Washington Atlantisch Pact wenst uitbreiding van van Retranchement De bevrijding van Zeeland Aanval op Zuid-Beveland en Walcheren SCHAAKRUBRIEK Botwinnik behoudt zijn titel Brits plan vindt geen instemming Gemeenteraad van Sas van Gent Een nieuw middel tegen malaria TERNEUZENAARS IN HET GEALLIEERDE LEGER TWEEDE BLAD Zaterdag 19 Mei 1951 Wilson over voorwaarden voor de bewapening Strooibiljetten in Madrid UIT HET VERLEDEN De verschepingen naar China lepressaille-terechtstelling van 20 Indo-Chinese gevangenen SLACHTOFFER VAN OVERVAL OVERLEDEN Ontploffing in een vuurwerkfabriek De Perzische oliekwestie GOEDKEURING VAN GRIEKENLAND EN TURKIJE VERZEKERD. De kans is groot, dat het Noord-Atlantische Pact binnen niet al te lange tijd een aanzienlijke uitbreiding zal ondergaan door de oonemine: van Griekenland 6n Turkije. In Washington is het besluit genomen een daartoe strekkend voorstel aan de overige leden van de NA.T.O. te doen. Dit moet vooral geschied zijn op aandrang van de Amerikaanse luchtmacht die grote waarde hecht aan het bezit van bases in Turkije Het leger, waarin bepaalde bezwaren bestaan tegen et verdere uitbreiding van Amerika's militaire verplichtingen in het buitenland zou er zich oorspronkelijk tegen hebben verzet, maa de argumenten van de luchtstrategen zyn be*, ten slotte zweken. voor Ongetwijfeld hebben de Ameri kaanse ministeries van Buiten landse Zaken en Defensie zich bij het nemen van hun besluit ook nog door andere overwegingen laten leiden. Waarschijnlijk zijn de Amerika nen teruggeschrokken voor de consequenties, welke het niet-op- nemen van Griekenland en Tur kije in de N.A.T.O. zou hebben. In dat geval zou men, daar de organisatie van de defensie van het nabije Oosten tot een dringen de noodzaak is geworden, zijn toevlucht moeten zoeken in een separaat, met betrekkelijk losse banden aan het Noord-Atlanti- sche Pact gebonden verdediging^- stelsel. Het Is bekend, dat de Britten voorstander zijn van een dergelijk pact, dat onder hun leidng zou moeten staan en dat zij de tot standkoming er van herhaaldelijk hebben geëist. Zij stelde daarbij, dat de orga nisatie van het Atlantisch Pact reeds ingewikkeld genoeg is en 'n uitbreiding er van tot het nabije Oosten de zaken volkomen on overzichtelijk zou maken. Dit laatste argument heeft ze ker indruk op Washington ge maakt en het is ook ernstig over wogen, maar om twee redenen besloot men het terzijde te schui ven. De eerste reden is, dat een se paraat defensiepact voor het na bije Oosten, wil men dit een breed genoeg fundament geven, ten minste enige Arabische staten on der haar leden zou moeten tellen. Gezien de uiterst labiele poli tieke en economsche toestand in de -|Arabische wereld, achten de Amerikanen het een riskante on derneming de Arabieren van gro te hoeveelheden moderne wapens te voorzien. Bovendien bestaat nog het ge vaar, dat verschillende Arabische landen, zo zij militair versterkt waren, opnieuw een oorlog tegen Israël zouden beginnen. De tweede reden, die de Ameri kanen afkerig heeft gemaakt van het Britse defensieplan voor het nabije Oosten, is de oude contro verse, die in dit gebied tussen En gelsen en Fransen bestaat. In Parijs volgt men de Britse pogingen om de uitsluitende cn opperste leiding n het nabije Oos ten te herwinnen, met het groot ste wantrouwen. Nog onlangs hebben Franse on derhandelaars de Britten onom wonden te kennen gegeven, dat hun regering zich met hand en tand zou verzetten tegen de uit voering van het Engelse plan om Syrië en de Libanon, waar cie Franse invloed nog altijd aanzien, lijk is, met Jordanië samen te smelten tot een Groot-Syriè, waarin zonder twijfel de Bmse invloed zou prevaleren. De Fransen zouden