Het moordsyndicaat j Het kanaal van Gent naar Terneuzen Behandeling ven kleine verwondingen Turkse ministers van Onze dokter over Twaalf generaals van de Perzische politie gepensionneerd Defensie en Arbeid afgetreden Gevonden Voorwerpen. Gevaarlijke „gang' Opgerold in de V. S. Ook op dit gebied is enige kennis onontbeerlijk MCCCCCLXXVI ZOUTE SPEYE VERLAATGATEN lATER GEBOUWDE ZOUTC SPEyE. 5CHUTKOI.K JOOST. HAMERLINCX5LUIS Verlaatgat (Wordt vervolgd.) Fig. 6. Plattegrond van de Zoete Speije te Sas van Gent. VINGERLING. LANG IN OMTREK 570 METER Naast de Sasse De Amerikaanse autoriteiten hebben thans een tip van de sluier opgelicht, die er tot nu toe hing om het z.g. „Moordsyndi caat". Door een bijzonder toeval is de justitie achter het bestaan gekomen van een organisatie, die zich bezighield met het doden van mensen. Tijdens het onder zoek in een andere zaak bereik ten de justitie door getuigenver klaringen gegevens over het be staan van een „moordgang"; een groep van misdadigers, die zich gespecialiseerd hebben in het plegen van moord en doodslag. Gebleken is, dat deze organisa tie zich niet alleen in New York met haar luguber handwerk bezighield, doch haar bezigheden ook uitstrekte tot andere delen van de Verenigde Staten. Aan het licht kwam, dat de groep in alle delen van Amerika vertegen woordigers had. Moord was voor deze organisatie géén doel, doch middel; het doel was winstbejag. De grote gangsterchefs in de V. S. hadden zitting in de leiding van dit „moord-syndicaat", en vervulden daarin de functies van adviseurs. Frank Costello, Lucky Luciano, die thans is uitgewezen, Joe Adonis, Lepke, Buggsy Sie- gel en Abner Zwilmann waren de grote figuren in de „gang". Deze bandieten van naam hebben zich min of meer in een tak van de misdaad gespecialiseerd. Frank Costello was de man van de ge- luksautomaten; Luciano hield zich bezig met verdovende mid delen en prostitutie; Joe Adonis beveiligde de verschillende ben den tegen het optreden van poli tie en justitie en hij hielp de bendeleiders aan politieke con tacten; Lepke was de smokke laar in textiel en levensmiddelen; Siegel deed in afpersingen in het groot en Zwilmann had de lei ding in zwendelzaken en is een meester gebleken in het uitden ken van terreurdaden. Deze gangsteropperhoofden „deden" in moord en doodslag, terreur, vrouwen en politiek. Dit alles is door het optreden van dr Burton B. Turus, (bijgenaamd mister Arsenicum), lid van het Newyorkse openbaar ministerie, aan het licht gekomen. Aan het licht kwam tevens, dat deze moordcentrale reeds in 1934 werd opgericht; de heren hadden zelfs een eigen gerechtshof. De bende was door dit alles, mede ook door de grote invloed die ze had, een staat in de staat geworden. Een speciale werk methode vond de misdadiger Lep ke uit. Het betrof een uitbui tingssysteem, dat in feite op de Amerikaanse arbeiders werd toe gepast en met groot succes. Vertrouwensmannen (van de misdadigers) hitsten de arbei ders in een bepaald bedrijf op tegen de directie om een hoger loon te eisen. Wanneer de leiding van het bedrijf door de nood ge dwongen een loonsverhoging toe zegde, die b.v. een totale verho ging van de salarissen tot 50.000 dollar zou bedragen, kwamen de vertrouwensmannen met een voorstel bij de directie en zij ver klaarden: „Geef ons 25.000 dollar en wij maken de zaak in orde". Aan de arbeiders werd dan ver klaard, dat door allerlei bijkom stige oorzaken van een loonsver hoging vooreerst nog géén spra- In Teheran zijn 12 generaals bij de politie op penlsioen ge steld. Deze maatregel geldt vrij wel alle politiechefs in de Per zische hoofdstad. ke kon