Buitenlandse Zaken
TERNEUZEN IN 1950
VAL DA
Twintig jaar geëist wegens
roofmoord
Vragen aan de Minister
TWEEDE KAMER
Nieuwjaarsoverzicht van de Burgemeester
Hulp^aan nationalistisch China?
Bezoldiging Haagse weihouders
Neem een doos echte
VERKOUDHEID
AGENDA
Het verlaten Eiland
„Concentreer u op Europa"
De kwestie-Ulster
Avondvergadering van Dinsdag.
Qm acht uur werd de verga
dering heropend.
De heer Ruygers (Arb.) betoogt
dat het beeld, dat Europa thans
te zien geeft, weinig reden tot
optimisme biedt. Gevraagd mag
worden of de ouderen en dege
nen. die op de verantwoordelijke
posten zitten, het lot der jonge
generatie als een brandende on-
nust in zich mededragen.
Z.i. mag men in West-Europa
geen tijd verliezen met het oog
op de bedreiging van het com
munisme. Alle Russische voor
stellen moeten met de nodige re
serve worden bezien.
West-Duitsland moet op voet
van gelijkheid in de Europese
defensie worden opgenomen.
Voor de economische integra
tie van Europa moeten offers
gebracht worden.
De heer Bruins Slot (A.R.)
meent dat veiligheid niet kan
verwezenlijkt worden, als we op
ons zelf blijven staan. Wij zijn
aangewezen op samenwerking.
Het meedoen aan de actie der
Ver. Naties op Korea was juist.
Spr. juicht de benoeming van
Eisenhower van harte toe.
Defensie kost geld en dit moet
norden onttrokken aan andere
sectoren. Voor de vrijheid mogen
we. de offers aan geld en moeite
niet weigeren, die later in bloed
geëist zouden kunnen worden.
Bij de Europese verdediging be
koort West-Duitsland te worden
ingeschakeld evenals Spanje, ook
al heeft men geen sympathie
voor het regime daar te lande.
De heer Roolvink (K.V.P.)
vraagt naar het resultaat van de
laatste zitting van de Assemblée
ie Straatsburg; er bestaan daar
over verschillende opvattingen.
Gelegenheid tot contact moet
warden bevorderd om het isole
ment van het Duitse volk, waar
in het gebracht is door het natio-
naal-socialisme, op te heffen.
Daartoe zou kunnen medewer
ken het gemakkelijker en goed
koper maken van het verkrijgen
van visa. De confiscatie van aan
Duitsers toebehorende landbouw
gronden aan de grens acht spr.
riet juist; hij betreurt het dat er
gronden zijn verkocht.
Spr. acht het in het belang van
het herstel van Europa, als ook
rekening wordt gehouden met de
belangen van Bremen en Ham
burg.
De heer De Groot (Com.) keert
zich tegen de Amerikaanse agres
sie dp Korea. Er is nooit enig
onderzoek naar de oorzaak van
aet conflict op Korea ingesteld.
Het Amerikaanse oorlogsavón-
tuur is z.i. tot mislukking ge
doemd.
Spr. betoogt, dat er geen spra
ke is vain democratisering van
West-Duitsland. De Nederlandse
regering is accoord gegaan met
de z.g. Brusselse besluiten tot
vorming van een nieuwe Duitse
weermacht. Dat idee is zo mon
sterachtig, dat men er zich geen
voorstelling van kan vormen. Het
is een belediging van het Neder
landse volk, aldus de heer De
Groot, die voorts waarschuwt
voor het verwekken van een Ko-
reaans avontuur in Europa.
Spr. formuleert enige wensen,
n:l." geen herbewapening van
Duitsland; bevordering van een
verenigd Duitslandterugtrek
king van de Nederlandse strijd
krachten uit Korea; bevordering
van het opnemen der Volksrepu
bliek China in de Ver .Naties;
het bewerken van een ontspan
ning der verhouding met Sowjet-
Basland.
Teneinde zich op de hoogte te
stellen van de houding van de
Sowjet-Unie jegens Nederland
zou een delegatie van het parle
ment een bezoek kunnen brengen
aan de Sowjet-Unie of omge
keerd. Spr. protesteert tegen de
nou ding der regering ten aanzien
van Spanje.
De heer Oud (V.V.D.) wijdt
een beschouwing aan de Belgi
sche kanalenkwestie.
Deze kwestie moet geen voor
waarde voor de Unie zijn, maar
nagegaan moet worden hoe na
de totstandkoming van de Unie
de kanaalkwestie geregeld zal
worden.
Het bezwaar van 25 jaar ge
leden was, dat het Moerdijkka-
laal geen vermeerdering van het
verkeer zou brengen, maar een
verplaatsing van het verkeer van
de ene haven naar de andere.
Spr. betoogt, dat men het ver-
schil van de drie grote havens in
het oog moet houden: Amster
dam is een redershaven, Rotter
dam een stuwadoorshaven en
Antwerpen een cargadoorshaven.
