Unificatie van accijnzen DE RIJKSBEGROTING 1951 DE MARSHALL-GELDEN KOFFIEBON UIT DE PROVINCIE méér waard? DE ZWARTE VLEK eerste:kamer Binnenlands Nieuws TWEEDE KAMER Interpellatin in de Bel ische Kamer De publieke en de diplomatieke tribune van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers waren geheel bezet, toen het liberale kamerlid Van Glabbeke en Paul Henri Spaak (socialist) de regering interpeleerden over de inbeslagneming van gelden, die in het kader van de Marshallhulp aan Grieken land waren toegewezen. TERNEUZEN BIERVLIET GOES. WESTDORPE. AGENDA Vragen over „De Wittenberg" ONDER VALLENDE MAST f GEDOOD. In de vergadering van de Twee de Kamer is gisteren andermaal aan de orde geweest het wets ontwerp tot unificatie van ac cijnzen en van het waarborg- recht. Gestemd moest nog worden over het amendement van de heer C. van den Heuvel (A.R.), mede ondertekend door leden van V.V.D., C.H. en P.v.d.A. op artikel 39 van de Waarborgwet. In dit artikel wordt bepaald, dat het verboden is andere voorwer pen dan die, welke ingevolge de bepalingen dezer wet worden ge waarborgd of in België of Luxem burg van staatswege van keur merken zijn voorzien, onder de aandacht van het publiek te brengen met gebruikmaking van de woorden edelmetaal, platina, goud of zilver of op zodanige an dere wijze, dat daaruit redelijker wijze moet worden afgeleid, dat die voorwerpen beantwoorden aan de samenstelling van platina, gouden en zilveren werken. Het amendement beoogt dit I verbod niet van toepassing te doen zijn voor het aanduiden van vergulde en verzilverde voorwer pen met de woorden goud of zil ver in verbinding met een eigen naam of een andere benaming, indien daaraan een door of van wege de minister van Economi sche Zaken goed te keuren aan duiding wordt toegevoegd ten blijke, dat de werken verguld of verzilverd zijn. Het amendement wordt ver worpen met 38 tegen 34 stem men. Tegen K.V.P., C.P.N., S.G., enige leden der C.H. en de heren Gerbrandy en Roos jen (beiden A.R.) Het wetsontwerp wordt aange nomen met 64 tegen 9 stemmen, ■die van C.P.N, en V.V.D. TOESLAG OP DE PEN SIOENEN. De heer Van Sleen (Arb.) beeft vervolgens enige vragen gesteld aan de minister van Bin nenlandse Zaken: 1. Kan de minister mededelen tegen welke datum het reeds meerdere malen aangekondigde wetsontwerp inzake toeslag op de pensioenen by de Tweede Ka- .ner zal worden ingediend? 2. Is de minister, in aanmer king nemende de grote nood waarin de gezinnen van vele ge- pensionneerden verkeren, niet van oordeel dat met spoed dient te worden ingegrepen en acht hij het niet noodzakelijk, dat in af wachting van de totstandkoming van bovenbedoelde wet aan de gepensionneerden een voorschot wordt uitgekeerd? De minister van Binnenlandse Zaken, de heer Van Maarseveen, zegt dat in Februari een wets ontwerp gereed lag. Met het oog )p de veranderde omstandighe den is het thans weer aan het ge organiseerd overleg voorgelegd. Het is de bedoeling het spoedig in te dienen. Wat de tweede vraag betreft zegt de minister, dat het ten dringenste geboden is dat met spoed wordt gehandeld. Dit mag er echter niet toe leiden, dat an dere belangen der gepensionneer den in het gedrang komen. De pensioenbetalende instanties zijn nu al overkropt met werk. Als men thans een voorschot zou geven, komen andere werkzaam heden in het gedrang. Het is niet mogeliik thans een besluit inza ke een voorschot te nemen. Meer aanbeveling verdient het te stre ven naar spoedige totstandko ming der wet. De heer Van Sleen (Arb.) vraagt nader of de minister dan bereid is de vraag aan de orde te stel len, of het aanbeveling verdient een voorschot te geven op het driemaandelijkse pensioen om de betrokkenen aldus te helpen. De minister zegt, dat hij er gelijkheid dat de Kamer nog wij- ïgingen in de wet zou aanbren gen. INTERPELLATIE OVER HET GRATIEBELEID. De heer Stokvis (C.P.N.) heeft verlof gevraagd de minister van Justitie naar aanleiding van de recente in vrijheidsstellingen