Unificatie van accijnzen
DE RIJKSBEGROTING 1951
DE MARSHALL-GELDEN
KOFFIEBON
UIT DE PROVINCIE
méér waard?
DE
ZWARTE VLEK
eerste:kamer
Binnenlands Nieuws
TWEEDE KAMER
Interpellatin in de Bel ische Kamer
De publieke en de diplomatieke tribune van de
Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers
waren geheel bezet, toen het liberale kamerlid Van
Glabbeke en Paul Henri Spaak (socialist) de regering
interpeleerden over de inbeslagneming van gelden,
die in het kader van de Marshallhulp aan Grieken
land waren toegewezen.
TERNEUZEN
BIERVLIET
GOES.
WESTDORPE.
AGENDA
Vragen over „De Wittenberg"
ONDER VALLENDE MAST f
GEDOOD.
In de vergadering van de Twee
de Kamer is gisteren andermaal
aan de orde geweest het wets
ontwerp tot unificatie van ac
cijnzen en van het waarborg-
recht.
Gestemd moest nog worden
over het amendement van de
heer C. van den Heuvel (A.R.),
mede ondertekend door leden
van V.V.D., C.H. en P.v.d.A. op
artikel 39 van de Waarborgwet.
In dit artikel wordt bepaald, dat
het verboden is andere voorwer
pen dan die, welke ingevolge de
bepalingen dezer wet worden ge
waarborgd of in België of Luxem
burg van staatswege van keur
merken zijn voorzien, onder de
aandacht van het publiek te
brengen met gebruikmaking van
de woorden edelmetaal, platina,
goud of zilver of op zodanige an
dere wijze, dat daaruit redelijker
wijze moet worden afgeleid, dat
die voorwerpen beantwoorden
aan de samenstelling van platina,
gouden en zilveren werken.
Het amendement beoogt dit I
verbod niet van toepassing te
doen zijn voor het aanduiden van
vergulde en verzilverde voorwer
pen met de woorden goud of zil
ver in verbinding met een eigen
naam of een andere benaming,
indien daaraan een door of van
wege de minister van Economi
sche Zaken goed te keuren aan
duiding wordt toegevoegd ten
blijke, dat de werken verguld of
verzilverd zijn.
Het amendement wordt ver
worpen met 38 tegen 34 stem
men. Tegen K.V.P., C.P.N., S.G.,
enige leden der C.H. en de heren
Gerbrandy en Roos jen (beiden
A.R.)
Het wetsontwerp wordt aange
nomen met 64 tegen 9 stemmen,
■die van C.P.N, en V.V.D.
TOESLAG OP DE PEN
SIOENEN.
De heer Van Sleen (Arb.)
beeft vervolgens enige vragen
gesteld aan de minister van Bin
nenlandse Zaken:
1. Kan de minister mededelen
tegen welke datum het reeds
meerdere malen aangekondigde
wetsontwerp inzake toeslag op
de pensioenen by de Tweede Ka-
.ner zal worden ingediend?
2. Is de minister, in aanmer
king nemende de grote nood
waarin de gezinnen van vele ge-
pensionneerden verkeren, niet
van oordeel dat met spoed dient
te worden ingegrepen en acht hij
het niet noodzakelijk, dat in af
wachting van de totstandkoming
van bovenbedoelde wet aan de
gepensionneerden een voorschot
wordt uitgekeerd?
De minister van Binnenlandse
Zaken, de heer Van Maarseveen,
zegt dat in Februari een wets
ontwerp gereed lag. Met het oog
)p de veranderde omstandighe
den is het thans weer aan het ge
organiseerd overleg voorgelegd.
Het is de bedoeling het spoedig
in te dienen.
Wat de tweede vraag betreft
zegt de minister, dat het ten
dringenste geboden is dat met
spoed wordt gehandeld. Dit mag
er echter niet toe leiden, dat an
dere belangen der gepensionneer
den in het gedrang komen. De
pensioenbetalende instanties zijn
nu al overkropt met werk. Als
men thans een voorschot zou
geven, komen andere werkzaam
heden in het gedrang. Het is niet
mogeliik thans een besluit inza
ke een voorschot te nemen. Meer
aanbeveling verdient het te stre
ven naar spoedige totstandko
ming der wet.
De heer Van Sleen (Arb.) vraagt
nader of de minister dan bereid
is de vraag aan de orde te stel
len, of het aanbeveling verdient
een voorschot te geven op het
driemaandelijkse pensioen om de
betrokkenen aldus te helpen.
De minister zegt, dat hij er
gelijkheid dat de Kamer nog wij-
ïgingen in de wet zou aanbren
gen.
INTERPELLATIE OVER
HET GRATIEBELEID.
