EEN BATALJON GAAT OP JACHT KERKDIENSTEN WRlGLiY Waar de tijd bieef stiüe staan Het ministerieel bezoek aan Zeeuv/s-Vlaanderen BOEKENHOEKJE Voor de Zondag Het nut van stadsomroeper Opkomst, bloei en ondergang van St. Anna ter Muiden Nederlanders zoeken guerilla's op Korea (Door oorlogscorrespondent J. Rups) Diverse bedrijven werden bezichtigd vele problemen besproken Voedselproductie en overbevolking een ontstellend probleem WIST ZEEUWS-VLAANDEREN. ZATERDAG 18 JULI. 1 Aan de drukke verkeersweg van Sluis naar de Belgische kust vlakbij de grens ligt juist even buiten het grote verkeer een plaatsje, zoals ons land wellicht geen tweede kent. Arm aan huizen, maar rijk aan historie ligt daar het kleine St. Anna ter Muiden. De gehele om vang bedraagt slechts enkele tientallen huizen, bijna alle ge groepeerd om een rustiek plein tje. Een juweel van een stad huisje levert het bewijs, dat dit plaatsje eens groter moet zijn ge weest en een eigen staatkundig leven moet hebben geleid. Door zijn gunstige ligging bij de druk bezochte Vlaamse kust oefende dit oude plaatsje reeds vóór de oorlog met Sluis grote aantrekkingskracht uit op vele duizenden toeristen, afkomstig uit vrijwel alle landen van de wereld. Het dorpspleintje, dat na jaren van gestage arbeid sinds jnige tijd weer zo ongeveer is gebracht in de staat en stijl van enkele eeuwen geleden, is dan ook een bezoek overwaard. Op dit door de eeuweii bewaar de pleintje, waar de tijd is blijven stilstaan, laat men de historie van deze plaats aan zijn geest voorbijgaan. Om tot de oor sprong van Mude te komen, zo luidde de oorspronkelijke naam, moeten we heel ver in de historie terug. Reeds in de vroege mid- Dwaalt niet, God laat Zich niet bespotten, want wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Gal. 6 7. Van ieder leven gaat enige in vloed uit, ten goede of ten kwade. Wij zaaien op de akker des ifevens, of wij willen of niet. Wij zaaien voor ons zelf en voor an deren. Inderdaad. God laat niet met Zich spotten. Hij stelt elkeen verantwoordelijk voor het uitge strooide zaad. De vrucht daar van zal hij maaien en niet eens anderen zaad. Zouden de kinderen Gods nu ooit moedeloos mogen worden tegenover deze ingrijpende waar- tteid, deze wet des Koninkrijks? De bozen zal het eenmaal een ontzaglijke zaak zijn, de oogst van hun zaaisel zelf te moeten inhalen als hun loon. Maar Gods kinderen, die zaaien in hope, zou den ze moedeloos worden, omdat tij hier de oogst niet zien rijpen? Onkruid schiet welig op. Het kostbare tarwegraan moet eerst verteren in de aarde, eer het wor tel schietende opwaarts spruit en vrucht kan voortbrengen. Menig zaad des eeuwigen levens zal eerst in de eeuwigheid worden gemaaid. Wij, die dit lezen, leven nog in de zaaitijd. Wat is het, dat wij zaaien in eigen hart, in eigen kring en omgeving? Bedenken wij het wel, ook heden, dat van alle zaad door ons gestrooid door woord of daad, ons rekenschap zal worden gevraagd in de eeuwigheid. Laat ons gestadig wand'len In 't spoor, dat Hij ons wijst, Dat is alleen het hand'len, Dat de Verlosser prijst. t'tfit: „Nieuw Bijbels Dagboekje".) deleeuwen was het Zwin de drukst bevaren rivier ter wereld en Brugge de drukste haven van Europa. Talloze schepen, afkom stig uit alle delen van de toen malig bekende wereld, brachten hun vrachten naar deze haven. Venetië, Genua, Florence en Pisa zonden de gewilde koopwaren uit het Oosten, zoals specerijen, la ken, zijde, fluweel en goud- en zilverwerk. De Britten brachten wol en leer en de Hanzesteden waren uit Noorwegen, Zweden, de Baltische landen en Rusland. De kooplieden van al deze naties stapelden hun waren in Brugge, ruilden