Het overbrengen van het stoffelijk
overschot van koning George
Politieke beschouwingen
Open Brief
De regering antwoordt
de Eerste Kamer
van federatie
Verenigde Mij Ziekenfondsen
Engeland zal initiatief
nemen
Panamees schip
voor Nederl. kust gestrand
DE TERAARDEBESTELLING
VAN KONING GEORGE.
WEERSVERWACHTING.
HOOGWATER.
It
it.
Frankeiing bij Abonnen:ent: Terneuzen
Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande
P.edactie-adres:
Noordstraat 55-57 Terneuzen
Telefoon 2510 Nè. 5 uur: 2073
Gironummer 38150
Abonnementsprijs: 5,20 per kwartaal; per
maand 1,75; per week 42 cent. Losse nrs 8 ct.
DINSDAG 12 FEBRUARI 1952.
7e Jaargang No. 1958.
Verschijnt dagelijks Uitgeefster N. V. v/h Firma P, J. van de Sande, Terneuzen
Rubriek Kleine Advertenties: 5 regels 75 «eat;
iedere regel nwer 15 cent.
Vermelding: Brieven onder nummer of: Adres
Bureau van dit Blad 15 cent meer.
Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur
Voor het Maandagnummer: Zaterdags 11 uur
Advertentieprijs: per mm 12 ct.; minimum per
advertentie 1,80.
Maandag heeft koning George
zijn laatste reis naar Londen ge
maakt, temidden van de sombere
praal, die reeds duizend jaar de
dood van Britse koningen heeft
vergezeld.
Op de reis van het kerkje van
St. Mary Magdalena te Sandrin-
ghem naar Westminster is tot het
station van Wolferton het stoffe
lijk overschot vervoerd op een
affuit. De kist werd gedekt door
de koninklijke standaard.
Achter de affuit gingen de her
tog van Gloucester en de hertog
van Edinburgh. Zij werden, in
een auto, gevolgd door koningin
Elizabeth, de koningin-moeder en
prinses Margaret- Te voet sloten
leden van de koninklijke staf,
jachtopzieners, houtvesters, en
ander personeel de stoet.
Vóór het vertrek uit het kerkje
namen de inwoners van San-
dringham afscheid van hun ko
ning met een eenvoudige dienst,
die bijgewoond werd door de ko
ningin, de koningin-moeder en
andere leden van het koninklijk
gezin. Twee van de geliefdste ge
zangen van koning George: „Ver
blijf bii mij" en „De Koning der
liefde is mijn Herder", werden
gezongen. Een krans van de ko
ningin-moeder dekte de kist.
Van het station van Wolferton
naar Londen werd het stoffelijk
Overschot vervoerd in de wagon,
die zestien jaar geleden het lijk
van koning George de vijfde, de
vader van de overleden koning,
naar Londen vervoerde. Na aan
komst op het station „Kings-
Cross" in Londen is de keizers
kroon. overgebracht uit de „To
wer" van Londen, op de kist ge
plaatst voor de processie van vijf
kilometer naar de historische
Westminster, waar het lijk van
Dinsdag tot dé begrafenis op
Vrijdag a.s. zal liggen opgebaard.
Hier zullen duizenden* gelegen
heid krijgen hun koning een laat
ste groet te brengen.
In de Westminster heeft de
aartsbisschop van York, Dr. Gar-
bett, het stoffelijk overschot in
ontvangst genomen (hij trad op
in de plaats van de aartsbisschop
van Canterbury, Dr. Fisher, die
door ziekte verhinderd was).
Vrijdag zal het lijk van koning
George per trein naar Windsor
worden overgebracht, een afstand
van 40 km, om daar, na een uit
vaartdienst, in de koninklijke ka
pel van St. George te worden bij
gezet.
Zondagavond reeds hadden ve
len zich, wind en koude regen
trotserend, langs de route opge
steld. Ook bij de Westminster
hadden zich reeds mensen verza
meld.
ROUWDIENSTEN IN
ENGELAND.
In de kathedraal van Canter
bury heeft de z-g. „rode" deken
Dr. Hewlett Johnson Zondag
avond in zijn preek gezegd: ..Wij
hebben allen een vader verloren
de vader van een gezin, de
vader van zijn volle".
