Voorzitter van „Schuttevaer' over het binnenaanvaringsreglement Axelse toekomstperspectieven De verkeerde vrouw STAATSLOTERIJ BENOEMINGEN BIJ DE P.T.T. Drukte aan de Sassing Grote kolensmokkel voor de rechter De strandingen van de „Radmar'en „Marjory" op de Maasvlakte Nederlandse predikant in Oostenrijk vermist AANTAL GEVALLEN VAN KINDERVERLAMMING De rassenkwestie in Zuid-Afrika Persconferentie van generaal Ridgway MACAO Mond- en klauwzeer DE TWEE IN JAPAN GEARRESTEERDE BRITSE MATROZEN ZEEUWS VLAANDEREN EN DE GRAANPRODUCTIE. VERSLAGEN MAAR ONGEBROKEN Oorspronkelijke roman door Maart je Zeldenrijk k Aan boord van de „Prinses Juliana" van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart heeft Mr. W. A. C. van Dam, de voorzitter van „Schuttevaer", een inleiding ge houden over de te verwachten wijzigingen in het binnenaanva ringsreglement. De directeur van het fonds, de heer A. A. Kleyn, leidde de spre ker in. Hij deed uitkomen, dat de huidige toestand niet te hand haven is. Er bestaan in Neder land thans drie belangrijke regle menten, die onderling volkomen verschillend zijn. Mr. Van Dam merkte op, dat de vaarreglementen eigenlijk thuishoren in een waterwegen- wet. Toen koning Willem I des tijds aan het bewind kwam, wil de hij vorst zijn, niet over een groep gewesten maar over een eenheid. Voor de scheepvaart kwam hij daarom in 1820 met een oekase voor Maas, Lek en Rijn. In 1891 begon voor de schipperij het tranendal, omdat er toen twee wetten ontstonden, waarop gebaseerd werden de reglementen die nu worden aangevochten. De eerste wet beoogde de bescher ming van de. rijkswaterstaats werken. Hieruit ontstond een reglement van politie, dat alge meen is, maar daarnaast circa 60 reglementen voor bepaalde kana len met vaarregelen voor de scheepvaart. Een tweede regle ment werd op de andere wet ge baseerd en bevat bepalingen ter voorkoming van aanvaring. Het treurige is, dat in de eerstbedoel de wet aan iedere provincie, ge meente, veenschap en water schap de bevoegdheid werd gege ven een eigen vaarreglement te ontwerpen. Wat de scheepvaart echter nodig heeft, is een enkel voudige uniforme regeling. Het tegendeel was het geval, toen ook de spoorwegwet nog mogelijkhe den opende voor aparte regelin gen ten behoeve van beweegbare spoorbruggen. Sinds 1926 is een commissie in het leven geroepen met de taak van advies te dienen over de be staande reglementen. Men heeft ingezien dat het binnenaanva ringsreglement moet worden her zien, omdat de bestaande toe stand onhoudbaar is. De commis sie is er in geslaagd een regle ment te ontwerpen, waarin alle politiebepalingen met betrekking tot de waterstaatswerken zijn verwerkt en dat minder artikelen bevat dan het oude. Weliswaar vallen de provinciale regelingen er niet onder, maar de provinciën tonen een geest tot unificatie, waaraan zelfs de Friezen deel nemen. Intussen gelooft spr. dat de beste regeling gebaseerd zou kunnen worden op een water- wegenwet. Spr. deelde mede, dat het nieuwe binnenaanvaringsre glement (vaarreglement) nog dit jaar aan de regering zal worden aangeboden. Men moet er reke- 'ning mee houden, dat dit regle ment de goedkeuring moet heb ben van België. Toen dit reglement klaar was, is men begonnen internationaal het Rijnvaartpolitiereglement op de helling te zetten. Dit heeft uiteraard vertragend gewerkt. In de internationale commissie had den twee Nederlanders zitting, die ook deel uitmaken van de herzieningscommissie voor het vaarreglement