Voorzitter van „Schuttevaer'
over het binnenaanvaringsreglement
Axelse toekomstperspectieven
De verkeerde vrouw
STAATSLOTERIJ
BENOEMINGEN BIJ DE
P.T.T.
Drukte aan de Sassing
Grote kolensmokkel voor de rechter
De strandingen van de
„Radmar'en „Marjory" op de Maasvlakte
Nederlandse predikant in
Oostenrijk vermist
AANTAL GEVALLEN VAN
KINDERVERLAMMING
De rassenkwestie in Zuid-Afrika
Persconferentie
van generaal Ridgway
MACAO
Mond- en klauwzeer
DE TWEE IN JAPAN
GEARRESTEERDE BRITSE
MATROZEN
ZEEUWS VLAANDEREN EN
DE GRAANPRODUCTIE.
VERSLAGEN MAAR
ONGEBROKEN
Oorspronkelijke roman
door Maart je Zeldenrijk
k
Aan boord van de „Prinses
Juliana" van het Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart heeft Mr. W.
A. C. van Dam, de voorzitter van
„Schuttevaer", een inleiding ge
houden over de te verwachten
wijzigingen in het binnenaanva
ringsreglement.
De directeur van het fonds, de
heer A. A. Kleyn, leidde de spre
ker in. Hij deed uitkomen, dat de
huidige toestand niet te hand
haven is. Er bestaan in Neder
land thans drie belangrijke regle
menten, die onderling volkomen
verschillend zijn.
Mr. Van Dam merkte op, dat
de vaarreglementen eigenlijk
thuishoren in een waterwegen-
wet. Toen koning Willem I des
tijds aan het bewind kwam, wil
de hij vorst zijn, niet over een
groep gewesten maar over een
eenheid. Voor de scheepvaart
kwam hij daarom in 1820 met een
oekase voor Maas, Lek en Rijn.
In 1891 begon voor de schipperij
het tranendal, omdat er toen
twee wetten ontstonden, waarop
gebaseerd werden de reglementen
die nu worden aangevochten. De
eerste wet beoogde de bescher
ming van de. rijkswaterstaats
werken. Hieruit ontstond een
reglement van politie, dat alge
meen is, maar daarnaast circa 60
reglementen voor bepaalde kana
len met vaarregelen voor de
scheepvaart. Een tweede regle
ment werd op de andere wet ge
baseerd en bevat bepalingen ter
voorkoming van aanvaring. Het
treurige is, dat in de eerstbedoel
de wet aan iedere provincie, ge
meente, veenschap en water
schap de bevoegdheid werd gege
ven een eigen vaarreglement te
ontwerpen. Wat de scheepvaart
echter nodig heeft, is een enkel
voudige uniforme regeling. Het
tegendeel was het geval, toen ook
de spoorwegwet nog mogelijkhe
den opende voor aparte regelin
gen ten behoeve van beweegbare
spoorbruggen.
Sinds 1926 is een commissie in
het leven geroepen met de taak
van advies te dienen over de be
staande reglementen. Men heeft
ingezien dat het binnenaanva
ringsreglement moet worden her
zien, omdat de bestaande toe
stand onhoudbaar is. De commis
sie is er in geslaagd een regle
ment te ontwerpen, waarin alle
politiebepalingen met betrekking
tot de waterstaatswerken zijn
verwerkt en dat minder artikelen
bevat dan het oude. Weliswaar
vallen de provinciale regelingen
er niet onder, maar de provinciën
tonen een geest tot unificatie,
waaraan zelfs de Friezen deel
nemen. Intussen gelooft spr. dat
de beste regeling gebaseerd zou
kunnen worden op een water-
wegenwet. Spr. deelde mede, dat
het nieuwe binnenaanvaringsre
glement (vaarreglement) nog dit
jaar aan de regering zal worden
aangeboden. Men moet er reke-
'ning mee houden, dat dit regle
ment de goedkeuring moet heb
ben van België.