deze daar onderling en bevrachten op de terugweg hun schepen met landbouwproducten linnen en wollen stoffen uit Vlaanderen. Komende van zee ankerden al deze schepen op eenzelfde rus tige punt in het Zwin, waar voor al na storm reparaties konden worden uitgevoerd, water inge nomen, enz. Op weg naar zee werd op dat punt dikwijls een gunstige wind afgewacht. Omdat er daar iets te verdienen viel ves tigden zich daar al gauw een aantal lieden, die hun bestaan vonden in het leveren van beno digdheden en het verrichten van diverse diensten. Ook pikten zij op zijn tijd een graantje mee uit de overladen handelsruif. Uit dit allengs groeiende ge hucht ontstond een dorp en daar uit een stad. Bij zijn geboorte als stad in Maart 1241, kreeg Mude alles mee, wat het zich maar wensen kon. Het werd verklaard tot „villa franca" vrije stad kreeg het recht tol te heffen en zelf vrijdom van tol in alle ha vens aan het Zwin, zelfs in Duin kerken en Nieuwpoort. De vis handel werd niet belast, in lente en herfst mocht er een jaar markt worden gehouden, het kon zich aansluiten bij de Vlaamse Hanze, enz., enz. Toch heeft Mude zfCh niet kun nen handhaven! Na zich gedu welvarend bestaan te hebben ver heugd, werd het in 1385 door de Engelsen geplunderd en ver brand. In 1405, nauwelijks de vorige verwoesting te boven, viel het weer in Engelse handen. Bij het daaropvolgend beleg "van Sluis sneuvelde de Engelse aan voerder en hiervoor moest Mude het gelag betalen. Behalve de kerk, waarin ze hun aanvoerder hadden begraven, brandden ze het gehele stadje tot de grond toe af. Behalve de mensen was ook de natuur tegen Mude gekant! Het Zwin begon te verzanden en de haven van Mude werd onbereik baar voor de rijkdom brengende koopvaarders. Een poging van de bewoners hun stadje te ver plaatsen naar een punt, waar de rivier nog wel bevaarbaar was mislukte omdat de graaf van Vlaanderen dit verbood. Bij een opschuiven in de richting van Sluis zou deze plaats bij een be legering uit het nieuwe Mude al te kwetsbaar zijn geworden. Toen de Mudenaren zich van dit grafe lijk bevel niets aantrokken en toch begonnen hun plaats over te brengen, werd Nieuwer-Mude, zoals ze hun nieuwe vestiging noemden, prompt door de bevel hebber van Sluis verbrand. Reeds ontluisterd en verarmd, kreeg Mude tijdens de opstand tegen Spanje de laatste stoot. Uit Sluis, dat in Staatse handen was, werd het geheel in puin ge schoten en tenslotte door alle be woners verlaten, zodat aan zijn gehele bestaan een einde dreigde te komen. Zover is het echter niet gekomen. Zodra de rust weerkeerde, kwam een klein deel van de vroegere bewoners weer opdagen. Zelfs herkreeg het- zijn stedelijke rechten. Zonder Zwin bleek het plaatsje echter geen toekomst meer te hebben en van de vroegere welstand is nu nog slechts het mooie dorpspleintje met zijn oude huisjes en de kolos sale toren over. Later is de vroegere trotse „villa franca" Mude onder de naam St. Anna ter Muiden inge lijfd bij de gemeente Sluis, zodat ook aan het zelfstandig bestaan een eind kwam. Het Nederlandse detachement Verenigde Naties op Korea on dergaat thans een zwaar oefen programma. Dag en nacht zijn de Nederlanders in de weer, regen of geen regen. Vooral in deze tijd van het jaar, nu het weken achtereen regent, is het geen pretje, al weten onze mili tairen ook in de grond van hun hart, dat het noodzakelijk is om paraat te blijven. Daarbij komt, dat vele oefeningen geen werke lijke oefeningen zijn, maar zuive ringsoperaties om het land vlak achter het front van vijandelijke guerilla's te ontdoen. xxx Het is acht uur 's avonds. Met de nieuwe bataljcnsarts, dr. Fick, en de assistent-bevoorradingsffi- cier