed begrip en goede
samenwerking en alhoewel er
tussen werkgever en werknemer
grote verschillen bestaan, moe
ten beiden trachten zich zoveel
mogelijk aan elkaar aan te pas
sen, teneinde tot een verantwoor
de productie en een verhoging
van de productiviteit te kunnen
komen. Arbeidsonwil bestaat in
Nederland niet meer, maar van
een. bepaalde mate van willoos
heid tot het leveren van presta
ties kan men nog wel eens spre
ken. De oorzaken van deze wil
loosheid moeten opgespoord wor
den en de werkgever moet ernaar
streven om deze oorzaken op te
heffen of te nivelleren.
Mgt tal van voorbeelden toon
de de spreker aan, waar de fou
ten schuilen en hij gaf een aantal
raadgevingen, die blijkens de
'later gevoerde discussies tot de
aanwezigen gesproken hebben.
Speciaal aan de leiders van een
onderneming werd aandacht be
steed en naar voren gebracht,
wat van deze mensen verwacht,
ja zelfs misschien geëist kan
worden. Is men niet in staat aan
deze eisen te voldoen, dan dient
men het productieproces, waarbij
men ingeschakeld is, te verlaten.
EEN GOEDE ADMINISTRA
TIE EN CREDIET W AAR
DIGHEID.
De heer J. van Schaik, direc
teur van de Middenstandsbank te
te weinig het belang van een
goede administratie inziet. Spe
ciaal de kleine ondernemers
nemen het nogal licht op, maar
komen later dikwijls tot de ont
dekking, dat, wanneer ze anders
gehandeld hadden, ze betere re
sultaten zouden geboekt hebben.
Een goede administratie is al
tijd nodig, omdat ze een goed in
zicht in de eigen zaak mogelijk
maakt. Bovendien is het van
groot belang, teneinde moeilijk
heden met de fiscus te voorko
men, dat men er zorg voor
draagt, dat de administratie in
orde is. Wil men voor financie
ringsproblemen van een bank ge
bruik maken, dan wordt altijd
naar de balans en de verlies- en
winstrekening gevraagd en voor
een juiste bedrijfsvoering kan
men een behoorlijke administra
tie niet ontberen. Uitvoerig ging
hij in op de mogelijkheden voor
een credietverlening, waarbij hij
naar voren bracht, dat bij aan
vragen teleurstellingen niet kun
nen uitblijven.
Drs J. L. Wage, verkoopconsu
lent te Rotterdam, behandelde als
laatste spreker „De kunst van het
verkopen'". Op de eerste plaats
betoogde hij, dat de natuurlijke
begaafdheid Ontwikkeld moet
worden en dat ook bij het ver
koopproces selectie toegepast
dient te worden. Verkopen is een
kunst en een gave en niet ieder
een is hiervoor geschikt. Lang
zaam maar zeker is men tot de
erkenning gekomen, dat „het
verkopen" een vak is en aan de
verkopers dienen hoge eisen ge
steld te worden. Vaklieden moe
ten bij de verkoop ingeschakeld
worden, al is dit voor de kleine
ondernemers dikwijls moeilijk en
soms onmogelijk. Ze moeten zelf
het pad op om iets te bereiken en
dienen zich op de hoogte te stel
len van de waarde en eigenschap
pen van hun producten. De klei
;v
ÓXO „CHICKEN" - OXO VERMICELLISOEP - OXO TOMATENSOEP
OXO CHAMPIGNONSOEP OXO JULIENNESOEP
Zwolle, behandelde het onder-Ine ondernemer heeft echter het
werp: „Een goede administratie j voordeel, dat de consument hem
en credietwaardigheid", vaarbij persoonlijk kent, vertrouwen in
hij er op wees, dat men nog veel i hem stelt en dat hij bij de ver
'1 "11
koop weinig kosten te maken
heeft. Bij hem is het noodzake
lijk te weten te komen, wat zijn
klant wenst en daarnaar te han
delen.
