Het Duitse
bezettingsstatuut
Hoge Commissie
verdwijnt
Vice-voorzitter
C.N.V. in de V.S.
Verbouwings-aanbieding
LICHT
GEWICHT
Ondanks embargo der V.N.
Materialenstroom
naar Peking-China
De bevrijding van Zeeland
Aanval op Zuid-Beveland en Walcheren
Vragen aan de Minister
Noors zeeman
wilde passagieren
TERNEUZENAARS
IN HET GEALLIEERDE LEGER
DAMESHEMDJE
1.95
2.45
DAMES DIRECTOIRE 1.95
2.45
3.95
4.95
ONDERJURK
MANUFACTUREN WONINGINRICHTING
NOORDSTRAAT 58-60 - TERNEUZEN - TELEFOON 2091'
TWEEDEBLAD
Zaterdag 11 Augustus 1951
7« Jaargang No. 1803
De Westelijke hoge commissarissen in Duitsland
hebben Donderdag een rapport goedgekeurd betref
fende het beëindigen van het bezettingsstatuut.
In 'n communiqué wordt gezegd, dat het rapport
thans aan de betrokken regeringen zal worden
voorgelegd.
De nationalisatie van de
olie-industrie
Steun aan Chinese nationalisten
Echtgenoot in gedrang
Britse legerkampen
in
ie
Zomer onder goed bij
blijft mooi en goed
Jurrij gekocht
DE VRIJE ZEEUW
De politieke adviseur der Ver
enigde Staten, Samuel Reber, zal
met een afschrift naar Washing
ton vliegen. In het rapport wordt
nagegaan, op welke wijze het be
zettingsstatuut kan worden ver
vangen door verdragen met de
Westduitse regering.
Men verwacht, dat de drie Wes
telijke ministers van Buitenland
se Zaken het geschrift in het na
jaar zullen bespreken en vervol
gens de deskundigen van de hoge
commissie instructies zullen ge
ven om over de verdragen met de
Westduitse regering te onderhan
delen.
Wanneer het statuut verdwijnt,
zal de hoge commissie waar
schijnlijk worden vervangen door
een raad van ambassadeurs.
De correspondent van het
A.N.P. seint nader uit Bonn:
Alles bijeen vormen de detail
kwesties een lijst van ten naaste
bij veertig punten. Drie maanden
lang, sedert 10 Mei j.l., hebben
geallieerde en Duitse deskundi
gen over deze zaken geconfe
reerd.
Bij de komende besprekingen
zullen, wanneer men afgaat op
uitlatingen van de Duitse delega
tieleider prof. Crewe, harde no
ten te kraken zijn.
Sinds jaar en dag hoort men in
West-Duitsland betogen, dat het
met het bezettingsstatuut nu
maar eens uit moet ziin.
Dit is ook aangekondigd als
doel, waarop de Duitse delegatie
zal mikken.
De geallieerden hebben in de
reeds gevoerde onderhandelingen
duidelijk doen blijken, dat zij het
noodzakelijk achten de met de
Russen gesloten overeenkomst
van Potsdam waarop de bezetting
berust, niet aan te tasten. In het
diplomatieke steekspel met Mos
kou willen zij niet de rechts
titels prijsgeven, die door de te
genpartij zelf zijn onderschreven.
Dit geldt voornamelijk drie
actuele problemen: 1. het recht
der Westelijke geallieerden om in
Berlijn te blijven; 2. de rechts-
Hoessein Makki heeft Donder
dag ten overstaan van de pers
een verklaring afgelegd, waarin
hij zegt, dat, als Mossadeq er niet
in slaagt de nationalisatie van de
olie-industrie ten uitvoer te leg
gen in overeenstemming met de
wet van 26 April, ,,er een ernstig
gevaar dreigt, dat Perzië onder
communistische heerschappij
komt." Dit zou slechts kunnen
leiden tot een catastrofe voor het
Westen en de gehele wereld, al
dus Makki.
basis voor het verblijf van de
troepen in het Westen; 3. het
recht der geallieerden om mee te
spreken in alle kwesties, die de
hereniging van de beide helften
van Duitsland betreffen.