lt. Bosman, ben ik in de jeep De eerste dag van het twee daagse werkbezoek van de minis ter van Economische Zaken, mr. J. Zijlstra, was Vrijdag geheel ge wijd aan de economische en in dustriële problemen van ons ge west. Naast een bezoek aan verschil lende industrieën in Oost Zeeuws- Vlaanderen, werden tal van wen sen en problemen, verband hou- - der^ foet de noodzakelijke uit- rende'"ande"r'haive eeuw in" een i breiding van het industrieel ap- De stand van de voedselpro ductie in de wereld is thans min stens zo critielc als een jaar ge leden, daar de voedsel productie over het algemeen geen gelijke tred kan houden met de sterke bevolkingsgroei. De boeren in de wereld staan voor de bijkans onmogelijke taak om elke dag weer 80.000 nieuwe monden te moeten vullen. Dit is door de F.A.O., de Voed sel- en Landbouworganisatie der Verenigde Naties medegedeeld aan de economische en sociale raad der V. N., die momenteel te Genève bijeen is. De taak waarvoor de boeren en het georganiseerde internatio nale voedseloverleg zich gesteld zien is een jaarlijkse verhoging van de voedselproductie met ten minste één a twee procent boven de jaarlijkse bevolkingstoename, welke momenteel op 1,4 pCt kan worden gesteld. Door grote na tionale en internationale inspan- OOST ZEEUWS-VLAANDEREN. ZONDAG 19 JULI. NED. HERV. KERK. Axel: 10 uur Ds. P. J. Pennings. 2.30 uur Vicaris Wisse. Hoek: 10 uur Ds. D. A. ten Haaft (Bed H. Avondmaal); 2.30 uur Ds. D. A. ten Haaft (Dankz.). Hontenisse: 9.30 uur Ds. K. Ver beek. (Bed. H. Avondmaal). Hulst: 10.30 uur Ds. J. Homan. Sas van Gent: 10 uur Ds. A C. Honders (Bed. H. Avondmaal). Philippine: 2.30 uur Ds. A. C. Hon- der (Bed. H. Avondmaal). Sluiskil: 10 uur en 2.30 uur Ds. Joh W. Starrenburg. Terneuzen: 10 uur Ds. P. A. v. d. Vlugt (Bed H. Avondmaal); 3 uur Ds. P. A. v. d. Vlugt (Bed. H. Avondmaal en Dankz.); 7.30 aur Ds. J. ScholtGn (Jeugd- dienst). 10 uur Kerk voor Jongeren van 12 tot en met 15 jaar in „Bethel dè heer J. L. Hamelink. Driewegen: 7 uur Ds. D. A. ten Haaft, van Hoek. Zaamslag: 9.30 uur Eerw. heer C. H. Heijboer; 2.30 uur Ds. G. Jansma. Schoondtjke: 7 uur Avondgebed. ZONDAG 19 JULI. Aardenburg: 10.30 uur Ds. Rad- stake, van Oosterland. St. Kruis: 9 uur Ds. Radstake, van Oosterland. Biervliet: 9.30 uur Ds. W. A. Dek ker, van Dantumawoude. Breskens: 10 uur Ds. J. H. van Beusekom; 6.30 uur Ds. J. van de Graaff, van Nieuwvliet. Cadzand: 10 uur Ds. A. C. W. ten Cate. Groede: 9.30 uur Ds. A. Duetz, van Zeist. Hoofdplaat: 10 uur Ds. J. Eijgen- daal. Nieuwvliet: 10 uur Ds. J. van de Graaff. Oostburg: 10 uur Ds. W. J. Four- nier Retranchement10 uur Ds. J. B. van Bork. St. Anna ter Muiden: 11 uur Ds. L. P. W. Groenveld. Sluis: 9.30 u. Ds. L. P. W. Groen veld. Schoondtjke: 9.30 uur Ds. M. J. W. Schopenhauer. IJzendijke: 9.30 u. Ds. C. Blom- Zuidzande: 9.30 uur Ds. H. Kujjl- man (Bed. H. Doop). GEREFORMEERDE KERK Hoek: 10 uur en 2.30 uur Cand. H. Melles, van Maarsen. Terneuzen: 10 uur en 4.30 uur Ds. Pestman. Zaamslag: 9.30 uur en 2.30 uur Ds. D. Middelkoop. GEREFORMEERDE KERK (Onderh. Art. 31 D.K.O.) Hoek: 10 uur leesdienst; 4.30 uur Ds. A. Kuiper, van Axel. Terneuzen: 10.30 uur en 5 uur Ds. Krijtenburg, van Zaamslag. CHR. GEREFORMEERDE KERK. Axel: 6.30 uur Ds. H. van Leeu wen, Fröbelschool Nieuwstraat Zaamslag: 9.30 uur en 2.30 uur Ds H. van Leeuwen. GEREF. GEMEENTE. Hoek: 9.30 uur en 2 uur lees- dienst. Terneuzen: 9.30 uur, 2 uur en 6 uur leesdienst. OUD-GEREF. GEMEENTE. Terneuzen: 9.30 uur, 2 uur en 6 uur Ds. A. de Reuver. LEGER DES HEILS. Terneuzen: 10 u. en 7 u. Samen komsten. ROOMS-KATHOLIEKE