De heer Stokvis (C.P.N.) heeft
verlof gevraagd de minister van
Justitie naar aanleiding van de
recente in vrijheidsstellingen van
oorlogsmisdadigers en politieke
delinquenten vragen te mogen
stellen over het door de regering
gevolgde gratiebeleid ten aan
zien van tot de doodstraf veroor
deelde oorlogsmisdadigers.
Op dit verzoek zal in de vol
gende openbare vergadering
worden beslist.
aan vrije medewerking. De minister '45 de koopkracht met 28 ge-
stelt een scherpe diagnose van onze daald en in Nederland met 30
financiële ziekte, maar geeft geen in dezelfde periode. Dit dient men
gaarne aan zou voldoen, maar de
pensioenraad is overladen met
werk. Bovendien bestaat de mo-
Advertentie).
Heft Hoofdbedrijfschap voor Ak
kerbouwproducten iheeft 'bekend
gemaakt dat de bon No. 504,
igemeen geldig zijn verklaard
.'oor 125 gram koffie, het gebrui
kelijke rantsoen voor 6 weken.
De Nederlandse huisvrouw is er
al aan gewend' geraakt dat zij
moet goochelen met het - helaas
niet al te ruiime - koffierantsoen.
En, door ondervinding wijs ge
worden, besteedt zij haar bonnen
mdt de grootste zorg. Zij koopt
niet een willekeurig merk: Neen
boor, geef mij maar Niemeijer's
Paarsmerk, dan ben ik zeker van
een heerlgk aroma en een krach
tige af schenk. En bovendien
spaar ik de waardepunten voor
het prachtige „Safira" tafelbe
stek. Dat extraatje laat ik mij
niet ontglippen''!
Ook U kimt nu dubbel genieten
wanneer U Niemeijer's Koffie en
Thee gebruikt. Altijd constante
kwaliteit: de ibeste! En met Nie
meijer's waardepunten ikomt U
gaandeweg, zonder kosten, in het
bezit van het ,,Safira"-tafelhe-
stek; vlekvrij door_en-door.
Een briefkaartje aan: Niemeijer,
Groningen, en de geïllustreerde
geschenken-lijst wordt U gratis
toegezonden.
De heer Van Glabbeke maakte
gewag van de commentaren in
sommige kranten van de rechtse
pers waarin werd gesproken van
een samenspannen tussen politici
en, financiële persoonlijkheden.
Spr. wees er op, dat de rege
ring' er reeds in Nov. 1950 van op
de hoogte was, dat de „Soco-
üeige" het voornemen had in ver
band met een uit 1925 daterende
Griekse schuld beslag te doen
leggen op de 7 millioen dollar, die
waren gedeponeerd bij de Natio
nale Bank van België en die in
het kader van de Marshall-hulp
waren toegewezen voor de aan
koop in België van voor de op
bouw in Griekenland noodzake
lijke producten. De Griekse re
gering had bij herhaling laten
weten, dat het hier Marshall gel
den Ibetrof. De Belgische rege
ring bood haar bemiddeling aan
in het conflict, doch de toestand
verscherpte, toen op 6 Februari
het hoofd van de E.C.A.-missie
te Brussel een nota indiende,
waarin werd verklaard dat een
inbeslagneming der gelden zou
worden beschouwd als onvere
nigbaar te zijn met de verplich
tingen, die door België waren
aangegaan in het kader van de
Europese betalingsunie. In haar
antwoord deelde de Belgische
regering mede, dat zij zich alle
rechten voorbehield om de „Soco-
belge" te steunen in het proces,
dat aanhangig was gemaakt voor
de burgerlijke rechtbank te Brus-
elffier heeft de regering, aldus
Van Glabbeke, de grootste poli
tieke fout gemaakt in deze af
faire. een fout die later door een
onthouding van deelneming aan
het proces niet meer werd goed
gemaakt.
Spr. (betreurde het, dat de rege-
ping rekening heeft gehouden
met het Amerikaanse standpunt
anderzijds verklaarde hij het niet
eens te zijn met de rede, die de
Amerikaans ambassadeur tijdens
een diner van het Vlaams Econo
misch Verbond heeft gehouden
en die hij zeer onredelijk noemde.
Na er op gewezen te hebben,
dat deze rede door de Amerikaan
se pers een waarschuwing aan
België was genoemd, riep hij uit:
„Wij zijn in een vrij land en laten
ons niet balkaniseren".
Volgens Van Glabbeke had de
regering het algemeen belang
moeten stellen boven iedere an
dere overweging. Zij had de be
langen van de „Socobelge
slachtoffer van een vreemde
staat, evengoed op diplomatiek
terrein k"unen verded'gen.