In een officieel communiqué
wordt medegedeeld, dat op last
van koningin Elizabeth de be
grafenisstoet. waarin het stoffe
lijk overschot van koning George
naar Windsor zal worden over
gebracht, op Vrijdag 15 Febru
ari om half elf (Ned. tijd) zal
geschiedden.
De uitvaartdienst in de kapel
van St. Georgé zal naar bereke
ning des middags om drie uur
beginnen.
MINISTER STIKKER MET
HET KONINKLIJK PAAR
NAAR ENGELAND.
Naar A.N.P. verneemt zal mi
nister Stikker in het gevolg van
H. M. koningin Juliana en prins
Bernhard zich naar Engeland be
geven om de begrafenis van ko
ning George VI bij te wonen.
TELEVISIE REPORTAGE.
In samenwerking met de B.B.
C. zal de VARA proberen in haar
televisie-programma op Dinsdag
12 Februari een korte reportage
uit te zenden naar aanleiding
van het plotseling overlijden van
de Engelse koning.
KONING BOUDEWIJN NIET
NAAR BERAFENIS VAN
KONING GEORGE.
Het besluit van koning Boude-
wijn om niet zelf de begrafenis
van koning George bij te wonen,
doch zich door zijn 18-jarige
broer, prins Albert, te laten ver
tegenwoordigen, wordt over het
algemeen in België betreurd. Vol
gens regeringskringen was het
„de wens" van de regering, en in
het bijzonder van de minister van
buitenlandse Zaken, Van Zee
land, dat België door de koning
zelf vertegenwoordigd zou zijn.
„Het besluit was echter de kroon
voorbehouden", aldus deze krin
gen.
Een regeringswoordvoerder heeft
verklaard, dat het besluit van de
koning door twee overwegingen
is gemotiveerd: „Er bestaat een
precedent, omdat de prins van
Wales en niet koning George V
in 1934 de begrafenis van koning
Albert der Belgen bijwoonde, en
koning Boudewijn heeft nog niet
als Belgische koning zijn staat-
siebezoek naar het hof van St.
James gemaakt".
Het Belgische socialistische
blad „Lc Peuple" schrijft, dat de
vertegenwoordiging van België
bij de begrafenis van de Engelse
koning de eerstvolgende dagen
nog veel inkt zal doen vloeien.
Het blad herinnert eraan, dat
terwijl verscheidene landen zon
der verwijl kennis gaven van de
samenstelling van hun afvaardi
ging naar de plechtigheden, men
in Brussel de zaak op sleeptouw
hield en niet wist welke beslis
sing men moest nemen. Tenslot
te gaf de grootmaarschalk van
het hof een communiqué uit, vol
gens hetwelk de koning verte
genwoordigd zou worden door
zijn broer prins Albert.
Hevig ontsteld door deze afwe
zigheid van het hoofd van de
staat te Londen, zou de eerste
minister Jean van Houtte, daar
op stappen hebben ondernomen
en zou hü, nog steeds volgens „Le
Peuple", zelfs gedreigd hebben
af te treden. De beslissing was
evenwel onherroepelijk.
Het blad maakt vervolgens ge
wag van uitlatingen van de Bel
gische minister van Buitenlandse
Zaken Paul van Zeeland voor
een aantal journalisten te Lon
den, volgens welke koning Bou
dewijn niet naar Londen gaat,
omdat de koning van Engeland
Het 2323 ton metende Pana
mese schip „Marjory" seinde
•Maandagochtend om l uur, dat
het aan de grend is gelopen ten
Z. van de Nieuwe Waterweg,
waarschijnlijk op de Kinderbank
in de buurt van de „Radmar".
•Het schip verzacht om assis
tentie.
Rondom het schip is het water
4 vadem, dat is ruim 7 meter
diep.
Het schip was met erts onder
weg van La Coruna (Spanje)
naar Dordrecht. Het schip is
eigendom van de compagnie
Punta Alta S.A. in Panama.
Om 20 over 3 was de reddings-
feoot „President Jan Leis" bij
het schip dat 1 km ten N. W.
Tan de „Radmar" zit.
Het middenschip zit aan de
grond, voor en achter ligt het
vrij.
