De lading van de „Flying Enterprise De coup d'état van Zahedi WRIGLEY^ CHINEZENWIJK Bankbiljetten-zending volkomen legaal Een maand vóór de vlucht naar Christchurch De toestand aan de Duitse zonegrens SPAARKAS-KLIMOP De Koningin ontving diplomatieke vertegenwoordigers 777 De sjah liet het werk over aan zijn premier Noodweer boven Warschau Zilveren munten in België alleen voor de spaarpot Oost-Duitsland en de verkiezingen in de bondsrepubliek DE KRIJGSGEVANGENEN TWEEDE BLAD Zaterdag 5 September 1953 8e Jaargang No. 2938 ii vuile Cin \Ju Sang „Om de zending dollarbiljetten ter waarde van ongeveer één millioen gulden, die anderhalf jaar geleden met de „Flying En terprise" naar de bodem van de zee verdween, is volkomen ten onrechte een waas van geheim zinnigheid ontstaan." zo heeft Donderdag de man, op wiens ini tiatief de succesvolle berging uit het w'rak geschied is, een A.N.P.- verslaggever in Amsterdam uit eengezet. Hij is de Engelsman G. Hamil ton Mack, de directeur van het Antwerpse filiaal der Engelse firma Messrs Tyler Co (insu rance adjusters, een soort scha de-expertise bureau) en hij was Donderdag voor zakelijke be sprekingen aanwezig bij de assu radeursfirma B. F. Ranco Men- des Co., F. D. Rahusen, te Am sterdam. Zijn uiteenzetting kwam cp het volgende neer: Zwitserse banken verzonden in December 1951 per post de zending dollarbiljetten naar Amerika. Het betrof een volko men legale, normale retourne ring van bankbiljetten naar hun land van herkomst. In ieder land, en zeker in Zwitserland, dat veel bronnen van inkomsten heeft als toeristenland, komt het voor, dat men een surplus aan buitenlandse bankbiljetten retourneert. De Zwitserse banken verze kerden de kostbare zending zoals gebruikelijk is voor ieder risico tijdens het trans port bij diverse verzekerings maatschappijen, Belgische, En gelse en Nederlandse. Ongeveer een maand na de verzending kwam men tot de ontdekking, dat het geld niet in Amerika was aangekomen, doch spoorloos was verdwenen. De Zwitserse banken spraken daar op de verzekeringsmaatschap pijen aan. Intussen was op 10 Januari de „Flying Enterprise" gezonken, doch op dat moment wist nog niemand, dat de bank biljetten op dit schip beland waren. Op verzoek van de assuradeurs stelde vervolgens het schade-ex pertise bureau Messrs Tyler and Co. een onderzoek in. Het spoor liep naar Hamburg en met me dewerking van de Duitse pos terijen kon men met zekerheid vaststellen, dat de zending aan boord van de „Flying Enterpri se" geladen was. Daarop gingen de verzeke- keringsmaatschappijen er nood gedwongen toe over de gehele schade uit te betalen aan de ge dupeerde eigenaars: de Zwitser se banken. Dat kapitein Kurt Carlsen of zijn superieuren in New York, de firma Isbrandsen, niets wis ten van de zending bankbiljet ten, mag nauwelijks verbazing wekken. Immers, een kapitein kent slechts de aanwezige zak ken van wat hij aan post ver voerd. Welke papieren, brieven of documenten zich daarin pre cies bevinden, is voor hem van geen belang. Dat men de eige naars van de gezonken „Flying Enterprise" anderhalf jaar ge leden niet meteen op de hoogte heeft gesteld, kan evenmin ver wondering wekken. Er zullen talloze firma's zijn geweest, wier goederen met het schip zijn verdwenen. Die firma's beperk ten er zich toe bij hun verzeke ringsmaatschappijen een eis tot schadevergoeding in te dienen. Evenmin lichtten de assura deurs of de firma Tyler de pers in. Een expertise bureau houdt er nu eenmaal niet de gewoonte op na het publiek in te lichten over schade, die zijn opdracht, gevers (de assuradeurs) hebben geleden. De gedupeerde assura. deurs gevoelden