EEN BATALJON GAAT OP JACHT
KERKDIENSTEN
WRlGLiY
Waar de tijd bieef stiüe staan
Het ministerieel bezoek aan
Zeeuv/s-Vlaanderen
BOEKENHOEKJE
Voor de Zondag
Het nut van stadsomroeper
Opkomst, bloei en ondergang van
St. Anna ter Muiden
Nederlanders zoeken guerilla's op Korea
(Door oorlogscorrespondent J. Rups)
Diverse bedrijven werden bezichtigd
vele problemen besproken
Voedselproductie en overbevolking
een ontstellend probleem
WIST ZEEUWS-VLAANDEREN.
ZATERDAG 18 JULI.
1
Aan de drukke verkeersweg
van Sluis naar de Belgische kust
vlakbij de grens ligt juist even
buiten het grote verkeer een
plaatsje, zoals ons land wellicht
geen tweede kent.
Arm aan huizen, maar rijk aan
historie ligt daar het kleine St.
Anna ter Muiden. De gehele om
vang bedraagt slechts enkele
tientallen huizen, bijna alle ge
groepeerd om een rustiek plein
tje. Een juweel van een stad
huisje levert het bewijs, dat dit
plaatsje eens groter moet zijn ge
weest en een eigen staatkundig
leven moet hebben geleid.
Door zijn gunstige ligging bij
de druk bezochte Vlaamse kust
oefende dit oude plaatsje reeds
vóór de oorlog met Sluis grote
aantrekkingskracht uit op vele
duizenden toeristen, afkomstig
uit vrijwel alle landen van de
wereld. Het dorpspleintje, dat na
jaren van gestage arbeid sinds
jnige tijd weer zo ongeveer is
gebracht in de staat en stijl van
enkele eeuwen geleden, is dan
ook een bezoek overwaard.
Op dit door de eeuweii bewaar
de pleintje, waar de tijd is blijven
stilstaan, laat men de historie
van deze plaats aan zijn geest
voorbijgaan. Om tot de oor
sprong van Mude te komen, zo
luidde de oorspronkelijke naam,
moeten we heel ver in de historie
terug. Reeds in de vroege mid-
Dwaalt niet, God laat Zich
niet bespotten, want wat de
mens zaait, dat zal hij ook
maaien.
Gal. 6 7.
Van ieder leven gaat enige in
vloed uit, ten goede of ten kwade.
Wij zaaien op de akker des
ifevens, of wij willen of niet. Wij
zaaien voor ons zelf en voor an
deren. Inderdaad. God laat niet
met Zich spotten. Hij stelt elkeen
verantwoordelijk voor het uitge
strooide zaad. De vrucht daar
van zal hij maaien en niet eens
anderen zaad.
Zouden de kinderen Gods nu
ooit moedeloos mogen worden
tegenover deze ingrijpende waar-
tteid, deze wet des Koninkrijks?
De bozen zal het eenmaal een
ontzaglijke zaak zijn, de oogst
van hun zaaisel zelf te moeten
inhalen als hun loon. Maar Gods
kinderen, die zaaien in hope, zou
den ze moedeloos worden, omdat
tij hier de oogst niet zien rijpen?
Onkruid schiet welig op. Het
kostbare tarwegraan moet eerst
verteren in de aarde, eer het wor
tel schietende opwaarts spruit en
vrucht kan voortbrengen. Menig
zaad des eeuwigen levens zal
eerst in de eeuwigheid worden
gemaaid.
Wij, die dit lezen, leven nog in
de zaaitijd. Wat is het, dat wij
zaaien in eigen hart, in eigen
kring en omgeving? Bedenken
wij het wel, ook heden, dat van
alle zaad door ons gestrooid door
woord of daad, ons rekenschap
zal worden gevraagd in de
eeuwigheid.
Laat ons gestadig wand'len
In 't spoor, dat Hij ons wijst,
Dat is alleen het hand'len,
Dat de Verlosser prijst.
t'tfit: „Nieuw Bijbels Dagboekje".)
deleeuwen was het Zwin de
drukst bevaren rivier ter wereld
en Brugge de drukste haven van
Europa. Talloze schepen, afkom
stig uit alle delen van de toen
malig bekende wereld, brachten
hun vrachten naar deze haven.
Venetië, Genua, Florence en Pisa
zonden de gewilde koopwaren uit
het Oosten, zoals specerijen, la
ken, zijde, fluweel en goud- en
zilverwerk. De Britten brachten
wol en leer en de Hanzesteden
waren uit Noorwegen, Zweden,
de Baltische landen en Rusland.
