Werkkledini BLIEI I A. J. BI Vergt FÖN KentUiet; 'mm mm Srclfige KersUogcn Van Sprang Marius Flothuis: ^aótorale ^J^ianLen immi, sw wl vê Schrijfmachlnepat HET WERI DE BERK var pre ..DE MO Wat drinki met de a.s Draag Nowa-n 0^7T\ Maandagmiddagvoorstelling kunt U nog winkelier geer kunt u uw op /él papier scl de naam va nog niet void kaar (8 stuk: pakjes thee i 'vrienden en k< lijke Moriaan of zij er een Voor alle goede wordi een prijs bes Overalls Blauwe Werkjas Khaki Stofjasser Khaki Overhem< Manchester broe Grijze Werkjasst Noordstraat 15 Tel< Terneuzen 14 kr- massief Trouwringen, ook inlevering, tegen vei goudprijs- GOUD OP ZILV TROUWRINGE 25 gulden per pi bhé%3 6U1UV11 PVI pi Juweliers TERN1 N.V- Fa. P J. v. d. Natuurlijk ADVOCAAT BRANDEW COGN C maar dan gekoc 1 WESTKOLKSTF CONCERT- I Telefoon 99 ZATERDAG 24 ZONDAG 25 DE brengen wij I met GREER GA Een diep aangri Elk kind heeft h roerende film, g strijdbare vrouw Toegang boven 1 MAANDAG 26 I DINSDAG 27 Dl die 1VL s ON Zware B Zware V Zware B Zware B Zware K Zware IS KHAKI KLED! Nt dan na een flinke reg Wie zich nat laat rt onprettig gestemd. Bewaar Uw gezondhei FO HA Fa. Fa- v Schilderij van Michel Angelo in hei Uffizi ie Florence. Paetorale, precies hetzelfde als elke andere symphonie van Beethoven, met dit verschil, dat hij de atmos feer van het werk, dat wat hem bij het com poneren bezielde, in korte woorden heeft aan geduid. Een pastorale van geheel andere aard is de „Scène aux champs" in de „Symphonie fan- tastique" van Berlioz. Beethoven voelde zich één met de natuur en was waarschijnlijk ner gens gelukkiger dan daar, Berlioz was onge lukkig en bracht zoals de meeste romantici de natuur in overeenstemming met zijn ge moedsgesteldheid, althans hij zoekt die om geving, die het beste bij zijn gemoed past. Zijn Scène aux champs is geen hymne aan de heer- lijkheid en de rijkdom van de natuur, zoals de „Szene am Bach" in Beethoven's pastorale, maar een zang van de grootst denkbare ver latenheid, en zowel de melodieën van de beide herders dg. hobo en de althobo, die elkaar toeroepen als ook het verre gerommel van de donder de paukenroffels aan het slot kunnen de verlatenheid alleen maar accen tueren. Het idyllische aspect van het landleven heeft in onze tijd, vooral in de Franse muziek weer de overhand gekregen, zo b.v. in de prachtige „Pastorale d'été" voor orkest van Honegger, en in het charmante Concert champêtre voor clavecimbel en orkest van Poulene, Zo is eeuwenlang de natuur een onuitputte lijke inspiratie bron voor de kunstenaars ge weest wie twijfelt er aan, dat ze dat zal blijven? Maria vroeg haar kleine zoon die aan haar knie kwam staan: „Vertel me nu, mijn lieve kind, hoe het de wereld zal vergaan". „Koud zal ik zijn als stenen, als de stenen in de muur, en de stenen ruiten schreien om mij, in 't donkerst uur. En op een W oensdag word ik verraden en verguisd Ik zal op Goede Vrijdag dan doodgaan aan het kruis. Maar op Paasmorgen, moeder, zal ik uit de dood opstaan en met mij zal herrijzen het licht van zon en maan. (Hella Haasse). Omstreeks Kerstmis duiken in de concert en radio-programma's stevast dezelfde stuk ken op: Concerto fatto per la notte di natale. (Concerto, geschreven voor Kerstnacht) van Coreili, de Hirtenmuziek uit het Kerst-ora torium van Bach, soms ook de Pastorale uit The Messiah van Handel, dat zijn stukken die in nauw verband staan met het Kerstverhaal, met de aanbidding