daarom ze ker ook niet hun enthousiaste medewerking geven aan de tot standkoming van een pact. dat de Britten tot de erkende leidere van het nabije Oosten zou maken. De Amerikanen echter kunnen de loyale medewerking der Fran sen in de Arabische wereld niet missen, al was het alleen maar met het oog op hun luchtbases in Marokko, Algerië en Tunis. Zjj willen daarom niets doen, dat de prikkelbaarheid, welke de Brits-Arabische politiek bij de Fransen wekt. nog zou verhogen. De vraag is' nu. of Washington de instemming van de overige N.A.T.O—lamden zal kunnen ver werven voor de opneming var Griekenland en Turkije in het At lantische Pact. De Scandinavische leden, in hoofdzaak op de beveiliging van hun eigen bedreigde positie bedacht, zullen er moeilijk warm voor te maken zijn. Op wat minder weerstand zul len de Amerikanen waarschijnlijk bij de Benelux-landen stuiten. Wat Griekenland en TurKije zelf betreft: deze landen willen niets liever dan in het Pact opge nomen te worden en hebben daar reed3 bij herhaling op aangedron gen. Blijft Groot-Brittannië. De Britten, in de laatste tijd toch al meer en meer gevoelig op 't punt van bum internationale prestige, zoals die zich nu al we ken en weken voortslepende dis cussies in de N.A.T.O. over de be noeming der maritieme bevelheb bers in de gebieden van de Atl. Oceaan en de Middellandse Zee 'bewijzen, zullen hun plannen ten aanzien van het nabije Oosten niet gemakkelijk prijsgeven. Maar nog afgezien van het feit, dat de wapens uit Amerika moe ten komen en de Amerikanen dus in ieder geval en sterke positie in nemen bezit Washington juist in die lastige onderhandelingen over de bevelvoering een moge lijkheid de Britten inschikkelijker te maken Tonen de Amerikanen zich te. gemoetkoimend ten aanzien van de Britse wensen by de berfoeming van commandanten in het Middel landse Zeegebied en het nabije Oosten, dan bestaat de kans, dat Londen bereid zal zijn, zijn inter nationale aspecten wat mulder hoog te spannen. De directeur van de diensten der Amerikaanse economische mobilisatie, Charles Wilson, is van mening, dat het voor de Ver. Staten noodzakelijk zal zijn, In dien zij hun herbewapeningspro gram willen uitvoeren, om de ar beidsuren aanzienlijk te verho gen, de productie van consump tiegoederen te verlagen en de be lastingen dermate te verhogen, dat zij de V. S. een jaarlijkse vermeerdering van inkomsten van enige tientallen milliarden verzekeren. Hij legde deze verklaring Don derdag af in een rede voor de sub-commissie van het Huis van Afgevaardigden, welke commis sie het begrotingsontwerp voor het belastingjaar 19511952 on derzoekt. In de Spaanse hoofdstad zijn door een „kettingsysteem" strooi biljetten verspreid, waarin de inwoners van Madrid er toe aan gezet worden op 22 Mei te pro testeren tegen de duurte van het leven. Voorts wordt de be volking verzocht op die dag geen gebruik te maken van de open bare transportdiensten, niet naar café's of vermakelijkheden te gaan en geen aankopen te doen. In de bladen worden lange hoofdartikelen gewijd aan deze strooibiljetten en wordt meer in het bijzonder het stakingsrecht behandeld. Het blad „ABC" her innert er o.m. aan, dat de sta king „in bepaalde omstandighe den kan worden beschouwd als militaire muiterij". Het blad „Ar riba" waarschuwt zijn lezers, dat degene die strooibiljetten ver spreidt, waarin tot staking wordt aangespoord, een vijand van Spanje is en als dusdanig moet worden behandeld". Toen Prins Maurits in 1604 vaste voet gekregen had op Ihet eiland van Cadzand aefhtte hij het gewenst, een sterkte te bouwen, diidht bij het historische plaatsje Terhofstede. Zijn plan werd door de Raad van State .goedgekeurd. Direct vin»' men