Washington
Atlantisch Pact
wenst uitbreiding van
van Retranchement
De bevrijding van Zeeland
Aanval op Zuid-Beveland en Walcheren
SCHAAKRUBRIEK
Botwinnik behoudt zijn titel
Brits plan vindt geen instemming
Gemeenteraad
van Sas van Gent
Een nieuw middel tegen
malaria
TERNEUZENAARS
IN HET GEALLIEERDE LEGER
TWEEDE BLAD
Zaterdag 19 Mei 1951
Wilson over voorwaarden voor
de bewapening
Strooibiljetten in Madrid
UIT HET VERLEDEN
De verschepingen naar China
lepressaille-terechtstelling van
20 Indo-Chinese gevangenen
SLACHTOFFER VAN
OVERVAL OVERLEDEN
Ontploffing
in een vuurwerkfabriek
De Perzische oliekwestie
GOEDKEURING VAN GRIEKENLAND EN TURKIJE
VERZEKERD.
De kans is groot, dat het Noord-Atlantische Pact binnen niet
al te lange tijd een aanzienlijke uitbreiding zal ondergaan door de
oonemine: van Griekenland 6n Turkije.
In Washington is het besluit genomen een daartoe strekkend
voorstel aan de overige leden van de NA.T.O. te doen.
Dit moet vooral geschied zijn op aandrang van de Amerikaanse
luchtmacht die grote waarde hecht aan het bezit van bases in
Turkije Het leger, waarin bepaalde bezwaren bestaan tegen et
verdere uitbreiding van Amerika's militaire verplichtingen in het
buitenland zou er zich oorspronkelijk tegen hebben verzet, maa
de argumenten van de luchtstrategen zyn be*,
ten slotte
zweken.
voor
Ongetwijfeld hebben de Ameri
kaanse ministeries van Buiten
landse Zaken en Defensie zich bij
het nemen van hun besluit ook
nog door andere overwegingen
laten leiden.
Waarschijnlijk zijn de Amerika
nen teruggeschrokken voor de
consequenties, welke het niet-op-
nemen van Griekenland en Tur
kije in de N.A.T.O. zou hebben.
In dat geval zou men, daar de
organisatie van de defensie van
het nabije Oosten tot een dringen
de noodzaak is geworden, zijn
toevlucht moeten zoeken in een
separaat, met betrekkelijk losse
banden aan het Noord-Atlanti-
sche Pact gebonden verdediging^-
stelsel.
Het Is bekend, dat de Britten
voorstander zijn van een dergelijk
pact, dat onder hun leidng zou
moeten staan en dat zij de tot
standkoming er van herhaaldelijk
hebben geëist.
Zij stelde daarbij, dat de orga
nisatie van het Atlantisch Pact
reeds ingewikkeld genoeg is en 'n
uitbreiding er van tot het nabije
Oosten de zaken volkomen on
overzichtelijk zou maken.
Dit laatste argument heeft ze
ker indruk op Washington ge
maakt en het is ook ernstig over
wogen, maar om twee redenen
besloot men het terzijde te schui
ven.
De eerste reden is, dat een se
paraat defensiepact voor het na
bije Oosten, wil men dit een breed
genoeg fundament geven, ten
minste enige Arabische staten on
der haar leden zou moeten tellen.
Gezien de uiterst labiele poli
tieke en economsche toestand in
de -|Arabische wereld, achten de
Amerikanen het een riskante on
derneming de Arabieren van gro
te hoeveelheden moderne wapens
te voorzien.
Bovendien bestaat nog het ge
vaar, dat verschillende Arabische
landen, zo zij militair versterkt
waren, opnieuw een oorlog tegen
Israël zouden beginnen.
De tweede reden, die de Ameri
kanen afkerig heeft gemaakt van
het Britse defensieplan voor het
nabije Oosten, is de oude contro
verse, die in dit gebied tussen En
gelsen en Fransen bestaat.
In Parijs volgt men de Britse
pogingen om de uitsluitende cn
opperste leiding n het nabije Oos
ten te herwinnen, met het groot
ste wantrouwen.
Nog onlangs hebben Franse on
derhandelaars de Britten onom
wonden te kennen gegeven, dat
hun regering zich met hand en
tand zou verzetten tegen de uit
voering van het Engelse plan om
Syrië en de Libanon, waar cie
Franse invloed nog altijd aanzien,
lijk is, met Jordanië samen te
smelten tot een Groot-Syriè,
waarin zonder twijfel de Bmse
invloed zou prevaleren.