Op 23 Februari richtte ambas-
sadeur Murphy oen vertrouwe
lijke nota aan de Belgische rege-
ring. In deze nota werd de
regerine-Pholien er openlijk van
beschuldigd partij te hebben ge
kozen in d°ze affaire t»n gunste
van de „Socobelge". Bovendien
werd de regering bedreigd, dat
zjj een gedeelte van de voorwaar
delijke hulp, waarvan zij had ge
noten in 1949 en 1950, zou moe
ten terugbetalen en voorts een
vermindering van de Amerikaan
se hulp voor 1951 zou moeten
verwachten.
Hoewel Van Glabbeke de Ame
rikaanse pressie veroordeelt was
hij van mening, dat een dergelijk
dreigement van de zijde van een
bevriend land als de V. S. duide
lijk aantoont, hoe onvergeeflijk
de fout is, die de regering heeft
begaan.
De volgende interpellant, Paul
Henri Spaak (soc.), beschouwt
de fouten, die door bepaalde mi
nisters werden begaan, van dien
aard, dat moeilijk is aan te ne
men, dat de gehele regering
hiervan niet op de hoogte was.
Spaak was dan ook van oor
deel, dat de C.V.P. niet langer de
ministers van de homogeen-
katholieke regering kon blijven
steunen. Het had de regering
aldus de oud-premier, van den
beginne af aan duidelijk moeten
zijn, dat het onmogelijk was, gel
den in beslag te nemen die voort
vloeiden uit de Marshall-hulp. In
dit verband las hij een nota voor
van 27 Januari 1951 van de ver
tegenwoordiger van België bij de
Europese betalingsunie, An-
siaux, waarin deze onderstreept,
dat de Verenigde Staten Grieken
land financieel volledig steunen
en alle buitenlandse valuta, waar
over Griekenland beschikt, van
Amerikaanse credieten afkomstig'
zijn. Dit was o.a. het geval met
de fondsen, die aanwezig waren
bij de Belgische banken en die
onder controle van de E.C.A. in
Athene bestemd waren voor het
herstel van Griekenland. Spaak
verweet de regering, de dag nadat
de Verenigde Staten hadden ver
zocht bij te dragen tot een min
nelijke regeling van het conflict,
de „Socobelge" te hebben ge
steund tijdens het proces voor de
rechtbank. Dit was een echte
uitdaging, zo "betoogde hij, want
zonder de Amerikanen op de
hoogte te stellen, werd precies
tegenovergestelde gedaan van
wat werd verlangd. Spaak 'oe
lichtte vervolgens de handelwijze
van verscheidene Belgische maat
schappijen, die na de blokkering
van 7 millioen dollar door de
„Socobelge" hun contracten voor
de levering van electrisch mate
riaal aan de Griekse regering
eenvoudig' hebben opgezegd.
Daar de Griekse bestelling was
gedaan in een periode, waarin de
noteringen nog laag waren, heb
ben deze maatschappijen door 't
annuleren van de contracten
thans dit materiaal elders van de
hand kunnen doen voor een be
trag van 700 millioen francs
i.p.v. 400 millioen frs., die door
de Grieken betaald hadden moe
ten worden.
De regering had deze unfaire
manier van handelen, aldus
Spaak, nimmer mogen toelaten
De minister van Buitenlandse
Zaken, Paul van Zeeland, wees
op een uitspraak van Spaak, vol
gens welke in deze aangelegen
heid sprake zou zijn van een
samenzwering tussen een politi
cus en de financiële wereld.
Het is duidelijk" zo merkte
Van Zeeland op, „dat Spaak mij
hiermee bedoelde.
Indien men van oordeel is, dat
een dergelijke samenzwering be
staat, moet deze echter elders
dan bij mij worden gezocht. Ik
heb niets meer uitstaande met de
maatschappijen, waarvan ik deel
uitmaakte, vóór ik in de regering
trad". Op een vraag, of dit ook
gold voor de buitenlandse maat
schappijen, antwoordde Van Zee
land, dat al zijn buitenlandse deel
nemingen weliswaar nog niet z|jn
geannuleerd, doch hij zich niet
langer actief met deze zaken be
zighoudt. „Ik heb er genoeg van",
zo verklaarde hij tenslotte, „dat
ik mijn eer nogmaals in het pu
bliek moet verdedigen en ver
trouw op het gezonde oordeel der
Belgische bevolking over deze
persoonlijke aanvallen, die voort
durend op mij worden gericht".
Van Zeeland werd na zijn verkla
ring langdurig door de rechter
zijde toegejuicht.
De eerste minister Pholien, die
vervolgens het woord voerde,
deelde mede, dat hij tijdens zijn
verblijf in de Vqrenigde Staten
pas uit de persberichten had ver
nomen, welke beslissing de E.C.A.
had genomen ten aanzien van de
inbeslagneming.
Over de leveranties van produc
ten der Belgische industrie aan
Griekenland verklaarde de eerste
minister, dat voorzover hij weet-
geen enkel contract is geannu
leerd.