aan met de aanleg van wallen, bastions en na het Twaalfjarig Bestand met het opwerpen van de schansen Oranje en Nassau. Aanvankelijk bestond de bevolking van het Retranchement Cadsandria zo werd de nieuwe plaats genoemd enkel uit soldaten. Daar het huursoldaten waren, hadden zij vrouw en kinderen Ibij zich. overgebracht, dat meestal op het Zwin bij Retranchement voor an ker lag. Tot grote ontsteltenis van de burgerij ibrak op dit schip even eens pest uit. Men wist maar al te goed, dat pest krijgen beteken de: aan pest sterven. Om nu zelf van de gevreesde ziekte verschoond te blijven, stak de burgerij- op zekere nacht, na rijp beraad, het wachtschip in brand. Zo zeker was men er van, dat de bemanning toch ten dode opgeschreven was. Of dit voorval historisch juist is. is niet met zekerheid te zeg gen. Een feit is het evenwel, dat de Retranchementenaas momen teel nog de scheldnaam „Mensen branders" dragen. J. A. H. Met 12 punten uit 24 partijen heeft Botwinnik zijn titel van we reldkampioen behouden. Wel een „narrow escape" dus! Na 20 partijen was er in de situatie van de match weinig ver anderd. Nog steeds had de wereldkam pioen met één punt voorsprong de leiding. Natuurlijk was de taak van de uitdager zéér zwaar gewor den, daar er in totaal 24 partijen werden gespeeld en Botwinnik aan een gelijk spel reeds genoeg had om in het bezit van zijn titel te blij ven. Toch begon de uitdager deze taak met succes door dé 21e partij te winnen. Deze 21e party volgt hieronder De politieke commissie der V. N. is Donderdag begonnen met het debat over de verschepingen naar Communistisch China. De Sowjet-Russische afgevaar digde Jacob Malik kondigde aan, dat de Sowjet-Unie elk debat over een wapenembargo voor China zou boycotten. Volgens Malik heeft de politieke commis sie niet het reeht een dergelijk embargo op te leggen. Alleen de Veiligheidsraad is bevoegd kwes ties van blokkade of embargo te behandelen, aldus Malik. Wit: Botwinnik Zwart: Bronstem. Konings- Indisch. 1. d2d4, Pg8—f6; (De ope ningszet waarmede Bronstein reeds enkele malen succes boekte en ook thans weet Botwinnik geen goed speelplan te vinden). 2. c2c4, d7 d6; 3. Pblc3, (Vooral in deze opening komt de moderne schaak strategie goed tot uiting. De pion nen opereren vóór de paarden uit en biyven niet meer, zoals in de oude strategie, op hun basis). 3. e7e5; 4. Pglf3, Pb8 d7; (En niet naar c6 om de moge- ïykheid van het oprukken der zwarte c-pion te behouden). 5. g2 g3, g7g66. Lf 1g2, Lf8g7 7. o__o0; 8. e2e4, (Een agres sieve voortzetting met de bedoe ling een aanval tegen de zwarte koningsvleugel te ensceneren. Dit lukt echter niet). 8. c7c6; 9. h2—h3, Pf6— h5; 10. Lel—e3, Dd8—e7; 11. Pf3 h2, Kg8h812. Tfl—el, a7— a6; 13. a2—a3, Ta8—b8, (Zwart zoekt tegenactie op de damevleu gel en zyn opzet biykt de meeste levensvatbaarheid te bezitten. Men lette op het mooie werk van de b- pion, in combinatie met de zwarte cavalerie). 14. Lg2fl, Ph5—f6; 15. Ddl— d2, (Sprekend voor het karakter van de strijd is dat beide spelers de .spanning d4e5 laten voortduren). 15. b7—b5! 16. c4xb5, a6xb5; 17 Taldl, Pd7b6; 18. Le3h6, (Wit heeft weinig bereikt en ruilt daarom de goede zwarte loper). 18. Lg7 x h619. Dd2 x h6, Lc8e6 („Dan maar van mijn slechte loper een goede gemaakt", denkt zwart, En niet zonder succes). 20. Ph2—f3, Le6b3; 21. Tdl d2, Pf6d7; (De paarden gaan een lange, vermoeiende, doch succes volle „parforce"-rit ondernemen). 22. Dh6e3, Lb3c4; 23. Lfl g2 f7f6; 24. Td2c2, Lc4—b3, 25. Tc2e2, Pb6—c4; 26. De3— d3, Pc4a527. Te2—d2, Pd7 b6; 28. Dd3bl, Pb6c4, (Het is nu wel duidelqk dat de achterge bleven pion op b2 ongemerkt een zwak punt is geworden. De ma noeuvre van de zwarte loper naar b3 kan men nu pas goed bewonde ren. Welk een diep inzicht spreekt daaruit.) 