van oorlogsmisdadigers en politieke delinquenten vragen te mogen stellen over het door de regering gevolgde gratiebeleid ten aan zien van tot de doodstraf veroor deelde oorlogsmisdadigers. Op dit verzoek zal in de vol gende openbare vergadering worden beslist. aan vrije medewerking. De minister '45 de koopkracht met 28 ge- stelt een scherpe diagnose van onze daald en in Nederland met 30 financiële ziekte, maar geeft geen in dezelfde periode. Dit dient men gaarne aan zou voldoen, maar de pensioenraad is overladen met werk. Bovendien bestaat de mo- Advertentie). Heft Hoofdbedrijfschap voor Ak kerbouwproducten iheeft 'bekend gemaakt dat de bon No. 504, igemeen geldig zijn verklaard .'oor 125 gram koffie, het gebrui kelijke rantsoen voor 6 weken. De Nederlandse huisvrouw is er al aan gewend' geraakt dat zij moet goochelen met het - helaas niet al te ruiime - koffierantsoen. En, door ondervinding wijs ge worden, besteedt zij haar bonnen mdt de grootste zorg. Zij koopt niet een willekeurig merk: Neen boor, geef mij maar Niemeijer's Paarsmerk, dan ben ik zeker van een heerlgk aroma en een krach tige af schenk. En bovendien spaar ik de waardepunten voor het prachtige „Safira" tafelbe stek. Dat extraatje laat ik mij niet ontglippen''! Ook U kimt nu dubbel genieten wanneer U Niemeijer's Koffie en Thee gebruikt. Altijd constante kwaliteit: de ibeste! En met Nie meijer's waardepunten ikomt U gaandeweg, zonder kosten, in het bezit van het ,,Safira"-tafelhe- stek; vlekvrij door_en-door. Een briefkaartje aan: Niemeijer, Groningen, en de geïllustreerde geschenken-lijst wordt U gratis toegezonden. De heer Van Glabbeke maakte gewag van de commentaren in sommige kranten van de rechtse pers waarin werd gesproken van een samenspannen tussen politici en, financiële persoonlijkheden. Spr. wees er op, dat de rege ring' er reeds in Nov. 1950 van op de hoogte was, dat de „Soco- üeige" het voornemen had in ver band met een uit 1925 daterende Griekse schuld beslag te doen leggen op de 7 millioen dollar, die waren gedeponeerd bij de Natio nale Bank van België en die in het kader van de Marshall-hulp waren toegewezen voor de aan koop in België van voor de op bouw in Griekenland noodzake lijke producten. De Griekse re gering had bij herhaling laten weten, dat het hier Marshall gel den Ibetrof. De Belgische rege ring bood haar bemiddeling aan in het conflict, doch de toestand verscherpte, toen op 6 Februari het hoofd van de E.C.A.-missie te Brussel een nota indiende, waarin werd verklaard dat een inbeslagneming der gelden zou worden beschouwd als onvere nigbaar te zijn met de verplich tingen, die door België waren aangegaan in het kader van de Europese betalingsunie. In haar antwoord deelde de Belgische regering mede, dat zij zich alle rechten voorbehield om de „Soco- belge" te steunen in het proces, dat aanhangig was gemaakt voor de burgerlijke rechtbank te Brus- elffier heeft de regering, aldus Van Glabbeke, de grootste poli tieke fout gemaakt in deze af faire. een fout die later door een onthouding van deelneming aan het proces niet meer werd goed gemaakt. Spr. (betreurde het, dat de rege- ping rekening heeft gehouden met het Amerikaanse standpunt anderzijds verklaarde hij het niet eens te zijn met de rede, die de Amerikaans ambassadeur tijdens een diner van het Vlaams Econo misch Verbond heeft gehouden en die hij zeer onredelijk noemde. Na er op gewezen te hebben, dat deze rede door de Amerikaan se pers een waarschuwing aan België was genoemd, riep hij uit: „Wij zijn in een vrij land en laten ons niet balkaniseren". Volgens Van Glabbeke had de regering het algemeen belang moeten stellen boven iedere an dere overweging. Zij had de be langen van de „Socobelge slachtoffer van een vreemde staat, evengoed op diplomatiek terrein k"unen verded'gen. Op 23 Februari richtte ambas- sadeur Murphy oen vertrouwe lijke nota aan de Belgische rege- ring. In deze nota werd de regerine-Pholien er openlijk van beschuldigd partij te