MIN. LIEFTINCK ANTWOORDT MIDDENSTAND f I li f stel belastingbetaling in bepaalde j"1 Professor Supomo in Nederland Het Europese emigratie-vraagstuk Veiligheidsactie te Djakarta MISDAAD IN DJAKARTA No. 1809 TWEEDE BLAD Zaterdag 18 Augustus 1951 SAN BERNARDINO WEER OPEN 53 Nederlanders uit Rusland terug wi-i- DE VRIJE ZEEUW Een Chinees kreeg bezoek van een bende rampokkers. De bende ging er vandoor met een buit be staande uit waardevolle gouden sieraden, lijfgoederen en een fiets. De schade bedroeg 34.579 rupiah. [De -heer C. Welf van Djalan Sumatra werd 's avonds door een aantal gewapende lieden op de Djalan Surabaja aangehouden toen hij daar op de fiets passeer de. De overvallers losten een schot. Met een schot in de arm werd hij in Ihet ziekenhuis opgeno. men. Zijn fiets werd hem afhan dig gemaakt. Van de pas-wegen, die in uosi- Zwitserland tengevolge van d( recente aardverschuivingen wa ren afgesloten, is de San Bernar dino in de verbinding Graubün- denItalië weer opengesteld. belastingdienst geen reden om het heid te verlaten door andere dan zuiver zakelijke factoren bij de in vordering van de belastingen een rol te doen spelen. De regeringsstappen zijn geba seerd op het handhaven van de staat en de verdediging van de staats- en volksbelangen. Men wenste herhaling van de gebeur tenissen te Madium te voorkomen, aldus deze waarnemers. Intussen wordt vernomen, dat het aantal gearresteerden, onder wie enkele leden van het parle ment, in de loop van Donderdag weer 'in vrijheid zijn gesteld. Er werden ook nieuwe arresta ties gemeld. Deze gevangenen zijn eveneens ondergebracht in de ge vangenis te Tjipinang. Vrijdagmiddag om half twee ar riveerde aan het grenskantoor De Poppe op de straatweg Oldenzaal Benthöim de colonne met 53 Nederlanders uit Rusland. Zij waren om 12.23 uur Holland- Se tijd per trein in Bentheim aan gekomen en vandaar werd de reis \oortgezet in autobussen naar Nederland, geëscorteerd door mi litaire politie en rijkspolitie. Voor onderzoek werden zij eerst naar liet kamp te Amersfoort overgebracht. is eervol als ze je een zware en verantwoordelijke taak toever trouwen. Toch brengt dat maar al te dikwijls de grootste moei lijkheden mee en niet zelden is het een ondankbaar werk, al moet ik er direct aan toevoegen, dat ik daar bij mijn sympathieke Schotse commandant nooit over te klagen heb gehad. huis om de voerman een handle te helpen, zodat de zaak nu op beide plaatsen wat vlugger ver loopt. De mensen, die belangeloos hun diensten bewijzen, geef ik elk een blik vet en een blik vlees. Ze nemen ze m€t graagte aan, want hun rantsoenen zijn als overal elders maar schraal in deze tijd. Als de majoor komt kijken of we nogal opschieten, breng ik hem verslag uit en hij kan zich volkomen met miin maatregelen verenigen. Nauweliiks is er een huis leeg, of onze jóngens staan al gereed om het schoon te maken. Met bezems en dweilen en schuur poeder en zeep vliegen ze er op en na korte tijd heeft zo'n wo ning een gedaanteverwisseling ondergaan, die ze handenwrij vend van voldoening aanschou wen en die ook onze comman dant bijna in verrukking brengt. Hij toont zich uiterst tevreden over ons werk en hii laat ook thans weer zien, hoezeer hij tot in de kleinste kleinigheden be lang stelt in het wel en wee van zijn troep. Als de burgerautoriteiten er nu voor zorgen, dat de grote hoe veelheden levensmiddelen naar billijkheid worden verdeeld, heb ben wij ook in dat opzicht eer van ons werk. Maar daar zal de majoor zijn maatregelen wel voor treffen. In arren moede stap ik dan naar de marechaussee's om te vragen, of er misschien N. S. B.'ers in het dorp zijn. Dat is inderdaad het geval én met bekwame spoed worden er een stuk of zes van die grapjassen gerequireerd. Ik heb ook een voerman met paard en wagen nodig en tot 's mans eer moet ik zeggen, dat hij in weerwil van andere drukke werkzaamheden direct klaar staat mij te helpen. De heren N. S. B.'ers beginnen met de hele boel eens op hun ge mak te verkennen, maar aan werken hebben ze een broertje dood. Met het onnozelste gezicht van de wereld weten ze me te vertel len, dat ze onschuldig gearres teerd zijn en dat ze hoe kan het anders? nooit iets mis dreven hebben. Ik snijd hun woordenstroom maar ineens af. „Ik kan al die verhalen al dro men," zeg ik, „en die pleidooien moet je later maar voor de recht bank houden. Hier zijn jullie al leen maar gekomen om te wer- k-Veel haalt mijn terechtwijzing