Toen dit reglement klaar was,
is men begonnen internationaal
het Rijnvaartpolitiereglement op
de helling te zetten. Dit heeft
uiteraard vertragend gewerkt. In
de internationale commissie had
den twee Nederlanders zitting,
die ook deel uitmaken van de
herzieningscommissie voor het
vaarreglement en deze hebben
gestreefd naar het bereiken van
overeenstemming tussen het Ne
derlandse reglement en het inter
nationale. Uiteraard is dat nieu
we reglement niet in overeen
stemming met het zee-aanva
ringsreglement, hoewel het voor
de zeevaart zo gemakkelijk mo
gelijk is gemaakt. Men stelt zich
op het standpunt: Laat de zee
vaart maar zo gemakkelijk mo
gelijk het land binnenkomen.
Wel zijn er speciale regelingen
opgenomen voor de vaart op de
Schelde ten behoeve van de Bel-
!?en.
DE „OFDUWER".
In het nieuwe binnenaan
varingsreglement zal de z.g. „op-
duwer'' een nieuw element vor
men. Niet de opduwer maar het
hoofdschip zal de vereiste lichten
moeten voeren. Intussen is een en
ander niet in overeenstemming
met het ontworpen Rijnvaart
reglement. De zuiver Nederland
se opduwer moet een schip du
wen of achteruitslaand trekken
en behoeft niet bemand te zijn.
Komt de opduwer voor het schip,
dan moet hij bemand zijn en
veilig kunnen manoeuvreren. Dit
geldt ook als hij naast het schip
is bevestigd. De opduwer is dan
gewoon sleepboot. In het nieuwe
Rijnvaartpolitiereglement blijft
de opduwer opduwer, ook al
trekt hij een schip. Spr. meent,
dat dit fout is, vooral met het
oog op de toestanden op de Waal-
Bovendien kan zo'n trekkende
opduwer door één man worden
bediend, terwijl de bemanning
van een sleepboot uit twee per
sonen moet bestaan.
Voor het varen bij mist zal de
volgende regeling gelden. De va
rende man geeft een geluidsstoot,
welke eventueel door de laatste
varende man van een sleep wordt
herhaald. De stilliggende man
antwoordt daarop met een klok-
In de vijfde klasse, 13e lijst,
van de 516e Staatsloterij is een
prijs van 15.000 gevallen op
het nummer 17499.
signaal of met een signaal van
ijzer op ijzer. Verder moet men
stuurboordwal houden en anders
niet varen.
Voor de Rijnvaart krijgt men
dezelfde signalen met als franje,
dat een schip voor anker aan de
rechteroever er een slag bijgeeft
en een schip aan de linkeroever
twee slagen. Men mag varen, zo
lang men nog een oever kan
zien en moet stuurboordwal hou
den. Vóór men in de mist komt
moet men echter reeds opdraaien.
In de afvaart moet men ook op
draaien, maar mag men achter-
uitvarende nog doorvaren.
Een nieuwe regeling in het
vaarreglement is, dat aangeno
men wordt, dat „de jachten geen
verstand hebben van varen". Een
jacht moet dus uit de buurt van
de beroepsvaart blijven. De jacht
en zeilvaart zelf erkent, dat dit
de enige veilige oplossing is. Deze
jachten moeten tevens de stuur-
boordswal houden.
Omtrent de lichten voor de
bruggen zeide spr., dat „in de
maak is" de volgende regeling,
die wel tot stand zal komen en
nationaal en internationaal zal
gelden. Een vaste brug of niet
open deel van een beweegbare
brug geeft de doorvaartopening
aan met een geel licht. Een rood
licht betekent doorvaarverbod.
Als het beweegbare deel van een
brug open is, wordt dit aange
geven door een groen licht aan
weerskanten.
Bij het uitvaren van een ha
ven moet men steeds stuurboord
uitvaren, tenzij de uitvaart over
zichtelijk is en er geen schip
in de buurt is. Een uitvarend
schip heeft steeds voorrang.
Spr. noemde het jammerlijk,
dat „het optreden van rijkspolitie
te water zonder begrip voor de
vaart is".
Bij „oplopen" is Jiet de juiste
manier aan bakboord op te lopen,
al schrijft het binnenaanvarings
reglement nu nog de stuurboord
zijde voor, waaraan de waterpo-
litie zich in de laatste tijd tegen
de gebruiken in is gaan houden.