hebben ge kozen in d°ze affaire t»n gunste van de „Socobelge". Bovendien werd de regering bedreigd, dat zjj een gedeelte van de voorwaar delijke hulp, waarvan zij had ge noten in 1949 en 1950, zou moe ten terugbetalen en voorts een vermindering van de Amerikaan se hulp voor 1951 zou moeten verwachten. Hoewel Van Glabbeke de Ame rikaanse pressie veroordeelt was hij van mening, dat een dergelijk dreigement van de zijde van een bevriend land als de V. S. duide lijk aantoont, hoe onvergeeflijk de fout is, die de regering heeft begaan. De volgende interpellant, Paul Henri Spaak (soc.), beschouwt de fouten, die door bepaalde mi nisters werden begaan, van dien aard, dat moeilijk is aan te ne men, dat de gehele regering hiervan niet op de hoogte was. Spaak was dan ook van oor deel, dat de C.V.P. niet langer de ministers van de homogeen- katholieke regering kon blijven steunen. Het had de regering aldus de oud-premier, van den beginne af aan duidelijk moeten zijn, dat het onmogelijk was, gel den in beslag te nemen die voort vloeiden uit de Marshall-hulp. In dit verband las hij een nota voor van 27 Januari 1951 van de ver tegenwoordiger van België bij de Europese betalingsunie, An- siaux, waarin deze onderstreept, dat de Verenigde Staten Grieken land financieel volledig steunen en alle buitenlandse valuta, waar over Griekenland beschikt, van Amerikaanse credieten afkomstig' zijn. Dit was o.a. het geval met de fondsen, die aanwezig waren bij de Belgische banken en die onder controle van de E.C.A. in Athene bestemd waren voor het herstel van Griekenland. Spaak verweet de regering, de dag nadat de Verenigde Staten hadden ver zocht bij te dragen tot een min nelijke regeling van het conflict, de „Socobelge" te hebben ge steund tijdens het proces voor de rechtbank. Dit was een echte uitdaging, zo "betoogde hij, want zonder de Amerikanen op de hoogte te stellen, werd precies tegenovergestelde gedaan van wat werd verlangd. Spaak 'oe lichtte vervolgens de handelwijze van verscheidene Belgische maat schappijen, die na de blokkering van 7 millioen dollar door de „Socobelge" hun contracten voor de levering van electrisch mate riaal aan de Griekse regering eenvoudig' hebben opgezegd. Daar de Griekse bestelling was gedaan in een periode, waarin de noteringen nog laag waren, heb ben deze maatschappijen door 't annuleren van de contracten thans dit materiaal elders van de hand kunnen doen voor een be trag van 700 millioen francs i.p.v. 400 millioen frs., die door de Grieken betaald hadden moe ten worden. De regering had deze unfaire manier van handelen, aldus Spaak, nimmer mogen toelaten De minister van Buitenlandse Zaken, Paul van Zeeland, wees op een uitspraak van Spaak, vol gens welke in deze aangelegen heid sprake zou zijn van een samenzwering tussen een politi cus en de financiële wereld. Het is duidelijk" zo merkte Van Zeeland op, „dat Spaak mij hiermee bedoelde. Indien men van oordeel is, dat een dergelijke samenzwering be staat, moet deze echter elders dan bij mij worden gezocht. Ik heb niets meer uitstaande met de maatschappijen, waarvan ik deel uitmaakte, vóór ik in de regering trad". Op een vraag, of dit ook gold voor de buitenlandse maat schappijen, antwoordde Van Zee land, dat al zijn buitenlandse deel nemingen weliswaar nog niet z|jn geannuleerd, doch hij zich niet langer actief met deze zaken be zighoudt. „Ik heb er genoeg van", zo verklaarde hij tenslotte, „dat ik mijn eer nogmaals in het pu bliek moet verdedigen en ver trouw op het gezonde oordeel der Belgische bevolking over deze persoonlijke aanvallen, die voort durend op mij worden gericht". Van Zeeland werd na zijn verkla ring langdurig door de rechter zijde toegejuicht. De eerste minister Pholien, die vervolgens het woord voerde, deelde mede, dat hij tijdens zijn verblijf in de Vqrenigde Staten pas uit de persberichten had ver nomen, welke beslissing de E.C.A. had genomen ten aanzien van de inbeslagneming. Over de leveranties van produc ten der