Gevaarlijke ontwikkeling
in 't Verre Oosten
wet op
Het ontwerp
de Watersnoodschade
De kwestie Iriëst
CHINEZENWIJK
DE WERELD DER INSECTEN
tweede blad
Generaal Sad Piao bouwt machtigst Aziatisch
er aller tijden
legi
VEILIGHEIDSRAAD
Zaterdag 17 October 1953
8e Jaargarag No. 2974
31 2 miliiosn Chinezen onder cie
wapenen en 1500 piloten per maand
De Perzische
oliekwestie
Overstromingen in
Noord-Spaanse
provincie
Regering bereid tegemoet te komen aan
verschillende wensen
De emigratie van
Duitsers
Jongen door een
ruit geworpen
Ambonnese vrouw
vermoord
Verkeersongevallen
in Den Haag
Cin IJas Song
Iets over bladluizen
DE VRIJE ZEEUW
Het bericht van het sluiten van de wapenstilstand in Panmoen-
djon werd indertijd in Amerika, dat de voornaamste last van de
Koreaanse oorlog had te dragen, met een zucht van verlichting
ontvangen. Thans, nauwelijks drie maanden later, heeft dit gevoel
van opluchting duidelijk plaats gemaakt voor nieuwe beklemming.
Spreekt men op het ogenblik met Amerikanen, die zich voor de
buitenlandse politiek interesseren, over Korea, dan krijgt men bijna
de indruk, dat zij terugverlangen naar de toestand van oorlog.
Volgens inlichtingen uit be
trouwbare bron is de speciale
commissie van de Perzische re
gering voür het olievraagstuk
gereed om binnen enkele dagen
rapport uit te brengen aan pre
mier Zahedi. Men verwacht, dat
Herbert Hoover Jr. binnenkort
uit Amerika in Perzië zal aanko
men om de weg te bereiden voor
rechtstreekse onderhandelingen
tussen de Perzische en Britse
autoriteiten.
Nu is er inderdaad veel, dat
het bestand de Amerikanen een
lelijke smaak in de mond geven.
De Yankees hebben nooit kunnen
verkroppen, dat politieke rede
nen hen er toe dwongen, het for
ceren van een militaire overwin
ning uit de weg te gaan. Dat zij
op het slagveld genoegen moes
ten nemen met een soort gelijk
spel, kwetste hun nationale trots.
Onmiddellijk na het bestand
troostten velen zich nog met de
gedachte, dat wat hun in de strijd
werd onthouden, namelijk de her
eniging van Korea, misschien
nog zou worden bereikt op de te
houden politieke conferentie.
Natuurlijk was dat van het be
gin af een hersenschim en dat
wisten ook de verantwoordelijke
leiders, maar zij misten de moed
dit tegenover hun volk en de
Zuidkoreanen te bekennen.
Maar op den duur hebben zij
het natuurlijk niet verborgen
kunnen houden, dat de commu
nisten op zijn best bereid zijn tot
een herstel van de toestand van
vóór de oorlog en in het geheel
niet zijn gebrand op het houden
van een vredesconferentie.
Wisjinsky hééft uit den treure
herhaald, dat de communisten
slechts naar de conferentie wil
len komen, indien daar ook de
Aziatische „neutralen" verschij
nen. Van hen hebben de Ameri
kanen en Zuid-Korea echter niets
te verwachten. Over het alge
meen onderschrijven landen als
India en Indonesië wel de Ame
rikaanse politiek, die gericht is
op de „indamming" van het
communisme in hun werelddeel,
maar tegen de uitvoering daar
van hebben zij grote bezwaren.
Zo gelooft een invloedrijke Azia
tische staatsman als Nehroe vast
dat Washington met zijn steun
verlening aan figuren als Syng-
man Rhee en Tsjang Kai-Tsjek
volkomen op de verkeerde weg
is.
ROOD CHINA BEWAPENT
sche steun hard gewerkt aan de
opbouw van een moderne lucht
macht. Ongeveer 1500 Chinese
piloten verlaten thans iedere
maand de opleidingskampen en
volgens betrouwbare inlichtingen
voorziet de Sowjet-Cnie de Chi
nese luchtmacht in snel tempo
van straaljagers, middelzware en
zware bommenwerpers.