In het nieuwe vaarreglement
wordt het bakboord „oplopen"
nu gelukkig voorgeschreven. In
het nieuwe Rijnvaart-politie-
reglement zal een en ander an
ders worden geregeld. Men kan
daar elkaar eventueel aan stuur
boord en aan bakboordzijde op
lopen. Het oplopende schip moet
dan echter twee lange stoten, ge
volgd door een korte geven, zo
men stuurboordzijde oploopt en
twee lange gevolgd door twee
korte, indien men bakboordzijde
oploopt. Een grote vooruitgang
voor Nederland is het, dat het
oplopen niet mag geschieden, 'als
de opgelopene een sein geeft be
staande uit 5 korte stoten.
Bij het tegemoetkomen moet
men volgens het vaarreglement
stuurboord wijken; bij de Rijn
vaart stuur- of bakboord, omdat
men op de Rijn herhaaldelijk
verplicht is over te steken. Ver
der mag alleen de opvaart „de
blauwe vlag" voeren voor pas
seren, waarbij dan de opvaart
verplicht is de afvaart de best
mogelijke weg open te laten.
Bij de discussie pleitte de heer
Van Leeuwen, havenmeester te
Rotterdam, voor radarbeveiliging
op de Rijn. Voorts werd naar vo
ren gebracht, dat men in de grote
havengebieden" niet steeds kan
varen op de reglementen, maar
dat dit moet geschieden „volgens
het goede zeemanschap".
In een slotwoord legde de heer
Van Dam er nog eens de nadruk
op, dat hij steeds de overheid de
hand boven het hoofd heeft ge
houden, maar dat hij zich helaas
in het laatste half jaar wel eens
bitter heeft moeten uiten over de
wijze, waarop de rijkspolitie te
water optreedt bij het toezien op
het naleven van de reglementen.
Bij beschikking van de dir.-
igeneraal der P.T.T. is ingaande
16 Januari 1952 belast met de
functie van adjunct-inspecteur
der P.T.T. te Breda, de referen
daris W. R. Eelsingh te Rotter
dam (postkantoor)Voorts is de
bureauchef W. Kwant te Den
Haag (hoofdbestuur) met in
gang van 1 September 1952 be
noemd tot directeur van het
P.T.T.-kantoor te Zierikzee.
De directeur van het post-,
telegraaf- en telefoonkantoor te
Zierikzee J. M. van der Vlugt is
per 1 September 1952 in gelijke
functie benoemd te IJmuiden.
Binnenkort zal een opzien
barende en min of meer onge
wone smokkelzaak voor de
rechtbank in Essen worden be
handeld. De bekende industrie
stad is namelijk het middelpunt
van een illegale brandstoffenhan-
dei. Het gaat in liet komende
proces niet om een enkel mud
eierkolen of cokes dat clandestien
aan buurtbewoners of aan inwo
ners van Essen wordt verkocht,
maar over treinladingen en meer.
Bepaalde personen uit de brand-
stoffenhandel hebben kans ge
zien als tussenpersonen op te tre
den en zo, ten behoeve van bin
nen- en buitenlandse afnemers
grote hoeveelheden steenkool, af
komstig uit de West-Duitse ko-
De raad voor de scheepvaart te
Amsterdam heeft de strandingen
van het 3667 brt. metende- Engel
se s.s. „Radmar" en het 2323 brt.
metende Panamese s.s. „Marjo
ry" op de Maasvlakte bij Hoek
van Holland behandeld."Er waren
geen getuigen.
De „Radmar" verliet in de
vooravond van de 12e Januari
j.l. Rotterdam, het weer was
slecht. Op uitdrukkelijke wens
van de kapitein verliet de loods
om 21.21 uur in de Berghaven bij
Hoek van Holland het schip. De
„Radmar" voer langzaam naar
buiten omdat de timmerman op
de bak bezig was de ankers te
verzorgen. Nauwelijks tien mi
nuten nadat de loods van boord
ging liep de „Radmar" op de
Maasvlakte aan de grond. De
reddingboot haalde de beman
ning van boord. Het schip moest
als verloren worden beschouwd
en werd voor de sloop bestemd.
