i Werkkledin; BLIEI j A. J. BI Vergt Bi we m FÖN KentUiet; VAN ANDERE Srellige Kerstdagen denk Van Sprang r p* Schrijfmachinepai: HET Merry Christmas ..DE MO Blauwe Werkjas Khaki Stofjasser Khaki Overhem< Manchester broe Grijze Werkjassr Wat drink* met de a.s OM kled; Draag Nowa-rr cjCucretia, de Lichtkoningin Kerstmis in BRUSSEL V. BORGHSTIJN Maandagmiddagvoorstelling kunt U nog winkelier geer kunt u uw op vél papier scl de naam va nog niet void kaar (8 stuk: pakjes thee i 'vrienden en k' lijke Moriaan of zij er een Voor alle goede wordt een prijs bes Overalls Noordstraat 15 Telt Temeuzen 14 kr- massief Trouwringen, ook inlevering, tegen vei goudprijs- GOUD OP ZILV TROUWRINGE 25 gulden per pi Juweliers TERNi N.V- Fa. P J. v. d. Natuurlijk ADVOCAAT BRANDEW COGN C maar dan gekoc WESTKOLKSTI lllllllllllllüllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! I CONCERT- I Telefoon 99 ZATERDAG 24 ZONDAG 25 DE brengen wij L met GREER GA Een diép aangri Elk kind heeft h roerende film, g strijdbare vrouw Toegang boven 1 MAANDAG 26 I DINSDAG 27 Dl de Mi s Zware B Zware V Zware B Zware B Zware K Zware 1\ KHAKI Ni dan na een flinke reg Wie zich nat laat rt onprettig gestemd. Bewaar Uw gezondhei FO HA Fa. Fa. LONDEN, December 1949. Zonder" kalkoen geen Kerstmis!" Dat is de lijfspreuk van Albion's inwoners. Daarom is het met de Kerstviering maar matig jes geweest de laatste jaren: er waren geen kalkoenen genoeg! Dit jaar zal het beter zijn: er worden weer kalkoenen ingevoerd. Kerstmis is voor de Engelsman in de eerste plaats een kwestie van „Eat, drink and be inerry". Er komt nogal wat kijken voor een échte Engelse Kerstmisviering. Daar is dan in de eerste plaats de reeds gemelde Kalkoen, of de meer plebeïsche gans, of bij gebrek aan beter een kippetje! Verder de Kerstpudding en de mincepies. Voor bij de thee: de kerstcake. En om gedurende de rest van de dag de gaatjes te vullen: sinaasappelen en mandarijnen, rozij nen en amandelen, vijgen en dadels, noten, bonbons, en wat al niet meer. Om van wijn en bier e.d. maar niet te zwijgen. En dan de „crackers", waarin de papieren mutsen, om de feestvreugde te volmaken. Merry Christmas! Wie dat alles niet ineens betalen kon, en dat was vooral de huisvrouw uit de werkende stand, ging in een „Christmas Club"; ze be taalde het hele jaar door in bepaalde winkels elke week enkele pennies, kreeg een beetje interest ter aanmoediging, of de kans op een prijs, en had dan tegen het Kerstseizoen een sommetje bij elkaar voor de onontbeerlijke lekkernijen. Gedurende de laatste weken voor Kerstmis sluit moeder zich dan in de keuken op, waar gebakken en gekookt wordt, waar de kinderen mogen helpen met het uitzoeken van krenten en rozijnen, waar de hele familie moet helpen aan het roeren van de Pudding, „for luck", waar al die „machtige" lekkernijen worden bereid die groot en klein hun maag doen over laden. Wat overigens zo erg niet is, want ze hebben Boxing Day om weer op streek te komen. dorpen, en er is niets dat ons de echte kerst stemming zo nabij doet komen. In sommige streken gaan op Christmas Eve ook nog de „Mummers" rond, verklede dor pelingen, die een kort traditioneel toneel stukje opvoeren in de voortuin of de hall van de grote huizen, en die daarna op traditionele lekkernijen worden onthaald. In Londen zijn de „Waits" nu meestal jochies, die al weken van te voren aan de deuren komen bedelen, onder het afroffelen van een paar regels van „Good King Wen- ces las" of „Noël, Noël", Maar ook kerkkoren doen nog wel de ronde door de straten waai hun leden wonen, en het is ontroerend die oude liederen weer te horen van „Peace on earth and goodwill towards all men". De ..goodwill towards all men" duurt helaas