De Fransen zouden daarom ze
ker ook niet hun enthousiaste
medewerking geven aan de tot
standkoming van een pact. dat
de Britten tot de erkende leidere
van het nabije Oosten zou maken.
De Amerikanen echter kunnen
de loyale medewerking der Fran
sen in de Arabische wereld niet
missen, al was het alleen maar
met het oog op hun luchtbases in
Marokko, Algerië en Tunis.
Zjj willen daarom niets doen,
dat de prikkelbaarheid, welke de
Brits-Arabische politiek bij de
Fransen wekt. nog zou verhogen.
De vraag is' nu. of Washington
de instemming van de overige
N.A.T.O—lamden zal kunnen ver
werven voor de opneming var
Griekenland en Turkije in het At
lantische Pact.
De Scandinavische leden, in
hoofdzaak op de beveiliging van
hun eigen bedreigde positie
bedacht, zullen er moeilijk warm
voor te maken zijn.
Op wat minder weerstand zul
len de Amerikanen waarschijnlijk
bij de Benelux-landen stuiten.
Wat Griekenland en TurKije
zelf betreft: deze landen willen
niets liever dan in het Pact opge
nomen te worden en hebben daar
reed3 bij herhaling op aangedron
gen.
Blijft Groot-Brittannië.
De Britten, in de laatste tijd
toch al meer en meer gevoelig op
't punt van bum internationale
prestige, zoals die zich nu al we
ken en weken voortslepende dis
cussies in de N.A.T.O. over de be
noeming der maritieme bevelheb
bers in de gebieden van de Atl.
Oceaan en de Middellandse Zee
'bewijzen, zullen hun plannen ten
aanzien van het nabije Oosten niet
gemakkelijk prijsgeven.
Maar nog afgezien van het feit,
dat de wapens uit Amerika moe
ten komen en de Amerikanen dus
in ieder geval en sterke positie in
nemen bezit Washington juist
in die lastige onderhandelingen
over de bevelvoering een moge
lijkheid de Britten inschikkelijker
te maken
Tonen de Amerikanen zich te.
gemoetkoimend ten aanzien van de
Britse wensen by de berfoeming
van commandanten in het Middel
landse Zeegebied en het nabije
Oosten, dan bestaat de kans, dat
Londen bereid zal zijn, zijn inter
nationale aspecten wat mulder
hoog te spannen.
De directeur van de diensten
der Amerikaanse economische
mobilisatie, Charles Wilson, is
van mening, dat het voor de Ver.
Staten noodzakelijk zal zijn, In
dien zij hun herbewapeningspro
gram willen uitvoeren, om de ar
beidsuren aanzienlijk te verho
gen, de productie van consump
tiegoederen te verlagen en de be
lastingen dermate te verhogen,
dat zij de V. S. een jaarlijkse
vermeerdering van inkomsten
van enige tientallen milliarden
verzekeren.
Hij legde deze verklaring Don
derdag af in een rede voor de
sub-commissie van het Huis van
Afgevaardigden, welke commis
sie het begrotingsontwerp voor
het belastingjaar 19511952 on
derzoekt.
In de Spaanse hoofdstad zijn
door een „kettingsysteem" strooi
biljetten verspreid, waarin de
inwoners van Madrid er toe aan
gezet worden op 22 Mei te pro
testeren tegen de duurte van
het leven. Voorts wordt de be
volking verzocht op die dag geen
gebruik te maken van de open
bare transportdiensten, niet naar
café's of vermakelijkheden te
gaan en geen aankopen te doen.
In de bladen worden lange
hoofdartikelen gewijd aan deze
strooibiljetten en wordt meer in
het bijzonder het stakingsrecht
behandeld. Het blad „ABC" her
innert er o.m. aan, dat de sta
king „in bepaalde omstandighe
den kan worden beschouwd als
militaire muiterij". Het blad „Ar
riba" waarschuwt zijn lezers, dat
degene die strooibiljetten ver
spreidt, waarin tot staking wordt
aangespoord, een vijand van
Spanje is en als dusdanig moet
worden behandeld".
Toen Prins Maurits in 1604 vaste voet gekregen had op Ihet eiland
van Cadzand aefhtte hij het gewenst, een sterkte te bouwen,
diidht bij het historische plaatsje Terhofstede.
Zijn plan werd door de Raad van State .goedgekeurd. Direct
vin»' men aan met de aanleg van wallen, bastions en na het
Twaalfjarig Bestand met het opwerpen van de schansen
Oranje en Nassau.