De voorzitter van de raad vroeg
zich af waarom de loods niet mee
buitengaats was gegaan. In zijn
visie over deze stranding zei de
inspecteur-generaal voor de
scheepvaart, dat hij, alhoewel 't
een hypothese is, van mening is,
dat de ramp voorkomen had
kunnen worden als de loods mee
naar buiten was gegaan. Naar
zijn oordeel was de stranding vrij
wel uitsluitend te wijten aan de
zeer slechte navigatie van de
kapitein.
Het s.s. „Marjory" stoomde in
de avond van de 10e Februari
naar Hoek van Holland op. Er
was 'n kwart mijl zicht, de wind
kracht was 9. Eerst om half 12
gaf hij de marconist opdracht
radiopeilingen van de wal af op
te vragen. Juist toen hij deze
kort hierop ontvangen peilingen
in kaart wilde zetten liep het
schip op de Maasvlakte aan de
grond. De inspecteur-generaal
voor de scheepvaart stelde vast,
dat de kapitein vezruimd heeft
zelf peilingen te nemen. Hij heeft
geen gebruik gemaakt van alle
hem aan boord zowel als van de
wal af ter beschikking staande
middelen voor de navigatie. Naar
het oordeel van de inspecteur-
generaal had ook deze ramp voor
komen kunnen worden en is het
aan de schuld van de kapitein te
wijten, dat de „Marjory" aan de
grond liep. De raad zal later
uitspraak doen.
Ds H. Janzen, Ned. Herv. pre
dikant te Tubbergen, wordt se
dert 7 Augustus in Oostenrijk
v-ermist. Hij bracht zijn vacantie
met familie door in Tirol.
Pogingen van de politie om
Ds Janzen in het bos, waar hij
verdween terug te vinden, zijn
zender resultaat (gebleven.
lenmijnen èn uit de Ver. Staten,
in handen te krijgen èn op een
onwettige wijze door te verkopen
en illegaal uit te voeren. In ka
mer 350 van het gerechtsgebouw
te Essen stapelen de dossiers
aangaande deze onwettige vorm
van zaken doen zich steeds meer
op en de kartotheekkasten in die
kamer puilen uit van de persoon
lijke gegevens over dit soort van
zwarte handelaren in de juiste
betekenis van het woord.
Van kamer 350 uit leidt de offi-
cier van justitie dr. Bolley, bij de
bevolking van Essen beter be
kend onder de naam „de kolen-
klauw", zijn politiële operaties
tegen de smokkelaarsbenden. Ge
bleken is, dat in korte tijd (circa
10 dagen) 100.000 ton steenkool
te Essen illegaal werd verhan
deld en uitgevoerd; dat zijn 100
treinen, elke trein bestaande uit
50 goederenwagens. Per maand,
aldus heeft de officier van justi
tie uitgerekend, verdwijnen er
320.000 ton steenkool in de ille
gale handel.
De West-Duitse politie, en
douanediensten, alsook de grens
politie te Essen en omgeving zijn
thans versterkt, om deze onwet
tige handel afdoend te kunnen
bestrijden.
De Staatscourant van Maan
dag bevat een opgave van het
aantal in de week van 27 Juni
tot en met 2 Augustus aange
geven gevallen van kinderver
lamming.
Blijkens deze opgave bedroeg
het aantal gevallen in deze
periode in het gehele land 134.
In ds voorafgaande periode
de week van 20 tot en met 26
Juli werdeh 107 gevallen ge
registreerd.
Evenals in de voorgaande
week werd ook in de periode
van 27 Juli tot en met 2 Augus
tus geen geval van kinderver
lamming in Zeeland jgeirefei-
streerd. In alle andere provin
cies zijn gevallen gemeld.
Een paar weken geleden had
den wij het in ons blad over de
drukte, die er op bepaalde tijden
van het jaar op de Axelse Sas
sing heerst en die men eigenlijk
niet zonder meer aks periodiek
weerkerende „seizoen-drukte"
kan kwalificeren.
Want het moge dan waar zijn,
dat de aanvoer per schip van
vlas en andere landbouwproduc
ten (als granen, stro, enz.) op
zijn drukst is van Augustus tot
November, afgezien van vraag
en aanbod en rekening hou
dend met meerdere of mindere
vlotheid in de handelsrelaties
(vlas vooral is een wisselvallig
product), is er gedurende meer
dere maanden vrijwel regelma
tig toevoer van vlas en trans
port van andere producten.