Het Engelse vracht-passa
gierschip „Scottisch Star", dat
sich op 35 mijl van het schip
he vond, bood hulp aan. De .Mar
jory" sloeg dit aanbod af, om-
êat de „Scottisch Star" in het
ondiepe water het gestrande
schip toch niet zou kunnen be
reiken.
Ook de sleepboot „Schelde" is
bij het schip en heeft radio
verbinding met de reddingsboot.
Bij hoog water kon de .Schel
de" het in nood verkerende
schip niet bereiken.
Om half zes is de „Schelde"
naar Hoek van Holland terug
gekeerd. De reddingsboot bleef
in de nabijheid van het schip.
De reddingsboot heeft in de
loop van de ochtend 14 leden
van de bemanning van het schip
in Hoek van Holland aan land
gebracht. Zij werden in hotel
„Amerika" ondergebracht. De
reddingsboot voer ten tweede
male uit om de overige 16 leden
van de bemanning over te ne
men. Een grote hond en drie ka
naries, die ook deel uitmaakten
van de „bemanning" zijn reeds
aan land gebracht.
Later heeft de reddingsboot de
overige leden van de bemanning
ook aan land gebracht.
ook niet aanwezig was bij de be
grafenis van koning Albert van
België.
Het blad meent dat deze gang
van zaken, de meerderheid van
het Belgische volk heeft verwon
derd en pijnlijk getroffen. „Het
is moeilijk te begrijpen", zo be
sluit „Le Peuple", „dat persoon
lijke gevoeligheden koning Bou
dewijn hebben kunnen verhinde
ren een laatste hulde te brengen
aan de vorst van een land, die in
1940 de weerstand in Europa
verpersoonlijkte en wiens moed
onze bcvrjjding heeft mogelijk
gemaakt".
Volgens bevoegde kringen te
Londen, aldus A. F. P., zal ko
ning Boudewijn van België niet
zelf op de begrafenis van koning
George VI aanwezig zijn, omdat
zulks zou indruisen tegen eti
quette en protocol. De koning
immers heeft nog geen officieel
bezoek aan de Britse hoofdstad
gebracht.
Men haalt in dit verband het
voorbeeld aan, dat koningin Ju
liana, die nog niet de gelegen
heid heeft gehad een officieel
bezoek aan Brussel te brengen,
nooit door de Belgische hoofd
stad reist doch per vliegtuig
over het land vliegt, indien haar
reisroute zulks gebiedt, aldus A.
F. P.
VERTEGENWOORDIGING
TE LONDEN.
Maandag is te Moskou medege
deeld, dat de Sowjet-Unie bij de
teraardebestelling van koning
George, door haar ambassadeur
te Londen, Zaroebin. zal worden
vertegenwoordigd.
De 79-jarige koning Haakon
van Noorwegen is gisteren met
hét passagiersschip „Bretagne"
in de haven van North Shields in
Noord-Oost-Engeland, aangeko
men. De koning nam zijn intrek
in het paleis van Buckingham.
Twee fregatten van de Britse
marine zijn Maandagochtend de
„Bretagne" tegemoet gevaren. Zij
begroetten de Noorse vorst met
een salvo saluutschoten.
Koning Haakon had zijn eigen
spoorrijtuig meegebracht. Dit
werd te North Shields gelost en
aan de ochtendtrein naar Londen
gehaakt.
BOODSCHAP VAN KONIN
GIN ELIZABETH AAN HET
PARLEMENT.
Koningin Elizabeth de Tweede
heeft een boodschap tot het La
gerhuis gericht. Zij werd door
premier Churchill aan voorzitter
Morrison overhandigd, die haar
voorlas.
De koningin zegt in haar bood
schap o.m.: „Ik weet dat het La
gerhuis met mij de ontijdige dood
van mijn dierbare vader be
treurt. Ondanks zijn slechter
wordende gezondheidstoestand
heeft mijn vader zich tot het ein
de toe gegeven aan de vervulling
van de taak, waarin hij een
ideaal zag en die inhield het die
nen van zijn volk en het in
stand houden van de op de
grondwet berustende regering.