Aanvankelijk bestond de bevolking van het Retranchement
Cadsandria zo werd de nieuwe plaats genoemd enkel uit
soldaten. Daar het huursoldaten waren, hadden zij vrouw en
kinderen Ibij zich.
overgebracht, dat meestal op het
Zwin bij Retranchement voor an
ker lag.
Tot grote ontsteltenis van de
burgerij ibrak op dit schip even
eens pest uit. Men wist maar al
te goed, dat pest krijgen beteken
de: aan pest sterven.
Om nu zelf van de gevreesde
ziekte verschoond te blijven, stak
de burgerij- op zekere nacht, na
rijp beraad, het wachtschip in
brand. Zo zeker was men er van,
dat de bemanning toch ten dode
opgeschreven was.
Of dit voorval historisch juist
is. is niet met zekerheid te zeg
gen. Een feit is het evenwel, dat
de Retranchementenaas momen
teel nog de scheldnaam „Mensen
branders" dragen.
J. A. H.
Met 12 punten uit 24 partijen
heeft Botwinnik zijn titel van we
reldkampioen behouden. Wel een
„narrow escape" dus!
Na 20 partijen was er in de
situatie van de match weinig ver
anderd.
Nog steeds had de wereldkam
pioen met één punt voorsprong de
leiding. Natuurlijk was de taak
van de uitdager zéér zwaar gewor
den, daar er in totaal 24 partijen
werden gespeeld en Botwinnik aan
een gelijk spel reeds genoeg had
om in het bezit van zijn titel te blij
ven.
Toch begon de uitdager deze
taak met succes door dé 21e partij
te winnen.
Deze 21e party volgt hieronder
De politieke commissie der V.
N. is Donderdag begonnen met
het debat over de verschepingen
naar Communistisch China.
De Sowjet-Russische afgevaar
digde Jacob Malik kondigde aan,
dat de Sowjet-Unie elk debat
over een wapenembargo voor
China zou boycotten. Volgens
Malik heeft de politieke commis
sie niet het reeht een dergelijk
embargo op te leggen. Alleen de
Veiligheidsraad is bevoegd kwes
ties van blokkade of embargo te
behandelen, aldus Malik.
Wit: Botwinnik
Zwart: Bronstem.
Konings- Indisch.
1. d2d4, Pg8—f6; (De ope
ningszet waarmede Bronstein reeds
enkele malen succes boekte en ook
thans weet Botwinnik geen goed
speelplan te vinden). 2. c2c4, d7
d6; 3. Pblc3, (Vooral in deze
opening komt de moderne schaak
strategie goed tot uiting. De pion
nen opereren vóór de paarden uit
en biyven niet meer, zoals in de
oude strategie, op hun basis).
3. e7e5; 4. Pglf3, Pb8
d7; (En niet naar c6 om de moge-
ïykheid van het oprukken der
zwarte c-pion te behouden). 5. g2
g3, g7g66. Lf 1g2, Lf8g7
7. o__o0; 8. e2e4, (Een agres
sieve voortzetting met de bedoe
ling een aanval tegen de zwarte
koningsvleugel te ensceneren. Dit
lukt echter niet).
8. c7c6; 9. h2—h3, Pf6—
h5; 10. Lel—e3, Dd8—e7; 11. Pf3
h2, Kg8h812. Tfl—el, a7—
a6; 13. a2—a3, Ta8—b8, (Zwart
zoekt tegenactie op de damevleu
gel en zyn opzet biykt de meeste
levensvatbaarheid te bezitten. Men
lette op het mooie werk van de b-
pion, in combinatie met de zwarte
cavalerie).
14. Lg2fl, Ph5—f6; 15. Ddl—
d2, (Sprekend voor het karakter
van de strijd is dat beide spelers de
.spanning d4e5 laten voortduren).
15. b7—b5! 16. c4xb5, a6xb5;
17 Taldl, Pd7b6; 18. Le3h6,
(Wit heeft weinig bereikt en ruilt
daarom de goede zwarte loper). 18.
Lg7 x h619. Dd2 x h6, Lc8e6
(„Dan maar van mijn slechte loper
een goede gemaakt", denkt zwart,
En niet zonder succes).
20. Ph2—f3, Le6b3; 21. Tdl
d2, Pf6d7; (De paarden gaan een
lange, vermoeiende, doch succes
volle „parforce"-rit ondernemen).
22. Dh6e3, Lb3c4; 23. Lfl
g2 f7f6; 24. Td2c2, Lc4—b3,
25. Tc2e2, Pb6—c4; 26. De3—
d3, Pc4a527. Te2—d2, Pd7
b6; 28. Dd3bl, Pb6c4, (Het is
nu wel duidelqk dat de achterge
bleven pion op b2 ongemerkt een
zwak punt is geworden. De ma
noeuvre van de zwarte loper naar
b3 kan men nu pas goed bewonde
ren. Welk een diep inzicht spreekt
daaruit.)