en deze hebben gestreefd naar het bereiken van overeenstemming tussen het Ne derlandse reglement en het inter nationale. Uiteraard is dat nieu we reglement niet in overeen stemming met het zee-aanva ringsreglement, hoewel het voor de zeevaart zo gemakkelijk mo gelijk is gemaakt. Men stelt zich op het standpunt: Laat de zee vaart maar zo gemakkelijk mo gelijk het land binnenkomen. Wel zijn er speciale regelingen opgenomen voor de vaart op de Schelde ten behoeve van de Bel- !?en. DE „OFDUWER". In het nieuwe binnenaan varingsreglement zal de z.g. „op- duwer'' een nieuw element vor men. Niet de opduwer maar het hoofdschip zal de vereiste lichten moeten voeren. Intussen is een en ander niet in overeenstemming met het ontworpen Rijnvaart reglement. De zuiver Nederland se opduwer moet een schip du wen of achteruitslaand trekken en behoeft niet bemand te zijn. Komt de opduwer voor het schip, dan moet hij bemand zijn en veilig kunnen manoeuvreren. Dit geldt ook als hij naast het schip is bevestigd. De opduwer is dan gewoon sleepboot. In het nieuwe Rijnvaartpolitiereglement blijft de opduwer opduwer, ook al trekt hij een schip. Spr. meent, dat dit fout is, vooral met het oog op de toestanden op de Waal- Bovendien kan zo'n trekkende opduwer door één man worden bediend, terwijl de bemanning van een sleepboot uit twee per sonen moet bestaan. Voor het varen bij mist zal de volgende regeling gelden. De va rende man geeft een geluidsstoot, welke eventueel door de laatste varende man van een sleep wordt herhaald. De stilliggende man antwoordt daarop met een klok- In de vijfde klasse, 13e lijst, van de 516e Staatsloterij is een prijs van 15.000 gevallen op het nummer 17499. signaal of met een signaal van ijzer op ijzer. Verder moet men stuurboordwal houden en anders niet varen. Voor de Rijnvaart krijgt men dezelfde signalen met als franje, dat een schip voor anker aan de rechteroever er een slag bijgeeft en een schip aan de linkeroever twee slagen. Men mag varen, zo lang men nog een oever kan zien en moet stuurboordwal hou den. Vóór men in de mist komt moet men echter reeds opdraaien. In de afvaart moet men ook op draaien, maar mag men achter- uitvarende nog doorvaren. Een nieuwe regeling in het vaarreglement is, dat aangeno men wordt, dat „de jachten geen verstand hebben van varen". Een jacht moet dus uit de buurt van de beroepsvaart blijven. De jacht en zeilvaart zelf erkent, dat dit de enige veilige oplossing is. Deze jachten moeten tevens de stuur- boordswal houden. Omtrent de lichten voor de bruggen zeide spr., dat „in de maak is" de volgende regeling, die wel tot stand zal komen en nationaal en internationaal zal gelden. Een vaste brug of niet open deel van een beweegbare brug geeft de doorvaartopening aan met een geel licht. Een rood licht betekent doorvaarverbod. Als het beweegbare deel van een brug open is, wordt dit aange geven door een groen licht aan weerskanten. Bij het uitvaren van een ha ven moet men steeds stuurboord uitvaren, tenzij de uitvaart over zichtelijk is en er geen schip in de buurt is. Een uitvarend schip heeft steeds voorrang. Spr. noemde het jammerlijk, dat „het optreden van rijkspolitie te water zonder begrip voor de vaart is". Bij „oplopen" is Jiet de juiste manier aan bakboord op te lopen, al schrijft het binnenaanvarings reglement nu nog de stuurboord zijde voor, waaraan de waterpo- litie zich in de laatste tijd tegen de gebruiken in is gaan houden. In het nieuwe vaarreglement