CHOLER A-EPIDEMIE
te Terneuzen
een eeuw geleden
Gewonde Korea-strijders met de
„Jutlandia" naar Nederland
De contractuele
overeenkomst met
W est-Duitsland
ICcuUwoêzdpuwzfó
■L
Rugbyspelers en gewichtheffers
in badpak
VOGELVRIJ
DE VLAGGETJESDAG
Naadloze kettingkast
zonder haken
aasar
water J, de ^fieS KefeÏÏf o„"
XLTen'der de aandacht van he, publiek
water, dat zoals bekend is, de na-1 brengen,
delen van in rotting verkerende
poelen en moerassen kan ver
minderen, nooit de vuile water
leiding binnentreedt en bedekt.
Tot de grootste rampen, die
vroeger een dorp of stad konden
treffen, moeten ongetwijfeld de
doen vrjj veelvuldig voorkomen
de cholera-epidemieën worden
gerekend. Het gehele ziektepro
ces duurde slechts enkele dagen
dikwijls slechts uren en
eindigde in heel veel gevallen
met de dood van de getroffene.
Als men dan nog weet, dat
deze vreselijke ziekte uiterst be
smettelijk was en dat de erger
lijke toestanden op hygiënisch
gebied verspreiding in de hand
werkten, kan men wel begrijpen,
dat onze voorouders terecht een
geweldige schrik voor deze
kwaal hadden.
De vereniging van genees- en
heelkundigen in Zeeland heeft in
1850 een uitgebreid rapport over
de oorsprong en verspreiding
van deze ziekte uitgebracht en
wel naar de epidemieën uit de
jaren 1832—1833 en 1848—1849.
Behalve een opsomming van ver
loop en voorkomen van vele cho
leragevallen bevat dit rapport
ook een rake typering van de
omstandigheden en toestanden in
vele Zeeuwse plaatsen van on
geveer een eeuw geleden.
Ook Terneuzen is in dit rap
port op de korrel genomen en
wel als volgt:
„Neuzen heeft, gelijk zovele
andere steden dezer provincie,
het wisselend lot van staatkun
dige gebeurtenissen ondervon
den. Van een open vlek werd dit
stadje in de Spaanse tijden een
schier onneembare vesting. Later
werden zijn vestingwerken ge
slecht en verviel het tot zijn
vroegere onbeduidendheid,
slechts enige sporen nalatend
van voormalige grootheid.
Bij de scheiding der Nederlan
den van België had Neuzen het
aan hare gunstige ligging op de
Schelde-oever te danken, dat het
wederom als vesting verrees.
Het kanaal van Gent naar de
Schelde lopende, aan de vesting
gekomen, splitst zich ten Z. van
de stad in twee armen, welke
zich ten N. weer verenigen en
het grootste deel van de stad met
de vestingwerken insluiten.
De stad beslaat slechts een
klein deel van de vesting en be
staat voornamelijk uit een vrij
rechte en lange straat met enige
dwarsstraatjes en stegen. In het
overige gedeelte der vesting zijn
vele verspreide woningen. Een
gedeelte dezer ruimte wordt
mingen zijn blootgesteld, ja het
wordt zelfs verteld, dat de mili
tairen niet zelden tot gewoonte
hebben, hun kleedingstukken in
de oude gracht te wassen.
Ondanks deze ongunstige om
standigheden welke wij van Neu
zen hebben mee te delen, heeft
het in de laatsten tijd door zijn
gunstige ligging aan het einde
van het kanaal meerdere wel
vaart verkregen.
Gedurende het jaar 1848 en de
drie eerste maanden van 1849
was de gezondheidstoestand der
inwoners van Neuzen gunstig te
noemen en kende men daar de
zo gevreesde cholera asiatica
slechts bij gerucht. In het begin
van April, de week vóór Pasen
komt aldaar een schip aan met
zogenaamde blauwsteen bela
den, dat op 2 April Doornik had
verlaten. Nadat op 6 April.