van het Christenkind door de herders, de pastors. Het pastorale karakter van dergelijke stukken komt bijna altijd in dezelfde kenmerken tot uiting. Het gebTuik van fluiten of hobo's als melodie-instrumenten en het veelvuldig optreden van lang aangehouden bastonen. Dit laatste is ontleend aan het lande lijke instrument bij uitnemendheid, de doedel zak, die in vroeger eeuwen wijd en zijd ver breid was, nu echter nog voornamelijk in Schotland en op de Balkan voorkomt. Bij een primitieve boerse besp'-ling van de viool, ont staat een soortgelijk effect: het is nl. niet zo moeilijk op de viool twee snaren tegelijk te strijken, maar wel, om met de linkerhand twee snaren te bespelen en zo gebeurt het al gauw, dat één snaar met een lange toon, als z.g. „losse snaar" meeklingt. Deze pastorale muziek vormt een merkwaar dige schakel tussen de kerkelijke en de wereld lijke muziek van vroeger eeuwen. Evenals in de schilderkunst en de literatuur vonden we in ere muziek ontelbare „pastorales", zowel voor het theater als in de kamer- en orkestmuziek. Onze voorouders hielden ervan voorzover ze het zich konden veroorloven nu en dan de stad te ontvluchten en zich te vermeien in de genoegens van het landleven. Deze vlucht uit de alledaagse omgeving naar de poëzie van de vrije natuur weerspiegelt zich in de kunst. Ik behoef slechts te herinneren aan „Aminta" van Tasso, aan Hooft's „Granida"; ook in de vroeg ste opera's waren pastorale taferelen geliefd. Een echte pastorale is ook de één-acter „Bastien und Bastienne", een jeugdwerkje van Mozart; ook hierin treft men de bovengenoemde in strumentale effecten veelvuldig aan. De grootste „pastorale" werken der muziek literatuur zijn ongetwijfeld Haydn's oratorium „Die Jahreszeiten" en Beethoven's Zesde Symphonie, bijgenaamd „Pastorale". Het is opvallend dat dichters en musici het landleven gewoonlijk van de meest idyllische kant opvat ten: de taferelen spelen gewoonlijk in de lente, als de velden bloeien en geuren, of op warme zomerdagen als mens en dier verkwikking zocht in de koele schaduw van het bos of aan een liefelijk kabbelend beekje. Een onweersbui brengt dan de gewenste afwisseling, maar ongelukken gebeuren er niet. De rustige herfst, de winter met zijn over kale vlakten jagende stormen komen er niet aan te pas. Bij Haydn's oratorium ligt het accent schijnbaar op de wisselende aspecten van de seizoenen, maar ook zijn werk is eigenlijk een grote idylle: de herfst is vol van vreugde en dankbaarheid over de rijke oogst en brengt als hoogtepunt een ode aan de wijn. 's Winters is het te koud om naar huiten te gaan goed, de dichter blijft bin nen, last enige vertellingen in, heeft op die manier meteen nog gelegenheid een paar van zijn meer of minder diep gaande preekjes te spinnen. Bij Beethoven zijn we, wat de keuze van het jaargetijde betreft, weer op bekend terrein: het is volop zomer, de onweers-scène ontbreekt dan ook niet. De vijf delen van de symphonie hebben elk een titel, waarin kort wordt aange duid, wat de componist voor zweefde. Maar belangrijker is het motto, dat Beethoven boven het gehele werk plaatste: „Mehr Ausdruck der Empflndung als Malerei" „meer uitdrukking van het gevoel, dan schildering", d.w.z. poging om de natuur na te bootsen. Dus in wezen /Jchter ons huis beginnen de bomen. Donkere dennen die je ruikt, wat klein goed in allerlei tinten, en een berk die wit is. Als ik nu aan thuis denk, zie ik die berk. 