niet uit, want de bavianen bui-1 ven op een geraffineerde manier de lijn trekken. De voerman werkt voor twee, maar als hij met een volle wa gen bij het gemeentehuis komt, waar alles heen gebracht wordt, moet hij zijn lading alleen de trappen op sjouwen, hetgeen erg tijdrovend is. Gelukkig weet ik de hand te leggen op een paar goedwillende burgers, die mij te hulp komen. Ik stuur de N. S. B. ers daarom naar het gemeente- treffen wij drie huizen aan, die bil de moffen als voorraadmaga- zijnen in gebruik zijn geweest. Wat we daar vinden, is met geen pen te beschrijven. Het zou mil te ver voeren letterlijk alles op. te noemen wat er in die huizen ligt opgestapeld, maar om enig idee te geven van de chaos, die we er aantreffen, is het wel aardig en kele dingen te vermelden" ontel bare blikken vlees, vet en groen te; keukengereedschap als brood messen, tafelmessen, eetlepels, theelepeltjes, schilmes.ies, kop pen en schotels, borden, pannen, gehaktmolens; verder diverse soorten emmers, zagen, hakmes sen, bijlen, schoppen, spaden, car bidlampen, enz. enz. En dit is dan nog maar een klein deel van de voorraad uit één huis. De commandant komt het zoot.ie eens in ogenschouw nemen en hii vraagt, of ik kans zie deze Augias-stal te reinigen. Hoe ik het klaarspeel, moet ik zelf maar uitmaken, als ik er maar voor zorg, dat er niets gejat wordt. Bovendien draagt de majoor mij op nauwkeurig toe te zien, waar alles heengaat. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat ik dit zaakje niet alleen kan opknappen. Daar wij de huizen dringend nodig hebben, moeten ze zo gauw mogelijk leeg- en schoongemaakt worden en ik wend mij daarom tot een paar stoere Arnemuide- naars, die op een hoek van de markt met de handen diep in de zakken de gebeurtenissen van de dag staan te bespreken. Ze horen mij geduldig aan, maar tipt mijn ergernis blijkt geen van die snui ters bereid ook maar een poot uit te steken. Tot mijn grote vreugde ont moet ik hier in Arnemuiden mijn vriend Max Plazier, wiens on derdeel hier eveneens is onderge bracht. Hij is ongedeerd geble ven. Het is duidelijk dat we een hele boom opzetten over de gebeurte nissen van de laatste weken en ik merk al gauw, dat zij het niet minder warm hebben gehad dan Van hem verneem ik ook, dat Theo de Ridder, die samen met ons de Schelde is overgetrokken, gewond naar Zeeuws-Vlaanderen is getransporteerd. Naar een der officieren weet te vertellen, blijven wij een week in Arnemuiden. Willem en ik zijn tot het besluit gekomen met ons Schotse bataljon mee te trek ken naar Duitsland. Voor we weggaan, zouden we heel begrijpelijk nog eens naar huis willen. We hebben hier toch niets te doen en als we eenmaal in Duitsland zitten, valt er aan verlof voorlopig niet te denken. Ik wend mij dus tot onze com mandant en ik vraag hem een paar dagen verlof om naar Ter- neuzen te gaan. (Wordt vervolgd.) tier terug, waar ze me aanstonds weer onder de wol stoppen. Vaak is rust een beter genees middel dan medicijnen. Na een hele dag en een nog langere nacht in een zalig nietsdoen te hebben doorgebracht, stap ik vol komen fit naar lichaam en geest mijn bed uit, maar val onmiddel lijk weer terug, daar mijn zere voeten nog niet in staat zijn hun gewone dienst te verrichten. Op mijn verzoek brengen ze mij per auto naar Lewedorp, waar ik me op mijn beurt eens heerlijk opknap. Het was waarlijk geen overdaad, want we hadden dagen en dagen achtereen in modder en slik ge leefd en we begonnen langzamer hand te stinken, om het maar eens platweg te zeggen. Lekker gewassen en met frisse kleren aan kom ik in miin kwar- Na een verblijf van drie dagen in 's-Heerenhoek worden we naar Arnemuiden overgeplaatst. Mijn fiets moet ik jammer genoeg ach terlaten, daar ik met twee offi cieren in een jeep vooruit word gestuurd om kwartier te maken. Mijn voeten zijn na die paar dagen rust een heel eind opge kikkerd. Ik begin weer al aardig weg te scharrelen, hoewel het verband nog stevig om de pijn lijke plekken zit gewikkeld en ik nog verscheidene keren naar de dokter zal moeten voor de behan deling ten einde is. Als de manschappen in Ame; muiden arriveren, hebben wij voor allen reeds een onderdak ge vonden. Dank zij de medewerking van een der marechaussees is Het stemt altijd tot blijdschap, wanneer je zo volledig het ver trouwen geniet van de mensen die boven je zijn gesteld en het

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1951 | | pagina 5