Het kanaal van Gent naar Terneuzen
Het platteland spaart bij
de eigen
ZILftlETR
W.P. Encyclopedie
voor de Vrouw
VULPENNEN
Uw Bruidsbouquet
Kleine W.P. Encycl.
Commissaris serie
Boerenleenbanken
730 Coöperatieve
Bloemenmagazijn G J. WILL
GRONDAANKOOP.
Grafgeheimen
Zuivering
in Oost-Duitsland
CHURCHILL TE
NEW YORK AANGEKOMEN.
Spaarbank van
De Stichting
Raiffeisen-Bank te Utrecht
Aangesl. bij de Coöp. Centrale
N.V. Fa P. J. van de Sande
[GEROj( ZILMETA)
VLEK VRIJ
DOOR
EN
DOOR
Z*ft VVïeL:
TERNEUZEN 2050
XI.
Tegenover de verplichtingen van de concessionaris in de eerste
vier artikelen beschreven, wordt in artikel 5 bepaald, welke rech
ten en inkomsten de concessionaris zullen worden toegekend. In
het kort bestonden die rechten in het volgende:
a. Geschot van de landen die in de Axelse en Sasse gaten
zullen worden ingedijkt, ieder jaar 60 cent per gemet,
b Afwateringsgelden der landen die tussen Gent en Terneuzen
hun water op het kanaal zullen voeren, gerekend tegen
150000 gemeten jaarlijks 25 cent per gemet;
c. Recht van heffing voor vaartuigen die het kanaal bevaren
naar de maatstaf van 40 cent per ton voor de afstand Gent-
Ter neuzen of omgekeerd;
d. Idem voor vaartuigen die in de haven van Terneuzen ten
reede komen zonder te lossen of te laden, 3 cent per ton en
langer dan 2 X 24 uur blijvende IV2 cent per ton in het
etmaal
e. Idem voor vaartuigen die in de buitenhaven of het oude
haventje van Terneuzen komen lossen of laden hetzelfde
recht als voor het doorvaren der sluis te Terneuzen, uitge
zonderd de beurtschippers;
f. Idem voor vaartuigen die het zijkanaal van Hulst bevaren
30 cent per ton die tot Axel varen en 40 cent per ton die tot
Hulst varen;
g. Idem voor vaartuigen waarvoor bruggen moeten worden ge
opend, bij elke brug van zonsopgang tot een uur na zons
ondergang 20 cent voor zeeschepen en 10 cent voor binnen
vaarders en voor de overige uren het dubbele, terwijl aan
de brug te Zelzate bovendien voor een los paard 2 cent wordt
geheven en voor elk paard dat voor een rijtuig bespannen
is 4 cent;
h. Idem voor vaartuigen passerende de sluis aan de mond van
de Moervaart 6 cent per ton voor vaartuigen beneden de 20
lasten en 20 cent per ton voor grotere vaartuigen;
i. Eindelijk ook de opbrengsten van visserij, grasgewas en
beplantingen, zowel van aanwezige als die welke door de
concessionaris mogen worden aangebracht.
Het genot van die rechten zou aanvangen zodra de werken
zover waren gevorderd dat ze aan de daartoe gestelde eisen zou
den kunnen beantwoorden.
Hoewel het niet in de concessie is vermeld waren die rechten
geschat op een totaalbedrag van ƒ174.000,
Volgens het bepaalde in artikel 6 werd het verboden zonder
meer nieuwe rechten in te voeren of te heffen.
Tenslotte wordt in de artikelen 7 t/m 10 nog gehandeld over
de vrijheid van de concessionaris tot het oprichten van een asso
ciation, de vereisten van de concessionaris en borgen, kosten van
registratierecht en over uitspraak in gevallen van verschil, waar
op hier echter niet verder zal worden ingegaan.
Het was op grond van deze voorwaarden dat bij advertentiën
in de Staatscourant en het Brusselse dagblad gegadigden uitge
nodigd werden hunne aanbiedingen vóór of op de 14e December
1824 aan het Ministerie in te zenden. Hoofdingenieur Van Diggelen
werd verzocht om zich tegen voormelde datum naar Brussel te
begeven, teneinde bij de opening der inschrijvingsbiljetten te
assisteren.
