■Hm Reacties op Eisenhowers rede Geen blokkade van China Hei kanaal van Gent naar Terneuzen PROVINCIE OOSTVLAANDEREN. VAM Ondeugdelijk brandweermateriaal BOEKENHOEKJE Word oud en blijf jong Vreemde ontduikingen De Perzische olie, en de Engelse import Kapitale boerderij afgebrand De reacties van niet-commu- nistische zijde op Eisenhowers jongste rede zijn zeer lovend. Doch het officiële Sowjet-Rus- sische persbureau „Tass" ver klaarde onder meer: „Een aan zienlijk gedeelte van president Eisenhowers rede diende ter rechtvaardiging van de na de tweede wereldoorlog gevoerde Amerikaanse buitenlandse poli tiek, onder meer van de herbewa- peningswedloop en de vorming van het Atlantische blok, terwijl de Sowjet-Unie de schuld krijgt voor de internationale toestand, zoals deze thans is". De Australische minister van Buitenlandse Zaken Casey ver klaarde Vrijdag te Melbourne onder meer: „Eisenhowers hoogst belang rijke rede gaf de mening van alle vrije volken ter wereld weer", waaraan hij toevoegde: „Het is duidelijk, dat de Ver enigde Staten bereid zijn elke werkelijk gemeende Russische vredesstap ten volle te steunen". Met uitzondering van de com munistische „L'Humanité" heb ben alle Franse dagbladen Eisen howers rede onverkort gepubli ceerd. De linkse, doch anti-communis tische „Francieu Tireur" schreef: „Zal het Kremlin Eisenhowers „Tass" merkt voorts op, dat de vrede verwerpen, zoals het in 1947 het oude verwierp?", waar aan het toevoegt: „Dit zal spoe dig genoeg blijken. Indien de Sowjet-Russische pers de toe spraak publiceert, kan dit als bewijs gelden, dat de Russische leiders inderdaad een nieuwe koers hebben ingeslagen". „L'Humanité" (communis tisch) is van mening dat „de Amerikaanse president, onder de dekmantel van mooie volzinnen geestdrijverij bedrijvend, een nieuw plan voor Amerikaanse wereldoverheersing heeft ge openbaard". „Tas" merkt voorts op, dat de Amerikaanse president „in het geheel niet heeft gesproken over de erkenning van China's natio nale recht" (bedoeld wordt een toelaten van communistisch Chi na tot de Verenigde Naties) waaraan wordt toegevoegd: „Eisenhower sprak evenmin over een hereniging van Duitsland, overeenkomstig de op de confe rentie van Potsdam genomen besluiten". Uit de Formosaanse hoofdstad Taipeh wordt gemeld, dat men zich aldaar zeer teleurgesteld betoont, dat de Amerikaanse pre sident in het geheel niet over nationalistisch-China heeft ge sproken. Voor het overige onderschrijft men Eisenhowers toespraak ten volle. DUITSE REACTIES OP REDE VAN EISENHOWER De pers der bondsrepubliek wijdt uitvoerige beschouwingen aan de rede van president Eisen hower, die over het algemeen de verwachting uitspreken, dat de nieuwe leiders der Sovjet-Unie niet bereid zullen zijn besprekin gen op basis van de Amerikaan se conceptie te beginnen. De „Frankfurter Allgemeine Zeitung" schrijft, dat alleen reeds de eis van vrije verkiezingen in alle Oosteuropese landen vol doende zou zijn om een negatief antwoord uit Moskou te krijgen. „Deze rede toont aan dat Eisen hower en Dulles nog steeds vast houden aan de gedachte de bol sjewisten tot achter de rivier de Boeg terug te drijven. Wanneer Moskou daarop zou ingaan dan zou daarginds een politieke aard beving moeten hebben plaats ge had", zo meent het blad. „Die Welt" noemt de rede een bewijs van immuniteit tegen de verlokkingen van het Oosten, die sommigen reeds voor klinkende munt hadden aangezien. Het blad meent, dat de hoge prijs, die Eisenhower gevraagd heeft bij