De presentatie van het product
dient ondersteund te worden
door visuele hulpmiddelen. De
klant moet geactiveerd worden.
Men moet bij de verkoop weten,
wat de klant nuttig vindt en
daarnaar handelen.
Men dient met doorslaande ar
gumenten te komen om de klant
te overtuigen, dat wat hij koopt,
voor hem nuttig en soms goed
koop is.
Uiteindelijk moet de verkoper
een toestand zien te scheppen,
waarin een bepaald winststreven
van de ondernemer samenvalt
met het streven van de maximale
nuttigheid van de klant.
GEDACHTENWISSELING.
Hij memoreerde nogmaals het
streven der C.O.P. naar produc
tiviteitsverhoging en wees op de
noodzakelijkheid hiervan. In 2iee-
land moeten ongeveer 4000 nieu
we arbeidsplaatsen worden ge
schapen, waarvoor een investe
ring nodig is van rond 110 mil
lioen gulden. Dit is alleen moge
lijk, indien onze industrie in ver
gelijking met het buitenland
goedkoper en beter kan leveren.
Productiviteitsverhoging geldt
uiteraard voor ieder bedrijf en
het zijn de ondernemers, die
daarvan zelf de vruchten zullen
plukken.
Vanzelfsprekend schonk hij
aandacht aan de toekomstplan
nen. Deze Nijverheidsdag blijft
niet op zichzelf staan. Er zal
naar gestreefd worden tot het
vormen van regionale, zo moge
lijk plaatselijke, discussiegroepen
In de zaak tegen de Berkelse
arts J. F. A. M. O. verdiepte de
Haagse rechtbank zich Woens
dag, op de zesde dag van dit om
vangrijke proces, opnieuw in de
vele problemen, die dit proces
oplevert.
Mevrouw dr A. J. Steenhauer,
60 jaar, buitengewoon hoogleraar
te Leiden, was de eerste deskun
dige, die door de rechtbank werd
gehoord.
Professor Steenhauer had de
maaginhoud van de overleden
mevrouw O. toxicologisch onder-
zocht»
Zij had blauwzuur aangetrof
fen in de maaginhoud. Na bere
kening was zij tot de conclusie
gekomen dat 21 milligram cyaan
kali moet zijn ingenomen.
„Bij een cyaankali-vergiftiging
speelt de hoeveelheid gif, welke
men in de maag vindt, geen rol",
aldus professor Steenhauer. Het
gif, dat in de maag is, heeft zijn
dodelijke werking nog niet ver
richt.
Prof. Steenhauer had voorts
blauwzuur in het bloed en de her
senen aangetroffen.
Professor Steenhauer verklaar
de voorts, dat haar was gebleken
dat de maag van de overledene
slechts zwak zuur had gerea
geerd.
Deskundigen hadden reeds eer
der verklaard, dat o.m. het zuur
in een maag de reactie van de
cyaankali veroorzaakt. Dit kan
dan ook geschieden door het in
nemen van een zuur, b.v. citroen
zuur. Personen, die geen maag
zuur hebben, kunnen daarom on
gevoelig zijn voor cyaankali.
De mogelijkheid dat de hoeveel
heid blauwzuur in de maag af
komstig zou zijn van deze stof
bevattende vruchtendranken, of
van marsepein acht mevrouw
Steenhauer uitgesloten.
De 58-jarige neuroloog T. F.
Berkvens uit Rotterdam, die me
vrouw O. had onderzocht, werd
hierna gehoord. Hij verklaarde
dat hij bij mevrouw O. geen neu
rologische afwijkingen had ge
constateerd. Dr Berkvens zeide
voorts, dat hij geen tumor heeft
kunnen vinden in de hersenen
van mevrouw O.
De deskundige meent, dat de
verschijnselen, die zich manifes
teerden voor de dood van mevr.
O., o.m. verstikking niet
die waren welke men kan ver
wachten als de dood zou worden
veroorzaakt door diffuus woeke
rende delen in de hersenen.