Het verdere verblijf van de ge
allieerde troepen in een zellstan
dig West-Duitsland zal zodoende
een tweeledige basis moeien krij
gen. In de internationale poli
nek zal het gebaseerd moeten
olijven op de overeenkomst van
Potsdam. In de vernouding tus
sen het Westen en Duitsland zal
er echter een nieuw fundament
onder moeten worden geschoven,
n.l. een troepenverdrag, dat het
Kernstuk van de nieuwe regeling
zal worden. Aan Duitse zijde
stelt men zich voor, dat zulk een
verdrag zou dienen te lijken op
net tijdens de oorlog gesloten
verdrag betreffende de rechts
basis van de Amerikaanse troe
pen in Engeland. In elk geval
wenst men van Duitse zijde de
troepen voortaan niet meer als
bezettings- doch als beveiligings
troepen verklaard te zien.
De nieuwe raad van ambassa
deurs zou slechts optreden in die
gevallen, waarin de drie heren
van de Petersberg om in de Duit
se wetgeving of rechtspraak in
te grijpen, worden weggenomen.
Deze stap maakt een hele serie
afzonderlijke regelingen nodig,
waarin de Duitse regering zich
verplicht niet meteen alles te
gaan afbreken, wat in de voorbije
jaren als gevolg van de oorlogs-
New Yorkse bladen melden, dat
president Truman de Senaat heeft
verzocht een bedrag van 307 mil-
lioen dollar goed te keuren als
steun aan de Chinese nationalis
ten op Formosa, t.w. 217 millioen
voor militaire hulp en 90 millioen
voor economische.
De bedragen gelden voor het
jaar beginnend 1 Juli j.l.
Een senator heeft volgens de
bladen gezegd, dat het geld voor
de verdediging van Formosa zal
worden gebruikt en niet voor de
voorbereiding van een aanval op
het vasteland van China.
schuld is geregeld. Men denke
bijv. aan de Duitse erkenning van
dé vonnissen over oorlogsmisda
digers, aan de regelingen voor
het buitenlandse bezit en aan de
bescherming, die de geallieerden
tot nu toe geven aan personen,
die met hen hebben samenge
werkt en die daardoor bij velen
van hun landgenoten in een
slecht blaadje staan.
Men is nu tot hét wederzijdse
inzicht gekomen, dat het wense
lijk zou zijn een geallieerd-Duits
scheidsgerecht 'in te stellen, dat
zal oordelen over de talloze twist
punten, die ongetwijfeld zullen
ontstaan bij de gecompliceerd
wordende verhoudingen. Van
Duitse zijde is zulk 'n recht reeds
lang gevraagd en de geallieerden
schijnen tot het inzicht gekomen,
dat het om de komende regelin
gen zonder tg veel strubbelingen
uit te voeren wel noodzakelijk is.
Aan Duitse kant wordt het uit
zicht op het tot stand komen van
zulk een gerecht de belangrijkste
vooruitgang genoemd, die bij de
tot nu toe gevoerde besprekingen
is gemaakt.
DE MOEILIJKHEDEN MET
DE AMBONNEZEN.
Het Tweede Kamerlid Krol
(C.H.) heeft aan de minister van
Binnenlandse Zaken de volgende
vragen gesteld:
1. Is het de minister bekend, dat
onder de Ambonnese bevolking
in de voor haar bestemde woon
oorden een geprikkelde stem
ming heerst, omdat zij ten gevol
ge van de door de regering ge
nomen maatregelen- contact mist
met de leden van het bureau
Zuid-Molukken en met de be
stuurders van de stichting „Door
de eeuwen trouw"?
2. Is de minister niet van oor
deel, dat deze Ambonnezen het
gevoel moeten hebben, dat zij in
Nederland slechts worden getole
reerd zonder dat aan hen een
sfeer van gastvrijheid wordt ge
boden, ten gevolge waarvan het
gevaar voor het optreden van on
geoorloofde reacties (onlusten te
Middelburg) niet denkbeeldig is?
3. Wil de minister overwegen
om in het belang van de rust der
Ambonnese bevolking in de
woonoorden zowel de tegen het
bureau Zuid-Molukken als tegen
de bestuurders der stichting
„Door de eeuwen trouw" geno
men maatregelen op te schorten?