onderhandelingen nog voor wijziging vatbaar zal zijn, doch het voegt daaraan toe: „De vraag is echter of de prijs niet bij voor baat te hoog gesteld is en of hij de Russen niet terstond zal af schrikken dit concept als grond slag voor besprekingen te aan vaarden. De Bonner „General Anzeiger" spreekt evenzeer de mening uit, dat men niet verwachten kan dat het appèl een goede echo in Mos kou zal vinden. De „Stuttgarter Nachrichten" meent zelfs, dat een ontwikkeling volgens het plan-Eisenhower „een wonder nabij zou komen". De „Kölnische Rundschau" schrijft boven zijn beschouwing over de rede: „Eisenhower spreekt Duits". Het blad drukt de overtuiging uit, dat de in vloed van Adenauers overtui ging in de rede weerspiegeld is. „De Russen zullen door een har de schil moeten bijten willen zij de vrucht eten", aldus het blad. Het blad der sociaal-democra tische partij, de „Westdeutsche Neue Presse" noemt het aan Duitslands eenheid gewijde deel der rede het smartelijkste deel „Wanneer men ontspanning wil voor de Duitse toehoorder, dan dient men in mindere mate van zo vérstrekkende doelen te spreken dan wel van practische mogelijkheden, om tot een mo dus vivendi met de Russen te komen. Zulk een oplossing is in Eisenhowers conceptie beangsti gend ver te zoeken. Dat valt bij zonder op door de these, dat de aansluiting van de bondsrepu bliek bij de E. V. G. de enige zekere weg naar een herstel der eenheid van Duitsland is. Dit deel der conceptie is voor ons Duitsers wel het meest smarte lijk", aldus het socialistisch blad. Een van de geschenken, die de Baamse dahlia-koning, opa Horns veld, op zijn 90s e verjaardag heeft ontvangen is-een splinternieuwe herenfiets (met een steppie, natuurlijk). Er is in politieke kringen eni ge deining ontstaan over de be slissingen, die de ministers Eden en Dulles in Washington hebben genomen om het verschepen van strategisch belangrijke materia len naar China te verhinderen. Men blijkt de opinie te zijn toe gedaan, dat de Britse en Ameri kaanse regeringen voornemens zijn beperkingen aan de handel Donderdagavond is in de buurtschap De Noord te Wijchen nabij Nijmegen een kapitale boerderij, bewoond door de fa milie C. Poos, tot de grond toe afgebrand. Een groot gedeelte van de inventaris en enkele stuks vee gingen verloren- De brand, die om kwart over negen door onbekende oorzaak in de veeslal was uitgebroken, kon niet worden geblust, ondanks het feit dat de Wijehense brand- meer onmiddellijk was ge vraagd. De oorzaak daarvan is, dat de Wijehense brandweer sinds jaren geen deugdelijk ma teriaal meer heeft, zo vertelde de burgemeester van Wijchen. Men heeft slechts een spuitje uit 1930, dat echter na enkele ogenblikken gebruikt te zijn, verdere diensten weigerde. Met de grootste moeite is het gelukt, een nabijgelegen boerderij te sparen. Toen de Nijmeegse brandweer arriveerde, viel er niets meer te redden. De burgemeester zeide, dat een voorspelling die jaren geleden is gedaan, thans is uitgekomen. Wijchen heeft geen sluitende begroting en derhalve kunnen Ged. Staten van Gelderland niet besluiten om een post goed te keuren, die al jaren op de be groting staat en die beoogt de brandweer deugdelijk materiaal te verschaffen. De brandweer commandant heeft een jaar ge leden verklaard, geen enkele verantwoordelijkheid voor de toestand te kunnen aanvaarden. De burgemeester ziet in deze brand een aanleiding te meer voor Ged. Staten om eindelijk een gunstig besluit te nemen. met China op te leggen, die uit gaan buiten