De opening der biljetten is echter op 14 December niet door
gegaan. De-wijziging van het kanaalgedeelte GentSas van Gent,
waarover hiervóór reeds is gesproken, was n.l. nog niet in de
voorwaarden opgenomen. (Volgens een besluit van 9 Januari 1825
zou van de geraamde kosten 375.000,tengevolge van die
wijziging, een gedeelte, groot 2/5 X 375.000 150.000,door
de stad Gent worden betaald en een even groot gedeelte door de
Provinciën.)
De ingekomen inschrijvingsbiljetten werden verzegeld en ge
reserveerd om bij een nader te bepalen datum te worden geopend,
waarbij gegadigden de vrijheid werd gegeven nieuwe biljetten in
te dienen.
Bij advertentie werd bekend gemaakt, dat de datum van openen
nader bepaald was op 24 Januari 1825 te 12 ure.
Uit het proces-verbaal van het behandelde op de dag van be
steding blijkt het volgende:
Gegadigden, die 14 December 1824 hun biljetten ingeleverd
hadden, welke werden gereserveerd, en degenen, die zich voor
het indienen van nieuwe biljetten wilden aanmelden, in de zaal
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Water
staat te Brussel opgeroepen zijnde, werd doar de Minister ge
vraagd of allen met de conditiën en nadere ampliatie ten volle
bekend waren. Daar niemand hierop inging, werd stilzwijgend
aangenomen dat dit het geval was.
De gezegelde biljetten van 14 December werden getoond, waar
na tot opening dezer eerste (5) biljetten werd overgegaan, aan
ieder derzelve een nummer gevende en het aantal jaren overluid
aan de aanwezigen bekend gemaakt. Daaruit bleek, dat als volgt
was ingeschreven:
Door N. Riche de Gaijffier te Bergen (Henegouwen) voor 59
jaren;
door G. van Asperen te Ellewoutsdijk voor 26 jaren en 3 mnd.;
door Chainaye van Meerbeke Comp. te Maastricht voor 22
jaren, onder voorwaarde dat bij toepassing van eventueel lagere
scheepsrechten de concessie naar evenredigheid zal worden ver-
lengd;
door Chainaye van Meerbeke zonder die voorwaarde, voor 29
jaren;
door J. F. Bogaert te Sas van Gent voor 27 jaren.
Toen werden nog drie nieuw ingediende biljetten geopend,
ieder een nummer en letter B gevende, waaruit bleek dat bij de
nader geamplieerde conditiën werd gevraagd:
42 jaar door N. Riche de Gaijffier,
29 jaar door Chainaye van Meerbeke en Comp.,
39 jaar door J. F. Bogaert.
De twee laagste inschrijvers voor ieder der beide bestedingen
werden uitgenodigd zich met derzelver borgen ter'tekening der
processen-verbaal bij de Inspecteur-Generaal te Vervoegen en
daarmede werd de vergadering gesloten.
In dat proces-verbaal werd de conclusie getrokken dat door
Van Asperen het minst (26 jaar 3 mnd) was ingeschreven. Die
van Chainaye van Meerbeke met een voorwaarde werd buiten
beschouwing gelaten.
De Secretaris van Staat was het hiermede echter niet eens en
adviseerde bij brief van 31 Januari 1825 aan de Minister, Chainaye
van Meerbeke als de laagste te beschouwen daar men de risico
van eventuele wijzigingen der rechten gerust zelf kon dragen.
Aldus werd ten vervolge op de besteding van 24 Januari een
contract opgemaakt waarbij aan Chainaye van Meerbeke en
Comp. te Maastricht de concessie werd verleend volgens het
tweede (gewijzigd) ontwerp, gedurende 22 jaren onder voor
waarde dat bij verlaging van rechten een evenredige verlenging
'van de concessie zal worden toegestaan. Buiten de vaste goederen
die de concessionaris bezat en welke op een waarde van 38000,—
werden geschat, zou deze tot waarborg bovendien nog een som
van 60000,geven, welke hij nog tegoed had voor gemaakte
werken voor aanleg van de Zuid Willemsvaart (die in die tijd
ook in uitvoering waren) en welke gelden mochten worden in
gehouden tot na de voltooiing.