Belgische industrie aan Griekenland verklaarde de eerste minister, dat voorzover hij weet- geen enkel contract is geannu leerd. Hij wees er tenslotte op dat hi, tijdens zijn bezoek aan de Ver enigde Staten heeft kunnen con stateren, dat België daar zeer veel goodwill heeft. Hij was van oor deel, dat de Belgische belangen niet gediend zijn door de interpel ln de avondvergadering betoogt de heer Pollema (C.H.U.), dat het politiek beleid in hoge mate het wel en wee op financieel ge bied bepaalt. Het Indonesische drama werkt na in onze finan- cieel-economische situatie, al vindt men deze oorzaak zelden genoemd. De Minister is op zichzelf niet verantwoordelijk voor deze situa tie. Elke bewindsman in de na oorlogse toestand zou grote cri- tiek hebben gehad. Deze Minis ter is geen socialist in de vóór oorlogse betekenis van 't woord. Toch is zijn beleid financieel- dirigistisch en daarom komt hij zo vaak in conflict met zijn col lega Van den Brink. Ook staat hij wel eens tegen over zyn eigen partijgenoten. Het is een treffende bijzonder heid dat de meeste wetsontwer pen van deze minister met over grote meerderheid door beide Kamers zijn aangenomen. Wel een bewijs dat zijn beleid vertrou wen geniet. In het algemeen staat sprekers fractie dus met veel begrip tegenover het beleid van minister Lieftinck. „Dit stel len wij voorop als wij critiek uit oefenen", aldus spr. De economische toestand is uitgesproken slecht, niet alleeh feitelijk maar ook en dat is het ergste in zijn perspectie ven. Ook al blijft een oorlog ons bespaard, dan nog zullen wij een ■zware tyd tegemoet gaan. Ons volk ziet nog steeds niet de volle werkeliikheid. De minister is hieraan niet geheel onschuldig. Huiveringwekkend is het te kort op onze betalingsbalans. Na Duitsland is onze positie in de Europese betalingsunie 't meest hopeloos. Er is geen enkel licht punt. Het is eerder tijd voor een financieel directorium, dat de teugels in handen neemt met in stemming van alle partijen dan dat deze minister alleen voort gaat. Spreker is van mening dat de tegenwaarde Marshall-dollars beter had kunnen worden ge bruikt voor aflossing onzer schulden dan voor de interne financiering van ons tekort. Dan zou onze gulden thans sterker zijn. Er is voorts geen overeenstem ming tussen de beide laatste maatregelen, n.l. disconto-verho ging van de Nederlandse Bank en de uitschrijv'ng van 'n staats lening. Spr. vraagt hoe het zit met de meningsverschillen tussen de minister en de directeur van de Nederlandse Bank, waarover sommige dagbladen hebben ge sproken. Onze positie in de E.B.U. is zeer zwak. Wij hebben bijna geen crediet meer. Spr. vreest, dat wij op den duur tot invoerver boden zullen moeten overgaan. Onze slechte betalingsbalans eist krachtig ingrijpen. Consumptie beperking is! hierbij het eerst nodig, méér nog dan beperking van de investering. Militaire kracht kunnen wij niet opbrengen. Wy moeten Ame rika duidelijk zeggen, dat wij met in staat zijn op militair gebied te doen wat van ons wordt ver wacht, zo besluit de heer Pollema (A. R.). Hierna wordt de vergadering verdaagd tot Woensdag. kapitaaltje op te bouwen, om later schreven. Men tracht hierdoor no- van de rente daarvan te leven, is deloos onrust en defaitisme te wek- geheel veranderd. Over de budge- ken", aldus spr. „De daling van de taire positie zegt spr., dat onze na- koopkracht van de gulden van 1937 tionale schuld de dertig milliard 1950 was in Nederland van 100 nadert. Het budgetaire beeld zal tot 40,2; in België daalde de koop volgend jaar nog ongunstiger wor-kracht van 100 tot 26,2; in Frank- van 50 millioen geliquideerd, fta het verlenen van de Marshallhulp heb ik by herhaling betoogd, dat wy zo snel mogelijk moesten trach ten weer op eigen benen te staan Wel hebben wij dank zij de Mar shallhulp veel geïnvesteerd en heb ben wij daardoor onze wederop bouw belangrijk versneld. Mee kan hierin een besparing voor de toekomst zien. Het is niet te bewijzen, dat wp de Marshallhulp