Volgens de heer F. P. Fuyk-
schot, vice-voorzitter van, het
Christelijk Nederlands Vakver
bond, zijn geestelijke factoren
van grote betekenis in de strijd
van de vakverenigingen tegen
het communisme. De heer Fuyk-
schot wees erop, dat het verho
gen van het levenspeil van de
werkende klasse van veel belang
doch niet voldoende is. Veel ont-
Een Brits oorlogsbruidje in San
Francisco had echtscheiding j on
gevraagd, omdat haar echtgenoot
jaloers was op haar 21.000 corres
pondentievrienden,
Zij had n.l. 21.000 brieven ge
kregen in antwoord op baar
klacht in een Londens blad, dat zij
zich zo eenzaam voelde.
Nadat haar man haar er van
heeft weten te overtuigen, slechts
1000 van de 21.000 brieven te be
antwoorden, heeft zij haar eis tot
echtscheiding weer ingetrokken.
N
Er zullen 26 Britse legerkam
pen worden ingericht in de streek
van Lier, Herenthals en Turn
hout in België, aldus is volgens
de „Times" door de militaire
autoriteiten te Antwerpen mede
gedeeld. Over de financiering
van de op negentig millioen gul
den geschatte kosten wordt door
de Belgische regering onderhan
deld met de instanties van de or
ganisatie van het Noord-Atlan
tisch pact.
wikkelde mensen zjjn commu
nist, hoewel hun levensvoor
waarden niets te wensen overla
ten en zij onder ideale omstan
digheden kunnen werken. Daar
om moeten de geestelijke krach
ten worden gemobiliseerd.
De heer Fuykschot is 29 Juli
in de Ver. Staten aangekomen
om onder auspiciën van het
Amerikaanse ministerie van Bui
tenlandse Zaken vier maanden
lang in de Ver. Staten een studie
te maken van de Amerikaanse
maatschappelijke en economische
instellingen.
„Het voornaamste doel van
mijn reis is mijn inzicht te ver
diepen in de krachten die het
economische en maatschappelijke
leven van de arbeiders beïnvloe
den en van belang zijn voor hun
houding tegenover de vakbewe
ging", zeide de heer Fuykschot,
die daaraan toevoegde, dat hij in
Europa had geconstateerd, dat de
arbeiders verlangen naar een
ideaal, waar zij naar kunnen
streven en dat het voor een ge
zond vakverenigingsleven van
vitaal helang is dat de arbeiders
mede verantwoordelijkheid dra
gen, niet alleen voor hun eigen
werk, maar ook voor het gehele
bedrijf, waarin zij werkzaam
zijn.
De heer Fuykschot hoopte na
te gaan wat de Kerk in de Ver.
Staten doet om het welvaartspeil
van de arbeidende klasse te ver
hogen en dat hij in verband
daarmede voornemens was in
contact te treden met vooraan
staande predikanten en redac
teuren van tijdschriften en dag
bladen.
De 24-jarige Noorse bootsman
R. S. O. van 't Britse s.s. „Brans-
field", dat te Rotterdam in de
Maashaven lag, kwam tot de ont
dekking, dat zijn uitgaanskas niet
toereikend was en zonder geld
kan men in een vreemde stad niet
passagieren.
Daarom zocht hg naar een uit
weg.
H£j haalde een opkoper, die be
langstelling had voor oud touw,
nam hem mee aan boord en bood,
3 trossen aan voor 1200, waarop
hij 200 voorschot wist te' krijgen.
Toen dit geld binnen enkele uren
op was, verkocht hij hetzelfde
touw aan een andere opkoper.
Een 32 meter lange Manillatros
moest daartoe aan de wal worden
gebracht en daarvoor zocht hij de
hulp van een 22-jarige matroos.
Met behulp van een werplijn, die
aan de tros was vastgemaakt, be
gon men te trekken, maar daarbij
plofte de hele tros in het water.
De "mannen moesten bovendien
de benen nemen, toen een draai
ende auto hen in de waan bracht,
dat de politie in aantocht was.
De volgende dag ging de politie
aan het dreggen, waarbij de tros
door een kraan naar boven werd
gebracht.
De bootsman en zijn maat wer
den aangehouden.
De eerste had het plannetje han-
dig opgezet.
Hij had zich al voorzien van een
visum voor doorreis naar Duits
land en als de koop voor 1200
geheel was doorgegaan, zou hij
met. de noorderzon zijn verdwenen.
