Gevaarlijke ontwikkeling in 't Verre Oosten wet op Het ontwerp de Watersnoodschade De kwestie Iriëst CHINEZENWIJK DE WERELD DER INSECTEN tweede blad Generaal Sad Piao bouwt machtigst Aziatisch er aller tijden legi VEILIGHEIDSRAAD Zaterdag 17 October 1953 8e Jaargarag No. 2974 31 2 miliiosn Chinezen onder cie wapenen en 1500 piloten per maand De Perzische oliekwestie Overstromingen in Noord-Spaanse provincie Regering bereid tegemoet te komen aan verschillende wensen De emigratie van Duitsers Jongen door een ruit geworpen Ambonnese vrouw vermoord Verkeersongevallen in Den Haag Cin IJas Song Iets over bladluizen DE VRIJE ZEEUW Het bericht van het sluiten van de wapenstilstand in Panmoen- djon werd indertijd in Amerika, dat de voornaamste last van de Koreaanse oorlog had te dragen, met een zucht van verlichting ontvangen. Thans, nauwelijks drie maanden later, heeft dit gevoel van opluchting duidelijk plaats gemaakt voor nieuwe beklemming. Spreekt men op het ogenblik met Amerikanen, die zich voor de buitenlandse politiek interesseren, over Korea, dan krijgt men bijna de indruk, dat zij terugverlangen naar de toestand van oorlog. Volgens inlichtingen uit be trouwbare bron is de speciale commissie van de Perzische re gering voür het olievraagstuk gereed om binnen enkele dagen rapport uit te brengen aan pre mier Zahedi. Men verwacht, dat Herbert Hoover Jr. binnenkort uit Amerika in Perzië zal aanko men om de weg te bereiden voor rechtstreekse onderhandelingen tussen de Perzische en Britse autoriteiten. Nu is er inderdaad veel, dat het bestand de Amerikanen een lelijke smaak in de mond geven. De Yankees hebben nooit kunnen verkroppen, dat politieke rede nen hen er toe dwongen, het for ceren van een militaire overwin ning uit de weg te gaan. Dat zij op het slagveld genoegen moes ten nemen met een soort gelijk spel, kwetste hun nationale trots. Onmiddellijk na het bestand troostten velen zich nog met de gedachte, dat wat hun in de strijd werd onthouden, namelijk de her eniging van Korea, misschien nog zou worden bereikt op de te houden politieke conferentie. Natuurlijk was dat van het be gin af een hersenschim en dat wisten ook de verantwoordelijke leiders, maar zij misten de moed dit tegenover hun volk en de Zuidkoreanen te bekennen. Maar op den duur hebben zij het natuurlijk niet verborgen kunnen houden, dat de commu nisten op zijn best bereid zijn tot een herstel van de toestand van vóór de oorlog en in het geheel niet zijn gebrand op het houden van een vredesconferentie. Wisjinsky hééft uit den treure herhaald, dat de communisten slechts naar de conferentie wil len komen, indien daar ook de Aziatische „neutralen" verschij nen. Van hen hebben de Ameri kanen en Zuid-Korea echter niets te verwachten. Over het alge meen onderschrijven landen als India en Indonesië wel de Ame rikaanse politiek, die gericht is op de „indamming" van het communisme in hun werelddeel, maar tegen de uitvoering daar van hebben zij grote bezwaren. Zo gelooft een invloedrijke Azia tische staatsman als Nehroe vast dat Washington met zijn steun verlening aan figuren als Syng- man Rhee en Tsjang Kai-Tsjek volkomen op de verkeerde weg is. ROOD CHINA BEWAPENT sche steun hard gewerkt aan de opbouw van een moderne lucht macht. Ongeveer 1500 Chinese piloten verlaten thans iedere maand de opleidingskampen en volgens betrouwbare inlichtingen voorziet de Sowjet-Cnie de Chi nese luchtmacht in snel tempo van straaljagers, middelzware en zware bommenwerpers. Het staat vast, dat een derge lijke omvangrijke en moderne strijdmacht als China thans op bouwt, alleen al door haar aan wezigheid in staat zal zijn een enorme politieke druk op geheel Oost- en Zuid-Oost-Azië uit te oefenen. NIET MEER TE SCHEIDEN. Nog enige wetenswaardigheden omtrent China zijn inmiddels ter kennis van de Amerikanen ge komen: 1. Op een tegenstelling Peking Moskou mag niet worden ge hoopt; uiterst voorzichtig ma noeuvrerend en er nauwlettend op toeziende, dat de Chinese na tionale trots niet wordt gekwetst, is het Kremlin er in geslaagd op alle sleutelposities vertrouwens mannen te plaatsen. 