niet ahijd van de ene Kerstmis tot de andere, maar gedurende het Kerstseizoen is er een gevoel van feestelijke saamhorigheid in aller harten, een „Happy Christmas"-wens op aller lippen. En daarom zenden we onze kerstkaarten naar vrienden en kennissen over de hele wereld: Kerstmis is de tijd, waarop we hen allen ge denken. Wij versieren onze huizen met hulst en mist letoe, wij laten onze tafels „kreunen" onder de „goede gaven der aarde", die wij dan met gulle gastvrijheid aanbieden aan een zo groot mogelijke kring van verwanten en vrienden: wij laten de lichtjes aan de kerstboom uitstra len in het donker: en wij zenden onze alwezige vrienden een kaart met de traditionele em blemen, om ook hen deel te laten nemen aan onze HAPPY CHRISTMAS! Kerstmis in Brussel. .Mistroostig Opqewelil Lucia. Zo zijn de Zweden. Ze zitten in onge makkelijke stoelen in 17-eeuwse restaurants, intens genietend van de „sfeer" Er zijn in Stockholm restaurants waar men soepeert in een biecht- ot kerkbank, in halfdonker, tussen Gods heiligen, terwijl de cigarettenrook op stijgt naar de beelden van middeleeuwse pro feten en apostelen. Zwedens grootste krant, die de keuze uit duizenden Zweedse meisjes heeft gedaan via Elk jaar, in de donkere dagen voor kerstmis, verschijnt Lucia in Zweden. Vraag, wat deze traditie eigenlijk bete kent, men draait er om heen, men weet het niet. En men begint te praten over de luxferens, de Lucia, die in de sombere voorwinter reeds naar de lente wijst. Een feit is, dat die Zweedse Lucia een lichtend beeld is in de grauwe, koude advent. Maar met godsdienst heeft dit optreden van de oud christelijke heilige even weinig te maken als tegenwoordig onze Sinterklaas. In vele Zweedse huizen wordt voor één van de meisjes in het gezin liefst voor een blondine 's avonds tevoren een lichtkrans van kaarsen klaar gelegd en een bijkans vestaals gewaad, waarin Lucia de volgende morgen de huis genoten koffie en koek zal gaan brengen. Ons Nederlanders komen dergelijke ceremonies zonder diepe of tenminste historische zin zonderling voor. Sinterklaas en het kerstmannetje accepteren we terwille van de kinderen en van ons eigen kinderlijke hart. Het verstand weet beter. Maar Lucia is voor de hele Zweedse maatschappij iets schoons, iets gewijds, iets waarvoor ook de volwassen mens verlegen uit zijn stoel rijst. Ze rolt op een zegewagen in een lange licht- stoet door de Zweedse hoofdstad langs rijen van tienduizenden Stockholmers. Is dit een overblijfsel van middeleeuwse litur gie, in een land, dat onbewust dichter bij het katholicisme staat dan enig Luthers volk? Of is het de bloem, die ontluikt aan de warmte van huiselijk leven in een koud land. dat achter gesloten luiken traditie kweekt bij de geheimen van lichten en open haardvuren? Een feit is dat Zweden gevoelig zijn voor mysterieuse interieuren, voor vrijmetselaars- en andere loges met geheim ritueel, voor verering zonder concreet voor werp. In duizenden gezinnen waar aan de godsdienst niet de minste aandacht wordt geschonken, staat de Madonna op het buffet en hangen gevleugelde faience-engelen als opgeprikte vlinders aan de wand. Op kerstnacht staan vrij lege kerken om de queus te regelen der menigte die binnen wil. Buiten staan in avondtoilet dames te verkleumen, die, zoals de mees ten, zó maar zijn weggelopen van likeuren en van het over dadige traditionele kerstdiner, dat tegen zes uur begint en legen Kerstmis eindigt. Want binnen vieren de Lutheranen de „Mis" (massan) en treedt de Lutherse geestelijke in een rooms kazuifel voor het kaarsbestoken altaar om het kerst evangelie te verkondigen. En ik verzeker u, dat de eerbied "van de verzadigde Zweed even eerlijk is als voor, nu ja als voor foto, film, jury