Hierna wenste de rechtbank de
broer van de verdachte, de 34-
jarige bediende op de grote vaart
B. J. M. O., te horen. Deze wilde
echter liever niet getuigen in de
zaak van zijn broer, temeer om
dat hij, zoals hij thans zeide, weg
was toen mevrouw O. stierf en
niets van de hele zaak afwist.
Waarop hij dus, na enkele minu
ten voor de rechtbank te hebben
gestaan, kon vertrekken.
Als getuigè werd daarna ge
hoord de 49-jarige mevrouw Van
der Kade—Roozendaal uit Ber-
kel. Deze verklaarde dat O.
steeds een prettige en zorgzame
huisarts voor haar was geweest.
„Het was een heel gewoon,
leuk echtpaar", vertelde mevr.
Van der Kade. Zij had het echt
paar O. eens op visite gehad om
dat zij een nieuwe woning had
gekregen en deze aan mevrouw
O. wilde laten zien.
Mevrouw Van der Kade had
mevrouw O. opgebeld, een dag
vóórdat mevrouw O. was gestor
ven, om te vragen of zij wilde
komen afscheid nemen van haar
dochter, die het land Zou ver
laten. Mevrouw O. had toen ge
zegd, dat zij zich niet goed voelde
en hoofdpijn had.
Een achternicht van mevrouw
O., mevrouw F. J. C. van Alphen-
Van Eijl, te Berkel, die hierna ge
tuigde, gaf thans minder zelfver
zekerde antwoorden, meende mr
Huygens, dan zij aanvankelijk
tegen hem had gegeven.
„Het echtpaar, ging gewoon
van ondernemers uit middelgrote
Op de verschillende causerieën en kleine bedrijven. Hier geldt
volgden nuttige gedachtenwisse- dan het motto „Praten met resul-
lingen, waarbij bleek, dat er voor taten". In Limburg zijn de eerste
de onderwerpen veel belangstel- productiviteitsteams reeds ge
ling bestond. start. Deze bestaan uit 12 tot 15
Alle sprekers bleken, zonder personen. De Contactgroep Op-
onderscheid, van goede repliek te voering Productiviteit biedt hier-
met elkaar om", zei mevr. Van
Alphen, waarop de rechtbank en
mr Huygens erover van gedach
ten wisselden wat „gewoon met
elkaar omgaan" is in een huwe
lijk.
De middagzitting werd begon
nen met het horen van dr E. A.
D. Carp, 58 jaar, hoogleraar in de
psychiatrie aan de rijksuniversi
teit te Leiden.
Prof. Carp had een psychia
trisch rapport uitgebracht over
O.
Prof. Carp had bij O. een ab
normale persoonlijkheidsstruc
tuur vastgesteld. O. bezat een
naar binnen gekeerde geestes
houding, waardoor hij moeilijk
aansluiting kon vinden bij de sa
menleving. O. bezat, aldus prof.
Carp, enerzijds een abnormale
kwetsbaarheid, waardoor hij
overgrote wrok- en haatgevoe
lens kon koesteren en anderzijds
een grote mate van ongevoelig
heid, een sociale gevoelsstomp-
heid. O. had er blijk van gegeven
in bijzondere mate ongevoelig te
zijn. Voorts staat hij sterk onder
invloed van zijn eigen fantasieën,
waardoor hij ver verwijderd leeft
van de werkelijkheid.
De president vroeg, of O. een
dergelijke daad gepleegd zou kun
nen hebben.
„Als een persoon als O. geheel
en al overmand is door haat- en
wrokgevoelens, dan kan het zijn
dat hij uiting geeft aan zijn ge
voelens door zeer ernstige da
den", meende prof. Carp.
De hoogleraar geloofde niet,
dat de dienstbode Nellie A. een
grote rol in de gevoelens van de
Berkelse arts O. heeft gespeeld.
Hij meende dat er hier van een
verliefdheid van de kant van O.
geen sprake was. Het zou zó zijn,
dat O. een voorkeur aan deze Nel
lie gaf omdat hij het gevoel had
dat „hij te kort was gedaan".
