Het overbrengen van het stoffelijk overschot van koning George Politieke beschouwingen Open Brief De regering antwoordt de Eerste Kamer van federatie Verenigde Mij Ziekenfondsen Engeland zal initiatief nemen Panamees schip voor Nederl. kust gestrand DE TERAARDEBESTELLING VAN KONING GEORGE. WEERSVERWACHTING. HOOGWATER. It it. Frankeiing bij Abonnen:ent: Terneuzen Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande P.edactie-adres: Noordstraat 55-57 Terneuzen Telefoon 2510 Nè. 5 uur: 2073 Gironummer 38150 Abonnementsprijs: 5,20 per kwartaal; per maand 1,75; per week 42 cent. Losse nrs 8 ct. DINSDAG 12 FEBRUARI 1952. 7e Jaargang No. 1958. Verschijnt dagelijks Uitgeefster N. V. v/h Firma P, J. van de Sande, Terneuzen Rubriek Kleine Advertenties: 5 regels 75 «eat; iedere regel nwer 15 cent. Vermelding: Brieven onder nummer of: Adres Bureau van dit Blad 15 cent meer. Inzending advertenties tot 's namiddags 2 uur Voor het Maandagnummer: Zaterdags 11 uur Advertentieprijs: per mm 12 ct.; minimum per advertentie 1,80. Maandag heeft koning George zijn laatste reis naar Londen ge maakt, temidden van de sombere praal, die reeds duizend jaar de dood van Britse koningen heeft vergezeld. Op de reis van het kerkje van St. Mary Magdalena te Sandrin- ghem naar Westminster is tot het station van Wolferton het stoffe lijk overschot vervoerd op een affuit. De kist werd gedekt door de koninklijke standaard. Achter de affuit gingen de her tog van Gloucester en de hertog van Edinburgh. Zij werden, in een auto, gevolgd door koningin Elizabeth, de koningin-moeder en prinses Margaret- Te voet sloten leden van de koninklijke staf, jachtopzieners, houtvesters, en ander personeel de stoet. Vóór het vertrek uit het kerkje namen de inwoners van San- dringham afscheid van hun ko ning met een eenvoudige dienst, die bijgewoond werd door de ko ningin, de koningin-moeder en andere leden van het koninklijk gezin. Twee van de geliefdste ge zangen van koning George: „Ver blijf bii mij" en „De Koning der liefde is mijn Herder", werden gezongen. Een krans van de ko ningin-moeder dekte de kist. Van het station van Wolferton naar Londen werd het stoffelijk Overschot vervoerd in de wagon, die zestien jaar geleden het lijk van koning George de vijfde, de vader van de overleden koning, naar Londen vervoerde. Na aan komst op het station „Kings- Cross" in Londen is de keizers kroon. overgebracht uit de „To wer" van Londen, op de kist ge plaatst voor de processie van vijf kilometer naar de historische Westminster, waar het lijk van Dinsdag tot dé begrafenis op Vrijdag a.s. zal liggen opgebaard. Hier zullen duizenden* gelegen heid krijgen hun koning een laat ste groet te brengen. In de Westminster heeft de aartsbisschop van York, Dr. Gar- bett, het stoffelijk overschot in ontvangst genomen (hij trad op in de plaats van de aartsbisschop van Canterbury, Dr. Fisher, die door ziekte verhinderd was). Vrijdag zal het lijk van koning George per trein naar Windsor worden overgebracht, een afstand van 40 km, om daar, na een uit vaartdienst, in de koninklijke ka pel van St. George te worden bij gezet. Zondagavond reeds hadden ve len zich, wind en koude regen trotserend, langs de route opge steld. Ook bij de Westminster hadden zich reeds mensen verza meld. ROUWDIENSTEN IN ENGELAND. In de kathedraal van Canter bury heeft de z-g. „rode" deken Dr. Hewlett Johnson Zondag avond in zijn preek gezegd: ..Wij hebben allen een vader verloren de vader van een gezin, de vader van zijn volle". In een officieel communiqué wordt medegedeeld, dat op last