daar evenmin behoefte toe. „Heeft iemand tot dusverre gekikt over de andere goederen, die aan boord waren?" vroe.g de heer Hamilton Mack. „Hebben andere firma's meteen breed voerig de pers ingelicht over de volkswagens, de horloges, de koffie, het schroot enz. enz., dat zich eveneens aan boord be vond? Iedereen wist, dat dit vrachtschip niet leeg was en dat met de boot een kostbare lading onder de golven verdween". PRACHTIG BERGINGS WERK. Hoewel in Januari 1951 de vraag werd gesteld of men nog een deel van de lading zou kunnen lichten, ging niemand er toe over, ook Isbrandsen zelf niet. Men meende, dat de ber ging op onverkomelijke moei lijkheden zou stuiten, aangezien het schip bijna 80 meter onder de zeespiegel lag. Zelfs al zou men nog iets naar boven kun nen halen, dan nog meenden de meeste gedupeerden, dat de waarde van de beschadigde goe deren niet de kosten van de ber ging zouden dekken. Doch de heer Hamilton Mack liet het idee niet los. Hem was verzocht naar de bankbiljetten te speuren, niet naar de overige lading, die bij andere assura deurs was verzekerd. Hij had dus uitsluitend contact met de Belgische, Engelse en Neder landse assuradeurs bij wie de zending bankbiljetten verzekerd was geweest. Tot deze maat schappijen wendde hij zich eni ge maanden later met het plan een poging te wagen de bank biljetten op te dispen. Bankbil jetten kunnen namelijk maan denlang in de zee liggen zonder dat ze daardoor noemenswaar dig beschadigd worden. „Er is maar één bergingsfir ma, die dit doen kan," zo zeide deze expert. „Dat is de Italiaan se firma Sorima in Genua. Zij zijn experts in de diepzee-ber ging." Inderdaad was het deze firma geweest, die ruim 20 jaar geleden ook het stoute stukje uithaalde om een millioen pond sterling uit de gezonken „Egypte" op te duiken. De verzekeringsmaatschappij en namen na lange overweging en besprekingen het voorstel aan. De berging zou beginnen, wanneer de weersomstandighe den gunstig waren. Aangezien de zomer reeds verstreken was, wachtte men een jaar lang. Toen toog de „Rostro", het Ita liaanse bergingsvaartuig, van uit de Franse haven Morlaix er op uit. Dat was in Juli j.l. Met een electrisch apparaat, Asdic" genaamd, dat de Britse vloot tijdens de oorlog eveneens gebruikt heeft voor de opspo ring van vijandelijke duikboten, vond men binnen een week de plek, waar het wrak lag. De „Rostro" gooide de ankers uit en duikers daalden af in dui- kersklokken, grote stalen cylin ders met patrijspoorten. Aan de hand van hun telefo nische aanwijzingen liet men vanaf de „Rostro" een lading dynamiet zakken, die dank zij de duikers precies daar op het op zijn zij liggende doch niet gebroken schip kon worden geplaatst, waar men een gat wilde aanbrengen. Nadat de la ding tot ontploffing was ge bracht en het gat geslagen was, liet men van boven af een enor me grijpkraan zakken. Opnieuw gaven de duikers aanwijzingen, zodat de grijp-; kraan tenslotte in het gat ver dween. Dan werden de armen gesloten en trok de „Rostro" de vangst naar boven. Het werk stond onder leiding van de tech nische directeur der Italiaanse maatschappij, Mario Raffaëlli. Dat zowel de assuradeurs, die de opdracht tot de berging had den gegeven, als de heer Hamil ton Mack, die zelf op de „Rostro" aanwezig was, slapeloze nachten hebben gehad over het risico, dat zij namen, behoeft geen be toog. Als men er niet in slaagde de pakken bankbiljetten op deze wijze op te duiken, dan zou de kostbare poging opnieuw een grote schadepost zijn. Geen wonder dat men telkens, wanneer de kraan boven water kwam, met kloppend hart de vangst ging doorzoeken. Wat die kraan allernaar