Goede Vrijdag, twee werklieden
uit Neuzen met het lossen van
dit schip waren bezig geweest,
worden beiden in de daarop vol
gende nacht door cholera asiatica
aangetast. Beide mannen stier
ven reeds in de morgen van de
7de April. De één, zekere Char
les van Damme, oud 36 jaren,
was onder het werken sterk be
zweet geworden en had geduren
de een paar dagen veel jenever
gebruikt en daarenboven op
Goede Vrijdag weinig voedend
eten genuttigd. Van Damme had
onder het werken reeds herhaal
de malen gebraakt en om zijn
dorst te lessen veel water uit
het kanaal gedronken, hetwelk
brak en dus ongezond is. De an
dere persoon, Louis van den
Bosch, had eveneens veel kanaal
water gedronken. Deze woonde
aan die oude gracht, op het zo
genaamde Dijkje. Van Damme
woonde in een andere buurt.
Of in de stad Doornik, van
waar het schip kwam, de cholera
die tijd heerste, is onbekend. Te
Gent echter, waar het schip was
doorgevaren, zetelde de ziekte.
Geen der scheepsgasten was ziek
te Neuzen aangekomen, of vroe
ger ziek geweest, ook zouden zij
zover was na te gaan, met geen
choleralijders in aanraking zijn
geweest.
Enige dagen na de dood der
twee genoemde arbeiders komt
te Neuzen een stuurman van een
zeilschip uit Gent aan. Deze man
werd aan boord plotseling door
de ziekte overvallen en van zijn
schip naar het doelmatig inge
richte cholera-hospitaal overge
bracht. De stuurman genas ech-
ziek te zijn geweest op 21 April.
Een derde vrouw, Neeltje Dey,
die in het Schoolstraatje woonde,
dus ver van het Dijkje af, had de
wed. Frederiks tijdens haar ziek
te opgepast, werd op 21 April
ook door de cholera getroffen,
maar herstelde.
Ook enkele huisgenoten van
Neeltje Dey werden ziek, maar
genazen alle.
Enkele maanden bleef de ziek
te nu weg, maar op 7 Juni ont
moeten wij op het Dijkje opeens
vier sterk ontwikkelde cholera
gevallen gelijk. In het huis van
zekeren Kouijzer, die een her
berg hield, lag om één uur in de
middag het 7-jarig zoontje met
choleraverschijnselen en overleed
reeds dezelfde avond. De herber
gier, die zijn zoontje oppaste
kreeg eveneens de ziekte en
overleed enkele dagen later.
De tweede lijder, die op 7 Juni
ziek werd, was een molenaars
knecht met name Bruininks. Hi;
had zich des morgens nog naar
het twee uren verder gelegen
Axel begeven en was onderweg
ziek geworden. Reeds de volgen
de dag overleed hij. De koop
man Zonneveld, die Bruininks
verpleegde, werd wel ziek, maar
genas.
Ook werd op de 7de Juni nog
de weduwe Mol aangetast, even
eens op het beruchte Dijkje,
maar deze genas.
Weldra werd nu het Dijkje de
plaats, waar de Aziatische braak
loop nog meerdere slachtoffers
maakte. Tussen 9 en 26 Juni
werden daar 15 mensen aange
tast, waarvan er 11 overleden.
De meesten hadden contact met
elkaar gehad en veelal elkaar
opgepast. Op deze laatste wijze
werden aangetast vrouw Hijge-
laar, vrouw Vermalen en vrouw
van Akkeren.
Terwijl al deze lijders in dezelf
de buurt wonen, treffen wij
slechts twee lijderessen in de
stad zelf aan t.w. de weduwe
Harte, die bezweek en een arm
9-jarig meisje Maria de Zeeuw,
die genas. Ook werden nog en
kele leden van het garnizoen
aangetast. De militair Jacob
Steenstra overleed binnen enkele
uren; de fusilier Pieter Geelen
genas maar zijn ziekte ging over
in verstandsverbijstering. Deze
fusilier was de dag tevoren uit
Rotterdam overgekomen. Overi
gens moet het ons nog verbazen,
dat de ziekte zich niet onder het
talrijke garnizoen uitbreidde.