dus verkeerd ge bruikt hebben. Ook kan men dit alles moeilijk bestempelen met „pot vuigciiu jaai nug unguimugct wwi - wuwn Jw vprfprpn" den. Het betalingsbalans-tekort rijk tot 4,2; in Engeland tot 53 en •- d financiële ia- wordt. niet systematisch ingeperkt, in de Verenigde Staten tot 57,5. vln(Ej van de SOuvereiniteitsover- Teveel wordt hierin overgelaten In de Verenigde Statenis sedert i„4 /lot rl i a QTO» dracht zegt de minister, dat de ge beurtenissen in Indonesië inder daad, zoals de heer Pollema had therapie aan. Als de ontwikkeling te bedenken, als men over de „ont- 2e ff^aricille bescli ou wfngen. 'üe op! zo doorgaat, zal blyken dat wy ook waarding van de gulden spreekt ^0^wavan de expeditionnaire macht in de militaire sector verpliclitin- Het is onjuist, zoals de heer De Indonesië heeft ettelijke mil- gen op ons hebben genomen, die Wilde zeide, dat de particuliere d eekost Daarbti is 2 milliard vij niet kunnen nakomen. Investe- banken zoveel beter hebbengefi- "arden gekost Daarpp is zimuum. ringstoezieht en andere ingrijpende nancierd dan de Nederlandse Bank. aan Indonesië kwyt geschokte*. maltregelen kunnen alleen redding De Ned.. Bank heeft niet inflatoir Sjeest doofde consequenties^ hi-enp-en. gefinancierd, hetgeen vele banken r Jijr>. brengen DE MINISTER SPREEKT. Minister Lieftinck antwoordt, dat het financiële beleid ten nauwste samenhangt met het algemene po litieke beleid van het kabinet. „Men zegt", aldus de minister, „dat ik geen critiek kan verdragen. Als dat waar was, zou ik al lang geëmigreerd zijn". „Ik heb er ech ter bezwaar tegen te worden aan gevallen op een demagogische wij ze of wanneer mij bedoelingen in de schoenen worden geschoven, die ik niet heb. Ik doel hierbij op de wijze waarop van bepaalde zijde de waarde van de gulden wordt be- gefinancierd, hetgeen vele banken wèl hebben gedaan. Er wordt soms ook te luchthartig gesproken over de aanwas van onze staatsschuld. Spr. toont dit aan de hand van de cijfers aan en concludeert, dat in werkelijkheid de staatsschuld se dert 1946 niet gestegen is van 18 lot 26 milliard. Tot April 1948 moesten wij het stellen zonder de schenkingen van de Marshallhulp. In de jaren 1945 en 1946 hebben wij inderdaad inge teerd op onze reserves. Vele houders van Amerikaanse effecten hebben vrijwillig hun effecten verkocht. Aan staatseffec- ten in dollars is slechts een bedrag REPATRIëRENDE MILITAIREN. Met het troepentransportschip „New Australia", dat op 7 April uit Soerabaja is vertrokken en vermoedelijk op de 29e April te Amsterdam aankomt, zullen de volgende militairen repatriëren: Res. 2e luit. I. W. Provoost; korp. A. Hamelink; sold. A. Sor- ber allen te Terneuzen; sold. P. H. Pijcke te Hoofdplaat (Num mer Een) en sold. A. Verplanke te Axel. Vernielzucht. In de nacht van Dinsdag op Woensdag keerden enige opvaren den van het in het tweede dok lig gend Duits stoomschip „Lothar 574" naar boord terug, waarbij zij bij de groentenhandelaar R. Dees op de Baandijk hun vernielzucht botvierden. De politie heeft de daders opge spoord, die daarna de aangerichte schade hebben vergoed. V erkeersongeval. Gisternamiddag omstreeks kwart voor vijf liep het 5-jarig dochtertje van dokter Van Breda Vriesman op de Herengracht tegen de voorbijry dende auto van de heer S. van Hoe ve, oud-burgemeester van Zaam slag, waardoor het meisje een lich te hoofdwonde bekwam. Vergadering van Woensdag. Woensdagmorgen besprak de heer Van der Kieft (Arb.) het te kort op de betalingsbalans, hetwelk hij een groot gevaar noemt. Hy vraagt of de „productievoorschrif ten", welke zijn aangekondigd in de regeringsverklaring van 17 Maart j.l., al zijn gegeven en hoe de invloed hiervan op de betalings balans zal zyn. De spaargewoonten zyn volgens spr. totaal veranderd. Men spaart tegenwoordig geheel via de levens verzekeringsmaatschappijen en de oude gewoonte om een particulier ke. De heer Van Glabbeke ver klaarde dat de uiteenzettingen der ministers naar zijn oordeel beneden