opdiepte is een apart verhaal waard. Naar be kend kwamen er veel volkswa gens boven, veelal verpletterd en altijd waardeloos. Ze werden dan ook meteen weer over boord geworpen. Maar op een dag lieten de grijparmen van de kraan met allerlei papieren en zakken ook 8 zware pakketten cp het dek vallen. En in die pakketten za ten voor ongeveer 750.000 aan dollarbiljetten. Het bergings werk was met succes bekroond. Twee pakketten rusten (ook nu nog) in het wrak. „De biljetten waren absoluut niet beschadigd," vertelde de heer Hamilton Mack. „Ze kon den zo weer worden gebruikt, Dat ze gedroogd moesten worden is een fabeltje." Vervolgens haalde hij uit zijn tas twee gereproduceerde platen van landschappen, afgedrukt op kunstdrukpapier. Ze leken fon kelnieuw. Ook die zijn uit het wrak opgediept bij honderden. Hoewel ze anderhalf jaar, 80 m onder de zeespiegel hebben ge legen, waren ze volkomen onbe schadigd. Waarschijnlijk waren ze bestemd voor de vervaardiging van kalenders. jaar geleden hebben uitgekeerd, worden geretourneerd. Messrs Tyler en Co. zitten nu nog met 1500 bijna onbeschadig de fraaie Zwitserse horloges, van wie de verzenders niet be kend zijn. Ook deze horloges zijn uit het wrak opgediept. De Zwitserse fabriek kan uit haar administratie niet meer nagaan aan wie ze zijn geleverd. „Zal het publiek nu weer den ken, dat het dus wel een zwarte zending horloges zal zijn?" vroeg de heer Hamilton tot slot. „Dat is niet te hopen. De ver zenders hebben er destijds geen woorden meer aan vuil gemaakt. Zij hebben de schade vermoede lijk vergoed gekregen. In die tijd was het slechts kapitein Kurt Garlsen, waar men over schreef. Als iemand zou hebben gezegd: Er zitten 1500 horloges van mij aan boord van dat schip, zou niemand naar hem geluisterd hebben. Wie thans kan aantonen, dat hij de recht matige eigenaar is, kan ze als nog terugkrijgen". WIE VERZOND HORLOGES? DE De berging is dus een com pleet succes geworden. Niet al leen het grootste gedeelte van het geld is terug, doch tevens heeft de „Rostro" allerlei andere goederen opgediept die eveneens Tuiteraard tegen een bepaalde vergoeding voor het bergings werk) aan de eigenaars dan wel aan de verzekeringsmaatschap pijen die de schade al ruim een Alle beschikbare reserves van de Westduitse grenspolitie zijn naar de grens met O.-Duitsland gezonden om een stroom van duizenden communistische agenten te stuiten, zo is van de zijde van het Westduitse mini sterie van Binnenlandse Zaken meegedeeld. De manschappen worden on dergebracht in inderhaast ge reedgemaakte zalen en tenten. Ik koop als regel iedere week een zegel! (Kon. gcedgek. 3 Juni 1952) Secretariaat: Margrietstraat 15, Terneuzen. Koningin Juliana heeft Vrij dagmorgen om 11 uur ten pa- leize Korte Voorhout de nieuw benoemde ambassadeur der Sowjet-Unie bij ons hof, de heer Stepan Pavlovitsj Kirsanov, ontvangen, ter aanbieding van diens geloofsbrieven. Voor het paleis stond de ko ninklijke militaire kapel opge steld, evenals een ere-compag- nie, van het regiment luchtdoel artillerie Waalhaven. De Sow- jet-ambassadeur was vergezeld van jhr. D. G. de Graeff, cere moniemeester. De koninklijke militaire kapel speelde het volkslied der Sowjet-Unie. Om half twaalf ontving de Koningin de nieuwe gezant van Mexico bij ons hof, de heer Manuel A. Chavez. Hij was ver gezeld van mr. J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wyborgh, ja- germeesfler in buitengewone dienst van de Koningin. Ook de Mexicaanse gezant bood zijn geloofsbrieven aan. Om 12 uur ontving de Konin gin de Griekse gezant bij ons hof, de heer Nicolas G. Lely. De ze bracht aan de Koningin