wordt het bakboord „oplopen" nu gelukkig voorgeschreven. In het nieuwe Rijnvaart-politie- reglement zal een en ander an ders worden geregeld. Men kan daar elkaar eventueel aan stuur boord en aan bakboordzijde op lopen. Het oplopende schip moet dan echter twee lange stoten, ge volgd door een korte geven, zo men stuurboordzijde oploopt en twee lange gevolgd door twee korte, indien men bakboordzijde oploopt. Een grote vooruitgang voor Nederland is het, dat het oplopen niet mag geschieden, 'als de opgelopene een sein geeft be staande uit 5 korte stoten. Bij het tegemoetkomen moet men volgens het vaarreglement stuurboord wijken; bij de Rijn vaart stuur- of bakboord, omdat men op de Rijn herhaaldelijk verplicht is over te steken. Ver der mag alleen de opvaart „de blauwe vlag" voeren voor pas seren, waarbij dan de opvaart verplicht is de afvaart de best mogelijke weg open te laten. Bij de discussie pleitte de heer Van Leeuwen, havenmeester te Rotterdam, voor radarbeveiliging op de Rijn. Voorts werd naar vo ren gebracht, dat men in de grote havengebieden" niet steeds kan varen op de reglementen, maar dat dit moet geschieden „volgens het goede zeemanschap". In een slotwoord legde de heer Van Dam er nog eens de nadruk op, dat hij steeds de overheid de hand boven het hoofd heeft ge houden, maar dat hij zich helaas in het laatste half jaar wel eens bitter heeft moeten uiten over de wijze, waarop de rijkspolitie te water optreedt bij het toezien op het naleven van de reglementen. Bij beschikking van de dir.- igeneraal der P.T.T. is ingaande 16 Januari 1952 belast met de functie van adjunct-inspecteur der P.T.T. te Breda, de referen daris W. R. Eelsingh te Rotter dam (postkantoor)Voorts is de bureauchef W. Kwant te Den Haag (hoofdbestuur) met in gang van 1 September 1952 be noemd tot directeur van het P.T.T.-kantoor te Zierikzee. De directeur van het post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Zierikzee J. M. van der Vlugt is per 1 September 1952 in gelijke functie benoemd te IJmuiden. Binnenkort zal een opzien barende en min of meer onge wone smokkelzaak voor de rechtbank in Essen worden be handeld. De bekende industrie stad is namelijk het middelpunt van een illegale brandstoffenhan- dei. Het gaat in liet komende proces niet om een enkel mud eierkolen of cokes dat clandestien aan buurtbewoners of aan inwo ners van Essen wordt verkocht, maar over treinladingen en meer. Bepaalde personen uit de brand- stoffenhandel hebben kans ge zien als tussenpersonen op te tre den en zo, ten behoeve van bin nen- en buitenlandse afnemers grote hoeveelheden steenkool, af komstig uit de West-Duitse ko- De raad voor de scheepvaart te Amsterdam heeft de strandingen van het 3667 brt. metende- Engel se s.s. „Radmar" en het 2323 brt. metende Panamese s.s. „Marjo ry" op de Maasvlakte bij Hoek van Holland behandeld."Er waren geen getuigen. De „Radmar" verliet in de vooravond van de 12e Januari j.l. Rotterdam, het weer was slecht. Op uitdrukkelijke wens van de kapitein verliet de loods om 21.21 uur in de Berghaven bij Hoek van Holland het schip. De „Radmar" voer langzaam naar buiten omdat de timmerman op de bak bezig was de ankers te verzorgen. Nauwelijks tien mi nuten nadat de loods van boord ging liep de „Radmar" op de Maasvlakte aan de grond. De reddingboot haalde de beman ning van boord. Het schip moest als verloren worden beschouwd en werd voor de sloop bestemd. De voorzitter van de raad vroeg zich af waarom de