Amsterdam en Antwerpen heb-
oen een veel groter deel van hun
vóóroorlogse vervoer terug dan
Rotterdam. Bovendien is de po
otte der Duitse zeehavens vol
komen gewijzigd, waardoor de
positie van de onze nog moeilij
ker is geworden.
Naar sprekers oordeel is er
3ians eer minder dan meer reden
kan 25 jaar geleden om toe te
klemmen in de verbinding van
het Moerdijkkanaal.
Be heer Burger (Arb.) bespreekt
ée kwestie-Spanje en merkt op,
dat de regering eigener beweging
wijziging heeft gebracht in de
houding, die Nederland in de V.
N, ten aanzien van Spanje had
ingenomen en die tweemaal door
het parlement is goedgekeurd.
De argumenten der regering acht
.tftr. zeer zwak. Waarom is deze
xwestie niet in het parlement ge
bracht?
De Kamer heeft er bij allerlei
gelegenheden op aangedrongen,
dat de regering contact zal zoe
ken bij beslissingen op het ge
bied der buitenlandse politiek.
De heer Burger dient de vol
gende motie in;
„Be Kamer, kennis genomen
hebbende van de ter UNO-assem-
blée in November 1950 gebleken
gewijzigde Nederlandse houding
inzake de diplomatieke vertegen
woordiging in Spanje;
van oordeel dat het aldus prijs
geven van een tot tweemaal toe
door het parlement bekrachtigd
standpunt niet dan na overleg
met het parlement had behoren
te geschieden;
spreekt zjjn teleurstelling om
trent deze gang van zaken uit en
gaat over tot de orde van de
dag."
De heer Zandt (S.G.) ontwik
kelt bezwaren tegen de V. N.,
waar z.i. met de rechten van
kleine naties geen rekening wordt
gehouden. Spr. is van oordeel,
dat ten aanzien van Ambon het
handvest der V. N. is geschon
den.
Vergadering van Woensdag.
Be Tweede Kamer heeft giste- I
ren in behandeling genomen het
wetsontwerp tot vaststelling van
zekere waarborgen jegens be
paalde groepen militairen en ge
wezen militairen van het K. N.
I. L., alsmede hun nagelaten be
trekkingen.
De heer De Graaf (K.V.P.) ves
tigt er de aandacht op, dat de
strekking van het ontwerp de
waarborging betreft van sociale
voorzieningen, die ter Ronde Ta
felconferentie zijn overeengeko
men. Dat de sociale voorzienin
gen redelijk zijn, kan niet uit het
ontwerp worden opgemaakt. Spr.
doelt op de wachtgelden voor
militairen van de laagste rang.
Men zal verschil moeten maken
tussen sociale zorg en wachtgeld
van de trouwgebleven militair.
Spr. is er dankbaar voor, dat in
belangrijke mate is tegemoetge
komen aan de bezwaren van de
Kamer.
De heer Meyerink (A.R.) merkt
op, dat slechts een deel der na
righeid wordt ondervangen, om
dat de regeling alleen de Neder
landers geldt, terwijl er 25.000
Indonesiërs bij betrokken zijn.
Spr. meent, dat de regering
ook verantwoordelijkheid heeft
jegens de dienstplichtigen. Hij is
verheugd, dat het met de wedu
wen- en wezenpensioenen in orde
zal komen, gezien de toezeggin
gen die gedaan zijn.
De heer Stufkens (Arb.) vraagt
de eis van vestiging hier te lan
de te laten vallen.
Hij sluit zich aan bij een
amendement-De Graaf, beogende
een andere omschrijving_ van de
categorie „gewezen militairen"
en verklaart dankbaar te zijn
voor de aangebrachte verbete
ringen, waardoor tegemoet is ge
komen aan verlangens der Ka
mer.
De heer Van de Wetering (C.H.)
ontwikkelt enige bezwaren. Hij
vraagt de betrokkenen na vast
stelling der garantiewet nog ge
legenheid te geven af te vloeien,
resp. over te gaan naar de K. L.
Spr. acht het onjuist de wet te
beperken tot de na-oorlogse ge-
pensionneerden. Volgens art. 8
kunnen in bijzondere gevallen
garanties worden vastgesteld je
gens niet-Nederlanders. In dit
verband vraagt hij wat gedaan
wordt voor de Ambonnezen. Hij
kondigt een amendement aan om
uit art. 8 de woorden ,,in bijzon
dere gevallen" te doen verval
len. Voorts wil hij er ook „groe
pen niet-Nederlanders" in be-
trekken
De heer Vonk (V.V.D.) uit zijn
waardering voor het indienen
van het ontwerp. Hij dringt aan
op ruimere interpretatie van eni
ge bepalingen. De garantie is
voor de Ambonnezen hard nodig
en daartoe moeten zij zich op de
wet kunnen beroepen.
De minister zonder portefeuil
le. de heer Götzen. is erkentelijk
voor de instemming, welke men
te kennen heeft gegeven.
Alle bijzondere gevallen zullen
de aandacht krijgen, welke zij
behoeven.