Hij wees er tenslotte op dat hi,
tijdens zijn bezoek aan de Ver
enigde Staten heeft kunnen con
stateren, dat België daar zeer veel
goodwill heeft. Hij was van oor
deel, dat de Belgische belangen
niet gediend zijn door de interpel
ln de avondvergadering betoogt
de heer Pollema (C.H.U.), dat
het politiek beleid in hoge mate
het wel en wee op financieel ge
bied bepaalt. Het Indonesische
drama werkt na in onze finan-
cieel-economische situatie, al
vindt men deze oorzaak zelden
genoemd.
De Minister is op zichzelf niet
verantwoordelijk voor deze situa
tie. Elke bewindsman in de na
oorlogse toestand zou grote cri-
tiek hebben gehad. Deze Minis
ter is geen socialist in de vóór
oorlogse betekenis van 't woord.
Toch is zijn beleid financieel-
dirigistisch en daarom komt hij
zo vaak in conflict met zijn col
lega Van den Brink.
Ook staat hij wel eens tegen
over zyn eigen partijgenoten.
Het is een treffende bijzonder
heid dat de meeste wetsontwer
pen van deze minister met over
grote meerderheid door beide
Kamers zijn aangenomen. Wel
een bewijs dat zijn beleid vertrou
wen geniet. In het algemeen
staat sprekers fractie dus met
veel begrip tegenover het beleid
van minister Lieftinck. „Dit stel
len wij voorop als wij critiek uit
oefenen", aldus spr.
De economische toestand is
uitgesproken slecht, niet alleeh
feitelijk maar ook en dat is
het ergste in zijn perspectie
ven.
Ook al blijft een oorlog ons
bespaard, dan nog zullen wij een
■zware tyd tegemoet gaan. Ons
volk ziet nog steeds niet de volle
werkeliikheid. De minister is
hieraan niet geheel onschuldig.
Huiveringwekkend is het te
kort op onze betalingsbalans. Na
Duitsland is onze positie in de
Europese betalingsunie 't meest
hopeloos. Er is geen enkel licht
punt. Het is eerder tijd voor een
financieel directorium, dat de
teugels in handen neemt met in
stemming van alle partijen dan
dat deze minister alleen voort
gaat.
Spreker is van mening dat de
tegenwaarde Marshall-dollars
beter had kunnen worden ge
bruikt voor aflossing onzer
schulden dan voor de interne
financiering van ons tekort. Dan
zou onze gulden thans sterker
zijn.
Er is voorts geen overeenstem
ming tussen de beide laatste
maatregelen, n.l. disconto-verho
ging van de Nederlandse Bank
en de uitschrijv'ng van 'n staats
lening. Spr. vraagt hoe het zit
met de meningsverschillen tussen
de minister en de directeur van
de Nederlandse Bank, waarover
sommige dagbladen hebben ge
sproken.
Onze positie in de E.B.U. is zeer
zwak. Wij hebben bijna geen
crediet meer. Spr. vreest, dat
wij op den duur tot invoerver
boden zullen moeten overgaan.
Onze slechte betalingsbalans eist
krachtig ingrijpen. Consumptie
beperking is! hierbij het eerst
nodig, méér nog dan beperking
van de investering.
Militaire kracht kunnen wij
niet opbrengen. Wy moeten Ame
rika duidelijk zeggen, dat wij met
in staat zijn op militair gebied te
doen wat van ons wordt ver
wacht, zo besluit de heer Pollema
(A. R.).
Hierna wordt de vergadering
verdaagd tot Woensdag.
kapitaaltje op te bouwen, om later schreven. Men tracht hierdoor no-
van de rente daarvan te leven, is deloos onrust en defaitisme te wek-
geheel veranderd. Over de budge- ken", aldus spr. „De daling van de
taire positie zegt spr., dat onze na- koopkracht van de gulden van 1937
tionale schuld de dertig milliard 1950 was in Nederland van 100
nadert. Het budgetaire beeld zal tot 40,2; in België daalde de koop
volgend jaar nog ongunstiger wor-kracht van 100 tot 26,2; in Frank-
van 50 millioen geliquideerd, fta
het verlenen van de Marshallhulp
heb ik by herhaling betoogd, dat
wy zo snel mogelijk moesten trach
ten weer op eigen benen te staan
Wel hebben wij dank zij de Mar
shallhulp veel geïnvesteerd en heb
ben wij daardoor onze wederop
bouw belangrijk versneld. Mee
kan hierin een besparing voor de
toekomst zien.