BESTAANSRECHT VAN DE
SASSINGSE HAVEN BEWE
ZEN.
Het is aan igeen twijfel onder
hevig, dat h,et 'Sassingse ha
ventje door de cijfers, waaruit
het grote aantal binnenkomen
de en vertrekkende schepen zou
blijken, aantoont, dat er vrijwel
het gehele jaar door, ondanks
het toegenomen vervoer per as,
heel wat omgaat.
WAAROM VOORHEEN ZO
KORTZICHTIG
Stellig heeft de (generatie, die
ruim een eeuw geleden gesteld
werd voor het alternatief van de
doortrekking van het kanaal
(hetzij tot Axel, Hulst of nog
verder) of iets anders daarvoor
in de plaats, geen blijk gegeven
van juist inzicht of vooruitziende
blik. Meer nog dan tegenwoordig,
was toentertijd het transport te
water het voordeligste vervoer.
DE STEM EENS
ROEPENDEN.
Het heugt ons nog als de dag
van gisteren 't is trouwens
nog nauwelijks 30 a 40 jaar ge
leden dat in Axels vroed
schap door één der toenmalige
raadsleden uit den treure en bij
voorkeur getimmerd werd op
het chapitre: doortrekking van
het kanaal tot Axel (en Hulst)!
Bedoeld raadslid borduurde
maar steeds voort op dit hem zo
'geliefde thema, maar zijn be
zorgdheid was naar veler oor
deel maar een „(Stokpaardje",
hetgeen echter niet met de
waarheid overeenkwam.
Integendeel
Als men eens serieus deze
plannen had bestudeerd en
(wellicht) doorgezet, zij waren
zeker op een heel wat voordeli
ger wijze te verwezenlijken ge
weest dan nu het geval zou
zijn.
Toen gold echter veelal de
dooddoener; „Het is te duur",
of „daar is geen geld voor!" Om
maar niet te spreken van de
mentaliteit welke toen in Den
Haag ten opzichte van Zeeuws-
Vlaanderen heerste!
In die tijd beschouwde men
Zeeuws-Vlaanderen vaak als 'n
lastig aanhangsel, een uithoek
van het land, en elke gulden, die
er aan besteed, kon als wegge
gooid geld worden beschouwd.
Tientallen jaren zijn sinds
dien verstreken!
Een eerste en zelfs een tweede
wereldoorlog troffen in het bij
zonder het oude Europa.
Vooral de tweede wereldoor
log liet niets of niemand onbe
roerd.
Ook Zeeuws-Vlaanderen deel
de in dit lot!
Men leerde enerzijds Zeeuws-
Vlaanderen, dat vergeten hoek-
ske land, wat beter kennen en
waarderen dan voorheen!
Machtig toch bleek het aan
deel, dat deze van melk en ho
ning overvloeiende vruchtbare
streek had in de graanproduc-
tie; dat was: de broodvoorzie-
ning.
Men leerde Z.-Vlaanderen met
andere ogen zien!
Doch anderzijds moest onze
streek zijn tol betalen aan oor
logsleed! De geografische lig
ging was oorzaak, dat wij voor
de volle 100 procent betrokken
werden bij de bevrijdingsstrijd
om Antwerpen en de Schelde-
mond. Smartelijk trof de oor
logsvlam de eertijds zo welva
rende kern van W. Z.-Vlaande-
rens bloeiendste gemeenten en
vele werden tot een puinhoop
Ook het Axelse territoir werd
oorlogsgebied en gedurende eni
ge dagen zelfs operatieterrein.
De Axelse Sassing werd
wreedaardig herinnerd aan het
feit, dat haar naam afgeleid is
van (Sas Sluis) en ter onzaliger
ure trok de bezetter hieruit „pro
fijt" door een belangrijk deel
van het zuidelijke grondgebied
te inunderen, langs de met be
kwame spoed door de Sasdijk
gelegde betonnen tunnel die de
polder Beoostenblij Bewesten,
beter bekend als „Smids-schor-
re", tot een onafzienbare water
vlakte maakte.
Een verarmd land, zwaar ge-
tioffen en geteisterd, was het
bekende na-oorlogse beeld, dat
ons nog zo duidelijk voor de
geest staat.