Hiermede menen wij de cho
leragevallen, die gedurende het
jaar 1849 te Neuzen zijn waar
genomen, te hebben medege
deeld"
Zoals we kunnen zien, waren
de toestanden in Terneuzen een
eeuw geleden nog verre van
ideaal. Stinkende modderpoelen,
onvoldoende kennis van de wijze,
waarop cholerapatiënten moes
ten worden behandeld en geïso
leerd gehouden, kanaalwater
drinkende arbeiders, enz., moeten
wel een verspreiding van de ge
vreesde ziekte in de hand hebben
gewerkt.
doorsneden door een half toege- ter maar vrouw van Drongelen
vloeide gracht, een overblijfsel Hip' OD het Dijkje woonde en dc
van de oude vest.
Waar de vestingwerken zijn
aangelegd en de kanalen gegra
ven, daar trof men vroeger me
nigvuldige moerassen aan, welke
nu door fris en vlietend water]
zijn vervangen.
Wel verre, dat in de bovenge-
die op het Dijkje woonde en de
stuurman in het hospitaal had
opgepast, kreeg op 15 April de
cholera en stierf nog dezelfde
dag Het vuile linnen van deze
vrouw werd gezuiverd door een
arme vrouw, de wed. Frederiks,
die ver van het Dijkje in de
Noordstraat woonde. Ook deze
Bij het opstellen van de con
tractuele overeenkomsten tussen
de westelijke geallieerden en
West-Duitsland zijn aanzienlijke
vorderingen gemaakt. Een Ame
rikaanse woordvoerder verklaar
de na afloop van een bespreking
van zeventien en een half uur
tussen de drie hoge commissaris
sen en bondskanselier Adenauer,
die halverwege de vergadering
door prof. Hallstein weid afge
lost, dat men over 27 van de 30
punten, welke ter sprake zijn
gekomen, overeenstemming be
reikt heeft. Er zal nog een be
spreking nodig zijn, speciaal ge
wijd aan de financiële kwestie
van de Westduitse bijdrage aan
de Westeuropese verdediging,
aldus de woordvoerder.
Bij de jongste conferentie zijn
o.m. de van de zijde der partijen
van de Westduitse coalitie gere
zen bezwaren uit de weg ge
noemde ruimte een gunstige ver- vrouw Werd door de cholera aan-
andering tevens gekomen is, zo
mag die oude gracht, een ware
modderpoel, als één dier vele
sprekende bewijzen genoemd
worden van® de treurige staat
waarin zich de openbare gezond
heidsregeling bevindt en waar
over ieder zich schamen moet
die met hetgeen in het buiten
land bestaat, bekend is.
Van deze buurt nu, waar zich
ruimd. Zo is b.v. de tekst gewij
zigd van het artikel betreffende
het recht der westelijke geal
lieerden om in de bondsrepubliek
de noodtoestand af te kondigen.
Genoemde woordvoerder deel
de voorts mee, dat de contrac
tuele overeenkomsten op 23 of
24 Mei te Bonn zullen worden ge-
tekend, nadat de ministers van
buitenlandse zaken, die elkaar
te Straatsburg zullen ontmoeten,
er de laatste hand aan hebben
gelegd.
Prof. Hallstein verklaarde, dat
de mogelijkheid is geschapen om
bepaalde delen van de overeen
komsten van kracht te doen zijn,
zonder te wachten op de ratifica
tie van het verdrag inzake de
Europese verdedigingsgemeen
schap door de zes deelnemende
landen. Het zal voldoende zijn, als
dit verdrag door Frankrijk en de
bondsrepubliek wordt bekrach
tigd, aldus Hallstein.
„Dat was een eigenaardige ge
schiedenis met sergeant Goed
hart en niemand wil het eigen
lijk geloven. Toen hij tijdens een
van de vele acties met zijn groep
vlak bij een Chinese bunker
kwam, weigerde zijn geweer
plotseling.