loods niet mee buitengaats was gegaan. In zijn visie over deze stranding zei de inspecteur-generaal voor de scheepvaart, dat hij, alhoewel 't een hypothese is, van mening is, dat de ramp voorkomen had kunnen worden als de loods mee naar buiten was gegaan. Naar zijn oordeel was de stranding vrij wel uitsluitend te wijten aan de zeer slechte navigatie van de kapitein. Het s.s. „Marjory" stoomde in de avond van de 10e Februari naar Hoek van Holland op. Er was 'n kwart mijl zicht, de wind kracht was 9. Eerst om half 12 gaf hij de marconist opdracht radiopeilingen van de wal af op te vragen. Juist toen hij deze kort hierop ontvangen peilingen in kaart wilde zetten liep het schip op de Maasvlakte aan de grond. De inspecteur-generaal voor de scheepvaart stelde vast, dat de kapitein vezruimd heeft zelf peilingen te nemen. Hij heeft geen gebruik gemaakt van alle hem aan boord zowel als van de wal af ter beschikking staande middelen voor de navigatie. Naar het oordeel van de inspecteur- generaal had ook deze ramp voor komen kunnen worden en is het aan de schuld van de kapitein te wijten, dat de „Marjory" aan de grond liep. De raad zal later uitspraak doen. Ds H. Janzen, Ned. Herv. pre dikant te Tubbergen, wordt se dert 7 Augustus in Oostenrijk v-ermist. Hij bracht zijn vacantie met familie door in Tirol. Pogingen van de politie om Ds Janzen in het bos, waar hij verdween terug te vinden, zijn zender resultaat (gebleven. lenmijnen èn uit de Ver. Staten, in handen te krijgen èn op een onwettige wijze door te verkopen en illegaal uit te voeren. In ka mer 350 van het gerechtsgebouw te Essen stapelen de dossiers aangaande deze onwettige vorm van zaken doen zich steeds meer op en de kartotheekkasten in die kamer puilen uit van de persoon lijke gegevens over dit soort van zwarte handelaren in de juiste betekenis van het woord. Van kamer 350 uit leidt de offi- cier van justitie dr. Bolley, bij de bevolking van Essen beter be kend onder de naam „de kolen- klauw", zijn politiële operaties tegen de smokkelaarsbenden. Ge bleken is, dat in korte tijd (circa 10 dagen) 100.000 ton steenkool te Essen illegaal werd verhan deld en uitgevoerd; dat zijn 100 treinen, elke trein bestaande uit 50 goederenwagens. Per maand, aldus heeft de officier van justi tie uitgerekend, verdwijnen er 320.000 ton steenkool in de ille gale handel. De West-Duitse politie, en douanediensten, alsook de grens politie te Essen en omgeving zijn thans versterkt, om deze onwet tige handel afdoend te kunnen bestrijden. De Staatscourant van Maan dag bevat een opgave van het aantal in de week van 27 Juni tot en met 2 Augustus aange geven gevallen van kinderver lamming. Blijkens deze opgave bedroeg het aantal gevallen in deze periode in het gehele land 134. In ds voorafgaande periode de week van 20 tot en met 26 Juli werdeh 107 gevallen ge registreerd. Evenals in de voorgaande week werd ook in de periode van 27 Juli tot en met 2 Augus tus geen geval van kinderver lamming in Zeeland jgeirefei- streerd. In alle andere provin cies zijn gevallen gemeld. Een paar weken geleden had den wij het in ons blad over de drukte, die er op bepaalde tijden van het jaar op de Axelse Sas sing heerst en die men eigenlijk niet zonder meer aks periodiek weerkerende „seizoen-drukte" kan kwalificeren. Want het moge dan waar zijn, dat de aanvoer per schip van vlas en andere landbouwproduc ten (als granen, stro, enz.) op zijn drukst is van Augustus tot November, afgezien van vraag