Hij heeft mij een voorbeeld van
belangeloze toewijding gegeven-
Later richtte het Lagerhuis een
adres aan de koningin, waarin
het uiting gaf aan zijn diepge
voelde medeleven en waarin het
haar zijn „getrouwe toewijding"
-11e parlementsleden waren in
het zwart gekleed en de voorzit
ter had de ceremoniële rouw-
draeht aan. Churchill zeide, dat
aan het einde van het Victoriaan
se tijdperk in 1901 Groot-Brittan-
nië „de verschrikkelijke twintig
ste eeuw" inging. Het had echter
de „stuiptrekkingen van dit tijd
perk" doorstaan. „Wij staan nog
rechtop, als eilandvolk en als
middelpunt van een gemenebest
en een imperium, dat zich over
de gehele wereld uitstrekt, ter
wijl in andere landen zoveel ge
vallen en vervangen is door an
dere krachten en stelsels".
De grootste schokken zijn voor
ons eiland gekomen tijdens de
regering van de overleden ko
ning. Hij had echter nooit zijn
vertrouwen in Groot-Brittannië,
het gemenebest en het imperium
verloren. „Wij brengen hulde,
omdat wij allen met hem de
steenachtige weg omhoog gingen
en hij met ons".
De koning zou zijn zware taak
niet hebben kunnen vervullen
zonder de steun van zijn echtge
note. Koningin Mary, de moeder
van de overledene, zo vervolgde
de premier, is niet slechts een
voo-ibeeld voor haar eigen fami
lie doch ook voor het gehele Brit
se volk.
Churchill sprak ook nog over
het weglaten van het woord „do
minion" in de proclamatie van de
troonsbestijging. Het woord „do
minion" had vroeger 'n algemeen
geachte klank. Thans echter ga
ven vele volken eai rassen de
voorkeur aan 't woord „gebied".
„Een lieftallig en jeugdig per
soon prinses, echtgenote en
moeder is erfgenaam van al
onze tradities en al onze glorie
doch ook van de gevaren, die in
vredestijd nooit groter zijn ge
weest dan nu. De nieuwe konin
gin is ook erfgename van al on
ze innerlijke kracht en onze lo
yaliteit. Zij bestijgt de troon in
een tijdperk, waarin het mens
dom staat tussen een wereld
ramp en een gouden tijdperk".
Churchill zeide te hopen, dat 'n
gouden tijdperk zou aanbreken.
Clement Attlee sprak voor de
oppositie: Een groot koning en
een zeer goed man was heenge
gaan. In zijn persoon was hij een
levende schakel van onschatbare
waarde tussen de onde-scheidene
volken van zijn gebied. Attlee
zeide te hopen, dat de regering
van Elizabeth de Tweede „even
glorieus zal zijn als die van haar
grote voorgangster koningin Eli
zabeth de Eerste".
In de memorie van antwoord op
het voorlopig verslag der Eerste
Kamer omtrent de algemene poli
tieke beschouwingen over de rijks
begroting voor het dienstjaar 1952
waardeert de regering de beper
king, die vele leden zich b(j hun
beschouwingen hebben opgelegd
in verband met de reeds eerder ge
voerde gedachtenwisseling over ka
rakter en program van het kabinet.
Bjj zijn optreden moest het kabi
net zich voor ogen stellen het tot
staan brengen van de achteruit
gang van onze betalingsbalanspo
sitie. De offers, die daarvoor van
ons volk moesten worden ge
vraagd, zijn niet tevergeefs ge
weest.
Voor zover gewaarschuwd wordt
liet bestuur van de federatie
„Vereenigde Mij-Ziekenfondsen",
een der landelijke ziekenfonds-or
ganisaties, omvattende 58 zieken
fondsen, vertegenwoordigende 45
procent van het totaal aantal zijn
de 7,3 miilioen) ziekenfonds-verze
kerden in ons land, heeft aan de
leden van de Eerste en Tweede
Kamer een open brief gericht.
„De sociaal-economische raad
heeft op verzoek van de minister
van Sociale Zaken advies uitge
bracht over do premievaststelling
voor de ziekenfondsen en in ver
band hiermede bezuinigingsmoge
lijkheden in beschouwing genomen.