Hij maakte zich zo kwaad, dat
hij een grote steen opnam en een
Chinees tot „schuddebollen"
gooide, zodat deze zijn handgra
naat, die hij gereed stond te
werpen, op de grond liet vallen.
Toen ging er een wapen van een
ander aftoch is dit allemaal
waar gebeurd", aldus de oorlogs
correspondent bij het Nederlands
detachement Verenigde Naties,
kapitein B. M. Koster.
De sergeant zit nu met een
aantal gewonden van bijna alle
nationaliteiten, die aan de strijd
macht van de Verenigde Naties
deelnemen, aan boord van het
Deense hospitaalschip .Jutlan-
dia". Bij de actie van 18 Febr.
j.l. kreeg hij een paar scherven
in het been en 16 in de rug. Nu
zijn die zestien scherfjes eon
wandeling aan het maken en
daarom gaat sergeant Goedhart
naar huis.
Daar zal de scherfjes een halt
worden toegeroepen en als het
zover is, dan probeert de ser
geant bij het beroepspersoneel
van de landmacht te komen
want het „soldaten-leven" bevalt
hem best.
De thuisvaarders staan wat te
glunderen in die schitterende
slaapzaal van de „Jutlandia".
Soldaat A. van Rooy haalt her
inneringen op.
Soldaat Van Rooy heeft een
scherf in de long.
In Nederland wordt hij geope
reerd en hij zal geen moeite heb
ben om snel beter te worden,
want zijn geest is niet te slaan
en zijn body is eveneens tegen
een stootje bestand.
Een pechvogel onder hen is de
soldaat I. A. v. d. Mespol. Hij
wilde een handgranaat werpen,
sloeg met zijn hand tegen de balk
in de bunker en de granaat ont
plofte in „eigen huis". De vin
gers van de hand zijn danig ge
havend. Het ongeluk is eigen
lijk wonder boven wonder goed
afgelopen. De Delftenaar is de
„pech" te boven. Hij heeft ook
mentaal de overwinning behaald.
Sergeant Smulders was ook
niet al te gelukkig. Hij liep op
een landmijn, doch hij is al weer
ongeveer de oude en hoopt
straks in de beroepsdienst over
te gaan.
Korporaal Louwet is volkomen
tevreden met zijn bestaan. Hij
werd o.a. boven de enkel gewond.
Nu is hij weer in prima conditie.
Soldaat F. A. Nus is alleen
maar in Poesan geweest. Meer
heeft hij van Korea niet gezien.
Hij is er ziek geworden en in
Utrecht „zullen ze moeten uitzoe
ken, wat hij mankeert, want de
Yanks konden niets vinden
Soldaat M. J. Groot heeft maar
één wens. Zo gauw mogelijk
naar Suriname terug, want hij
houdt van de warmte. Hij is al
zeven jaar beroepsmilitair en hij
hopt op een kaderschool terecht
te komen. Hij werd verwond aan
de knie, doch hij is het al bijna
vergeten
Ze plagen elkaar wat. Het
klinkt rauw, maar de toon is
goedmoedig.
De „Jutlandia" perst driemaal
hete stoom door de „fluit". Pre
sies op tijd vertrekt de boot.
Haastige handen grijpen elkaar,
Geroep gaat verloren. Het va
derland krijgt een aantal flinke
zonen weerom.
De loger-race
niet door.
gaat
Aangezien de onderhandelin
gen tussen de redersvereniging
en de unie verkeer tot dusverre
niet tot resultaten hebben ge
leid, acht het comité vlaggetjes
dag te Scheveningen het beter
de loggerrace onder deze om
standigheden niet door te laten
gaan, zo deelt men van de zijde
van de afdeling voorlichting en
statistiek der gemeente mede.
Alle andere festiviteiten zijn
eveneens afgelast. De vloot zal
wel bevlagd in de haven liggen.
Behalve in Scheveningen,
vlaggen in Vlaardingen en
IJmuiden alle schepen. In Vlaar
dingen en IJmuiden gaat het
programma gewoon door.