en aanbod en rekening hou dend met meerdere of mindere vlotheid in de handelsrelaties (vlas vooral is een wisselvallig product), is er gedurende meer dere maanden vrijwel regelma tig toevoer van vlas en trans port van andere producten. BESTAANSRECHT VAN DE SASSINGSE HAVEN BEWE ZEN. Het is aan igeen twijfel onder hevig, dat h,et 'Sassingse ha ventje door de cijfers, waaruit het grote aantal binnenkomen de en vertrekkende schepen zou blijken, aantoont, dat er vrijwel het gehele jaar door, ondanks het toegenomen vervoer per as, heel wat omgaat. WAAROM VOORHEEN ZO KORTZICHTIG Stellig heeft de (generatie, die ruim een eeuw geleden gesteld werd voor het alternatief van de doortrekking van het kanaal (hetzij tot Axel, Hulst of nog verder) of iets anders daarvoor in de plaats, geen blijk gegeven van juist inzicht of vooruitziende blik. Meer nog dan tegenwoordig, was toentertijd het transport te water het voordeligste vervoer. DE STEM EENS ROEPENDEN. Het heugt ons nog als de dag van gisteren 't is trouwens nog nauwelijks 30 a 40 jaar ge leden dat in Axels vroed schap door één der toenmalige raadsleden uit den treure en bij voorkeur getimmerd werd op het chapitre: doortrekking van het kanaal tot Axel (en Hulst)! Bedoeld raadslid borduurde maar steeds voort op dit hem zo 'geliefde thema, maar zijn be zorgdheid was naar veler oor deel maar een „(Stokpaardje", hetgeen echter niet met de waarheid overeenkwam. Integendeel Als men eens serieus deze plannen had bestudeerd en (wellicht) doorgezet, zij waren zeker op een heel wat voordeli ger wijze te verwezenlijken ge weest dan nu het geval zou zijn. Toen gold echter veelal de dooddoener; „Het is te duur", of „daar is geen geld voor!" Om maar niet te spreken van de mentaliteit welke toen in Den Haag ten opzichte van Zeeuws- Vlaanderen heerste! In die tijd beschouwde men Zeeuws-Vlaanderen vaak als 'n lastig aanhangsel, een uithoek van het land, en elke gulden, die er aan besteed, kon als wegge gooid geld worden beschouwd. Tientallen jaren zijn sinds dien verstreken! Een eerste en zelfs een tweede wereldoorlog troffen in het bij zonder het oude Europa. Vooral de tweede wereldoor log liet niets of niemand onbe roerd. Ook Zeeuws-Vlaanderen deel de in dit lot! Men leerde enerzijds Zeeuws- Vlaanderen, dat vergeten hoek- ske land, wat beter kennen en waarderen dan voorheen! Machtig toch bleek het aan deel, dat deze van melk en ho ning overvloeiende vruchtbare streek had in de graanproduc- tie; dat was: de broodvoorzie- ning. Men leerde Z.-Vlaanderen met andere ogen zien! Doch anderzijds moest onze streek zijn tol betalen aan oor logsleed! De geografische lig ging was oorzaak, dat wij voor de volle 100 procent betrokken werden bij de bevrijdingsstrijd om Antwerpen en de Schelde- mond. Smartelijk trof de oor logsvlam de eertijds zo welva rende kern van W. Z.-Vlaande- rens bloeiendste gemeenten en vele werden tot een puinhoop Ook het Axelse territoir werd oorlogsgebied en gedurende eni ge dagen zelfs operatieterrein. De Axelse Sassing werd wreedaardig herinnerd aan het feit, dat haar naam afgeleid is van (Sas Sluis) en ter onzaliger ure trok de bezetter hieruit „pro fijt" door een belangrijk deel van het zuidelijke grondgebied te inunderen, langs de met be kwame spoed door de Sasdijk gelegde betonnen tunnel die de polder Beoostenblij Bewesten, beter bekend als „Smids-schor- re", tot een onafzienbare water vlakte maakte. Een verarmd land, zwaar ge- tioffen en geteisterd, was