29. Td2e2, b5b4! 30. a3xb4, Tb8xb4; 31. n3—h4, Pc4—b6; 32. Pc3a2, Lb3xa2; 33. Dblxa2, Pb6c4; 34. h4—h5, Tf8—b8! 35. h5 X g6, h7 x g6; (De pion op b2 is, onverdedigbaar geworden en wit staakt daarom zijn pogingen om de dame een actiever opstelling te verschaffen). 36. Da2—bl, Kh8—g7; 37. d4x e5, f6 X e538. Dbl—cl, Pc4xb2, 39. Del—c3, Pb2—a4; 40. Dc3— cl, Tb4c4; (Hier werd de party afgebroken en Botwinnik gaf zyn 41e zet onder enveloppe af.) De stand was als volgt: Zwart: Kg7, De7, Tb8 en c4, Pa4 en a5, pi. c6, d6, e5, g6. Wit: Kgl, Del, Tel en e2, Lg2, Pf3, pi. d4, f2, g3. By de hervatting bleek de party voor Botwinnik niet te houden. De stand was dus weer geiyk. Bron stein deed in de 22e party een greep naar de titel, door ook deze party te winnen. Uit de laatste twee partyen scoorde Botwinnik 1V4 punt, daarmee zyn totaal op 12 brengend. Juist genoeg om zyn titel te prolongeren! Een machtige prestatie van de wereldkampioen. Maar niettemin: een „narow escape". Franse en Vietnamese autoritei ten in Indo-China hebben een spoed-onderzoek" bevolen naar de .moord op een Franse Inspec teur van de veiligheidsdienst en de repressaille-terechtstelUng van 20 Indo-Chinese gevangenen. De inspecteur Victor Haasz werd in Dalat doodgeschoten en er werden eveneens 20 verdachte personen van de Vietminh.activi- teit, waaronder 6 vrouwen, als re- pressaille doodgeschoten. Het staatshoofd van Indo-China, Bao Dai, heeft majoor Tran Dinh Que van zijn post ontheven en voorlopig Jeannin, Frans politiek raadsman voor Zuid-Annam, in zijn plaats benoemd. Het waarnemend hoofd van de Franse politie in Dalat, HJenri Jummea, is geschorst. Het garnizoen stond zeer gunstig bekend. In oude boeken vindt men, dat het voor een groot deel aan de vesting Retranchement te danken is, dat het tegenwoordige Zeeuws- Vlaanderen bij Nederland geble ven is. Veel is er overigens van de be- i zetting niet hekend. In 1625 had het garnizoen te lijden van de pest. Deze vreselijke ziekte was zeer besmettelijk. Vaak liet hierbij een vierde deel van de bevolking het leven. De patiënten werden zo veel mogelijk in een zogenaamd pesthuis afgezonderd. Een pest- meester moest trachten de ziekte binnen beperkte grenzen te hou den. Het betreden van een door pest besmette buurt werd door een pestcordon verhinderd. De gevreesde ziekte heerste zeer lang in Retranchement. Er wordt vermeld, dat in 1631 een pesthuis van twee delen lengte werd gebouwd. Vele jaren later, in 1666, had het dorp er weer van te lijden. De commandeur, Johan Theodore Bauman, deelde de Raad van State schriftelyik mede. dat het garnizoen met een „zware koortse" was bezocht. Hy vroeg, welke maatregelen hij, moest ne men. De Raad van State gaf Het Vrije van Sluis opdracht ten spoe digste een ervaren pestmeester naar Retranchement te zenden. Commandeur Bauman werd ge machtigd voor de zieken „een be kwaam logement" te bereiden in het fort Berchem. Retranchement had in die tijd dirie forten, te weten: Onanie, Nassau en Berchem. Dit laatste was plm. 1643 aan gelegd ter beschermng van het gehucht Terhofsteden. Hoewel Berchem afgegraven is. zijn de resten op een wei toy de zoge naamde Driekoker nog duidelgk te zien. Hoeveel slachtoffers de pest in die jaren te Retranchement geëist heeft is ons niet bekend. Wel weten we, dat in het nabu rige Sluis in 1666 zes honderd achc en vijftig personen aan deze vre selijke ziekte stierven, namelijk 290 burgers en 368 soldaten. Wel licht telde Retranchement even eens grote verliezen. Het grote aantal personen, dat in genoemd jaar aldaar in de kerk werd be graven, wijst daar wel op. In 1681 werden de