KERK. Axel: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H.H. Missen. Clinge: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H. H. Missen. Hulst: 6.30 uur, 7.45 uur, 9 uur en 10.30 uur H.H. Missen. Philippine: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H.H. Missen. Sluiskil: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur ,H.H. Missen. Sas van Gent: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H.H. Missen. Terneuzen: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H.H. Missen. Westdorpe: 7 uur, 8.30 uur en 10 uur H.H. Missen. Zandstraat: 7.30 uur en 10 uur uur H.H. Missen. ningen is men er in geslaagd om in de afgelopen drie jaren de voedselproductie met ongeveer 7 pCt op te voeren, doch ook dit is nog onvoldoende geweest voor het tweeledige doel waarvoor men zich gesteld ziet: het opvan gen van de bevolkingsgroei en het bestrijden van de thans reeds bestaande voedseltekorten in vele delen van de wereld, voor al in Azië en Latijns Amerika. Ter bereiking van dit doel zou men elk jaar ongeveer drie tot vier procent méér moeten produ ceren dan in het voorafgaande jaar. Ondanks de stijging in de pro ductie blijft deze dus nog steeds bij de groeiende behoeften ten achter Een van de middelen, waar door de F.A.O. de verhoging van de voedselproductie in de wereld kan stimuleren, is het bijeenroe pen van regionale conferenties, waar door de betrokken landen zelf regionale programma's wor den opgesteld. Dit jaar worden dergelijke conferenties bij voor beeld gehouden in het Verre Oosten, het Nabije Oosten en La tijns Amerika. Een aan het begin van dit jaar te Bangkok gehouden regionale rijst-conferentie heeft reeds aan zienlijke resultaten opgeleverd. Door regionale planning en uitwisseling van gegetvens kon de rijstproductie in verschillende landen van Zuid-Oost-Azië wor den opgevoerd. De uitgewisselde gegevens hadden o.a. betrekking op de techniek van de rijstver- bouw, de opslag en het vervoer, de credietverlening aan de ver bouwers, de markt-techniek en de in- en uitvoer van rijst. Grote hulp wordt daarbij ook ondervonden van het proefsta tion van de F.A.O., waar met verschillende rijstsoorten wordt geëxperimenteerd Bij de pogingen om de voedsel productie in de wereld te verho gen speelt ook de technische hulp aan de minder ontwikkelde gebieden een belangrijke rol. Aanvankelijk_ stond men in ver schillende landen wat sceptisch tegenover deze nieuwe vorm van internationale uitwisseling van kennis en kunde, doch thans is het reeds onmogelijk geworden om met de bestaande financiële middelen aan alle aanvragen om technische hulp te voldoen. Om toch nog aan een zo groot mo gelijk aantal aanvragen te kun nen voldoen, heeft de F.A.O. daarofn een sterke besnoeiing van haar administratieve en in directe operationale kosten door gevoerd en de selectie voor de goedkeuring van aanvragen ver scherpt. Tenslotte nog een enkel cijfer over de voedselproductie zelf. In vergelijking met de periode 1948—1950 is de productie van granen gestegen met 8 pCt, vet ten en oliën met 9 pCt, suiker met 8 pCt, vlees met 10 pCt. Dit lijkt hoopvol, doch daar staat tegenover dat |de landen van Zuid-Oost-Azië nog 85 pCt voort brengen van het voedsel, dat zij vóór de oorlog produceerden. En dat ondanks de bevolkingsgroei, die juist in deze gebieden groter is dan waar ook ter wereld. paraat in onze streek, de be windsman voorgelegd. Te 8.30 uur werd daarom Vrij dagmorgen vanuit Terneuzen ge start voor een oriënterend bezoek aan diverse industrieën. Het gezelschap bestond uit de minister van Economische Zaken, de directeur-generaal voor de in dustrialisatie, dr. E. L. Kramer, de heren C. Hamelink en A. L. S. Lockefeer, leden