Uit de rapporten en uit de dagbla
den is gebleken, dat de S.E.R. zich
hierbij niet heeft beperkt tot het
gebied, waarop hjj deskundig mag
worden geacht, maar tevens vra
gen in zijn beschouwingen heeft
betrokken, waarover de S.E.R.
krachtens zijn samenstelling niet
kan en mag oordelen. Gezien het
gezag, hetwelk de S.E.R. geniet en
de grote waarde, die aan zijn ad
viezen wordt toegekend, vreest de
federatie V.M.Z., dat onvoldoende
onderscheid zal worden gemaakt
tussen de adviezen en beschouwin
gen die wel en de zodanige, die
niet tot de bevoegheid van de S.E.
R. kunnen worden gerekend, te
meer daar de S.E.R. er zelve hier
tussen geen onderscheid maakt.
Als voorbeeld stellen wij de door
de S.E.R. geopperde mogelijkheid
om tot beperking van uitgaven te
komen door het vrije bezoek aan
de huisarts te remmen. Het zal
duidelijk zijn, dat dit een vraag
stuk is dat allereerst de volksge
zondheid raakt en voor alle andere
overwegingen antwoord zal moe
ten worden gegeven of uit een oog
punt van volksgezondheidszorg
zulk een rem toelaatbaar mag wor
den geacht. Waar de S.E.R. boven
dien nog meent de methode van af
remmen van het spreekuur-bezoek
nog nader te moeten preciseren en
het „eerste" bezoek aan de huis
arts zou willen belasten, komt de
ondeskundigheid van de S.E.R. wel
zeer duidelijk naar voren, omdat
het in de huisartsenpraktijk bijna
nimmer mogelijk is te bepalen wel
ke gevallen tot een „eerste" behan
deling zullen moeten worden gere
kend.
De moeilijkheden waarin het zie
kenfondswezen verkeert, geven
reeds dikwijls aanleiding tot tegen
strijdige adviezen.
Indien deze bovendien nog, wor
den vermeerderd met ondeskundi
ge en onuitvoerbare raadgevingen
van op ander gebied zeer gezag
hebbende zijde, dan vreest de fede
ratie V.M.Z. een verwarring waar
in het voor de overheid onmogelijk
wordt zich een oordeel te vormen,
reden waarom zjj meent voor dit
gevaar met grote nadruk te moe
ten waarschuwen".
De federatie licht dit standpunt
dan nader toe.
"Het zal bekend zijn, dat de ex
ploitatie der ziekenfondsverzeke
ring gedurende de laatste jaren be
langrijke tekorten vertoont, za-
wel bij de afdeling verplichte als
vrijwillige verzekering en dat de
ze tekorten over 1952 nog be
langrijker hoger worden geraamd
en alleen reeds voor de verplich
te-verzekering in de tientallen
millioenen guldens lopen.
Hoewel de stijging der kosten
voor het overgrote deel het ge
volg is van de noodzakelijkheid
om de vooruitgang der medische
wetenschap ten goede te. doen ko
men aan de verzorgden via dit
verzekeringsstelsel, heeft het
hoogste orgaan van het zieken
fondswezen, de ziekenfondsraad,
met grote bezorgdheid van de ge
schetste ontwikkeling kennis ge
nomen en het zich tot een plicht
gesteld te zoeken near de rrêdde
len, die het financiële evenwicht
zouden kunnen herstellen.
Vanzelfsprekend moesten hierhri
twee mogelijkheden worden bezien
en wel: hoe kan op de uitgaven
worden bezuinigd, en hoe kunnen
de inkomsten worden verhoogd.
De ziekenfondsraad heeft zich,
teneinde een gedocumenteerd ad
vies aan de minister te kunnen uit
brengen, ernstig beraden over het
vraagstuk van de bezuinigingen in
de ruimste betekenis, hierbij be
trekkende:
a. De organisatie en opbouw van
het ziekenfondswezen (verminde
ring van het aantal ziekenfond
sen)
b. De administratie- en beheers
kosten van de ziekenfondsen en de
kosten van premie-inning;
c. De gemeenschappelijke uitvoe
ring door de ziekenfondsen van di
verse maatregelen als geneeskun
dige controle, ziekenvervoer e.a.;
d. Het afschaffen en beperken
van verstrekkingen met inachtne
ming van medische en sociale over
wegingen;
e. De mogelijkheid tot het invoe
ren van bijbetalingen op bepaalde
verstrekkingen en de medische en
sociale aspecten, die hieraan zijn
verbonden (Dit onderwerp had
reeds een punt van uitvoerige be
schouwing uitgemaakt)
f. De invoering van een landelijke
uniforme lijst van soorten en hoe
veelheden van medicamenten en
verbandstoff en
g. De honoraria van de verschil
lende groepen van medewerkers
aan de ziekenfondsen.