soldatenba rakken gesloopt en verkocht, daar de tractaten bezetting van de vesting niet langer toelieten. De troepen werden op een wachtschip De '50-jarige Amsterdamse eige naar van een groothandel in man den, riet e.d., de heer J. Mulder, die Vrijdagavond 27 April werd neergeslagen en bewusteloos te Amsterdam is aangetroffen is in het ziekenhuis overleden. De recherche heeft hem niet kunnen horen. Het onderzoek heeft nog niet tot klaarheid gebracht, wat er die avond in het kantoor is gebeurd. Tengevolge van een reeks ont ploffingen in een vuurwerkfa briek te Alagoa Grande in Noord-Brazilië zijn negen per sonen om het leven gekomen en vijftien gewond. Dit ongeval deed zich Maandag voor, doch door de slechte verbindingen bereikte het bericht eerst Donderdag Rio de Janeiro. Zes uur lang zonder onderbre king duurden de ontploffingen, waardoor van buiten af geen hulp kon worden geboden. De fabriek is geheel verwoest. De afgevaardigde Zadeh heeft in de Perzische Kamer ver klaard: „Engeland kan ons met wat parachutisten niet bang ma ken; het vergist zich als het denkt van Perzië een tweede Korea te kunnen maken." Hij waarschuwde dat, als parachutis ten zouden worden ingezet, een derde wereldoorlog niet te ver mijden zou zijn. Voorts zei Zadeh, dat Perzië niet hetzelfde land was als vóór de eerste wereldoorlog en dat Engelang niet zo sterk meer was als vroeger. Engeland moest be grijpen, dat Perzië niet meer kon worden geregeerd door dictatuur. In artikel 20 van de overeen komst van 1933, die volgens Za deh onder druk tot stand is ge komen, werd bepaald dat de olie- installaties aan Perzië zouden komen, hoe de overeenkomst ook zou aflopen. Nationalisatie was een manier om de overeenkomst te beëindigen. Perzië was de En gelsen niets schuldig. Er was geen sprake van onteigening, omdat 25 procent van de toekom stige opbrengst van de industrie zou worden gereserveerd voor de gegronde aanspraken van de oliemaatschappij Amerikaanse geleerden hébben een nieuw middel gevonden tegen malaria, dat naar hun oordeel be ter werkt dan de tot dusverre ge bruikte middelen kinine en atra- bine. Het nieuwe middel, dat nog geen naam beeft, „onderdrukt" de ziekte, maakt dus, dat de ver schijnselen, die kenmerkend voor deze ziekte zijn, achterwege blij ven. maar geneest de ziekte niet. Door de grote werkzaamheid van het middel kan het echter 'n waardevol wapen blijken by de bestrijding van een ziekte, waar aan 'naar schatting 500.000.000 mensen c*p de wereld ïyden. Het nieuwe middel is reeds op dieren toegepast, maar over de werking bij de mens zijn nog geen gegeven bekend. Bij de proefnemingen met het nieuwe middel hebben geleerden 8 jaar lang een speciale studie gemaakt van de wyze. waarop levende cellen zich vermenigvul digen. Door een nadere bestudering van de chemische reacties in de cellen waren zy in staat syntlie tisctae stoffen te maken, waarmee het ontstaan van bepaalde ziekten wordt vertraagd. Het nieuwe middel tegen mala ria is een van deze stoffen. De geleerden zijn van mening, dat het met 1 oumice (28.3 gram) van dit nieuwe middel, wanneer het iemand in kleine doses gedu rende 5 jaar of langer wordt toe gediend, mogelijk zal zijn te voor. komen dat de behandelde persoon malaria krijgt. Het nieuwe middel kan op een voudige wijze uit bijproducten van de chemische industrie worden vervaardigd Indien die resultaten ook bij de mens gunstig blijken te zijn. zul len enkele pharmaceutische fa brieken dit middel nog dit jaar in de handel brengen. Woensdagavond kwam de ge meenteraad van Sas van Gent by- een ter bespreking van de stich tingsvorm voor de exploitatie van het nieuwe zwembad. Voor deze vergadering was de raad voltallig opgekomen. De