van Ged. Staten, de griffier der Staten, mr. J. M. Pilaar en de directeur van Eco nomisch Technologisch Instituut Zeeland, drs. M. C. Verburg uit Middelburg. NAAR HULST. Vanuit Terneuzen werd naar Hulst gereden, waar de tricotage- fabriek van de heer E. Lockefeer werd bezichtigd. Na een voorlich tende inleiding van de heer Lockefeer Sr. werd een rondgang door het bedrijf gemaakt. Tevens was hierbij aanwezig de burge meester van Hulst, de lieer B. A. Th. M. Truffino NAAR HEIKANT. Via St. Jansteen vertrok het gezelschap vervolgens naar de buurtschap Heikant, waar de vlasfabriek van de heer Calle Hesters werd bezichtigd en de heer Calle de minister een uiteen zetting gaf van de werkwijze van dit bedrijf. Speciaal de vervuiling van het water in het wingebied der N.V. Waterleiding Mij. „Zeeuwsch- Vlaanderen" werd hier bezich tigd. Hierbij waren ook aanwezig de burgemeester van St. Jan steen, de heer P. H. Geirnaerdt en ir. G. P. M. Dikötter, directeur der Waterleiding Maatschappij. NAAR AXEL. Vandaar werd in snel tempo naar Axel gereden, waar de Eer ste Zeeuwse Vlasspinnerij werd bezocht. De wnd.-burgemeester van Axel, de heer P. J. van Bendegem, ver welkomde alhier het gezelschap, waarna onder leiding van de di recteur der Vlasspinnerij, de heer Schroder, de bezichtiging van dit nieuwe bedrijf plaats vond. De lunch. Te half twaalf werd naar het paviljoen „Zomerlust" gereden waar de lunch werd gebruikt, tij dens welke de heren Coumou, di recteur van de N. V. „Zeelandia" te Zierikzee, J. Steutel en J. C. van de Hulle, allen uit Zierikzee, gelegenheid werd geboden speci ale urgente Schouwen en Duive landse belangen, o.m. de veerver- bindingen en het dijkherstel, te bespreken. De heer P. J. van Bendegem bracht de minister dank, dat hij bij zijn werkbezoek aan Zeeuws- Vlaanderen ook Axel had inge schakeld, dat zich meer en meer van agrarische gemeente naar in dustrieplaats ontwikkelt, gezien de Ammoniakfabriek, de E. Z. V. en de weldra aan de Axelse-Sas- sing te verrijzen Vezelplatenfa- briek. Spreker deed een beroep op de minister voor de speciale Axelse industriële belangen. NAAR SAS VAN GENT EN TERNEUZEN. Bezoek aan de N.V. Spiegel- glasfabriek te Sas van Gent en de N.V. „De Hoop" te Terneuzen. Na de lunch vertrok het gezel schap naar Sas van Gent, waar het ministrieel bezoek de Spiegel- glasfabriek gold. Onder de deskundige leiding van de directeur ir. C. A. L. Horst- mann werd de fabriek bezichtigd, bij welke rondgang de heer Horst- mann de minister de gewenste inlichtingen verstrekte. In flinke vaart reed men ver volgens naar Terneuzen voor een bezoek aan het 50 jaar oude be drijf der N. V. „De Hoop", alwaar ook de burgemeester van Terneu zen, mr. P. H. W. F. Tellegen, ter begroeting aanwezig was. De beide directeuren de heren G. J. W. en J. G. van der Peijl hebben tijdens het bezoek de mi nister bij de bezichtiging van het bedrijf van voorlichting gediend. Diner. In hotel „Rotterdam" werd des avonds een diner aangeboden, waaraan met de minister en zijn gezelschap aanzaten de heren J. v. d. Kooij, Rijksnijverheids- consulent, de burgemeester van Terneuzen mr. P. H. W. F. Tel legen, J. F. de Klerk, directeur der N.V. Terneuzensche Scheeps bouw Mij., Drs. K. Veldkamp, directeur der N.V. „Alginac" te Schore, ir. G. P. M. Dikötter, directeur N.V. Waterleiding Mij. „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter neuzen, ir. T. Michielsen, direc teur N.V. P.Z.E.M. te Middelburg, P L Abrahamse, directeur Prov. Gasbedrijf te Vlissingen, ir. C. A. L. Horstmann en A. Hendrikse, rêsp. voorzitter en secretaris der Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-Vlaanderen, C. A. Kammeraad