iedere verwachting zijn gebleven. Nadat nog verscheidene andere sprekers het woord hadden ge voerd, werd de vergadering na - een debat van bijna 7 uur geslo- laties van Spaak en Van Glabbe- ten. Ongeval. De heer J. Wisse alhier kwtam meft zrjn fiets zo ongelukig te vaUen, dat hij' in het St. Antho. niuis gasttuuis te Oostburg voor 'n schouderfractuur (behandeld moest worden. Stier losgebroken. Slager M. M. allhier had een stier aangekocht, die geslacht moest wonden. Doordat het eerste schot niet goed raak was, zag de stier kans om uit te breken waarbij hij en kele schuttingen en omheiningen van tuinen; die achtet" de slagerij aan de Singel lagen vernielde. Het woedende dier (bleef voor de omheining van de Singel liggen, waar een der andere (Biervlietse slagers hem het genadeschot gaf. Kleuters Haken-In. Op de Chr. Kleuterschool te Biervliet is een actie 'begonnen voor de kankerbestrijding. Alle kleuters kregen van de on derwijzeressen een spaarpotje mee naar huis. Met deze spaarpotjes maken ze nu het dorp onveilig, doch voor het goede doel wordt er graag wat geofferd. Boerderijen ln de Zuld-Sloe- polder. Ln een te Goes gehouden verga dering van de provinciale com missie van de Stichting voor de Landbouw lis gespibken over de bedrijfsgebouwen in de Zuid-S-loe- pold'er. Er zullen hier 10 akkerbouwbe drijven van elk ruim 30 Iha worden gevestigd en 11 fruitteeltlbedrijven van elk 4 tot 12 ha groot. Met de bouw van deze bedrijven en van de bijbehorende arbeiders woningen zal nog dit jaar worden begonnen. De bedrijven wortdten van het type, dat ook in de Noordoostpol der wordt gezet, n.l. woning en schuur apart. Over de uitgifte is nog niets 'be kend. Verder werd gesproken over het kanaalplan GentTei(nett- zen. Dit plan, zo werd meege deeld, zal de Zeeuwse landbouw zeker 200 ha goede cultuVir- grorul kosten. De georganiseerde landbouw wil hierin zeggenschap hebben. Over het streekplan Walcheren zal op korte termijn 'n bespreking met Ged. Staten worden gehouden. In deze vergadering werd afscheid genomen van de secretaris Ir. J. D. Dorst, die tot provinciaal voed- selcommissaris in Zeeland is be noemd. Zijn opvolger, de heer P. de Kaan, werd geïnstalleerd. Bouw zuiveringsinstallatie. In het gemeentehuis is aan besteed de gedeeltelijke bouw van een installatie voor zuivering van rioolwater. Voor het bouwkundig gedeelte was hoogste N.V. Kortewegs Bouwmij, Breda, met 258.800; laagste N.V. Lindenberg, Vlissin- gen, met 246.000. Voor het mechanische gedeelte was hoogste Fa Gildens, Hel mond, met ƒ111.850, laagste Fa W. Hubert en Co., Sneek. met 76.350. 50-Jarige echtvereniging. Gisteren herdacht het echtpaar H. Beulens—Begijn onder grote be langstelling de dag, waarop het vóór 50 jaar in het huwelijk trad. Reeds vroeg in de morgen was de woning fraai versierd. In de kerk werd een H. Mis uit dankbaarheid opgedragen. Na de Mis werd hun namens de buurt door de heer A. de Bock een tweetal fauteuils aan geboden. Velen, onder wie de Zeer- eerwaarde heer Pastoor en burge meester G. van Waes, kwamen in de loop van de dag hun gelukwen sen aanbieden. Des avonds bracht het muziekgezelschap een serenade en terwijl de familie het feest in intieme kring voortzette, vierde de buurt het feest mee in een naburig café. de souvereiniteitsoverdracht. De minister herinnert aan de repatrië ring van de K.L., de kosten van het K.N.I.L. en een lening aan In donesië van 200 millioen. Ook dit jaar zijn er grote uitgaven voor re- patriërenden, Ambonnezen enz. Dit alles dient men in aanmer king te nemen bij de beoordeling van het financiële beleid. Spr. bestrijdt de mening van de heer De Wilde, dat de grote moei lijkheden reeds aanwezig waren vóór de oorlog in Korea. Het te kort op de betalingsbalans is van 1947 tot en met 1949 steeds minder geworden. Het beeld van onze be talingsbalans is beïnvloed door de devaluatie van Sept. '49 en voorts door de voortgaande liberalisatie van het handelsverkeer, maar het grote tekort is pas