hetgeen de Verenig de Naties hierover hebben be slist. In bepaalde bladen zijn de woorden „economische sanctie^" en zelfs „blokkade" reeds geval len. Dit is een geheel verkeerde voorstelling van zaken. De voor genomen stappen liggen binnen de grenzen van de houding, die door de Verenigde Naties voor geschreven is: Het zijn maatre gelen om deze voorschriften doeltreffender uit te voeren. De betrokken resolutie werd door de assemblée reeds op 18 Mei 1951 aanvaard met 47 stem men vóór, geen tegen en 8 ont houdingen. Het Sowjet-blok ont hield zich van stemmen, daar het de bevoegdheid van de as semblée om deze zaak te behan delen niet erkende. Deze resolu tie adviseerde alle ledenstaten een embargo te heffen op ver schepingen naar gebieden onder Chinese of Noordkoreaanse con trole van wapenen, ammunitie, petroleum en verdere oorlogsbe nodigdheden. Bovendien werd de leden geadviseerd met alle, mid delen ontduiking hiervan tegen te gaan. TOCH ONTDOKEN.... Dat is het mandaat van de as semblée van de Verenigde Na ties. Ondanks alle maatregelen zijn er, zoals voorzien, „ontdui kingen" voorgekomen en hier willen Eden en Dulles thans te gen optreden, omdat de bedoe lingen van de assemblée eindelijk eens goed ten uitvoer moeten worden gebracht. Door D. KEUR. XX. Toen de weersomstandigheden beter werden was het zaak de werkzaamheden tot voltooiing van het kanaal voort te zetten. Het scheen de concessionarissen echter niet naar wens te gaan. Of de oorzaak daarvan gezocht moet worden in achteruitgang van hun financiële positie dan wel in hun ontevredenheid over te late afgifte van termijnen, is niet met zekerheid bekend, maar hoe het ook zij, in een brief van 22 Maart 1827 berichtten zij aan hoofdingenieur van Diggelen dat zij wegens gebrek aan April 1827 goedgevonden dat de werken zouden worden voort gezet en gelast dat de vereiste credieten zouden worden geopend tot een bedrag, dat werd verwerkt en waarvoor materialen wer den aangevoerd. Vanaf die tijd heeft men er alles opgezet het kanaal in 1827 zover te voltooien dat het vóór de winter voor de scheepvaart kon worden opengesteld. In een hieronder afgedrukt, door de Gouverneur van Oost- Vlaanderen genomen besluit, zijn opgenomen de maatregelen die zouden worden getroffen om de nog te verrichten werkzaam heden met de meeste spoed in de droge te kunnen uitvoeren. KANAAL i Gent op Terneuzen. D-v* E GOUVERNEUR van de provincie Oost-Vlaanderen Gezien artikel 2 van Zijner Majesteits besluit de dato 28 aprilI jl.voorschrijvende dat de werken tot het voltooijen van het Kanaal op Terneuzen, onverwijld zullen worden opgevat en met allen mogelijken spoed voortgezet In aanmerking nemende dat het onmogelijk is de gezegde werken te hernemen zonder het voorschreven kanaal onmid- delijk droog te maken; Overwegende dat het des te dringender is dezen maatregel te bewerkstelligen om dat het van het hoogste gewigt is zich het tegenwoordig voordeelig getijde des jaars ter uitvoering der tegenwoordig voordeelig getijde werken te nutte te maken Besluit Ast. i, Dingsdag den 8 dezer maand om drie uren des namiddags zal de sluis genaamd het Tolhuis te Gent, gelegen in de strekking van het Kanaal op Terneuzengesloten en met de noodige zorg toegemaakt worden, ten einde er aldaar geene bovenwaters in het gezegde Kanaal zouden kunnen storten. Ait. a. Tan zeiven dagemet in achtneming van de ebbe en vloed zullen de sluizen te Sas van Gent en Terneuzentot de aflossing der waters geopend worden. Art. 3. Woensdag den 9 dezer