De kooplieden van al deze naties
stapelden hun waren in Brugge,
ruilden deze daar onderling en
bevrachten op de terugweg hun
schepen met landbouwproducten
linnen en wollen stoffen uit
Vlaanderen.
Komende van zee ankerden al
deze schepen op eenzelfde rus
tige punt in het Zwin, waar voor
al na storm reparaties konden
worden uitgevoerd, water inge
nomen, enz. Op weg naar zee
werd op dat punt dikwijls een
gunstige wind afgewacht. Omdat
er daar iets te verdienen viel ves
tigden zich daar al gauw een
aantal lieden, die hun bestaan
vonden in het leveren van beno
digdheden en het verrichten van
diverse diensten. Ook pikten zij
op zijn tijd een graantje mee uit
de overladen handelsruif.
Uit dit allengs groeiende ge
hucht ontstond een dorp en daar
uit een stad. Bij zijn geboorte als
stad in Maart 1241, kreeg Mude
alles mee, wat het zich maar
wensen kon. Het werd verklaard
tot „villa franca" vrije stad
kreeg het recht tol te heffen en
zelf vrijdom van tol in alle ha
vens aan het Zwin, zelfs in Duin
kerken en Nieuwpoort. De vis
handel werd niet belast, in lente
en herfst mocht er een jaar
markt worden gehouden, het kon
zich aansluiten bij de Vlaamse
Hanze, enz., enz.
Toch heeft Mude zfCh niet kun
nen handhaven! Na zich gedu
welvarend bestaan te hebben ver
heugd, werd het in 1385 door de
Engelsen geplunderd en ver
brand. In 1405, nauwelijks de
vorige verwoesting te boven, viel
het weer in Engelse handen. Bij
het daaropvolgend beleg "van
Sluis sneuvelde de Engelse aan
voerder en hiervoor moest Mude
het gelag betalen. Behalve de
kerk, waarin ze hun aanvoerder
hadden begraven, brandden ze
het gehele stadje tot de grond
toe af.
Behalve de mensen was ook de
natuur tegen Mude gekant! Het
Zwin begon te verzanden en de
haven van Mude werd onbereik
baar voor de rijkdom brengende
koopvaarders. Een poging van
de bewoners hun stadje te ver
plaatsen naar een punt, waar de
rivier nog wel bevaarbaar was
mislukte omdat de graaf van
Vlaanderen dit verbood. Bij een
opschuiven in de richting van
Sluis zou deze plaats bij een be
legering uit het nieuwe Mude al
te kwetsbaar zijn geworden. Toen
de Mudenaren zich van dit grafe
lijk bevel niets aantrokken en
toch begonnen hun plaats over te
brengen, werd Nieuwer-Mude,
zoals ze hun nieuwe vestiging
noemden, prompt door de bevel
hebber van Sluis verbrand.
Reeds ontluisterd en verarmd,
kreeg Mude tijdens de opstand
tegen Spanje de laatste stoot.
Uit Sluis, dat in Staatse handen
was, werd het geheel in puin ge
schoten en tenslotte door alle be
woners verlaten, zodat aan zijn
gehele bestaan een einde dreigde
te komen. Zover is het echter
niet gekomen. Zodra de rust
weerkeerde, kwam een klein deel
van de vroegere bewoners weer
opdagen. Zelfs herkreeg het- zijn
stedelijke rechten. Zonder Zwin
bleek het plaatsje echter geen
toekomst meer te hebben en van
de vroegere welstand is nu nog
slechts het mooie dorpspleintje
met zijn oude huisjes en de kolos
sale toren over.
Later is de vroegere trotse
„villa franca" Mude onder de
naam St. Anna ter Muiden inge
lijfd bij de gemeente Sluis, zodat
ook aan het zelfstandig bestaan
een eind kwam.
Het Nederlandse detachement
Verenigde Naties op Korea on
dergaat thans een zwaar oefen
programma. Dag en nacht zijn
de Nederlanders in de weer,
regen of geen regen. Vooral in
deze tijd van het jaar, nu het
weken achtereen regent, is het
geen pretje, al weten onze mili
tairen ook in de grond van hun
hart, dat het noodzakelijk is om
paraat te blijven. Daarbij komt,
dat vele oefeningen geen werke
lijke oefeningen zijn, maar zuive
ringsoperaties om het land vlak
achter het front van vijandelijke
guerilla's te ontdoen.
xxx
Het is acht uur 's avonds. Met
de nieuwe bataljcnsarts, dr. Fick,
en de assistent-bevoorradingsffi-
cier lt. Bosman, ben ik in de jeep
De eerste dag van het twee
daagse werkbezoek van de minis
ter van Economische Zaken, mr.