Het staat vast, dat een derge
lijke omvangrijke en moderne
strijdmacht als China thans op
bouwt, alleen al door haar aan
wezigheid in staat zal zijn een
enorme politieke druk op geheel
Oost- en Zuid-Oost-Azië uit te
oefenen.
NIET MEER TE SCHEIDEN.
Nog enige wetenswaardigheden
omtrent China zijn inmiddels ter
kennis van de Amerikanen ge
komen:
1. Op een tegenstelling Peking
Moskou mag niet worden ge
hoopt; uiterst voorzichtig ma
noeuvrerend en er nauwlettend
op toeziende, dat de Chinese na
tionale trots niet wordt gekwetst,
is het Kremlin er in geslaagd op
alle sleutelposities vertrouwens
mannen te plaatsen.
2. De handel tussen China en
de overige landen van het com
munistische blok heeft een
enorme omvang aangenomen en
het heeft daarom geen enkele
zin te jammeren over het kleine
beetje handel, dat sommige wes
telijke landen met China drijven.
3. Peking is beslist niet be
reid een toelating tot de Verenig
de Naties en erkenning van het
regime van Mao Tse-toeng met
aanzienlijke concessies te kopen.
Natuurlijk is het voor de Ame
rikanen nuttig langzamerhand
ten aanzien van China tot juis
tere inzichten te komen. Maar de
regering krijgt het daardoor nog
niet gemakkelijker. De verdeeld
heid tussen de voorstanders van
een „flinke politiek" en degenen,
die zoals Stevenson aandringen
op pogingen tot het bereiken van
Tot nu toe zijn 33 inwoners
der Noordspaanse provincie Gui-
puzcoa het slachtoffer geworden
van overstromingen in dit ge
bied; 22 hunner zijn, als gemeld,
om het leven gekomen bij een
autobusongeluk, dat een gevolg
was van de overstromingen.
Het Spaanse Roode Kruis heeft
een trein gezonden naar het dis
trict Loyola nabij San Sebas-
tiaan, om de slachtoffers van de
watersnood weg te voeren.
De stad Renteria Ijeeft grote
schade geleden. Een meisje is
door het geweld van de stroom
meegesleurd. De fabrieken van
de stad Andoain hebben ernstig
geleden door waterschade.
De weg- en telefoonverbindin
gen tussen Madrid en Guipuzcoa
zijn geheel verbroken. De treinen
tussen San Sebastiaan en Bilbao
rijden niet meer. In het gehele
In het verslag van de avondvergadering der Tweede Kamer
van Donderdag is melding gemaakt van een verslag van het
nader overleg van de commissie van voorbereiding inzake het
ontwerp-wet op de watersnoodschade 1953 met de regering
omtrent de ingediende amendementen. Uit dit verslag blijkt,
dat de regering bereid was tegemoet te komen aan de wensen,
die in verschillende amendementen waren neergelegd.
een algeheel vergelijk met de j Baskenland is het treinverkeer
communisten, blijft I tot stilstand gekomen.
Er is meer, dat de Amerikanen
met hun grote strategische en in
mindere mate ook economische
belangen in het Verre Oosten na
het bestand dwars is komen te
zitten. Maanden geleden gaf de
nieuwe voorzitter van het Ame
rikaanse comité van chefs van
staven, admiraal Radford, uiting
aan de mening, dat de vrije we
reld het zich niet zou kunnen
veroorloven, de consolidatie en
ontwikkeling van een communis
tische macht in China toe te
Joseph Alsop, toch werkelijk
geen scherpslijper, die door de
„New York Herald Tribune" naar
Honkong is gestuurd, meldt
thans uit dit kijkgat in het „bam
boe gordijn" dingen, die Rad
fords waarschuwing maar al te
begrijpelijk maken en tegelijk
twijfel wakker roepen aan de
juistheid van het besluit der wes
telijke politici, de Chinese com
munisten een wapenstilstand op
gunstige voorwaarden toe te
staan.
Uit hetgeen Alsop heeft verno
men, blijkt duidelijk, dat commu
nistisch China binnen afzienbare
tijd het wankele evenwicht der
krachten in Oost- en Zuid-Oost-
Azië geheel zal hebben verstoord.
De in Moskou opgeleide generaal
Lin Piao, die indertijd MacAr-
thurs troepen van de Jaloe ver
dreef en inmiddels tot de mach
tigste militair in China is gewor
den de uit de tijd van de bur
geroorlog beroemde Tsjoe Teh is
geheel naar de achtergrond ge
schoven is druk in de weer
China van een moderne strijd
macht te voorzien.