29. Td2e2, b5b4! 30. a3xb4,
Tb8xb4; 31. n3—h4, Pc4—b6; 32.
Pc3a2, Lb3xa2; 33. Dblxa2,
Pb6c4; 34. h4—h5, Tf8—b8! 35.
h5 X g6, h7 x g6; (De pion op b2 is,
onverdedigbaar geworden en wit
staakt daarom zijn pogingen om de
dame een actiever opstelling te
verschaffen).
36. Da2—bl, Kh8—g7; 37. d4x
e5, f6 X e538. Dbl—cl, Pc4xb2,
39. Del—c3, Pb2—a4; 40. Dc3—
cl, Tb4c4; (Hier werd de party
afgebroken en Botwinnik gaf zyn
41e zet onder enveloppe af.)
De stand was als volgt:
Zwart: Kg7, De7, Tb8 en c4, Pa4
en a5, pi. c6, d6, e5, g6.
Wit: Kgl, Del, Tel en e2, Lg2,
Pf3, pi. d4, f2, g3.
By de hervatting bleek de party
voor Botwinnik niet te houden. De
stand was dus weer geiyk. Bron
stein deed in de 22e party een
greep naar de titel, door ook deze
party te winnen. Uit de laatste
twee partyen scoorde Botwinnik
1V4 punt, daarmee zyn totaal op
12 brengend. Juist genoeg om zyn
titel te prolongeren!
Een machtige prestatie van de
wereldkampioen. Maar niettemin:
een „narow escape".
Franse en Vietnamese autoritei
ten in Indo-China hebben een
spoed-onderzoek" bevolen naar
de .moord op een Franse Inspec
teur van de veiligheidsdienst en
de repressaille-terechtstelUng van
20 Indo-Chinese gevangenen.
De inspecteur Victor Haasz
werd in Dalat doodgeschoten en
er werden eveneens 20 verdachte
personen van de Vietminh.activi-
teit, waaronder 6 vrouwen, als re-
pressaille doodgeschoten.
Het staatshoofd van Indo-China,
Bao Dai, heeft majoor Tran Dinh
Que van zijn post ontheven en
voorlopig Jeannin, Frans politiek
raadsman voor Zuid-Annam, in
zijn plaats benoemd.
Het waarnemend hoofd van de
Franse politie in Dalat, HJenri
Jummea, is geschorst.
Het garnizoen stond zeer gunstig
bekend.
In oude boeken vindt men, dat
het voor een groot deel aan de
vesting Retranchement te danken
is, dat het tegenwoordige Zeeuws-
Vlaanderen bij Nederland geble
ven is.
Veel is er overigens van de be-
i zetting niet hekend.
In 1625 had het garnizoen te
lijden van de pest.
Deze vreselijke ziekte was zeer
besmettelijk. Vaak liet hierbij
een vierde deel van de bevolking
het leven. De patiënten werden zo
veel mogelijk in een zogenaamd
pesthuis afgezonderd. Een pest-
meester moest trachten de ziekte
binnen beperkte grenzen te hou
den. Het betreden van een door
pest besmette buurt werd door
een pestcordon verhinderd.
De gevreesde ziekte heerste
zeer lang in Retranchement. Er
wordt vermeld, dat in 1631 een
pesthuis van twee delen lengte
werd gebouwd. Vele jaren later,
in 1666, had het dorp er weer van
te lijden. De commandeur, Johan
Theodore Bauman, deelde de Raad
van State schriftelyik mede. dat
het garnizoen met een „zware
koortse" was bezocht. Hy vroeg,
welke maatregelen hij, moest ne
men.
De Raad van State gaf Het
Vrije van Sluis opdracht ten spoe
digste een ervaren pestmeester
naar Retranchement te zenden.
Commandeur Bauman werd ge
machtigd voor de zieken „een be
kwaam logement" te bereiden in
het fort Berchem.
Retranchement had in die tijd
dirie forten, te weten:
Onanie, Nassau en Berchem.
Dit laatste was plm. 1643 aan
gelegd ter beschermng van het
gehucht Terhofsteden. Hoewel
Berchem afgegraven is. zijn de
resten op een wei toy de zoge
naamde Driekoker nog duidelgk
te zien.
Hoeveel slachtoffers de pest in
die jaren te Retranchement geëist
heeft is ons niet bekend.