Of de sociale voorziening voor
de afgevloeide militairen rede
lijk zal zijn, moet blijken bij de
algemene maatregel van bestuur,
De redelijkheid zal betracht wor
den. Het uitbreiden van de ga
rantie tot de onderdanen van de
staat Indonesië acht de minister
ongewenst, ook met het oog op
de consequenties, welke daaruit
kunnen voortvloeien.
De minister verklaart aan het
slot van een uitvoerige uiteen
zetting dat gestreefd wordt naar
een zo bevredigend mogelijke
oplossing.
Bij de replieken dient de heer
De Graaf (K.V.P.) de volgende
motie in:
„De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
overwegende dat de in het
oorspronkelijk wetsvoorstel op
genomen eis van vestiging in het
Koninkrijk terecht bij wijziging
is vervallen,
van oordeel dat de motieven,
welke tot deze wijziging hebben
geleid, in gelijke mate gelden ten
aanzien van het burgerlijk over
heidspersoneel,
dringt er bij de regering op
aan een voorstel aanhangig te
maken tot wijziging van de Ga
rantiewet Burgerlijk Overheids
personeel Indonesië, opdat de
daarin gestelde eis van vestiging
in het Koninkrijk eveneens komt
te vervallen".
Minister Götzen verklaart dat
de motie, als ze wordt aangeno
men, voor de regering aanlei
ding zal zijn om de hele materie
n ernstige overweging te nemen.
De motie wordt z.h.s. aange
nomen.
De heer De Graaf (K.V.P.) licht
een amendement toe, beogend
een andere omschrijving te geven
van de in de wet genoemde cate
gorie „gewezen militairen".
Het amendement wil onder
gewezen militairen" verstaan:
„Personen die tussen 9 Mei 1940
en 1 September 1945 uit de mili
taire dienst bij het voormalige
K. N. I. L. zijn ontslagen wegens
bekomen letsel, dan wel in
Maart 1942 in militaire dienst
zijn getreden bij het voormalige
K. N. I. L. en na Augustus 1945
in overheidsdienst aan de weder
opbouw van Indonesië daadwer
kelijk hebben medegewerkt".
De minister neemt het amen
dement over.
In artikel 8 wordt bepaald, dat
in bijzondere gevallen garanties
van het rijk: kunnen worden
vastgesteld jegens niet-Neder
landers.
De heer Van de Wetering (C.H.)
verdedigt een amendement om
de woorden „in bijzondere ge
vallen" te doen vervallen en
achter de woorden „jegens niet-
Nederlanders" toe te voegen „en
groepen van niet-Nederlanders".
De minister ontraadt het amen
dement.
Het wordt verworpen met 38
tegen 27 stemmen (tegen K.V.P.
en Arb.)
Het wetsontwerp wordt z.h.s.
goedgekeurd.
Te vier uur wordt de vergade
ring verdaagd.
(Slot.)
Reinigingsdienst.
In de reeds lang bestaande be
hoefte aan een tweede huisvuil-
ophaalauto kon in de loop van Juli
1950 worden voorzien door de aan
schaffing van een „Commer Car
rier". Hierdoor werd het mogelijk
de ophaaldienst beter dan voor
heen uit te voeren, terwijl even
eens Driewegen en, met ingang
van 1 Januari 1951, ook Sluiskil bij
het ophaalgebied konden worden
betrokken.
De moeilijkheden voor een goede
stortplaats voor vuil werden in de
loop van het jaar opgelost door het
beschikbaar krijgen van de z.g.
„Kraagput" nabij de Kraagbrug.
Onvoorziene omstandigheden voor
behouden is hier stortplaats voor
5—6 jaar.
De bestrijding van sneeuw en
gladheid eiste ook dit jaar weer de
volle aandacht. In verband met .ie
gestadige uitbreiding van de ge
meente wordt dan ook reeds aan
schaffing van een tweede zand-
strooier overwogen.
Begraafplaatsen.
De Democratische Senator Mc-
Carran heeft bij cte Amerikaanse
Senaat een wetsontwerp inge
diend, dat voorziet in het beschik
baar stellen van een milliard dol
lar voor het verlenen van militai
re hulp aan de Chinese Nationalis
ten, „teneinde hen in staat te
stellen een tweede front in com
munistisch China te scheppen".
McCarran lichtte zijn ontwerp
als volgt toe:
„Een onmiddellijke offensieve
actie is noodzakelijk om de zware
druk op de Amlerikaanse troepen
in Korea te verlichten- De Ver.
Staten voeren oorlog in het Verre
Oosten en het zou dwaasheid zijn
geen gebruik te maken van de ge
oefende Chinese Nationalistische
troepen op Formosa en de anti
communistische guerillastrjjders
op het Chinese vasteland, die tus
sen de 1 en 2 milltoen man sterk
zijn".
Niet slecht betaald.
Aan de Gemeenteraad van Den
Haag is voorgesteld Ged. Staten
van Zuid-Holland in overweging
te geven de jaarwedde van de
wethouders, gerekend met ingang
van 1 Januari 1951, vast te stel
len op 10.500. De bezoldiging
bedraagit thainis 8.500 per jaar.