De laatste getuige van gisteren
was de 46-jarige apothekers-as
sistent W. J. Huisër te Rotter
dam, die de bestelling van een
gram cyaankali van O. had ver
zorgd. Hij had zich verbaasd over
de geringe hoeveelheid, die was
besteld. Getuige zeide dat hij niet
het gewicht dat een bediende had
afgewogen, had gecontroleerd.
De zitting wordt vandaag
voortgezet.
kunnen dienen en in veel opzich
ten was deze dag dan ook van
groot belang.
De aanwezigen fristen hun
kennis op of vermeerderden deze
en velen zullen zeker nog op het
behandelde terugkomen dan wel
in hun zaak of bedrijf het naar
vorengebrachte gaan toepassen.
DE SLUITING.
Voorzitter Ir J. P. Berdenis van
Berlekom kon dan ook met ge
noegen constateren, dat de aan
wezigen aan deze Nijverheidsdag
iets gehad hebben.
Er blijft genoeg stof tot over
denking en gedachtenwisseling
over. Diverse kanten der bedrijfs
voering zijn door de inleiders op
duidelijke wijze toegelicht.
voor de nodige dicussieleiders
aan gebruik te maken van een
tweedaagse oriënteringsbijeen
komst, waarop nieuwe mogelijk
heden besproken zullen worden
en ervaringen uitgewisseld zullen
worden. Met behulp van lande
lijke en provinciale organisaties,
waarbij gewezen werd op de
Rijksnijverheidsdienst, het E.T.I.
de Kamers van Koophandel etc.,
zal getracht worden contacten te
leggen.
Hartelijk dank bracht hij aan
de organisatoren, de inleiders en
de aanwezigen voor de verleende
medewerking, terwijl hij beklem
toonde, dat deze Nijverheidsdag
door haar belangstelling voor
Zeeland van enorm groot belang
geweest is.
TIJGER VIEL OPPASSER AAN.
In het circus „Espana", dat op
het ogenblik te Delft optreedt,
heeft Dinsdagavond een tijger
een oppasser aangevallen. Het
was de tijger Gipsy, die vorige
week een jong ter wereld heeft
gebracht, maar dit zoals destijds
werd gemeld, heeft verstoten.
Zoals bekend, wordt het jong nu
door een hond verzorgd. Sinds
de geboorte van haar kind was
Gipsy zeer nerveus. Tijdens de
voorstelling van Dinsdagavond
kon de dompteur het dier nau
welijks in bedwang houden. Na
afloop van haar nummer werd
Gipsy zoals gewoonlijk naar haar
eigen kooi teruggebracht en daar
gevoederd. Hierbij heeft zij haar
Franse oppasser, die al ruim vijf
jaar als tijgerverzorger fungeert,
de arm opengereten met haar
klauw en hem een beet in de on
derarm toegebracht. Met een
zich ter plaatse bevindende poli
tiewagen werd de oppasser naar
het ziekenhuis gebracht.
Delftenaar ging tijgerin
te lijf.
Over het gebeurde in het cir;
cus „Espana" te Delft, waarbij
een oppasser door een tijgerin
werd aangevallen, wordt nog ver
nomen, dat erger werd voorko-
30. Bij het horen
van Ragnar's stem
rent Eric in de rich
ting van de plaats
waar klaarblijkelijk
wordt gevochten. Als
ze een gevangene
konden maken, zou
den ze wellicht iets
meer te weten kun
nen komen. Hij ziet
echter slechts schim
men, die haastig weg
vluchten tot er eens
klaps, vlak voor Eric
één opspringt om
weg te rennen.
„Sta..! verdedig u",
roept Eric de Noor
man en doet een uit
val Doch de man
kronkelt als een aal opzij en ont
komt geruisloos in de duisternis.