2. De handel tussen China en de overige landen van het com munistische blok heeft een enorme omvang aangenomen en het heeft daarom geen enkele zin te jammeren over het kleine beetje handel, dat sommige wes telijke landen met China drijven. 3. Peking is beslist niet be reid een toelating tot de Verenig de Naties en erkenning van het regime van Mao Tse-toeng met aanzienlijke concessies te kopen. Natuurlijk is het voor de Ame rikanen nuttig langzamerhand ten aanzien van China tot juis tere inzichten te komen. Maar de regering krijgt het daardoor nog niet gemakkelijker. De verdeeld heid tussen de voorstanders van een „flinke politiek" en degenen, die zoals Stevenson aandringen op pogingen tot het bereiken van Tot nu toe zijn 33 inwoners der Noordspaanse provincie Gui- puzcoa het slachtoffer geworden van overstromingen in dit ge bied; 22 hunner zijn, als gemeld, om het leven gekomen bij een autobusongeluk, dat een gevolg was van de overstromingen. Het Spaanse Roode Kruis heeft een trein gezonden naar het dis trict Loyola nabij San Sebas- tiaan, om de slachtoffers van de watersnood weg te voeren. De stad Renteria Ijeeft grote schade geleden. Een meisje is door het geweld van de stroom meegesleurd. De fabrieken van de stad Andoain hebben ernstig geleden door waterschade. De weg- en telefoonverbindin gen tussen Madrid en Guipuzcoa zijn geheel verbroken. De treinen tussen San Sebastiaan en Bilbao rijden niet meer. In het gehele In het verslag van de avondvergadering der Tweede Kamer van Donderdag is melding gemaakt van een verslag van het nader overleg van de commissie van voorbereiding inzake het ontwerp-wet op de watersnoodschade 1953 met de regering omtrent de ingediende amendementen. Uit dit verslag blijkt, dat de regering bereid was tegemoet te komen aan de wensen, die in verschillende amendementen waren neergelegd. een algeheel vergelijk met de j Baskenland is het treinverkeer communisten, blijft I tot stilstand gekomen. Er is meer, dat de Amerikanen met hun grote strategische en in mindere mate ook economische belangen in het Verre Oosten na het bestand dwars is komen te zitten. Maanden geleden gaf de nieuwe voorzitter van het Ame rikaanse comité van chefs van staven, admiraal Radford, uiting aan de mening, dat de vrije we reld het zich niet zou kunnen veroorloven, de consolidatie en ontwikkeling van een communis tische macht in China toe te Joseph Alsop, toch werkelijk geen scherpslijper, die door de „New York Herald Tribune" naar Honkong is gestuurd, meldt thans uit dit kijkgat in het „bam boe gordijn" dingen, die Rad fords waarschuwing maar al te begrijpelijk maken en tegelijk twijfel wakker roepen aan de juistheid van het besluit der wes telijke politici, de Chinese com munisten een wapenstilstand op gunstige voorwaarden toe te staan. Uit hetgeen Alsop heeft verno men, blijkt duidelijk, dat commu nistisch China binnen afzienbare tijd het wankele evenwicht der krachten in Oost- en Zuid-Oost- Azië geheel zal hebben verstoord. De in Moskou opgeleide generaal Lin Piao, die indertijd MacAr- thurs troepen van de Jaloe ver dreef en inmiddels tot de mach tigste