maand zal de Moervaart te Rooden- huize aan het Kanaal door eenen dijk afgesloten worden. Art. 4. Alle vaartuigen welke zich tusschen het Tolhuis en Sas van Gent in het voorzegd Kanaal mogten bevinden zullen hetzelve op voorschreven dingsdag moeten verlaten hebben. Ast. b. De heeren Hoofd-Ingenieurs Fan Diggelen en tioël zijn be last met de uitvoering van de hiervoren aanbevolene bepalingen. Art. 6. Het tegenwoordig besluit zal in plano worden gedrukt en in de stad Gentals mede in de gemeenten langs het Kanaal gelegen op morgen den 6 dezer maandworden afgekondigt en aangeplaktmitsgaders in het Memoriaal administralif worden geplaatstterwijl een genoegzaam getal exemplaren daarvan aan de voornoemde Hoofd-Ingenieurs stedelijke en gemeente besturen zal toegezonden worde den. Gedaan te Gent,den 5 mei 1827. VAN DOORN. Te GENTbij A. B. STEVENDrukker van het Provinciaal Bestuur. geldelijke middelen niet aan hervatting van de in December 1826 stilgelegde werken konden denken. Zij gaven zelfs te kennen, dat er onderhandelingen zouden zijn gevoerd met het gouverne ment over afstand doen van de concessie. Hoewel op 1 April nog meerdere werken door de concessiona rissen geheel werden stopgezet is het echter zover niet gekomen. Door Zijne Majesteit Koning Willem I werd bij besluit van 22 Men nam dus geen halve maatregelen. Het kanaal, ook de oude Sasse vaart, werd geheel buiten gebruik gesteld. Het door de polders op en naar het kanaal lozende water moest vanzelf sprekend door de provisionele sluis in de afsluitdijk en de Oost- sluis te Terneuzen worden afgevoerd. Met de directie van Kanisvliet rezen nog moeilijkheden om trent de wijze waarop werd geloosd, waarom werd voorgesteld aan genoemde directie een schrijven te richten dat geen lozingen op het kanaal mochten geschieden, anders dan met voorkennis der ingenieur van de Waterstaat met de uitvoering belast. Naar aanleiding daarvan werd door de Gouverneur van Zeeland be richt dat hij tot Kanisvliet zodanig verzoek gericht had, dat geen lozingen door de Passluis of de Zwartenhoekse sluis mochten plaats hebben. De uitvoering van de werken na het aflaten van het kanaal leverde geen bijzondere moeilijkheden meer op. Alleen aan het paalhoofd in het verlengde van de westelijke havendijk slaagde men er niet in de palen tot de vereiste diepte te heien. De oor zaak was daarin gelegen, dat na het bezinken van de kop van de dijk zich op het rijswerk een dikke zandlaag had neergezet, waar de palen zich niet doorheen lieten slaan. Voorlopig werd toen met het heien gestaakt in de hoop dat later de stroom het zand wel weer zou wegschuren. Tenslotte zijn palen van kortere lengte ingeslagen. Dit paalhoofd heeft tengevolge van de ver nielende werking van de paalworm slechts weinige jaren stand kunnen houden en is later niet meer vernieuwd. Het paalhoofd in het verlengde van de Oostelijke havendijk is nimmer gemaakt. Waarschijnlijk heeft men door de ongunstige ervaring aan de westzijde er van afgezien. Het op diepte brengen van de havengeulen door spuien, waar men gedeeltelijk op gehoopt had, voldeed ook niet aan de ver wachtingen. Grotendeels zijn ze toen verder onder het vereiste profiel uitgegraven. In de reeds vroeger afgedrukte fig. 19, waar de tegenwoordige toestand in de buitenhaven bij hoogwater wordt weergegeven, zijn de havengeulen met aan het eind de Oost- en de Middensluis te zien. Het voltooien van de werkzaamheden en het opruimen van tijdelijke werken vergde nog zoveel tijd dat alle zeilen