Ter afwisseling
zware opgave.
ditmaal een
Horizontaal: 1. harde wind;
5. soort vrucht; 10. afstands
maat; 11. slot; 13. einder; 14.
staten-unie; 16. metaal; 17. kle
dingstuk; 19. flauw; 21. meisjes
naam; 23. Ital. herberg; 26. voet-
getast en stierf na vier dagen
In Valkenswaard heeft een rij
wielhersteller (de heer G. van
Gerven) een volkomen naadloze
de cholera verspreid heeft, willen kettingkast ZOnder haken gecon-
wij enige bijzonderheden mede' strueerd, die door het overhalen
delen. Van een kleine handle meteen
De genoemde gracht, van een heel open jS
S-vorimge gedaante, welke door s t men deze handle in zijn
deze buurt loopt en blind eindigt, oorspronkeijjke toestand terug,
bevat een aanmerkelijke hoeveel- V. de kast stofvrij gesloten,
heid modder en neemt de riolen rijwielhersteller heeft op
van het westelijk of grootste ge- constructie octrooi aange-
deelte van Neuzen in ?ich °P; ter- vraagd. Door een firma uit Bar-
wijl zij door een sluisje of duiker |eveid (de Van der Woerd.)
ten N. van de kanaaldijk met het kettingkast in licentie
zeewater gemeenschap heeft, °f|^°0urden vervaardigd.
althans hebben kon. d verkoopbeurs, die van-
Ongelukkig genoeg is dit siuis- in Valkenswaard wordt ge
Het gevolg hiervan is, dat die
sloot, vooral in de zomer, een on
dragelijke stank verspreidt. Aan
beide zijden van deze modderpoel
staan huizen en gebouwen, welke
tezamen als merendeels op den
ouden wal in een S-vormige ge
daante zijn gelegen en onder de
naam van het Dijkje bekend zijn.
Op dien wal, aan de zijde van het 47)
kanaal, zijn enige verstrooide en i
nieuw gebouwde huizen, welke
door enigszins meergegoede men
sen worden bewoond. De wal
aan de zijde van de stad vertoont
een onafgebroken reeks van 30
a 40 huizen, waarin over het al
gemeen armoede en al haar tra
wanten te vinden zijn
Als om de ongezondheid dezer
buurt nog te verhogen, was men
ten tijde der cholera te Neuzen
bezig met de grond van de gracht
om te woelen teneinde een toen
in aanbouw zijnde R.K. kerk,
welke achter het Dijkje staat, al
te werken. Ook achter die reeks
van huisjes, dus aan de kant van
de stad bevindt zich een kleine
sloot of riool, die bij warm weer
vooral, het hare bijdraagt tot het
verontrijnigen van de lucht.
Niet ver van die ongezonde
plaats, ligt ook de kazerne der
militairen zodat ook deze aan de
schadelijke invloed der uitwase
VERKOUDHEID
Een jonge en veelbelovende
zangeres vroeg dezer dagen ons
advies. Vaak werd zü plotseling
overvallen door een ernstige
verkoudheid. Soms had zij on
der die omstandigheden hele
maal geen stem; in andere ge
vallen had zij alleen last van een
verstopte neus, hetgeen haar
werkelijk mooie sopraan ook al
niet ten goede kwam.
Er kon eigenlijk geen windje,
geen tochtje en geen zuchtje
zijn, of ze had het te pakken
vertelde ze met grote onschuldi
ge ogen. Zelfs had ze op het
laatste ogenblik een optreden in
één van onze grote steden moe
ten afzeggen en juist dit concert
had voor haar verdere carrière
van veel betekenis kunnen zijn.
Zeer bedroefd zat zij tegenover
ons en wij hadden deze charman
te jongedame gaarne afdoende
geholpen. Het zou ons een grote
voldoening hebben geschonken
voor deze patiënte een recept te
schrijven, waardoor zij eens en
voor al bevrijd zou zijn van dit
voortdurende ongemak, waardoor
haar gehele loopbaan wordt be
dreigd.