Wel weten we, dat in het nabu
rige Sluis in 1666 zes honderd achc
en vijftig personen aan deze vre
selijke ziekte stierven, namelijk
290 burgers en 368 soldaten. Wel
licht telde Retranchement even
eens grote verliezen. Het grote
aantal personen, dat in genoemd
jaar aldaar in de kerk werd be
graven, wijst daar wel op.
In 1681 werden de soldatenba
rakken gesloopt en verkocht, daar
de tractaten bezetting van de
vesting niet langer toelieten. De
troepen werden op een wachtschip
De '50-jarige Amsterdamse eige
naar van een groothandel in man
den, riet e.d., de heer J. Mulder,
die Vrijdagavond 27 April werd
neergeslagen en bewusteloos te
Amsterdam is aangetroffen is in
het ziekenhuis overleden.
De recherche heeft hem niet
kunnen horen.
Het onderzoek heeft nog niet
tot klaarheid gebracht, wat er die
avond in het kantoor is gebeurd.
Tengevolge van een reeks ont
ploffingen in een vuurwerkfa
briek te Alagoa Grande in
Noord-Brazilië zijn negen per
sonen om het leven gekomen en
vijftien gewond. Dit ongeval deed
zich Maandag voor, doch door de
slechte verbindingen bereikte het
bericht eerst Donderdag Rio de
Janeiro.
Zes uur lang zonder onderbre
king duurden de ontploffingen,
waardoor van buiten af geen
hulp kon worden geboden. De
fabriek is geheel verwoest.
De afgevaardigde Zadeh heeft
in de Perzische Kamer ver
klaard: „Engeland kan ons met
wat parachutisten niet bang ma
ken; het vergist zich als het
denkt van Perzië een tweede
Korea te kunnen maken." Hij
waarschuwde dat, als parachutis
ten zouden worden ingezet, een
derde wereldoorlog niet te ver
mijden zou zijn.
Voorts zei Zadeh, dat Perzië
niet hetzelfde land was als vóór
de eerste wereldoorlog en dat
Engelang niet zo sterk meer was
als vroeger. Engeland moest be
grijpen, dat Perzië niet meer kon
worden geregeerd door dictatuur.
In artikel 20 van de overeen
komst van 1933, die volgens Za
deh onder druk tot stand is ge
komen, werd bepaald dat de olie-
installaties aan Perzië zouden
komen, hoe de overeenkomst ook
zou aflopen. Nationalisatie was
een manier om de overeenkomst
te beëindigen. Perzië was de En
gelsen niets schuldig. Er was
geen sprake van onteigening,
omdat 25 procent van de toekom
stige opbrengst van de industrie
zou worden gereserveerd voor de
gegronde aanspraken van de
oliemaatschappij
Amerikaanse geleerden hébben
een nieuw middel gevonden tegen
malaria, dat naar hun oordeel be
ter werkt dan de tot dusverre ge
bruikte middelen kinine en atra-
bine.
Het nieuwe middel, dat nog
geen naam beeft, „onderdrukt" de
ziekte, maakt dus, dat de ver
schijnselen, die kenmerkend voor
deze ziekte zijn, achterwege blij
ven. maar geneest de ziekte niet.
Door de grote werkzaamheid
van het middel kan het echter 'n
waardevol wapen blijken by de
bestrijding van een ziekte, waar
aan 'naar schatting 500.000.000
mensen c*p de wereld ïyden.
Het nieuwe middel is reeds op
dieren toegepast, maar over de
werking bij de mens zijn nog geen
gegeven bekend.
Bij de proefnemingen met het
nieuwe middel hebben geleerden
8 jaar lang een speciale studie
gemaakt van de wyze. waarop
levende cellen zich vermenigvul
digen.
Door een nadere bestudering
van de chemische reacties in de
cellen waren zy in staat syntlie
tisctae stoffen te maken, waarmee
het ontstaan van bepaalde ziekten
wordt vertraagd.
Het nieuwe middel tegen mala
ria is een van deze stoffen.
De geleerden zijn van mening,
dat het met 1 oumice (28.3 gram)
van dit nieuwe middel, wanneer
het iemand in kleine doses gedu
rende 5 jaar of langer wordt toe
gediend, mogelijk zal zijn te voor.
komen dat de behandelde persoon
malaria krijgt.
Het nieuwe middel kan op een
voudige wijze uit bijproducten van
de chemische industrie worden
vervaardigd
Indien die resultaten ook bij de
mens gunstig blijken te zijn. zul
len enkele pharmaceutische fa
brieken dit middel nog dit jaar in
de handel brengen.