en A. S. de Jonge te Middelburg, resp. voorzitter en secretaris der Kamer van Koop handel voor de Zeeuwse eilanden, P. J. van Kampen te Oostburg, J. Baars te Middelburg en J. H. Roose te Goes. gestapt om te zien waar de ver schillende compagnieën liggen. Het hele bataljon is namelijk uit gerukt om een zuiveringsactie te houden in het woest bergland van Centraal-Korea. In de opera tie-opdracht stond, dat er vijande lijke guerilla's waren geconsta teerd, maar niemand weet of het werkelijkheid of „fake" is. Het is vandaag gelukkig droog geweest, hoewel grauwe wolken gevaarten voortdurend boven de hoge bergen hangen en de regen ieder moment in stromen kan vallen. Wij hebben vandaag een tijdelijk kamp ingericht, waar ieder de overste incluis in een „pup-tentje" huist. Wij heb ben daarna als eenvoudige na tuurkinderen, officieren naast soldaten, in het kristalheldere beekje een heerlijk bad genomen, genietend van 't ijskoude water. De jeep trekt een dichte, trage stofwolk achter zich aan. Luite nant Bosman heeft de stafkaart op zijn schoot. „Hier moet de „ost"-compie liggen, constateert hij. „Gek is dat, ik zie niets". Wij turen in het dichte lage struikgewas naast de weg en zien plotseling iemand daaruit opspringen en naar ons wuiven. En als wij nauwkeurig kijken, zien wij tussen het struikgewas enkele keurig gecamoufleerde tentjes staan. „Niets bijzonders beleefd", zegt kapitein Jansen, de commandant van de onder steuningscompagnie. „Een man is in elkaar gezakt bij het be klimmen van die hoge tjot en die wordt dadelijk beneden gebracht. Verder hebben ze in een oude bunker een lijk gevonden „Hoe oud?" vraagt de dokter geïnteresseerd. „Moet je mij niet vragen", zegt de kapitein. De dokter constateert dat in het duistere hol, dat eens een bunker is geweest het skelet van een vrouw ligt, die al een jaar of twee dood moet zijn. De been deren zijn door de mieren geheel blank gegeten, maar het lange hoofdhaar is nog intact en daar in steekt een wit-metalen dikke haarspeld met Chinese karakters. Fragmenten van kleding geven de indruk, dat ze een aan com munistische zijde vechtende sol date is geweest. „Verderop is nog een ingestor te bunker", vertelt soldaat Val kenhof. „Wat iigt daarin?" „Dat weet ik niet, het is er te donker". „Alleen een hoop granaten," weet een andere soldaat. „Het is zeker een munitie-opslagplaats geweest." Even later rijden we verder. Langs de smalle bergweg staan bordjes: „gevaarlijk", „slinger weg", „stijle heuvel". Wij bevinden ons in één van de mooiste gedeelten van Korea. Eén van de weinige streken, waar het landschap wel woest, maar niet dor en kaal is. De weg voert ons steeds hoger de bergen in, hoge purperen bergen, waar boven grauw en dreigend de zware regenwolken hangen. En terwijl onze jeep rustig ronkend voortrolt valt de nacht in. Een van die stille, intens duistere Koreaanse nachten. XXX „Hier moet de C-compie lig gen", constateert luitenant Bos man met zijn sigarettenaansteker de stafkaart verlichtend, die hij op zijn schoot houdt. „Ik zie niks", zegt de dokter. Wij stappen uit de jeep en turen in het donkere struikge was. Hoog boven onze hoofden ronkt een vliegtuig met een rood en een groen knipperlichtje. Ver der is het stil.en donker. Zo stil en donker als het alleen in een Koreaanse nacht kan zijn. „Wij moeten ons vergist heb ben", meent lt. Bosman. „Laten we maar verder gaan." Een paar honderd meter verder wordt uit het struikgewas met een zak lantaarn naar ons geknipperd. Wij stoppen en stappen uit. „Hallo, kom 'r bij", klinkt een onvervalst Hollandse stem uit de duisternis. In een kring, op stenen en C- rantsoendozen, zitten