J. Zijlstra, was Vrijdag geheel ge
wijd aan de economische en in
dustriële problemen van ons ge
west.
Naast een bezoek aan verschil
lende industrieën in Oost Zeeuws-
Vlaanderen, werden tal van wen
sen en problemen, verband hou-
- der^ foet de noodzakelijke uit-
rende'"ande"r'haive eeuw in" een i breiding van het industrieel ap-
De stand van de voedselpro
ductie in de wereld is thans min
stens zo critielc als een jaar ge
leden, daar de voedsel productie
over het algemeen geen gelijke
tred kan houden met de sterke
bevolkingsgroei. De boeren in
de wereld staan voor de bijkans
onmogelijke taak om elke dag
weer 80.000 nieuwe monden te
moeten vullen.
Dit is door de F.A.O., de Voed
sel- en Landbouworganisatie der
Verenigde Naties medegedeeld
aan de economische en sociale
raad der V. N., die momenteel
te Genève bijeen is.
De taak waarvoor de boeren
en het georganiseerde internatio
nale voedseloverleg zich gesteld
zien is een jaarlijkse verhoging
van de voedselproductie met ten
minste één a twee procent boven
de jaarlijkse bevolkingstoename,
welke momenteel op 1,4 pCt kan
worden gesteld. Door grote na
tionale en internationale inspan-
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
ZONDAG 19 JULI.
NED. HERV. KERK.
Axel: 10 uur Ds. P. J. Pennings.
2.30 uur Vicaris Wisse.
Hoek: 10 uur Ds. D. A. ten Haaft
(Bed H. Avondmaal); 2.30 uur
Ds. D. A. ten Haaft (Dankz.).
Hontenisse: 9.30 uur Ds. K. Ver
beek. (Bed. H. Avondmaal).
Hulst: 10.30 uur Ds. J. Homan.
Sas van Gent: 10 uur Ds. A C.
Honders (Bed. H. Avondmaal).
Philippine: 2.30 uur Ds. A. C. Hon-
der (Bed. H. Avondmaal).
Sluiskil: 10 uur en 2.30 uur Ds.
Joh W. Starrenburg.
Terneuzen: 10 uur Ds. P. A. v. d.
Vlugt (Bed H. Avondmaal); 3
uur Ds. P. A. v. d. Vlugt (Bed.
H. Avondmaal en Dankz.); 7.30
aur Ds. J. ScholtGn (Jeugd-
dienst).
10 uur Kerk voor Jongeren van
12 tot en met 15 jaar in „Bethel
dè heer J. L. Hamelink.
Driewegen: 7 uur Ds. D. A. ten
Haaft, van Hoek.
Zaamslag: 9.30 uur Eerw. heer C.
H. Heijboer; 2.30 uur Ds. G.
Jansma.
Schoondtjke: 7 uur Avondgebed.
ZONDAG 19 JULI.
Aardenburg: 10.30 uur Ds. Rad-
stake, van Oosterland.
St. Kruis: 9 uur Ds. Radstake, van
Oosterland.
Biervliet: 9.30 uur Ds. W. A. Dek
ker, van Dantumawoude.
Breskens: 10 uur Ds. J. H. van
Beusekom; 6.30 uur Ds. J. van
de Graaff, van Nieuwvliet.
Cadzand: 10 uur Ds. A. C. W. ten
Cate.
Groede: 9.30 uur Ds. A. Duetz, van
Zeist.
Hoofdplaat: 10 uur Ds. J. Eijgen-
daal.
Nieuwvliet: 10 uur Ds. J. van de
Graaff.
Oostburg: 10 uur Ds. W. J. Four-
nier
Retranchement10 uur Ds. J. B.
van Bork.
St. Anna ter Muiden: 11 uur Ds. L.
P. W. Groenveld.
Sluis: 9.30 u. Ds. L. P. W. Groen
veld.
Schoondtjke: 9.30 uur Ds. M. J. W.
Schopenhauer.
IJzendijke: 9.30 u. Ds. C. Blom-
Zuidzande: 9.30 uur Ds. H. Kujjl-
man (Bed. H. Doop).
GEREFORMEERDE KERK
Hoek: 10 uur en 2.30 uur Cand.
H. Melles, van Maarsen.
Terneuzen: 10 uur en 4.30 uur Ds.
Pestman.
Zaamslag: 9.30 uur en 2.30 uur Ds.
D. Middelkoop.
GEREFORMEERDE KERK
(Onderh. Art. 31 D.K.O.)
Hoek: 10 uur leesdienst; 4.30 uur
Ds. A. Kuiper, van Axel.