Ter voorkoming zowel als ter
genezing van verkoudheid wordt
dag in dag uit een groot aantal
geneesmiddelen onder de aan
dacht van doktoren en publiek
gebracht. Op de suggestieve re
clames zien we veel storm, regen
en kale bomen, alsmede massa's
overschoenen, wollen shawls en
parapul's. We worden in de be
geleidende tekst beleefd doch
dringend uitgenodigd om vooral
tippertjes, flippertjes, papper
tjes of glappertjes tegen de ons
bedreigende verkoudheid in te
nemen. Wanneer de ziekte een
maal is uitgebroken, worden ons
weer andere tabletten, druppels,
pillen en opsnuifsels ter genezing
of ter verzachting aangeprezen
Wanneer er tegen een bepaal
de ziekte echter een goed voor
behoedmiddel of een goed ge
neesmiddel bestaat, zijn alle an
dere spoedig van de baan. Zo
lang er tegen verkoudheid zoveel
verschillends wordt aanbevolen
kan men ervan verzekerd zijn.
dat het JUISTE medicament nog
steeds niet is gevonden.
Trouwens, wie weet er precies
Historisch verhaal uit de
Drents-Friese grensstreek
door
H. VAN NOEG.
(Nadruk verboden).
HOOFDSTUK XXI.
Rust.
Al vroeg in de morgen was
Jans bezig met haar kruidenaf-
kokerij. Ze was een pittig, klein
vrouwtje, met een scherp, ver
standig gezicht. Haar geslacht
had. in de vrouwelijke linie steeds
een goede naam gehad als des
kundige op het gebied van ge
neeskrachtige' kruiden.Het vond,
volgens het zeggen van Jans,
zijn oorsprong in één van de
vroede vrouwen, die voor eeuwen
de witte-wiven-bergjes bewoon
den en van wie de geleerde Koe-
vorder doctor Johan Picardt zo
veel wist te vertellen.
Willem Frankes had zeer on
rustig geslapen. Hij had wond
koorts en in zijn slaap had hij
allerlei dwaasheden uitgestoten.
Toen de hopman het bed ver
liet, meende de wilddief, dat ook
hij moest opstaan. Doch God
fried wist hem te bewegen te
blijven liggen; hij had voorlopig
in de eerste plaats rust nodig
De Vilder had de hopman op
de man af gevraagd: „Hoe heet
jij eigenlijk bevelhebber zonder
leger?"
„Godfried."
„Godfried. Zal zoveel zijn als
Godsvrede. Hm, dat klopt niet
erg met het dragen van wapens
broertje."
De hopman lachte: „Daarom
ben ik er ook mee opgehouden!"
„Als je daarvoor in de plaats
nu maar niet op een meisje bent
gaan jagen. Maar wat is je me
ning, hopman; zouden je oude
wapenbroeders vandaag ook deze
omtrek gaan afzoeken naar
jullie?"
„Daar is inderdaad veel kans
op."
,Dat heb ik ook al gedacht,
maar dan zijn jullie hier niet ge
heel veilig. Ik heb een betere
plaats. Het is net een sprookjes
paleis. Niemand dan mijn vrouw
en ik en mijn kinders, die ge
trouwd zijn en elders wonen,
weten, dat het bestaat. Kom
maar eens mee, Godfried, dan
zal ik je mijn kasteel laten zien".
Ze liepen over het erf. De hond
in de stal begon verlangend te
blaffen, toen hij zijn baas hoor-
de.
„We zullen hem meenemen
zei de Vilder. „Wachter moet jul
lie ook leren kennen."
Bertus liet de hond vrij. Het
was een jachthond van het type
Duitse herder. Het dier snelde
onmiddellijk naar de hopman,
berook deze en danste daarop
wat in het rond. „Hij heeft je al
goedgekeurd," zei de Vilder, „en
dat is een goed teken, want van
onbetrouwbare mensen moet hij
niets hebben."