De behandeling van vorenstaan
de objecten heeft geleid tot con
crete bezuinigingsvoorstellen aan
de minister.
Waar de inkomsten van het zie
kenfondswezen practisch alleen be
staan uit de premiën, die voor zo
ver het betreft de verplichte ver
zekering door werknemers en
werkgevers gelijkelijk worden op
gebracht (de vrijwillige verzeke
ring blijve hier buiten beschou
wing), is het vraagstuk van verho
ging van inkomsten tegelijkertijd
een aangelegenheid van het be
drijfsleven, welke o.a. sociaal-eco
nomische aspecten heeft.
In het antwoord van de minister
aait de ziekenfondsraad wordt ten
aanzien van diverse onderdelen
verwezen naar het eveneens aan
de ziekenfondsraad toegezonden
advies van de sociaal-economische
raad.
Dit advies is wat inhoud en
strekking betreft op zijn minst be
vreemdend.
Hierdoor dreigt een ontwikke
lingsgang, die moet leiden tot ver
menging c.q. overneming van be
voegdheden met als gevolg presti-
ge-verlies van ziekenfondsraad of
sociaal-economische raad of van
beide en die tevens weinig efficient
ïi)n.
Wat toch is het geval:
Het advies van de S.E.R. aan de
minister stelt de volgende punten
aan de orde:
l! In hoeverre de grondslag van
de verstrekte raming van het te
kort over 1952 aanvaardbaar kan
worden geacht;
2. In hoeverre kan worden inge
stemd met de door de ziekenfonds
raad voorgestelde beperkingen van
verstrekkingen e.d.;
3. In hoeverre kan worden inge
stemd met de voorstellen van de
ziekenfondsraad om tot bepaalde
bijbetalingen te komen;
4. Welke andere maatregelen ter
verkleining van het geraamde te
kort voor toepassing in aanmer
king komen;
5. Of en zo ja, tot welke hoogte
een verhoging van de premie moet
worden aanbevolen en welke con
sequenties aan een dergelijke pre
mie-verhoging zijn verbonden.
Het komt de federatie „V.M.Z."
gewenst voor, dat de S.E.R. zich
bepaalt tot de sociaal-economische
zijde van de vraagstukken en zich
niet begeeft op het terrein, waar
voor de „ziekenfondsraad" het wet
telijk aangewezen adviserend or
gaan van de regering is.
De federatie „Vereenigde Mij-
Ziekenfondsen" meent op de geva
ren, die hier dreigen, te moete"
wijzen en doet een beroep op de
daadwerkelijke steun van alle or
ganen, instanties en personen, die
er aan kunnen medewerken deze
gevaren af te wenden in het belang
van een juiste en doelmatige ont
wikkeling van de gezondheidsver
zorging van het Nederlandse volk".
tegen te ver gaande overheidsbe
moeiing, moge worden opgemerkt,
dat hierover slechts vruchtbaar
van gedachten kan worden gewis
seld, wanneer het gaat om concre
te gevallen. Wie een bepaalde
overheidsbemoeiing voorstaat, is
uiteraard van mening, dat hij daar
bij niet te ver gaat. De kabinetten,
die na de bevrijding aan het be
wind z\jn geweest, hebben geleide
lijk de ver gaande overheidsbe
moeiing die aanvankelijk noodza
kelijk was in verband met de oor
logsgevolgen, sterk ingeperkt, zo
dat ook het aantal ambtenaren
aanzienlijk is verminderd. Over
heidsbemoeiing blijft echter dik
wijls noodzakelijk in het algemeen
belang.
De nood der grote gezinnen.
Ten aanzien van de grote gezin
nen zijn nimmer zoveel maatrege
len getroffen als in de jaren sinds
de bevrijding. Zoals bekend had de
regering wat de kinderbijslag be
treft iets verder willen gaan dan
de Tweede Kamer.
De defensieinspanning.