Men was dus in begin Februari 1825 zover gevorderd dat men
beschikte over een concessionaris die op grond van de verleende
concessie de te maken werken zou uitvoeren.
DIRECTIE.
Uit de voorwaarden voor besteding van de concessie is reeds
gebleken dat, wilde men op tijd klaar komen, spoed achter het
werk gezet moest worden. De eerste twee maanden wilde het
blijkbaar nog niet gemakkelijk gaan om een begin te maken.
Zo schrijft de Inspecteur-Generaal van de Waterstaat in April
1825 aan hoofdingenieur Van Diggelen, dat de concessionarissen
er zich over beklaagd hebben reeds twee maandeh in Sas van
Gent te zijn teneinde maatregelen met hoofdingenieur,Van Dig
gelen te nemen met het werk te kunnen aanvangen. Daar zou
echter nog niets van hebben kunnen komen omdat genoemde
hoofdingenieur volstrekt geen tijd zou hebben kunnen vinden
voor het opmaken van de gedetailleerde bestekken wegens ander
werk.
Concessionarissen, zo luidt ve.der het betoog, mogen niet wor
den opgehouden,; de Minister is kennis gegeven van deze toestand
en hem is tevens verzocht (zo mogelijk) in afwachting van Zijner
Majesteits decisie deswegens, de heer Ingenieur in West Vlaan
deren, H. van Diggelen, provisioneel en ten spoedigste voor de
werkzaamheden van het bedoeld kanaal, naar Zeeland te willen
detacheren, teneinde in de gegronde bezwaren dier concessiona
rissen weldra zoude worden voorzien.
Verder werd er in dat schrijven op aangedrongen al het moge
lijke te doen om de vereiste bestekken zo spoedig mogelijk uit te
reiken.
Uit dit schrijven blijkt wel dat van de zijde van de directie
de voorbereidingen niet waren getroffen op een dusdanige wijze
als men voor een werk van zo groot belang zou mogen ver
wachten.
Evenwel, wat hoofdingenieur Van Diggelen aanvankelijk met
de meeste moeite niet had kunnen bereiken, werd hem nu zomaar
in de hand gegeven. Zijn neef H. van Diggelen zou hem nu
komen assisteren. Kort daarop kwam reeds de Ministeriële be
schikking waarbij werd goedgevonden de ingenieur H. van Dig
gelen provisioneel naar Zeeland te detacheren ten einde zich al
daar onverwijld te stellen onder de orders van de hoofdingenieur
dier provincie tot het verrichten van alle zodanige werkzaam
heden betrekkelijk het kanaal van Gent naar Terneuzen, als hem
door voormelde hoofdingenieur zouden mogen worden opge
dragen.
Eigenaardig was het wel, dat al deze correspondentie werd
gevoerd, terwijl nog nimmer officieel was vastgesteld, wie de
directie over de te maken werken zou voeren. Het valt dan
ook niet te verwonderen dat begin Mei door hoofdingenieur Van
Diggelen daarover nader bij de Inspecteur-Generaal wordt ge
ïnformeerd. Hij schreef toen namelijk dat hij uit diverse aan
schrijvingen had opgemerkt, dat het de bedoeling was om die
werken onder zijn directie uit te voeren. Om gezag uit te kunnen
oefenen was het echter nodig dat nader vast te leggen.
Hij vroeg nadere toelichting over dat gedeelte der vierde af
deling van artikel 2 des besteks waarbij is bepaald dat „al de
werken moeten worden uitgevoerd onder de directie en surveil
lance van de daartoe te delegueren ingenieurs en ambtenaren
welker ordersenz." Zelf stelde hij voor dat voor zoveel de
werken tussen de stad Gent en Sas van Gent betreft, die zouden
worden uitgevoerd onder de directie en surveillance van hem
en de heer Noël (Jan Felix Noël, hoofdingenieur der provincie
Oost Vlaanderen) gezamenlijk, terwijl die van Sas van Gent naar
Terneuzen uitsluitend aan zijn directie zouden blijven toever
trouwd. Hij voegde hieraan nog toe, dat dit zowel hem als de
heer Noël zeer aangenamen wezen zou.