van koningin Elizabeth de be grafenisstoet. waarin het stoffe lijk overschot van koning George naar Windsor zal worden over gebracht, op Vrijdag 15 Febru ari om half elf (Ned. tijd) zal geschiedden. De uitvaartdienst in de kapel van St. Georgé zal naar bereke ning des middags om drie uur beginnen. MINISTER STIKKER MET HET KONINKLIJK PAAR NAAR ENGELAND. Naar A.N.P. verneemt zal mi nister Stikker in het gevolg van H. M. koningin Juliana en prins Bernhard zich naar Engeland be geven om de begrafenis van ko ning George VI bij te wonen. TELEVISIE REPORTAGE. In samenwerking met de B.B. C. zal de VARA proberen in haar televisie-programma op Dinsdag 12 Februari een korte reportage uit te zenden naar aanleiding van het plotseling overlijden van de Engelse koning. KONING BOUDEWIJN NIET NAAR BERAFENIS VAN KONING GEORGE. Het besluit van koning Boude- wijn om niet zelf de begrafenis van koning George bij te wonen, doch zich door zijn 18-jarige broer, prins Albert, te laten ver tegenwoordigen, wordt over het algemeen in België betreurd. Vol gens regeringskringen was het „de wens" van de regering, en in het bijzonder van de minister van buitenlandse Zaken, Van Zee land, dat België door de koning zelf vertegenwoordigd zou zijn. „Het besluit was echter de kroon voorbehouden", aldus deze krin gen. Een regeringswoordvoerder heeft verklaard, dat het besluit van de koning door twee overwegingen is gemotiveerd: „Er bestaat een precedent, omdat de prins van Wales en niet koning George V in 1934 de begrafenis van koning Albert der Belgen bijwoonde, en koning Boudewijn heeft nog niet als Belgische koning zijn staat- siebezoek naar het hof van St. James gemaakt". Het Belgische socialistische blad „Lc Peuple" schrijft, dat de vertegenwoordiging van België bij de begrafenis van de Engelse koning de eerstvolgende dagen nog veel inkt zal doen vloeien. Het blad herinnert eraan, dat terwijl verscheidene landen zon der verwijl kennis gaven van de samenstelling van hun afvaardi ging naar de plechtigheden, men in Brussel de zaak op sleeptouw hield en niet wist welke beslis sing men moest nemen. Tenslot te gaf de grootmaarschalk van het hof een communiqué uit, vol gens hetwelk de koning verte genwoordigd zou worden door zijn broer prins Albert. Hevig ontsteld door deze afwe zigheid van het hoofd van de staat te Londen, zou de eerste minister Jean van Houtte, daar op stappen hebben ondernomen en zou hü, nog steeds volgens „Le Peuple", zelfs gedreigd hebben af te treden. De beslissing was evenwel onherroepelijk. Het blad maakt vervolgens ge wag van uitlatingen van de Bel gische minister van Buitenlandse Zaken Paul van Zeeland voor een aantal journalisten te Lon den, volgens welke koning Bou dewijn niet naar Londen gaat, omdat de koning van Engeland Het 2323 ton metende Pana mese schip „Marjory" seinde •Maandagochtend om l uur, dat het aan de grend is gelopen ten Z. van de Nieuwe Waterweg, waarschijnlijk op de Kinderbank in de buurt van de „Radmar". •Het schip verzacht om assis tentie. Rondom het schip is het water 4 vadem, dat is ruim 7 meter diep. Het schip was met erts onder weg van La Coruna (Spanje) naar Dordrecht. Het schip is eigendom van de compagnie Punta Alta S.A. in Panama. Om 20 over 3 was de reddings- feoot „President Jan Leis" bij het schip dat 1 km ten N. W. Tan de „Radmar" zit. Het middenschip zit aan de grond, voor en achter ligt het vrij. Het Engelse vracht-passa gierschip „Scottisch Star", dat sich op 35 mijl van het schip he vond, bood hulp aan. De .Mar jory" sloeg dit aanbod af, om- êat de „Scottisch