Debat over de Regeringsverklaring e In Militairen-ineenstorting van de Republiek binnen een week verwacht VRIJDAG 25 JULI 1947. Legerbericht Belgische Koningskwestie Frankering bij Abonnement - Temeuzen WEERSVERWACHTING medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig tot Vrijdag avond. Warmt. plaatselijk nevel ol mist, over 't algemeen zonnig weer, vrijwel nergens buienvorming. Temp. opl. tot hoge waarden, aan de kust tijd. zeewind, overigens weinig wind. M ZEEUW 3de Jaargang No. 562. Advertentieprijs per mm 10 ct.; minimaal per advertentie 1,04. Inzendingen advertenttw tot des namiddags 4 aar. Rubriek kl. advertenties! 15 regels 60 ct.; lederfl regel meer 12 ct. T«» melding brieven onder nr. Bur. van dit Bl*8 10 ct. meer. Verschijnt dagelijks Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande Terneuzen Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal. DE TOESTAND IN INDONESIË Drie dagen na het begin van de ..politionele actie" voorspellen neutrale waarnemers in Batavia, dat de militaire ineenstorting van de Republiek binnen een week verwacht kan worden. Volgens berichten te Batavia is de val van Malang, het Republi keinse bolwerk op Oost-Java, aanstaande, terwijl, naar verluidt, de tangbeweging van de Neder landse troepen van Semarang naar Djokjakarta snelle vordering maakt. Na de bezetting van de grootste plaatsen op Oost-Java, binnen 48 uur na de eerste am- phibielanding, zijn de Nederlan ders thans ten Zuiden van La- wang in hevige gevechten gewik keld met de Republikeinen, die de toegang tot Malang wanhopig verdedigen. In Midden-Java is de tangbe weging van Semarang uit ten minste tot halverwege Djokja karta en Soerakarta gevorderd. Volgens het Republikeinse legercommuniqué zijn vele bur gers, onder wie enige Chinezen, gedood toen Nederlandse vlieg tuigen de stad Garoet bombar deerden. Gebouwen in de stad werden vernield. Tevens werd ge meld, dat de plaats Soemedang 35 km N.O. van Bandoeng, in brand stond, nadat Nederlandse eenheden met vijftig tanks hier waren gepasseerd bij het opruk ken naar Cheribon. Het officiële Nederlandse com muniqué en ook andere berichten, welke Batavia bereiken, melden, dat de weerstand der Republikei nen niet zo groot is geweest als verwacht werd. Waarnemers heb ben hiervoor twee verklaringen: 1. De Republikeinse troepen zijn te slecht uitgerust en te onvol doende georganiseerd om de aan val van een modern gemechani seerd leger te weerstaan. 2. Daar z\j zich er van bewust zijn de oprukkende Nederlanders niet te kunnen tegenhouden, laten de Republikeinse troepen toe, dat de grote steden van Java bezet worden en bieden zij' slechts aan vankelijk tegenstand teneinde hun strijdkrachten te spreiden alvo rens een volledige guerilla te be ginnen. Hiermee zouden zij de Ne derlanders wellicht jaren kunnen bezig houden, terwijl Nederland er economisch door wordt uitge put, totdat het instemt met bui tenlandse bemiddeling. De ko mende dagen of misschien weken zullen leren, welke verklaring de juiste is. Geheel Oost-Java afge sneden. De Nederlandse strijdkrachten hebben geheel Oost-Java afgesne den, zo heeft Lt-Generaal Spoor gisteren meegedeeld. Aan het front van Soerabaja zjjn vier steden bezet en tevens vier steden op West-Java. Generaal Spoor verklaarde, dat de Nederlanders Woensdagmid dag de havenstad Cheribon had den bezet. Tijdens zjjn opmars langs de weg van Bandoeng door het West-Javaanse bergland heeft het leger zich meester kunnen maken van dertigduizend ton rubber. De operaties op Java en Su matra, aldus Generaal Spoor, zul len beperkt blijven. De gehele Republiek zal niet worden bezet. Er waren geen tekenen, die er op wezen, dat zich een guerilla ontwikkelde, doch zuiverings operaties zouden wel noodzakelijk zijn. De operaties