's Avonds lag ik bij ons achter in de hei, en zag de nacht uit het bos komen. Het kon spannend toegaan, want de dag gaf zich niet zonder meer gewonnen. Ik hield het niet altijd met de dag. De avonden, dat ik het niet deed, gaf ik een trap tegen het berkje. De eerste, die de dag verried, was altijd de hei. De zon was nog niet weg, of de nacht kroop al door de heidestruiken, ter wijl de dennentoppen er nog niet aan dach ten om openlijk het licht los te laten. Maar als de nacht eenmaal goed in de hei zat lie ten de dennen alle schijn varen, en dan ging het snel, want het kleingoed hield het zonder steun niet vol. De enige die trouw bleef was het berkje, naaldscherp tegen de donkerte van de dikke dennen, bleker naar mate de nacht verdiepte. Ten slotte liep ik rillerig, met pijnlijke ogen, naar huis, en ik bedacht, dat eens het berkje zo groot en dik zou worden als de dennen. Dan zou het 's nachts ook dag zijn. Elke dag keek ik of het boompje groter werd. Ongeduldig schudde ik soms mijn vuist tegen de dennen. „Wacht maar!" riep ik dan. Ik wanhoopte als ik het berkje zag tegen het zware bos. Plotseling had ik het gevonden. Ik moest het bos omkappen. Ik vond het zó'n prach tig idee, dat het niet nodig was om het uit te voeren. Maar op de duur bevredigde dat niet. Ik begon over verwezenlijking te denken, maar toen in het bos inliep, vond ik het goed geen uur te bepalen. Op een nacht werd ik wakker van het noodweer. De wind rukte aan ons dak en de donder deed de wanden trillen. Ik liep naar het raam en keek naar buiten, maar ik zag niets. Plotseling hieuw de bliksem door het donker, en toen zag ik het berkje. Ik bleef aan het raam staan. Elke keer als het flitste zag ik het, en riep ik hoera. De volgende dag moest ik handelen. Ik sloep naar de schuur en nam er de grote scherpe bijl waar ik nooit aan mocht komen. Ik legde hem over mijn schouder en marcheerde zingend naar het bos. On middellijk begon ik met de scherpe kant tegen een kleine den te slaan, die vlak bij het berkje stond. Het hout was taai en de bijl zwaar. Ik begon te zwetenmaar ik werd niet moe. Steeds wilder sloeg ik. De hele middag werkte ik door met kleine tussenpozen, en eindelijk zakte de den krakend voorover. Het was een plechtig ogenblik. Later, in de schemer, lag ik bij ons ach ter, en zag de nacht uit het bos komen. ,Je bent gek!" zei mijn broertje die avond in bed. „Het is het bos niet. Het is de nacht". Ik wist wel beter. Wim Wittkampf BOMAHS Boven, in het topje van de Kerstboom, stond een engel. Hoe zij daar gekomen was, dat kon zij zich met de beste wil niet meer herin neren. Zij had nog een vage heugenis aan een nauwe, donkere ruimte, waaruit zij opeens door een kleine hand in een zee van licht getild was. Het was een glorieuze geboorte geweest en sinds dat ogenblik was zij altijd gelukkig geweest. Dit „altijd" had eigenlijk nog maar één avond geduurd, maar voor een Kerstengel is dat een eeuwigheid, dat begrijp je wel Arme, kleine Kerstengel! Zij wist niet dat het Kerst feest slechts een enkele avond duurt en dat die al bijna voorbij was. Zij stond, met een blikken knipje aan de boom bevestigd, zachtjes heen en weer te wiegen en keek door haar gazen vleugels naar de lichtjes der kaarsen, die beneden haar brandden. arrfmr-tTi-y* En opeens, daar doofde een kaars uit. Meer deren volgden. Het werd steeds donkerder om haar heen en ten laatste zag zij niets dan de zwarte nacht. De engel nieste, want