zijn. Oppositie uit de krin gen der arbeiders of van de di rectie werd door de heren mis dadigers via een speciaal com mando „killers" opgelost. Alléén in het Newyorkse stads deel Brooklyn zijn pl.m. 200 moorden bedreven, waarvan men de daders niet kende en de drijf veren niet wist. Deze moorden werden thans dank zij de naspo ringen opgelost en blijken door het „moordsydicaat" gepleegd. Het hoofdkwartier van deze „moordcentrale" was gevestigd in- 'n chocolateriezaak genaamd: „De Middernachtroos", en ge legen in de wijk Brownsville- East, waar tevens een goed func tionerende berichtendienst ten behoeve van de bende haar zetel had. Door het toeslaan van de justitie is thans ook aan het be staan van deze bende een einde gemaakt. Fig. 5. Situatie van de sluizen te Sas van Gent. REINIGING. Het is mogelijk, dat er vuil in de wond is gekomen; het verwij deren hiervan vereist zorg en overleg. Wanneer dat ondoor. dacht en onoordeelkundig ge beurt, kan de schade zeer groot zijn. Heel geschikt voor dit doel is het druppelen van waterstof- superoxyde in de wond. Deze vloeistof vormt bij aanraking met het wondvocht zuurstofbelletjes. Bij dit „uitbruisen" van de wond nemen de stijgende belletjes al lerlei vuildeeltjes mee, die op deze wijze zonder schade worden verwijderd. Zitten er grovere deeltjes in de wond, zoals steentjes en stukjes aarde, dan moeten deze er voor zichtig met een pincet worden uitgehaald. In geen geval mag het reinigen op ruwe wijze gebeu. ren, omdat het vuil dan juist In de weefselspleten kan worden gedrukt. ROESTIGE SPIJKER. nog opgemerkt, dat Brugge in dezelfde tijd met alle mogelijke middelen probeerde haar verbinding met het Zwin te handhaven. Men was toenbegonnen ten westen van wat er van het Zwin nog was overgebleven een nieuw kanaal te laten graven van Damme naar Sluis. Te Damme was een grote sluis ontworpen en te Sluis een stelsel van zeesluizen. Dit plan is echter niet vol tooid. Enkele jaren later werd aan een ander plan begonnen, volgens hetwelk de bedding van het oude Zwin van Brugge af werd uitgediept tot op enkele kilometers ten noorden van Damme waar het in verbinding werd gebracht met het reeds grotendeels nieuw gegraven kanaal van Damme naar Sluis. Door het leggen van een dam ten zuiden van die verbinding werd de gemeenschap van Damme met Sluis afgesneden. Te Sluis werden in 1560—1564 de nieuwe zeesluizen gebouwd, terwijl in 1566 het nieuwe kanaal gereed kwam. Het nieuwe kanaal is reeds aangegeven op de situatie van fig. 2. Aangezien het eerste plan, waarin de bouw van een nieuwe sluis te Damme was begrepen, niet geheel voltooid werd, zal de vorm daarvan wel van niet veel betekenis meer geweest zijn om als betrouwbaar model te dienen voor de nieuw te maken werken te Sas van Gent. Uit een nog aanwezige tekening .daterende uit 1576 (fig. 4) kan echter wel worden afgeleid dat de situatie ter plaatse tijdens de bouw ongeveer moet geweest zijn als aangegeven in fig. 5. Uit fig. 4 blijkt ook dat de Zoete Spui inderdaad werd gebouwd op de zate van de landdijk. Gezien de totale lengte van de vinger- ling (570 m), zal de Zoute Spui op een afstand van ongeveer 200 m ten noorden van de Zoete Spui gebouwd zijn. Na voltooiing van het werk kon de vingerling grotendeels als begrenzing van de schutkolk blijven dienen. Een plattegrond van de Zoete Spui is getekend in fig. 6. De doorvaartwijdte bedraagt 8 m, diepte slagdrempels 4.40 m beneden het peil der gemiddelde vloeden, terwijl de lengte 26 m be draagt. Ter weerszijden van de doorvaartopening is een over welfd riool (verlaatgat) wijd 4 m gebouwd. Eigenaardig zijn boven de riolen