van Padang uit hadden alleen ten doel de bezette VAN DONDERDAGMORGEN Nederlandse troepen bereikten Woensdagmiddag te 16.35 uur Cheribon. Zij trokken de stad Van uit het Noorden binnen. De brug gen en de wegen in de richting Cheribon bleken intact te zijn. Weerstand werd practisch niet ondervonden. Brandstichtingen in de stad werden niet geconsta teerd. Eveneens werden Woensdag To- mo, Kadipaten, Soebang en Kali djati bezet. In West-Java werd Tjikampek bereikt. Gemeld werd, dat in Tjitjalenka en in Madjalaja hevige branden woeden. zóne hit te breiden terwille van de voedselvoorziening. Aan de rand van de zone duurden de ge vechten nog voort. Generaal Spoor deelde mede, dat de laatste berichten van de commandant van Medan geen melding maakten van ernstige tegenstand. Disciplinaire maatregelen, aldus Generaal Spoor, zouden worden genomen tegen de Nederlandse vliegers, die „een trein en enige voertuigen hadden beschoten". In het kader van de operaties van Semarang uit waren de Nederlandse troepen stationnair in Toentang en Amibarawa. Generaal Spoor weigerde zich er over uit te laten, of de een heden, die van Semarang naar het Zuiden oprukken Djokjakarta en Soerakarta zullen gaan bezet ten. Op Sumatra hebben drie colon nes bij de oliehaven van Palem- bang olievelden van de Shell en de Standard Oil bezet, zonder dat ernstige tegenstand werd ge boden. Republikeinse berichten, dat Nederlandse vliegtuigen Indone sische steden bombarderen, zijn „grove leugens", verklaarde Ge neraal Spoor. „Wij hebben alleen vliegvelden beschoten.*' Hij beschreef de toestand in de bezette steden van West-Java als „rustig, terwjjl de bevolking hulp vaardig is". De meeste Republikeinen waren gevlucht zonder dat het tot ern stige botsingen was gekomen. De bevolking, die in de ge- vechtsgebieden was geëvacueerd, keerde thans weer terug, zo voegde Generaal Spoor aan zijn overzicht toe. Geen belangrijke botsingen hebben plaats gehad bij de bezet ting van Cheribon, doch tijdens de opmars werd in de nabijheid van Soemedang enige tegenstand ontmoet. De waarschuwing van het Ne derlandse leger had de Indone siërs niet van de „verschroeide aarde"1 afgehouden. Toen Pro- bolinggo in N.O. Java werd be zet, brandde de stad op verschil lende plaatsen. Overal waren Chinese slachtoffers gevallen en waren eigendommen vernield. De Generaal geloofde niet, dat bij de laatste gevechten ernstige verliezen geleden waren. Nederlanders met gejuich begroet. De correspondent van Aneta te Bandoeng heeft een bezoek ge bracht aan de gebieden rondom Bandoeng, welke juist waren be vrijd. Van actie viel nergens iets te bespeuren. Iedere militaire auto werd door de bevolking met gejuich en opgestoken duimen begroet. Van enige terughoudend heid was niets te merken. Uit de plaatselijke bevolking werden on middellijk politie eenheden ge vormd. Aan de bevolking werden kle ren en voedsel verstrekt, terwijl het Rode Kruis gewonden van de T. R. I„ die overigens zeer wei nig in aantal waren, verzorgde. De bevolking stroomde toe voor medische behandeling. De men sen zagen er armoedig uit en velen hebben schurft. Door middel van een luidspre ker-installatie werd de bevolking in de Soendase taal het doel van de komst uiteengezet, waarhij in structies werden gegeven om rus tig aan het werk te gaan. Een herhaling van de rede van Dr. Van Mook werd met gejuich ontvangen. Rustverstoorders in Modjokerto. Oproerige elementen in Modjo kerto hebben getracht de rust te verstoren. Op verschillende pun ten in de stad begonnen zij te middernacht onrust voor te be reiden. De opzet is volkomen mislukt. De stad is thans zeer rustig. Als voorzorgsmaatregel is de burgerij verzocht binnens huis te blijven. In de stad wordt gepatrouilleerd. Malang en Poerwakarta bezet. Naar de correspondent van A.F.P. te Batavia meldt, bevesti gen gezaghebbende kringen aldaar de bezetting van Malang door Nederlandse troepen. Eveneens wordt verklaard, dat Poerwakarta (West-Java) is bezet. Generaal Spoor antwoordt Generaal Kruis. De Chef van de Generale Staf, Lt.