Het is niet te bewijzen, dat wp
de Marshallhulp dus verkeerd ge
bruikt hebben. Ook kan men dit
alles moeilijk bestempelen met „pot
vuigciiu jaai nug unguimugct wwi - wuwn Jw vprfprpn"
den. Het betalingsbalans-tekort rijk tot 4,2; in Engeland tot 53 en •- d financiële ia-
wordt. niet systematisch ingeperkt, in de Verenigde Staten tot 57,5. vln(Ej van de SOuvereiniteitsover-
Teveel wordt hierin overgelaten In de Verenigde Statenis sedert
i„4 /lot rl i a QTO»
dracht zegt de minister, dat de ge
beurtenissen in Indonesië inder
daad, zoals de heer Pollema had
therapie aan. Als de ontwikkeling te bedenken, als men over de „ont- 2e ff^aricille bescli ou wfngen. 'üe op!
zo doorgaat, zal blyken dat wy ook waarding van de gulden spreekt ^0^wavan de expeditionnaire macht
in de militaire sector verpliclitin- Het is onjuist, zoals de heer De Indonesië heeft ettelijke mil-
gen op ons hebben genomen, die Wilde zeide, dat de particuliere d eekost Daarbti is 2 milliard
vij niet kunnen nakomen. Investe- banken zoveel beter hebbengefi- "arden gekost Daarpp is zimuum.
ringstoezieht en andere ingrijpende nancierd dan de Nederlandse Bank. aan Indonesië kwyt geschokte*.
maltregelen kunnen alleen redding De Ned.. Bank heeft niet inflatoir Sjeest doofde consequenties^
hi-enp-en. gefinancierd, hetgeen vele banken r Jijr>.
brengen
DE MINISTER SPREEKT.
Minister Lieftinck antwoordt, dat
het financiële beleid ten nauwste
samenhangt met het algemene po
litieke beleid van het kabinet.
„Men zegt", aldus de minister,
„dat ik geen critiek kan verdragen.
Als dat waar was, zou ik al lang
geëmigreerd zijn". „Ik heb er ech
ter bezwaar tegen te worden aan
gevallen op een demagogische wij
ze of wanneer mij bedoelingen in
de schoenen worden geschoven, die
ik niet heb. Ik doel hierbij op de
wijze waarop van bepaalde zijde de
waarde van de gulden wordt be-
gefinancierd, hetgeen vele banken
wèl hebben gedaan. Er wordt soms
ook te luchthartig gesproken over
de aanwas van onze staatsschuld.
Spr. toont dit aan de hand van de
cijfers aan en concludeert, dat in
werkelijkheid de staatsschuld se
dert 1946 niet gestegen is van 18
lot 26 milliard.
Tot April 1948 moesten wij het
stellen zonder de schenkingen van
de Marshallhulp. In de jaren 1945
en 1946 hebben wij inderdaad inge
teerd op onze reserves.
Vele houders van Amerikaanse
effecten hebben vrijwillig hun
effecten verkocht. Aan staatseffec-
ten in dollars is slechts een bedrag
REPATRIëRENDE
MILITAIREN.
Met het troepentransportschip
„New Australia", dat op 7 April
uit Soerabaja is vertrokken en
vermoedelijk op de 29e April te
Amsterdam aankomt, zullen de
volgende militairen repatriëren:
Res. 2e luit. I. W. Provoost;
korp. A. Hamelink; sold. A. Sor-
ber allen te Terneuzen; sold. P.
H. Pijcke te Hoofdplaat (Num
mer Een) en sold. A. Verplanke
te Axel.
Vernielzucht.
In de nacht van Dinsdag op
Woensdag keerden enige opvaren
den van het in het tweede dok lig
gend Duits stoomschip „Lothar
574" naar boord terug, waarbij zij
bij de groentenhandelaar R. Dees
op de Baandijk hun vernielzucht
botvierden.
De politie heeft de daders opge
spoord, die daarna de aangerichte
schade hebben vergoed.
V erkeersongeval.
Gisternamiddag omstreeks kwart
voor vijf liep het 5-jarig dochtertje
van dokter Van Breda Vriesman op
de Herengracht tegen de voorbijry
dende auto van de heer S. van Hoe
ve, oud-burgemeester van Zaam
slag, waardoor het meisje een lich
te hoofdwonde bekwam.
Vergadering van Woensdag.
Woensdagmorgen besprak de
heer Van der Kieft (Arb.) het te
kort op de betalingsbalans, hetwelk
hij een groot gevaar noemt. Hy
vraagt of de „productievoorschrif
ten", welke zijn aangekondigd in
de regeringsverklaring van 17
Maart j.l., al zijn gegeven en hoe
de invloed hiervan op de betalings
balans zal zyn.
De spaargewoonten zyn volgens
spr. totaal veranderd. Men spaart
tegenwoordig geheel via de levens
verzekeringsmaatschappijen en de
oude gewoonte om een particulier
ke.
De heer Van Glabbeke ver
klaarde dat de uiteenzettingen
der ministers naar zijn oordeel
beneden iedere verwachting zijn
gebleven.