militair in China is gewor den de uit de tijd van de bur geroorlog beroemde Tsjoe Teh is geheel naar de achtergrond ge schoven is druk in de weer China van een moderne strijd macht te voorzien. Vierhonderd duizend Duitsers zijn na de oorlog geëmigreerd en merkwaardigerwijze is het groot ste aantal niet gegaan naar een overzees immigratieland, doch naar Frankrijk. In Frankrijk zijn 70.000 Duit sers achtergebleven, die daar als krijgsgevangene waren gekomen en geen lust hadden om naar het vaderland terug te keren. Op de zelfde wijze zijn 20.000 Duitsers in Engeland achtergebleven. Het grootste aantal echte Duit se emigranten heeft Canada op genomen. Sedert in 1951 Duits land in de migratieplannen werd opgenomen zijn meer dan 60.000 Duitsers daarheen verhuisd. Naar Australië zijn 17.000 Duitsers gegaan, naar Zuid-Afri- ka 7.000 en naar Argentinië 6.000. De trek naar Zuid-Amerika vond in de eerste jaren na de oorlog plaats, toen vele besmette Duit sers daar een goed heenkomen zochten. In de laatste tijd trach ten echter vele Zuidamerikaanse landen Duitse vaklieden aan te werven. De emigratie van Duit sers naar de Verenigde Staten is pas kort geleden begonnen en zij is vastgesteld op een aantal van 26.000 per jaar. De Amerikaanse afgevaardigde Lodge heeft Vrijdag in de Veilig heidsraad het Russische verzoek om de kwestie-Triëst te bespre ken een „propagandamanoeuvre" genoemd, die bedoeld was om „zoveel mogelijk onrust te schep pen". Volgens Lodge was het Sowjet-vocrstel om de Zwitserse kolonel te benoemen' tot gouver neur van Triest „geen ernstig be doeld plan", doch hij zou zich niet verzetten tegen opneming van dit punt op de agenda. Wysjinsky, de Sowjet-gedele- geerde, zei echter, dat de ge beurtenissen in Triëst „een be dreiging van de internationale vrede en veiligheid" inhielden. Uit recente gebeurtenissen in Zuid-Slavië was gebleken, zo zei hij, dat de politieke sfeer een toestand van spanning had be reikt. Verwikkelingen in een be paald gebied zouden volgens hem zonder twijfel van invloed zijn op andere gebieden in de wereld. Het Sowjet-voorstel te zien als een zuivere propaganda-manoeu vre was volgens "Wysjinsky „een geheel onjuiste en misleidende beoordeling van het gehele ver loop der gebeurtenissen". Lodge voerde als eerste het woord op deze vergadering van de Veiligheidsraad, die op ver zoek van Wysjinsky was uitge schreven. Hij verklaarde, nadat voorzitter Borberg (Denemarken) om commentaar op aanvaarding van het Sowjet-voorstel als agen dapunt had gevraagd, dat het Brits-Amerikaanse besluit om de zóne „A" van Triëst over te dra gen aan Italië „een eerlijke po ging is om het evenwicht in een zeer belangrijk gebied in Europa te versterken en tot een duurza me oplossing van het vraagstuk- Triëst te komen." Deze opvatting werd volgens Wysjinsky „tegengesproken door de feiten". Een analyse van de betrekkingen tussen Italië en Zuid-Slavië was voldoende om aan te tonen, dat een kloof be- I stond, die vrede en veiligheid in gevaar zou brengen, zo verklaar de hij. Lodge verwees voorts naar de verklaring van premier Malen kof van Augustus j.l., dat de Sowjet-Unie van mening blijft, dat er op het ogenblik geen me ningsverschillen of hangende kwesties bestaan, die niet op vreedzame wijze en op basis van wederzijdse overeenkomst tussen de betrokken landen kunnen worden geregeld". Hij zei te ho pen, dat Wysjinsky's uitlatingen, steeds nader tot de strekking van deze woorden zouden komen. Wysjinsky daarentegen ver klaarde, dat de Sowjet-Unie niet zou „santionneren", dat de kwes tie wordt opgelost door drie, vier of vijf mogendheden, omdat