RAS T ILLES
TEGEN
De gronden voor aanleg van een
nieuwe begraafplaats zijn inmid
dels aangekocht en met het egali
seren van het terrein en de aan
planting zal zo spoedig mogelijk
worden begonnen.
Timmer- en metselbedrijf.
De nodige verbeteringen in en
aan het Politiebureau zijn zover
voltooid, waardoor een meer gerie
felijke werk- en wachtruimte werd
verkregen. Eveneens werd de ver
bouwing van het perceel Heren
gracht 10 ten behoeve van de Cen
trale Dienst uitgevoerd.
Schildersbedrijf.
Uitgevoerd werden o.a. de wo
ning Veldstraat 5 en de voormalige
school D te Sluiskil, de wacht
kamer met toegangshek op de
Nieuwe Algemene Begraafplaats,
verniswerk aan schoolbanken ten
behoeve van school B te Sluiskil,
binnenschilderwerk in Politie
bureau en het schilderwerk aan de
verplaatsbare muziektent. Even
eens werd een groot gedeelte schil
der- en behangwerk uitgevoerd
aan het kantoor van de Centrale
Dienst.
Uit het jaarverslag van de Ge
meentepolitie valt het volgende te
memoreren.
Personeel.
De organieke sterkte is bij Be
sluit van de Minister van Binnen
landse Zaken van 2 Januari 1950
als volgt vastgesteld: 1 Inspecteur
1 Adjudant, 2 Brigadiers, 5 Hoofd
agenten, 9 Agenten en Adspiran-
ten en 1 Administrateur,
Deze sterkte is 4 man minder dan
de daarvóór geldende, die 21 man
plus 2 man boven de sterkte be
droeg. Aangezien de werkelijke
sterkte nimmer hoger was dan 22
man en in het kader van de in
krimping in het verslagjaar 2 man
werden gepensionneerd, moet het
korps thans nog met 1 man worden
ingekrompen.
Mutaties en bevordering.
De adjudant J. C. 3ol en de bri
gadier A. M. Verpoorte werden per
1 April 1950 eervol ontslagen we
gens pensionnering. De hoofdagent
G. W. Verbiezen werd ingaande 1
Januari 1950 bevorderd tot briga
dier. De brigadier J. Geertsema en
de agent P. J. van der Goes werden
ingaande 1 Juli 1950 bevorderd,
resp. tot adjudant en hoofdagent.
Opleiding
Op 1 Januari 1950 was 1 agent
nog niet in het bezit van het poli
tie-diploma. Hij behaalde het dit
jaar. Een gedeelte van de overige
agenten kreeg een voortgezette op
leiding. Zjj ontvingen ook les in
Nederlandse taal. Tien agenten
volgden een verplichte E.H.BO.-
cursus onder leiding van dokter
Van Breda Vriesman. Zij slaagden
allen. Thans volgen wederom 11
agenten deze cursus. Vijftien man
ontvangen auto-rijlessen.
Kleding en uitrusting.
De kleding en uitrusting van het
personeel verkeert in prima staat
en is in het verslagjaar geheel op
peil gebracht. Tengevolge hiervan
heeft het jongere personeel een
aanmerkelijke kledingschuld. Met
uitzondering van de administrateur
heeft het personeel een eigen rij
wiel, waarvoor rijwieltoelage wordt
genoten.
Straatdienst.
De baldadigheid verminderde.
Vooral de vernieling in plantsoenen
en beplantingen was opvallend min
der. Vele jeugdige delinquenten
werden echter nog ernstig onder
houden. Van schoolhoofden werd
veel medewerking ondervonden oij
de bestrijding der baldadigheid.
Klachten over woonwagens kwa
men practisch niet binnen. Het
aantal in de gemeente verblijvende
woonwagens is na de ingebruikne-
gens in de gemeente aan en ver
trokken er 55.
Vreemdelingendienst.
Op 31 December 1950 waren in
geschreven 411 gevestigde vreem
delingen (31 December 1949: 39S).
Op de tijdelijk in de gemeente ver
blijvende vreemdelingen wordt ge
regeld controle uitgeoefend. In de
hotels van Terneuzen logeerden in
het verslagjaar waaronder ie
verstaan het minstens éénma; I
nachtverblijf genieten 998
vreemdelingen (in 1949: 784 en n
1948: 623). Het vrij grote aanlal
vreemdelingen en de ligging der
gemeente eist een intensief toe
zicht en geeft veel administrati :f
werk. Met de controle is de afrk-
ling recherche belast. De hotels n
logementen werden regelmatig ge
controleerd, waarbij werd nag. -
gaan of zich onder de gasten gesig-
naleerden bevonden. Uit de hote.-
registers bleek, dat in het verslag
jaar 7035 personen, waarvan som
migen voor langere tijd, in die in
richtingen logeerden.