Er voerde geen weg of voet
pad naar het „jachtslot". De al
door babbelende Bertus voerde
de voormalige krijgsman door
een wildernis, een wirwar van
laag hout en struiken. Eindelijk
kwamen ze aan een hut, die grote
gelijkenis vertoonde met die op
de Lutteae Haer.
„Ziet hier, mijn buitenverblijf
zei de Vilder. „Treedt binnen,
edele heer, treedt binnen."
De binnenbetimmering van het
slot was wel wat. erg karig. Ze
bestond alleen uit een tweetal
planken, waarop men naar ver
kiezing kon liggen of zitten.
„Ik zie aan j.e gezicht, dat mijn
jachtslot je niet in alle opzichten
meevalt, maar zou een verblijf
hier voor enkele dagen niet veel
veiliger zijn dan in mijn wo
ning?" vroeg de keuterboer. „We
slaan er nog twee planken bi;
halen stro en enige dekens en
voor eten en drinken zorg
wel."
De hopman moest toegeven,
dat het verstandig zou zijn, als
Frankes en hij naar hier verhuis
den, totdat de soldaten weer uit
de omgeving zouden zijn ver
dwenen.
De mannen vertrokken weer
naar de boerderij om voorberei
dingen voor de verdere betimme
ring en de verhuizing te treffen.
Jans was inmiddels gereed ge
komen met haar kokerij. Ze wil
de nu de wonden van Frankes
uitwassen en verbinden.
(Wordt vervolgd).
wat verkoudheid is? Dr. C. H.
Andrews, de leider van de En
gelse commissie die belast is met
de bestudering van het verkoud-
heidsvraagstuk, weet het na ja
renlange onderzoekingen nog
steeds niet. In het laboratorium
van het Harvard-ziekenhuis te
Salisbury wordt de stapel papier
met tabellen en grafieken over
de verkoudheid iedere maand
groter.
Omdat de gebruikelijke proef
dieren zoals konijnen en Guinese
biggetjes nooit verkouden zijn
en ook geen plannen hebben om
het ooit te worden, heeft men
experimenten op mensen ver
richt.
Nu waren dat wel allemaal
vrijwilligers, maar persoonlijk
hebben wij toch iets tegen de
proef, waarbij men geruime tijd
in een nat badpak op een tochti
ge gang moet staan. Aan deze
aardigheid hadden wij ons, ook
met veel geld toe beslist niet on
derworpen. Met onze zwakke
constitutie hadden wij daar zon
der twijfel iets heel anders van
gekregen dan alleen maar een
verkoudheid. Een dubbele long
ontsteking lijkt ons het aller
minste; misschien was er voor
ons op die vele tabletten wel een
klein en rechtopstaand kruisje
ingevuld. Maar het zijn daar in
Salisbury natuurlijk knapen, die
tegen een stootje kunnen, rugby
spelers en boksers en gewichts^
heffers. Het onderzoek gaat
voort
balver.; 28. verbod; 30. voorzet
sel; 31. reeds; 32. desgelijks; 33.
voegwoord (Fr.); 34. zoals de
akten getuigen; 36. lidwoord; 37.
meisjesnaam; 38. lidwoord (Fr.);
39. metaal; 41. rondhout; 44.
groot water; 45. bijwoord; 47.
deel van een geweer; 50. voer
tuig; 53. deel van de bijbel; 55.
de lezer heil; 56. voorzetsel; 57.
pers. vnw.; 58. familielid; 59.
soort onderwijs; 61. laatst leden;
62. uitroep; 64. edelgas; 66. in
orde; 67. houten lat met treden
(meerv.); 70. kleur (Eng.); 71.
slaghout; 73. stapel; 74. wier;
76. zonnegod; 78. houding; 80.
liefkozing; 81. georg. aanduiding;
82. dansgroep; 83. bewoner van
een Ital. stad.