acht man nen van de C-compagnie, onder wie de commandant, kapitein Ganzeman. Als onze ogen wat aan de duisternis gewend zijn, zien wij, dat het struikgewas op de achtergrond enkele kleine tentjes verbergt. „Hier is ook niets te beleven", vertelt kapt. Ganzeman. „Ik be grijp niet hoe we hier guerilla's moeten zoeken in die dichte bos sen. Daarin zouden zich hele bataljons Chinezen kunnen ver schuilen zonder dat we ze ooit vinden. En bovendien geloof ik niet dat er Chinezen in zitten." En na korte pauze: „jullie zullen ook wel dorst hebben? Rooster, haal nog een paar flesjes limo nade." Een uur lang zitten we gezel lig te praten. Onder een stapel lege flesjes wordt een zaklan taarn begraven en het licht daar van heeft als men genoeg fan tasie bezit iets weg van een klein kampvuurtje. Dan valt een eerste regendrup pel, gevolgd door nog een. Even later ontladen zich de zware don kere wolken boven onze hoofden en duiken wij weg in onze ten ten, terwijl het geluid van de jeep van de dokter-luitenant Bos man wegsterft in de nacht. xxx „In Holland moeten we een heel jaar wachten voor we een weekje kunnen kamperen", zegt luitenant Van den Assem, terwijl hij een dun straaltje water uit zijn linkermouw draait.- „En hier mogen wij het hele jaar door kamperen. Ik begrijp niet, waar om er niet veel meer Nederlan ders naar Korea komen". 'Niemand van het hele bataljon heeft nog een droge draad aan het lijf. We zijn wakker gewor den in een plas, niet omdat de tenten niet goed waren opgezet, maar omdat geen enkele tent op gewassen is tegen een Koreaan se regenbui, die het water in wil de stromen van de berghellingen doet rollen. Martin Rooster, de bataljonskomiek, heeft bij een naburig Amerikaans kamp een groot tentzeil „versierd" en daar zitten wij thans onder, omdat het lekkende zeil meer beschutting geeft dan de blote hemel en om dat de „pup-tentjes" helemaal blank staan. Even later komt kapitein Ganzeman terug, het regenwater uit zijn ogen vegend. „Over een uur of wat komen de vrachtauto's om ons af te halen", zegt hij. „De operatie is afge last". De Nederlanders oefenen dag- in, dag-uit, in de stromende regen of in de moordende hitte van de Koreaanse zomer de minister Middelburg waar de nacht werd doorgebracht. Te 20.50 vertrok via Breskens naar Dat stadsomroepers nog een nuttige rol kunnen spelen, ook in onze moderne samenleving, is Donderdag wel bewezen in Gene- muiden, waar men dank zij het werk van een lid van dit oude gilde een inbreker te pakken heeft gekregen. Donderdagnacht om ongeveer één uur hoorde de heer H. van Brussel, die een manufacturenwinkel in Gene- muiden heeft, verdachte geluiden in zijn huis. Er was een inbreker aan het werk, die van achteren zijn huis was binnengeklommen. De onbekende had inmiddels lont geroken en vluchtte het huis uit. De slimme winkelier onder nam een koene sprong uit het raam van zijn huis, met de stok van een zwabber. Hij had ge dacht, de inbreker in een zijgan getje naast zijn huis tegen te ko men en hem daar in te kunnen rekenen. Dit liep echter mis, daar de man er al vandoor was ge gaan. De politie vermoedde, dat hij zich ergens in Genemuiden had verstopt en daarom gaf men de stadsomroeper opdracht het dorp door te trekken. Dit geschiedde. Met zijn flink stemgeluid waarschuwde deze de bewoners, dat in hooibergen en schuren gekeken diende te wor den naar een mogelijk verbor gen inbreker. Druk ging men aan het zoeken en inderdaad, om drie uur in de middag werd de inbre ker ontdekt in een hooiberg, waar hij diep in het hooi verbor gen zat. Ontvluchten baatte niet meer en dus werd hij spoedig ingerekend. Het was de 22-jarige G. S„ een