Nog dezelfde maand (19 Mei) werd door de Minister van Bin
nenlandse Zaken goedgevonden dat voor zover de werken worden
uitgevoerd tussen Gent en Sas van Gent de directie en surveil
lance daarover zal worden uitgeoefend door beide hoofdingenieurs
in de provincie Oost Vlaanderen en Zeeland gezamenlijk en voor
zover dezelve tussen Sas van Gent en Terneuzen v/orden ge-
executeerd, het beheer en toezicht daarover alleen zal verblijven
aan de hoofdingenieur in de provincie Zeeland.
Hiermede was dus ook deze zaak geregeld zoals het behoorde.
Waren het de concessionarissen die moesten aandringen op
het gereedmaken van de gedetailleerde bestekken, ook bij de
grondaankoop bleek dat ze hun best deden om met de nodige
spoed het werk te kunnen aanvangen en voortzetten.
Reeds de 13e Mei konden ze de Directie berichten dat ze de
benodigde aankoop van gronden, althans voor wat het hoofd
kanaal betreft, in der minne hadden kunnen schikken, uitgezon
derd met Vogelschorrepolder en met enkele personen te Ter
neuzen. Wat deze laatste personen en de Vogelschorrepolder be
trof, liep het verschil alleen over de prijsbepaling. Aangezien
ze op dit punt geen overeenstemming kon,den bereiken verzoch
ten ze te onteigenen Zoals: bij het Rijk gebruikelijk is een en
ander als bedoeld in de vierde afdeling van artikel 2 der voor
waarden.
Volgens advies van hoofdingenieur Van Diggelen moest ont
eigening plaats hebben volgens wet van 8 Maart 1810. Daar ech
ter uit een aanschrijving gebleken was dat het de intentie van
Z. M. was in zulke gevallen, vóór tot onteigening volgens de wet
zou worden overgegaan, men zich eerst met de eigenaren zou
verstaan door middel van schatters, stelde hij voor daartoe drie
schatters te benoemen, één door de gouverneur, één door de
eigenaren en één door de concessionarissen.
Ten einde tot dat doel te geraken, werd te Axel op 28 Juni 1825
een vergadering belegd voor een samenspreking, waarbij belang
hebbenden waren uitgenodigd en verzocht een schatter aan te
wijzen.
Op deze vergadering werd het gestelde doel echter niet be
reikt. Uit een daarvan opgemaakte akte blijkt, dat de eigenaren
niet accoord gingen met het benoemen van een schatter als door
de directie werd voorgesteld. Ze verwachtten daarvan niet het
minste resultaat omdat ook bij deze schatting dezelfde verschil
len zouden blijven bestaan. Ze verlangden benoeming van schat
ters door de rechtbank volgens de wet van 1810.
Alleen met bovengenoemde personen te Terneuzen schijnt men
nog in der minne te hebben kunnen schikken, aangezien deze
in het verdere verloop niet meer worden genoemd.
Voor het overige werd men dus genoodzaakt de onteigenings
wet toe te passen. (Wordt vervolgd.)
Het stoffelijk overschot van
een negentig jaar oud geworden
Deense weduwe, Birgitta Boden-
hoff, die volgens in de familie
overgeleverde verhalen 155 jaar
geleden in haar graf zou zijn ver
moord, is van een oude Kopen-
haags kerkhof overgebracht naar
het anthropologisch instituut,
waar men een nauwgezet onder
zoek wil instellen o.a. met ge
bruikmaking van röntgenstralen.
Volgens de verhalen zou de
jonge weduwe destijds levend be
graven zijn, toen zij „in trance",
verkeerde en nog op de avond
van de dag der begrafenis door
grafrovers in haar kist zijn ver
moord.
Beroving van graven kwam in
die tijd veelvuldig voor.
Bij het opgraven van het lijk
heeft men reeds verschillende
ongewone omstandigheden kun
nen vaststellen. Zo ontbraken in
de kist de juwelen, die zich vol
gens oude brieven op het stoffe
lijk overschot hebben bevonden.