Woensdagavond kwam de ge
meenteraad van Sas van Gent by-
een ter bespreking van de stich
tingsvorm voor de exploitatie van
het nieuwe zwembad. Voor deze
vergadering was de raad voltallig
opgekomen.
De voorzitter zette de besprekin
gen met het bestuur van de ver
eniging tot exploitatie van een
bad- en zweminrichting uiteen.
Een advies van de vereniging
was de stichting te doen bestaan
uit 9 leden, n.l. 3 gemeenteraads
leden, die de gemeente vertegen
woordigen, 3 leden van de Bad- en
Zweminrichting en 3 leden van de
Zwem- en Poloclub „De Bruinvis1
Men meende dan alle betrokken
partyen vertegenwoordigd te heb
oen in de Stichting.
De voorzitter deelt mede, dat
men in Middelburg meende, dat
het dagelijks bestuur van de ge
meente er ook in vertegenwoor
digd moest zijn, zodat B. en W.
met het voorstel komen om de
verhouding als volgt te bepalen:
B. en W. (3), 2 gemeenteraads
leden, 3 Bad- en Zweminrichting
en 3 Bruinvis.
De heer De Groff (P. v. d. A.)
spyt het te moeten constateren,
dat het advies van de raad niet is
opgevolgd. De vorige maal heeft
de raad uitdrukkelijk te kennen ge
geven grotere bevoegdheden te
wensen. Men heeft er zelfs een
zwemvereniging bijgehaald en de
raad is nu in de minderheid: 5 ge-
meente en 6 particulier.
De voorzitter antwoordt hierop,
dat de raad niet minder bevoegd
heden heeft. In het vorig ontwerp
hadden B. en W. practisch alle be
voegdheden, maar nu de raad en
via de raad worden de bevoegd
heden overgedragen aan de Stich
ting. Waarom zouden we niet daar
de krachten zoeken, waar ze te vin
den zyn, n.l. bü de ideële zwem
mers en by de sportzwemmers?
In Middelburg was men tevre
den, dat men voor zo'n groot ob
ject de stichtingsvorm had gekozen
en dat men zodoende de meest ca
pabele personen in de stichting
kan halen, maar in Middelburg
was men van mening, dat het ge
meentebestuur er in vertegenwoor
digd moest zqn. Wat de financiële
zijde betreft, heeft de raad de vol
ledige bevoegdheden in handen,
aangezien begroting enz. door de
rad moeten worden goedgekeurd.
De raad krygt niet de bevoegd
heid om personeel te benoemen,
maar de stichting. Dit is ook logi
scher. Men moet vertrouwen heb
ben in de mensen die de zaak gaan
exploiteren.
De heer Acke (Gemeentebelang)
acht het niet nodig dat B. en W. in
de stichting vertegenwoordigd zyn.
Hij vindt dat het bestuur uit 9 per
sonen moet bestaan (3 gemeente,
3 Bad- en Zweminrichting en 3
Bruinvis).
De heer De Groff vindt dat de
gemeente de meerderheid moet
hebben in het stichtingsbestuur en
zou de candidatuur van de gemeen
te met 1 persoon willen uitbreiden
ten koste van een candidaat van
de Bruinvis.
Wethouder De Maayer (KVP)
voelt ook veel voor dit voorstel en
weet nog niet met zekerheid te
zeggen, hoe hy zqn stem zal be
palen.
De heren Scheffer (Gemeente
belang en De Braai (Prot.) voelen
meer voor het voorstel van de heer
Acke.
De voorzitter zet de zaak nader
uiteen en drukt er vooral op, dat
men in Middelburg het dageiyks
bestuur in de stichting wil zien.
By de artikelsgewyze behande
ling van het ontwerp wordt het
voorstel van B. en W. op enkele
kleinigheden na aangenomen, zo
dat het stichtingsbestuur voor het
nieuwe zwembad zal bestaan uit
de volgende groeperingen:
B. en W. 3, ^Gemeenteraad 2,
Bad- en Zweminrichting 3, De
Bruinvis 3, totaal 11 personen.
De heer Adam (P. v. d. A.)
vraagt wanneer het stichtingsbe
stuur wordt benoemd.
De voorzitter denkt, nadat dit
ontwerp G. S. zal zyn gepasseerd,
dat is in de loop van de volgende
week.
De heer Scheffer vraagt wan
neer het zwembad opengaat.
De voorzitter deelt mede, dat dit
op Zaterdag 16 Juni zal zyn.
XI.