Star" in het ondiepe water het gestrande schip toch niet zou kunnen be reiken. Ook de sleepboot „Schelde" is bij het schip en heeft radio verbinding met de reddingsboot. Bij hoog water kon de .Schel de" het in nood verkerende schip niet bereiken. Om half zes is de „Schelde" naar Hoek van Holland terug gekeerd. De reddingsboot bleef in de nabijheid van het schip. De reddingsboot heeft in de loop van de ochtend 14 leden van de bemanning van het schip in Hoek van Holland aan land gebracht. Zij werden in hotel „Amerika" ondergebracht. De reddingsboot voer ten tweede male uit om de overige 16 leden van de bemanning over te ne men. Een grote hond en drie ka naries, die ook deel uitmaakten van de „bemanning" zijn reeds aan land gebracht. Later heeft de reddingsboot de overige leden van de bemanning ook aan land gebracht. ook niet aanwezig was bij de be grafenis van koning Albert van België. Het blad meent dat deze gang van zaken, de meerderheid van het Belgische volk heeft verwon derd en pijnlijk getroffen. „Het is moeilijk te begrijpen", zo be sluit „Le Peuple", „dat persoon lijke gevoeligheden koning Bou dewijn hebben kunnen verhinde ren een laatste hulde te brengen aan de vorst van een land, die in 1940 de weerstand in Europa verpersoonlijkte en wiens moed onze bcvrjjding heeft mogelijk gemaakt". Volgens bevoegde kringen te Londen, aldus A. F. P., zal ko ning Boudewijn van België niet zelf op de begrafenis van koning George VI aanwezig zijn, omdat zulks zou indruisen tegen eti quette en protocol. De koning immers heeft nog geen officieel bezoek aan de Britse hoofdstad gebracht. Men haalt in dit verband het voorbeeld aan, dat koningin Ju liana, die nog niet de gelegen heid heeft gehad een officieel bezoek aan Brussel te brengen, nooit door de Belgische hoofd stad reist doch per vliegtuig over het land vliegt, indien haar reisroute zulks gebiedt, aldus A. F. P. VERTEGENWOORDIGING TE LONDEN. Maandag is te Moskou medege deeld, dat de Sowjet-Unie bij de teraardebestelling van koning George, door haar ambassadeur te Londen, Zaroebin. zal worden vertegenwoordigd. De 79-jarige koning Haakon van Noorwegen is gisteren met hét passagiersschip „Bretagne" in de haven van North Shields in Noord-Oost-Engeland, aangeko men. De koning nam zijn intrek in het paleis van Buckingham. Twee fregatten van de Britse marine zijn Maandagochtend de „Bretagne" tegemoet gevaren. Zij begroetten de Noorse vorst met een salvo saluutschoten. Koning Haakon had zijn eigen spoorrijtuig meegebracht. Dit werd te North Shields gelost en aan de ochtendtrein naar Londen gehaakt. BOODSCHAP VAN KONIN GIN ELIZABETH AAN HET PARLEMENT. Koningin Elizabeth de Tweede heeft een boodschap tot het La gerhuis gericht. Zij werd door premier Churchill aan voorzitter Morrison overhandigd, die haar voorlas. De koningin zegt in haar bood schap o.m.: „Ik weet dat het La gerhuis met mij de ontijdige dood van mijn dierbare vader be treurt. Ondanks zijn slechter wordende gezondheidstoestand heeft mijn vader zich tot het ein de toe gegeven aan de vervulling van de taak, waarin hij een ideaal zag en die inhield het die nen van zijn volk en het in stand houden van de op de grondwet berustende regering. Hij heeft mij een voorbeeld van belangeloze toewijding gegeven- Later richtte het Lagerhuis een adres aan de koningin, waarin het uiting gaf aan zijn diepge voelde medeleven en waarin het haar zijn „getrouwe toewijding" -11e parlementsleden waren in het zwart gekleed en de voorzit ter had de ceremoniële rouw- draeht aan. Churchill zeide, dat aan het einde