het „geen particuliere aangelegen heid van deze staten is", doch een zaak van „grote historische en politieke betekenis", waar niet slechts Europa, doch de gehele wereld belang bij heeft. Het Ita liaanse vredesverdrag was, naar hij zei, zorgvuldig opgesteld en „eiste, dat tenminste de eerste stap wordt ondernomen, n.l. de benoeming van een gouverneur". Dit kan niet langer worden uit gesteld, aldus de Sowjet-afge- vaardigde. Omtrent een amendement van de heer C. van den Heuvel (A.R.) strekkende tot vermindering van het percentage van 25, be neden hetwelk de waardever mindering van gronden, welke na herstel overblijft, niet ver. goed wordt, tot 10 werd geen overeenstemming bereikt. Ter vergadering heeft de voorsteller echter meegedeeld, dat hij niet zal vasthouden aan zijn amen dement. De regering verklaarde zich bereid art. 12, dat de bijdragen in de herstelkosten regelt, aldus te wijzigen, dat herstelkosten tot 1000 integraal zullen wor den vergoed en daarboven tot een onbeperkt bedrag van 75 procent, terwijl voor één pand dit cijfer 75 zal worden gewij zigd in 90. Voorts verklaarde zij zich be reid voor de herstelkosten bo ven 1000 beroep mogelijk te maken. De heren Ten Hagen (Arb.) en Van Vliet (K.V.P.) trokken hun amendementen ter zake van deze toezeggingen in. De regering verklaarde zich bereid de inhoud van een amen dement van de heer Ten Hagen (Arb.) beogende de mogelijk heid te openen om zoutschade aan gebouwd onroerend goed, welke zich reeds heeft geopen baard of zich nog zal openbaren, eventueel naast herstel, voor zover dit mogelijk is af te ko pen over te-nemen met dien verstande, dat de nadere rege len niet bij K. B., zoals de heer Ten Hagen wilde, doch bij mi nisteriële beschikking zullen kunnen worden getroffen. De voorsteller heeft daarop ook dit amendement ingetrokken. In art. 13 worden geregeld de bijdragen voor een onherstel baar beschadigd gebouw onroe rend goed. Op dit artikel waren ingediend een amendement van de heer Ten Hagen strek kende om bij de bepaling van de ouderdom van een onherstel baar pand rekening te houden Donderdagavond werd de 33- jarige koopman H. V., die een borreltje had gedronken, in de Vlamingstraat te Den Haag las tig gevallen door een paar scho lieren van de ambachtsschool. V. nam dit niet, .greep één van de jongens in de kraag en mikte hem door de ruit van het City House. Gezien het feit, dat de ruit een oppervlakte had van 4,20 bij 2,60 meter, was de ma teriële schade nog al aanzienlijk. V. werd meegenomen naar het bureau, evenals zijn plaaggeest. met bepaalde verbouwingen en één van de heer C. van den Heuvel (A.R.)strekkende om voor alle panden nooit meer dan 20 procent af te trekken wegens hun ouderdom. De regering was niet bereid het laatstbedoelde amendement te aanvaarden. Zij meende, dat daardoor de eigenaren van de talrijke oude en slechte wonin gen in het rampgebied bevoor deeld zouden worden. Ook tegen het eerste amendement had zij bezwaren. Dit zou haars inziens leiden tot perfectionisme, zeker indien geen objectieve normen worden aangegeven. De voorstellers handhaafden hun amendement, doch de heer Ten Hagen wijzide het zijne teneinde vast te leggen, dat naar objectieve normen moet worden beoordeeld, of een verbouwing heeft plaats gehad, die in bete kenende mate de toestand van het pand heeft beïnvloed. De regering bracht in art. 14, regelende de bijdragen voor schade aan een boerderij, nog een wijziging aan, teneinde een gerezen twijfelpunt weg te ne men. Voorts verklaarde zij dat één dienstwoning bij een boer derij geacht zal worden tot het boerderij complex te behoren. Met