de dank van Griekenland over voor de grote blijken van meeleven en de steun die van onze Konin gin, de Nederlandse regering en het Nederlandse volk werden ontvangen, bij de aardbevings ramp, die Griekenland heeft ge troffen. Het duurt geen maand meer dat alle vliegtuigen die aan de luchtrace naar Christchurch zui len deelnemen op het vliegveld „London Airport" zullen zijn ver zameld. Op 2 October immers moeten vliegtuigen en beman ningen op „Londen Airport" zijn, al zullen zij eerst op 8 October vertrekken. De toestellen die in de snel heids-afdeling uitkomen worden bijna dagelijks door de beman ningen gevlogen. Hoe dit met de machines en bemanningen van andere landen is, die aan de handicap-afdeling van de lucht race deelnemen is ons niet met zekerheid bekend, maar over de De door het Ned. Roode Kruis georganiseerde geldinzameling voor de slachtoffers van de aardbevingsramp op de Ionische eilanden verloopt uitstekend. Donderdag werd ruim 10.000 op gironummer 777 (ten name van het hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis) gestort. Don derdagavond luidde de stand 139.378,49. Radio-Warschau meldt dat het noodweer, dat boven de Poolse hoofdstad heeft gewoed, veel slachtoffers heeft gemaakt. De radiozender is lange tijd uit de lucht geweest. „The New Statesman and Na tion" schrijft: Het Engelse volk kan momen teel de Perzische politiek het best begrijpen, als het de toe stand aldaar vergelijkt met die van het 16e eeuwse Engeland, toen de continentale mogendhe den in dat land intrigeerden om het onder controle te krijgen; toen het volk er zeer nationalis tisch werd en toen de vorsten er geleid werden door ministers, die de macht in handen hielden zo goed ze konden en die, als ze faalden, werden terechtgesteld als verraders. Misschien heeft iemand in de hele geschiedenis meer overwin ningen in zijn bed gevierd dan Mossadeq. Twee jaar lang heeft hij de storm bezworen door de anti-Britse kampioen te spelen en de anti-imperialistische leider van het Perzische volk voor welk volk hij in feite niets, maar dan ook niets heeft gedaan! c In geautoriseerde bewerking uit het Amerikaanse door E. VEEGENS—LATORF. 24) (Nadruk verboden). Ook voor Flora was het een grote verandering. Zij had zich veel zorgen gemaakt. Bij een schoonmoeder inwonen was een algemene Italiaanse gewoonte en zij had vele Italiaanse fami lies gekend waar de ouders met een getrouwde zoon bleven sa menwonen, maar zij had niet ge weten hoe het met een Chinese schoonmoeder zou zijn. Vol goe de wil en redelijkheid had zij haar taak aanvaard. En nu bleek het best te gaan. Er was geen gekniel en gebuig geweest. Zij ging nog altijd naar haar eigen kerk en vervulde haar gods dienstplichten en er hing een beeld van de Heilige Maagd bo ven haar bed. De familie had zich in geen enkel opzicht met haar geloof bemoeid. De moeder had het koken van haar overge nomen. Eva hielp met vaten was sen en de kinderen waren dol op haar. In zekere zin werd het makkelijker voor haar, toen zij haar plaats in de familie had ge vonden en zij sloeg dit drukke gezinsleven vol belangstelling gade. „Loy", zei zij op een avond tegen haar man, „wanneer zul len wij geld kunnen sparen om onafhankelijk te worden?" „Wat bedoel je?" „Ik bedoel een eigen zaak en een eigen huis hebben echt onafhankelijk zijn?" „Onafhankelijk? Geen sprake van." „Loy, lieveling." „Wat mankeert er aan? Moe der houdt erg veel van je en ik geloof jij ook van haar." „Daar gaat het niet om. Ik heb het heel prettig. Je hebt werke lijk een allerliefste familie en ik beklaag mij nergens over. Maar je weet wel hoe ik het bedoel. Blijft dit altijd