van het Victoriaan se tijdperk in 1901 Groot-Brittan- nië „de verschrikkelijke twintig ste eeuw" inging. Het had echter de „stuiptrekkingen van dit tijd perk" doorstaan. „Wij staan nog rechtop, als eilandvolk en als middelpunt van een gemenebest en een imperium, dat zich over de gehele wereld uitstrekt, ter wijl in andere landen zoveel ge vallen en vervangen is door an dere krachten en stelsels". De grootste schokken zijn voor ons eiland gekomen tijdens de regering van de overleden ko ning. Hij had echter nooit zijn vertrouwen in Groot-Brittannië, het gemenebest en het imperium verloren. „Wij brengen hulde, omdat wij allen met hem de steenachtige weg omhoog gingen en hij met ons". De koning zou zijn zware taak niet hebben kunnen vervullen zonder de steun van zijn echtge note. Koningin Mary, de moeder van de overledene, zo vervolgde de premier, is niet slechts een voo-ibeeld voor haar eigen fami lie doch ook voor het gehele Brit se volk. Churchill sprak ook nog over het weglaten van het woord „do minion" in de proclamatie van de troonsbestijging. Het woord „do minion" had vroeger 'n algemeen geachte klank. Thans echter ga ven vele volken eai rassen de voorkeur aan 't woord „gebied". „Een lieftallig en jeugdig per soon prinses, echtgenote en moeder is erfgenaam van al onze tradities en al onze glorie doch ook van de gevaren, die in vredestijd nooit groter zijn ge weest dan nu. De nieuwe konin gin is ook erfgename van al on ze innerlijke kracht en onze lo yaliteit. Zij bestijgt de troon in een tijdperk, waarin het mens dom staat tussen een wereld ramp en een gouden tijdperk". Churchill zeide te hopen, dat 'n gouden tijdperk zou aanbreken. Clement Attlee sprak voor de oppositie: Een groot koning en een zeer goed man was heenge gaan. In zijn persoon was hij een levende schakel van onschatbare waarde tussen de onde-scheidene volken van zijn gebied. Attlee zeide te hopen, dat de regering van Elizabeth de Tweede „even glorieus zal zijn als die van haar grote voorgangster koningin Eli zabeth de Eerste". In de memorie van antwoord op het voorlopig verslag der Eerste Kamer omtrent de algemene poli tieke beschouwingen over de rijks begroting voor het dienstjaar 1952 waardeert de regering de beper king, die vele leden zich b(j hun beschouwingen hebben opgelegd in verband met de reeds eerder ge voerde gedachtenwisseling over ka rakter en program van het kabinet. Bjj zijn optreden moest het kabi net zich voor ogen stellen het tot staan brengen van de achteruit gang van onze betalingsbalanspo sitie. De offers, die daarvoor van ons volk moesten worden ge vraagd, zijn niet tevergeefs ge weest. Voor zover gewaarschuwd wordt liet bestuur van de federatie „Vereenigde Mij-Ziekenfondsen", een der landelijke ziekenfonds-or ganisaties, omvattende 58 zieken fondsen, vertegenwoordigende 45 procent van het totaal aantal zijn de 7,3 miilioen) ziekenfonds-verze kerden in ons land, heeft aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer een open brief gericht. „De sociaal-economische raad heeft op verzoek van de minister van Sociale Zaken advies uitge bracht over do premievaststelling voor de ziekenfondsen en in ver band hiermede bezuinigingsmoge lijkheden in beschouwing genomen. Uit de rapporten en uit de dagbla den is gebleken, dat de S.E.R. zich hierbij niet heeft beperkt tot het gebied, waarop hjj deskundig mag worden geacht, maar tevens vra gen in zijn beschouwingen heeft betrokken, waarover de S.E.R. krachtens zijn samenstelling niet kan en mag oordelen. Gezien het gezag, hetwelk de S.E.R. geniet en de