en een openbare prijsvraag, heeft de regie. In een stoet, voorafgegaan door politie en militaire muziek, rijdt op een praal wagen een witgekleed, jong meisje, kaarsen in het blonde haar. Een gevolg van negen gezellinnen, eveneens allen in het wit. stjam- gossar td.i. liclilknapen) en padvinders rijden er achter aan. En tienduizenden Zweden, in dichte rijen langs de wegen gepakt, juichen haar toe. Tweede Kerstdag Boxing Day. Niet, zoals een grappenmaker zei, de dag waarop men met een partijtje boksen zijn gestel weer op orde brengt, maar de dag waarop de kranten jongen, de postbode, de vuilnisman en anderen met een Christmas Box rond plachten te komen om een fooi. Een gewoonte, die met het ver beteren der lonen langzamerhand in onbruik is geraakt, maar concierges en loopjongens in grote zaken en instellingen verwachten toch nog wel een „Christmas Box", een gift in geld, van de Baas of van het gezamenlijke personeel. Wat het eten en drinken betreft wordt het, de ingevoerde kalkoenen ten spijt, nog maar magertjes dit jaar. Het is dan maar goed, dat er toch nog wel wat anders aan Kerstmis te pas komt dan alleen het culinair genot, want als het er op aankomt, neemt dit toch ook in Engeland pas een tweede plaats in, of mis schien een derde of vierde. In de allereerste plaats is Kerstmis een feest voor de kinderen, een feest waarbij het Neder landse Sinterklaas en Kerstfeest ineengevloeid zijn. Kerstmis, dat is voor de kinderen Father Christmas, ook Santa Claus genoemd, die met zijn rendierslee vol goede gaven Siit het hoge Noorden komt en die gaven in hun opgehan gen kous stopt. Het is verder: de kerstboom met kaarsjes en cadeautjes, en het zingen bij de boom, van de oude Christmas Carols. Reeds op de avond voor Kerstmis, Christmas Eve, gaan de „Waits" in groepen van huis tot buis om die Carols te zingen, vooral in de Einde November. Als ik 's morgens wakker word en uit het venster op mijn Brusselse straat kijkzie ik dat het regent. Dat is geen zeldzaamheid hier, maar er zijn dagendat het je niets doet en er zijn andere dagen dat je er zonderling door bewogen raakt en dat je met de Vlaamse dichter Karei van de Woestijne mompelt, terwijl je huiverig onder de dekens wegkruipt: 't Is triestig dat het regent in de herfst en in het loomeatone van de boomen Tenslotte sta ik toch maar op om de melan cholie af te schudden, en ga in mijn nu sombere kamer voor het raam staan en volg met mijn vinger verloren de regendruppelsdie grillig langs de ruit stromen. Hoe vaak deed ik dat niet in andere kamers op zulke ochtendensoms in Parijsmeestal in Amsterdam? Liep er dan ook een eenzaam man door de stille straat, zoals nu hier in Brussel? Hij gaatde hoed over het voorhoofdde kraag van zijn jas hoog opgetrokkende handen in de zakkenlangs de avenueonder de bomenover het wandel pad. Zijn hoed druipt en een hardnekkige druppeldie Langzamerhand een straaltje dreigt te wordenpoogt hem stellig tot scheelkijken te verleiden. Ik besluit eveneens de straat op te gaan en een tram te nemen naar het centrum. Een paar weken geleden in Amsterdam was het mij op bepaalde uren nog onmogelijk een bescheiden plaatsje in lijn 25 te bemachtigen, toen ik het ongeluk had op de Munt te willen opstappen. Hier komt zoiets niet voor. Niet dat er minder passagiers van de tram gebruik maken, in tegendeel. mais on peut s'arranger, nest pas?" En even later loop ik dan weer langs de altijd drukke boulevard Anspach. Het stand beeld op de Place de Brouckère staat somber en glimmend in de regen en het valt mij op. hoe Brussel juist in de regen zoveel op een stad gaat lijken. De huizen, massief en log, met kleine ramen, grote dubbele deurenlijken een en al steengrauwe massa's waaraan