Vierhonderd duizend Duitsers
zijn na de oorlog geëmigreerd en
merkwaardigerwijze is het groot
ste aantal niet gegaan naar een
overzees immigratieland, doch
naar Frankrijk.
In Frankrijk zijn 70.000 Duit
sers achtergebleven, die daar als
krijgsgevangene waren gekomen
en geen lust hadden om naar het
vaderland terug te keren. Op de
zelfde wijze zijn 20.000 Duitsers
in Engeland achtergebleven.
Het grootste aantal echte Duit
se emigranten heeft Canada op
genomen. Sedert in 1951 Duits
land in de migratieplannen werd
opgenomen zijn meer dan 60.000
Duitsers daarheen verhuisd.
Naar Australië zijn 17.000
Duitsers gegaan, naar Zuid-Afri-
ka 7.000 en naar Argentinië 6.000.
De trek naar Zuid-Amerika vond
in de eerste jaren na de oorlog
plaats, toen vele besmette Duit
sers daar een goed heenkomen
zochten. In de laatste tijd trach
ten echter vele Zuidamerikaanse
landen Duitse vaklieden aan te
werven. De emigratie van Duit
sers naar de Verenigde Staten is
pas kort geleden begonnen en zij
is vastgesteld op een aantal van
26.000 per jaar.
De Amerikaanse afgevaardigde
Lodge heeft Vrijdag in de Veilig
heidsraad het Russische verzoek
om de kwestie-Triëst te bespre
ken een „propagandamanoeuvre"
genoemd, die bedoeld was om
„zoveel mogelijk onrust te schep
pen". Volgens Lodge was het
Sowjet-vocrstel om de Zwitserse
kolonel te benoemen' tot gouver
neur van Triest „geen ernstig be
doeld plan", doch hij zou zich
niet verzetten tegen opneming
van dit punt op de agenda.
Wysjinsky, de Sowjet-gedele-
geerde, zei echter, dat de ge
beurtenissen in Triëst „een be
dreiging van de internationale
vrede en veiligheid" inhielden.
Uit recente gebeurtenissen in
Zuid-Slavië was gebleken, zo zei
hij, dat de politieke sfeer een
toestand van spanning had be
reikt. Verwikkelingen in een be
paald gebied zouden volgens hem
zonder twijfel van invloed zijn
op andere gebieden in de wereld.
Het Sowjet-voorstel te zien als
een zuivere propaganda-manoeu
vre was volgens "Wysjinsky „een
geheel onjuiste en misleidende
beoordeling van het gehele ver
loop der gebeurtenissen".
Lodge voerde als eerste het
woord op deze vergadering van
de Veiligheidsraad, die op ver
zoek van Wysjinsky was uitge
schreven. Hij verklaarde, nadat
voorzitter Borberg (Denemarken)
om commentaar op aanvaarding
van het Sowjet-voorstel als agen
dapunt had gevraagd, dat het
Brits-Amerikaanse besluit om de
zóne „A" van Triëst over te dra
gen aan Italië „een eerlijke po
ging is om het evenwicht in een
zeer belangrijk gebied in Europa
te versterken en tot een duurza
me oplossing van het vraagstuk-
Triëst te komen."
Deze opvatting werd volgens
Wysjinsky „tegengesproken door
de feiten". Een analyse van de
betrekkingen tussen Italië en
Zuid-Slavië was voldoende om
aan te tonen, dat een kloof be- I
stond, die vrede en veiligheid in
gevaar zou brengen, zo verklaar
de hij.
Lodge verwees voorts naar de
verklaring van premier Malen
kof van Augustus j.l., dat de
Sowjet-Unie van mening blijft,
dat er op het ogenblik geen me
ningsverschillen of hangende
kwesties bestaan, die niet op
vreedzame wijze en op basis van
wederzijdse overeenkomst tussen
de betrokken landen kunnen
worden geregeld". Hij zei te ho
pen, dat Wysjinsky's uitlatingen,
steeds nader tot de strekking van
deze woorden zouden komen.