voorzitter zette de besprekin gen met het bestuur van de ver eniging tot exploitatie van een bad- en zweminrichting uiteen. Een advies van de vereniging was de stichting te doen bestaan uit 9 leden, n.l. 3 gemeenteraads leden, die de gemeente vertegen woordigen, 3 leden van de Bad- en Zweminrichting en 3 leden van de Zwem- en Poloclub „De Bruinvis1 Men meende dan alle betrokken partyen vertegenwoordigd te heb oen in de Stichting. De voorzitter deelt mede, dat men in Middelburg meende, dat het dagelijks bestuur van de ge meente er ook in vertegenwoor digd moest zijn, zodat B. en W. met het voorstel komen om de verhouding als volgt te bepalen: B. en W. (3), 2 gemeenteraads leden, 3 Bad- en Zweminrichting en 3 Bruinvis. De heer De Groff (P. v. d. A.) spyt het te moeten constateren, dat het advies van de raad niet is opgevolgd. De vorige maal heeft de raad uitdrukkelijk te kennen ge geven grotere bevoegdheden te wensen. Men heeft er zelfs een zwemvereniging bijgehaald en de raad is nu in de minderheid: 5 ge- meente en 6 particulier. De voorzitter antwoordt hierop, dat de raad niet minder bevoegd heden heeft. In het vorig ontwerp hadden B. en W. practisch alle be voegdheden, maar nu de raad en via de raad worden de bevoegd heden overgedragen aan de Stich ting. Waarom zouden we niet daar de krachten zoeken, waar ze te vin den zyn, n.l. bü de ideële zwem mers en by de sportzwemmers? In Middelburg was men tevre den, dat men voor zo'n groot ob ject de stichtingsvorm had gekozen en dat men zodoende de meest ca pabele personen in de stichting kan halen, maar in Middelburg was men van mening, dat het ge meentebestuur er in vertegenwoor digd moest zqn. Wat de financiële zijde betreft, heeft de raad de vol ledige bevoegdheden in handen, aangezien begroting enz. door de rad moeten worden goedgekeurd. De raad krygt niet de bevoegd heid om personeel te benoemen, maar de stichting. Dit is ook logi scher. Men moet vertrouwen heb ben in de mensen die de zaak gaan exploiteren. De heer Acke (Gemeentebelang) acht het niet nodig dat B. en W. in de stichting vertegenwoordigd zyn. Hij vindt dat het bestuur uit 9 per sonen moet bestaan (3 gemeente, 3 Bad- en Zweminrichting en 3 Bruinvis). De heer De Groff vindt dat de gemeente de meerderheid moet hebben in het stichtingsbestuur en zou de candidatuur van de gemeen te met 1 persoon willen uitbreiden ten koste van een candidaat van de Bruinvis. Wethouder De Maayer (KVP) voelt ook veel voor dit voorstel en weet nog niet met zekerheid te zeggen, hoe hy zqn stem zal be palen. De heren Scheffer (Gemeente belang en De Braai (Prot.) voelen meer voor het voorstel van de heer Acke. De voorzitter zet de zaak nader uiteen en drukt er vooral op, dat men in Middelburg het dageiyks bestuur in de stichting wil zien. By de artikelsgewyze behande ling van het ontwerp wordt het voorstel van B. en W. op enkele kleinigheden na aangenomen, zo dat het stichtingsbestuur voor het nieuwe zwembad zal bestaan uit de volgende groeperingen: B. en W. 3, ^Gemeenteraad 2, Bad- en Zweminrichting 3, De Bruinvis 3, totaal 11 personen. De heer Adam (P. v. d. A.) vraagt wanneer het stichtingsbe stuur wordt benoemd. De voorzitter denkt, nadat dit ontwerp G. S. zal zyn gepasseerd, dat is in de loop van de volgende week. De heer Scheffer vraagt wan neer het zwembad opengaat. De voorzitter deelt mede, dat dit op Zaterdag 16 Juni zal zyn. XI. Aan alle kanten slaan de grana ten in. De ontploffingen zijn niet van de lucht en op een gegeven ogenblik springt er vlak by de sloot een granaat uit elkaar, zo dat modder en slijk over mij heen spatten. Dekking zoeken is uitgesloten. De sloot, waar ik in gebukte houding doorstrompel, is