MET KANTJE
MET KANTJE
MET KANTJÏ
IN DE KLEUREN
EN BLEU
ZALM - ROSE - WIT
20.
De majoor wil er echter niets
van horen.
„Jullie blijven hier", beslist hij
na de stafkaart te hebben geraad
pleegd. „Rond het fort wemelt
het vermoedelijk van mijnen,"
zegt hij nadenkend en vervolgens
tot mij: „Jij kunt haast niet
meer lopen, Charles. Ik kan je
zó het gevaar niet insturen."
Er helpt geen praten aan. Ik
merk aan alles, dat de majoor
de zaak niet vertrouwt. Deze
wakkere officier heeft al eerder
getoond dat hij niet over ijs van
een nacht gaat. Hij heeft aan ver
scheidene fronten gevochten en
nil stelt, door de ondervinding
geleerd, niet het minste vertrou
wen in een witte vlag, vooral niet
wanneer die door Duitsers is ge
hesen
Wii hebben contact gekregen
met de vloot op de Westerschel-
u®'Er liggen daar al een kleine
«qnderd/ geallieerde oorlogsvaar
tuigen, die het gehele eiland Wal
cheren bestrijken. Het zijn na
tuurlijk niet allemaal slagsche
pen; er zijn ook heel wat kleine
re oorlogsbodems bii en bewa
pende trawlers. Het fort Ramme-
kens ligt binnen het bereik van
het scheepsgeschut. Het is dus
niet nodig, dat wij enig risico
nemen, legt de majoor mii uit.
Bovendien is er al eerder dan
wij verwacht hadden een compag
nie onderweg om ons af te los
sen. Wij worden op 's-Heerenhoek
teruggetrokken om eens flink
van de doorgestane vermoeienis
sen uit te rusten.
Ook de jongens van de Sloe-
dam, die het ongelooflijk hard
hebben gehad, worden vervan
gen. Arnemuiden is vast in onze
handen en een vers bataljon zal
voorlopig het dorp bezetten.
In opdracht van de majoor deel
ik de Duitser mede, dat hii op
zijn eentje naar het fort Ramme-
kens terug moet met het bevel
dat de bezetting zich direct en
onvoorwaardelijk moet overge
ven. Op de kaart gaan wij zo
nauwkeurig mogelijk de afstand
na.
Het is nu kwart vóór elf. Om
kwart vóór twaalf moet de witte
vlag neergehaald zijn; zo niet,
dan zal het scheepsgeschut en
onze zware artillerie het fort in
puin schieten. Als het nodig
mocht blijken, zal de luchtmacht
er nog een schepje op doen
De Duitser jammert en wee
klaagt dat de tijd veel te kort
gesteld is.
„Waarom gaat er niet iemand
met mij mee?" huilt hii bijna.
„Als ik met die boodschap aan
kom, schieten ze mij dood."
Wij blaffen hem weg en met
hangende pootjes gaat hii einde
lijk op stap. Een Schot houdt
hem gezelschap tot buiten onze
stellingen, maar verder moet hij
het zaakje alleen zien op te
knappen. Zijn landgenoten zullen
hem vast niet neerschieten,
want dan zijn ze zelf ook de
sigaar
's Middags komen de aflossers
en we dragen de moffen uit het
fort Rammekens aan hun zorgen
over.
Als we in enkel gelid over de
zeedijk naar 's Heerenhoek af
marcheren, laten de doedelzak
spelers hun zachte muziek horen
als afscheid van een gevaarlijk
stukje front.
Willem en ik hebben elk een
fiets meegepikt, die de Duitsers
op het erf van de landbouwer
Noom hadden achtergelaten.
Op de vettige dijk, waar fietsen
onmogelijk is, sluiten wij met de
stalen rossen de gelederen van
onze compagnie.
Voor we de Sloedam bereiken,
moeten we nog even een omweg
maken voor enkele „Goliaths",
bar gevaarlijke dingen die we
liever uit de weg blijven. Die
Goliaths zijn een soort kleine
tanks, van boven vlak en niet ge
pantserd. Ze zijn geladen met
een zeer explosieve stof; ze staan
op rupsen en worden van grote
afstand bediend en ingezet tegen
zware tanks.
Wij passeren plaatsen, waar
zowel de geallieerden als de mof
fen zware verliezen hebben ge
leden. De strijd is hier in één
woord verschrikkelijk geweest.