Terneuzen: 10.30 uur en 5 uur Ds.
Krijtenburg, van Zaamslag.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Axel: 6.30 uur Ds. H. van Leeu
wen, Fröbelschool Nieuwstraat
Zaamslag: 9.30 uur en 2.30 uur Ds
H. van Leeuwen.
GEREF. GEMEENTE.
Hoek: 9.30 uur en 2 uur lees-
dienst.
Terneuzen: 9.30 uur, 2 uur en 6
uur leesdienst.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Terneuzen: 9.30 uur, 2 uur en 6
uur Ds. A. de Reuver.
LEGER DES HEILS.
Terneuzen: 10 u. en 7 u. Samen
komsten.
ROOMS-KATHOLIEKE KERK.
Axel: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur
H.H. Missen.
Clinge: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur
H. H. Missen.
Hulst: 6.30 uur, 7.45 uur, 9 uur en
10.30 uur H.H. Missen.
Philippine: 7 uur, 8.30 uur en 10
uur H.H. Missen.
Sluiskil: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur
,H.H. Missen.
Sas van Gent: 7 uur, 8.30 uur en
10 uur H.H. Missen.
Terneuzen: 7 uur, 8.30 uur en 10
uur H.H. Missen.
Westdorpe: 7 uur, 8.30 uur en 10
uur H.H. Missen.
Zandstraat: 7.30 uur en 10 uur
uur H.H. Missen.
ningen is men er in geslaagd om
in de afgelopen drie jaren de
voedselproductie met ongeveer
7 pCt op te voeren, doch ook dit
is nog onvoldoende geweest voor
het tweeledige doel waarvoor
men zich gesteld ziet: het opvan
gen van de bevolkingsgroei en
het bestrijden van de thans
reeds bestaande voedseltekorten
in vele delen van de wereld, voor
al in Azië en Latijns Amerika.
Ter bereiking van dit doel zou
men elk jaar ongeveer drie tot
vier procent méér moeten produ
ceren dan in het voorafgaande
jaar.
Ondanks de stijging in de pro
ductie blijft deze dus nog steeds
bij de groeiende behoeften ten
achter
Een van de middelen, waar
door de F.A.O. de verhoging van
de voedselproductie in de wereld
kan stimuleren, is het bijeenroe
pen van regionale conferenties,
waar door de betrokken landen
zelf regionale programma's wor
den opgesteld. Dit jaar worden
dergelijke conferenties bij voor
beeld gehouden in het Verre
Oosten, het Nabije Oosten en La
tijns Amerika.
Een aan het begin van dit jaar
te Bangkok gehouden regionale
rijst-conferentie heeft reeds aan
zienlijke resultaten opgeleverd.
Door regionale planning en
uitwisseling van gegetvens kon
de rijstproductie in verschillende
landen van Zuid-Oost-Azië wor
den opgevoerd. De uitgewisselde
gegevens hadden o.a. betrekking
op de techniek van de rijstver-
bouw, de opslag en het vervoer,
de credietverlening aan de ver
bouwers, de markt-techniek en de
in- en uitvoer van rijst.
Grote hulp wordt daarbij ook
ondervonden van het proefsta
tion van de F.A.O., waar met
verschillende rijstsoorten wordt
geëxperimenteerd
Bij de pogingen om de voedsel
productie in de wereld te verho
gen speelt ook de technische
hulp aan de minder ontwikkelde
gebieden een belangrijke rol.
Aanvankelijk_ stond men in ver
schillende landen wat sceptisch
tegenover deze nieuwe vorm van
internationale uitwisseling van
kennis en kunde, doch thans is
het reeds onmogelijk geworden
om met de bestaande financiële
middelen aan alle aanvragen om
technische hulp te voldoen. Om
toch nog aan een zo groot mo
gelijk aantal aanvragen te kun
nen voldoen, heeft de F.A.O.
daarofn een sterke besnoeiing
van haar administratieve en in
directe operationale kosten door
gevoerd en de selectie voor de
goedkeuring van aanvragen ver
scherpt.
Tenslotte nog een enkel cijfer
over de voedselproductie zelf.
In vergelijking met de periode
1948—1950 is de productie van
granen gestegen met 8 pCt, vet
ten en oliën met 9 pCt, suiker
met 8 pCt, vlees met 10 pCt.
Dit lijkt hoopvol, doch daar staat
tegenover dat |de landen van
Zuid-Oost-Azië nog 85 pCt voort
brengen van het voedsel, dat zij
vóór de oorlog produceerden. En
dat ondanks de bevolkingsgroei,
die juist in deze gebieden groter
is dan waar ook ter wereld.
paraat in onze streek, de be
windsman voorgelegd.