zo?" „Lieveling, begrijpt je dat niet? We zijn allemaal één gezin en wij helpen elkaar allemaal. Het geld dat is jouw geld, mijn geld, vaders geld. Het is alle maal één. Wij werken samen, verdienen samen, geven samen uit. Tom en Eva moeten nu naar school. Maar als zij groot zijn zullen zij ook moeten helpen, misschien zelfs om onze kinde ren weer naar school te laten gaan. Wij moeten werken en helpen. Wie kan, helpt meer, wie niet kan helpt minder. Als jij '•swiVi een mantel nodig hebt, koop je een mantel, misschien heb ik een paar schoenen nodig, dan koop ik die ook." „Maar blijft het altijd zo?" „Niets is voor altijd. Maar zo lang de ouders leven, zijn wij één gezin. Als zij dan te oud zijn om te werken, moeten wij voor hen zorgen omdat zij voor ons gezorgd hebben toen wij jong waren. Zo zit het in elkaar." In zekere zin was het waar, wat Loy zei. Zij ging over het geld, maar het was haar eigen geld niet, het was het geld van de familie. HOOFDSTUK V. Zijn opvolger, generaal Zahedi is benoemd •door de zwakke en volgzame sjah. Omdat de sjah op een Engelse school zijn op voeding ontving nemen de Per zen aan, dat de Britten de staats greep op touw hebben gezet. Het enige positieve bewijs daarvoor, aldus het Britse blad, is gelegen in het feit, dat een aantal Engel sen en Amerikanen in Bagdad tevoren een staatsgreep in Tehe ran verwachtten. Of nu de Engelsen of de Ame rikanen Zahedi hebben uitgeko zen om Mossadeq op te volgen, blijft gissen. Generaal Zahedi heeft altijd de feodale grootgrondbezitters ver tegenwoordigd, alsmede de stam hoofden, de min of meer geheim zinnige religieuze leiders en de nogal heftig ingestelde officie ren. Zijn geestesgesteldheid werd gevormd in de dagen van Reza Sjah, de vader van de huidige vorst, die de dynastie met geweid op de troon hielp en die Zahedi tot generaal maakte. Tijdens de oorlog, toen Engeland Perzië be zet hield, was hij de centrale fi guur van de Duitse activiteit in Zuid-Perzië en werd hij gear resteerd door brigadier (toen nog kapitein) MacLean, die in zijn kamer Duitse wapens vond, opium en een compromiterende brief voor de Duitse consul-gene raal in Zuid-Perzië. Gedurende de rest van de oorlog werd hij in Palestina geïterneerd. In 1945 vrijgekomen, nam hij deel aan uit te sluiten uit het Qavam- de actie om de Tudeh-ministers kabinet, een eis overigens, die steund werd door een revolte van stamhoofden, die vrienden van Zahdi waren, en door de Angio Iranian Oil Company. In 1949 was Zahedi een tijdlang hoofd van de nationale politie en hij hoopte toen premier te worden, maar de sjah gaf de post aan Rasmara en Zahedi werd ge troost met de functie van sena tor. Een poosje was hij nog mi nister van binnenlandse zaken in Mossadeq's kabinet, toen de Anglo-Iranian genationaliseerd werd, maar later ontsloeg Mos sadeq hem, omdat hij hem ver dacht van het voorbereiden van een staatsgreep. De 15e Juli '51 werd hij beschuldigd de aansto ker te zijn van troebelen, die een massa doden eisten. Toen hij eindelijk dus zonder officiële functie was gekomen, werd hij leider van de invloedrijke bond van oudofficieren, waarvan het ledental groeide, toen Mossadeq het leger van 200 rechtse officie ren zuiverde, die sympathiek tegenover de sjah stonden. Toen er een einde kwam aan het bondgenootschap van Mossadeq en de godsdienstige leider Kas- hani, onderhandelde Zahedi met Kashani en kort daarna beschul digde MosSadeq hem ervan een bemanning 'en het cabineperso neel van de Douglas DC6a Liftmaster" van de K.L.M. is te melden, dat het merendeel zich thans buiten Europa bevindt. De gezagvoerder van -de „Dr Ir M. H. Damme" in de vlucht