Wysjinsky daarentegen ver
klaarde, dat de Sowjet-Unie niet
zou „santionneren", dat de kwes
tie wordt opgelost door drie, vier
of vijf mogendheden, omdat het
„geen particuliere aangelegen
heid van deze staten is", doch een
zaak van „grote historische en
politieke betekenis", waar niet
slechts Europa, doch de gehele
wereld belang bij heeft. Het Ita
liaanse vredesverdrag was, naar
hij zei, zorgvuldig opgesteld en
„eiste, dat tenminste de eerste
stap wordt ondernomen, n.l. de
benoeming van een gouverneur".
Dit kan niet langer worden uit
gesteld, aldus de Sowjet-afge-
vaardigde.
Omtrent een amendement van
de heer C. van den Heuvel (A.R.)
strekkende tot vermindering
van het percentage van 25, be
neden hetwelk de waardever
mindering van gronden, welke
na herstel overblijft, niet ver.
goed wordt, tot 10 werd geen
overeenstemming bereikt. Ter
vergadering heeft de voorsteller
echter meegedeeld, dat hij niet
zal vasthouden aan zijn amen
dement.
De regering verklaarde zich
bereid art. 12, dat de bijdragen
in de herstelkosten regelt, aldus
te wijzigen, dat herstelkosten
tot 1000 integraal zullen wor
den vergoed en daarboven tot
een onbeperkt bedrag van 75
procent, terwijl voor één pand
dit cijfer 75 zal worden gewij
zigd in 90.
Voorts verklaarde zij zich be
reid voor de herstelkosten bo
ven 1000 beroep mogelijk te
maken. De heren Ten Hagen
(Arb.) en Van Vliet (K.V.P.)
trokken hun amendementen ter
zake van deze toezeggingen in.
De regering verklaarde zich
bereid de inhoud van een amen
dement van de heer Ten Hagen
(Arb.) beogende de mogelijk
heid te openen om zoutschade
aan gebouwd onroerend goed,
welke zich reeds heeft geopen
baard of zich nog zal openbaren,
eventueel naast herstel, voor
zover dit mogelijk is af te ko
pen over te-nemen met dien
verstande, dat de nadere rege
len niet bij K. B., zoals de heer
Ten Hagen wilde, doch bij mi
nisteriële beschikking zullen
kunnen worden getroffen. De
voorsteller heeft daarop ook dit
amendement ingetrokken.
In art. 13 worden geregeld de
bijdragen voor een onherstel
baar beschadigd gebouw onroe
rend goed. Op dit artikel waren
ingediend een amendement van
de heer Ten Hagen strek
kende om bij de bepaling van de
ouderdom van een onherstel
baar pand rekening te houden
Donderdagavond werd de 33-
jarige koopman H. V., die een
borreltje had gedronken, in de
Vlamingstraat te Den Haag las
tig gevallen door een paar scho
lieren van de ambachtsschool.
V. nam dit niet, .greep één van
de jongens in de kraag en mikte
hem door de ruit van het City
House. Gezien het feit, dat de
ruit een oppervlakte had van
4,20 bij 2,60 meter, was de ma
teriële schade nog al aanzienlijk.
V. werd meegenomen naar het
bureau, evenals zijn plaaggeest.
met bepaalde verbouwingen en
één van de heer C. van den
Heuvel (A.R.)strekkende om
voor alle panden nooit meer dan
20 procent af te trekken wegens
hun ouderdom.
De regering was niet bereid
het laatstbedoelde amendement
te aanvaarden. Zij meende, dat
daardoor de eigenaren van de
talrijke oude en slechte wonin
gen in het rampgebied bevoor
deeld zouden worden. Ook tegen
het eerste amendement had zij
bezwaren. Dit zou haars inziens
leiden tot perfectionisme, zeker
indien geen objectieve normen
worden aangegeven.
De voorstellers handhaafden
hun amendement, doch de heer
Ten Hagen wijzide het zijne
teneinde vast te leggen, dat naar
objectieve normen moet worden
beoordeeld, of een verbouwing
heeft plaats gehad, die in bete
kenende mate de toestand van
het pand heeft beïnvloed.
De regering bracht in art. 14,
regelende de bijdragen voor
schade aan een boerderij, nog
een wijziging aan, teneinde een
gerezen twijfelpunt weg te ne
men. Voorts verklaarde zij dat
één dienstwoning bij een boer
derij geacht zal worden tot het
boerderij complex te behoren.