Nog steeds hoort Eric de baar
dige zeeschuimer in de verte
schreeuwen en even ontwaart hij
diens reusachtige schaduw, afge
tekend tegen de donkere lucht.
„Ragnar... keer terug", roept
hij hem achterna, doch
tever
geefs... Langzaam, vechtende,
verdwijnt de rode piraat achter
een donkere heuvel...
De vreemde onrust, die Eric al
die tijd gevangen houdt neemt
hand over hand toe. Argwaan en
wantrouwen doen hem aarzelert
als hij bemerkt, dat hij met en
kele van zijn krijgers geheel al
leen is in de donkere nacht. De
onheilspellende stilte, slechts on
derbroken, door het verwijderde
geluid van de strijd, hangt als een
loden last om hen héén. Dan
klinkt weer de spookachtige roep
van de Raaf over de hoogvlakte
...op hetzelfde moment weet de
Noorman, dat hij het slachtoffer
is geworden van een krijgslist.
„Terug naar het kamp", roept
hij en holt allen vooruit; struike
lend zoeken zij de weg terug naar
de legerplaats.
Eric beveelt zijn krijgers het
vuur op te rakelen en in de vage
gloed van het weer opflakkeren
de kampvuur tracht hij de toe
stand te overzien. Hier en daar
liggen doden en gewonden; allen
zijn eigen mannen. Er zij geen
aanvallers bij... Met enkele snelle
passen is de Noorman bij het
rustbed van de hooglander. Dan
staat hij als aan de grond gena
geld stil... de gewonde was ver
dwenen...
men door het optreden van de
heer H. Dijkstra, uit de Ternate-
straat te Delft.
De heer Dijkstra stond op
straat toen hij het gillen hoorde
van de oppasser die door de tij
gerin in de kooi werd getrokken.
Hij sprong over het rondom de
circustent aangebrachte hek,
greep een ijzeren staaf van de
grond, ging daarmee de tent bin
nen en bewerkte het roofdier zo
danig, dat het gedwongen werd
zijn prooi los te laten.
MOTORRIJDER
Woensdagmorgen is omstreeks
kwart over negen op de nieuwe
Hilversumse weg de 34-jarige
motorrijder C. G. uit Aalsmeer
verongelukt. Hij kwam met
grote snelheid uit de richting
Aalsmeer en vloog in de bocht
tegen een vrachtauto met aan-
aanhangwagen, waardoor hij van
zijn motor werd geslingerd. Daar
bij drong een haak, die aan de
zijde van de auto was bevestigd,
htem boven het oog in het hoofd.
Levensgevaarlijk gewond is de
man naar de Majellastichting
overgebracht.
PSEUDO VOGELPEST IN
OUDENBROEK.
Onder de pluimveestapels der
landbouwers Joh. van Oene en E.
van 't Hof, in de buurtschap 't
Loo bij Oldenbroek is pseudo-
vogelpest geconstateerd.
Beide pluimveestapels, bestaan
de uit 400 kippen en 600 jonge
hanen alsmede 150 kiepen, wer
den afgemaakt.
„PRESIDENT ROBERT"
STAAT VOLGENDE MAAND
TERECHT.
De rechtbank te Maastricht zal
volgende maand de zaak van
„president Robert" behandelen.
Deze „president", de 31jarige A.
T. L., zal terechtstaan verdacht
van oplichtingen. Hij zou zijn
neef J. L., hebben opgelicht voor
f 4000 en de vroegere Heeriense
leraar A. R. voor 58.000. Deze
laatste heeft een aanklacht tegen
L. ingediend.
De verdachte kocht enkele ja
ren geleden met geld van ande
ren een luxe jacht en begon met
een gezelschap welgestelde men
sen een zwerftocht langs de kus
ten van Europa en Noord-Afrika.
Hii is een tijdlang bij prof. dr
Baan te Utrecht in observatie ge
weest. Voor de rechtbank zal hij
worden verdedigd door mr J.
Stroom uit Maastricht. Op welke
dag in Juni de zaak voorkomt is
nog niet vastgesteld.