dienstwoningen geplaatst. Het sluishoofd is voor zien van twee stel puntdeuren (één stel vloed- en één stel eb deuren). Met de bouw van de Zoute Spui werd het eerst begonnen. Nadat de vingerling voltooid was en de sluisput gereed, was men in 1551 Volgens radio-Ankara zijn de Turkse ministers van Defensie en Arbeid afgetreden. Hoelcessi Keuymen trad als minis .er van Defensie af, nadat hij tot voorzitter van de parle- mentsfractie der democratische partij was gekozen. Hij is opge volgd door Seyfi Kurtbek, een oud-minister van Verkeer. Voor het aftreden van de mi nister van Arbeid werd geen re den opgegeven. SLUISKIL De korpschef der gemeentepo litie te Terneuzen maakt bekend dat omtrent de volgende gevon den voorwerpen nadere inlichtin gen zijn te bekomen aan de daar achter vermelde adressen: Zakhorloge, J. Scheele, Spoor straat 53; br- muts, H. de Jon ge, Middenstraat 73; honden- halsband, A. Verpoorte, Mid denstraat 93; snoer kralen en polshorloge, politiepost, Veld- straat 7. zover gevorderd dat op 29 Augustus van dat jaar de eerste steen kon worden gelegd. Dit geschiedde door Antonie de Baenst, rid der van Axpoele, Hansbeke, enz. eerste schepen der stad Gent. Met het afgraven van de landdijk ter plaatse van de te bouwen Zoete Spui en het maken van de fundering daarvoor schijnt het niet erg vlot gegaan te zijn, want eerst op 8 Mei 1561 kon voor de Zoete Spui de eerste steen gelegd worden, hetgeen geschiedde door Adolphe van Bourgogne, ridder, heer van Wackene, Capelle en Cathem, groot bailli van Gent, admiraal der Nederlanden, ver volgens Gouverneur van Zeeland. Dit geschiedde onder grote vreugde in tegenwoordigheid van de aanzienlijke burgers van Gent. Het bouwen van de speijen of sluizen kwam begin 1563 gereed, zodat toen nog restte het opruimen van het buiten de zoute speije dwars door de Papegeule liggende gedeelte van de vingerling, om de nieuwe vaarweg voor de scheepvaart te kunnen openstellen. Nadat het opruimen van het gedeelte vingerling buiten Zoute Spui was gereed gekomen, werd het nieuwe kanaal op 4 April 1563 met muziek en zang onder toejuiching van duizenden in woners der stad en van elders toegestroomde toeschouwers bij het Sas feestelijk geopend. De daarop volgende dag, de 5e April passeerde het eerste schip hetwelk geladen was met haring, af komstig uit Dordrecht en geleid door Pieter Soetemelk, geboortig van Lekkerkerk. Is er reden om bij verontreini ging met straatvuil te vrezen voor tetanus „klem"), bijv. in die gevallen, waar een roestige spijker diep in de voet is gedron gen, dan vrage men de dokter, of hij het raadzaam acht anti-teta- nusserum in te spuiten. Het blijft overigens bij kleine verwondingen altijd moeilijk om te weten, of men doktershulp moet inroepen. Het is nauwelijks mogelijk daar richtlijnen voor op te stellen, omdat ieder wondje zijn eigen bijzonderheden heeft. Soms moeten rafelige wonden worden bijgeknipt. Dit „wond- toilet" behoort door een dokter te worden gemaakt. In weer andere gevallen kan het nuttig zijn perubalsem in de wond te laten lopen of deze te besmeren met jodiumtinctuur of mercuro- chroom. Wonden van enige af meting kunnen soms het best worden gehecht. In ieder geval van twijfel roepe men deskundige hulp in! Hier komt de 8n Gheresolveerl fn rcollegie dezen palroon achtecgevolgt Ie werdtne naar de visitatie Ier plecken ghenomen bi enige van den collegia ende dijen volgende gheordoneert. Jooi Roman demetserlje "/^vveerf daartoe te accommoderen over Dijde zijden- actum 19 Maart 1561. Wg. Hembyse i/erlaatgat Naast de vaart door D. KEUR. Technisch-Hoofdambtenaar le klasse bij de