Te 8.30 uur werd daarom Vrij
dagmorgen vanuit Terneuzen ge
start voor een oriënterend bezoek
aan diverse industrieën.
Het gezelschap bestond uit de
minister van Economische Zaken,
de directeur-generaal voor de in
dustrialisatie, dr. E. L. Kramer,
de heren C. Hamelink en A. L. S.
Lockefeer, leden van Ged. Staten,
de griffier der Staten, mr. J. M.
Pilaar en de directeur van Eco
nomisch Technologisch Instituut
Zeeland, drs. M. C. Verburg uit
Middelburg.
NAAR HULST.
Vanuit Terneuzen werd naar
Hulst gereden, waar de tricotage-
fabriek van de heer E. Lockefeer
werd bezichtigd. Na een voorlich
tende inleiding van de heer
Lockefeer Sr. werd een rondgang
door het bedrijf gemaakt. Tevens
was hierbij aanwezig de burge
meester van Hulst, de lieer B. A.
Th. M. Truffino
NAAR HEIKANT.
Via St. Jansteen vertrok het
gezelschap vervolgens naar de
buurtschap Heikant, waar de
vlasfabriek van de heer Calle
Hesters werd bezichtigd en de
heer Calle de minister een uiteen
zetting gaf van de werkwijze van
dit bedrijf.
Speciaal de vervuiling van het
water in het wingebied der N.V.
Waterleiding Mij. „Zeeuwsch-
Vlaanderen" werd hier bezich
tigd. Hierbij waren ook aanwezig
de burgemeester van St. Jan
steen, de heer P. H. Geirnaerdt
en ir. G. P. M. Dikötter, directeur
der Waterleiding Maatschappij.
NAAR AXEL.
Vandaar werd in snel tempo
naar Axel gereden, waar de Eer
ste Zeeuwse Vlasspinnerij werd
bezocht.
De wnd.-burgemeester van Axel,
de heer P. J. van Bendegem, ver
welkomde alhier het gezelschap,
waarna onder leiding van de di
recteur der Vlasspinnerij, de heer
Schroder, de bezichtiging van dit
nieuwe bedrijf plaats vond.
De lunch.
Te half twaalf werd naar het
paviljoen „Zomerlust" gereden
waar de lunch werd gebruikt, tij
dens welke de heren Coumou, di
recteur van de N. V. „Zeelandia"
te Zierikzee, J. Steutel en J. C.
van de Hulle, allen uit Zierikzee,
gelegenheid werd geboden speci
ale urgente Schouwen en Duive
landse belangen, o.m. de veerver-
bindingen en het dijkherstel, te
bespreken.
De heer P. J. van Bendegem
bracht de minister dank, dat hij
bij zijn werkbezoek aan Zeeuws-
Vlaanderen ook Axel had inge
schakeld, dat zich meer en meer
van agrarische gemeente naar in
dustrieplaats ontwikkelt, gezien
de Ammoniakfabriek, de E. Z. V.
en de weldra aan de Axelse-Sas-
sing te verrijzen Vezelplatenfa-
briek.
Spreker deed een beroep op de
minister voor de speciale Axelse
industriële belangen.
NAAR SAS VAN GENT EN
TERNEUZEN.
Bezoek aan de N.V. Spiegel-
glasfabriek te Sas van Gent
en de N.V. „De Hoop" te
Terneuzen.
Na de lunch vertrok het gezel
schap naar Sas van Gent, waar
het ministrieel bezoek de Spiegel-
glasfabriek gold.
Onder de deskundige leiding van
de directeur ir. C. A. L. Horst-
mann werd de fabriek bezichtigd,
bij welke rondgang de heer Horst-
mann de minister de gewenste
inlichtingen verstrekte.
In flinke vaart reed men ver
volgens naar Terneuzen voor een
bezoek aan het 50 jaar oude be
drijf der N. V. „De Hoop", alwaar
ook de burgemeester van Terneu
zen, mr. P. H. W. F. Tellegen, ter
begroeting aanwezig was.
De beide directeuren de heren
G. J. W. en J. G. van der Peijl
hebben tijdens het bezoek de mi
nister bij de bezichtiging van het
bedrijf van voorlichting gediend.
Diner.
In hotel „Rotterdam" werd des
avonds een diner aangeboden,
waaraan met de minister en zijn
gezelschap aanzaten de heren
J. v. d. Kooij, Rijksnijverheids-
consulent, de burgemeester van
Terneuzen mr. P. H. W. F. Tel
legen, J. F. de Klerk, directeur
der N.V. Terneuzensche Scheeps
bouw Mij., Drs. K. Veldkamp,
directeur der N.V. „Alginac" te
Schore, ir. G. P. M. Dikötter,
directeur N.V. Waterleiding Mij.
„Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter
neuzen, ir. T. Michielsen, direc
teur N.V. P.Z.E.M. te Middelburg,
P L Abrahamse, directeur Prov.
Gasbedrijf te Vlissingen, ir. C. A.
L. Horstmann en A. Hendrikse,
rêsp. voorzitter en secretaris der
Kamer van Koophandel voor
Zeeuwsch-Vlaanderen, C. A.
Kammeraad en A. S. de Jonge te
Middelburg, resp. voorzitter en
secretaris der Kamer van Koop
handel voor de Zeeuwse eilanden,
P. J. van Kampen te Oostburg,
J. Baars te Middelburg en J. H.
Roose te Goes.
gestapt om te zien waar de ver
schillende compagnieën liggen.
Het hele bataljon is namelijk uit
gerukt om een zuiveringsactie te
houden in het woest bergland
van Centraal-Korea. In de opera
tie-opdracht stond, dat er vijande
lijke guerilla's waren geconsta
teerd, maar niemand weet of het
werkelijkheid of „fake" is.
Het is vandaag gelukkig droog
geweest, hoewel grauwe wolken
gevaarten voortdurend boven de
hoge bergen hangen en de regen
ieder moment in stromen kan
vallen. Wij hebben vandaag een
tijdelijk kamp ingericht, waar
ieder de overste incluis in
een „pup-tentje" huist. Wij heb
ben daarna als eenvoudige na
tuurkinderen, officieren naast
soldaten, in het kristalheldere
beekje een heerlijk bad genomen,
genietend van 't ijskoude water.
De jeep trekt een dichte, trage
stofwolk achter zich aan. Luite
nant Bosman heeft de stafkaart
op zijn schoot. „Hier moet de
„ost"-compie liggen, constateert
hij. „Gek is dat, ik zie niets".
Wij turen in het dichte lage
struikgewas naast de weg en
zien plotseling iemand daaruit
opspringen en naar ons wuiven.
En als wij nauwkeurig kijken,
zien wij tussen het struikgewas
enkele keurig gecamoufleerde
tentjes staan. „Niets bijzonders
beleefd", zegt kapitein Jansen,
de commandant van de onder
steuningscompagnie. „Een man
is in elkaar gezakt bij het be
klimmen van die hoge tjot en die
wordt dadelijk beneden gebracht.
Verder hebben ze in een oude
bunker een lijk gevonden
„Hoe oud?" vraagt de dokter
geïnteresseerd.
„Moet je mij niet vragen", zegt
de kapitein.
De dokter constateert dat in
het duistere hol, dat eens een
bunker is geweest het skelet van
een vrouw ligt, die al een jaar of
twee dood moet zijn. De been
deren zijn door de mieren geheel
blank gegeten, maar het lange
hoofdhaar is nog intact en daar
in steekt een wit-metalen dikke
haarspeld met Chinese karakters.
Fragmenten van kleding geven
de indruk, dat ze een aan com
munistische zijde vechtende sol
date is geweest.
„Verderop is nog een ingestor
te bunker", vertelt soldaat Val
kenhof.
„Wat iigt daarin?"
„Dat weet ik niet, het is er te
donker".
„Alleen een hoop granaten,"
weet een andere soldaat. „Het is
zeker een munitie-opslagplaats
geweest."
Even later rijden we verder.
Langs de smalle bergweg staan
bordjes: „gevaarlijk", „slinger
weg", „stijle heuvel".
Wij bevinden ons in één van de
mooiste gedeelten van Korea.
Eén van de weinige streken, waar
het landschap wel woest, maar
niet dor en kaal is. De weg
voert ons steeds hoger de bergen
in, hoge purperen bergen, waar
boven grauw en dreigend de
zware regenwolken hangen. En
terwijl onze jeep rustig ronkend
voortrolt valt de nacht in. Een
van die stille, intens duistere
Koreaanse nachten.
XXX
„Hier moet de C-compie lig
gen", constateert luitenant Bos
man met zijn sigarettenaansteker
de stafkaart verlichtend, die hij
op zijn schoot houdt.
„Ik zie niks", zegt de dokter.
Wij stappen uit de jeep en
turen in het donkere struikge
was. Hoog boven onze hoofden
ronkt een vliegtuig met een rood
en een groen knipperlichtje. Ver
der is het stil.en donker. Zo stil
en donker als het alleen in een
Koreaanse nacht kan zijn.