ontstaan door de plotselinge stijging van de vraag op de internationale goederen markt na de oorlog in Korea. Deze schok moest worden verwerkt en het lijkt er op, dat een dergelijke schok zich niet spoedig zal herha len. Zonder Korea zou, aldus de mi nister, wel een lichte stijging van het tekort van 1949 op 1950 zyn op getreden, doch dit zou gemakkelijk overwonnen zijn. Het grote tekort is inderdaad ontstaan door Korea. Een scherpe investeringscontrole heeft 's ministers volle sympathie, maar hij heeft zijn opvattingen hieromtrent nooit kunnen doorvoe ren wegens de politieke tegen stand. De nieuwe noodmaatregelen op financieel gebied zijn eerder vertraagd dan versneld door de ka binetscrisis. In antwoord op de opmerkingen van de heer Regout zegt spr., dat de P.T.T. een der zwaarst getrof fen bedrijven was door de bezet ting. Na de oorlog was dus nodig het herstel maar tevens het inhalen van een grote achterstand. Deze Is nog niet ingehaald. Nog ongeveer 60.000 gegadigden wachten cyn oen telefoonaansluiting. Ook de spoor- wegen waren zwaar getroffen. De herstel taak bood tevens een gunsti ge gelegenheid tot modernisering. Het zou oneconomisch zijn geweest alleen maar een herstel in de oude vorm na te streven. De twijfel die is uitgesproken over een efficiënte besteding van de gelden voor defensie kan de mi nister begrijpen en tot zekere hoog te ook delen. In de naaste toekomst zal hierin aanmerkelijke verbetering te con stateren vallen. De minister van financiën is ver antwoordelijk voor het uitschrijven van staatsleningen, de directeur van de Ned. Bank voor de disconto verhoging. Wij plegen deze verant woordelijkheden duidelijk gesehei den te houden. Het samenvallen van beide maatregelen was een on gelukkig toeval. Ik zelf was nog niet overtuigd, dat discontoverho ging noodzakelijk was, toen de staatslening werd uitgeschreven. Vlak daarop meende de directeur van de Ned. Bank echter tot cre- dietbeperkingsmaatregelen te moe ten overgaan. Spr. heeft het vermoeden, dat de staatslening meer succes zou heb ben gehad, indien zij een paar maanden eerder was gekomen. De kabinetscrisis heeft ook hierin on gunstig gewerkt. Toch hebben wfl voor 56 millioen aan vrij geld ge kregen. Over onze positie in de Europese betalingsunie zegt spr., dat wfl bij zondere nadelige gevolgen onder vinden van de Duitse positie. Als dit blijft duren, kan de regering ge dwongen zfjn andere maatregelen te nemen .Aan de voorbereiding daarvan wordt gewerkt. Tenslotte spreekt de minister over de positie van de betalingsba lans en antwoordt aan de heer Van de Kieft, dat cijfers over productie verhoging na de jongste reeerings- verklaring uiteraard nog niet zfln te geven. Na korte replieken werden de al gemene financiële beschouwingen gesloten. TERN EUZE1N Pays Bas". 8 Z. V. U. MORGEN: Hotel „Des uur: Lezing Roman door NIEK VAN DER ZWAAN. 58) Nadruk verboden. Ze gingen terug naar het kan toortje van Miep. Het meisje ging achter haar bureau zitten en be keek de post, die zo juist was ge komen. Schrijlings over de leu ning van een der stoelen gezeten, keek hij haar aan. Zo, kameraad," zei hij op har telijke, maar tevens ernstige toon, „nu gaan we samen verder om ons bedrijf groot te maken. Wat de toekomst brengen zal, weet ik niet, doch als we vrede houden, gaan we een goede tijd tegemoet. Ja, dacht Miep, als we maar vrede houden. Toen begon ze de eerste brief van de stapel los te snijden. XIV. Door allerlei omstandigheden werd de officiële opening van het nieuwe bedrijf later vastge steld dan aanvankelijk in de be doeling lag. Zodoende vond ejrst het huwelijk plaats. De Willetns- poorters, die een grote plechtig heid hadden verwacht, waren min of meer teleurgesteld. In de eerste plaats trouwden Ger en Tini in Utrecht en bovendien ge schiedde het, zulks op verzoek van de bruid, zeer eenvoudig. In deze dagen moest zij nog dikwijls denken aan Peet, die op zo wrede wijze om het leven was gekomen. Geen feesten, had ze beslist, maar