ontvluchtte uit de Rekkense op- iroedingsinrichting. De man heeft inmiddels toegegeven, inbraakjes gepleegd te hebben in Genemui den, Zwartsluis en Hasselt. „Vrouwen zijn als bladeren", door James P. Leynse. "Uitg Kosmos, Amsterdam. Prijs geb. 5,90. Onder de Engels aandoende naam James Leynse gaat de ras echte Zeeuw Jacob Leynse schuil, die na te Leiden theologie te heb ben gestudeerd, de opleiding te Oegstgeest volgde en daarna via de Princetown University zende ling voor de Presbyteriaanse Kerk in China werd. Gedurende de dertig jaren, dat Leynse on der de Chinezen werkte, kon hij geen tijd vinden voor het schrij ven van boeken. Pas toen hij door de Japanners werd geïnter neerd, kreeg hij gelegenheid deze langgekoesterde wens in vervul ling te doen gaan. Het resultaat was een 5-tal boeken, waarvan „Vrouwen zijn als bladeren" nu in het Nederlands is vertaald. Dank zij zijn jarenlang verblijf in China is Leynse geheel op de hoogte van de gewoonten en ge bruiken van de Chinezen, terwijl hij uiteraard op godsdienstig ter rein bijzonder goed geïnformeerd is. Zijn op de werkelijkheid ge baseerd boek brengt ons dan ook afwisselend in aanraking met as pecten van het ingewikkelde Chi nese familieleven en met oude godsdienstige gebruiken, echter met zoveel talent dooreengemen- geld, dat het resultaat een boek is, dat men als roman naar waar de weet te schatten. De heldere verteltrant van Leynse en zijn scherpe kijk op het volk, waar tussen hij de beste jaren van zijn leven sleet, brengen ons het verre en nog altijd min of meer geheimzinnige China wel heel nabij. „Gracie Lindsay" door dr. A. J. Cronin. Uitg. Sythoff, Leiden. Prijs' geb. 4,95 Deze nieuwe roman van de be- r kende Engelse arts-schrijver Cronin is nu eens geen dokters- verhaal. Wel speelt het boek in het Schotse provincie-stadje Levenford, een streek ook welbe kend aan de vele Nederlandse lezers van o.a. „Doktersroeping" van dezelfde schrijver. Hoofdper soon is de tamelijk wispelturige jongedame Gracie Lindsay. Een idylle met een jongeman die voor er van een huwelijk sprake kon zijn, verongelukt, doet haar hals over kop met een ingenieur trou wen, wiens werk in India ligt. Als haar man daar overlijdt, komt zij terug naar Levenford en neemt haar intrek bij haar oom. Na veel verwikkelingen en pijnlijke ervaringen is zij op aan drang van haar oom eindelijk be reid haar voor haar huwelijk ge boren zoontje tot zich te nemen, maar haar plotselinge dood, ge volg van een poging dit zoontje het leven te redden, verhindert dit. De waarde van „Gracie Lind say" moet men, meer dan in het verhaal zelf, zoeken in de onge twijfeld verrassend rake wijze, waarop Cronin zijn figuren weet uit te beelden. De oom, de domi néé en diens vrouw, de apothe ker, kortom de te berde gebrach te notabelen van dit vooroorlog se stadje zijn kostelijk beschre ven en de slotsom is dan ook, dat dit boek aandacht waard is. METAALDIEVEN AANGEHOUDEN. Twee kooplieden uit Haarlem hadden gehoord dat in Vlaardin- gen oud ijzer goedkoop was te krijgen en men besloot daarom daarheen te gaan. Ze slaagden er niet in wat te kopen en kwamen met hun vrachtauto in Rotter dam terecht waar ze op het ter rein der Nederlandsche spoor wegen aan de Vondelingenweg een partij ijzeren ankerschoenen zagen liggen. Het tweetal wacht te de duisternis af in een café en sloeg toen zijn slag. Zij werden echter opgemerkt toen ze met een partij van 1500 kg wegreden en een telefoontje aan de politie was voldoende om hen kort daar na aan te houden. Het waren de 38-jarige H. O. en de 52-jarige A. S. Beiden zijn opgesloten.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1953 | | pagina 2