Met betrekking tot art. 28,
volgens hetwelk op elke per
schade-geval berekende bijdra
ge een aftrek van 50 zou wor
den toegepast, verklaarde de re
gering zich bereid tot een zoda
nige wijziging, dat schade bene
den 50 per geval niet zal wor
den uitbetaald en dat van de
totale schade van elke recht
hebbende slechts eenmaal 50
zal worden afgetrokken.
Op art. 29, de huurvergoeding
betreffende, waren 2 amende
menten ingediend, n.l. door de
heren Van Vliet (K.V.P.) en Ten
Hagen (Arb.. Beide amendemen
ten bedoelen een recht op huur
vergoeding te geven. De rege
ring verklaarde de inhoud van
het amendement Van Vliet met
enige wijziging te willen overne
men. De heer Ten Hagen trok
daarop zijn amendement in.
De regering verklaarde zich
bereid over te nemen een amen
dement van de heer Ten Hagen
(Arb.) om beroep en hoger be
roep mogelijk te maken door de
tekst van art. 32 zelf. In dit art.
wordt geregeld de bijdrage wel
ke op verzoek wordt toegekend,
als een onherstelbaar bescha
digd pand niet wordt vervan
gen.
In art. 54 wordt de mogelijk
heid geopend om credieten te
verlenen voorzover geen bijdrage
wordt verleend. Op dit artikel
had de heer Van den Heuvel
(K.V.P.) een amendement in
gediend, strekkende om de ver
legging van credieten in be
paalde gevallen dwingend voor
te schrijven. De regering ver
zette zich met kracht tegen deze
gedachte. 'Zij wilde niet verder
gaan dan het openen van de
mogelijkheid, dat van rijkswege
credieten worden verleend. An
ders ontbreekt voor de hierbij
betrokkenen de prikkel om te
trachten bij de normale crediet-
instellingen credieten te ver
krijgen.
Na beraad trok de heer Van
den Heuvel het amendement in.
Volgens de oorspronkelijke
tekst van art. 58 krijgt dè eige
naar van een goed, waarvoor
vergoeding van oorlogsschade is
verkregen, een recht op een ho
gere uitkering. Deze kan, zo zei
de heer Ten Hagen in de
toelichting op een amendement
op dit artikel, echter een nieuwe
eigenaar zijn, die daarop dus
geen recht behoeft te hebben.
Daarentegen zou de oorlogsge
troffene zelf, die nu slachtoffer
van de watersnood is, in dit ge
val geen recht op die hogere
bijdrage hebben. Zijn amende
ment wilde dit voorkomen. De
regering nam dit amendement
over.
De echtgenoot van de 21-
jarige Abonnese vrouw Tahalele,
die tegenover de politie heeft
bekend zijn vrouw van een brug
af in de rivier te hebben gewor
pen is te Grave ingesloten.
Inmiddels is gebleken dat de
man sinds enige tijd een ver-,
houding had met een fabrieks
meisje uit Nijmegen. De politie
zet het onderzoek voort, ten
einde het motief tot het misdrijf
te kunnen vaststellen.
In de week van 8 tot 14 Octo
ber werden in Den Haag niet
minder dan 185 verkeersonge
vallen genoteerd. Er vielen daar
bij 2 doden te betreuren. Negen
personen werden ernstig ge
wond en 30 licht. In 5 gevallen
werd zware materiële schade
aangericht en m 129 lichte. Be
oorzaken waren zoals altijd de
zelfde.
In geautoriseerde bewerking uit het Amerikaanse door
E. VEEGENS—LATORF.
60)
(Nadruk verboden)
3<A MILLIOEN 31 AN
Twee landlegers vormt Lin
Piao. Het ene, de „koeng", om
vat een millioen man en is in
hoofdzaak bestemd om rust en
orde in het uitgestrekte Chinese
rijk te handhaven. Daardoor
wordt het tweede geregelde leger
geheel vrijgemaakt voor zuiver
militaire doeleinden. En dit leger
zal tenminste 2,5 millioen man
tellen.
Daarnaast wordt met Russi-
Tegen de tijd, dat de Verenig
de Staten in oorlog kwamen,
zonden zij ongeveer zeven mil
lioen Amerikaanse dollars per
maand naar huis. Een belangrijk
deel hiervan kwam van de Chi
nezen in Amerika, en hiervan
waren de voornaamste bronnen
de Chinese wasmannen en de
restauranteigenaars.