Ook de regering Is van oordeel,
dat Nederland zeer grote offers
brengt voor de defensie der landen
van het Noord-Atlantisch pact, en
dat financieel de grens is bereikt,
waartoe ons land kan gaan. Dat
standpunt is in de internationale
besprekingen herhaaldelijk en met
nadruk verdedigd.
Het streven der regering is er op
gericht ondanks deze defenesiein-
spanning te waken voor de econo
mische stabiliteit, het sociale wel
zijn en de culturele behoeften van
ons volk, al is het duidelijk, dat ten
deze de grote uitgaven voor de ver
dedigingsvoorbereiding niet nood
zakelijk waren.
Het vraagstuk der werkgelegen
heid heeft thans bijzonder aan
dacht. De regering zal binnenkort
uiteenzetten, welk beleid zjj tot
verruiming der werkgelegenheid
denkt te volgen.
Politiek t.a.v. Indonesië.
Het is bekend, dat de Neder
landse regering zich bereid heeft
verklaard tegemoet te komen aan
de wens van de Indonesische rege
ring om besprekingen te voeren
over een mogelijke wijziging van
de bestaande unie-verhouding en
over Nieuw-Guinea-kwestie.
De uitspraak van sommige leden,
dat op duidelijke wijze aan het
licht was getreden, dat geen staat
viel te maken op een loyale hou
ding van de Indonesische weder
partij, moet de regering voor reke-
ning van deze leden laten. Zij
waardeert intussen de instemming,
welke van deze zijde is uitgespro
ken met het standpunt van het ka
binet ten opzichte van Nieuw-Gui-
nea.
Woningbouw.
Ten aanzien van de mening der
vele leden, die de noodzaak betoog
den het aantal te bouwen wonin
gen te verhogen tot ten minste
50.000, moge de regering stellen,
dat ook zij een dergelijke verho
ging dringend gewenst acht. De
mogelijkheid van een dergelijke op
voering hangt af van verschillende
factoren, te weten de positie van
de betalingsbalans, de kapitaal
markt, de gevaren van een infla
toire financiering en de eisen wel
ke de realisatie van andere secto
ren van het bouwplan stelt. De
door de regering aanvankelijk no
dig geachte beperking van het wo
ningbouwprogramma tot 40.000
woningen vond haar oorzaak in de
eerste plaats in de noodzaak de in
vesteringen te beperken. Nu de be
talingsbalans in het bijzonder gedu
rende de laatste maanden zich aan
zienlijk gunstiger heeft ontwikkeld
dan verwacht kon worden, ten tij
de van de opstelling van het ont-
werp-bouwpian voor 1952, is het
knelpunt bvj de woningbouw meer
komen te liggen bij de tweede der
bovengenoemde factoren. Bij de
beoordeling van de aanvankelijk
geraamde 40.000 woningen voor
1952 is te bedenken, dat het jaar
1951 een voorsprong van 13.000
woningen op het indertijd ont
vouwde program bracht. Zou 1952
met 10.000 woningen achterblijven
op het program, dan is daarmee 't
program op langere termijn nog
niet verstoord. Mits het lukt de te
ruggang tot een jaar te beperken.
Ook bü een jaarproductie van
40.000 woningen zou nog enigszins
worden ingelopen op de achter
stand. Niettemin is de regering
met de hier aan het woord zijnde
leden overtuigd, dat alle middelen
moeten worden beproefd en alle
energie moet worden aangewend
om voor 1952 een prouuctie van
50.000 woningen te halen.
Huur-, loon- en prijspolitiek.
In verband met de jaarlijks toe
nemende uitgaven ten laste van
de begroting zal de huidige sub
sidiepolitiek ten behoeve van de
woningbouw op den duur niet te
handhaven zijn.
De regering :s van mening, dat
er naar gestreefd dient te worden
te komen tot een huurpeil, waarop
rendabel kan worden gebouwd.
Deze toestand zal niet in één slag
worden bereikt.
Een belangrijke schrede op deze
weg zou reeds gedaan zijn, indien
de exploitatie van het woningbezit
in zijn geheel rendabel zou zijn.
Deze situatie zou reeds bereikt
zijn, als de huren van het oude-
woningbezit tot een peil gebracht
zouden kunnen worden, dat een
exploitatie-overschot waarborgt,
gelijk aan het exploitatie-verlies.