Verticaal: 1. voorzetsel; 2.
steen; 3. in het jaar; 4. van he
den af (Lat.); 6. maandstand; 7.
kleur; 8. familielid; 9. bijwoord
van tijd; 10. snijden; 12. vragend
vnw.; 15. vorm van reinigen; 16.
geheel de uwe; 17. handvat; 18.
vlechtwerk; 20. modegek; 22. bij
woord; 24. heilige; 25. pers. vnw.
(Fr.); 27. vallei; 29. pl. op de
Veluwe; 32. vaccineren; 35. wa
ter in N.-Brabant; 37. tandeloos
zoogdier; 39. garnituur; 40. berg-
weide; 42. voor; 43. rijdier; 46.
sufferd; 48. rund; 49. schilders-
gerei; 50. primitief wapen; 51.
landbouwwerktuig52. compo
nist; 54. behendige streek; 58.
vermoeid; 60. koeienmaag; 61.
rang in het leger; 63. uitroep; 65.
bar; 67. geluidloos; 68. doorzich
tige gom of hars; 69. aanduiding;
72. vis; 75. leugen (Eng.); 77.
jongensnaam; 79. zangnoot; 80.
anno; 81. niet deel twee deelbaar.
's-ZOMERS AL BEGINNEN
Al met al wachten wij nog
maar steeds op hét middel tegen
verkoudheid. Wie het ontdekt,
kan in enkele jaren schatrijk zijn
Nog steeds wordt er van iedere
acht volwassenen jaarlijks één
een keer verkouden en in verge
lijking tot andere ziekten is dat
niet zo weinig.
Om deze zeer verbreide ziekte
te ontlopen, kunnen we voorlopig
niets beters doen dan ons
lichaam in een zo goed mogelijke
conditie brengen en bij de mees
ten van ons, kasplantjes als wij
zijn, ontbreekt daar nogal eens
iets aan. Voldoende buitenlucht,
genoeg nachtrust en een regel
matig leven; een normale hoe
veelheid voedsel, d.w.z. niet te
weinig, maar ook niet teveel.
Bij de voedselkeuze dient te
worden gewaakt tegen eenzijdig
heid; vooral de zo noodzakelijke
vitaminen mogen niet worden
vergeten! Met de in dit verband
zeer belangrijke dagelijkse kou
de afwassingen om ons te „har
den" mogen we alleen in de
zomermaanden beginnen.
Horizontaal: 1. moedertaal; 9.
gaar; 10. na; 11. trap; 13. kan
sel; 15 Amalia; 17. Arie; 18. la
va; 21. klas; 22. ade; 23. al; 24.
Est; 25. rk; 27. slop; 29. in; 30.
st; 32. lam; 34. eer; 36. do; 37.
Ie; 38. are; 39. eli; 40. 1.1.; 41. ap;
42 toon; 45. sg; 47. cel; 49. or;
50! arg.; 52. held; 54. oker; 56.
prei; 57. treurt; 59. parade; 61.
tere; 62. pa; 64. lege; 65. neuro
logie.
Verticaal: 1. manier; 2. oase;
3 ere; 4. en; 5. ra; 6. atm; 7.
arak; 8. lallen; 9. gard12. pias;
13. kaarslicht; 14. 11; 15. aa; 16.
astrologie; 19. aal; 20. vlo; 26.
klap; 27. smet; 28. peen; 29. iris;
31 te; 33. ar; 35. el; 36. dl; 41.
alleen; 43. ook; 44. ore; 46. gara
ge; 48. eert; 51, rede; 53. dure;
54. ot; 55. rp; 56. prei; 58. reu;
60. alg; 62. po; 63. al.
BLINDE UIT GRACHT
GERED.
Donderdagmiddag geraakte de
70-jarige blinde A. D. van den
Brand op de hoek van de Mar-
nixstraat en de E'landsgracht te
Amsterdam in het water van de
Lijnbaansgracht. Zonder beden
ken sprong de 26-jarige W. Phi-
lipoom uit Amsterdam de blin
de drenkeling na en smaakte het
genoegen hem met behulp van
mensen op de wal op het droge te
brengen.