Van de ter kennis van het korps
gekomen misdrijven werd 90 tot
klaarheid gebracht, een hoog per
centage in verhouding tot het
landsgemiddelde 65
Kinder- en zedenpolitie.
De werkzaamheden op dit terrein
worden in hoofdzaak verricht door
de brigadier-rechercheur. Er was
een goede samenwerking met de
Ambtenaar Kinderwetten, de Voog
dijraad en de Sociale Werksters.
Tegen 34 kinderen beneden 18
jaar werd proces-verbaal opge
maakt wegens misdrijf. Vergeleken
bij andere jaren een hoog aantal.
Wegens zedenmisdrijven werden
14 processen-verbaal opgemaakt.
In negen gevallen waren hierbij
kinderen betrokken. In totaal wa
ren 22 kinderen het slachtoffer van
een zedendelict.
Op verzoek van de Justitie wer
den al deze bijzonderheden betref
fende minderjarigen ter kennis v.an
de Voogdijraad gebracht.
Controles werden gehouden ui
dancings en bioscopen teneinde be
zoek van kinderen beneden de ver
eiste leeftijd tegen te gaan.
V erkeerspolitie.
Eén agent is speciaal aang
wezen voor het onderzoeken van
motorrijtuigen.
Aan verkeersopvoeding is veel
aandacht besteed. De verkeers-
discipline is vrij goed te noemen.
De politie gaf weer aan alle la
gere scholen practisch verkeers-
onderwijs. Op 19 Juni 1950 werden
de Jeugdverkeersexamens gehou
den, uitgaande van het Verbond
van Verenigingen voor Veilig Ver
keer. Het aantal deelnemers be
droeg 223. Aan 194 werd het ver-
keersdiploma uitgereikt, waarvan
met lof 20.
Er vonden 91 verkeersongeval
len plaats, die ter kennis van de
politie kwamen (in 1949: 66, in
1948: 31). Hiervan waren: met
dodelijke afloop 1; met alleen
lichamelijk letsel 8; met alleen
materiële schade 62; met letsel aan
personen en materiële schade 20.
Eén verkeersongeval werd ver
oorzaakt door gebruik van alcohol
(in 1949 4, in 1948: 1). In vier
gevallen werd proces-verbaal op
gemaakt tegen personen die in
staat van dronkenschap een motor
rijtuig of rijwiel bestuurden
Opgemaakte processen-verbaal.
Het totaal aantal bedroeg in
1950: 999; in 1949: 858; in 1943:
686. Het aantal processen-verbaal
wegens openbare dronkenschap,
dat na 1946 sterk steeg, daalde tot
verschil dat de economische mis
drijven verminderden en b.v. fri
zedenmisdrijven en de jeugdcrimi
naliteit een stijging te zien gaven.
Gelet op het karakter der ge
meente kan de stand der crimina
liteit niet ongunstig worden ge
noemd.
30 van de opgehelderde mis
drijven werd gepleegd door niet in
de gemeente wonende personen.
Het aantal arrestanten dat aan
het politiebureau werd ingesloten
bedroeg 107 (in 1949: 118, in 1918:
115).
Gebouw en en materieel.
Door het toestaan van een nieuw
crediet voor de voltooiing van de
restauratie en verbouw van het
politiebureau, die inmiddels ver is
gevorderd, zal het politiekorps b< -
gin 1951 over een weliswaar oud
en minder gunstig gelegen, ma<w
doelmatig gebouw beschikken. De
meubilering is aangevuld en
thans voldoende.
Wanneer de oude naast het po
litiebureau gelegen brandwe -
kazerne kan worden bijgetrokken,
zal ook een rijwielstalling, opslag
plaats en garage zijn verkregen,
waaraan veel behoefte bestaat.
§ind December arriveerde een
nieuwe politieauto, een lichte s'a-
tioncar die uitstekend geschikt is
o.a. voor transport van arrestan
ten, snel verlenen van assistentie
bij branden, ongevallen, e.d., assis
tentie te Sluiskil, vervoer van
dronken personen, deserteurs <-n
verstekelingen van zeeschepen.
In de toekomst kan snel op elke
plaats in de gemeente worden op
getreden of hulp verleend. Al het
nodige matereel, zoals dreggen,
zuurstofkoffer, schijnwerper, lan
taarns, rode vlaggen en zelfs een
brancard, kan worden meegen .-
men. Bij ernstige ongevallen zul
len de agenten-E.H.B.O.-ers ga-
wonden met eigen materieel kun
nen helpen en vervoeren.
Aangeschaft werd een draagbare
schijnwerper met accu's, waarmee
tijdens de duisternis op elke plaats
Y jor de nodige verlichting kan
worden gezorgd.
De burgemeester besluit zijn
Nieuwjaarsrede dan aldus:
„Wij hebben een vluchtige blik
geworpen op onze goede stad.