Doch ziet, wat voordien nau
welijks iemand zou hebben
durven dromen, geschiedde
Door de oorlog zwaar be
proefd, bleek ook de mentali
teit van de bevolking grondig
veranderd.
Een nieuwe tijd brak zich
baan!
Onstuimig en onvergetelijk!
Het onmogelijke bleek na de
laatste wereldoorlog plotseling
mogelijk! Er werden niet alleen
plannen gesmeed, daar werden
ook daden gesteld!
Plattelandsgemeenten, die
vóór de oorlog een uiterst voor
zichtig (om niet te zeggen istar-
behoudencT en conservatief)
beleid voerden, gooiden plotse
ling het rcer om! Een vooruit
strevende inslag kreeg het be
leid van welhaast alle gemeen
tebesturen en waar voorheen
aan iedere „groene tafel" elk
dubbeltje werd omgekeerd en
men niets bleek te kunnen of
willen verwezenlijken,
plotseling alles mogelijk!
bleek
ANDERE TIJDEN, ANDERE
ZEDEN.
Voorbeelden noemen achten
wij niet ncdig! Zij zijn er voor
het grijpen.
Eén van de gemeenten, die
wel in bijzondere mate blijk gaf
van geavanceerde denkbeel
den en een geest van voortva
rendheid, was de gemeente Axel.
Wie zich na nog geen 8 jaar
Axel voor de geest roept, zoals
het er uitzag bij „de blijde in-
comste" van de Polen, moet wel
tot de conclusie komen, dat ge
werkt is om uit de misère te ge
raken en de noodzakelijke her
vormingen op sociaal en
maatschappelijk gebied te ver
wezenlijken.
DAAR WERD IETS GROOTS
VERRICHT.
Dat is zeker geen woord teveel
gezegd.
Buitenlanders, die ons land
beizoeken en in de zwaar ge
teisterde steden en dorpen zien
v/at in de afgelopen jaren tot
stand werd gebracht, staan ver
baasd.
Oud-Axelaars die na jaren hun
geboorteplaats terugzagen, sloe
gen de handen ineen!
En hun verbazing is gerecht
vaardigd.
„MAAR WIJ ZIJN ER NOG
NIET
Zo luidt de slagzin, die bur
gemeester Van Oeveren die wij
dezer dagen met hst oog op
verdere toekomstmogelijkheden
en perspectieven mochten spre
ken, tot zijn devies heeft ge
maakt.
Er is nog werk genoeg aan
de winkel!
„Acht* u de mogelijkheid tot
verdere ontsluiting van het zui
delijke en inzonderheid het
zuidwestelijke deel van het ge
meentelijke territoir in ernst
voor verwezenlijking vatbaar"?
zo vroegen wij onze burgerva
der.
„Zeer zeker", luidde het ant
woord. „Het mag zo op het oog
een „dagdroom" schijnen, in
werkelijkheid dringt de urgen
tie hiervan steeds meer!"
„Reeds thans openbaart zich
dat op de Sassing met de daar
ten uitvoering gebrachte óbjec
ten, waarin reeds verscheidene
tonnen zijn geïnvesteerd, maar
waarbij het zeker niet mag en
zal blijven, gezien de betekenis
van deze gemeente als agrarisch
centrum"!
„Maar acht u de mogelijkheid
van een ontsluiting, speciaal van
het zuidwestelijk van de ge-
meentekom, bezuiden de Grote
Kreek, gelegen gebied aanwe
zig?"
„Ik kan u verzekeren, dat ten
deze reeds met bevoegde in
stanties contact werd gezocht.
En dit contact is niet van van
daag of gisteren!
(Slot volgt).
66)
Nadruk verboden.
Met de lege emmer in haar
hand staat ze aan de uiterste
rand van de hokken en kijkt in
de verte naar de tuinen, waar de
planten al uit de grond schieten.
Daar staat de kool te groenen en
ginds zijn de%edden met spina
zie. En de zomerwortels komen
ook al uit de grond. Het is voor
jaar en ze voelt zelf ook de
kracht, die de natuur ieder jaar
weer geeft. Maar waarvoor?
Ze zucht en kijkt naar de zon,
die aan het dalen is. Ze trekt
even de omslagdoek dichter om
zich heen; het begint frisser te
worden. Ze zal maar weer naar
huis gaan. Het wordt onderhand
tijd voor het brood. Over een
half uurtje komen de knechts
van de tuin.