-Gen. Mr. H. J. Kruis, heeft in antwoord op zijn telegram aan de leger-commandant in Indië, Lt-Gen. Spoor, het volgende ant woord ontvangen: „Hartelijkste dank voor uw wensen. Was persoonlijk aanwezig in terrein bij inzetten aanval door „Brigade Thomson". Houding en geestdrift troepen wekken hoge verwachtingen. SPOOR". Radiorede Nadjamoeddin, Woensdagavond heeft Minister- President Nadjamoeddin voor ra- dio-Batavia een redevoering ge houden tot de bevolking van Oost Indonesië, waarin hij een over zicht gaf van de stand van zaken en zeide te hopen, dat het Indo nesische volk in het bijzonder het Oostindonesische Lingga- djati als basis van zijn onafhan kelijkheid erkennend, de huidige situatie met een koel hoofd tege moet zal treden. Nadjamoeddin bracht met cita ten uit de dagorder van generaal Spoor en uit de rede van Dr Beel met nadruk naar voren, dat er geen sprake is van oorlog tegen het Indonesische volk en dat de Nederlandse Regering vasthoudt aan de overeenkomst van Ling- gadjati. „Indien op deze wijze de doel stellingen van de militaire actie niet zeer duidelijk zouden zijn vastgesteld, zou ik, voorstander van vrede en vrijheid, zeker geen instemming hebben kunnen betui gen met het gebruik van wapen geweld en daarmee wens ik te vens uitdrukking te geven aan het standpunt van de hele Regering van Oostindonesië." Nadjamoeddin verklaard- ver der met nadruk, dat ook tegen die leden van de Oostindonesische bevolking, die zich scharen achter de leerstellingen van bepaalde groeperingen in de Republiek, niets zal worden ondernomen mits zij de rust, en de orde niet ver storen. De Oostindonesische pre mier besloot met te zeggen: „Mo gen beide partijen, die thans de wapens hebben opgenomen, wor den geleid door gezond verstand en moge geen middel onbeproefd worden gelaten om het wapenge weld, dat als uiterste middei moest worden ingezet om deze landen voor een catastrophe te behoeden, zo spoedig mogelijk te beëindigen." Sjahrir doet beroep op bemiddeling. Sjahrir heeft gisteren te Cal cutta verklaard, dat, indien En geland in het Nederlands-Indone sische conflict bemiddelend wil optreden, Engeland dat thans moet doen. Hij zei verder, dat, indien de Veiligheidsraad der V. N. snel zou intervenieren, de oplossing van het probleem „niet zo moeilijk" zou zijn. Uit de besprekingen met de politieke partijen blijkt, dat de Belgische eerste-Minister Spaak, nog geen enkel voorstel heeft ge daan en de beraadslagingen slechts gebruikt worden om het standpunt der verschillende par tijen nader te leren kennen. Anderzijds wordt beweerd, dat de oplossing die de heer Spaak zou voorstellen, als volgt luidt Uit de documenten van de com missie Servais is gebleken, dat de Koning steeds gehandeld heeft in het belang van het land doch dat hjj bepaalde handelingen heeft verricht, die tegenstrijdig zijn met de koninklijke prerogatieven. Derhalve zou de Koning toege staan worden naar België terug te komen om afstand te doen van de troon, ten voordele Van zijn zoon Prins Boudewijn. Prins Karei zou het regentschap blijven waarnemen tot de Kroon prins meerderjarig zou zijn. Naar verluidt, zouden de linkse partijen en althans zeker de socia listen en liberalen gunstig ge stemd zijn tegenover dit voorstel. De houding van de C.V.P. is echter nog niet hekend. Op onze administratie ligt voor belanghebbenden ter in zage de passagierslijst van de m.s. „Johan de Witt"' en ..Sumatra". TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdagavond. De eerste