het bekende na-oorlogse beeld, dat ons nog zo duidelijk voor de geest staat. Doch ziet, wat voordien nau welijks iemand zou hebben durven dromen, geschiedde Door de oorlog zwaar be proefd, bleek ook de mentali teit van de bevolking grondig veranderd. Een nieuwe tijd brak zich baan! Onstuimig en onvergetelijk! Het onmogelijke bleek na de laatste wereldoorlog plotseling mogelijk! Er werden niet alleen plannen gesmeed, daar werden ook daden gesteld! Plattelandsgemeenten, die vóór de oorlog een uiterst voor zichtig (om niet te zeggen istar- behoudencT en conservatief) beleid voerden, gooiden plotse ling het rcer om! Een vooruit strevende inslag kreeg het be leid van welhaast alle gemeen tebesturen en waar voorheen aan iedere „groene tafel" elk dubbeltje werd omgekeerd en men niets bleek te kunnen of willen verwezenlijken, plotseling alles mogelijk! bleek ANDERE TIJDEN, ANDERE ZEDEN. Voorbeelden noemen achten wij niet ncdig! Zij zijn er voor het grijpen. Eén van de gemeenten, die wel in bijzondere mate blijk gaf van geavanceerde denkbeel den en een geest van voortva rendheid, was de gemeente Axel. Wie zich na nog geen 8 jaar Axel voor de geest roept, zoals het er uitzag bij „de blijde in- comste" van de Polen, moet wel tot de conclusie komen, dat ge werkt is om uit de misère te ge raken en de noodzakelijke her vormingen op sociaal en maatschappelijk gebied te ver wezenlijken. DAAR WERD IETS GROOTS VERRICHT. Dat is zeker geen woord teveel gezegd. Buitenlanders, die ons land beizoeken en in de zwaar ge teisterde steden en dorpen zien v/at in de afgelopen jaren tot stand werd gebracht, staan ver baasd. Oud-Axelaars die na jaren hun geboorteplaats terugzagen, sloe gen de handen ineen! En hun verbazing is gerecht vaardigd. „MAAR WIJ ZIJN ER NOG NIET Zo luidt de slagzin, die bur gemeester Van Oeveren die wij dezer dagen met hst oog op verdere toekomstmogelijkheden en perspectieven mochten spre ken, tot zijn devies heeft ge maakt. Er is nog werk genoeg aan de winkel! „Acht* u de mogelijkheid tot verdere ontsluiting van het zui delijke en inzonderheid het zuidwestelijke deel van het ge meentelijke territoir in ernst voor verwezenlijking vatbaar"? zo vroegen wij onze burgerva der. „Zeer zeker", luidde het ant woord. „Het mag zo op het oog een „dagdroom" schijnen, in werkelijkheid dringt de urgen tie hiervan steeds meer!" „Reeds thans openbaart zich dat op de Sassing met de daar ten uitvoering gebrachte óbjec ten, waarin reeds verscheidene tonnen zijn geïnvesteerd, maar waarbij het zeker niet mag en zal blijven, gezien de betekenis van deze gemeente als agrarisch centrum"! „Maar acht u de mogelijkheid van een ontsluiting, speciaal van het zuidwestelijk van de ge- meentekom, bezuiden de Grote Kreek, gelegen gebied aanwe zig?" „Ik kan u verzekeren, dat ten deze reeds met bevoegde in stanties contact werd gezocht. En dit contact is niet van van daag of gisteren! (Slot volgt). 66) Nadruk verboden. Met de lege emmer in haar hand staat ze aan de uiterste rand van de hokken en kijkt in de verte naar de tuinen, waar de planten al uit de grond schieten. Daar staat de kool te groenen en ginds zijn de%edden met spina zie. En de zomerwortels komen ook al uit de grond. Het is voor jaar en ze voelt zelf ook de kracht, die de natuur ieder jaar weer geeft. Maar waarvoor? Ze zucht en kijkt naar de zon, die aan het dalen is. Ze trekt even de omslagdoek dichter om zich heen; het begint frisser te worden. Ze zal maar weer naar