Als ze zich omdraait, hoort ze
gelijktijdig de voetstappen op de
planken. Dan kijkt ze op en wan
kelt. Vlak voor haar staat Jan en
als hij haar niet gegrepen had,
zou ze van schrik achterover ge
vallen zijn. Of is het van blijd
schap?
Jan houdt het ranke lichaam
in zijn armen. De emmer ontvalt
uit de bevende hand van het
i meisje en haar lippen trillen, als
ze zijn naam prevelen: „Jan..
Jan.
Er breekt iets in de jongeman.
Hier staat zijn jeugdliefde voor
hem en hij heeft al maanden ge
dacht, dat zijn liefde voor naar
dood is. Toen hij haar niet meer
zag, was hij haar spoedig verge
ten. De foto, die hij eens als een
relique mee naar Delft heeft ge
nomen en jarenlang een plaats
had tussen de spiegel van zijn
toilettafel, omdat het nooit was
gekomen tot het kopen van een
lijstje, lag nu al zo lang in een
vergeten hoekje. En Bep was in
de plaats gekomen. Het meisje
uit die nieuwe wereld.
Nu was hij weer in die oude.
Vanwaar hij uit voortgekomen
was. Hij voelde het hevige klop
pen van haar hart in het lichaam,
dat hij nog steeds omvat houdt.
En hij blikt in haar ogen, waar
uit nu tranen komen. Tranen van
vreugde. En weer zegt ze zacht:
„Jan, ben jij het....?"
De sigaar, die al uitgegaan is,
valt Uit zijn mond en het is alsof
een onweerstaanbare drang hem
er toe drijft het meisje dicht in
zijn armen te nemen en haar, na
zoveel jaren, opnieuw te kussen.
L^ter op de avond rijdt er een
glanzende Cadillac over de
Beémsterdijk. Achter het stuur
zit een jongeman en dicht naast
hem een meisje, dat haar geluk
nog niet kan beseffen. Hij heeft
één arm om haar heen geslagen;
met de andere, houdt hij de wa
gen op de smalle dijk. Maar het
is niet gevaarlijk, want hij rijdt
heel kalm en ander verkeer is
er niet. Voorbij de Kwadijkerweg
rijdt hij weer de diepte in, de
Hobrederlaan én halverwege deze
laan zet hij de wagen stil. Hier
is geen mens in de wijde om
trek te bekennen en het wordt al
donker. Dan neemt hij het meisje
opnieuw in zijn armen en kust
haar. En Ida vindt het goed; ze
streelt hem, net als vroeger, over
zijn haren en ze zegt: „Je bent
veranderd in je gezicht. Je bent
zo ernstig geworden. Zo echt....
groot."
Jan lacht even. „Jij bent ma
ger geworden, meisje, en je ziet
erg bleek. Dat is toch geen kleur
voor een buitenmeisje...."
Ze kijkt hem een ogenblik aan
en dan barst ze plotseling in tra
nen uit.
Jan schrikt. „Maar Ida-lief",
zegt hij verwonderd, „waarom
huil je nu opeens?"
Ze snikt. „Ik;.... ik weet het
niet- Misschien is het wel dit
plotselinge gelukIkik
was al bang, dat je niet meer zou
komen. Ze zeiden bier al.... dat
je.... dat je...." Ze slikt het
verdere van haar zin in.
Jan begreep het onmiddellijk.
Het lag voor de hand, dat de be
richten, die in de kranten hadden
gestaan, ook doorgedrongen wa
ren tot de plaatselijke pers. Van
zelfsprekend was men nog trots
op de Beemsterse ingenieur en
elk nieuwtje omtrent de beroem
de oud-ingezetene werd onmid-
delliik gepubliceerd. En verder.,
geruchten gaan nu eenmaal altijd
snel.
„Ze zeiden al", vulde Jan op
dorre toon aan, „dat ingenieur
Reising ging trouwen met een
dametje uit Wassenaar. En ze
zullen wel meerdere malen tegen
je gezegd hebben, dat je een dom
gansje was, om maar te blijven
wachten op een jeugdliefde. Op
een jongen, die het succes in zijn
bol geslagen was en de Beemster,
waaruit hij was voortgekomen,
vergat. Is het zo niet, Ida?"