een sobere plechtigheid. En Ger, die heel goed begreep, wat er in zijn vrouw omging, was het hiermede volkomen eens. In Willemspoort werd na af loop een intiem dinertje gegeven en hiermede was alles voorbij. Later, in de zomer, als het be drijf weer op toeren was, zou het jonge paar een reisje maken. Nu moest men aan het werk. Een week na het huwelijk vond de opening plaats. Tini knipte het symbolische lint door, in tegenwoordigheid van verschil lende autoriteiten, zowel uit de stad als daarbuiten. Enkele col lega's van Wijnandse waren eveneens aanwezig. Er verschenen stukjes in de kranten, geïllustreerd met een foto en daarmede was de plech- I tigheid afgelopen. De werkzaam heden gingen zijn gewone gang 1 v/eer. Wijnandse zetelde in zijn kantoor, Miep in het hare en Tini zwaaide de huisvrouwelijke scep ter in de mooie villa naast de drukkerij. En zo ging het leven verder. Het bedrijf van Wijnandse en Miep groeide geleidelijk aan uit. De uitgaven van beiden bleven populair en elk nieuw boek werd vlot verkocht. Miep begon met kinderboeken, waarvoor ze en kele auteurs van naam en nog niet bekende schrijvers had aan geschreven. Wekenlang las en bestudeerde ze de ingekomen manuscripten en nadat er enkele besprekingen hadden plaats ge vonden met Wijnandse, werd de keuze bepaald. Vóór Sinterklaas zouden er zes kinderboeken uit komen. In de villa naast de drukkerij, resideerde het geluk. Wanneer om twaalf uur de bellen rinkel aen in het grote bedrijf, dan stond Wijnandse op, kwam even bij Miep langs om haar smake lijk eten te wensen en dan ver dween hij door de zijgang, langs de garage naar huis. Daar wach- te Tini hem, glimlachend en stra lend in al haar schoonheid. Er ging geen morgen, geen middag en geen avond voorbij, dat hij haar niet even in zijn armen nam en haar blij en dankbaar kuste, zich van tijd tot tijd afvragend, waaraan hij dit grote geluk te danken had. In deze dagen worstelde Ne derland met het dienstbodenpro bleem. Reeds vóór het huwelijk had Wijnandse in zijn blad een advertentie geplaatst voor een dienstbode. Aanvankelijk zonder succes. Maar ten leste was er een meisje komen opdagen, Aagje Blom geheten, dochter van een klein boertje, die aan de periphe ric van de stad woonde. Blom was een klein, vóór zijn tijd oud geworden mannetje, met een door hard werken verkromde rug. Zijn vrouw was een ver schrompeld mensje, waarop even eens het stempel van zwoegen en sloven gedrukt stond, met ruwe, rimpelige handen, maar deson danks zag iedereen, dat zij in haar jonge jaren een schoonheid geweest moest zijn. Aagje, de enige dochter, was het thans en zo, zeiden oudere buren, die haar moeder gekend hadden, zag vrouw Blom er in haar jonge ja ren uit. (Wordt vervolgd.) Het Tweede Kamerlid de heer Bruins Slot (A.R.) heeft aan de minister van oorlog de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist,, dat op grond van misdragingen van een drie tal soldaten de meer dan drie duizend manschappen, onderoffi cieren en officieren, die voor her halingsoefeningen in het kamp „De Wittenberg" bij Stroe waren gelegerd, op last van hun kamp commandant het weekeinde van 21 tot 23 April in voornoemd kamp zijn geconsigneerd, terwyl geen dier militairen dat kamp in die tijd mocht verlaten en de dienst op Zondag voortgang had als op gewone weekdagen? 2. Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend luidt, acht de minister dan deze collec tieve straf, consignering van ruim drie duizend militairen, een gepaste maatregel ter vergelding van genoemde individuële mis dragingen en is hij bereid mede te delen tot welke maatregelen hem deze zaak aanleiding geeft? Dinsdagmiddag werd het 11- jarige zoontje van de heer M. de Gouw, die aan boord van een in de haven van Veghel gemeerd schip speelde, gedood onder de neervallende mast. Deze mast viel tijdens het strijken plotse ling naar beneden, terwijl de knaap erbij stond te kijken.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1951 | | pagina 2