huis gaan. Het wordt onderhand tijd voor het brood. Over een half uurtje komen de knechts van de tuin. Als ze zich omdraait, hoort ze gelijktijdig de voetstappen op de planken. Dan kijkt ze op en wan kelt. Vlak voor haar staat Jan en als hij haar niet gegrepen had, zou ze van schrik achterover ge vallen zijn. Of is het van blijd schap? Jan houdt het ranke lichaam in zijn armen. De emmer ontvalt uit de bevende hand van het i meisje en haar lippen trillen, als ze zijn naam prevelen: „Jan.. Jan. Er breekt iets in de jongeman. Hier staat zijn jeugdliefde voor hem en hij heeft al maanden ge dacht, dat zijn liefde voor naar dood is. Toen hij haar niet meer zag, was hij haar spoedig verge ten. De foto, die hij eens als een relique mee naar Delft heeft ge nomen en jarenlang een plaats had tussen de spiegel van zijn toilettafel, omdat het nooit was gekomen tot het kopen van een lijstje, lag nu al zo lang in een vergeten hoekje. En Bep was in de plaats gekomen. Het meisje uit die nieuwe wereld. Nu was hij weer in die oude. Vanwaar hij uit voortgekomen was. Hij voelde het hevige klop pen van haar hart in het lichaam, dat hij nog steeds omvat houdt. En hij blikt in haar ogen, waar uit nu tranen komen. Tranen van vreugde. En weer zegt ze zacht: „Jan, ben jij het....?" De sigaar, die al uitgegaan is, valt Uit zijn mond en het is alsof een onweerstaanbare drang hem er toe drijft het meisje dicht in zijn armen te nemen en haar, na zoveel jaren, opnieuw te kussen. L^ter op de avond rijdt er een glanzende Cadillac over de Beémsterdijk. Achter het stuur zit een jongeman en dicht naast hem een meisje, dat haar geluk nog niet kan beseffen. Hij heeft één arm om haar heen geslagen; met de andere, houdt hij de wa gen op de smalle dijk. Maar het is niet gevaarlijk, want hij rijdt heel kalm en ander verkeer is er niet. Voorbij de Kwadijkerweg rijdt hij weer de diepte in, de Hobrederlaan én halverwege deze laan zet hij de wagen stil. Hier is geen mens in de wijde om trek te bekennen en het wordt al donker. Dan neemt hij het meisje opnieuw in zijn armen en kust haar. En Ida vindt het goed; ze streelt hem, net als vroeger, over zijn haren en ze zegt: „Je bent veranderd in je gezicht. Je bent zo ernstig geworden. Zo echt.... groot." Jan lacht even. „Jij bent ma ger geworden, meisje, en je ziet erg bleek. Dat is toch geen kleur voor een buitenmeisje...." Ze kijkt hem een ogenblik aan en dan barst ze plotseling in tra nen uit. Jan schrikt. „Maar Ida-lief", zegt hij verwonderd, „waarom huil je nu opeens?" Ze snikt. „Ik;.... ik weet het niet- Misschien is het wel dit plotselinge gelukIkik was al bang, dat je niet meer zou komen. Ze zeiden bier al.... dat je.... dat je...." Ze slikt het verdere van haar zin in. Jan begreep het onmiddellijk. Het lag voor de hand, dat de be richten, die in de kranten hadden gestaan, ook doorgedrongen wa ren tot de plaatselijke pers. Van zelfsprekend was men nog trots op de Beemsterse ingenieur en elk nieuwtje omtrent de beroem de oud-ingezetene werd onmid- delliik gepubliceerd. En verder., geruchten gaan nu eenmaal altijd snel. „Ze zeiden al", vulde Jan op dorre toon aan, „dat ingenieur Reising ging trouwen met een dametje uit Wassenaar. En ze zullen wel meerdere malen tegen je gezegd hebben, dat je een dom gansje was, om maar te blijven wachten op een jeugdliefde. Op een jongen, die het succes in zijn bol geslagen was en de Beemster, waaruit hij was voortgekomen, vergat. Is het zo niet, Ida?" „Ja, Jan, weet