men geen kleuren meer herkent, tenzij een neer slachtig grijs dat aan de egale lucht, de voort glijdende wolken denken doet. Zelfs in de par ken, de vele parken van Brussel, met grauwe verweerde Heelden als op een schilderij van Willink, is het nu niet anders. En rillend denk ik aan de statue's van Venus en der Romeinse keizers, die nu verlaten in het Park staan, bin nen een omlijsting van kale bomen, vale, met stof en twijgen overdekte vijvers, vochtige paden en plassen, af geschilver de bankenen die ner gens schuilen kunnen Het wordt nu spoedig Sinterklaas en dan weer Kerstmis. Ik zou daarover willen schrijven, maar ik kan hel niet. Het is te kinderachtig, dat ik daarbij steeds maar aan vroeger denken moet. Vroeger bestaat niet meer, of ik wil of niet, en de romantiek van het heden, die ongetwij feld bestaal, lijkt zo weinig meer op de roman tiek van toen. Toenin mijn prille jeugd, was Kerstmis iets warms en stilshet was intiem en huiselijk. Het had inderdaad rwg iets reli gieus, als op oude schilderijen van Bosch en Brueghel. Kerstmis in Brussel heeft daar niets meer mee te maken. Evenals Nieuwjaar is het vóór alles de réveillon de laat-avondlijke maaltijd uitgerekt tot een nachtelijk feest. Er zijn hier veel mensen, die ofschoon anders nooit, met Kerstmis wel naar een „nachtmis" willen. Maar die nachtmissen worden gevolgd en voorafgegaan door de genoemde eet- en drinkgelagen, waarbij de tussengevoegde gods dienstige plechtigheden op niet veel anders meer tijken dan op een wisseling van decor en een gelegenheid de schitterende avondtoi letten te laten bewonderen. En niettemin groeien nog altijd in Vlaande ren, Brabant of de Kempen de oude kerst verhalen, waarin de stille religieuze atmosfeer der Vlaamse primitieven domineert. Maar het zijn verhalen en ze spelen op het platteland, waar het zó nog is als de prentkaarten daen vermoeden, een kerkje in de sneeuw, wat lichtjes hier en daar en donkere gebogen ge- slalten op weg daarheen. Het contrasteert iel met een stad als Brussel, waar men bij voor keur naar revues en theaters gaatrevues en theaters, die op hun beurt blijk willen geven van begrip voor de diepere achtergrond van Kerstmis en daarom scenes inlassen met kruis beelden, teruggekeerde verloren zonen by kerstkribben, kerstliedjes en door revue-sterren uitgegalmde Ave Maria's naar Gounod of Schubert. Het revue-publiek met een habituele bereidwilligheid voor dit soort sentimentaliteit vindt deze afwisseling van girl- en Hawaï- toneeltjes delicaat en tijngevoeld en bewijst dit door heimelijk zak doek geveeg aan wimpers en oogranden! Getuigt het van een gebrek aan moderniteitf van een ongezonde hang naar het verleden, of van een ander soort sentiment, ik weet hel niet, maar als ik kon, gaf ik toch de voorkeur aan een ouderwetse Kerstmis in de Kempen Het Hartje van Rode Zegellak V.rrotfp oa/f. li die hem liet liefst op de wereld geweest waren. fwan, fluisterde hij, mijn kleine lwan.... Een vogel antwoordde met een hoge, heldere fluittoon. Het hoofd op zij gebogen luisterde hij. Daar was het weer, heel in de verte, de klare roep van een merel, een kinderlach achtei rozenhagen, het spatten van water op water. Buiten viel dichter de sneeuw en verstomde ieder geluid, dat van de aarde kwam. Maar binnen trappelde een kleine furie in razende woede: Hoor je me, Oom Serge? Je moet mee naar het bos. Hoor je me? Je moet. Wij moeten de spar gaan halen en de mistletoe en de rode bessen van de wilde rozen. Zij trok hem aan zijn handen, aan zijn armen, zij rukte hem overeind, terwijl tranen van bitterheid en drift langs haar wangen rolden. En eindelijk richtte Serge, de man, zijn ver moeide, gepijnigde blik op haar. Zij drukte zich tegen hem aan als een kat, zij greep hem beet in de lange haren van zijn baard en al die tijd herhaalde zij„Hoort U wel, Oom Serge, U moet. Ik kan alleen de spar niet kappen. 