Iedereen wist dat het Mand-
sjoe keizerrijk hoofdzakelijk met
het geld van de wasmannen was
omvergeworpen, en nu gaven zij
opnieuw om hun land te redden.
Tom Fong Sr. droeg zijn hoofd
rechtop. Hij had zich nooit met
de politiek bemoeid. Tien jaar
geleden was hij blij geweest toen
de Nationalistische revolutie van
Kanton uit begonnen was. Revo
luties schenen altijd uit Kanton
te komen.
De revolutionairen trokken naar
het Noorden en brachten de een
heid in China. Hij was blij en
daarbij was het gebleven. Maar
nu gebeurde er plotseling iets,
dat hem zeer na aan het hart
ging. Hij was in dit land heen en
weer gedreven en hij had zich
zijn weg gebaand zoals het wa
ter, dat symbool van Taoistische
wijsheid, dat de lage plaatsen
zoekt en overal doordringt. Laot-
se's philosophie, zoals hij die uit
de Chinese spreekwoorden ken
de, was de philosophie van het
zich verschuilen, van het zoeken
van de nederigen en het zich dom
voordoen, van de kracht van de
zachtheid en de zegen van de
ootmoed, de schijnbare onnozel
heid van de ware wijzen, de
domheid van de praatzieken, het
tactische voordeel van zich stil
te houden en de ijdelheid van
twist en strijd. Deze philosophie
was in waarheid Tom Fongs
levenshouding.
Laotse had gelijk; zij, die de
nederige plaatsen innemen, kun
nen nooit omvergeworpen wor
den.
Hoe worden de rivieren en de
[zeeën de Meesters der
[Ravijnen?
Door in de laagte te blijven
[stromen.
Daardoor worden zij Meesters
[der Ravijnen.
En zo zochten Tom Fong en
zijn volk de lage plaatsen en
drongen overal door en bleven
voortbestaan als de zee.
De beste mens is als water;
Water is goed voor alle dingen
En wedijvert niet met hen.
Het blijft op de lage plaatsen,
[die allen verachten
Waarin het de Tao nabijkomt.
Hoe kan de gewone mus zich
vermenigvuldigen en verbreiden
en overal bestaan? Waarom heeft
hij zo dicht bij de mensen onge
deerd kunnen voortleven en is
toch de talrijkste soort in de we
reld geworden? Omdat zijn veren
grauw zijn, omdat hij geen strijd
voert en door de mensen niet
wordt opgemerkt.
Tom Fong was er zo aan ge
wend geraakt „Langstraart" te
worden genoemd, dat het hem
niet meer kwetste. Zelf had hij
niet Laotse's uitspraak gelezen:
„Zij, die de laster van de wereld
moeten verdragen, zijn de pijlers
van de staat." Maar het zat in
zijn bloed. „De oprechten geloof
ik; de leugenaars geloof ik ook."
Hoe kon de wereld Tom Fong ra
ken, gepantserd met een ondoor
dringbaar harnas van weten en
doen alsof hij niet wist?
Maar Tom Fong was ook men
selijk. Hoewel hij zich niet met
andermans zaken bemoeide en
niet aan politiek deed, zag hij
graag, dat zijn eigen land sterk
was. De Chinese emigranten wa
ren aan de Westkust verjaagd,
vermoord en beroofd en uit
Mexico verdreven, uit Australië,
uit Nieuw-Zeeland, uit Afrika, en
hun eigen regering had hen nooit
kunnen beschermen. Toen China
zichzelf van de blanke mens wil
de losmaken, stond de blanke
mens aan zijn deur met oorlogs
schepen. Toen Amerika zichzelf
van de gele arbeidskracht wilde
losmaken, sloot het eenvoudig
zijn deuren. Het was dit langdu
rige, opgekropte gevoel van on
billijk te zijn behandeld, van
her- en derwaats te worden ge
trapt en Langstaart te worden
genoemd, dat maakte, dat de Chi
nese emigranten millioenen dol
lars naar China stuurden toen de
hoop bestond China daarmee
sterk te maken. Tom Fong voel
de het zo, en iedere wasman in
Amerika voelde het zo.
Flotseling was de Amerikaanse
houding veranderd. Het Chinese
leger vocht en hield hardnekkig
stand in Shanghai, toen Chapei
en Kiang tot een hel van bommen
en granaatvuur waren geworden.