„Ja, Jan, weet je het dan alle
maal? Maar het is niet zo, hé? Ik
heb het nooit geloofd en thuis.,
met vader en moeder durfde ik
er nooit over te spreken. Vader
zei altijd maar: „Jan komt wel
terug. Heb maar geduld." En....
hij heeft toch gelijk gekregen,
hoewel ik wel eens gewanhoopt
heb."
(Wordt vervolgd.)
„Over tien jaar zal de supre
matie van de blanken in Zuid-
Afrika niet meer bestaan", zo
heeft dr. Homer Jack, een Ame
rikaans deskundige op liet gebied
van rassenvraagstukken, rtia een
studiereis van vijf weken door
de unie in een vraaggesprek te
Kaapstad verklaard.
Naar zijn mening zullen de
niet-blanken tegen die tijd niet
alleen politieke rechten hebben
gekregen, maar zich ook verze
kerd hebben van de feitelijke
leiding in Zuid-Afrika.
„De blanken zullen dan blij
De opperbevelhebber van de
Atlantische strijdkrachten in
Europa, generaal Ridgway,
heeft op een persconferentie te
Parijs verklaard dat de midde
len van de Atlantische gemeen
schap „nog ernstig onvoldoende
(zijn) wat betreft bepaalde be
langrijke aspecten van haar
verdediging".
Over de duur van de militaire
dienstplicht zei hij, dat deze in
alle landen van de Atlantische
gemeenschap uniform op twee
jaar diende te worden vastge
steld. De reden daarvoor was
„het aantal en de ingewikkeld
heid van de moderne wapens".
)Zijn, dat er onder hen mannen
zijn met een vooruitziende blik,
I zoals Michael Scott, die er voor
i hebben gezorgd, dat er geen
I „zwart" nationalisme zal zijn,
hetwelk de andere partij onder
drukt, zoals de blanken het thans
hun tegenstanders doen, aldus dr.
Jack.
Intussen is de eerste groep
niet-blanken, die aan het begin
van de campagne van burgerlijke
ongehoorzaamheid waren gear
resteerd, enige dagen geleden
vrijgelaten. Een van hen, de se
cretaris-generaal van het natio
nale Afrikaanse congres, Sisoeloe,
verklaarde echter: „Wij zijn al
len meer dan ooit besloten de
ketenen der onderdrukking te
verbreken".
Zondag zijn te Kaapstad veer
tien niet-blanken, onder wie vier
vrouwen, aangehouden omdat zij
hadden plaats genomen in voor
blanken bestemde spoorweg-
co upé's.
Volgens welingelichte kringen
hebben vertegenwoordigers van
Macao en China eer) compromis
bereikt bij de besprekingen ter
regeling van de jongste grens
incidenten. Binnen enkele dagen
wordt een algehele regeling ver
wacht.
De grenswachten van Macao
hebben volgens berienten, die
Hongkong bereikten, hun prik
keldraad versperringen ver wij -
derd en zij hebben zich onge
veer 50 meter teruggetrokken.
Uit betrouwbare bron wordt
vernomen, dat het grensverkeer
nog niet is hervat. China zou
hiermede willen wachten op de
totstandkoming van een algehe
le regeling.
Tengevolge van het mond- en
klauwzeer stierf in de week van
27 Julitot 3 Augustus 1952
één rund.
Twee matrozen van de Britse
kruiser „Belfast" zijn, als ge
meld, door de Japanse politie
gearresteerd. Hun wordt ten
laste gelegd diefstal.
Van gewoonlijk welingelichte
zijde wordt thans te Tokio ver
nomen dat Gr.-Brittannië ver
leden week een in zeer krachtige
termen gestelde nota tot Japan
heeft gericht waarin de vrij
lating der matrozen, die naar de
Britse opvatting uitsluitend
door de Britse vloot kunnen
worden berecht, wordt geëist.
Het verluidt van gezaghebbende
zijde dat de Ver. Staten Groot-
Brittannië ten deze ten volle
steunen.
Vernomen wordt dat er onder
de Japanse ministers onenig
heid over deze aangelegenheid
heerst.