betrekking tot art. 28, volgens hetwelk op elke per schade-geval berekende bijdra ge een aftrek van 50 zou wor den toegepast, verklaarde de re gering zich bereid tot een zoda nige wijziging, dat schade bene den 50 per geval niet zal wor den uitbetaald en dat van de totale schade van elke recht hebbende slechts eenmaal 50 zal worden afgetrokken. Op art. 29, de huurvergoeding betreffende, waren 2 amende menten ingediend, n.l. door de heren Van Vliet (K.V.P.) en Ten Hagen (Arb.. Beide amendemen ten bedoelen een recht op huur vergoeding te geven. De rege ring verklaarde de inhoud van het amendement Van Vliet met enige wijziging te willen overne men. De heer Ten Hagen trok daarop zijn amendement in. De regering verklaarde zich bereid over te nemen een amen dement van de heer Ten Hagen (Arb.) om beroep en hoger be roep mogelijk te maken door de tekst van art. 32 zelf. In dit art. wordt geregeld de bijdrage wel ke op verzoek wordt toegekend, als een onherstelbaar bescha digd pand niet wordt vervan gen. In art. 54 wordt de mogelijk heid geopend om credieten te verlenen voorzover geen bijdrage wordt verleend. Op dit artikel had de heer Van den Heuvel (K.V.P.) een amendement in gediend, strekkende om de ver legging van credieten in be paalde gevallen dwingend voor te schrijven. De regering ver zette zich met kracht tegen deze gedachte. 'Zij wilde niet verder gaan dan het openen van de mogelijkheid, dat van rijkswege credieten worden verleend. An ders ontbreekt voor de hierbij betrokkenen de prikkel om te trachten bij de normale crediet- instellingen credieten te ver krijgen. Na beraad trok de heer Van den Heuvel het amendement in. Volgens de oorspronkelijke tekst van art. 58 krijgt dè eige naar van een goed, waarvoor vergoeding van oorlogsschade is verkregen, een recht op een ho gere uitkering. Deze kan, zo zei de heer Ten Hagen in de toelichting op een amendement op dit artikel, echter een nieuwe eigenaar zijn, die daarop dus geen recht behoeft te hebben. Daarentegen zou de oorlogsge troffene zelf, die nu slachtoffer van de watersnood is, in dit ge val geen recht op die hogere bijdrage hebben. Zijn amende ment wilde dit voorkomen. De regering nam dit amendement over. De echtgenoot van de 21- jarige Abonnese vrouw Tahalele, die tegenover de politie heeft bekend zijn vrouw van een brug af in de rivier te hebben gewor pen is te Grave ingesloten. Inmiddels is gebleken dat de man sinds enige tijd een ver-, houding had met een fabrieks meisje uit Nijmegen. De politie zet het onderzoek voort, ten einde het motief tot het misdrijf te kunnen vaststellen. In de week van 8 tot 14 Octo ber werden in Den Haag niet minder dan 185 verkeersonge vallen genoteerd. Er vielen daar bij 2 doden te betreuren. Negen personen werden ernstig ge wond en 30 licht. In 5 gevallen werd zware materiële schade aangericht en m 129 lichte. Be oorzaken waren zoals altijd de zelfde. In geautoriseerde bewerking uit het Amerikaanse door E. VEEGENS—LATORF. 60) (Nadruk verboden) 3<A MILLIOEN 31 AN Twee landlegers vormt Lin Piao. Het ene, de „koeng", om vat een millioen man en is in hoofdzaak bestemd om rust en orde in het uitgestrekte Chinese rijk te handhaven. Daardoor wordt het tweede geregelde leger geheel vrijgemaakt voor zuiver militaire doeleinden. En dit leger zal tenminste 2,5 millioen man tellen. Daarnaast wordt met Russi- Tegen de tijd, dat de Verenig de Staten in oorlog kwamen, zonden zij ongeveer zeven mil lioen Amerikaanse dollars per maand naar huis. Een belangrijk deel hiervan kwam van de Chi nezen in Amerika, en hiervan waren de voornaamste bronnen de Chinese wasmannen