„Wij moeten ons vergist heb
ben", meent lt. Bosman. „Laten
we maar verder gaan." Een paar
honderd meter verder wordt uit
het struikgewas met een zak
lantaarn naar ons geknipperd.
Wij stoppen en stappen uit.
„Hallo, kom 'r bij", klinkt een
onvervalst Hollandse stem uit de
duisternis.
In een kring, op stenen en C-
rantsoendozen, zitten acht man
nen van de C-compagnie, onder
wie de commandant, kapitein
Ganzeman. Als onze ogen wat
aan de duisternis gewend zijn,
zien wij, dat het struikgewas op
de achtergrond enkele kleine
tentjes verbergt.
„Hier is ook niets te beleven",
vertelt kapt. Ganzeman. „Ik be
grijp niet hoe we hier guerilla's
moeten zoeken in die dichte bos
sen. Daarin zouden zich hele
bataljons Chinezen kunnen ver
schuilen zonder dat we ze ooit
vinden. En bovendien geloof ik
niet dat er Chinezen in zitten."
En na korte pauze: „jullie zullen
ook wel dorst hebben? Rooster,
haal nog een paar flesjes limo
nade."
Een uur lang zitten we gezel
lig te praten. Onder een stapel
lege flesjes wordt een zaklan
taarn begraven en het licht daar
van heeft als men genoeg fan
tasie bezit iets weg van een
klein kampvuurtje.
Dan valt een eerste regendrup
pel, gevolgd door nog een. Even
later ontladen zich de zware don
kere wolken boven onze hoofden
en duiken wij weg in onze ten
ten, terwijl het geluid van de
jeep van de dokter-luitenant Bos
man wegsterft in de nacht.
xxx
„In Holland moeten we een
heel jaar wachten voor we een
weekje kunnen kamperen", zegt
luitenant Van den Assem, terwijl
hij een dun straaltje water uit
zijn linkermouw draait.- „En hier
mogen wij het hele jaar door
kamperen. Ik begrijp niet, waar
om er niet veel meer Nederlan
ders naar Korea komen".
'Niemand van het hele bataljon
heeft nog een droge draad aan
het lijf. We zijn wakker gewor
den in een plas, niet omdat de
tenten niet goed waren opgezet,
maar omdat geen enkele tent op
gewassen is tegen een Koreaan
se regenbui, die het water in wil
de stromen van de berghellingen
doet rollen. Martin Rooster, de
bataljonskomiek, heeft bij een
naburig Amerikaans kamp een
groot tentzeil „versierd" en daar
zitten wij thans onder, omdat het
lekkende zeil meer beschutting
geeft dan de blote hemel en om
dat de „pup-tentjes" helemaal
blank staan. Even later komt
kapitein Ganzeman terug, het
regenwater uit zijn ogen vegend.
„Over een uur of wat komen de
vrachtauto's om ons af te halen",
zegt hij. „De operatie is afge
last".
De Nederlanders oefenen dag-
in, dag-uit, in de stromende regen
of in de moordende hitte van de
Koreaanse zomer
de minister
Middelburg
waar de nacht werd doorgebracht.
Te 20.50 vertrok
via Breskens naar
Dat stadsomroepers nog een
nuttige rol kunnen spelen, ook
in onze moderne samenleving, is
Donderdag wel bewezen in Gene-
muiden, waar men dank zij het
werk van een lid van dit oude
gilde een inbreker te pakken
heeft gekregen. Donderdagnacht
om ongeveer één uur hoorde de
heer H. van Brussel, die een
manufacturenwinkel in Gene-
muiden heeft, verdachte geluiden
in zijn huis. Er was een inbreker
aan het werk, die van achteren
zijn huis was binnengeklommen.
De onbekende had inmiddels lont
geroken en vluchtte het huis uit.
De slimme winkelier onder
nam een koene sprong uit het
raam van zijn huis, met de stok
van een zwabber. Hij had ge
dacht, de inbreker in een zijgan
getje naast zijn huis tegen te ko
men en hem daar in te kunnen
rekenen. Dit liep echter mis, daar
de man er al vandoor was ge
gaan. De politie vermoedde, dat
hij zich ergens in Genemuiden
had verstopt en daarom gaf men
de stadsomroeper opdracht het
dorp door te trekken.
Dit geschiedde. Met zijn flink
stemgeluid waarschuwde deze de
bewoners, dat in hooibergen en
schuren gekeken diende te wor
den naar een mogelijk verbor
gen inbreker. Druk ging men aan
het zoeken en inderdaad, om drie
uur in de middag werd de inbre
ker ontdekt in een hooiberg,
waar hij diep in het hooi verbor
gen zat. Ontvluchten baatte niet
meer en dus werd hij spoedig
ingerekend.