Bevolkingspolitiek
Ten aanzien van de leden, die in
de kinderbijslagregelingen een be-
wqs zien, dat de regering de toe
neming van de Nederlandse bevol
king als een zegen beschouwt, en
in deze regelingen derhalve een
maatregel zien, welke ligt op het
gebied van de bevolkingspolitiek,
moge er de aandacht op worden
gevestigd, dat hierin niet de oor
sprong ligt van de Nederlandse
kinderbijslagregelingen, doch dat
deze een onderdeel vormen van de
loonpolitiek en ten doel heeft te
bevorderen, dat ook grote gezinnen
in de juiste verhouding delen in 't
door ons volk gemeenschappelijk
verworven levensniveau.
Wel ziet ook zij de bevolkings
aanwas in ons land als een moed
gevend teken omtrent de levens
aanvaarding en de levensmoed,
welke in ons volk leeft. Zij is zich
bewust, dat uit deze zienswijze
noodzakelijkerwijze een streven
harerzijds moet voortvloeien alle
in ons volk werkzame krachten te
stimuleren, welke ertoe kunnen
leiden dat allen, die hiertoe bereid
en in staat zijn, gelegenheid vin
den door zinvolle arbeid een be
staan te verwerven.
De regering ziet geen tegenstel
ling tussen haar eerstgenoemde
zienswijze en haar emigratiebeleid.
Niemand kan waarborgen, dat een
steeds aangroeiende bevolking ook
in de toekomst binnen de lands
grenzen bestaansmogelijkheid zal
vinden.
Werkgelegenheid.
Zoals bekend mag worden geacht
wordt door een het gehele land
omvattende organisatie uitvoering
gegeven aan de regeringspolitiek
op het gebied van de werkgelegen
heid. Binnen het kader van deze
organisatie wordt zowel regionaal
als voor het genele land een hoe
veelheid werkobjecten verzameld,
welke zo nodig ter bestrijding van
de werkloosheid kunnen dienen.
Uiteraard zijn de waterstaatswer
ken een essentieel onderdeel hier
van..
Het hoofdkwartier van gene
raal Erskine heeft bevestigd, dat
de generaal Zaterdag in een af
gelegen huis bij Ismuilia een on
derhoud heeft gehad met de gou
verneur van de Kanaalzöne, Ab-
del Hady Ghazaly. Naar verluidt,
hebben zij gesproken over de
wijze, waarop de normale toe
stand in de Kanaalzöne kan wor
den hersteld.
Voor het eerst sinds de jongste
ongeregeldheden te Cairo is weer
een Brits lijnvlicgtuig op het Fa-
roek-vliegveld, bij Cairo, geland.
Het was een toestel van de 3oac.
op weg van Nairobi naar Londen.
Zondag is de Egyptische rege
ring bij koninklijk decreet ge
machtigd ten behoeve' van de
eigenaars van zakengebouwen in
Cairo, die door de onlusten van
26 Januari schade hebben gele
den, vijf miilioen Egyptische pon
den uit de reserve van de staat
beschikbaar te stellen.
Zonder vooruit te lopen op
eventuele eisen tot schadever
goeding zullen met deze gelden
eigenaars, die hun gebouwen wil
len herbouwen om zo spoedig
mogelijk met hun oude personeél
htm zalven voort te zetten, wor
den geholpen, Maandag zal het
decreet aan het parlement wor
den voorgelegd.
medegedeeld door het K.N.M.I. te
De Bilt, geldig van Dinsdagochtend
tot Dinsdagavond.
Af en toe zon.
Veranderlijke bewolking met
hier en daar een sneeuw- of hagel
bui. Matige en af en toe krachtige
wind uit Noordelijke richtingen.
Temperatuur oplopend tot enkele
graden boven het vriespunt.
WOENSDAG 13 FEBRUARI.
v.m. n.m.
Breskens 3.18 3.39
Terneuzen 3.53 4.14
Hinsweer't 4.33 4.54
Walsoorden 4.43 5.04
ZON. EN MAANSTANDEN.
ZON
MAAN
op
Febr.
12 8.03
13 8 hl
14 7.59
15 7.57
onder op onder
17.46
17*8
17.50
17.52
19.38
20.51
22.05
23.21
8.32
8.42
8.52
9.02