grote waarde, die aan zijn ad viezen wordt toegekend, vreest de federatie V.M.Z., dat onvoldoende onderscheid zal worden gemaakt tussen de adviezen en beschouwin gen die wel en de zodanige, die niet tot de bevoegheid van de S.E. R. kunnen worden gerekend, te meer daar de S.E.R. er zelve hier tussen geen onderscheid maakt. Als voorbeeld stellen wij de door de S.E.R. geopperde mogelijkheid om tot beperking van uitgaven te komen door het vrije bezoek aan de huisarts te remmen. Het zal duidelijk zijn, dat dit een vraag stuk is dat allereerst de volksge zondheid raakt en voor alle andere overwegingen antwoord zal moe ten worden gegeven of uit een oog punt van volksgezondheidszorg zulk een rem toelaatbaar mag wor den geacht. Waar de S.E.R. boven dien nog meent de methode van af remmen van het spreekuur-bezoek nog nader te moeten preciseren en het „eerste" bezoek aan de huis arts zou willen belasten, komt de ondeskundigheid van de S.E.R. wel zeer duidelijk naar voren, omdat het in de huisartsenpraktijk bijna nimmer mogelijk is te bepalen wel ke gevallen tot een „eerste" behan deling zullen moeten worden gere kend. De moeilijkheden waarin het zie kenfondswezen verkeert, geven reeds dikwijls aanleiding tot tegen strijdige adviezen. Indien deze bovendien nog, wor den vermeerderd met ondeskundi ge en onuitvoerbare raadgevingen van op ander gebied zeer gezag hebbende zijde, dan vreest de fede ratie V.M.Z. een verwarring waar in het voor de overheid onmogelijk wordt zich een oordeel te vormen, reden waarom zjj meent voor dit gevaar met grote nadruk te moe ten waarschuwen". De federatie licht dit standpunt dan nader toe. "Het zal bekend zijn, dat de ex ploitatie der ziekenfondsverzeke ring gedurende de laatste jaren be langrijke tekorten vertoont, za- wel bij de afdeling verplichte als vrijwillige verzekering en dat de ze tekorten over 1952 nog be langrijker hoger worden geraamd en alleen reeds voor de verplich te-verzekering in de tientallen millioenen guldens lopen. Hoewel de stijging der kosten voor het overgrote deel het ge volg is van de noodzakelijkheid om de vooruitgang der medische wetenschap ten goede te. doen ko men aan de verzorgden via dit verzekeringsstelsel, heeft het hoogste orgaan van het zieken fondswezen, de ziekenfondsraad, met grote bezorgdheid van de ge schetste ontwikkeling kennis ge nomen en het zich tot een plicht gesteld te zoeken near de rrêdde len, die het financiële evenwicht zouden kunnen herstellen. Vanzelfsprekend moesten hierhri twee mogelijkheden worden bezien en wel: hoe kan op de uitgaven worden bezuinigd, en hoe kunnen de inkomsten worden verhoogd. De ziekenfondsraad heeft zich, teneinde een gedocumenteerd ad vies aan de minister te kunnen uit brengen, ernstig beraden over het vraagstuk van de bezuinigingen in de ruimste betekenis, hierbij be trekkende: a. De organisatie en opbouw van het ziekenfondswezen (verminde ring van het aantal ziekenfond sen) b. De administratie- en beheers kosten van de ziekenfondsen en de kosten van premie-inning; c. De gemeenschappelijke uitvoe ring door de ziekenfondsen van di verse maatregelen als geneeskun dige controle, ziekenvervoer e.a.; d. Het afschaffen en beperken van verstrekkingen met inachtne ming van medische en sociale over wegingen; e. De mogelijkheid tot het invoe ren van bijbetalingen op bepaalde verstrekkingen en de medische en sociale aspecten, die hieraan zijn verbonden (Dit onderwerp had reeds een punt van uitvoerige be schouwing uitgemaakt) f. De invoering van een landelijke uniforme lijst van soorten en hoe veelheden