De wegen zijn als het ware ge
ploegd en óver een grote af
stand vrijwel onbegaanbaar.
Het kost me dan ook moeite
de compagnie bij te houden, daar
mijn kwaal van de afgelopen
dagen mij weer parten gaat spe
len. Zodra de weg het maar
enigszins mogelijk maakt, fiets
ik daarom zo goed en zo kwaad
als het gaat achter de troep aan.
Halverwege de Sloedam pas
seren ons verscheidene honder
den krijgsgevangenen. Op een
kruispunt, waar we een kwartier
tje rusten ontmoeten wij onze
veldprediker weer. In een klein
huisje op de hoek van de weg
had de goede man enige zwaar
gewonden bijgestaan.
Een paar kilometer vóór
's Heerenhoek stap ik van mijn
fiets. De pijn wordt ondraag
lijk;. ik moet even stoppen
„Ga jij maar met de troep
mee", zeg ik tegen Willem, „ik
weet waar we moeten zijn en ik
kom jullie straks wel achterna".
Als ik na een ogenblik rust
weer op mijn fiets wil stappen,
ontbreekt mij de kracht daartoe.
Gelukkig komen er net twee
jongens voorbij. Op mijn verzoek
zijn ze aanstonds bereid mii te
helpen. De een houdt mijn fiets
vast, terwijl de ander mij er op
zet. Ze geven me een flinke
duw en met de tanden op elkaar
geklemd rijd ik naar 's Heeren
hoek, waar men ons weer in het
patronaat heeft ondergebracht.
Bij m;jn aankomst houdt er
luist een jeep stil met de dokter
en een sergeant-verpleger.
Ze zijn blij, dat ze me zien ver
schijnen, want ze stonden op het
punt mij in opdracht van de ma
joor te gaan halen. Weer een
treffend bewijs hoe onze com
mandant met zijn jongens mee
leeft. (Ik heb naderhand in ons
Nederlands bataljon wel andere
ervaringen opgedaan.)
Willem haalt mijn etensblik uit
mijn broodzak en stapt naar de
kok om voor warm eten voor mij
te zorgen.
„Vraag voor Charles een dub
bele portie", roept de majoor
hem na.
Maar Willem is al weg. Hij zou
het vermoedelijk toch niet ver
staan hebben. Hij snapt echter
gauw wat er loos is, vooral als
het mij betreft en zo verwondert
het mij niets, dat het met die
dubbele portie in orde komt.
Een orachtvent, die Willem, en
een trouwe wapenbroeder op wie
ie onder alle omstandigheden
kan rekenen
De dokter en de verpleger bren
gen mij naar binnen. Sergeant-
Volgens Reuters correspondent
te Honkong, William Parrott, be
reikt nog steeds een gestadige
stroom strategisch belangrijke
materialen communistisch Chi
na. De door Honkong genomen
maatregelen hebben slechts ge
maakt, dat de schepen thans di
rect Chinese havens aandoen. Zo
doen op het ogenblik per maand
12 tot 15 zeeschepen de haven
van Kanton aan, aldus Parrott.
De ladingen worden vervoerd
door Panamese, Britse, Scandina
vische en andere schepen onder
westelijke vlag, evenals door Rus
sische en Poolse vaartuigen.
De onlangs door de Panamese
regering genomen maatregel te
gen schepen en hun eigenaars,
die handel drijven op China, zal
mogelijk tot gevolg hebben, dat
geen enkel schip onder Paname
se vlag in de toekomst meer voor
deze handel beschikbaar zal zijn.
Parrott noemt Hamburg, Bre
men, Antwerpen en Gdynia als
de voornaamste havens, vanwaar
staal, rubberbanden, machineon
derdelen, chemicaliën en andere
goederen naar China worden ver
scheept.
Ook de smokkelarij via de Por-
majoor Alex Frame heeft mijn
dekens en mijn slaapzak opge
scharreld en is al druk bezig die
op de grond uit te spreiden
„En nu zullen we eens kijken
wat er aan de hand is", zegt de
dokter „Kleed je maar eens
uit!"
Mijn schoenen en mijn broek
liggen in een ommezien op de
grond, maar als ik aan mijn sok
ken wil beginnen, trek ik zo'n
pijnlijk gezicht, dat de dokter
zijn sergeant een seintje geeft
mij te helpen.