spreker, de heer De Groot (C.P.N.vraagt zich af of er reden is voor een debat, daar de Regering haar bevel gegeven heeft, zonder dat de Volksver tegenwoordiging zich kon uitspre ken. Volgens spr. hebben beide partijen zich aan schendingen schuldig gemaakt. Thans is het masker afgeworpen, Ldnggadjati bestaat niet meer en er wordt ge weld gebruikt. Spr. betoogt dat Nederland alleen belang; heeft hij een vreedzame samenwerking met de Indonesiërs en naar zijn oordeel dient de P. v. d. A. thans uit de Regering te treden. De heer v. d. Goes v. Naters wijst op de analogie met Vietnam. De houding der Franse commu nisten is wel geheel anders dan die der Nederlandse. In verband met het aftreden van de heer Palar merkt spr. op, dat diens taak was te arbeiden voor een blijvende verzoening tus sen het Nederlandse en Indonesi sche volk. Die taak is voorlopig mislukt. iSpr. hoopt echter dat spoedig de tijd zal komen, dat andermaal die taak ter hand kan worden genomen. De heer Schoonenberg (CPN) spreekt over woordbreuk en be toogt, dat de jeugd de koloniale oorlog niet wil. De heer Tilanus (C.-H.) zegt dat de tijd Van praten voorbij' is, en die van handelen begonnen Spr. merkt op, dat de Comm.- Gen. haar betekenis heeft verlo ren en kan worden opgeheven. Namens zijn fractie verklaart spr. dat zij de stap der Regering goedkeurt. Arbitrage is z.i. vol komen uitgesloten. De heer Schouten (A.R.J zegt, dat inzetten van machtsmiddelen niet te vermijden was, daarmede is tevens uitgesproken dat het be- hesluit der Regering d.d. 18 Juli zijn instemming heeft. Op be langrijke punten moet spr. zich zijn beslissing voorbehouden, daar de houding der Regering ten op zichte van een concrete republiek een andere is dan die van zijn partij. Spr. uitte tenslotte de wens. dat onze troepen op be heerste wijze hun taak zullen vol brengen. De heer Vonk (P. v. d. V.) zegt de Regering alle steun toe. Alles moet thans ondergeschikt worden gemaakt aan het doel orde en rust te herstellen. De heer Romme (K.V.P.) ver klaart dat het regeringsbesluit het enige mogelijke was onder de gegeven omstandigheden. Spr. wenst de troepen zelfbeheersing toe en wijst op de grotere geva ren, die in de toekomst zouden kunnen dreigen als het optreden achterwege werd gelaten. De of fers aan mensenlevens zijn nood zakelijk om onvrijheid en onrecht te voorkomen. Sprekers fractie schaart zich onverkort achter de Regering en bidt haar vuriger dan ooit wijs heid toe. Minister Jonkman aan het woord De Tweede Kamer heeft Don- dermiddag de beraadslaging over de in de vergadering van Woens dag afgelegde regeringsverklaring over het beleid ten aanzien van Nederlands-Indië voortgezet. De voorzitter, de heer Van Schalk opent te één uur de ver gadering en verleent aanstonds het woord aan de Minister van Overzeese Gebiedsdelen, de heer Jonkman. De Minister wenste de zaak uit een zestal oogpunten te bezien en wel: 1. de actie als zodanig; 2. de aard der actie; 3. vervolgens wil hij terugkomen op de redenen, die tot de actie moesten leiden; 4. daarna wenst hij de omvang der actie te beschouwen; 5. ver volgens de mogelijke gevolgen en tenslotte: 6. het vraagstuk hoe hieraan een einde moet komen. Allereerst richt hij zich tot de genen, die van oordeel zijn, dat de actie nooit had moeten worden ondernomen. iReeds weken geleden was het uit communlqué's verstaanbaar dat men stond voor het uiterste middel. In het Seniorenconvent is dat eveneens duidelijk verklaard. Er is nooit gepoogd een uitspraak te krijgen over het niet toelaat bare van toepassing van het uiterste middel. Enige afgevaardigden hebben het odium op zich geladen dat zij het feit zich hebben laten vol trekken om thans er op los te branden. De heer De Groot en de zijnen hebben verzuimd tijdig een uit spraak uit