Nadat nog verscheidene andere
sprekers het woord hadden ge
voerd, werd de vergadering na
- een debat van bijna 7 uur geslo-
laties van Spaak en Van Glabbe- ten.
Ongeval.
De heer J. Wisse alhier kwtam
meft zrjn fiets zo ongelukig te
vaUen, dat hij' in het St. Antho.
niuis gasttuuis te Oostburg voor 'n
schouderfractuur (behandeld moest
worden.
Stier losgebroken.
Slager M. M. allhier had een
stier aangekocht, die geslacht
moest wonden.
Doordat het eerste schot niet
goed raak was, zag de stier kans
om uit te breken waarbij hij en
kele schuttingen en omheiningen
van tuinen; die achtet" de slagerij
aan de Singel lagen vernielde.
Het woedende dier (bleef voor de
omheining van de Singel liggen,
waar een der andere (Biervlietse
slagers hem het genadeschot gaf.
Kleuters Haken-In.
Op de Chr. Kleuterschool te
Biervliet is een actie 'begonnen
voor de kankerbestrijding.
Alle kleuters kregen van de on
derwijzeressen een spaarpotje mee
naar huis.
Met deze spaarpotjes maken ze
nu het dorp onveilig, doch voor
het goede doel wordt er graag
wat geofferd.
Boerderijen ln de Zuld-Sloe-
polder.
Ln een te Goes gehouden verga
dering van de provinciale com
missie van de Stichting voor de
Landbouw lis gespibken over de
bedrijfsgebouwen in de Zuid-S-loe-
pold'er.
Er zullen hier 10 akkerbouwbe
drijven van elk ruim 30 Iha worden
gevestigd en 11 fruitteeltlbedrijven
van elk 4 tot 12 ha groot.
Met de bouw van deze bedrijven
en van de bijbehorende arbeiders
woningen zal nog dit jaar worden
begonnen.
De bedrijven wortdten van het
type, dat ook in de Noordoostpol
der wordt gezet, n.l. woning en
schuur apart.
Over de uitgifte is nog niets 'be
kend.
Verder werd gesproken over
het kanaalplan GentTei(nett-
zen. Dit plan, zo werd meege
deeld, zal de Zeeuwse landbouw
zeker 200 ha goede cultuVir-
grorul kosten.
De georganiseerde landbouw wil
hierin zeggenschap hebben. Over
het streekplan Walcheren zal op
korte termijn 'n bespreking met
Ged. Staten worden gehouden.
In deze vergadering werd afscheid
genomen van de secretaris Ir. J.
D. Dorst, die tot provinciaal voed-
selcommissaris in Zeeland is be
noemd.
Zijn opvolger, de heer P. de
Kaan, werd geïnstalleerd.
Bouw zuiveringsinstallatie.
In het gemeentehuis is aan
besteed de gedeeltelijke bouw van
een installatie voor zuivering
van rioolwater.
Voor het bouwkundig gedeelte
was hoogste N.V. Kortewegs
Bouwmij, Breda, met 258.800;
laagste N.V. Lindenberg, Vlissin-
gen, met 246.000.
Voor het mechanische gedeelte
was hoogste Fa Gildens, Hel
mond, met ƒ111.850, laagste Fa
W. Hubert en Co., Sneek. met
76.350.
50-Jarige echtvereniging.
Gisteren herdacht het echtpaar
H. Beulens—Begijn onder grote be
langstelling de dag, waarop het
vóór 50 jaar in het huwelijk trad.
Reeds vroeg in de morgen was de
woning fraai versierd. In de kerk
werd een H. Mis uit dankbaarheid
opgedragen. Na de Mis werd hun
namens de buurt door de heer A.
de Bock een tweetal fauteuils aan
geboden. Velen, onder wie de Zeer-
eerwaarde heer Pastoor en burge
meester G. van Waes, kwamen in
de loop van de dag hun gelukwen
sen aanbieden. Des avonds bracht
het muziekgezelschap een serenade
en terwijl de familie het feest in
intieme kring voortzette, vierde de
buurt het feest mee in een naburig
café.
de souvereiniteitsoverdracht. De
minister herinnert aan de repatrië
ring van de K.L., de kosten van
het K.N.I.L. en een lening aan In
donesië van 200 millioen. Ook dit
jaar zijn er grote uitgaven voor re-
patriërenden, Ambonnezen enz.
Dit alles dient men in aanmer
king te nemen bij de beoordeling
van het financiële beleid.