Er komt een schaar aan te pas
en de in stukken geknipte sok
ken vliegen weldra in een hoek,
bijna tegen Willem aan, die juist
op dat ogenblik met twee blikjes
eten binnenkomt. Het ruikt
heerlijk en ik wil er direct op
aanvallen tot grote hilariteit van
de aanwezigen, maar daar komt
mets van in.
„Laat dat eten nog maar even
staan, boy", zegt de dokter, „we
zullen eerst je voetjes eens onder
handen nemen".
Ik neem een duik op mijn
slaapzak en de dokter zet zich
aan de niet bepaald pijnloze be
handeling. Voor de afleiding lig
ik op een biscuitje te kauwen.
Zodoende valt het niet op, als ik
af en toe een scheef gezicht trek
van de pijn.
Als dé commandant binnen
komt om naar mij te informeren,
roept hii verbaasd met een blik
op mijn zere onderdanen: „Maar
kerel, hoe heb je daarmee nog
kunnen lopen?"
Mijn voeten zien er inderdaad
niet te mooi uit. Wanneer je
maar eventjes elf gemeen ont
stoken blaren op je ene voet en
zeven op de andere hebt opgelo
pen, vraag je jezelf af, hoe je
nog een poot kon verzetten
„Morgen de hele dag in bed
tugese bezitting Macao is aan
zienlijk toegenomen.
Niettegenstaande het feit, dat
nationalistisch China heftig heeft
ontkend enige handel met Pe
king-China te voeren, zijn er ster
ke bewijzen, dat vissersvaartui
gen onlangs olie uit Formosa
naar de Chinese kust in de om
geving van Swatow hebben ver
voerd.
Ook is melding gemaakt van
smokkelarij op grote schaal tus
sen Japan en Noord-China, aldus
de correspondent.
CHINEES STUDENT UIT
LEIDEN VERDRONKEN.
George The, een 29-jarige Chi
nese student van de universiteit
te Leiden, is in de Namsen (Mid-
den-Noorwegen) verdronken bij
een poging zijn verloofde, die in
de rivier was gevallen, te redden.
Het meisje wist zonder hulp de
wal te bereiken. The kon niet
zwemmen en verdween in de
snelle stroom.
Een reisgenoot sprong nog in
het water om hem te redden,
maar moest zijn poging opgeven
en naar de oever terug zwem
men. Alle drie, met vacantie in
Noorwegen, staan te Leiden als
student ingeschreven.
blijven", beslist de dokter. Daar
wordt strikt de hand aan gehou
den. Als er een majoor van een
ander bataljon mijn hulp komt
vragen bij de inkwartiering van
zijn manschappen, krijgt hij van
sergeant-majoor Frame te ho
ren: „Sorry, dat kan niet, ma
joor. Die man heeft volstrekte
rust nodig en de dokter heeft mii
opgedragen erop toe te zien, dat
hij in bed blijft".
Daar wist ik niets van en iet
wat verwonderd kijk ik Frame
aan, maar die gaat met een sta
len gezicht verder: „Er is hier
nog een Hollander die Duits
spreekt. Een gladde jongen. Die
kan u ook helpen".
Zodra Willem met de majoor
de deur uit is, schiet ik tegen
Frame uit: „Waar haal je zo
gauw al die smoesjes vandaan?"
„Smoesjes?" doet hij veront
waardigd, „ik zal er straks de
dokter eens bijhalen. Dan zul je
wat anders horen. De majoor wil
niet hebben, dat je je bed uit
komt. Als je iets nodig hebt,
kun je het krijgen, maar je blijft
liggen, al moet ik 'n schildwacht
by je zetten".
Zo houden ze mij als een brave
jongen in bed. Ik word bediend
als een koning en een weldadig
gevoel maakt zich van mij mees
ter, nu mijn eerst zo branderig-
stekende voeten zacht verbonden
liggen te rusten na de onhoud
bare vermoeienissen der laatste
dagen. En als 's middags de
hele ploeg naar Lewedorp gaat
om te baden en van schone kle
ren te worden voorzien, blijf ik
alleen achter en slaap ik uren
achtereen als een Engelse la
kenwever
(Wordt vervolgd.)