bijgezet moesten worden om vóór de winter klaar te komen. Op 8 November 1927 was men nog met 4 schuiten werkzaam aan het uitbaggeren van de Vlooswijkse straat. Deze had men zo lang mogelijk behouden voor verbinding van de oost- met de westzijde van het hoofdkanaal. Op genoemde datum was ze tot 4.50 m afgegraven. Ook was men toen nog bezig aan het wegbaggeren van de dam voor het binnenhoofd van de Westsluis, waarmede tot 5 A 5.50 in gevorderd was, terwijl de dam buiten de Westsluis over een breedte van 28 m tot een diepte van 2.70 3.30 m weggegraven was. Hoewel het kanaal was afgelaten stond te Terneuzen, waar de bodemdiepte ruim 6 m bedroeg (dit is ruim 2 m beneden gemiddeld laagwater), als regel dus toch nog 2 k 3 m water in het kanaal. Vandaar dat de daar voorkomende dammen niet geheel konden worden weggegraven, doch moesten worden ge baggerd. Aan de Axelsche Sassing (zie de reeds gegeven beschrijving van deze sluis) was een begin gemaakt met het inhangen van de vloeddeuren. Inmiddels waren ook de bruggen over het kanaal gereed ge komen. Te Sas van Gent was in het verlengde van de Dwars straat (zie fig. 25) een dubbele draaibrug gebouwd met een door- vaartwijdte van 13 m. Ze bestond uit twee vaste gedeelten, één aan de oostzijde, lang 17.25 m en één aan de westzijde lang 5.70 meter, en twee draaibare gedeelten, elk lang 12.36 m. Te Sluiskil, op de plaats van de doorgraven zeedijk van de Koegorspolder, ongeveer 200 m ten zuiden van de tegenwoordige brug, kwam een dubbele draaibrug tot stand, bestaande uit twee vaste gedeelten, elk lang 10.20 m en 2 draaibare gedeelten elk lang 14 m. De vrije doorvaartwijdte bedroeg 13 m. Te Terneuzen werd over het hoofdkanaal bij het separatie- punt (aan de zuidpunt van het tegenwoordige eiland zie fig. 13 een dubbele draaibrug gebouwd, bestaande uit twee vaste gedeelten elk lang 14.85 m; de vrije doorvaartwijdte bedroeg ook hier 13 m. Over de Oostelijke kanaalarm werd nog een enkele draaibrug gebouwd, de z.g.n. „Axelse brug", met een doorvaart wijdte van 9 m; ze bestond uit twee vaste gedeelten, elk lang 12.75 m en een draaiend gedeelte lang 19 m. Alle bruggen wer den van hout gemaakt en hadden een breedte van 4 m, verdeeld in een rijdek, breed 2.40 m en twee voetpaden elk breed 0.80 m. Men was nu spoedig zover gevorderd dat water in het kanaal kon worden ingelaten of wel het toevloeiende water opgehouden. Inlaten van zeewater achtte men niet gewenst, in de eerste plaats omdat de sluizen daar niet op ingericht waren en in de tweede plaats omdat het slecht voor de vissen was. Het kanaal werd daarom met uit de polders toevloeiende en te Gent ingelaten rivierwater geleidelijk gevuld. Het kanaal kon nu worden in gebruik genomen en werd op 18 November 1827 voor de scheepvaart opengesteld. (Wordt vervolgd.) Er zijn n.l. landen, die de ad viezen van de assemblée niet ter harte hebben genomen. Adviezen zijn weliswaar geen bevelen en het zijn vreemde staten. Maar tezelfdertijd is het belachelijk, dat staten, die dit embargo op legden, op een of andere manier andere landen zouden helpen bij het ontduiken ervan. Zo heeft b.v. een regering besloten om toch „verboden" materialen naar China te verschepen en het kan dit doen in schepen van een an der land, dat het embargo aan zijn eigen landgenoten heeft uit gevaardigd. De Engelse ministerraad heeft daarom besloten een verbod uit te vaardigen om Britse schepen voor dit doel te gebruiken en als aanvullende maatregel is er een verbod voor schepen, dié „as- semblée-contrabande" naar Chi na vervoeren, om in Britse ha vens te bunkeren. DE OLIE EN DE EXPORT. Eén van de andere punten is, dat de laatste voorstellen, die aan Mossadeq zijn overhandigd voor een regeling van het Perzi sche oliegeschil, „redelijk en fair" worden genoemd en dat men de Perzen niet verder tege moet heeft kunnen komen. Wat er nu verder na Mossadeqs ver werping van de Britse voorstel len moet gebeuren, zal nader moeten worden uitgemaakt. De toestand in Perzië (waar zich een machtsstrijd afspeelt tussen premier en sjah) is inmiddels overzichtelijk geworden. Wat de Europese aangelegen heden betreft zijn Engeland en Amerika vóór een spoedige rati ficatie van het E.D.G.-verdrag, daar hierover meer en meer on gerustheid begint te heersen. Belangrijk nieuws uit de Euro pese samenwerking is, dat En geland voornemens is langza merhand een aantal invoerre- stricties te beperken, welke voor al de Franse en de Italiaanse ex port benadeelden. Het is jammer, dat Londen de beperkende invoerbepalingen voor andere staten (waaronder Nederland) nog handhaaft. Het vertrouwen in de O.E.E.S. is daarmede niet volledig hersteld en de Europese economie zal moeilijkheden blijven ondervin den van de wat eenzijdige posi tie, welke het Ver. Koninkrijk tegenover zjjn partners meent te moeten innemen. NIEUWE UITGAVEN. W. S. S. van Benthem Jutting: Weekdieren II. Uitg. „Het Spectrum", Utrecht Prijs geb. 3,90, ing. 2,90. In de bekende serie „Wat leeft en groeit" (De Wereld van Dieren en Planten), uitgave „Het Spec trum", Utrecht, verscheen van de hand van W. S. S. van Benthem Jutting: Weekdieren II. Zonder al te „geleerd" te zijn, maar zeker ook niet oppervlakkig, be schrijft de bekende auteur op vlotte wijze onze land- en zoet- waterdieren, zodat na lezing van dit werkje men de overigens niet zo heel erg in de belangstelling van velen staande „slakken" met heel andere ogen bekijkt! Een aantal afbeeldingen van schelpen en slakkenhuisjes maken het de bezitter mogelijk vele soorten te onderkennen, terwijl een aantal foto's en schetsen de tekst ver duidelijken. Iedere natuurlief hebber kan met dit werkje zijn blik op een vrij onbekend gebied verruimen. Ook het uiterlijk van het boekje is prima verzorgd. Len Howard: Vogels als hulsvrienden. Uitg. Elsevier, Amsterdam. Prijs geb. 7,25. Bij Elsevier, Amsterdam, ver scheen ren uit het Engels ver taald en in keurige band gesto ken boek getiteld „Vogels als huisvrienden" van Len Howard. De schrijfster bewoont geheel alleen een landhuis in Sussex en is met mezen, vinken, merels, enz. op een ongewoon vertrouwe lijke voet geraakt. Deze vogels slapen in haar slaapkamer, eten uit haar hand, zitten op haar rug, kortom hebben voor haar alle vrees afgelegd. Het gevolg van deze vertrouwelijkheid is, dat zij waarnemingen kon doen, die voor ieder ander niet mogelijk zijn. Tot hiertoe is haar boek dan ook belangrijk en interes sant, maar de conclusies, die de schrijfster ieder moment trekt, zijn dikwijls wel zo gewaagd, dat deze door slechts weinig in gewijden zullen worden gedeeld. Wel is ook uit hoofde van haar beroep, het deel, waarin zij over de zang van haar „huisgenoten" schrijft zonder meer waardevol. Niet al te veel waarde hechtend aan alle conclusies van de schrijfster is „Vogels als Huis genoten" een prettig leesbaar boek, waaruit op iedere bladzijde een ongewoon grote liefde voor en kennis van zangvogels ons tegemoet straalt C. B.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1953 | | pagina 6