Aan alle kanten slaan de grana
ten in. De ontploffingen zijn niet
van de lucht en op een gegeven
ogenblik springt er vlak by de
sloot een granaat uit elkaar, zo
dat modder en slijk over mij
heen spatten. Dekking zoeken is
uitgesloten. De sloot, waar ik in
gebukte houding doorstrompel, is
de enige schuilgelegenheid in dit
open en volkomen vlakke bouw
land. Het heeft geen zin stil te
staan of te gaan liggen.
Zo diep mogelijk gebukt ploeter
ik daarom verder door de mod
der. Aan het eind van de foinnen-
sloot spring ik in een onderdeel
van een seconde over het land
in een pas uitgegraven diepere
afwatering,. Hier kom ik voor
nog lastiger problemen te staan.
Het water is tamelijk diep en
reikt mij tot het middel. Boven
dien is de bodem, hoewel hard,
erg glibberig. Verscheidene hon
derden meters zwoeg ik zo door
en als ik eindelijk de weg bereik,
ben ik haast geradbraakt.
Deze tocht is vol gevaren, dat
besef ik maar al te goed, maar
ik weet, dat de luitenant my van
de dijk met zijn kyker voet voor
voet volgt en dat de jongens ge
reed staan om by de minste ver
dachte beweging los te branden.
De afwatering loopt dood tegen
een dam van naar schatting vier
vijf meter breedte. Eer het tot
me doordringt, ben ik er al over
heen en laat ik me aan de andere
kant in de sloot glijden, die langs
de weg loopt.
Vlak voor de arbeiderswoning
houd ik stil. Ik hoor mensen pra
ten, plat Zeeuws. Dicht tegen de
slootkant aangedrukt, blijf ik
even liggen luisteren.
„Kwamen de Engelsmans nu
toch maar gauw", hoor ik een
vrouwenstem zeggen.
„Als - ze maar niet verslagen
worden", antwoordt de doffe
stem van een man, „want dan
vrees ik dat de Moffen verschrik-
kelyk te keer zullen gaan"
Uiterst behoedzaam sluip ik
verder tot ik de woning een vijf
tigtal meters voorby ben. Nu is
voorzichtigheid de boodschap!
Staan de mensen met het gezicht
of met de rug naar my toe? Als
ik er maar even kans voor zie,
wil ik bij hen staan vóór ze my
hebben gezien.
Met enige moeite kruip ik de
sloot uit en ik zie nu voor de
woning een paar struiken staan.
Op miin buik schuif ik over de
grintweg en de struiken in het
tuintje houden mij verborgen
voor de mensen die daar staan
te praten.
Naderbij gekropen, zie ik door
de takken heen een vrouw met
de armen over elkaar in gesprek
met een man, die zijn handen
diep in zijn broekzakken heeft
gepropt. Er staat nóg een mans
persoon bij met zijn rug naar mij
toegekeerd. Ik constateer juist
met enige verwondering dat zijn
kleren hem buitengewoon slecht
passen als ik hem plotseling
hoor uitroepen: „Ach, wo bleiben
doch die Tommies
Met mijn geweer in de aanslag
en de vinger aan de trekker
spring ik te voorschijn. Ver
dwaasd kijkt de Mof mij aan en
automatisch gaan zijn handen de
hoogte in, nog vóór ik iets hoef
te zeggen.
„Ich habe keine Waffen rrfehr,"
stamelt hy
Ook de andere man heeft het
zekere voor het onzekere geko
zen en de handen opgestoken,
terwyl de vrouw mij als ver
lamd van schrik staat aan te ga
pen. Maar ze is gauw over haar
angst heen, want als ik de beide
mannen fouilleer, begint ze in
't sappigste Zuidbevelands uiting
te geven aan haar luidruchtige
blijdschap, dat de Tommies nou
toch werkelijk gekomen zijn.
Dat deze Tommy plat Zeeuws
praat, wil er by haar alleen niet
in.
„Dat heb ik in Temeuzen ge
leerd", zeg ik terloops, „en dat
verleer ik niet meer ook".
Op mijn vraaig aan de Duitser,
hoe hij aan die burgerkleren
komt, wijst de Duitser op zyn
gastheer.
„Geleend," licht hij mij in, „ik
wilde niet verder met de Duit
sers mee, want ik ben een Pool.
Mijn militaire kleding ligt in de
schuur."
De burgers stuur ik het huls ln
en de Duitser neem ik mee naar
de schuur, waar ik hem zijn sol-
datenpakje weer laat aantrekken.
Die Duitser mag dan een Pool
zijn, voor mij is hij een Mof, dus
een vijand.
Het granaatvuur is intussen in
hevigheid toegenomen. Mijn ge
vangene laat zich niet bepaald
van zijn dapperste zyde kennen.