Volgens het door de Ameri
kaanse hoge commissie te West-
Berlijn uitgegeven blad „Neue
Zeitung" is ook tegen de Oost-
duitse minister van binnenland
se zaken, Willi Stoph (S. E. D.),
en diens voorganger, Karl
Steinhoff (S. E. D.) een gerech
telijk onderzoek geopend.
Stoph zou er van worden be
schuldigd in zijn vroegere func
tie van hoofd van de economi
sche afdeling van het centrale
comité der socialistische een
heidspartij (S. E. D.) beschikkin
gen te hebben uitgevaardigd,
waarop de voormalige minister
van bevoorrading dr Hamann
zich thans zou beroepen als ver
dediging van zijn optreden. Zo
als bekend wordt Hamann ver
antwoordelijk geacht voor de
slechte gang van zaken bij de
Oostduitse voedselvoorziening.
Hij bevindt-zich in arrest.
De secretaris-generaal der S.
E. D., vice-premier Ulbricht,
heeft op een speciale bijeenkomst
van de Oostduitse academie van
wetenschappen te Oost-Berlijn
dit lichaam te kennen gegeven,
dat het zich volledig op Marxis-
tisch-Leninistische basis moet
stellen. Hij veroordeelde in het
bijzonder „de neiging van enige
geleerden om zich op het deel
nemen aan congressen in West-
Duitsland en de westelijke mo
gendheden te oriënteren".
Iedere Oostduitse geleerde, die
zich in dienst stelde van „de pa
rasiterende klasse van West-
Duitsland", moest zich wel rea
liseren, dat hij „de oorlogsvoor
bereidingen" steunde, aldus Ul
bricht.
Premier Churchill is Vrijdag,
op terugreis van zijn vacantie op
Jamaica, per vliegtuig te New
York aangekomen. Later op de
dag heeft hij zich aan boord van
de „Queen Mary" begeven.
bbióbóbbiiióbi
wordt op keurige en smaakvolle
wijze verzorgd door
Vlooswijkstraat 27 - Telefoon 2393
TERNEUZEN
Verzending naar alle plaatsen.
Uitvoering in diverse prijzen.
De kwaliteit der grondstoffen, de zorg en de
vakmanschap waarmede de GERO-producten
worden gemaakt; door dit alles is GERO onover
troffen.
Alles is los verkrijgbaar; koopt nu eens dit en
dan eens dat, en voor U het weet hebt U een
compleet stel bij elkaar.
Gaarne zullen wij U daarbij van dienst zijn.
Aorta Kerkstraat (-3 X
(ƒ5.— OF MEER PER MAAND.)
Twee zware delen, samengesteld onder hoofd
redactie van mevr. C. A. H. Haitsma Muiier
van Beusekom en mevr. dr. Rosa Delrue te
Leuven. Zij is gewijd aan alles waarin de vrouw
belangstelt op het gebied van geneeskunde,
huishouding, warenkennis, arbeid, belasting,
psychologie, onderwijs, opvoeding, godsdienst en
kerk, kunst, historie, het uiterlijk, .etiquette, enz.
Prijs voor beide delen 57.50 (Desgewenst be
taalbaar met 5.of meer per maand.)
5.— OF MEER PER MAAND.)
Twee zware delen: 1800 pag., met duizenden
foto's, tekeningen, 20 anatom. platen, enz. in
twee linnen prachtbanden 57.50. (Desgewenst
betaalbaar met 5.of meer per maand.)
3.— OF MEER PER MAAND.)
1. De Commissaris vertelt. - 2. De Commissaris
vertelt verder. - 3. De Commissaris vertelt door.
4. De Commissaris kan me nog meer vertellen.
In 4 fraaie linnen banden, totaal 29.60, (des
gewenst betaalbaar met 3.of meer p. maand))
-»
Naar verkiezing kan het totale bedrag of de
le termijn tegelijk met de bestelling per post
wissel of giro worden betaald of (met 25 ct.
extra voor rembours) bij de bezorging.
N.V. Fa P. J. VAN BE
NOORDSTRAAT 55
POSTGIRO No. 38200
TERNEUZEN