Dagelijks stonden er in de kranten
nieuwe staaltjes van Chinese hel
denmoed. De Amerikanen begon
nen de Chinezen op hun rug te
kloppen en zij meenden het op
recht. „Tom Fong, kop op. Je
land vecht tegen de Jappen!"
Tom Fong voelde 'n warme gloed
van nationale trots als een ver
rassing, als iets dat hij niet ver
wacht had. Hij was nog niet ver
genoeg gevorderd in de Taoisti
sche philosophie om te weten, dat
zij die je vandaag op je rug klop
pen je misschien morgen in je
gezicht slaan.
(Wordt vervolgd).
In een vorig artikeltje over in
secten vermelden wij terloops,
dat onderzoekingen in de insec
tenwereld soms grote moeilijk
heden met zich brengen, maar
dat de ontdekkingen, die meer
malen worden gedaan, zo interes
sant zijn, dat een entomoloog
daarmee al zijn moeite ruim
schoots beloond acht.
Een voorbeeld van een onge
dachte uitkomst was het onder
zoek naar de wijze van voortplan
ting van de bladluizen. Op het
eerste gezicht een onderzoek,
waarvan slechts weinigen het
nut en de noodzaak zullen inzien,
maar deze noodzaak was er dege
lijk. Bladluizen in velerlei soor
ten vormen een plaag voor land-,
tuin-, ooft- en bosbouw en een
onderzoek naar de levensgewoon
ten van die diertjes was dan ook
geen pure liefhebberij van vol
bloed geleerden, maar was be
gonnen om deze plaag met suc
ces te kunnen bestrijden.
Normaal is de gang van zaken
in de insectenwereld, dat be
vruchte vrouwtjes eieren leggen,
daaruit larven komen en daaruit
weer mannelijke en vrouwelijke
insecten. Dat bij de bladluizen
de gang van zaken enigszins an
ders moest zijn, ontdekte men al
spoedig, maar eer men precies
wist hoe het wèl ging, duurde
langere tijd!
Men kon vrij eenvoudig vast
stellen, dat in het voorjaar uit
de overwinterde eitjes jongen
werden geboren, maar vreemd
genoeg allemaal wijfjes. Bij ver
der onderzoek kwam vast te
staan, dat de millioenen bladlui
zen, die steeds maar generatie
op generatie ter wereld kwamen,
afkomstig moesten zijn van de
eerste wijfjes, maar tegen alle
verwachtingen in waren nergens
mannetjes te bespeuren en bo
vendien bleken alle nieuwe ge
slachten ook van het vrouwelijk
geslacht te zijn! Pas tegen de
winter werden mannetjes en
vrouwtjes ontdekt en ook weer
eitjes, die overwinterden.
Tenslotte kwam vast te staan,
dat de uit de overwinterde eitjes
komende bladluizen allemaal
vrouwtjes waren; dat deze zon
der bevruchting weer nieuwe ge
slachten van enkel vrouwtjes
voortbrachten en dat pas tegen
de winter één generatie manne
tjes werd geboren, die na paring
stierven terwijl ook dit laatste
geslacht vrouwtjes, na eitjes te
hebben gelegd, die volgend voor
jaar de soort in stand moesten
houden, het tijdelijke met het
eeuwige verwisselde.
Bijzonder eigenaardig is ook de
gang van zaken, indien een met
bladluizen bezette boom of plant
overbevolkt dreigt te geraken.
Normaal is, dat bladluizen geen
vleugels hebben en dus gedoemd
zijn om te blijven op de plant,
waarop zij ter wereld komen.
Aangezien de voortplantings-
snelheid van deze diersoort
enorm is, komt er een moment,
waarop geen voedsel voor allen
meer aanwezig is. In dit kritieke
moment laat moeder Natuur zich
van haar slechte zijde zien! In
plaats van ongevleugelde wor
den er dan gevleugelde bladlui
zen geboren, die wèl in staat zijn
een andere plant op te zoeken en
daarop een eigen familie te stich
ten. Wonderbaarlijk genoeg is
deze nieuwe familie weer onge
vleugeld en verschijnen er pas
gevleugelde exemplaren, als de
nood aan de vrouw komt!
Door proeven is bewezen, dat
één en ander inderdaad zo ver
loopt!