Verscheidene keren gooit hy zich
plat op de dorsvloer neer en als
er een granaat zyn weg vindt
door het dak van de schuur, wil
de held zowaar in zyn onder
broekje aan de haal gaan.
„Nog zo een," jammert hy, „en
we gaan hier allemaal naar de
hel."
Al zyn smoesjes helpen hem
niets en ik spoor hem niet al te
vriendschappelijk tot meerdere
spoed aan.
Het is ergeriyk, dat die lui al
leen maar door bedreiging met
een kogel tot rede zijn te bren
gen.
Zo is het ook nu weer.
Zodra ik hem hard aanpak, be
gint hij haast te maken en weldra
staat hij als soldaat voor my.
Het was tot hem doorgedron
gen, dat hy alle kans liep om als
spion te worden doodgeschoten,
als ik hem in burgerkleren de
stelling had binnengebracht.
Nog vóór we de schuur verla
ten, neemt een granaat een hoek
van het dak en van een muur
mee. Ik vind de situatie niet erg
aangenaam
Van de achterzyde dringt ge
kerm tot mij door. De Duitser
voor mij uitdrijvend, ga ik op
onderzoek uit om te zien wat er
aan de hand is.
In de keuken van het aan de
schuur grenzende woonhuis ligt
een vrouw. Zy is zwaar gewond.
Een knaap zit bij haar. Het is
een wanhopige toestand. Ze kan
nu niet vervoerd worden en ik
kan helaas ook niets voor haar
doen. De achtermuur is uit het
huis geschoten en de omstandig
heden, waaronder zij hier ver
toeft, zyn allerhachelijkst.
„Ik lig hier al van gisteren,"
zegt de vrouw. „De dokter is al
bij mij geweest"
Met de gevangene vóór mij
aanvaard ik de terugtocht.
Wat wij in de schuur gehoopt
hadden aan te treffen, n.l. een
zender, was er niet. Dat is wel
enigszins 'n teleurstelling, want
het had ongetwyfeld een wen
ding in de stryd kunnen beteke
nen.
Maar ondanks het feit, dat de
granaten nog onafgebroken over
ons heen gieren, voel ik mij toch
opgelucht, dat het niet nodig is
gebleken de schuur en het huis
onder vuur te nemen, want dan
zou het voor de bewoners slecht
zijn afgelopen.
In de stelling fouilleert onze
luitenant de gevangen Duitser
nog eens grondig, maar iets van
belang vindt hij niet.
Dan wendt hij zich tot mij:
„Er is een ordonnans geweest
van majoor Southwood met de
opdracht, dat ik je zo spoedig
mogelijk terug moet sturen.
Maar ik zie dat je erg vermoeid
bent. Ik zal je twee van mijn
manschappen meegeven. Je com
pagnie is verplaatst en mijn
jongens zullen je er heen bren
gen".
Ik bedank de luitenant en langs
een grote omweg om buiten het
granaatvuur te blijven, belanden
wij bij mijn onderdeel, dat nu
aan de Schelleweg is onder
gebracht
Door middel van een ordon
nans is de majoor reeds op de
hoogte gebracht van wat er alle
maal gebeurd is. Hy is blij mij
terug te zien en blijkt zich tame-
lyk ongerust te hebben gemaakt
over mijn wegblijven.
Willem is direct Ibij mij en
zorgt voor thee met biscuits.
Van de majoor en de kapitein
verneem ik, dat alles in gereed
heid is gebracht om het hoofd
te bieden aan een Duitse tegen
aanval, welke men 's nachts ver
wacht.
Nadat de majoor de kapitein
nog even ter zijde heeft geroe
pen, gaat hy er in vliegende
vaart in een jeep .vandoor
De kapitein komt naar my toe
en deelt mij mede, dat ik die
nacht niet in de stelling mag
blijven. Ik ben veel te moe en ik
heb dringend rust nodig, oor
deelt hy.
Ik krijg een pas en moet mij
melden bij de achterhoede, dat is
op de boerderij waar we 's mor
gens vandaan gekomen zijn.
Daar tref ik mijn commandant
ook aan, die juist een korte con
ferentie heeft beëindigd. Hij stelt
mij voor aan een overste, die mij
amicaal op de schouders klopt
en een sergeant-verpleger op
dracht geeft goed voor mij te
zorgen.
Ik heb dan ook over niets te
klagen en ik kan krijgen wat ik
hebben wil.
Na een flink maal en een ver
sterkende dronk warme rum leg
ik mij ter ruste en val spoedig
in een diepe slaap
(Wordt vervolgd.)