Spr. bestrijdt de mening van de
heer De Wilde, dat de grote moei
lijkheden reeds aanwezig waren
vóór de oorlog in Korea. Het te
kort op de betalingsbalans is van
1947 tot en met 1949 steeds minder
geworden. Het beeld van onze be
talingsbalans is beïnvloed door de
devaluatie van Sept. '49 en voorts
door de voortgaande liberalisatie
van het handelsverkeer, maar het
grote tekort is pas ontstaan door
de plotselinge stijging van de vraag
op de internationale goederen
markt na de oorlog in Korea. Deze
schok moest worden verwerkt en
het lijkt er op, dat een dergelijke
schok zich niet spoedig zal herha
len.
Zonder Korea zou, aldus de mi
nister, wel een lichte stijging van
het tekort van 1949 op 1950 zyn op
getreden, doch dit zou gemakkelijk
overwonnen zijn. Het grote tekort
is inderdaad ontstaan door Korea.
Een scherpe investeringscontrole
heeft 's ministers volle sympathie,
maar hij heeft zijn opvattingen
hieromtrent nooit kunnen doorvoe
ren wegens de politieke tegen
stand. De nieuwe noodmaatregelen
op financieel gebied zijn eerder
vertraagd dan versneld door de ka
binetscrisis.
In antwoord op de opmerkingen
van de heer Regout zegt spr., dat
de P.T.T. een der zwaarst getrof
fen bedrijven was door de bezet
ting. Na de oorlog was dus nodig
het herstel maar tevens het inhalen
van een grote achterstand. Deze Is
nog niet ingehaald. Nog ongeveer
60.000 gegadigden wachten cyn oen
telefoonaansluiting. Ook de spoor-
wegen waren zwaar getroffen. De
herstel taak bood tevens een gunsti
ge gelegenheid tot modernisering.
Het zou oneconomisch zijn geweest
alleen maar een herstel in de oude
vorm na te streven.
De twijfel die is uitgesproken
over een efficiënte besteding van
de gelden voor defensie kan de mi
nister begrijpen en tot zekere hoog
te ook delen.
In de naaste toekomst zal hierin
aanmerkelijke verbetering te con
stateren vallen.
De minister van financiën is ver
antwoordelijk voor het uitschrijven
van staatsleningen, de directeur
van de Ned. Bank voor de disconto
verhoging. Wij plegen deze verant
woordelijkheden duidelijk gesehei
den te houden. Het samenvallen
van beide maatregelen was een on
gelukkig toeval. Ik zelf was nog
niet overtuigd, dat discontoverho
ging noodzakelijk was, toen de
staatslening werd uitgeschreven.
Vlak daarop meende de directeur
van de Ned. Bank echter tot cre-
dietbeperkingsmaatregelen te moe
ten overgaan.
Spr. heeft het vermoeden, dat de
staatslening meer succes zou heb
ben gehad, indien zij een paar
maanden eerder was gekomen. De
kabinetscrisis heeft ook hierin on
gunstig gewerkt. Toch hebben wfl
voor 56 millioen aan vrij geld ge
kregen.
Over onze positie in de Europese
betalingsunie zegt spr., dat wfl bij
zondere nadelige gevolgen onder
vinden van de Duitse positie. Als
dit blijft duren, kan de regering ge
dwongen zfjn andere maatregelen
te nemen .Aan de voorbereiding
daarvan wordt gewerkt.
Tenslotte spreekt de minister
over de positie van de betalingsba
lans en antwoordt aan de heer Van
de Kieft, dat cijfers over productie
verhoging na de jongste reeerings-
verklaring uiteraard nog niet zfln
te geven.
Na korte replieken werden de al
gemene financiële beschouwingen
gesloten.
TERN EUZE1N
Pays Bas". 8
Z. V. U.
MORGEN:
Hotel „Des
uur: Lezing
Roman
door
NIEK VAN DER ZWAAN.
58) Nadruk verboden.
Ze gingen terug naar het kan
toortje van Miep. Het meisje ging
achter haar bureau zitten en be
keek de post, die zo juist was ge
komen. Schrijlings over de leu
ning van een der stoelen gezeten,
keek hij haar aan.
Zo, kameraad," zei hij op har
telijke, maar tevens ernstige
toon, „nu gaan we samen verder
om ons bedrijf groot te maken.
Wat de toekomst brengen zal,
weet ik niet, doch als we vrede
houden, gaan we een goede tijd
tegemoet.
Ja, dacht Miep, als we maar
vrede houden. Toen begon ze de
eerste brief van de stapel los te
snijden.
XIV.
Door allerlei omstandigheden
werd de officiële opening van
het nieuwe bedrijf later vastge
steld dan aanvankelijk in de be
doeling lag. Zodoende vond ejrst
het huwelijk plaats. De Willetns-
poorters, die een grote plechtig
heid hadden verwacht, waren
min of meer teleurgesteld. In de
eerste plaats trouwden Ger en
Tini in Utrecht en bovendien ge
schiedde het, zulks op verzoek
van de bruid, zeer eenvoudig. In
deze dagen moest zij nog dikwijls
denken aan Peet, die op zo wrede
wijze om het leven was gekomen.