de enige schuilgelegenheid in dit open en volkomen vlakke bouw land. Het heeft geen zin stil te staan of te gaan liggen. Zo diep mogelijk gebukt ploeter ik daarom verder door de mod der. Aan het eind van de foinnen- sloot spring ik in een onderdeel van een seconde over het land in een pas uitgegraven diepere afwatering,. Hier kom ik voor nog lastiger problemen te staan. Het water is tamelijk diep en reikt mij tot het middel. Boven dien is de bodem, hoewel hard, erg glibberig. Verscheidene hon derden meters zwoeg ik zo door en als ik eindelijk de weg bereik, ben ik haast geradbraakt. Deze tocht is vol gevaren, dat besef ik maar al te goed, maar ik weet, dat de luitenant my van de dijk met zijn kyker voet voor voet volgt en dat de jongens ge reed staan om by de minste ver dachte beweging los te branden. De afwatering loopt dood tegen een dam van naar schatting vier vijf meter breedte. Eer het tot me doordringt, ben ik er al over heen en laat ik me aan de andere kant in de sloot glijden, die langs de weg loopt. Vlak voor de arbeiderswoning houd ik stil. Ik hoor mensen pra ten, plat Zeeuws. Dicht tegen de slootkant aangedrukt, blijf ik even liggen luisteren. „Kwamen de Engelsmans nu toch maar gauw", hoor ik een vrouwenstem zeggen. „Als - ze maar niet verslagen worden", antwoordt de doffe stem van een man, „want dan vrees ik dat de Moffen verschrik- kelyk te keer zullen gaan" Uiterst behoedzaam sluip ik verder tot ik de woning een vijf tigtal meters voorby ben. Nu is voorzichtigheid de boodschap! Staan de mensen met het gezicht of met de rug naar my toe? Als ik er maar even kans voor zie, wil ik bij hen staan vóór ze my hebben gezien. Met enige moeite kruip ik de sloot uit en ik zie nu voor de woning een paar struiken staan. Op miin buik schuif ik over de grintweg en de struiken in het tuintje houden mij verborgen voor de mensen die daar staan te praten. Naderbij gekropen, zie ik door de takken heen een vrouw met de armen over elkaar in gesprek met een man, die zijn handen diep in zijn broekzakken heeft gepropt. Er staat nóg een mans persoon bij met zijn rug naar mij toegekeerd. Ik constateer juist met enige verwondering dat zijn kleren hem buitengewoon slecht passen als ik hem plotseling hoor uitroepen: „Ach, wo bleiben doch die Tommies Met mijn geweer in de aanslag en de vinger aan de trekker spring ik te voorschijn. Ver dwaasd kijkt de Mof mij aan en automatisch gaan zijn handen de hoogte in, nog vóór ik iets hoef te zeggen. „Ich habe keine Waffen rrfehr," stamelt hy Ook de andere man heeft het zekere voor het onzekere geko zen en de handen opgestoken, terwyl de vrouw mij als ver lamd van schrik staat aan te ga pen. Maar ze is gauw over haar angst heen, want als ik de beide mannen fouilleer, begint ze in 't sappigste Zuidbevelands uiting te geven aan haar luidruchtige blijdschap, dat de Tommies nou toch werkelijk gekomen zijn. Dat deze Tommy plat Zeeuws praat, wil er by haar alleen niet in. „Dat heb ik in Temeuzen ge leerd", zeg ik terloops, „en dat verleer ik niet meer ook". Op mijn vraaig aan de Duitser, hoe hij aan die burgerkleren komt, wijst de Duitser op zyn gastheer. „Geleend," licht hij mij in, „ik wilde niet verder met de Duit sers mee, want ik ben een Pool. Mijn militaire kleding ligt in de schuur." De burgers stuur ik het huls ln en de Duitser neem ik mee naar de schuur, waar ik hem zijn sol- datenpakje weer laat aantrekken. Die Duitser mag dan een Pool zijn, voor mij is hij een Mof, dus een vijand. Het granaatvuur is intussen in hevigheid toegenomen. Mijn ge vangene laat zich niet bepaald van zijn dapperste zyde kennen. Verscheidene keren gooit hy zich plat op de dorsvloer neer en als er een granaat zyn