Het was de 22-jarige G. S„ een
ontvluchtte uit de Rekkense op-
iroedingsinrichting. De man heeft
inmiddels toegegeven, inbraakjes
gepleegd te hebben in Genemui
den, Zwartsluis en Hasselt.
„Vrouwen zijn als bladeren",
door James P. Leynse. "Uitg
Kosmos, Amsterdam. Prijs geb.
5,90.
Onder de Engels aandoende
naam James Leynse gaat de ras
echte Zeeuw Jacob Leynse schuil,
die na te Leiden theologie te heb
ben gestudeerd, de opleiding te
Oegstgeest volgde en daarna via
de Princetown University zende
ling voor de Presbyteriaanse
Kerk in China werd. Gedurende
de dertig jaren, dat Leynse on
der de Chinezen werkte, kon hij
geen tijd vinden voor het schrij
ven van boeken. Pas toen hij
door de Japanners werd geïnter
neerd, kreeg hij gelegenheid deze
langgekoesterde wens in vervul
ling te doen gaan. Het resultaat
was een 5-tal boeken, waarvan
„Vrouwen zijn als bladeren" nu
in het Nederlands is vertaald.
Dank zij zijn jarenlang verblijf in
China is Leynse geheel op de
hoogte van de gewoonten en ge
bruiken van de Chinezen, terwijl
hij uiteraard op godsdienstig ter
rein bijzonder goed geïnformeerd
is. Zijn op de werkelijkheid ge
baseerd boek brengt ons dan ook
afwisselend in aanraking met as
pecten van het ingewikkelde Chi
nese familieleven en met oude
godsdienstige gebruiken, echter
met zoveel talent dooreengemen-
geld, dat het resultaat een boek
is, dat men als roman naar waar
de weet te schatten. De heldere
verteltrant van Leynse en zijn
scherpe kijk op het volk, waar
tussen hij de beste jaren van zijn
leven sleet, brengen ons het
verre en nog altijd min of meer
geheimzinnige China wel heel
nabij.
„Gracie Lindsay" door dr. A. J.
Cronin. Uitg. Sythoff, Leiden.
Prijs' geb. 4,95
Deze nieuwe roman van de be-
r kende Engelse arts-schrijver
Cronin is nu eens geen dokters-
verhaal. Wel speelt het boek in
het Schotse provincie-stadje
Levenford, een streek ook welbe
kend aan de vele Nederlandse
lezers van o.a. „Doktersroeping"
van dezelfde schrijver. Hoofdper
soon is de tamelijk wispelturige
jongedame Gracie Lindsay. Een
idylle met een jongeman die voor
er van een huwelijk sprake kon
zijn, verongelukt, doet haar hals
over kop met een ingenieur trou
wen, wiens werk in India ligt.
Als haar man daar overlijdt,
komt zij terug naar Levenford
en neemt haar intrek bij haar
oom. Na veel verwikkelingen en
pijnlijke ervaringen is zij op aan
drang van haar oom eindelijk be
reid haar voor haar huwelijk ge
boren zoontje tot zich te nemen,
maar haar plotselinge dood, ge
volg van een poging dit zoontje
het leven te redden, verhindert
dit. De waarde van „Gracie Lind
say" moet men, meer dan in het
verhaal zelf, zoeken in de onge
twijfeld verrassend rake wijze,
waarop Cronin zijn figuren weet
uit te beelden. De oom, de domi
néé en diens vrouw, de apothe
ker, kortom de te berde gebrach
te notabelen van dit vooroorlog
se stadje zijn kostelijk beschre
ven en de slotsom is dan ook, dat
dit boek aandacht waard is.
METAALDIEVEN
AANGEHOUDEN.
Twee kooplieden uit Haarlem
hadden gehoord dat in Vlaardin-
gen oud ijzer goedkoop was te
krijgen en men besloot daarom
daarheen te gaan. Ze slaagden er
niet in wat te kopen en kwamen
met hun vrachtauto in Rotter
dam terecht waar ze op het ter
rein der Nederlandsche spoor
wegen aan de Vondelingenweg
een partij ijzeren ankerschoenen
zagen liggen. Het tweetal wacht
te de duisternis af in een café en
sloeg toen zijn slag. Zij werden
echter opgemerkt toen ze met
een partij van 1500 kg wegreden
en een telefoontje aan de politie
was voldoende om hen kort daar
na aan te houden. Het waren de
38-jarige H. O. en de 52-jarige
A. S. Beiden zijn opgesloten.