Licht en schaduw wisselden elkan
der af. Het zal ook in de toekomst
wel niet anders zijn. Elk jaar zal
ik uw aandacht moeten bepalen op
de donkere plekken in onze kleine
samenleving, die immers een sa
menleving van mensen is met al
hun goede, maar ook met al hun
kwade eigenschappen. Het goede
te wekken en aan te kweken, het
kwade tegen te gaan en als het
niet anders kan te straffen, dat is
de taak der overheid, dat is Uw en
mijn taak. Samen hebben wij hier
de middelen te beramen, waardoor
onze samenleving zich zal kunnen
ontwikkelen tot een welvarende en
een gelukkige. Is er schonen taak
denkbaar? Ik meen van niet en
prijs mij gelukkig tot dit ambt ge
roepen te zjjn.
Is dit in tegenspraak met het be
gin van mijn rede?
Heeft het niet alleen nog zin in
deze tijd, nu de wereld dreigt we
derom in een baaierd van ellende
ineen te storten, zich op deze
kleine plek om de toekomst v.i*i
zijn medemens te bekommeren,
maar is dat nog mogelijk? Gaat
dat onze zwakke krachten niet ver
te boven?
Stellig wel, wanneer wij dat en
kel moesten doen in onze eig'm
kleine menselijke hoogmoed. Stel
lig niet, wanneer wij ons gedragen
weten door Hem die het al regeert
en die ook U in het aangevangen
jaar met Zijn wijsheid moge voor
lichten. Met deze heilwens voor
:t nieuwe jaar zowel in Uw amht
als voor U persoonlijk moge ik dan
hesluiten."
Bonloos voedergraan,
gratie aan Duitsers en
Russisch bezoek aan Nederland
Het Tweede Kamerlid Borst
(C.P.N.) heeft aan de Minister
van Landbouw de volgende vra
gen gesteld:
1. Is het de minister bekend,
dat de prijzen van het bonipos
voedergraan in die mate zijn ge
stegen en nog steeds stijgende
zijn. dat, a. het pluimveebedrijf
mede door het teruglopen van de
eierprijzen niet meer lonend is?
b. de varkensmesterij hierdoor in
zodanige omstandigheden is ko
men te verkeren, dat voor de
meeste boeren deze tak van- het
bedrijf steeds moeilijker wordt?
2. Is het de minister bekend,
dat naast de prijzen van het
binnenlands voedergraan ook de
stroprijzen abnormaal hoog zijn
opgelopen?
3. Is de minister niet van me
ning, dat door genoemde facto
ren de verlaging van de melk
prijs niet langer verdedigbaar is
en er alle reden is de melkprijs
op het oude peil terug te bren
gen?
4. Is de minister bereid orer
te gaan tot een prijsstop van het
aanwezige verhandelbare vee
voeder?
De heer Haken (C.P.N.) heeft
aan de minister van Justitie de
volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat aan een
vijftal Duitsers, die door de orga
nen der bijzondere rechtspleging
tot zware straffen zijn veroor
deeld, gratie is verleend?
2. Is de minister bereid mede
te delen op welke gronden hier
gratie is verleend?
3. Is het juist, dat in het voor
nemen van de regering ligt om
op ruime schaal tot het verlenen
van gratie over te gaan?
4. Is het juist, dat van bui
tenlandse zijde bij de regering
is aangedrongen op ruime toe
passing van het recht van gra
tie?
De heer Fens (K.V.P.) heeft
tenslotte aan de Minister van
Oorlog en van Economische Za
ken deze vragen gesteld:
1. Is het juist, dat in verband
met de levering van schepen aan
Rusland Russische controleurs
hier te lande worden toegelaten
op verschillende belangrijke in
richtingen, ten dele ook op in
richtingen, waar met militaire
geheimen wordt gewerkt en dat
deze Russische controleurs ons
z.g. op de vingers moeten kijken
of wij onze verplichtingen wel
nakomen?
2. Zijn de ministers bereid,
indien het bovenstaande juist is,
onverwijld maatregelen te tref
fen om aan deze ongewenste tpe-
stand een einde te maken?
ongeveer 2/3
1948 en 1949.
van het aantal over
De daling is in het
tweede halfjaar begonnen en zet
steeds door, waardoor voor 1951
nog gunstiger cijfers worden ver
wacht.
Tegen caféhouders, die dronken
personen in hun inrichting toelie
ten, werd streng opgetreden.
Criminaliteit ter plaatse.
Het aantal misdrijven, waarvan
proces-verbaal werd opgemaakt,
steeg met 17 en bereikte daardoor
ongeveer het peil van 1948, met dit
HEDEN:
TERNEUZEN: Ger. Kerk, 8
uur: Chr. Wirrberlezing.
TERNEUZEN: Pro Rege, 6.30
uur: Ontwikkelingsavond Chr.
Jonge Boeren en Plattelands-
meisjes.
Ü.XEL: 5 uur: Aanlsesteding
bouwen Woonhuis met maga
zijn.
In vierde instantie behandelde
het Amsterdamse Gerechtshof de
zaak tegen de 32-jarige landbou-
wersknecht S. A., geboren te Hol-
lum (Ameland) ,die de laatste tijd
zonder vaste wooplaats was.