en de restauranteigenaars. Iedereen wist dat het Mand- sjoe keizerrijk hoofdzakelijk met het geld van de wasmannen was omvergeworpen, en nu gaven zij opnieuw om hun land te redden. Tom Fong Sr. droeg zijn hoofd rechtop. Hij had zich nooit met de politiek bemoeid. Tien jaar geleden was hij blij geweest toen de Nationalistische revolutie van Kanton uit begonnen was. Revo luties schenen altijd uit Kanton te komen. De revolutionairen trokken naar het Noorden en brachten de een heid in China. Hij was blij en daarbij was het gebleven. Maar nu gebeurde er plotseling iets, dat hem zeer na aan het hart ging. Hij was in dit land heen en weer gedreven en hij had zich zijn weg gebaand zoals het wa ter, dat symbool van Taoistische wijsheid, dat de lage plaatsen zoekt en overal doordringt. Laot- se's philosophie, zoals hij die uit de Chinese spreekwoorden ken de, was de philosophie van het zich verschuilen, van het zoeken van de nederigen en het zich dom voordoen, van de kracht van de zachtheid en de zegen van de ootmoed, de schijnbare onnozel heid van de ware wijzen, de domheid van de praatzieken, het tactische voordeel van zich stil te houden en de ijdelheid van twist en strijd. Deze philosophie was in waarheid Tom Fongs levenshouding. Laotse had gelijk; zij, die de nederige plaatsen innemen, kun nen nooit omvergeworpen wor den. Hoe worden de rivieren en de [zeeën de Meesters der [Ravijnen? Door in de laagte te blijven [stromen. Daardoor worden zij Meesters [der Ravijnen. En zo zochten Tom Fong en zijn volk de lage plaatsen en drongen overal door en bleven voortbestaan als de zee. De beste mens is als water; Water is goed voor alle dingen En wedijvert niet met hen. Het blijft op de lage plaatsen, [die allen verachten Waarin het de Tao nabijkomt. Hoe kan de gewone mus zich vermenigvuldigen en verbreiden en overal bestaan? Waarom heeft hij zo dicht bij de mensen onge deerd kunnen voortleven en is toch de talrijkste soort in de we reld geworden? Omdat zijn veren grauw zijn, omdat hij geen strijd voert en door de mensen niet wordt opgemerkt. Tom Fong was er zo aan ge wend geraakt „Langstraart" te worden genoemd, dat het hem niet meer kwetste. Zelf had hij niet Laotse's uitspraak gelezen: „Zij, die de laster van de wereld moeten verdragen, zijn de pijlers van de staat." Maar het zat in zijn bloed. „De oprechten geloof ik; de leugenaars geloof ik ook." Hoe kon de wereld Tom Fong ra ken, gepantserd met een ondoor dringbaar harnas van weten en doen alsof hij niet wist? Maar Tom Fong was ook men selijk. Hoewel hij zich niet met andermans zaken bemoeide en niet aan politiek deed, zag hij graag, dat zijn eigen land sterk was. De Chinese emigranten wa ren aan de Westkust verjaagd, vermoord en beroofd en uit Mexico verdreven, uit Australië, uit Nieuw-Zeeland, uit Afrika, en hun eigen regering had hen nooit kunnen beschermen. Toen China zichzelf van de blanke mens wil de losmaken, stond de blanke mens aan zijn deur met oorlogs schepen. Toen Amerika zichzelf van de gele arbeidskracht wilde losmaken, sloot het eenvoudig zijn deuren. Het was dit langdu rige, opgekropte gevoel van on billijk te zijn behandeld, van her- en derwaats te worden ge trapt en Langstaart te worden genoemd, dat maakte, dat de Chi nese emigranten millioenen dol lars naar China stuurden toen de hoop bestond China daarmee sterk te maken. Tom Fong voel de het zo, en iedere wasman in Amerika voelde het zo. Flotseling was de Amerikaanse houding veranderd. Het Chinese leger vocht en hield hardnekkig stand in Shanghai, toen Chapei en Kiang tot een hel van bommen en granaatvuur waren geworden. Dagelijks