weg vindt door het dak van de schuur, wil de held zowaar in zyn onder broekje aan de haal gaan. „Nog zo een," jammert hy, „en we gaan hier allemaal naar de hel." Al zyn smoesjes helpen hem niets en ik spoor hem niet al te vriendschappelijk tot meerdere spoed aan. Het is ergeriyk, dat die lui al leen maar door bedreiging met een kogel tot rede zijn te bren gen. Zo is het ook nu weer. Zodra ik hem hard aanpak, be gint hij haast te maken en weldra staat hij als soldaat voor my. Het was tot hem doorgedron gen, dat hy alle kans liep om als spion te worden doodgeschoten, als ik hem in burgerkleren de stelling had binnengebracht. Nog vóór we de schuur verla ten, neemt een granaat een hoek van het dak en van een muur mee. Ik vind de situatie niet erg aangenaam Van de achterzyde dringt ge kerm tot mij door. De Duitser voor mij uitdrijvend, ga ik op onderzoek uit om te zien wat er aan de hand is. In de keuken van het aan de schuur grenzende woonhuis ligt een vrouw. Zy is zwaar gewond. Een knaap zit bij haar. Het is een wanhopige toestand. Ze kan nu niet vervoerd worden en ik kan helaas ook niets voor haar doen. De achtermuur is uit het huis geschoten en de omstandig heden, waaronder zij hier ver toeft, zyn allerhachelijkst. „Ik lig hier al van gisteren," zegt de vrouw. „De dokter is al bij mij geweest" Met de gevangene vóór mij aanvaard ik de terugtocht. Wat wij in de schuur gehoopt hadden aan te treffen, n.l. een zender, was er niet. Dat is wel enigszins 'n teleurstelling, want het had ongetwyfeld een wen ding in de stryd kunnen beteke nen. Maar ondanks het feit, dat de granaten nog onafgebroken over ons heen gieren, voel ik mij toch opgelucht, dat het niet nodig is gebleken de schuur en het huis onder vuur te nemen, want dan zou het voor de bewoners slecht zijn afgelopen. In de stelling fouilleert onze luitenant de gevangen Duitser nog eens grondig, maar iets van belang vindt hij niet. Dan wendt hij zich tot mij: „Er is een ordonnans geweest van majoor Southwood met de opdracht, dat ik je zo spoedig mogelijk terug moet sturen. Maar ik zie dat je erg vermoeid bent. Ik zal je twee van mijn manschappen meegeven. Je com pagnie is verplaatst en mijn jongens zullen je er heen bren gen". Ik bedank de luitenant en langs een grote omweg om buiten het granaatvuur te blijven, belanden wij bij mijn onderdeel, dat nu aan de Schelleweg is onder gebracht Door middel van een ordon nans is de majoor reeds op de hoogte gebracht van wat er alle maal gebeurd is. Hy is blij mij terug te zien en blijkt zich tame- lyk ongerust te hebben gemaakt over mijn wegblijven. Willem is direct Ibij mij en zorgt voor thee met biscuits. Van de majoor en de kapitein verneem ik, dat alles in gereed heid is gebracht om het hoofd te bieden aan een Duitse tegen aanval, welke men 's nachts ver wacht. Nadat de majoor de kapitein nog even ter zijde heeft geroe pen, gaat hy er in vliegende vaart in een jeep .vandoor De kapitein komt naar my toe en deelt mij mede, dat ik die nacht niet in de stelling mag blijven. Ik ben veel te moe en ik heb dringend rust nodig, oor deelt hy. Ik krijg een pas en moet mij melden bij de achterhoede, dat is op de boerderij waar we 's mor gens vandaan gekomen zijn. Daar tref ik mijn commandant ook aan, die juist een korte con ferentie heeft beëindigd. Hij stelt mij voor aan een overste, die mij amicaal op de schouders klopt en een sergeant-verpleger op dracht geeft goed voor mij te zorgen. Ik heb dan ook over niets te klagen en ik kan krijgen wat ik hebben wil. Na een flink maal en een ver sterkende dronk warme rum leg ik mij ter ruste en val spoedig in een diepe slaap (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1951 | | pagina 5