De verdachte was op 27 Mei
door de Rechtbank te Zutpen ver
oordeeld tot 20 jaar gevangenis
straf. Hij werd er van beschul
digd medio Dec. 1947 te Beekber-
de Boer van
gen dg heer T F -
verslagjaar kwamen 60 woonwa- hem met een beitel de schedel te
verbrijizelen en zich daarna schul
dig te hebben gemaakt aan ddef
stal-
In hoger beroep werd A. door
het Gerechtshof te Arnhem ver
oordeeld tot 20 jaar met aftrek.
De Hoge Raad verwees de zaak
naar het Amsterdamse Gerechts
hof.
Gisterenmiddag eiste de Procu
reur-Generaal te Amsterdam 20
jaar gevangenisstraf tegen A. met
aftrek van de voorlopige hechte
nis van 16 Maart 1950 af.
door
P. DE VRIES.
o
46) Nadruk verboden.
Whiteheaven zuchtte. „Ik wou
dat de baas maar opdracht gege
ven had om haar naar Townsville
terug te brengen," zei hij. „Dat
zou ons heel wat narigheid be
sparen. Ik voorzie, dat we nog
meer moeilijkheden krijgen".
„Laat haar maar schuiven,"
antwoordde Kees luchtig. „Ze
loopt in geen zeven sloten tege
lijk."
„We zullen het hopen."
Tegen het vallen van de avond
stoomde de „Snow-flake" op hal
ve kracht naar het eiland. De
lichten aan boord bleven uit en
daarom stonden er twee matro
zen op de voorplecht te turen
naar eventueel aankomende sche
pen. Een derde persoon peilde
de diepte van de bodem, want
kapitein Bream die maar alles
behalve ingenomen was met het
feit, dat zonder licht moest wor
den gevaren, wilde verder geen
enkel risico lopen en zeker niet
stranden. Tegen tien uur liet hij
dan ook stoppen en tegen White
heaven zei hij, dat er gevaar voor
vastlopen bestond, als men ver
der ging. En de eerste stuurman
was van mening, dat men hoog
stens en half uur roeien van de
kust was, waarop Whiteheaven
dan ook besloot om in een der
reddingboten naar het eiland te
gaan.
De grootste boot werd uitgezet
en behalve Whiteheaven en Kees
stapten er nog twee matrozen bij
hen in, die zouden roeien. Whi
teheaven had de matrozen elk
een revolver gegeven, waarmee
ze maar matig in hun schik wa
ren. Voor zichzelf en Kees was
er een geweer met enige munitie
aan boord.
De matrozen, die aanvankelijk
geweigerd hadden de revolvers
aan te nemen, stemden ten leste
toe, toen Whiteheaven hen aan
hun verstand bracht, dat er wel
eens onraad op het eiland kon
zijn. „Jullie hebt toch ook gele
zen van het verdwijnen van die
5000 inwoners?" vroeg hij.
Ja, een van hen had het in
derdaad gelezen en daarom nam
men de wapens ook aan. „Ik heb
het anders niet erg op die schiet-
dingetjes," mopperde één der
matrozen.
De lucht was enigszins bewolkt
en Kees keek met enige zorg naar
de „Snow-flake", toen ze weg-
roeiden. Als ze de schuit maar
weer zouden kunnen terugvin
den.
De tocht naar het eiland duur
de veel langer dan een half uur
en op een gegeven ogenblik op
perde Kees de veronderstelling,
dat men uit de koers was ge
raakt, maar Whiteheaven zat
met een kompas in zijn hand en
antwoordde, dat de boot regel
recht op het eiland aanging.
Na ruim een uur roeien schuur
de de boot eensklaps over het
zand. Kees en de ingenieur, die
beiden hoge waterlaarzen hadden
aangetrokken, sprongen meteen
over boord en eerstgenoemde
vond het maar een rare gewaar
wording om na bijna een maand
varen weer eens vaste grond on
der de voeten hebben. Whitehea
ven besliste, dat een der matro
zen in de boot zou blijven. „Kijk
terdege uit je doppen", waar
schuwde hij, want we weten niet,
of het eiland op het ogenblik on
bewoond is."
Af en toe kwam de maan door
het wolkendek heengluren en dat
licht hadden de drie mannen wel
nodig, want het was aardedon
ker. Weliswaar had men sterke
zaklampen bij zich, maar White-
ïeaven besliste, dat er voorlopig
geen gebruik van gemaakt mocht
worden.
Op Tweede Kerstdag 1947 werd
de heer De Boer die, zoals de Pre-
En zo begon de tocht langs de sj(jent zej; een „vreemde, eenzel-
kust. Gedurende een kwartiertje
was de weg vlak als het strand
in Nederland. Maar op een gege
ven ogenblik hield het strand op
en moest men een beboste heu
vel beklimmen. Dé lucht ruimde
enigszins, zodat men nagenoeg
steeds maanlicht had, hetgeen de
oriëntatietocht bizonder verge
makkelijkte.