Rijkswaterstaat. Verder werd bepaald, dat beëdigd personeel moest worden aangesteld voor bediening van die sluizen. Bovendien zou de stad Gent gehouden zijn, alvorens de opening in de landdijk te maken, de dijken ter weerszijden van het nieuw gegraven kanaalgedeelte vanaf genoemde landdijk over een lengte van 6 a 700 roeden te versterken zodanig, dat de breedte op maaiveldshoogte 5 roeden bedraagt, de hoogte 4 voet en de kruinbreedte 2 roeden. Aan de brug te Riemen moest tussen de bestaande muren (landhoofden) een waterkering worden gemaakt, voldoende ge fundeerd en afgewerkt, zoals het werk dat vordert. De dammen of dijken waartussen het sas was gevormd, moes ten ook worden verzwaard; de westelijke onderaan tot een breedte van 7 roeden en aan de kruin tot 12 voet, terwijl de hoogte 2 voet boven de bestaande landdijk moest reiken; voor de ooste lijke moest de breedte onderaan 6 roeden bedragen en de hoogte gelijk zijn aan die van de westelijke. Uit het boven beschreven verzoek en het daar op verleende octrooi blijkt dus dat één speije of sluis(hoofd) ter plaatse van de bestaande landdijk zou worden gebouwd en dat vóór het dóór- of afgraven van die dijk, de reeds gemaakte dammen tot vorming van het sas zodanig moesten worden versterkt, dat ze ruim schoots de sterkte van de bestaande landdijk verkregen. Hoewel het niet verder is omschreven, ligt het voor d<j hand dat laatstgenoemde dijken niet alleen moesten worden versterkt maar ook met elkaar, dóór de geul, verbonden worden om alzo een vingerling te vormen, waarbinnen het mogelijk zou zijn in den droge de sluiswerken te kunnen uitvoeren. Wat betreft de verwijzing voor de bouw van de sluizen naar de oude speije te Damme en voor de vorm van de ingang van het sas naar een nieuwe, in aanbouw zijnde sluis te Damme, zij Fig. 4. Situatie Sas van Gent in 1576. Bij een wond bestaat er een verbreking van liet lichaams oppervlak. Het optreden van zulk een defect houdt tweërlei gevaren in: bloeding en kans op infectie. Na enige overdenking moet het ieder duidelijk zijn, hoe het komt dat een snede, veroorzaakt door een scherp voorwerp, meer kans op bloeding en minder kans op infectie geeft dan een ongeval, waarbij een wond met een groot oppervlak en onregelmatige ran den ontstaat. In het laatste geval zullen de rafels van het beschadigde li chaamsweefsel de geopende bloedvaten spoedig afsluiten, zo dat de bloeding tot staan komt; tegelijk echter bieden die rafels juist schuilhoeken aan binnen dringende bacteriën en de kans op slechte genezing tengevolge van optredende infectie wordt daardoor vergroot. Het is dus van belang, hoe het oppervlak van de wond eruit ziet en daar zal het dan ook van af hangen, hoe er dient te worden gehandeld. SNELVERBAND. De enige eerste hulp, die de leek kan verlenen, bestaat in 't ophou den van de bloeding en het ne men van maatregelen om infectie te voorkomen. Beide dingen wor den bereikt door het goed afslui ten van de wond. Er wordt een stevig verband aangebracht, dat steriel moet zijn, dat wil zeggen vrij van bacteriën. Het z.g. snelverband, dat in kleine pakjes in de handel is, is hiervoor zeer practisch. Het is dan ook gewenst, dat er in ieder huisgezin, op ieder kantoor en in iedere werkplaats zulk steriel snelverband aanwezig is. Is de bloeding zeer heftig, dan is een drukkend verband meestal het beste middel. De behandeling van bloedingen uit een groot bloedvat kan hier niet worden besproken; dat is een onderwerp voor een E.H.B.O.-cursus. verlaatgat. T~f _r Huisage daar t gewand in staan zal 17 voet -

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1952 | | pagina 6