naar Christchurch, de heer H. A. A. Kooper, is Woensdag met een Douglas DC 6b lijnmachine naar New-York vertrokken. De eerste officier J. F. Griffith, en de tweede officier, P. J. Aerts, zijn met een „Constellation" onder weg naar Sydney. De derde offi cier J. I. Noomen bevindt zich in New-York. De eerste radiotele grafist J. M. C. Kiepe, is, uit hoofde van zijn functie van chef telegrafist op de Azië en Austra lië routes van de K. L. M., op Schiphol ter beschikking. De tweede radio-telegrafist J. van den Bos is naar Montreal ver trokken. De eerste boordwerk tuigkundige H. van der Ham is in New-York. Naar Tokio zijn de eerste steward L. J. M. Her mans en de tweede steward J. H. Hoftijzer, stewardes mej. E. M. L. Pinault vliegt op een der lij nen in Europa. Eerste steward J. Stil is in Bangkok. Tweede ste ward W. J. Jobse in Djakarta. Stewardes mej. N. T. B. Jaspers vliegt op een der lijnen in Euro pa. De eerste steward M. de Jongh en de tweede steward J. A. van Praagh bevinden zich in eea toestel dat met emigranten op weg is naar Melbourne en de ste wardes M. S. J. Kremer is in Djakarta. De tweede boordwerk tuigkundige W. J. F. Tielman is op het ogenblik met verlof. Da heer D. A. Visser, chef van het vliegtechnisch bureau van de K.L.M.die de vlucht ook mee maakt is werkzaam op Schiphol. Van de bemanning en het hut- personeel, in totaal achttien per sonen, zijn thans dus slechts twee werkzaam in Nederland. I. Het was een drukkend hete avond in Juli. De hele dag had de zon op de lage huizen en de straten geschenen en de trot toirs verhit. De hitte was door de muren heengedrongen, tot dat de hele straat een oven leek. De hitte werd in de huizen en binnenplaatsen en portalen ge vangen gehouden zonder een uitweg te kunnen vinden. Van de East River kwam een beetje frisse lucht, maar tegen dat deze de Third Avenue bereikte was het niet meer dan een zuchtje. Loy en Flora hadden een deken meegenomen en waren naar het dak gegaan. Tom en Eva moes ten gaan slapen maar hadden het te benauwd en bleven wak ker. De vader en moeder kwamen bij het voorraam en leunden naar buiten om een beetje frisse lucht op te vangen. Alles was Sedert enkele jaren reeds worden in België zilveren muriL stukken van fr. 100, fr. 50 en fr. 20 in omloop gebracht Het merkwaardige is echtet, dat men ze slechts zelden tegen komt. De enige verklaring voor het verdwijnen van deze 60 mil lioen zilveren stukken met een gezamenlijke waarde van niet minder dan 2 milliard 700 mil lioen francs uit de normale cir culatie is, dat de Belgen deze hamsteren omdat zij, door de ervaringen in de beide wereld oorlogen, blijkbaar meer ver trouwen hebben in zilveren geldstukken dan in bankpapier. Niettemin blijftdit hamsteren raadselachtig omdat de werke lijke zilverwaar de van het stuk fr. 100 slechts fr. 21 is, die van het stuk van fr. 50 ongeveer fr. 12,50 en die van het stuk van fr. 20 niet meer dan fr. 9. Iedere keer dat men een zilveren geld stuk van fr. 100 hamstert, legt men slechts 18 gram zuiver zil- organisator te zijn van een door ver weg, terwijl men voor de zelfde fr. 100 op het ogenblik overal 70 gram zuiver zilver kan kopen. Degenen, die een voorraad van genoemde .fzilveren" ^nunt-.' stukken aanleggen doen dus ze ker geen goede zaak. donker. Aan de overkant van de straat waren een paar mannen en vrouwen op de balkons van de brandladders gaan liggen en hadden zich daar voor de nacht geïnstalleerd. Een kaalhoofdige oude man in een wijd bruin nachthemd had een tafel vlak voor zijn raam geschoven zodat zijn hoofd en het bovenste ge deelte van zijn lichaam op het ijzeren traliewerk buiten rustten