van medicamenten en verbandstoff en g. De honoraria van de verschil lende groepen van medewerkers aan de ziekenfondsen. De behandeling van vorenstaan de objecten heeft geleid tot con crete bezuinigingsvoorstellen aan de minister. Waar de inkomsten van het zie kenfondswezen practisch alleen be staan uit de premiën, die voor zo ver het betreft de verplichte ver zekering door werknemers en werkgevers gelijkelijk worden op gebracht (de vrijwillige verzeke ring blijve hier buiten beschou wing), is het vraagstuk van verho ging van inkomsten tegelijkertijd een aangelegenheid van het be drijfsleven, welke o.a. sociaal-eco nomische aspecten heeft. In het antwoord van de minister aait de ziekenfondsraad wordt ten aanzien van diverse onderdelen verwezen naar het eveneens aan de ziekenfondsraad toegezonden advies van de sociaal-economische raad. Dit advies is wat inhoud en strekking betreft op zijn minst be vreemdend. Hierdoor dreigt een ontwikke lingsgang, die moet leiden tot ver menging c.q. overneming van be voegdheden met als gevolg presti- ge-verlies van ziekenfondsraad of sociaal-economische raad of van beide en die tevens weinig efficient ïi)n. Wat toch is het geval: Het advies van de S.E.R. aan de minister stelt de volgende punten aan de orde: l! In hoeverre de grondslag van de verstrekte raming van het te kort over 1952 aanvaardbaar kan worden geacht; 2. In hoeverre kan worden inge stemd met de door de ziekenfonds raad voorgestelde beperkingen van verstrekkingen e.d.; 3. In hoeverre kan worden inge stemd met de voorstellen van de ziekenfondsraad om tot bepaalde bijbetalingen te komen; 4. Welke andere maatregelen ter verkleining van het geraamde te kort voor toepassing in aanmer king komen; 5. Of en zo ja, tot welke hoogte een verhoging van de premie moet worden aanbevolen en welke con sequenties aan een dergelijke pre mie-verhoging zijn verbonden. Het komt de federatie „V.M.Z." gewenst voor, dat de S.E.R. zich bepaalt tot de sociaal-economische zijde van de vraagstukken en zich niet begeeft op het terrein, waar voor de „ziekenfondsraad" het wet telijk aangewezen adviserend or gaan van de regering is. De federatie „Vereenigde Mij- Ziekenfondsen" meent op de geva ren, die hier dreigen, te moete" wijzen en doet een beroep op de daadwerkelijke steun van alle or ganen, instanties en personen, die er aan kunnen medewerken deze gevaren af te wenden in het belang van een juiste en doelmatige ont wikkeling van de gezondheidsver zorging van het Nederlandse volk". tegen te ver gaande overheidsbe moeiing, moge worden opgemerkt, dat hierover slechts vruchtbaar van gedachten kan worden gewis seld, wanneer het gaat om concre te gevallen. Wie een bepaalde overheidsbemoeiing voorstaat, is uiteraard van mening, dat hij daar bij niet te ver gaat. De kabinetten, die na de bevrijding aan het be wind z\jn geweest, hebben geleide lijk de ver gaande overheidsbe moeiing die aanvankelijk noodza kelijk was in verband met de oor logsgevolgen, sterk ingeperkt, zo dat ook het aantal ambtenaren aanzienlijk is verminderd. Over heidsbemoeiing blijft echter dik wijls noodzakelijk in het algemeen belang. De nood der grote gezinnen. Ten aanzien van de grote gezin nen zijn nimmer zoveel maatrege len getroffen als in de jaren sinds de bevrijding. Zoals bekend had de regering wat de kinderbijslag be treft iets verder willen gaan dan de Tweede Kamer. De defensieinspanning. Ook de regering Is van oordeel, dat Nederland zeer grote offers brengt voor de defensie der landen van het Noord-Atlantisch pact, en dat financieel de