11 moet mee. Hier is Uw jas. Hier is Uw hoed". Zij duwde hem de deur uit. de trap af. en de straat ep. Buiten in de winterkoude, die het kleine meisje genietend opzoog als een ijsbonbon, kwam de oude man tot zich zelf. Hij lachte een beetje tegen Tanja, een beetje verontschul digend, eigenlijk beschaamd. Hij warmde haat tintelende vingers in de uitgescheurde zak van zijn overjas. Zij kwamen aan het bos, dat slechts op een kleine afstand van de stad gelegen was, en ervan gescheiden door een asphaltweg en een rivier. Onder het donker der kale, kreunende bomen leek de sneeuw ijler,.blauwer ook, alsof er verborgen juwelen onder te gloeien lagen. Een vuur brandde over braamstruiken. Er was geen rook. De stilte tussen de stammen was zo intens, dat zij het vallen der vlokken konden horen en het kloppen der sappen door takken en twijgen. Zij roken bet ontkiemen der eikels ónder de sneeuw, ónder de bladeren, ónder de aarde. Het was vreemd, er waren geen scha duwen. Er waren geen kleuren. Alles was wit, dromend wit, starrelend, verstuivend wit. Blank, dat zo donzen was als de tederheid van een helde. Alle geluiden hielden op te bestaan, daarna verwaaiden de vormen in de winterwind, ver schoten zelfs de nuances van kleur. Extase van bevruchting en van geboren-worden in één ademloze snik. Een kind begon te schreien, omdat het geboren werd. Het werd geboren in een zandkuil. Een koe, een os en een ezel stonden er peinzend om heen. Ook waren er enkele schapen, wat bijen en een witte poes. De poes kroop naast hel kind om het warm te houden. De koe gaf wat melk, de bijen brachten honing, een vis offerde zijn kiemende planten in het donker. Later hebben zij dan toch nog de spar gehaald en de mare, ook de rode bottels van de rozen haag. Want vele Russen, levende en dode, hadden niet gezien, hoewel zij een zachtheid en een wonder zeer van node hadden. De kamers waren niets veranderd. Op het nachtkastje glom de fles. De ramen waren bevroren. Het engeltje van Oom Stepan lag vergeten op tafel, en in de kast stond een rijstetaart met rode geconfijte kersjes. Tanja legde een vuur aan in de kachel. Zij streek haar vaders overhemd, haar nieuwe jurk en haar haarlinten. Zij versierde de kerst boom met de slingers, die Serge en zij ervoor geplakt hadden. Zij stoofde een aardbeiencom pote. Rond de lamp plooide zij lichtgroen crepe- papier. Zij veegde de vloer. Bij iederé stap, die zij deed voelde zij een klein hard dingetje kloppen tegen haar vlees. Alsof het haar her inneren wilde. Dat was het hartje van rode zegellak, dat zij straks aan Oom Serge wilde geven. The Marx Brothfc.. rolprent de Woody-Woodpeckers song, als U hem nog niet kent. Als U deze song reeds kent zult U dubbel genieten van deze film. U zult gieren van het lachen om the Marx Brothers op hun best. Toegang alle leeftijden. Plaatsbespr. als gewoon Te koop: een Boerenwagen, z.g.a.n-, 10 cm beslag. Gebr. RIPMEESTER, Knol C 72. Meisje, 24 j-, biedt zich aan als Werkster of Dienstbode. Briec on mder No. 544, Bu reau van dit blad. Een parodie op de bezettingstijd, vol vreemde vrolijke en verbluffende voorvallen. Aanvang 2.30 unr. Toegang alle leeftijden. Plaatsbespr. als gewoon. a^-4 z-eiaen wa« een uergeiijse uun zo vroujK, zo kicuttijk en zo romantisch. DORIS DAY, de nieuwe grote ster in de nieuwste en grootste film van het seizoen. U hoort in deze film de Top-Tunes van deze tijd o.a.: „It's Magieen „Put'Em in a Box". Toegang boven 14 jaar. Plaatsbespreking als gewoon.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1949 | | pagina 10