Geen feesten, had ze beslist,
maar een sobere plechtigheid. En
Ger, die heel goed begreep, wat
er in zijn vrouw omging, was het
hiermede volkomen eens.
In Willemspoort werd na af
loop een intiem dinertje gegeven
en hiermede was alles voorbij.
Later, in de zomer, als het be
drijf weer op toeren was, zou het
jonge paar een reisje maken. Nu
moest men aan het werk.
Een week na het huwelijk vond
de opening plaats. Tini knipte
het symbolische lint door, in
tegenwoordigheid van verschil
lende autoriteiten, zowel uit de
stad als daarbuiten. Enkele col
lega's van Wijnandse waren
eveneens aanwezig.
Er verschenen stukjes in de
kranten, geïllustreerd met een
foto en daarmede was de plech- I
tigheid afgelopen. De werkzaam
heden gingen zijn gewone gang 1
v/eer. Wijnandse zetelde in zijn
kantoor, Miep in het hare en Tini
zwaaide de huisvrouwelijke scep
ter in de mooie villa naast de
drukkerij.
En zo ging het leven verder.
Het bedrijf van Wijnandse en
Miep groeide geleidelijk aan uit.
De uitgaven van beiden bleven
populair en elk nieuw boek werd
vlot verkocht. Miep begon met
kinderboeken, waarvoor ze en
kele auteurs van naam en nog
niet bekende schrijvers had aan
geschreven. Wekenlang las en
bestudeerde ze de ingekomen
manuscripten en nadat er enkele
besprekingen hadden plaats ge
vonden met Wijnandse, werd de
keuze bepaald. Vóór Sinterklaas
zouden er zes kinderboeken uit
komen.
In de villa naast de drukkerij,
resideerde het geluk. Wanneer
om twaalf uur de bellen rinkel
aen in het grote bedrijf, dan
stond Wijnandse op, kwam even
bij Miep langs om haar smake
lijk eten te wensen en dan ver
dween hij door de zijgang, langs
de garage naar huis. Daar wach-
te Tini hem, glimlachend en stra
lend in al haar schoonheid. Er
ging geen morgen, geen middag
en geen avond voorbij, dat hij
haar niet even in zijn armen nam
en haar blij en dankbaar kuste,
zich van tijd tot tijd afvragend,
waaraan hij dit grote geluk te
danken had.
In deze dagen worstelde Ne
derland met het dienstbodenpro
bleem. Reeds vóór het huwelijk
had Wijnandse in zijn blad een
advertentie geplaatst voor een
dienstbode. Aanvankelijk zonder
succes. Maar ten leste was er een
meisje komen opdagen, Aagje
Blom geheten, dochter van een
klein boertje, die aan de periphe
ric van de stad woonde. Blom
was een klein, vóór zijn tijd oud
geworden mannetje, met een
door hard werken verkromde
rug. Zijn vrouw was een ver
schrompeld mensje, waarop even
eens het stempel van zwoegen en
sloven gedrukt stond, met ruwe,
rimpelige handen, maar deson
danks zag iedereen, dat zij in
haar jonge jaren een schoonheid
geweest moest zijn. Aagje, de
enige dochter, was het thans en
zo, zeiden oudere buren, die haar
moeder gekend hadden, zag
vrouw Blom er in haar jonge ja
ren uit.
(Wordt vervolgd.)
Het Tweede Kamerlid de heer
Bruins Slot (A.R.) heeft aan de
minister van oorlog de volgende
vragen gesteld:
1. Is het juist,, dat op grond
van misdragingen van een drie
tal soldaten de meer dan drie
duizend manschappen, onderoffi
cieren en officieren, die voor her
halingsoefeningen in het kamp
„De Wittenberg" bij Stroe waren
gelegerd, op last van hun kamp
commandant het weekeinde van
21 tot 23 April in voornoemd
kamp zijn geconsigneerd, terwyl
geen dier militairen dat kamp in
die tijd mocht verlaten en de
dienst op Zondag voortgang had
als op gewone weekdagen?
2. Indien het antwoord op de
vorige vraag bevestigend luidt,
acht de minister dan deze collec
tieve straf, consignering van
ruim drie duizend militairen, een
gepaste maatregel ter vergelding
van genoemde individuële mis
dragingen en is hij bereid mede
te delen tot welke maatregelen
hem deze zaak aanleiding geeft?
Dinsdagmiddag werd het 11-
jarige zoontje van de heer M. de
Gouw, die aan boord van een in
de haven van Veghel gemeerd
schip speelde, gedood onder de
neervallende mast. Deze mast
viel tijdens het strijken plotse
ling naar beneden, terwijl de
knaap erbij stond te kijken.