grens is bereikt, waartoe ons land kan gaan. Dat standpunt is in de internationale besprekingen herhaaldelijk en met nadruk verdedigd. Het streven der regering is er op gericht ondanks deze defenesiein- spanning te waken voor de econo mische stabiliteit, het sociale wel zijn en de culturele behoeften van ons volk, al is het duidelijk, dat ten deze de grote uitgaven voor de ver dedigingsvoorbereiding niet nood zakelijk waren. Het vraagstuk der werkgelegen heid heeft thans bijzonder aan dacht. De regering zal binnenkort uiteenzetten, welk beleid zjj tot verruiming der werkgelegenheid denkt te volgen. Politiek t.a.v. Indonesië. Het is bekend, dat de Neder landse regering zich bereid heeft verklaard tegemoet te komen aan de wens van de Indonesische rege ring om besprekingen te voeren over een mogelijke wijziging van de bestaande unie-verhouding en over Nieuw-Guinea-kwestie. De uitspraak van sommige leden, dat op duidelijke wijze aan het licht was getreden, dat geen staat viel te maken op een loyale hou ding van de Indonesische weder partij, moet de regering voor reke- ning van deze leden laten. Zij waardeert intussen de instemming, welke van deze zijde is uitgespro ken met het standpunt van het ka binet ten opzichte van Nieuw-Gui- nea. Woningbouw. Ten aanzien van de mening der vele leden, die de noodzaak betoog den het aantal te bouwen wonin gen te verhogen tot ten minste 50.000, moge de regering stellen, dat ook zij een dergelijke verho ging dringend gewenst acht. De mogelijkheid van een dergelijke op voering hangt af van verschillende factoren, te weten de positie van de betalingsbalans, de kapitaal markt, de gevaren van een infla toire financiering en de eisen wel ke de realisatie van andere secto ren van het bouwplan stelt. De door de regering aanvankelijk no dig geachte beperking van het wo ningbouwprogramma tot 40.000 woningen vond haar oorzaak in de eerste plaats in de noodzaak de in vesteringen te beperken. Nu de be talingsbalans in het bijzonder gedu rende de laatste maanden zich aan zienlijk gunstiger heeft ontwikkeld dan verwacht kon worden, ten tij de van de opstelling van het ont- werp-bouwpian voor 1952, is het knelpunt bvj de woningbouw meer komen te liggen bij de tweede der bovengenoemde factoren. Bij de beoordeling van de aanvankelijk geraamde 40.000 woningen voor 1952 is te bedenken, dat het jaar 1951 een voorsprong van 13.000 woningen op het indertijd ont vouwde program bracht. Zou 1952 met 10.000 woningen achterblijven op het program, dan is daarmee 't program op langere termijn nog niet verstoord. Mits het lukt de te ruggang tot een jaar te beperken. Ook bü een jaarproductie van 40.000 woningen zou nog enigszins worden ingelopen op de achter stand. Niettemin is de regering met de hier aan het woord zijnde leden overtuigd, dat alle middelen moeten worden beproefd en alle energie moet worden aangewend om voor 1952 een prouuctie van 50.000 woningen te halen. Huur-, loon- en prijspolitiek. In verband met de jaarlijks toe nemende uitgaven ten laste van de begroting zal de huidige sub sidiepolitiek ten behoeve van de woningbouw op den duur niet te handhaven zijn. De regering :s van mening, dat er naar gestreefd dient te worden te komen tot een huurpeil, waarop rendabel kan worden gebouwd. Deze toestand zal niet in één slag worden bereikt. Een belangrijke schrede op deze weg zou reeds gedaan zijn, indien de exploitatie van het woningbezit in zijn geheel rendabel zou zijn. Deze situatie zou reeds bereikt zijn, als de huren van het oude- woningbezit tot een peil gebracht zouden