de walm der gedoofde kaarsen prikkelde in haar neus. In het begin dacht zij dat het een grapje was, maar toen het donker bleef, kwam zij tot nadenken. „Ik had beter moeten opletten, toen het nog licht was", dacht zij spijtig, „ik heb helemaal niet gekeken. Ik herinner mij eigenlijk niets. Absoluut niets. Werd het maar weer licht." En het werd licht. Maar hoe ge heel anders was dit licht! Grauw, groezelig en met tegenzin viel het door een groot, vier kant raam, en eer het ten volle ontloken was kwam er een dienstbode in de kamer, pakte de Kerstboom beet en smeet hem op zolder. Bom! daar lag de engel en keek recht in een naad van de planken vloer. Het was er verschrikkelijk koud en buiten gewoon ongezellig. In het begin dacht de engel weer: „Kom, kom, het is maar een grapje", maar toen zij daar drie volle dagen en nachten in de naad van de houten vloer ge keken had, begon zij zich ernstig ongerust te maken. En hoe langer zij over het licht Van het vierkante raam nadacht, hoe duidelijker be greep zij dat dit het mooiste was dat zij ooit gezien had. „Ik zal proberen het je uit te leggen", sprak zij op een Maartse dag tegen een muis, die juist voorbij kwam, „door een glazen gat in de hemel viel een verblindend licht boven op mijn hoofd. Dat is het mooiste wat ik ooit heb meegemaakt. Ik kan je niet zeg gen hoe gelukkig ik eigenlijk was. Maar ik was in die tijd erg onnozel: ik besefte het niet. Nu weet ik het. En nu is het te laat. Maar ik heb tenminste de herinnering." „Dat is altijd wat", meende de muis, na er een hele tijd over te hebben nagedacht, „goedendag, ik moet verder." Op een dag kwam de meid op zolder en vond de Kerstengel in een schemerige hoek op de grond ligen. En zij nam haar op en smeet haar in het kolenhok. Daar lag zij, tussen twee turven, recht tegenover een somber kijkend stuk anthraciet. Een week lang zweeg de engel, want zij vond dit geen gezelschap om tegen te praten. Doch eindelijk, op een dag in September, kon zij zich niet meer inhouden. .Jullie hebt er geen flauwe voorstelling van", sprak zij, „hoe het licht op zolder is. Het doet bijna pijn aan de ogen, zó stralend is het. Jam mer genoeg was ik toen te beperkt om mijn zaligheid ten volle te begrijpen. Maar ik heb nu ten minste iets om aan te denken." „Dat is altijd wat", meende het stuk anthraciet, „maar ik vind de verlichting hier ook heel redelijk." De engel zweeg. Tegen zulk een bekrompen opvatting was het vruchteloos te spreken. BORGHSTIJN The Marx Brothc., rolprent de Woody-Woodpeckers song, als U hem nog niet kent. Als U deze song reeds kent zult U dubbel genieten van deze film. U zult gieren van het lachen om the Marx Brothers op hun best. Toegang alle leeftijden. Plaatsbespr. als gewoon Te koop: een Boerenwagen, z.g.a.n-, 10 cm beslag. Gebr. RIPMEESTER, Knol C 72. Meisje, 24 j-, biedt zich aan als Werkster of Dienstbode. Brie\ en mder No. 544, Bu reau van dit blad. Een parodie op de bezettingstijd, vol vreemde vrolijke en verbluffende voorvaUen. Aanvang 2.30 uur. Toegang alle leeftijden. Plaatsbespr. als gewoon. z,eiaen was een uergenjKe urm zo vroujjc, zo xieurrijK en zo romantisch. DORIS DAY, de nieuwe grote ster m de nieuwste en grootste film van het seizoen. U hoort in deze film de Top-Tunes van deze tijd o.a.: „It's Magicen „Put'Em in a Box". Toegang boven 14 jaar. Plaatsbespreking als gewoon. ir

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1949 | | pagina 12