terwijl zijn benen binnen waren. In de straat beneden schreeuw den en zongen een paar jongens en nu en dan was er een stilte, die slechts bij tussenpozen ver broken werd door het gedreun van de Bovengrondse. Zij waren thuisgekomen na een stevige maaltijd in de Chine- zenwijk. Tom hoorde zijn vader en moeder voor het raam praten. „Moeder, mag ik op het dak gaan slapen?" „Nee, daar zijn Daiko en Dai- sow". „Waarom mogen wij ook niet?" „Nee kinderen, jullie moeten stilliggen, dan vergeten jullie de warmte wel. Jullie hebben te veel ijs gegeten. Geen wonder dat je maag brandt." Tom had dit alles vaal: genoeg gehoord. Het was waar, hij voel de zijn maag. Om de hitte kwijt te raken hoefde je alleen maar warme thee te drinken en te transpireren. Je friste op van een warm bad en je kreeg het warm van een koud bad. Maar het allerbeste was om je dood kalm te houden en er niets aan te doen. (Wordt vervolgd). het buitenland op touw gezette staatsgreep. Als senator was hij onschendbaar, maar Mossadeq verkorte het ambtsperiode der senatoren van zes tot twee jaar en er kwam een eind aan Za- hedi's onschendbaarheid. Eerst eind Februari 1953 werd hij ge arresteerd, toen Mossadeq ge loofde aan een nieuw complot tussen het hof, het leger en de stamhoofden. Mossadeq trachtte het leger opnieuw te zuiveren en deed een poging om de sjah van het opperbevel te beroven. Tegelijkertijd werd brigadier Afshartous, chef van de politie en familie van Mossadeq, een man, die bij de zuivering van het leger een vooraanstaande rol speelde, in Teheran in een slop gelokt, naar een plaats, waar de bond van oud-officieren zetelde. Volgens de politie werd hij daar bewusteloos gemaakt, naar de heuvels buiten de stad gebracht, mishandeld en gedood. De Per zische politie houdt vol, dat dat deze misdaad door de vrienden van Zahedi is gepleegd. Het laat ste incident vóór de staatsgreep vond plaats op 21 Juli toen Was- sa's aanhangers van de Tudeh 'n demonstratie hielden en zich slechts weinige nationalisten vertoonden. Men zei toen, dat de sjah ervan overtuigd was En gelse en Amerikaanse hulp nodig te hebben om Mossadeq aan kant te zetten. Hij tekende daarop een decreet, waarbij hij Zahedi tot premeir benoemde. Aan de zone,grenzen in Duits land is het thans volkomen rustig. Het Westduitse ministe rie van Binnenlandse Zaken heeft meegedeeld, dat in de af gelopen nacht slechts 14 leden van de Oostduitse communis tische organisatie der „Vrije Duitse jeugd", die de zonegrens probeerden te overschrijden, zijn aangehouden. In de afgelopen 8 dagen zijn meer dan 7000 leden van de „Vrije Duitse jeugd" en de so cialistische eenheidspartij uit O.-Duitsland, die getracht had den West-Duitsland binnen te komen, om zich in de verkie zingsstrijd te mengen, aange houden. Toen Mossadeq zijn orders niet gehoorzaamde, vluchtte de sjan zijn land uit en liet het vuile werk aan generaal Zahedi over. Er was ge daarvoor in heel Perzië. Thans verwacht de sjah financiële hulp van Amerika. >Iaar of de staats greep zal leiden tot een olieover eenkomst met Engeland, staa. nog te bezien; want het Perzische nationalisme rk niet uitgevonden door Mossadeq Kolonel Lie Pjong II heeft op een bijeenkomst van de com missie voor repatriëring van krijgsgevangenen een lijst over handigd met namen van 249 geschikter man Noord-Koreanen en 152 Chine zen, die volgens hem door de Amerikanen worden achterge houden. Hij eiste terugzending van deze en „alle andere gevan genen die gerepatrieerd willen v/orden", aldus een bericht van het communistische persbureau Nieuw-China.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1953 | | pagina 5