stonden er in de kranten nieuwe staaltjes van Chinese hel denmoed. De Amerikanen begon nen de Chinezen op hun rug te kloppen en zij meenden het op recht. „Tom Fong, kop op. Je land vecht tegen de Jappen!" Tom Fong voelde 'n warme gloed van nationale trots als een ver rassing, als iets dat hij niet ver wacht had. Hij was nog niet ver genoeg gevorderd in de Taoisti sche philosophie om te weten, dat zij die je vandaag op je rug klop pen je misschien morgen in je gezicht slaan. (Wordt vervolgd). In een vorig artikeltje over in secten vermelden wij terloops, dat onderzoekingen in de insec tenwereld soms grote moeilijk heden met zich brengen, maar dat de ontdekkingen, die meer malen worden gedaan, zo interes sant zijn, dat een entomoloog daarmee al zijn moeite ruim schoots beloond acht. Een voorbeeld van een onge dachte uitkomst was het onder zoek naar de wijze van voortplan ting van de bladluizen. Op het eerste gezicht een onderzoek, waarvan slechts weinigen het nut en de noodzaak zullen inzien, maar deze noodzaak was er dege lijk. Bladluizen in velerlei soor ten vormen een plaag voor land-, tuin-, ooft- en bosbouw en een onderzoek naar de levensgewoon ten van die diertjes was dan ook geen pure liefhebberij van vol bloed geleerden, maar was be gonnen om deze plaag met suc ces te kunnen bestrijden. Normaal is de gang van zaken in de insectenwereld, dat be vruchte vrouwtjes eieren leggen, daaruit larven komen en daaruit weer mannelijke en vrouwelijke insecten. Dat bij de bladluizen de gang van zaken enigszins an ders moest zijn, ontdekte men al spoedig, maar eer men precies wist hoe het wèl ging, duurde langere tijd! Men kon vrij eenvoudig vast stellen, dat in het voorjaar uit de overwinterde eitjes jongen werden geboren, maar vreemd genoeg allemaal wijfjes. Bij ver der onderzoek kwam vast te staan, dat de millioenen bladlui zen, die steeds maar generatie op generatie ter wereld kwamen, afkomstig moesten zijn van de eerste wijfjes, maar tegen alle verwachtingen in waren nergens mannetjes te bespeuren en bo vendien bleken alle nieuwe ge slachten ook van het vrouwelijk geslacht te zijn! Pas tegen de winter werden mannetjes en vrouwtjes ontdekt en ook weer eitjes, die overwinterden. Tenslotte kwam vast te staan, dat de uit de overwinterde eitjes komende bladluizen allemaal vrouwtjes waren; dat deze zon der bevruchting weer nieuwe ge slachten van enkel vrouwtjes voortbrachten en dat pas tegen de winter één generatie manne tjes werd geboren, die na paring stierven terwijl ook dit laatste geslacht vrouwtjes, na eitjes te hebben gelegd, die volgend voor jaar de soort in stand moesten houden, het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Bijzonder eigenaardig is ook de gang van zaken, indien een met bladluizen bezette boom of plant overbevolkt dreigt te geraken. Normaal is, dat bladluizen geen vleugels hebben en dus gedoemd zijn om te blijven op de plant, waarop zij ter wereld komen. Aangezien de voortplantings- snelheid van deze diersoort enorm is, komt er een moment, waarop geen voedsel voor allen meer aanwezig is. In dit kritieke moment laat moeder Natuur zich van haar slechte zijde zien! In plaats van ongevleugelde wor den er dan gevleugelde bladlui zen geboren, die wèl in staat zijn een andere plant op te zoeken en daarop een eigen familie te stich ten. Wonderbaarlijk genoeg is deze nieuwe familie weer onge vleugeld en verschijnen er pas gevleugelde exemplaren, als de nood aan de vrouw komt! Door proeven is bewezen, dat één en ander inderdaad zo ver loopt!

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1953 | | pagina 5