kunnen worden, dat een exploitatie-overschot waarborgt, gelijk aan het exploitatie-verlies. Bevolkingspolitiek Ten aanzien van de leden, die in de kinderbijslagregelingen een be- wqs zien, dat de regering de toe neming van de Nederlandse bevol king als een zegen beschouwt, en in deze regelingen derhalve een maatregel zien, welke ligt op het gebied van de bevolkingspolitiek, moge er de aandacht op worden gevestigd, dat hierin niet de oor sprong ligt van de Nederlandse kinderbijslagregelingen, doch dat deze een onderdeel vormen van de loonpolitiek en ten doel heeft te bevorderen, dat ook grote gezinnen in de juiste verhouding delen in 't door ons volk gemeenschappelijk verworven levensniveau. Wel ziet ook zij de bevolkings aanwas in ons land als een moed gevend teken omtrent de levens aanvaarding en de levensmoed, welke in ons volk leeft. Zij is zich bewust, dat uit deze zienswijze noodzakelijkerwijze een streven harerzijds moet voortvloeien alle in ons volk werkzame krachten te stimuleren, welke ertoe kunnen leiden dat allen, die hiertoe bereid en in staat zijn, gelegenheid vin den door zinvolle arbeid een be staan te verwerven. De regering ziet geen tegenstel ling tussen haar eerstgenoemde zienswijze en haar emigratiebeleid. Niemand kan waarborgen, dat een steeds aangroeiende bevolking ook in de toekomst binnen de lands grenzen bestaansmogelijkheid zal vinden. Werkgelegenheid. Zoals bekend mag worden geacht wordt door een het gehele land omvattende organisatie uitvoering gegeven aan de regeringspolitiek op het gebied van de werkgelegen heid. Binnen het kader van deze organisatie wordt zowel regionaal als voor het genele land een hoe veelheid werkobjecten verzameld, welke zo nodig ter bestrijding van de werkloosheid kunnen dienen. Uiteraard zijn de waterstaatswer ken een essentieel onderdeel hier van.. Het hoofdkwartier van gene raal Erskine heeft bevestigd, dat de generaal Zaterdag in een af gelegen huis bij Ismuilia een on derhoud heeft gehad met de gou verneur van de Kanaalzöne, Ab- del Hady Ghazaly. Naar verluidt, hebben zij gesproken over de wijze, waarop de normale toe stand in de Kanaalzöne kan wor den hersteld. Voor het eerst sinds de jongste ongeregeldheden te Cairo is weer een Brits lijnvlicgtuig op het Fa- roek-vliegveld, bij Cairo, geland. Het was een toestel van de 3oac. op weg van Nairobi naar Londen. Zondag is de Egyptische rege ring bij koninklijk decreet ge machtigd ten behoeve' van de eigenaars van zakengebouwen in Cairo, die door de onlusten van 26 Januari schade hebben gele den, vijf miilioen Egyptische pon den uit de reserve van de staat beschikbaar te stellen. Zonder vooruit te lopen op eventuele eisen tot schadever goeding zullen met deze gelden eigenaars, die hun gebouwen wil len herbouwen om zo spoedig mogelijk met hun oude personeél htm zalven voort te zetten, wor den geholpen, Maandag zal het decreet aan het parlement wor den voorgelegd. medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Dinsdagochtend tot Dinsdagavond. Af en toe zon. Veranderlijke bewolking met hier en daar een sneeuw- of hagel bui. Matige en af en toe krachtige wind uit Noordelijke richtingen. Temperatuur oplopend tot enkele graden boven het vriespunt. WOENSDAG 13 FEBRUARI. v.m. n.m. Breskens 3.18 3.39 Terneuzen 3.53 4.14 Hinsweer't 4.33 4.54 Walsoorden 4.43 5.04 ZON. EN MAANSTANDEN. ZON MAAN op Febr. 12 8.03 13 8 hl 14 7.59 15 7.57 onder op onder 17.46 17*8 17.50 17.52 19.38 20.51 22.05 23.21 8.32 8.42 8.52 9.02

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1952 | | pagina 1