te lokken. In de Re publiek is daardoor de indruk ge wekt, dat het nog niet zo ernstig was als het was. De Regering deelt de afschuw der afgevaardigden voor de oor log, waaraan de actie doet den ken. Een tweede groep afgevaardig den stelt zich op het standpunt, dat de actie al eerder had moeten worden ingezet. De Regering kan terecht betogen, dat zij tot het uiterste ogenblik heeft gewacht met het toepassen van het uiter ste middel. De heer Nederhorst heeft be zwaar gemaakt tegen het ultima tief procederen der Regering, de vele concessies en z.i. had door een onpartijdige derde een uit spraak gedaan kunnen worden. Het ultimatief optreden was volgens de Minister noodzakelijk, omdat men niet eindeloos bezig kon blijven. Bij het bezoek van de Minister-President en spr. aan Indonesië heeft men niet ver zuimd de regering der Republiek mededeling te doen van de moge lijkheid van toepassing van het uiterste middel. De concessies beoogden ten slotte niet meer dan terugkeer tot Linggadjati. De door de heer Nederhorst be doelde uitspraak van een onpar tijdige derde zou overigens in strijd met de grondwet en met Linggadjati zelf geweest zijn. Ten aanzien van de opmerking dat hier sprake is van oen mo rele nederlaag verklaart spr. deze t(' erkennen; de oud „stuw"-men sen waartoe hij behoort heibben aan die morele nederlaag bijge dragen. De aard der actie besprekend merkt, hij op, dat men met poh- tiek iets wenst op ce leggen. S.'tohts wil men de vo„. waarden scheppen voor het economisch herstel en de economische weder opbouw. Spr. wijst erop, dat botsingen van enige betekenis zich niet heb ben voorgedaan en dat er niets is gebeurd dat wijst op een volks oorlog. Ten aanzien van het optreden der luchtmacht tegen de lucht macht der Indonesiërs merkt spr. op, dat het ging tegen Japanse vliegtuigen, door Japanse piloten bemand, of door Indonesiërs, welke door Japanners zijn opge leid. Het gaat hier niet om oorlogs- wil, maar om vredeswil. Alle af gevaardigden zijn overtuigd van de vredeswil der Regering, allen verwerpen de gedachte aan oor log, behalve de heerr De Groot en de zijnen. De Minister betoogt vervolgens, dat dit geen oorlog is. Bij her-* haling is er hij de Lt.-Gouv.-Gen. op gewezen, dat de actie metter daad zo beperkt mogelijk moet worden gehouden. Als het waar is, dat Republikeinse Ministers bewaakt zijn door een officier, die in opspraak zou zijn gekomen, dan betreurt spr. dit. Vervolgens komt de Minister, onder aanhaling van beschouwin gen van de Lt-Gouv.-Gen. terug op de redenen, die tot de actie hebben geleid. De eisen, die aan de Republiek werden gesteld, als terugtrekking tot 10 m van de demarcatielijn, waren volstrekt redelijk. Er werd niet meer ge vraagd dan een bevel tot stopzetting der vijandelijkheden, omdat de Nederlandse Regering wel inzag dat niet verlangd kon worden, dat het laatste schot ge vallen zou zijn, O.m. merkt de Minister nog op, dat, toen de termijn reeds ver streken was, Sjarifoeddin door een radiorede getracht heeft in vloed op de gang van zaken uit te oefenen. Daarop kon niet meer worden ingegaan, omdat de Re gering dan afstand gedaan zou hebben van haar verantwoording. Goede diensten zijn ons door de Amerikaanse en Britse regering herhaaldelijk ten deel gevallen Dat is zeer gewaardeerd, omdat we niet tot het uiterste middel wilden overgaan, als er nog een ander middel bestond, aldus ge tuigt de Minister. De consuls- generaal van China en Frankrijk hebben de Republiek nog geadvi seerd de Nederlandse voorstellen te aanvaarden. Overigens releveert hij nog eens wat van de zijde van het buitenland is gedaan, daarbij op merkend dat het laatste aanbod !D I lei.ot ml I' jen- Re e tge. en val u IXi

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1947 | | pagina 1