je het dan alle maal? Maar het is niet zo, hé? Ik heb het nooit geloofd en thuis., met vader en moeder durfde ik er nooit over te spreken. Vader zei altijd maar: „Jan komt wel terug. Heb maar geduld." En.... hij heeft toch gelijk gekregen, hoewel ik wel eens gewanhoopt heb." (Wordt vervolgd.) „Over tien jaar zal de supre matie van de blanken in Zuid- Afrika niet meer bestaan", zo heeft dr. Homer Jack, een Ame rikaans deskundige op liet gebied van rassenvraagstukken, rtia een studiereis van vijf weken door de unie in een vraaggesprek te Kaapstad verklaard. Naar zijn mening zullen de niet-blanken tegen die tijd niet alleen politieke rechten hebben gekregen, maar zich ook verze kerd hebben van de feitelijke leiding in Zuid-Afrika. „De blanken zullen dan blij De opperbevelhebber van de Atlantische strijdkrachten in Europa, generaal Ridgway, heeft op een persconferentie te Parijs verklaard dat de midde len van de Atlantische gemeen schap „nog ernstig onvoldoende (zijn) wat betreft bepaalde be langrijke aspecten van haar verdediging". Over de duur van de militaire dienstplicht zei hij, dat deze in alle landen van de Atlantische gemeenschap uniform op twee jaar diende te worden vastge steld. De reden daarvoor was „het aantal en de ingewikkeld heid van de moderne wapens". )Zijn, dat er onder hen mannen zijn met een vooruitziende blik, I zoals Michael Scott, die er voor i hebben gezorgd, dat er geen I „zwart" nationalisme zal zijn, hetwelk de andere partij onder drukt, zoals de blanken het thans hun tegenstanders doen, aldus dr. Jack. Intussen is de eerste groep niet-blanken, die aan het begin van de campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid waren gear resteerd, enige dagen geleden vrijgelaten. Een van hen, de se cretaris-generaal van het natio nale Afrikaanse congres, Sisoeloe, verklaarde echter: „Wij zijn al len meer dan ooit besloten de ketenen der onderdrukking te verbreken". Zondag zijn te Kaapstad veer tien niet-blanken, onder wie vier vrouwen, aangehouden omdat zij hadden plaats genomen in voor blanken bestemde spoorweg- co upé's. Volgens welingelichte kringen hebben vertegenwoordigers van Macao en China eer) compromis bereikt bij de besprekingen ter regeling van de jongste grens incidenten. Binnen enkele dagen wordt een algehele regeling ver wacht. De grenswachten van Macao hebben volgens berienten, die Hongkong bereikten, hun prik keldraad versperringen ver wij - derd en zij hebben zich onge veer 50 meter teruggetrokken. Uit betrouwbare bron wordt vernomen, dat het grensverkeer nog niet is hervat. China zou hiermede willen wachten op de totstandkoming van een algehe le regeling. Tengevolge van het mond- en klauwzeer stierf in de week van 27 Julitot 3 Augustus 1952 één rund. Twee matrozen van de Britse kruiser „Belfast" zijn, als ge meld, door de Japanse politie gearresteerd. Hun wordt ten laste gelegd diefstal. Van gewoonlijk welingelichte zijde wordt thans te Tokio ver nomen dat Gr.-Brittannië ver leden week een in zeer krachtige termen gestelde nota tot Japan heeft gericht waarin de vrij lating der matrozen, die naar de Britse opvatting uitsluitend door de Britse vloot kunnen worden berecht, wordt geëist. Het verluidt van gezaghebbende zijde dat de Ver. Staten Groot- Brittannië ten deze ten volle steunen. Vernomen wordt dat er onder de Japanse ministers onenig heid over deze aangelegenheid heerst.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1952 | | pagina 2