Na een vermoeiende tocht van
ongeveer twee uren, ontdekte
men eensklaps een brede, natuur
vige figuur" was, vermoord aan
getroffen. In de woning heerste
grote wanorde en op een van de
bovenkaimers werd een werkboekje
aangetroffen ten name van A.
Deze werd in Januari 1948 te
Maastricht gearresteerd- Spoedig
daarna werd 'n zekere H. gearres
teerd, die .samen met A. de in
braak zou hebben gepleegd. Bei
den bekenden te hebben ingebro
ken. H. verklaarde dat A., toen zij
James F. Byrnes, de voormalige
Amerikaanse Minister van Bui
tenlandse Zaken, heeft er in zijn
installatie-rede als Gouverneur
van Zuid-Carolina op aangedron
gen, dat de Verenigde Staten hun
strijdkrachten in Europa zullen
concentreren.
Onze militaire macht moet niet
worden verdeeld tussen het Oos
ten en het Westen," zeide hij.
Wanneer het tijdstip, waarop
de Sowjet-Unie gereed zal zijn om
een oorlog te beginnen, nadert,
is het niet verstandig ons leger
verdeeld te hebben tussen Korea
en Europa."
Naar mijn mening vormt West-
Europa de eerste linie bij de ver
dediging van de beschaving. Het
is een eis van zelfbehoud, dat wij
handelen, vóórdat de Sowjets toe
slaan.
Wij moeten onze vrienden 'n
Europa wakker schudden en hen
duidelijk maken, dat de tijd om
te praten voorbij is en er nu ge
handeld moet worden," aldus
Byrnes.
Gouverneur Byrnes drong er
verder nog op aan, dat de West-
Duitse republiek „op voet van ge
lijkheid zal worden behandeld,
daar de West-Duitsers, indien
zij een rechtvaardige behandeling
ontvangen, met ons mee zullen
vechten."
„Er moeten zo spoedig moge
lijk militaire voorraden naar
Spanje worden gezonden, want
Spanje beschikt over meer divi
sies van geoefende soldaten dan
welk Westeuropees land ook."
„Wij moeten ons van de vriend
schap van maarschalk Tito ver
zekeren en wij moeten militaire
voorraden naar Joego-Slavië
zenden. Tenslotte moeten wij
Engeland, Frankrijk en alle
andere Westeuropese landen
duidelijk maken dat wij wensen
dat de Amerikaanse soldaten in
Europa de hulp zullen hebben
van de soldaten van elke staat,
die bereid is aan 'n aanval door
de goddeloze Russische commu
nisten weerstand te bieden", be
sloot Byrnes.
lijke inham. De mannen liepen Cp heterdaad werden betrapt door
een eindje langs de oever land- Ide heer De B., die eerder thuis
waarts, maar na een kilometer fcwaan dan de inbrekers hadden
verklaarde Whiteheaven op op- |\erwacht, met een steekbeitel de
gewekte toon, dat deze inham |-,eer De B. had neergeslagen.
groot en breed genoeg was om
er in te varen. „We gaan terug,
mannen," zei hij. „In ieder geval
kunnen we hier invaren."
De matroos, die hen vergezeld
had, vond, dat zulks in de nacht
niet zo gemakkelijk zou gaan.
„Als het nu dag was
„Nee", antwoordde de inge
nieur, „dat gaat beslist niet.
Eventuële bewoners van het
eiland mogen voorlopig nog niets
weten van deze invasie. Dat is
van zeer grote betekenis. Hoe het
gebeurt, gebeurt het, maar we
moeten er vannacht nog inva
ren."
(Wordt vervolgd.)
Bij zijn arrestatie werd op A,
angetroffen de regenjas van de
beer De B., die vol zat met kleine
loedspatjes. Zijn eigen regenjas
ie door enige getuigen werd her
kend, is in het huis van de ver
lagene aangetroffen.
De Procureur-Generaal zei in zijn
requisitoir tot de overtuiging te
zijn gekomen, dat deze verdachte
d.e moord heeft gepleegd. Hij
meende, dat dit feit zo ernstig is;
dat hij niet de volledige voorlopige
hechtenis in aftrek wilde brengen
en kwaim tot bovenstaande eis.
- De verdediger bepleitte clemen
tie-
Hoewel zich bfö de lossing r«n
het Nederlandse vrachtschip
„Hagno" geen moeilijkheden
hebben voorgedaan, hebben een
dertigt -J fruitcommissionairs-im-
portcurs van de markt te Du
blin besloten geen fruit meer in
Nederland te bestellen, zolang
de Nederlandse regering niet te
rugkomt van het plan om Vrij
dag een escadrille van de Mari
ne-Luchtvaart in Ulster te sta
tioneren.
De secretaris van de bond „Voor
de eenheid van Ierland" heeft de
kapitein en bemanning van vijf
Nederlandse schepen, die zich op
het ogenblik in de haven van
Dublin bevinden, bezocht en in
het Engels, Nederlands en Frans
gestelde vlugschriften overhan
digd, waarin de kwestie Ulster in
grote lijnen wordt uiteengezet.